AlKmaarsche Gouranl Het onderpndsche syndicaat. P* L. FRANKENBERG ALKMAAR. FEULLETON. EEN GOED ZAKENMAN ADVERTEERT IN DE ALKMAARSCHE COURANT Donderdasr 14 Januari. Londensch aanteekenboek. SHtsswe Voor een schouwburg en concertzaal. 1! 1926 Hontierd Acht en Twlntlgste Jaargang. Terugblik. Het afgeloopen jaar zal een voornaam jaartal worden voor de scholieren, die ver na ons zullen komen, en dat om een groot en goodzakelijk werk, dat er in werd volbracht. Locarno zal wel hebben geschitterd in de jaaroverzichten, die de krantenlezers thans voorgezet krijgen. Er zal zooveel zijn ge- zaagd aan den Locarno-stam, dat hij er door aan indrukwekkendheid verliest. l och moet ook dit Aanteekenboek getuigen, dat •1925 den geest van redelijkheid en samen- werking tusschen de groote mogendheden wakker heeft zien worden, waaruit een ge- meenschappelijke en wederzijdsche afspraak tot verraijding van oorlog is opgebloeid. Er is geen gebeurtenis voorgevallen in de afgeloo pen twaalf maanden, die in belang en draag- kracht kan worden vergeleken met het won der van Locarno. Van 1918 af hebben helde- re geesten terecht verklaard, dat een nieuwe r-^ote oorlog de Europeesc^e beschaving zoa vernietigen. In Locarno werd de eerste vaste en bewuste stap gedaan om zulk een ramp af te wenden en om van vertrouwen en van den geest van geven en nemen den grondslag te maken voor internationale verstand. ou- ding. Londen had het voorrecht de mannen te ontvangen, A<e er hun eensgezindheid met hun handteekeningeii bezefelden. De kracht van die Locarno-Verdragen is, dat ze (en de betrokken mogendheden) het Verdrag van Versailles aanvaarden als grondslag voor het nieuwe Europa; en dat ze herziening van dit verdrag mogelijk maken, waar dit noodig ■is, zonder het gevaar, dat opnieuw een alge- meen conflict uitbreekt. Wij hopen nu alien en niemand vuriger dan de Engelschman, di. smacht naar meer zekerheid en welvaart dat na de internationaal-politieke nu ook de maatschappelijke en economische vraag- stukken in kalme en vreedzame sfeer een op- lossing zullen krijgen. De huishoudelijke kwesties van Engeiand zijn nog scherp, in- gewikkeld en onthutsend. De lezer weet er genoegd van en ik kan het bij het vaststellen van dit feit laten. En het lijkt me dat ook die kwesties alleen zijn op te lossen met den geest van kameraadsehap en compromis. Er zijn zwakke teekenen merkbaar, dat de ge- we'.d-predikers het beetje terrein, dat zij bij Britsche loontrekkers en hun leiders hadden gewonnen, weer beginnen te verliezen. Men begint in te zien, dat het futiel is te verwach- ten, dat er iets goeds kan voortkomen uit den voortdurenden strijd tusschen Kapitaal en Arbeid. Een goed teeken is b.v dat de scheepsbouwers en hun arbeiders tesaam zijn gekomen om in gemoede te overleggen, hoe voorspoed en voile productie weer' in het bedrijf kunnen worden gebracht De handel is er wat beter aan toe; en dat is altijd een werkdadige prikkel voor vrede in de nijver- heid. Zoowel in de structuur van de Engel- sche maatschappij in het algemeen als in de nijverheid in het bijzonder heeft Brittannie nog wel wat te vreezen; maar veel minder dan verleden jaar Het land is het afgeloo pen jaar solvent kunnen blijven, het heeft zijn verplichtingen nagekjmen, zijn schulden af- ge'ost, ten koste van beleggingskapitaal. In 1926 zal er financieel nog meer van de Brit ten worden gevergd en minder kapitaal zal beschikbaar zijn vooi de industrie Dit is geen prettig vooruitzicht. Maar veel zal zijn gewonnen indien men