AlKmaarsche Courant
Nieuwjaarswsnschen.
VISITEK AARTEN
Scbaakrubriek.
#!jp
Damrnbriefe.
Het oadergrandsche swdicaat,
ii
a
Bil L. FBASKflBBRG
Lux? Post ers Corresponjentiokaaxten.
i m mtli
m "m
Zaterdag 19 December.
i hi i l i t: ion.
i m
[1
«il S S «ft.
1
v 1
Ifo. 289 1925
Honderd Zeven en Twintigste Jaargang.
Zij, die zicb met 1 Januari voor minstens
3 maanden op dit blad wil abonueeren, ont-
vangen de tot dien datum verschijnende num-
m.,s iranco a pMis. D|gECTIE
In het nummer, dat DONDLRDAG 31
DECEMBER verschijnt, zal wederom gele-
eenheid bestaan tot het plaatsen van
NIEU W J AARSWENSCHEN a 50
cent a contant.
DE DIRECTIE.
Uit onze Staatsmacliine.
HET MELKBESLUIT. (II)
In ornze vorige bij dr age in deze serie, heb-
ben we onder denzeifden titel een overzicht
geschreven van de bepalingen, waaraan melk
en melkproducten moeten voldoen, wil geen
conflict geboren worden met het z.g.r. Melk-
besluit, een Koninklijk Besluit van 6 Juli
1925, dat een uitvioeisej was van de artikelen
14 en 15 der Warenwet. Nu zijn melk en
jnelkprodueten, evenals vleesch en krir.de-
nierswaren, op zichzelf doode artikelen, waar
op niet de bedrijvende, maar de lijdende
vorm van het werkwoord toegepast wordt,
speciaal wanneer het werkwoord knoeien of
vervalschen gebruikt wordt. Daarom worden
in dit besluit alle'riei voorschriften gegeven,
die de melkveehouders en de melkverkoopers
hebben na te leven. De melk, meer nog het
melkproduct, bewandelt vaak een langen weg
eer de consument-wordt bereikt. Daarom
wordt een tweetal definities gegeven. waar-
door alien, die met me'k of melkproducten te
doen hebben, behalve de koe en de verbruiker
worden bereikt. De definitie voor melkveehou-
der is: ieder, die het houder van melkvee als
bedrijf of revcnbcdrijf uitqefent, onverschil
lig of dit geschiedt voor eigen rekening oi
voor rekening van anderen Die voor melkver-
kooper le. ieder, die er zijtn bedrijf van maakt
melk en:of melkproducten rechtrtreeks aan
verbruikers te verkoopen, onverschillig of dit
geschiedt voor eigen rcke-ing of vcor reke
ning van anderen; 2e. ieder, die me;k en of
melkproducten inkoopt of ten verkoop ont-
vangt en tevens ten verkoop of ter aflevering
in voorraad heeft, onverschillig of dit ge
schiedt voor eigen rekening of voor rekening
van anderen.Men ziet dat iemand. die op
eenigerlei wijze met den handel in of de ver-
vaardiging van melk of melkproducten in
aanraUng komt, zich moeiHjk aan de bepa-
liirgen van dit Koninklijk Besluit bai kun
nen onttrekken.
We.ke zijn die bepalingen? Die vraag te
beantwoorden is het doel van deze tijdrage.
Een paar eischen, die hun gesteld worden,
memo reerden we reeds -en vorig maal, o a.
dat de melkveehouder ziedelijk de melk moet
winren, bewaren, fcehandelen en filtreeren;
dat hij ze niet in den stal mag laten, maar ze
■meet bergen in een ctan' v ij. oirgev.rg Bo-
vendien mag hij geen melk voor menscheiijk
gebruik afleveren van dieren die aan een
bepaa de ziekte lijden. Maar evenrrm mogen
personen, in wier woning een geval van fe-
bris typhoida voorkomt. aan de behandelmg
deelnemennatuurlijk ge'dt dat in de aller-
eerste plaats van het perceel zelf, waann de
melk bewaard of behar.deld wordt Fen uit-
zondering wordt gemaakt voor sterilisatie, na
steri'isatie of voor vervoer naar een sterilisa-
tie-inrichting. De inspecieur van het Staats-
toezicht op de Vcilisgezondheid, in het fcijzon-
der belast met de handhaving der wetteiijke
bepalingen betreffend. de besmettelijke ziek-
ten, moet in dezen een woord meespreken.
