AlKmaarsche Courant Nieuwjaarswsnschen. VISITEK AARTEN Scbaakrubriek. #!jp Damrnbriefe. Het oadergrandsche swdicaat, ii a Bil L. FBASKflBBRG Lux? Post ers Corresponjentiokaaxten. i m mtli m "m Zaterdag 19 December. i hi i l i t: ion. i m [1 «il S S «ft. 1 v 1 Ifo. 289 1925 Honderd Zeven en Twintigste Jaargang. Zij, die zicb met 1 Januari voor minstens 3 maanden op dit blad wil abonueeren, ont- vangen de tot dien datum verschijnende num- m.,s iranco a pMis. D|gECTIE In het nummer, dat DONDLRDAG 31 DECEMBER verschijnt, zal wederom gele- eenheid bestaan tot het plaatsen van NIEU W J AARSWENSCHEN a 50 cent a contant. DE DIRECTIE. Uit onze Staatsmacliine. HET MELKBESLUIT. (II) In ornze vorige bij dr age in deze serie, heb- ben we onder denzeifden titel een overzicht geschreven van de bepalingen, waaraan melk en melkproducten moeten voldoen, wil geen conflict geboren worden met het z.g.r. Melk- besluit, een Koninklijk Besluit van 6 Juli 1925, dat een uitvioeisej was van de artikelen 14 en 15 der Warenwet. Nu zijn melk en jnelkprodueten, evenals vleesch en krir.de- nierswaren, op zichzelf doode artikelen, waar op niet de bedrijvende, maar de lijdende vorm van het werkwoord toegepast wordt, speciaal wanneer het werkwoord knoeien of vervalschen gebruikt wordt. Daarom worden in dit besluit alle'riei voorschriften gegeven, die de melkveehouders en de melkverkoopers hebben na te leven. De melk, meer nog het melkproduct, bewandelt vaak een langen weg eer de consument-wordt bereikt. Daarom wordt een tweetal definities gegeven. waar- door alien, die met me'k of melkproducten te doen hebben, behalve de koe en de verbruiker worden bereikt. De definitie voor melkveehou- der is: ieder, die het houder van melkvee als bedrijf of revcnbcdrijf uitqefent, onverschil lig of dit geschiedt voor eigen rekening oi voor rekening van anderen Die voor melkver- kooper le. ieder, die er zijtn bedrijf van maakt melk en:of melkproducten rechtrtreeks aan verbruikers te verkoopen, onverschillig of dit geschiedt voor eigen rcke-ing of vcor reke ning van anderen; 2e. ieder, die me;k en of melkproducten inkoopt of ten verkoop ont- vangt en tevens ten verkoop of ter aflevering in voorraad heeft, onverschillig of dit ge schiedt voor eigen rekening of voor rekening van anderen.Men ziet dat iemand. die op eenigerlei wijze met den handel in of de ver- vaardiging van melk of melkproducten in aanraUng komt, zich moeiHjk aan de bepa- liirgen van dit Koninklijk Besluit bai kun nen onttrekken. We.ke zijn die bepalingen? Die vraag te beantwoorden is het doel van deze tijdrage. Een paar eischen, die hun gesteld worden, memo reerden we reeds -en vorig maal, o a. dat de melkveehouder ziedelijk de melk moet winren, bewaren, fcehandelen en filtreeren; dat hij ze niet in den stal mag laten, maar ze ■meet bergen in een ctan' v ij. oirgev.rg Bo- vendien mag hij geen melk voor menscheiijk gebruik afleveren van dieren die aan een bepaa de ziekte lijden. Maar evenrrm mogen personen, in wier woning een geval van fe- bris typhoida voorkomt. aan de behandelmg deelnemennatuurlijk ge'dt dat in de aller- eerste plaats van het perceel zelf, waann de melk bewaard of behar.deld wordt Fen uit- zondering wordt gemaakt voor sterilisatie, na steri'isatie of voor vervoer naar een sterilisa- tie-inrichting. De