eendrachtig de fasten draagt, gemeenschappelijk aanstuurt op ge leidelijke verbetering en vereenigd zich weert tegen de revoiutionnaire en vernietigende in- vloeden van Moskousche ,,hervo'rmers" en hun trawanten in dit land. Duitsche oorlog sreclame-bilj etten. In het Rijks-Oorlogs-Museum, vroeger on- dergebracht in het Kristallen Paleis, sedert eenigen tijd verhuisd naar de museumwijk van South Kensington, is terstond na Kerst- mis een tentoonstelling geopend van Duit sche ooriogs-reclameplaten Zoo kort na Lo carno, en korter na KerHmis met zijn bood- schap van vrede op aarde. moet men zich af- vragen of hier aan kieschheid en goeden smaak geen afbreuk wordt gedaan Het mu- seumbestuur heeft zich dai blijkbaar niet af- geviaagd. Het vriendelijkst is om aan te ne men. dat het nu zeven jaar na den oorlog, Wij belasten ons met de plaatsing Uwer advertenties in alle binnen- en buitenland- sche bladen zonder prijsverhooging. Door Mrs. C. N. Williamson. Nederlandsche vertaling van Ada van Arkel 33) Juffrouw Ritchie was daar en daar ze van het ongeluk gehoord had moest Sheila haar eerst alles ervan vertellen voor ze over een an- der onderwerp kon beginnen. De oude huis- houdster verbeeldde zich inderdaad dat Shei la alleen naar haar kamer was gekomen om haar alle bijzonderheden te komen vertellen. Sheila maakte dit op uit de naieve dankbetui- gingen van juffrouw Ritchie en ze vond het met noodig haar gevoelens te kwetsen door haar die overtuigiiig te ontnemen. Het meis- je sprak haar daarom niet tegen, maar zei a! uii Pr°P°s. ik ontmoette daar juist in oe hall een man van middelbaren leeftijd met een korte grijzende baard, eigenaardig schit- ei °?gen die sprekend op kapitein erby leek. Ik had hem nog nooit gezien en ik zou wel eens willen weten of hij in het ho tel logeert. Kunt u uit de beschrijving opma- ken wie het is?" xAU"™u*Ritc!lie keek verwonderd en schud de het hoofd. „Dat kan ik heusch niet, juf- r^zlJn ,?00veel heeren in het hotel met een korte grijzende baard, maar ik herin- 0>r me niemand met bijzonder schitteren- Qe oogen. "U. f^,dt .hf* wl weten, als u de zijne ge zien had, viel Sheila haar in de reden. UTe platen deed otfStSan, geen kWaad meer ziet in,, of geen slechten invloed meer verwacht van zulk een tentoonsteiiing, dat het bestuur ze alleen heeft ingericht om de documentaire en historische waarde er aan verbonden. Mannen die musea beheeren, moe- ten naar den aard van hun werkzaamheid contact verliezen met de realiteit van het He- den, met gevoelens en geesteswerking van de alledaagsche en iedere daagsche menschen die door modder en regen en de levende wer- kelijkheid gaan in plaats van door de gewijde en geestelijk stemmende atmosfeer -van mu- seum-zalen. Wie weet hoe de stemming on der het volk ten opzichte van „the Germans" ook thans nog is, vindt dat die tentoonstel ling nog wel wat had kunnen wachten. De platen verschaffen een levendigen indruk van den aard der Junkers en hun sabelge- kletter, zooals wij dat alien, een acht jaar ge- leden nog hoorden. Nu verschijnen ze mij meelijwekkend in dien hoogsten graad. De gansche verzameling omvat niet minder dan 40000 stuks, waaronder eenige Oostenrij.k- sche en Hongaarsche specimina. De tentoon stellers hebben de collectie reeds een paar jaar geleden voor een appel en een ei in verband met de voor hen gunstige wissel- koers van het geld gekocht. De platen kosten, hun per shik nog geen drie stuivers. Het grootste deel werd indertijd vervaardigd tot steun van den reclame-veldtocht