AlKmaarsche Gourani ADVERTEERT IN DE ALKMAARSCHE COURAMTS Brieven ail Berlin. GreotstescrteefingKantQorboeken Het ondeipodsche syndicaat. Be oversfrooming in ons Band. Honderd Acht en Twinligsfe Jaargang. Maandag IS Jannori. L. Frankenbenr, Alkmaar. KEl II.I.HTON. llSar Aifierika maakte, eeii ondefzoekingsreis naar de Noordpool ondernemen wil, zoo mo- gelijk te somen met Amundsen. Het Duitsche volk werd opgevoepen, voor dit uit een cultu- lt.el oogpunt zoo belangrijke doel gaven te storten; de brave burgers tasten in hun porte- feuilles of portemonnaies, om een schijfje bij te dragen en nu verneemt men, dat alles wat tot nu toe is opgehaald, in de zakken is gevloeid vaneen groot aantal leegloo- pers. Er was een reusachtig plan ontworpen. Er werd een heel net van „Sammelstellen", „Zahlbtiro's, directeuren, secretarissen, agen- ten en verdere beambten geknoopt. Uit de gel- den, die binnenkwamen, werden en worden salarissen, loonen, provisie's, premies, onkos ten (niet gering) bestreden. Duizenden en tienduizenden marken, die ten goede hadden moeten komen aan een grootsch wetenschap- pelijk plan, zijn, naar men met verontwaar- diging hoort, door al deze „administratiekos- ten" verslonden. De ongelooflijkste dingen komen aan het licht. Collectanten voor de verschillende wijken werden aangesteld, die tot 16 procent van de bedragen, die ze de bevolking uit den zak klopten, als loon voor hun opofferend werk opstreken! Het spreekt van zelf, dat bij deze benoemin- gen het geheele apparaat van de beroemde „protectie's" en „aanbevelingen" in beweging gezet werd. Blijkbaar is op die wijze een zeer winstgevend nieuw beroep ontstaan. Zooals men anders b.v. zegt: „lk ga in de industrie" of „ik ga in het bankbedrijf", zoo kan men thans zeggen: „Ik ga in de weldadigbeids- branche." De verrassende onthullingen inzake de „Eckener-Spende" hebben de algemeene op- inerkzaamheid van zelf op het groote aantal van dergelijke ondernemingen gevestigd, die zich in het zedige gewaad der „\£eldadigheid" hull en, om meestal in dit maskeradepark die zucht naar vermaak te bevredigen. Men vraagt zich afwat leveren al deze feestelijk- heden ten bate van de weldadigheid eigenlijk op? Men ziet, hoe geweldige kosten gemaakt worden. Dat voor reclame, zaalhuur, dans- muziek, zaalversiering, tombola, „verrassin- gen" groote sommen besteed worden. Den deelnemers aan deze feesten, bals, tea's, ba zars worden bedragen, gelijk aan een tr.aand- salaris van een kleinen beambte uit den zak geklopt, en wat komt daarvan de weldadig heid" ten goede? Op z'n best is het eind1 van het lied een onzinnige wanverhouding tus schen de onkosten en het batige saldo. Maar het nuchtere burgervedstand, argwanend ge- worden, vraagt zich ook af: hoe verhouden de posten zich onderling? Van afrekening hoort men meestal weinig of in het geheel niets. Booze tongen beweren, dat onder den post „reclame" nu en dan zeer aanzienlijke moeilijk te controleeren „uitgaven" staan. Er zouden menschen zijn, die, naar gemompeld wordt, bij zulke feestelijkheden onder een fraai etiket zij sspinr.en. Och, tenslotte wil iedereen leven, en het is misschien uit het oogpunt van de hoogere levenswijsheid be- schouwd een groteske grap, dat enkele men schen dit doen dcor te speculeeren op de domheid van hun tijdgenooten. Deze wanverhouding tusschen de opbrengst van groote weldadigheidsfeesten en de luxe, die daarbij tentoongespreid wordt, schijnt op het oogenblik in Duitschland aan de orde van den dag. Zoo wil b.v. het Pruisische mi- nisterie van kunsten en wetenschappen de ar- me kunstenaars helpen, dien het natuurlijk bij de geldkrapte van alle kringen bijzonder slecht gaat. Het wil in de eerste plaats de beeldhouwers steunen, die door velerlei oor- zaken werkelijk bijna geheel zonder werk zijn voor een niet gering deel door de van iedere versiering afkeerige nuchterheid der moderne architectuur. Dus werden „prijsvra- gen" uitgeschreven voor