inspecieur van het Staats- toezicht op de Vcilisgezondheid, in het fcijzon- der belast met de handhaving der wetteiijke bepalingen betreffend. de besmettelijke ziek- ten, moet in dezen een woord meespreken. Lijders aan een ziekte aan hoofd, hand-en en huid zijn evencens uitgeseha'-eld uit de be- drijven, die we than.s fce-preken. Een en ander ge'dt nut voor die zuivelbe- drijven. die de melk, weike zij ontvargen, hoofdzake'ijk verwerken tot bctev kaas, meik- poeder en/of geconclenseerde melkproducten, zoodat de verkoop van melk als een nevenbe- yindt men de grooiste sorteering doozen drljf is fe beschouwen. Maar die bedrffven moeten door den Minister van Arbeid, Han del en Ndjverheid zijn aangewezen, nadat hem voldoenden waarborg gegeven is, dat de melk, welke zij verkoopen, voldoet aan de eischen van dit besluit. Met het rondbrengen en venten van melk of melkproducten, evenals met den verkoop ter plaatse, gaat het miet zoo gemakkelijk meer als tot dusverre. Allereerst is noodig een geleibiljet, dat door den Burgcmeester moet worden afgegeven, wanneer B. en W. hebben verklaard, dat dit in hun gemeente noodig is. Om dit biljet te verkrijgen moet de aanvrager allerlei op het bedrijf betrekking hebbende opgaven verstrekken, maar is 't eenmaal verkregen, dan blijft het geldig zoo lang de opgaven met de werkelijkheid klop- pen. Verpakking, bewaring of behandelmg van melk en/of melkproducten mag niet door melkverkoopers of personen, in een bedrijf van melkverkooper werkzaam, geschieden, wanneer zij geen winkel of lokaal hebben, waarin een en ander op deugdelijke wijze kan geschieden; natuurlijk worden de noodi- ge voorschriften gegeven, waaraan die win kel of localiteit moeten voldoen welke voor schriften van hygienischen aard zijn In den winkel of lokaliteit mogen geen andere waren wofden bewaard .of ten verkoop in voorraad gehouden worden behaive die verpakt zijn in bli'k of glas en epkeie andere met name ge- noemde kruidenierswaren. Bovendien mogen in die gedeelten van gebouwen of erven geen dieren gehouden worden. Men weet uit coura-rtenberichten, dat me- nigmaal de materialen, bij een melkbedrijf in gebruik, schoon worden gemaakt met water, dat niet schoon is (o. a. sloot- of rivierwater) van dat water kwam soms ook een deel in de melk zelf terecht, vandaar dat Artikel 27 van het Melkbesluit voorschrijft, dat verpak king, bewaring en behandeiing van melk en/of melkproducten niet plaats mag vinden, indien niet voor het bedrijf een perceel of erf in gebruik is, waarin een of meer middelen van watervoorzicnirg aanwezig zijn, die wa ter in voldoende hoeveelheid en deugdeiijk voor het gebruik in verband met het bedrijf opleveren en waar bovendien nog middelen van watervoorziening, die ander water ople- veren, aanwezig zijn. De laatstgenoemde eischen zijn niet van toepassing op den melk veehouder, die niet meer dan 20 liter melk per dag uitsluitend aan verbruikers in de on- middellijke omegving zijnerhofstede ver- koopt. Ten slotte geven de artikelen 30, 31,32 en 33 voorschriften betrefknde het hygienisch veiwoeren en bewaren van melk en/of melk producten. Zoo mag melk niet vervoerd wor den met voertuigen, waarop sterk riekende voorwerpen of afvalstoffen aanwezig zijn, of waarvan het trekdier met eenig lichaamsdeel met het