van de Reichsbank voor oorlogsleeningen, die zooals men zich zal herinreren uitsluitend in de centrale landen door de bevolking wer den opgehracht. De meeste Duitsche platen •zijn leelijk en vuleair, het beroep op de be volking grof. De Oostenrijksche en Hongaar sche platen vormen een verkwikkend contrast: ze zijn krachtig in haar verzoek, zonder grof te worden; en hier en daar heeft de kunste- naar zelfs opgewektheid en humor in dienst gesteld van zijn doel. Het hoogtepunt van Junker-idealisme is misschien bereikt in een teekening, waarin een groot stoomschip te gronde gaat; een soldaat en een matroos zien toe en een onderschrift zegt: „Zoo helpt uw geld den strijd; verandert in U-booten vrij waart het u tegen de proiectielen der vijan den." Het is te hopen, dat de bezoekers van de tentoonstelling den geest, die uit deze platen uit Duitschland's zwartste tijdperk spreekt, niet zullen vereenzelvigen met die van heden. Het gevaar, dat zij dit nochtans zullen doen, is niet denkbeeldig, ook al moet iedereen langzamerhand weten, dat de Jun kers nimmer het gansche Duitsche volk heb ben vertegenwoordigd en dat die Junkers nu niet meer de eerste viool spelen. Metalen rompen voor vliegbooten. Dezer dagen he3ft de Britsche marine een nieuwe vliegtocht proef laten vliegen. De bij- zonderheid van het toestel is, dat de romp (die de drijvers van het meer algemeene wa- tervliegtuig vervangt) van metaal is vervaar digd. De machine heeft een vlucht van bijna 1400 K.M. rond de Engelsche kust met blijk baar succes uitgevoerd. Om zekerheid te krij gen over de zeevaardigheid van den metalen romp gaat men dien thans aan nauwgezette proeven onderwerpen. Want de ontwikkeling van een metalen romp voor een vliegboot is een zaak van het hoogste belang voor marine- luchtvaart. Het gebruikelijke type met houten romp absorbeert steeds veel water, in het ge val van een groote vliegboot, wel tot een ge- wicht van 200 K.G., waarvoor men heel wat beter een paar honderd liter benzine mee zou kunnen nemen. Het gewicht van den metalen romp is vrijwel gelijk aan dat van den hou ten, zoodat men kan concludeeren, dat de vliegboot met den metalen romp aanzienlijk meer draagvermogen en werkingssfeer moet bezitten. De bijzonderheden die de nieuwe vliegboot kenmerken, houdt de Marine ge- heim. De naam is „Kingstoh-vliegboot". Het is een tweedekker met een vlucht van een klei- ne dertig meter en twee motoren, elk van 450 P.K. Meer vertelt men er niet van. Het me taal, waarvan de romp is vervaardigd, is zoo- genaamd duraluminium. Ht groote probleem van alle constructies van duraluminium voor de zee is, dat het zeewater sterk op dit me taal inwerkt. Het schijnt, dat men dit be- zwaar thans met deze nieuwe vliegboot heeft kunnen overwinnen. Dit is van belang, om dat de vliegboot zich tot nu toe niet heeft kun nen ontwikkelen bij gebrek aan geschikt ma- teriaal. De toekomst van dit type vliegtuig hangt van de sucesrijke ontwikkeling van den metalen romp af. Steun voor Britsche films. Allerlei Britsche bedrijven dingen tegen- woordig bij de regeering naar de gunst om in aanmerking te komen voor bescherming tegen de mededinging van buiten de grenzen. Een Safeguarding of Industries Act" (een wet voor het veiligstellen van nijverheden) ver- schaft de regeering gelegenheid om aan die verzoeken te voldoen, indien blijft dat het be trokken bedrijf er onder de bepalingen van de „Misschien wel," zei juffrouw Ritchie. „Maar wat zijn gelijkenis met kapitein Der by betreft, ik geloof niet, dat