Lijders aan een ziekte aan hoofd, hand-en en
huid zijn evencens uitgeseha'-eld uit de be-
drijven, die we than.s fce-preken.
Een en ander ge'dt nut voor die zuivelbe-
drijven. die de melk, weike zij ontvargen,
hoofdzake'ijk verwerken tot bctev kaas, meik-
poeder en/of geconclenseerde melkproducten,
zoodat de verkoop van melk als een nevenbe-
yindt men de grooiste sorteering doozen
drljf is fe beschouwen. Maar die bedrffven
moeten door den Minister van Arbeid, Han
del en Ndjverheid zijn aangewezen, nadat
hem voldoenden waarborg gegeven is, dat de
melk, welke zij verkoopen, voldoet aan de
eischen van dit besluit.
Met het rondbrengen en venten van melk
of melkproducten, evenals met den verkoop
ter plaatse, gaat het miet zoo gemakkelijk
meer als tot dusverre. Allereerst is noodig
een geleibiljet, dat door den Burgcmeester
moet worden afgegeven, wanneer B. en W.
hebben verklaard, dat dit in hun gemeente
noodig is. Om dit biljet te verkrijgen moet de
aanvrager allerlei op het bedrijf betrekking
hebbende opgaven verstrekken, maar is 't
eenmaal verkregen, dan blijft het geldig zoo
lang de opgaven met de werkelijkheid klop-
pen.
Verpakking, bewaring of behandelmg van
melk en/of melkproducten mag niet door
melkverkoopers of personen, in een bedrijf
van melkverkooper werkzaam, geschieden,
wanneer zij geen winkel of lokaal hebben,
waarin een en ander op deugdelijke wijze
kan geschieden; natuurlijk worden de noodi-
ge voorschriften gegeven, waaraan die win
kel of localiteit moeten voldoen welke voor
schriften van hygienischen aard zijn In den
winkel of lokaliteit mogen geen andere waren
wofden bewaard .of ten verkoop in voorraad
gehouden worden behaive die verpakt zijn in
bli'k of glas en epkeie andere met name ge-
noemde kruidenierswaren. Bovendien mogen
in die gedeelten van gebouwen of erven geen
dieren gehouden worden.
Men weet uit coura-rtenberichten, dat me-
nigmaal de materialen, bij een melkbedrijf in
gebruik, schoon worden gemaakt met water,
dat niet schoon is (o. a. sloot- of rivierwater)
van dat water kwam soms ook een deel in
de melk zelf terecht, vandaar dat Artikel 27
van het Melkbesluit voorschrijft, dat verpak
king, bewaring en behandeiing van melk
en/of melkproducten niet plaats mag vinden,
indien niet voor het bedrijf een perceel of erf
in gebruik is, waarin een of meer middelen
van watervoorzicnirg aanwezig zijn, die wa
ter in voldoende hoeveelheid en deugdeiijk
voor het gebruik in verband met het bedrijf
opleveren en waar bovendien nog middelen
van watervoorziening, die ander water ople-
veren, aanwezig zijn. De laatstgenoemde
eischen zijn niet van toepassing op den melk
veehouder, die niet meer dan 20 liter melk
per dag uitsluitend aan verbruikers in de on-
middellijke omegving zijnerhofstede ver-
koopt.
Ten slotte geven de artikelen 30, 31,32 en
33 voorschriften betrefknde het hygienisch
veiwoeren en bewaren van melk en/of melk
producten. Zoo mag melk niet vervoerd wor
den met voertuigen, waarop sterk riekende
voorwerpen of afvalstoffen aanwezig zijn, of
waarvan het trekdier met eenig lichaamsdeel
met het vaatwerk of de krar.en in aanraking
komen kan (Art. 30). Verder mag a'.leen
vaatwerk met kranen worden gebruikt. Boven
dien moeten de maten of andere hulpmidde-
len voorzien zijn van zoodanig handvat, dat
bij het afmeten de melk niet in aanraking
hoeft te komen met de handen en moeten de
melkmaten rein wezen en zoo worden ver
voerd of bewaard, dat zij niet door stof, vuil
of inserten kurnen verontreini'gd worden
(Art. 31). Het vaatwerk moet stofdicht zijn
afgesloten en mag niet afgesioten worden met
behulp van stroo, lappen, hooi, ongeparaffi
neerd papier of eenig ander voor de melk of
melkproducten schadelijk materaal (Art. 32)
Houten vaatwerk mag vooitaan a'.leen wor
den gebuikt voor melk, bestemd voor boterbe
reidirg en karnemelk, waarvoor goed te rei-
nigen vaatwerk van teakhout is voorgeschre-
ven. Vaatwerk, gereedschappen, buizen en
kranen van metaal mogen sleHits van een
bepaa!de samenstelling wezen en van bmnen
niet geverfd, geemailleerd of geglazuurd
zijmtenzij waarborg gegeven is van onscha
lijke samenstellingen (Art. 33).