verschillende doel- einden, met betrekkelijk hooge prijzen. Dit ge- schiedde ook nu weer, om geschikte ontwer- pen voor een paar bronnen in den Berlijn- schen botanischen tuin te krijgen. Men ging zeer grootscheeps te werk en noodigde ver schillende „in Pruisen woonachtige beeldhou wers" tot deelneming aan den wedstrijd uit. Verlangd werden daarbij uitgevoerde model- len van een vrij aanzienlijke grootte. De ter- mijn van de inzendingen verstrijkt, de jury verdeelt de onderscheidingen, die tezamen de aardige som van 35.000 mark bedragen. Maar als men nauwkeurig oplet, komt men tot "een verrassende tegenrekening. Want daar er over de 350 ontwerpen ingekomen zijn, en daar men de onkosten, die iedere deelnemende beeldhouwer door zijn. arbeid gehad heeft voor de vorming in gips, honorarium voor modellen, transport heen en weer en dergelij ke op bijna 200 mark schatten moet, blijkt, dat de beeldhouwers te zamen bij de prijs- vraag ongeveer 70.000 mark uitgegeven heb. ben. Trekt men daarvan af de genoemde som aan prijzen, dan wordt het duidelijk, dat de wedstrijd, die de kunstenaars voordeel zou Sjfeflgen, hun 30.000 tot 35.000 mark gekost heeft. Het is werkelijk heel zacht uitgedrukt, als men een dergelijke manier van doen als een ontzaglijke onzin kenmerkt. De kunste- naarswereld is dan ook verontwaardigd en eischt een grondige hervorming van het we- zen van de prijsvraagwedstrijden. Een klein wonder is in de Berlijnsche schouwburgen verschenen. Een bekoorlijk schepseltje, Toni van Eick, geheeten, juist 15 jaar bud, zweeide als uit een sprookje naar ons toe en openbaarde zich als een talent, dgt de kiem van het genie in zich te dragen schijnt. Merkwaardig is het, hoe ongewone verschijningen soms in meerdere varianten gelijktijdig opduiken. Onlangs nog werd in Berlijn een zangeresje ontdekt, dat met haar vader door het land trok en met haar lieve stemmetje liederen voordroeg, die de oude met de harmonica begeleidde. Totdat op ze- keren dag een kunstminnende dame bemerkte welk een prachtig materiaal hier aanwezig was en het meisje in verbinding stekfe met een van de beroemdste Berlijnsche zangleer- aressen, die het jonge ding in haar school opnam en haar vormde; de eerste proeven van optreden in het openbaar hebben geest- drift gewekt. Zoo is ook Toni van Eick uit het donker aan het licht getreden. In den afge- loopen winter, toen zij veertien jaar oud was, kwam ze met haar moeder bij eenige. Berlijn sche kunstvrienden. De beide dames, die niets bezaten en wanhopig naar de mogelijkheid van verdienen uitkeken, hadden iets eigen- aardigs bedacht. De moeder zong geestelijke liederen en daarbij danste de kleine. De kunst vrienden, die daarbij tegenwoordig waren, schudden glimlachend het hoofd en verklaar- den eenstemmig, dat het met het dansen niets gedaan was, maar dat de bewegingen, de uit- drukking van het gezichtje met de groote don- kere oogen een talent voor tooneelsspeelster schenen te verraden. Men wees het aardige meisje den weg naar Max Reinhardt, die het in Weenen liet ontwikkelen. Dezer dagen kwam Toni dan in Munchen op de planken, bracht alle toeschouwers in verrukking, ont- roerde een ieder en toen zij nu als het on- schudige „Kathchen von Heilbronn" in Heinrich von Kleisfs romantisch sprookjes- spel in Berlijn optrad, veroverde ze in storm alle harten. Een nieuw jaar is begonnen. Nieuwe jeugd meidt zich en klopt aan de poorten. Dr. MAX OSBORN. Een correspondent van de N. R. Crt. meldt aan zijn blad: SneeuwOp de velden langs de Maas Iigt dik de sneeuw en men onderscheidt niet meer waar het land is en waar het bevroren overstroomingswater begint. Er staat nog veel water op de naastbij de rivier gelegen perceelen, water, dat slechts langzaamaan weg kan zakken of zelfs alleen maar door uitmalen weg te krijgen is, maar nu ziet men er niets van onder de sneeuw op het ijskorstje. Weer flatteert de natuur zichzelf. 