ik die jongeman ooit gezien heb, hoewel ik genoeg van hem gehoord heb." „U moet hem stellig wel eens gezien heb ben. Hij is buitengewoon knap." „Dan weet ik zeker dat ik hem niet gezien heb. Ik vind niemand van de heeren in het ho tel bijzonder knap, al zijn er wel bij, die er niet kwaad uitzien. Maar kapitein Derby kwam eerst een paar dagen voor u kwam, juffrouw, en heeft bijna aldoor zijn kamer moeten houden of was in de suite van mr. Carrington, behalve als mr. Carrington hem mee uitnam in de auto. Ik was toevallig nooit ergens in de buurt als hij Iangs kwam en ik ben er ook niet erg nieuwsgierig naar geweest hoewel ze in de bediendenkamer er over pra- ten dat hij zoo smoorverliefd is op die mooie dame, de dochter van gravin Marsden." „Dan vrees ik, dat u me niets kunt vertellen over die geheimzinnige nieuweling,' zei Shei la teleurgesteld, „want de eenige manier waarop ik hem nauwkeurig beschrijven kan is, te zeggen, dat hij sprekend op kapitein Derby lijkt, zooals die er vijf en twintig of dertig jaar geleden moet hebben uitgezien." Ze stond op en juffrouw Ritchie, die haar graag nog wat gehouden had voor een gezel- lig babbeltje, kon haar niet overhalen te blij ven. Dien avond leek de torenkamer wel buiten gewoon somber, erger dan ooit te voren, ge- durende de spookavonturen, die Sheila's ze- nuwen zoo op den proef hadden gesteld. Hij zou nog maar veertien dagen van haar zijn. I w£t vtfdr in aannierking Kan komen. Veel ernstig politiek meeningsverschil is van de toepassing van deze wet het gevolg, omdat de groote strijdvraag der Britsche binnen- landsche politiek Vrijhandel of Protectie er bij in het geding komt. Maar is een be drijf, de Britsche filmindustrie, dat ook al lang om bescherming tegen de Amerikaan- sche filmkoningen roept, waarbij het politie- ke meeningsverschil zich niet doet gelden. De Britsche filmindustrie is er tot nu toe niet in geslaagd het publiek voor Britsche films te winnen; en allerlei historic en letterkundig werk van Engelschen oorsprong wordt niet door de Britten zelf gefilmd, maar door Ame- rikanen, die dat op hun eigen Amerikaansche wijze doen. Een sterk voorbeeld is het verfil- men van „Peter Pan," een tooneelstuk voor kinderen van den vermaarden Schotschen schrijver, Sir James Barrie, dat als Kerstver- tooning reeds langer dan twintig jaar op de Londensche tooneelen wordt opgevoerd en dat men kan wel zeggen een traditie geworden is van de viering van het Kerst- seizoen. Dit meest typische van alle Britsche kinderspelen is verleden jaar door de film- studio's van Hollywood, in Los Angeles, ver- filmd en is nu behalve op het tooneel ook op de Londensche bioscoopdoeken te zien. Het moet den Engelschman een doom in het oog zijn, dat Amerikanen de verfilming van dit bij uitstek Engelsche product ter hand hebben genomen. Er is veel gewrijf en ge- schrijf geweest oyer de middelen, die de Brit sche film-industrie moet aanwenden om onder de hegemonie van Amerikaansche film-pro- ductie weg te komen en om te bewerken, dat met negentig procent van alle films, die in Britsche bioscopen worden vertoond, van Amerikaanschen oorsprong zijnmaar van Britschen. Het ziel er niet naar uit, dat dit spoedig zal gelukken. De regeering heeft het bedrijf zelf laten beproeven te doen wat het voor zijn behoud meen-de te kunnen doen. Maar dat heeft niets uitgehaald. Daarom verwacht men nu, dat de „Board of Trade" (ministerie van Handel) in de aanstaande zitting van het Parlement wetgeving zal in- dienen, die aan het Britsche