vaatwerk of de krar.en in aanraking komen kan (Art. 30). Verder mag a'.leen vaatwerk met kranen worden gebruikt. Boven dien moeten de maten of andere hulpmidde- len voorzien zijn van zoodanig handvat, dat bij het afmeten de melk niet in aanraking hoeft te komen met de handen en moeten de melkmaten rein wezen en zoo worden ver voerd of bewaard, dat zij niet door stof, vuil of inserten kurnen verontreini'gd worden (Art. 31). Het vaatwerk moet stofdicht zijn afgesloten en mag niet afgesioten worden met behulp van stroo, lappen, hooi, ongeparaffi neerd papier of eenig ander voor de melk of melkproducten schadelijk materaal (Art. 32) Houten vaatwerk mag vooitaan a'.leen wor den gebuikt voor melk, bestemd voor boterbe reidirg en karnemelk, waarvoor goed te rei- nigen vaatwerk van teakhout is voorgeschre- ven. Vaatwerk, gereedschappen, buizen en kranen van metaal mogen sleHits van een bepaa!de samenstelling wezen en van bmnen niet geverfd, geemailleerd of geglazuurd zijmtenzij waarborg gegeven is van onscha lijke samenstellingen (Art. 33). Dit Me'kbesluit trad 7 October j.l. in wer- king. Dat de burgerij er nog niet veel van gemerkt heeft, komt omdat eerst 7 April 1926 van kracht worden de bepalingen be- treffende het verbod om op den openbaren weg te verkoopen aan verbruikers op een andere wijze dan bepaald bij Artikel 31 In den aanhef van onze eerste bijdrage over het Melkbesluit wezen we op het groote gewicht eener doeltreffende regeling in deze zoo belangrijke materie De lezers hebben kunnen zien, dat en hoe dit Kon'.nklij^ Be- sluit de me'k en de melkproducten met aller lei waarborgen voor hvgiene en tegen be- smettingsgevaar heeft omringd. ■I BEVELEN WIJ ONS ZEER GAARNE AAN. 3 HANDELSDRUKKERIJ N. V. v h. HERMS. COSTER ZOON Clubnieuws. Daar de hcer Witte den mu- ziektuin vanaf a.s. Maandag 21 Dec. sluit, heeft de schaakclub V. V. V. besioten om voortaan te spelen in een der za'.en van de Unie. Voor Nieuwjaar wordt gespecld op Woensdag 23 en Maandag 28 Dec. Na 1 Januari wordt voorloopig gespeeld cp Don- derdagavondytoi&ai de nieuw te bouwen zaal in de Unie klaar is. Dan worden de speel- avonden weder als van ouds Maandag. In- troducties worden gaarne door t Bestuur verstrekt. Hier volgt de partij, die de prijswinnaar van 't tournooi te Moskou verloor aan den Wereldkampioen Capablanca, die no. drie uitkwam. Aangenomen Damegambiet. Wit: Capablanca. Zwart: Bogoljubow. 1. d4 d5 3. Pf3 dc4. Over 't algemeen wordt dit minder sterk gevonden. Liever speelt men hier eerst 3a6 en dan' dc4 om na b5 de p:on c4 te behouden. 4. e4 c5 Zwart wil wit's centrum stuk maken. 5. Lc4 cd4 6. Pd4 Pf6 7. Pc3 Lc5? Dit is minder sterk. Ca pablanca begint op dezen zwakken zet zijn aanval. 8. Le3 Pbd7 Ook dit is minder goed. 0—0 was de zet. 9. Le6!fe6 10. Pe6 Da5 De eenige goede zet om 't stuk te behouden. Na Db6 komt Pa4 en na De7, Pc7. 11. 0—0 Sterker dan 11. Pg7 want nu houdt't paard de rochade tegen. .11Le3 12. fe3 Nu krijgt wit ook nog zijn f-lijn open. 12Kf7. Zw. wil langs een omweg zijn h-Toren bevrijden. Maar hij ziet wit's volgenden zet over het hoofd. 13. Db3!Kg6 Zoowat de eenige zet. Im- mers er dreigt 14. Pg5tf en 15 Df7. 14. Tf5. Db6 15. Pf4f Kh6 eenige zet. 16. g4 dreigt ma: met g5 of na 16. Pg4 met Th5 16. g5 Na g6 komt 17. g5 Kh7 18. gf6f 17. Db6 ab6 18. Tdl! Na 18gf4 kemt 19. g5 enz. 18Tg8. 