Dit Me'kbesluit trad 7 October j.l. in wer-
king. Dat de burgerij er nog niet veel van
gemerkt heeft, komt omdat eerst 7 April
1926 van kracht worden de bepalingen be-
treffende het verbod om op den openbaren
weg te verkoopen aan verbruikers op een
andere wijze dan bepaald bij Artikel 31
In den aanhef van onze eerste bijdrage
over het Melkbesluit wezen we op het groote
gewicht eener doeltreffende regeling in deze
zoo belangrijke materie De lezers hebben
kunnen zien, dat en hoe dit Kon'.nklij^ Be-
sluit de me'k en de melkproducten met aller
lei waarborgen voor hvgiene en tegen be-
smettingsgevaar heeft omringd.
■I
BEVELEN WIJ ONS
ZEER GAARNE AAN.
3 HANDELSDRUKKERIJ
N. V. v h. HERMS. COSTER ZOON
Clubnieuws. Daar de hcer Witte den mu-
ziektuin vanaf a.s. Maandag 21 Dec. sluit,
heeft de schaakclub V. V. V. besioten om
voortaan te spelen in een der za'.en van de
Unie. Voor Nieuwjaar wordt gespecld op
Woensdag 23 en Maandag 28 Dec. Na 1
Januari wordt voorloopig gespeeld cp Don-
derdagavondytoi&ai de nieuw te bouwen zaal
in de Unie klaar is. Dan worden de speel-
avonden weder als van ouds Maandag. In-
troducties worden gaarne door t Bestuur
verstrekt.
Hier volgt de partij, die de prijswinnaar
van 't tournooi te Moskou verloor aan den
Wereldkampioen Capablanca, die no. drie
uitkwam.
Aangenomen Damegambiet.
Wit: Capablanca. Zwart: Bogoljubow.
1. d4 d5
3. Pf3 dc4. Over 't algemeen wordt
dit minder sterk gevonden. Liever speelt
men hier eerst 3a6 en dan' dc4
om na b5 de p:on c4 te behouden.
4. e4 c5 Zwart wil wit's centrum
stuk maken.
5. Lc4 cd4
6. Pd4 Pf6
7. Pc3 Lc5? Dit is minder sterk. Ca
pablanca begint op dezen zwakken zet
zijn aanval.
8. Le3 Pbd7 Ook dit is minder goed.
0—0 was de zet.
9. Le6!fe6
10. Pe6 Da5 De eenige goede zet om
't stuk te behouden. Na Db6 komt Pa4
en na De7, Pc7.
11. 0—0 Sterker dan 11. Pg7 want nu
houdt't paard de rochade tegen.
.11Le3
12. fe3 Nu krijgt wit ook nog zijn f-lijn
open.
12Kf7. Zw. wil langs een omweg
zijn h-Toren bevrijden. Maar hij ziet
wit's volgenden zet over het hoofd.
13. Db3!Kg6 Zoowat de eenige zet. Im-
mers er dreigt 14. Pg5tf en 15 Df7.
14. Tf5. Db6
15. Pf4f Kh6 eenige zet.
16. g4 dreigt ma: met g5 of na 16.
Pg4 met Th5
16. g5 Na g6 komt 17. g5 Kh7
18. gf6f
17. Db6 ab6
18. Tdl! Na 18gf4 kemt 19.
g5 enz.
18Tg8.
19. Pfd5 Pg4
20. Pe7 Tg7
21. Td6 Kh5
22. Tf3 dreigt mat met Th3.
22Pgf6
23. Th3f Na 23. Tf6 volgt 23Te7.
24. Tg3 Zeker om tijd te winnen.
24Kh5
25. Pf5 Tg6
26. Pel. Zeker om tijd te winnen. Immers
na 26.Tg7 komt dezelfde stelling te-
rug en 't is te begrijpen dat in zoo'n
spel veel tijd verbruikt wordt.