't Ziet er alles zoo vredig uit, en waarlijk wanneer men er tusschen door rijdt zonder er weet van te hebben, dat op die plaats en daar en over- al, ook op den weg zelf dien men rijdt, nog pas enkele dagen geleden het water zoo hoog stond, dat er slechts &n watervlakte en er heelemaal geen verschil meer te zien was tus schen het land, de wegen, de slooten en de ri vier zelf, die dat alles gedaan had wan neer men dat nu eens niet zou weten, dan zou men er bij dat vredige sneeuwgezicht ook geen vermoeden van krijgen. Van de drie grootere steden aan de Maas, Maastricht, Roermond en Venlo, is Venlo wel het ergst dobr het water bezocht. De redac- teur van Onder de Menschen heeft er den toe- stand geschilderd, toen hij op het ergst was, den eersten Zaterdag en Zondag van Nieuw- jaar. De stad zat er op een paar straten na totaal onder en op sommige plaatsen heel diep. En dat heeft zoo dagen geduurd; dagen, dat het heele verkeer door de stad met schuit- jes moest gebeuren als in een ander, maar volstrekt niet idyllisch Venetie en dat men zelfs in de hoogstgelegen straten rondom het marktplein zich nog over geimproviseerde bruggen van planken op tonnen moest zien voort te helpen. Nu is er alleen nog maar wa ter in de kelders van vele huizen. Wij zagen een van de oude HaagsOhe stoombrandspui- ten, die weinig of nooit meer dienst doen, zich in Roermond nog zeer nuttig ma ken met het leegpompen van kelders. Ook eigen spuiten van Roermond en velerlei andere pompwerk- tuigen zijn daarmee nog bezig en het helpt nu, wat in de eerste dagen niet het geval was. Want toen gebeurde vet meer dan eens, dat een zoo juist leeggepompte kelder opeens weer vol liep met opdringend rioolwater. Maar door het verder zakken van de Maas No 14 1926 Een goede Kerstmis voor de winke- liers. „Baar geld" is hoofdzaak! Het schandaal van de Eckener inza- meling. De „weldadigheidsbran- che". Een merkwaardige eisch van de kunstenaars. Een liellijk wonder. Berlijn, begin Januari '26. De winkeliers hebben met Kerstmis toch niet zulke slechte zaken gedaan, als men aan- vankelijk in verband met den ellendigen toe- stand, waarin het Duitsche bedrijfsleven ver- keert, vreesde. De kooplieden zijn heel tevre- den. In den beginne, in de weken voor het feest zag het er inderdaad donker uit. Het was als durfde niemand eigenlijk de magazij- nen binnengaan en de hallen van de groote warenhuizen bleven wanhopig leeg. Heel op het laatst, vlak voor den Heiligen Avond, brak echter een kleine koopepidemie los. Men had zuinig willen zijn en zich met groote energie beheerscht; toen echter het feest van weldadigheid, liefde en goedheid voor de deur stond, toen de Kerstboom versierd en zijn lichten reeds bijna aangestoken waren, storm- de iedereen naar de winkels, om zich van ge- schenken te voorzien. Daarin stemmen de verklaringea van de verschillende zakenmenschen overeen: er wer den bijna uitsluitend gebruiksartikelen en nuttige, practische voorwerpen gekocht luxe dingen wilde niemand hebben. 'n Zeer op merkelijk verschijnsel, dat een bewijs is van het gezonde verstand van de bevolking. En nog iets anders heeft bewezen dat de Berlij- ners weer nuchter en practisch rekenen ge- leerd hebben. Het is een oud gebruik in onze zakenwereld, da ze in Januari, als de Kerst- drukte voorbij is, haar „inventaris"-uitver- koopen organiseert. Ditmaal werd aangekon- digd, dat de uitverkoopen onmiddellijk na Nieuwjaar beginnen zouden en ontelbare menschen hebben blijkbaar besloten de ge- schenken in geld, die ze met Kerstmis gekre- gen hebben, niet, zooals dat anders gebruike- lijk is, in de dagen tusschen de feesten, dus tusschen Kerstmis en Nieuwjaar, voor inkoo- pen te besteden, maar zich nogmaals te be- heerschen, tot de xoote plakaten en uithang- borden met het opschrift „Uitverkoop!" in de winkelstraten prijkten. Want op het oogen blik, dat deze bladzijden geschreven worden het is de 2 Januari en de eerste dag van de algemeene aanbiedingen tegen verlaagde prijzen moesten