19. Pfd5 Pg4 20. Pe7 Tg7 21. Td6 Kh5 22. Tf3 dreigt mat met Th3. 22Pgf6 23. Th3f Na 23. Tf6 volgt 23Te7. 24. Tg3 Zeker om tijd te winnen. 24Kh5 25. Pf5 Tg6 26. Pel. Zeker om tijd te winnen. Immers na 26.Tg7 komt dezelfde stelling te- rug en 't is te begrijpen dat in zoo'n spel veel tijd verbruikt wordt. 26g4? Zwart geeft de kwaliteit: hij blijft immers een officier voor. Beter was evenwel 26Tg7 waarop „Capa" wel remise moest houden door Th3 en Tg3 27. Pg6 Kg6? dan was hier nog noo dig hg6 want nu gaat een kostbare pion verloren. 28. Tg4f Kf7 29. Tf4 dreigt e5. 29Kg7 30. e5. Pe8 31. Te6. Er moet nu volgen 31. Pc7, en dan wint wit met 32. Te7 en 33. e6. Bogoljubow heeft niet sterk gespeeld, maar hij zat stellig in tijdnood en dan is't wat, tel- kens weer voor nieuwe problemen gesteld te worden. Oplossing van eindsoel 81. Stelling: Wit Kgl. De4 Tfl Tal Pbl Lf4 p. a2 f2 g2 h2. Zw. Kg8 Dg6 Td8 L-" Pf6 Pd4 p. a7 b7 c7 c3 f7 g7 h7. 1. Pg3!! dreigt dameverlies of 2. Pde2 mat. Goede opl. ontvangen van den heer P. Ooijkaas. Eindspel 84. Wit: N. N. -8 A vM, GEVONDEN VOORWERPEN. Aanwezig aan het Bureau van politie, Langestraat en aldaai' te bevragen op alle werkdagen tusschen 11 en 1 uur, de navol- gende voorwerpen als gevonden gedeponeerd op 15 t/m. 17 December 1925. etui met schrijfgereedschap; dames hand- 'schoen; groene kindermuts; gelakt kinder- schoentje; lammetje in etui; rijwielbelasting- plaatje. (Benevens diverse huissleutels, nandschoenen en mantelbanden). Aanwezig en te bevragen bij de navolgen- de ingezetenen, onderstaande voorwerpen, als gevonden aangegeven op 15 t/m 17 De cember 1925. Taoakspijp, W. Mantel, Kl. Nieuwland 17; rozenkrans, E. Evers, Julianastr. 32; bruine rozenkrans, P. Groot, Pr. Hendrikstr. 15; 2 sleutels, Filips, Langestraat; zwarte muts en 2 handschoenen, M. Plas, Snaar- mans.aan 74; sleuteltje, F. Keesoom, Gees- terweg 25; rijwielbelastingpiaatje, G. Pnns, Langelaan 10; 5 dozijn drukknoopjes en drie rolletjes zwart bana, Th. Nierop-Groot, Bleekerskade 115; vulpen, F. Ferwerda, Snaarmanslaan 149; niKKeien bel, J. Ver- hagen, Overaiestraat 13; zakmes, A. Beude- ker, Hofp.ein B. 41autoped, H. Kaptein, Agent van Po.itie; fieispompslangetje, J. C. de Jong, Overdiestraat 34; sierkam, N. Bouwman, Boomkampsnaat 12; toegargsbe- wijs Heilooer ijsbaan, H. Visser, Westerweg 258; portemonnaie met inhoud, J. Nierop, Liefdelaan 5; kwartje, J Dokter, Kennemer- straatweg 126; bruin 1 deren portemonnaie, Kuisken. Zuiderhoutlaan 17; wit glace hand- schoen, Wed. v. Drunen. 2e Landdwarsstr. 19; vulpotlood met mes, T HendrjVs. I an^e- straat 6; kinderportemonnaie met inhoud, Steynsmeier, Westerko'.kstr. 8; huissleutel, Gasiabriek; 1 paar grijze handschoenen, J. Bongers, Hoeverkade 4; vulpotlood, H. Punt, Westerko'kstr. 6; zakmes, J. Lindeboom, Ged. Baansloot 3ledige gonjezak, A Krui- denberg, Koringsweg 9 Wanneer men weder in het bezit is van net I verloren voorwerp, wordt men verzocnt hier- van kennis te geven aan het Bureau van politie. Oplossing F. 34—30 1. 23:45 2. 30—24 2. 19 30 (op 16 27 volgt 24 :2, 44—40, 25—20 enz.) 3. 25:34 3. 16:27 4. 44-40 4. 12.21 5. 38—32 5. 27 29 7. 