26g4? Zwart geeft de kwaliteit:
hij blijft immers een officier voor. Beter
was evenwel 26Tg7 waarop
„Capa" wel remise moest houden door
Th3 en Tg3
27. Pg6 Kg6? dan was hier nog noo
dig hg6 want nu gaat een kostbare pion
verloren.
28. Tg4f Kf7
29. Tf4 dreigt e5.
29Kg7
30. e5. Pe8
31. Te6. Er moet nu volgen 31. Pc7, en
dan wint wit met 32. Te7 en 33. e6.
Bogoljubow heeft niet sterk gespeeld, maar
hij zat stellig in tijdnood en dan is't wat, tel-
kens weer voor nieuwe problemen gesteld te
worden.
Oplossing van eindsoel 81.
Stelling: Wit Kgl. De4 Tfl Tal Pbl Lf4
p. a2 f2 g2 h2.
Zw. Kg8 Dg6 Td8 L-" Pf6 Pd4 p. a7 b7
c7 c3 f7 g7 h7.
1. Pg3!! dreigt dameverlies of 2. Pde2
mat.
Goede opl. ontvangen van den heer
P. Ooijkaas.
Eindspel 84.
Wit: N. N.
-8
A vM,
GEVONDEN VOORWERPEN.
Aanwezig aan het Bureau van politie,
Langestraat en aldaai' te bevragen op alle
werkdagen tusschen 11 en 1 uur, de navol-
gende voorwerpen als gevonden gedeponeerd
op 15 t/m. 17 December 1925.
etui met schrijfgereedschap; dames hand-
'schoen; groene kindermuts; gelakt kinder-
schoentje; lammetje in etui; rijwielbelasting-
plaatje. (Benevens diverse huissleutels,
nandschoenen en mantelbanden).
Aanwezig en te bevragen bij de navolgen-
de ingezetenen, onderstaande voorwerpen,
als gevonden aangegeven op 15 t/m 17 De
cember 1925.
Taoakspijp, W. Mantel, Kl. Nieuwland
17; rozenkrans, E. Evers, Julianastr. 32;
bruine rozenkrans, P. Groot, Pr. Hendrikstr.
15; 2 sleutels, Filips, Langestraat; zwarte
muts en 2 handschoenen, M. Plas, Snaar-
mans.aan 74; sleuteltje, F. Keesoom, Gees-
terweg 25; rijwielbelastingpiaatje, G. Pnns,
Langelaan 10; 5 dozijn drukknoopjes en drie
rolletjes zwart bana, Th. Nierop-Groot,
Bleekerskade 115; vulpen, F. Ferwerda,
Snaarmanslaan 149; niKKeien bel, J. Ver-
hagen, Overaiestraat 13; zakmes, A. Beude-
ker, Hofp.ein B. 41autoped, H. Kaptein,
Agent van Po.itie; fieispompslangetje, J. C.
de Jong, Overdiestraat 34; sierkam, N.
Bouwman, Boomkampsnaat 12; toegargsbe-
wijs Heilooer ijsbaan, H. Visser, Westerweg
258; portemonnaie met inhoud, J. Nierop,
Liefdelaan 5; kwartje, J Dokter, Kennemer-
straatweg 126; bruin 1 deren portemonnaie,
Kuisken. Zuiderhoutlaan 17; wit glace hand-
schoen, Wed. v. Drunen. 2e Landdwarsstr.
19; vulpotlood met mes, T HendrjVs. I an^e-
straat 6; kinderportemonnaie met inhoud,
Steynsmeier, Westerko'.kstr. 8; huissleutel,
Gasiabriek; 1 paar grijze handschoenen, J.
Bongers, Hoeverkade 4; vulpotlood, H. Punt,
Westerko'kstr. 6; zakmes, J. Lindeboom,
Ged. Baansloot 3ledige gonjezak, A Krui-
denberg, Koringsweg 9
Wanneer men weder in het bezit is van net
I verloren voorwerp, wordt men verzocnt hier-
van kennis te geven aan het Bureau van
politie.
Oplossing
F. 34—30 1. 23:45
2. 30—24 2. 19 30
(op 16 27 volgt 24 :2, 44—40,
25—20 enz.)
3. 25:34 3. 16:27
4. 44-40 4. 12.21
5. 38—32 5. 27 29
7. 3:25!