maaksel zijn „plaatsje in de zon," anders gezegd, zijn aan- deel in de programma's der Britsche biosco pen zal geven. In dit geval kan van Britsch standpunt veel voor „bescherming" van deze industrie worden gezegd. De invloed van de bioscoop op alle klassen der samenleving en in het bijzonder op het groeiend geslacht is haast onberekenbaar. En het is ongewenscht, dat het bioscoopdoek zoo goed als gemonopo- liseerd wordt door films die niet slechts van buitenlandschen oorsprong zijn, maar die vaak ik toon anti-Britsch zijn en bedenkelijke propaganda vormen voor gebruiken en le- vensverhoudingen, waarvan de Britsche gees- tesgesteldheid altijd ver af heeft gestaan. De wetgeving, die men tegemoet kan zien, zal waarschijnlijk voorschrijven, dat een vergun- ning voor het houden van een bioscoop al leen zal worden gegeven, indien een zeker deel van het program uit Britsche films zal bestaan. Aanvankelijk zou dat deel niet groot kunnen zijn, omdat er weinig Britsche films zijn. Maar met de ontwikkeling der Britsche filmindustrie zou het deel geleidelijk kunnen groeien. Ik vraag me af of men in Nederiand dezelfde aandacht schenkt aan het gevaar van ondermijning van het nationaal karakter door Amerikaansche en andere buitenland- sche films. Londen, 29 December. Stausuieuws BOND VOOR SJAATSPEN- SIONNEERING. 't Is gister een mooie avond geweest voor de afd. Alkmaar van den Bond voor Staats- pensienneenng. Zij hield een propaganda- avond in het Victoria-theater en, gezien het feit dat er zich na afloop ruim 30 aanwezi- gen als lid opgaven, mag men zeggen, dat er inderdaad propaganda is gevoerd voor de bondsleuze. De heer H. Bruin Nz., de bekende ijveraar vobr het staatspensioen, opende de bijeen- komst met een woord van welkom, zijn vreug- de uitsprekend over het flinke bezoek, dat zeer meeviel, omdat er op gerekend was, dat men een veer zou moeten laten door de opvoe- ring van „Prins Pauweveer". Een speciaal welkomstwoord richtte spr. tot de afgevaar- digden van N.-Scharwoude, Bergen, Heiloo en Oterleek. Dan wees spr. op de macht, die zon kunnen worden ontwikkeld, als iedereen den Bond steunde. Dan zou het, evengoed als in Engeiand, mogelijk zijn, dat onze ouden van dagen 7 premievrii pensioen krijgen; het geld is er wel voor. Dan zou men minis ter Colijn kunnen beduiden, dat men het niet yens is met zijn opvatting, dat de sociale arbeid wel tien jaren kan worden stop gezet, zulks in tegenstelling met dr. Kuyper's ge- zegde: „Zij kunnen niet wachten, geen dag en Zij moest gaan en ze wist niet waarheen. Na al haar strijd, al haar hoop, was de teleurstel- ling te bitterder. Hoe had ze deze kamer een week geleden bewonderd en wat was ze trotsch erop ge weest. Wat had ze genoten bij de gedachte aan al die aardige boeken, die haar met hun vergulde ruggen toeblonken achter de glazen deuren. Wat was haar moed toegenomen toen ze voor de taak stond om een oplossing te vin- den voor al de geheimen, zonder iemands hulp. Nu zou ze weg gaan en nooit een ver- klaring vinden. En het ergste van alles, wat zou mr. Car rington denken, als hij hoorde, misschien wel van mr. McKinnon, dat ze zich zoo dwaas gedragen had, dat ze verzocht was geworden laar ontslag te nemen? Ze had niet eerder bij deze gedachte stil willen staan, maar nu overweldigde hij haar en de lang weerhouden. tranenstroom brak los. Ze kon niet eten en ook kon ze dien nacht geen oog toe doen, ofschoon niets dan haar eigen gedachten haar kwamen storen. Ze had hoofdpijn toen ze's morgens op- stond en was