3:25! Het volgende mooie stukje is vafl den be- kendon frrKf-'-t t-U de Bree. A. F. Zwart speelt en wint. Oplossing probleem Nr. 85 van Mackenzie. (5e prijs Leeds Mercury 1897) Wit: Ke6 Dal Tb7 en h5 Pa8 en f2 Lg8 en d6 pi a2, d2, el en g3. Zwart: Kc4 Da4 Tc8 Lc2 en d8 pi a5, d4, f6, gl en g4. Kf5 mat. Da4 mat. Kd7: mat. Dc2 (Kd7) m m.. 1. Ldl: (b3) 2. 1. L. anders 2. 1. Dd7f 2. 1. D. anders 2. 1. Tc7 "2. 1. Tc6 2. 1. T. anders 2. 1. d3 2. 1. f5 2. 1. - g6 (g5) 2. mat. Deze faalt op 1. Lc7! (niet Tc7) Pb6! mat. Kd7 mat. Tc5 mat. Dg4 mat. Ke5 mat Kf6: mat. d3. 1. Tc7f faalt op Zwart. 8 schijven op: 4, 7, 10, 12, 17, 18, 29, 37. Wit. 8 schijven op: 20, 24, 32, 33, 38, 41, 44, 48. Wit speelt 4439. Zwart moet dan 37 4o slaan, daar anders 33 2 volgt. Wit's twee- de zet is 2014!! Zwart moet dan met dam drie slaan naar 43. Wit slaat 48 :39. Zwart i 10 19 en wit 33 2! Fijn, niet waar? I In den partijstand hieronder (de Bruijn— ■Visser) Door Mrs. C. N. Williamson. Nederlandsche venaling van Ada van Arkel 14i „Dank u. Laten we elkaar dparop de hand geven," zei'hij hrar hand vaUende en die zoo hard drukkende, dat ze het bijna uitschreeuw- de. „Het zal niet iang meer duren of lk zal uw vriendschap op den proef stellen en u hulp vragen die aiieen een vrouw geven kan. Maar ik zal geen zelfzuchtig beroep op u doen, wees daar maar niet bang voor. Ik heb de vriendschap, die u me toegezegd hebt noo dig om uw welzijn te bevorderen en u te doen vooruit komen. Ik kan u dat nu op het oogen- blik niet uitleggen, maar u zult het binnen- kort weten." „U is heel vriendelijk," antwoordde het meisje, „maar u heeft me nog niet verteld of ik dit anderhalf uur tot half vijf nog noodig ben Munro scheen uit een koortsachtige droom te ontwaken. „Ja, ja, zei hij. „Ik had het bij na vergeten kapitein Derby, de man waar ik u vanmorgen over sprak heeft laten vragen of er niet iemand is, die van zijn dic- taat een paar brieven op kan nemen, die hij graag zoo gauw mogelijk wil verzenden. Ik denk, dat u wel naar hem toe zult moeten gaan, hoewel ik het idee niet prettig vind- Ik heb eerlijk gezegd. mr. McKinnon voorge- steld dat ik het wel zou kunnen waarnemen, maar hij heeft werk, dat ik en niemand anders voor hem moet doen vanmiddag. Nogal over- dreven! Maar het heet voorloopig geduld hebben! De zaken zullen er misschien al gauw heel anders uitzien. Kapitein Derby heeft een kleine kamer tegenover die van mr Carrington en mr. Carrington, die een vriend van hem is, heeft hem de mooie zitkamer ge- leend, die u vanmorgen gezien heeft. Kapitein Derby is daar vanmiddag heen verhuisd en zij is iederen middag na de lunch voor hem beschikbaar zoovaak hij wil, zoolang hij ziek is Verbazend aardig van mr. Carring ton, overdreven aardig, vind ik. U zult daar dus de interessante invalirie kunneh vinden" Er klonk bitterheid in de stem van mr Munro en Sheila merkte duidelijjc, dat de as- sistent van den directeur kapitein Derby niet goed mocht lijden. Om de een of andere on- verklaarbare reden maakte haar dit nog slechts te nieuwsgieiger om dezen jongen man, van wien ze zooveel belangwekkends, zelfs geheimzinnigs gehoord had, te zien. Toen ze dan ook naar de zitkamer van mr. Car rington ging was ze vol van meer dan gewo- ne belangstelling voor wat haar achter die deur zou wachten. Hoe zou hij er uitzien, deze man, die La dy Viola Rayne liefhad en die wederkeerig door haar werd