Het volgende mooie stukje is vafl den be-
kendon frrKf-'-t t-U de Bree.
A. F.
Zwart speelt en wint.
Oplossing probleem Nr. 85 van
Mackenzie.
(5e prijs Leeds Mercury 1897)
Wit: Ke6 Dal Tb7 en h5 Pa8 en f2 Lg8
en d6 pi a2, d2, el en g3.
Zwart: Kc4 Da4 Tc8 Lc2 en d8 pi a5, d4,
f6, gl en g4.
Kf5 mat.
Da4 mat.
Kd7: mat.
Dc2 (Kd7)
m
m..
1.
Ldl: (b3)
2.
1.
L. anders
2.
1.
Dd7f
2.
1.
D. anders
2.
1.
Tc7
"2.
1.
Tc6
2.
1.
T. anders
2.
1.
d3
2.
1.
f5
2.
1.
- g6 (g5)
2.
mat.
Deze faalt op 1.
Lc7! (niet Tc7)
Pb6! mat.
Kd7 mat.
Tc5 mat.
Dg4 mat.
Ke5 mat
Kf6: mat.
d3. 1. Tc7f faalt op
Zwart. 8 schijven op: 4, 7, 10, 12, 17, 18,
29, 37.
Wit. 8 schijven op: 20, 24, 32, 33, 38, 41,
44, 48.
Wit speelt 4439. Zwart moet dan 37 4o
slaan, daar anders 33 2 volgt. Wit's twee-
de zet is 2014!! Zwart moet dan met dam
drie slaan naar 43. Wit slaat 48 :39. Zwart
i 10 19 en wit 33 2! Fijn, niet waar?
I In den partijstand hieronder (de Bruijn—
■Visser)
Door Mrs. C. N. Williamson.
Nederlandsche venaling van Ada van Arkel
14i
„Dank u. Laten we elkaar dparop de hand
geven," zei'hij hrar hand vaUende en die zoo
hard drukkende, dat ze het bijna uitschreeuw-
de. „Het zal niet iang meer duren of lk zal
uw vriendschap op den proef stellen en u
hulp vragen die aiieen een vrouw geven kan.
Maar ik zal geen zelfzuchtig beroep op u
doen, wees daar maar niet bang voor. Ik heb
de vriendschap, die u me toegezegd hebt noo
dig om uw welzijn te bevorderen en u te doen
vooruit komen. Ik kan u dat nu op het oogen-
blik niet uitleggen, maar u zult het binnen-
kort weten."
„U is heel vriendelijk," antwoordde het
meisje, „maar u heeft me nog niet verteld of
ik dit anderhalf uur tot half vijf nog noodig
ben
Munro scheen uit een koortsachtige droom
te ontwaken. „Ja, ja, zei hij. „Ik had het bij
na vergeten kapitein Derby, de man waar
ik u vanmorgen over sprak heeft laten
vragen of er niet iemand is, die van zijn dic-
taat een paar brieven op kan nemen, die hij
graag zoo gauw mogelijk wil verzenden. Ik
denk, dat u wel naar hem toe zult moeten
gaan, hoewel ik het idee niet prettig vind- Ik
heb eerlijk gezegd. mr. McKinnon voorge-
steld dat ik het wel zou kunnen waarnemen,
maar hij heeft werk, dat ik en niemand anders
voor hem moet doen vanmiddag. Nogal over-
dreven! Maar het heet voorloopig geduld
hebben! De zaken zullen er misschien al
gauw heel anders uitzien. Kapitein Derby
heeft een kleine kamer tegenover die van mr
Carrington en mr. Carrington, die een vriend
van hem is, heeft hem de mooie zitkamer ge-
leend, die u vanmorgen gezien heeft. Kapitein
Derby is daar vanmiddag heen verhuisd en
zij is iederen middag na de lunch voor hem
beschikbaar zoovaak hij wil, zoolang hij ziek
is Verbazend aardig van mr. Carring
ton, overdreven aardig, vind ik. U zult daar
dus de interessante invalirie kunneh vinden"
Er klonk bitterheid in de stem van mr
Munro en Sheila merkte duidelijjc, dat de as-
sistent van den directeur kapitein Derby niet
goed mocht lijden. Om de een of andere on-
verklaarbare reden maakte haar dit nog
slechts te nieuwsgieiger om dezen jongen
man, van wien ze zooveel belangwekkends,
zelfs geheimzinnigs gehoord had, te zien.