blij, toen een kloppen aan de deur haar zei, dat de bediende met de thee en haar ontbijt er was. Ze had geen trek maar de thee zou haar goeddoen, dacht ze. De man kwam binnen en zette het blad op de tafel, maar bleef daarna treuzelen. „Er is vannacht iets verschrikkelijks gebeurd, juf frouw," zei hij, mri de eigenaardige genoeg- doening in iets sensationeels, die vaak voor-, komt bij menschen van zijn stand. „Lady Ethington en gravin Karovski zi.in beide be- roofd van al hun juweelen. STELT ALLES IN HET WERK OM ZIJN OMZET STEEDS HOOGER OP TE VOE- REN.-ZEER ZEKER ZAL HIJ DE PUBLI- CITEIT VAN EEN ZEER VEEL GELEZEN DAGBLAD ONONTBEERLIJK WETEN. - NEEMT DIT EENS IN OVERWEGING EN SLUIT EEN REGELCONTRACT BIJ DE ALKMAARSCHE COURANT. DIE IN ALLE KRINGEN HAAR LEZERS TELT. geen nacht." Ten slotte zette spr. uiteen, dat de premie- vrije ouderdomsrente alleen wordt gevraagd voor hen, die hun plichten tegenover de maatschappij niet hebben verzaakt. Na een toelichting van het programma en een opwekking om lid te worden, werd de kluchtfilm „Een heele uitsmijter" vertoond, om welke rolprent (den loop in het gewone programma van het Victoria-theater van deze week) herhaaldelijk uitbundig is ge- lachen. Daarna trad op de heer Ben Velmon, onze als zanger bekende stadgenoot, die echter, jammer genoeg, niet kon geven wat van hem verwacht werd, doordat zijn stemorgaan hem parten had gespeeld. En toch heeft hij nog flinken bijval geoogst, en als zanger en als conferencier, in welke laatste kwaliteit hij o.a. geducht afgaf op de vrouwen. Hij gaf een drietal liedjes, waarvan vooral het eerste, „Op het oog lijkt het heel anders, maar het komt op hetzelfde neer", het geestigst was „Motorgenot" gaf weer wat een jongeling kan overkomen, als hij met een dame op de duo te snel rijdt en meent de motor geheel in zijn macht te hebben. „De Zondagswet" schilderde wat te wachten zou kunnen staan, als hier te lande de idee van ds. Kersten over Zondagsrust de overhand krijgt. „Op voor de grijsheid", het Bondslied, werd daarop door alle aanwezigen uit voile borst gezongen. De tekst werd op het doek geprojecteerd. Naar de rede van ds. W. D. M. Baar, daar na uitgesproken, werd met groote aandacht geluisterd. Spr. verdedigde den eisch van premievrij staatspensioen, dat zal doen ver- dwijnen het droeve „oud en arm", omdat hij is een christelijke eisch, een eisch van zuivere menschelijkheid, reden waarom eigenlijk iedereen er voor moest ijveren. Dat dit niet gebeurt, komt doordat er een pol itieke leuze van is gemaak^ In Engeiand heeft men het beter gedaan, alle partijen, hoe ook verschil- lend van politieke en godsdieristige overtui- ging, hebben samengewerkt ter verkrijging van premievrij staatspensioen, zoodat de te- genstand der lords niet baatte. In Nederiand heeft men de politiek en spe ciaal het geloof er bij gehaald en wordt op grond van Gods woord het recht op staats pensioen bestreden, zooals men eertijds ook het vrouwenkiesrecht afwees (toen het er even wel was, vond men in denzelfden bijbel argumenten voor dat kiesrecht.) Zoo wordt dikwijls misbruik van den bijbel gemaakt, en dat speciaal door hen, die zich bij uitstek christelijk noemen. In dit verband herinnerde spr. aan het theologisch debat in de Tweede Kamer over het wetsontwerp van "het chr. ministerie om een millioen toe te staan voor de Olympiade, in het belang der lichamelijke opvoeding en om onze nationale eer op te houden. Spr. wilde op de belangrijkheid van beide zaken niets afoingen, maar zou het voor ons land