beminddie het leven begon- nen was als een vondeling en zelf zijn carrie re gemaakt had in het leger; die de vriend schap en de eerlijke bewondering van Mark Carrington had gewonnen; die door Lady Marscien „gevaarlijk" genoemd werd en door John Munro werd gehaat? Met deze gedachten klopte ze aan de deur van mr. Carrington's zitkamer, voor den tweeden keer den dag. Mark Carrington deed zelf de deur open en ze had het gevoel, hoe verwaand het ook moeht zijn voor een simpel machine- schrijfstertje dat hij om harentwille daar was om haar aan kapitein Derby voor te stel len en haar op haar gemak te stellen. Zijn eerste woorden bevestigden dat ver- moeden. „Ik ben even komen oploopen voor ik naar een afspraak om te golfen ging, om te zien of u er al was, want ik had gehoord, dat u komen zoudt," legde hij uit. „Mijn vriend kapitein Derby heeft vannacht een leelijk avontuur gehad met een strooper of iemand van dat slag en kreeg een schot in de arm, natuurlijk net de arm die vroeger al eens gewond werd. Dat zal je altijd zien, is het niet? Hij zal zichzelf de eerste twee dagen niet kunnen helpen, hoewe'l het de linker arm is, want hij heeft nogal veel bloed verloren en is tamelijk zwak. Ik geloof, dat het beter is, als u hem vanmiddag maar niet te veel brieven laat dicteeren, laten we zeggen drie of vier op zijn hoogst, en ik ben er zeker van, dat hij naar uw raad zal luisteren en dan zal gaan rusten, al speelt hij niet graag voor in- valide, Laat ik u nu even voorstellen. Hij ligt daar ginds op de divan." Carrington bracht Sheila door de groote kamer naar een gemakkelijke divan vol kus- sens, waartusschen het achterhoofd van een man te zien was een goed gevormd hoofd, dicht bedekt met dik golvend bruin haar Het volgend oogenblik zag ze het gezicht dat zich naar haar toewendde toen ze naderbij kwam en toen de mooie oogen en lippen zwak glimlachten ter begroeting, kreeg het meisje een schok van verbazing. „Waar kan ik hem eerder gezien hebben," vroeg ze zich af, „of iemaiid die sprekend op hem lijkt, en nog niet lang geleden?" Hoofdstuk V. Verwarde draden. Een tweede blik op kapitein Derby schonk Sheila de overtuiging, dat zij hem toch nog nooit ontmoet had, ondanks de treffende ge- lijkenis met een ander gezicht. Hij was geen jongmensch, dat je gauw vergat en het meis je verwonderde er zich niets over dat Lady Viola door hem was aangetrokken. Niet al- leen, dat hij er bijzonder knap uitzag, maar het kwam haar voor, dat met zulke oogen bruin net als zijn haar en slechts eenige tinten donkerder dan zijn verbrande huid hij ook eerlijk en betrouwbaar moest "Aan de Dammers! In onze vorige rubriek gaven wij ter op lossing probleem No. 890 van D. Kleen te Winkel. Stand. Zwart: 9 schijven op 4, 8, 12, 15, 16, 18, 19 23 31. Wit.' 9 schijven op: 17, 21, 25, 29, 33, 34, 38, 40, 44. zijn. Zoo er al een geheim school achter zijn avontuur van dien nacht, was ze toch over- tuigd, dat het niets kon zijn, waar hij zich over behoefde te schamen. Toen Sheila kennL had gemaakt met kapi tein Derby liet Carrington hen alleen en ging golf spelen misschien wel met Lady Mars- den, dacht het meisje spijtig. Ze schreven twee of drie korte brieven, die haar niet erg belangrijk voorkwamen, en hid den toen op. „Zou het niet beter zijn, als u nu ging rusten?" vroeg