Toen ze dan ook naar de zitkamer van mr. Car
rington ging was ze vol van meer dan gewo-
ne belangstelling voor wat haar achter die
deur zou wachten.
Hoe zou hij er uitzien, deze man, die La
dy Viola Rayne liefhad en die wederkeerig
door haar werd beminddie het leven begon-
nen was als een vondeling en zelf zijn carrie
re gemaakt had in het leger; die de vriend
schap en de eerlijke bewondering van Mark
Carrington had gewonnen; die door Lady
Marscien „gevaarlijk" genoemd werd en door
John Munro werd gehaat?
Met deze gedachten klopte ze aan de deur
van mr. Carrington's zitkamer, voor den
tweeden keer den dag.
Mark Carrington deed zelf de deur open
en ze had het gevoel, hoe verwaand het
ook moeht zijn voor een simpel machine-
schrijfstertje dat hij om harentwille daar
was om haar aan kapitein Derby voor te stel
len en haar op haar gemak te stellen.
Zijn eerste woorden bevestigden dat ver-
moeden.
„Ik ben even komen oploopen voor ik naar
een afspraak om te golfen ging, om te zien
of u er al was, want ik had gehoord, dat u
komen zoudt," legde hij uit. „Mijn vriend
kapitein Derby heeft vannacht een leelijk
avontuur gehad met een strooper of iemand
van dat slag en kreeg een schot in de arm,
natuurlijk net de arm die vroeger al eens
gewond werd. Dat zal je altijd zien, is het
niet? Hij zal zichzelf de eerste twee dagen
niet kunnen helpen, hoewe'l het de linker arm
is, want hij heeft nogal veel bloed verloren
en is tamelijk zwak. Ik geloof, dat het beter
is, als u hem vanmiddag maar niet te veel
brieven laat dicteeren, laten we zeggen drie
of vier op zijn hoogst, en ik ben er zeker van,
dat hij naar uw raad zal luisteren en dan zal
gaan rusten, al speelt hij niet graag voor in-
valide, Laat ik u nu even voorstellen. Hij ligt
daar ginds op de divan."
Carrington bracht Sheila door de groote
kamer naar een gemakkelijke divan vol kus-
sens, waartusschen het achterhoofd van een
man te zien was een goed gevormd hoofd,
dicht bedekt met dik golvend bruin haar Het
volgend oogenblik zag ze het gezicht dat
zich naar haar toewendde toen ze naderbij
kwam en toen de mooie oogen en lippen zwak
glimlachten ter begroeting, kreeg het meisje
een schok van verbazing.
„Waar kan ik hem eerder gezien hebben,"
vroeg ze zich af, „of iemaiid die sprekend op
hem lijkt, en nog niet lang geleden?"
Hoofdstuk V.
Verwarde draden.
Een tweede blik op kapitein Derby schonk
Sheila de overtuiging, dat zij hem toch nog
nooit ontmoet had, ondanks de treffende ge-
lijkenis met een ander gezicht. Hij was geen
jongmensch, dat je gauw vergat en het meis
je verwonderde er zich niets over dat Lady
Viola door hem was aangetrokken. Niet al-
leen, dat hij er bijzonder knap uitzag, maar
het kwam haar voor, dat met zulke oogen
bruin net als zijn haar en slechts
eenige tinten donkerder dan zijn verbrande
huid hij ook eerlijk en betrouwbaar moest
"Aan de Dammers!
In onze vorige rubriek gaven wij ter op
lossing probleem No. 890 van D. Kleen te
Winkel.
Stand.
Zwart: 9 schijven op 4, 8, 12, 15, 16, 18,
19 23 31.
Wit.' 9 schijven op: 17, 21, 25, 29, 33, 34,
38, 40, 44.
zijn. Zoo er al een geheim school achter zijn
avontuur van dien nacht, was ze toch over-
tuigd, dat het niets kon zijn, waar hij zich
over behoefde te schamen.
Toen Sheila kennL had gemaakt met kapi
tein Derby liet Carrington hen alleen en ging
golf spelen misschien wel met Lady Mars-
den, dacht het meisje spijtig.
Ze schreven twee of drie korte brieven, die
haar niet erg belangrijk voorkwamen, en hid
den toen op. „Zou het niet beter zijn, als u nu
ging rusten?" vroeg zij, denkend aan wat mr.