nog niet veel meer eer zijn, als het chr. ministerie kwam met een voorstel tot invoerinig van premievrij staatspensioen? Spr. herinnerde aan een rede van den heer Dreselhuijs, uitgesproken te Hillegersberg, waar deze o.a. zei: „PoIitiek zonder naasten- liefde is onmogelijk, maar hierin moet het gezond verstand leiden; in den strijd heeft met het gezond verstand het sentiment vaak goede kans." Gedeeltelijk was spr. het hiermee eens: al les moet geschieden met verstand, we moeten geen dwaze idealisten zijn. Echter het gevoel moet de stuwkracht zijn van onze daden, zoo als het dat ook was in den watersnood voor de mannen, die uittrokken om te redden wat nog te redden was en zooals het ook steeds is bij pogingen om hulp te bieden bij brand, Hcofdstuk XI. Was het een samenzwering? Als Sheila zelf in het complot had gezeten en opeens van de ontdekking hoorde, had ze nauwelijks meer ontsteld kunnen zijn dan ze nu was door het nieuws van de diefstal. Gisteren had mr Carrington zijn juweelen onder de meest geheimzinnige omstandighe- den verloren, en nu waren Lady Ethington en gravin Karovski beroofd. Het was minstens een vreemden sai.,enloop van omstandighe- den, dat deze beide voorvallen zoo spoedig op elkaar waren gevolgd. Sheila had een gevoel of ze in het donker zocht naar een sleutel die alle deuren zou openen en haar tenslotte zou brengen naar de verborgen plek waar het geheim van deze mysteries lag. Het was of ze een glimp van die sleutel door de schemering zag blinken om te verdwijnen zoodra ze er de hand naar uitstrekte. *De bediende kon heel weinig aan zijn ver- haal toevoegen. Hij wist alleen, dat de dief stal pas des morgens ontdekt was. De kame- nier van Lady Ethington en die van de gra vin hadden alarm gemaakt en men zei, dat de dames gechloroformiseerd waren, daar de lucht in hun kamers nog sterk er naar rook. Toen Sheila merkte, dat de man slechts weinig inlichtingen kon geven, moedigde ze hem niet aan te blijven staan praten, maar haastte zich met haar ontbijt en ging weg om te zien wat ze zelf te weten kon komen. Ze was ternauwernood verbaasd Lady Et hington en gravin Karovski in de groote hall in ernstig gesprek met mr. Mc. Kinnon te enz. Het sentiment, het gevoel, moet de stuw kracht zijn, en dan kome het gezond verstand als leider. Om die stuwkracht deed spr. een beroep op alien, om zich aan te sluiten hij den Bond voor Staatspensionneering en om meer dan doode leden te zijn, omdat dit chris- tenplich is, 'a eisch van christenlijke naasten- liefde. Tragisch noemde hij het, dat juist de zich christenen noemenden dit hoogste ideaal van het Christendom verloochenen onder het ar gument, dat het staatspensioen zedeloos is en zorgeloos maakt en dat de armoede moet blijven als straf. voor de zonde. Dr. Kuyper heeft veel kwaad gedaan aan het staatspen sioen en als het christelijk moet zijn zich daar tegen te verzetten, zou spr. liever bij de paganisten willen behooren. Uitvoerig ging spr. na hoe minister Colijn voor de dekking van het tekort van 130 mil lioen op de staatsbegrooting zeide de midde len met te kunnen vinden (de aangegeven wegen noemde hij gepraat uit de kinderka- mer) en hoe hij dan ook zei de ontworpen so ciale maatregelen tien jaren te willen uit- stellen en dat men maar geduld moest heb ben. Dit nu noemde spr. spotten met het leed van arme ouden van dagen. Alsof menschen, die met een been in het graf staan. nog tien jaar kunnen wachten. Als het gaat om be- dragen voor oorlog en marine, weet de heer Colijn die wel te