zij, denkend aan wat mr. Carrington gezegd had. „Ja", antwoordde de jonge man. „Ik zal u vandaag geen brieven meer opgeven. Maaraarzelde hij, en Sheila nam de zin van hem over en vroeg of er nog iets was wat ze voor hem kon doen. „Ja, er is iets," zei hij. „Eh mijn vriend mr. Carrington vertelde me, dat u gisteren in dezelfde coupe heeft gereisd met hem en met Lady Marsden en haar dochter." Sheila's oogen schitterden, ze wist waar ze hem nu pleizier mee kon doen en zag er niets kwaads in om het te doen. „0 ja," antwoord de ze. „Het was overal zoo vol, dat ze me in de eerste klas stopten en Lady Viola Rayme was zoo vriendelijk. Ik heb nog nooit zoo'n beeldig meisje ontmoet en ik ben er zeker van, dat ze even lief als mooi is." Het gezicht van kapitein Derby verhelderde en hij liet glimlachend zijn witte tanden zien. „U is schijnbaar heel vlug in het maken van uw gevolgtrekkingen," zei hij. „Maar ik ge loof in het soort bewondering dat op het eer ste gezicht ontstaat." „lk ook en ook in liefde op het eerste ge zicht," zei Sheila. „Als ik een man was, zou ik dadelijk verliefd zijn geworden op Lady Viola. Nu zou ik alles willen doen om haar genoegen te doen of te helpen en dat heb ik haar vanmorgen ook gezegd." „Wat?" Heeft u vanmorgen samen _ge- praat? Ik wou net gaan probeeren u uit te ■■I *9 ii^ 11 Ii IP- Zwart. 12 schijven op: 3,6,7,11,12,13, 17, 18, 19, 20, 23, 24. Wit. 12 schijven op: 6, 27, 32, 33, 35/39, 42, 43. 49. hooren, zonder a te laten merken dat ik het deed, maar ik merk nu, dat dat niet noodig zal zijn." „Heelemaal niet" lachte Sheila, „u neemt het me toch niet kwalijk?" „Kwalijk nemen? Wel, nu ik weet, dat u zoo'n flinke bondgeroote van haar bent, zal het gewoon heerlijk zijn om eens over haar te kunnen praten. En nu we toch zoo gauw elkaar begrepen hebben, moet u me zeggen, hoe u heeft ontdekt, dat ik van Lady Viola houd." „Zal ik u alles zeggen?" „Natuurlijk." Nu gaf Sheila een kort verslag over de reis hoe ze de naam van kapitein Derby door mr. Carrington had hooren noemen, hoe Lady Marsden het niet erg prettig scheen te vinden, dat hij ook in Glentorly-hotel was en hoe zij, Sheila, uit de uitdrukking van het ge zicht van Lady Viola had opgemaakt, dat die er heel anders over dacht. „Ik probeerde niet te luisteren," zei het meisje verontschuldi- gend, „maar ik kon er niets aan doen, dat ik er belang in stelde, omdat het zoo romantisch is en Lady Viola zoo'n ideaal heldin voor een liefdesgeschiedenis." „Dat is ze zeker," riep de icnge man. „Voor mij de eenige roman-heldin, ook al werd ik naar een vergelegen land verbannen en wist ik, dat ik haar nooit meer terug zou zien. Ze weet, dat ik haar liefheb natuurlijk. en ik geloof, dat zij ook een beetje van mij houdt, maar ik vrees, dat ze nooit tegen de wenschen van haar moeder zal durven in- gaan en met me trouwen. Misschien moest ik het niet eens wenschen, \vant ze is zoo mooi. dat ze iedereen kan krijgen en ik ben eer arm man, met eer heeleboel dingen tegen me. Maar ik kan me maar niet opwerken tot zulk een onzelfzuchtigheid." (Wordt vervolgd.) II lK VOOR HET LEVEREN VAN UW 2. c4 c6 6. 34 3 6. 45 34 be d e f h Zwart: H. Munk. 1 DH 1 fpmno 9p snnrr MSB— i t?| f|np §§011 Ipll fill KUCK'/. wrnfy, f i i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1925 | | pagina 5