Carrington gezegd had.
„Ja", antwoordde de jonge man. „Ik zal u
vandaag geen brieven meer opgeven.
Maaraarzelde hij, en Sheila nam de zin
van hem over en vroeg of er nog iets was wat
ze voor hem kon doen.
„Ja, er is iets," zei hij. „Eh mijn vriend
mr. Carrington vertelde me, dat u gisteren in
dezelfde coupe heeft gereisd met hem en
met Lady Marsden en haar dochter."
Sheila's oogen schitterden, ze wist waar ze
hem nu pleizier mee kon doen en zag er niets
kwaads in om het te doen. „0 ja," antwoord
de ze. „Het was overal zoo vol, dat ze me in
de eerste klas stopten en Lady Viola Rayme
was zoo vriendelijk. Ik heb nog nooit zoo'n
beeldig meisje ontmoet en ik ben er zeker van,
dat ze even lief als mooi is."
Het gezicht van kapitein Derby verhelderde
en hij liet glimlachend zijn witte tanden zien.
„U is schijnbaar heel vlug in het maken van
uw gevolgtrekkingen," zei hij. „Maar ik ge
loof in het soort bewondering dat op het eer
ste gezicht ontstaat."
„lk ook en ook in liefde op het eerste ge
zicht," zei Sheila. „Als ik een man was, zou
ik dadelijk verliefd zijn geworden op Lady
Viola. Nu zou ik alles willen doen om haar
genoegen te doen of te helpen en dat heb ik
haar vanmorgen ook gezegd."
„Wat?" Heeft u vanmorgen samen _ge-
praat? Ik wou net gaan probeeren u uit te
■■I
*9 ii^
11
Ii
IP-
Zwart. 12 schijven op: 3,6,7,11,12,13,
17, 18, 19, 20, 23, 24.
Wit. 12 schijven op: 6, 27, 32, 33, 35/39,
42, 43. 49.
hooren, zonder a te laten merken dat ik het
deed, maar ik merk nu, dat dat niet noodig
zal zijn."
„Heelemaal niet" lachte Sheila, „u neemt
het me toch niet kwalijk?"
„Kwalijk nemen? Wel, nu ik weet, dat u
zoo'n flinke bondgeroote van haar bent, zal
het gewoon heerlijk zijn om eens over haar
te kunnen praten. En nu we toch zoo gauw
elkaar begrepen hebben, moet u me zeggen,
hoe u heeft ontdekt, dat ik van Lady Viola
houd."
„Zal ik u alles zeggen?"
„Natuurlijk."
Nu gaf Sheila een kort verslag over de
reis hoe ze de naam van kapitein Derby door
mr. Carrington had hooren noemen, hoe
Lady Marsden het niet erg prettig scheen te
vinden, dat hij ook in Glentorly-hotel was en
hoe zij, Sheila, uit de uitdrukking van het ge
zicht van Lady Viola had opgemaakt, dat die
er heel anders over dacht. „Ik probeerde niet
te luisteren," zei het meisje verontschuldi-
gend, „maar ik kon er niets aan doen, dat ik
er belang in stelde, omdat het zoo romantisch
is en Lady Viola zoo'n ideaal heldin voor een
liefdesgeschiedenis."
„Dat is ze zeker," riep de icnge man.
„Voor mij de eenige roman-heldin, ook al
werd ik naar een vergelegen land verbannen
en wist ik, dat ik haar nooit meer terug zou
zien. Ze weet, dat ik haar liefheb natuurlijk.
en ik geloof, dat zij ook een beetje van mij
houdt, maar ik vrees, dat ze nooit tegen de
wenschen van haar moeder zal durven in-
gaan en met me trouwen. Misschien moest ik
het niet eens wenschen, \vant ze is zoo mooi.
dat ze iedereen kan krijgen en ik ben eer
arm man, met eer heeleboel dingen tegen
me. Maar ik kan me maar niet opwerken tot
zulk een onzelfzuchtigheid."
(Wordt vervolgd.)
II
lK
VOOR HET
LEVEREN
VAN UW
2. c4 c6
6. 34 3 6. 45 34
be d e f h
Zwart: H. Munk.
1 DH 1 fpmno 9p snnrr
MSB—
i
t?| f|np §§011 Ipll fill
KUCK'/. wrnfy,
f i
i