vinden. Waar het huidige staatspensioen alleen geldt voor de thans trekkenden. zal er binnen enkele jaren in Nederiand niemand meer zijn, die premievrije ouderdomsrente geniet. Op ons rust de plicht, om er voor te ijveren, dat dit recht behouden- blijft. Volgens geniaak- te berekeningen kost het slechts 10 millioen per jaar meer dan het niet-premievrije ouder- domspensioen en dit bedrag is wel te vinden. Het geldt een eisch van zuivere menschelijk heid en daarvoor moeten wij pal blijven Als er bezuinigd moet worden, goed. maar men doe het waar het kan. Het „oud en arm" man met meer voorkomen. De rede, die herhaaldelijk door applaus werd onderbroken, werd aan het slot luide toegejuicht. Na de pauze gaf de heer Melchert Schuur- man een viool-solo „Vision romance", zo6 mooi en zo6 gevoelvol, dat het doodsstil was in de zaal. Soms waren de tonen zacht, haast onhoorbaar, om langzaam aan te zwellen tot forschere geluiden. Het daverend applaus (de heer S. werd nog eens teruggeroepen) was zeer zeker verdiend. Daarna werd nog gegeven het hoofdnum- mer van deze week uit het Victoriatheater ,,Het heilig eerewoord", waarbij de muzikale illustratie (Melchert Schuurman, piano W. Bood) bijzondere waardeering verdient De muziek uit Charles VI past hierbij uitmun- tend. In zijn slotwiord bracht de heer Bruin hartelijk dank aan alien die hadden medege- werkt tot het welslagen van den avond, waarna hij in een paar gedichten nog pleitte voor toekenming van het premievrij staats pensioen en alle aanwezigen opwekte daar voor te blijven vechten tot de overwinning is verzekerd. Op uitnoodiging van Mr. W. C. Bosman en den heer J. van Reijendam waren gister- avond in de „Unie" een zes-en-twintig ver- tegenwoordigers van plaatselijke vereenigin- gen bijeen, om te trachten het werk, dat ge daan is om in Alkmaar een schouwburg-ge- hoorzaal te krijgen, die aan de eischen vol- doet, voort te zetten. zien. Niemand was neg op, want het was nog heel vroeg en er was nauwelijks tijd geweest om het nieuws van de berooving door het hotel te verspreiden. Sheila moest vlak langs het groepje heen op weg naar de kamer van den directeur en het drietal was zoo verdiept in hun gesprek, dat ze de jonge typiste zagen noch hoorden. Ze had niet de bedoeling om af te luisteren, maar enkele woorden door Mc. Kinon geuit bereikten haar oor en ontstelden haar zoo, dat ze slechts met moeite een kreet van erger- nis inhield. „lk verzoek U dringend, me te helpen een schandaal te vermijden," zei de directeur. „Als U Lady Viola in het openbaar beschul- digt Hij dempte zijn stem en Sheila hoorde niets meer; maar het was genoeg. Een blik op het harde, mooie gezicht van de gravin toonde haar dat er heel wat sterker overredingen dan die van mr. Mc. Kinnon noodig zouden zijn om haar te bewegen een zoo uitgezochte gelegenheid om wraak te nemen op te geven. Beide vrouwen haatten Lady Viola Rayne en hoewel het onmogelijk was dat ze schuldig was, moesten toevallige omstandigheden de schijn op haar werpen anders zouden zij haar niet durven beschuldigen. Sheila werd bleek van schrik toen ze de strik zag die deze twee jaloersche vrouwen haar vriendin hadden gespannen. Zelfs al kon Lady Viola haar onschuld bewijzen zou ze toch te lijden hebben en die gedachte kon Sheila niet verdragen. Hoe kon ze het arme kind redden? (Wordt vervoigd.) iMitifflmiiimiiniuirmwimniinfiiiiiiiBro!giwiiimitfflfiiiiiiii»wBwa»iiiiiimiwuwwii!wi»Hini tSllMUIfl] 1

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1926 | | pagina 5