reeds in de ochtenduren in de Berlijnsche binnenstad een groot aantal zaken door de politie gesloten worden, om- dat de drang van het publiek gevaarlijke af- metingen aannam. De kooplieden hebben bij deze uitverkoopen hun prijzen geweldig verlaagd. Al verdienen ze ook bijna niets meer, al lijden ze zelfs ver- lies het is hun hetzelfde: de hoofdzaak is voor hen, dat ze op de een of andere manier baar geld in hun kas krijgen. De grootste zorg is op het oogenblik voor iedereen in Ber lijn: hoe kan ik mijn schulden betalen? Dan eerst kan men er aan denken, te verdienen. De algemeene toestand is zoo somber gewor- den, dat men zich niet kan permitteeren met een verre toekomst rekening te houden, zoo als een koopman eigenlijk behoort te doen, maar ieder al bijna tevreden is, als hij van maand tot maand of van week tot week, of zelfs van dag tot dag ziin begrooting in even- wicht kan houden. De koopmanswereld heeft eenige hoop gevestigd op het midden van de maand Januari Het heet, dat dan de Rijks- bank haar disconto zal verlagen en dat de Rijks-bankpresident dr. Schacht tegelijkertijd een verbetering van de credietverleeningsvoor- waarden zou willen invoeren. Daardoor zou aan den gevaarlijken stilstand en storingen in het economische leven wel een einde komen. Of de verwachtingen verwezenlijkt zullen worden, moet de roekomst leeren. In deze tijden van nood hebben hoogst merkwaardige voorvallen die zich bij de „Zeppelin-Eckener-spende" afgespeeld heb ben, een pijnlijke verrassing gebaard. Het gaat hier om de groote openbare inzameling, waarvan het doel zijn zal, de middelen tot den bouw van een nieuw luchtschip bij elkaar te krijgen, waarmee dr. Eckener, de vroegere medewerker van Graaf Zeppelin en de leider van den tocht, die de Z. R. Ill verleden jaar Elke liniatuur en dikte in voorraad. Door Mrs. C. N Williamson. Nederlandsche verialing van Ada van Arkel 36) Er heerschte groote opwinding in het hotel dien morgen, toen het nieuws van de dief- stal tot alle gasten was doorgedrongen en iedereen was benieuwd wat er gedaan zciu worden; doch tot groote ergernis van hun vriendinnen versiheen Lady Ethington en gravin Karovski niet alleen niet, maar weiger- den ze ook, bij monde van haar kameniers, om bezoekers te ontvangen. Als Sheila nog in dezelfde verhouding tot John Munro had gestaan»zou ze waarschijn- lijk van hem wel gehoord hebben, wat er ge beurde; of de politie iemand verdacht en of er een vermonde detective in liuis aan het werk was. Maar nu hield hij zijn geheimen, zoo hij die bezat, voor zich, al keek hij haar van tijd tot tijd ernstig aan alsof hij hoopte, dat ze nog van idee zou veranderen. Het meisje bedacht, dat als ze het geheim, dat ze besloten was op te lossen, wilde uit- vorschen, ze niets beters kon doen, dan John Munro vertellen, dat ze Zich toch maar met hem zou verloven en hem zou helpen op de manier die hij verlangde. Hij zou dan zijn hart aan haar uitstcrten en het kon best zijn, dat ze door zijn inededeelingen de aanwijzin- gen zou krijgen, die ze noodig had. Maar Sheila kon niet tot iets koineu. Ze was hoogstens maar een amateur-detective en kon geen dingen doen, die een beroeps-detec- tive zonder eenige gemoedsbezwaren zou heb ben gedaan om zijn doel te bereiken. Ze moest alleen werken, want al wilde ze John Munro niet in haar vertrouwen nemen, ze wilde hem toch ook niet bedriegen. Laat in den middag sp'rak Munro voor het eerst dien dag over iets anders dan de cor- respondentie met haar. „Mr. Mc. Kinnon heeft me gevraagd U te zeggen," zei hij, „dat hij een heel goed aan- bod heeft voor uw kamer en U dus zult moe ten verhuizen naar een andere. De bedienden zullen U helpen, maar misschien wilt U er liever bij zijn." „Wanneer moet ik verhuizen?" vroeg Sheila. „Direct, als't U blieft. U moet naar no. 139 op de derde verdieping gaan in den wes- telijken vleugel. U doet beter met nu naar Uw kamer te gaan en toe te zien hoe de bedienden Uw bagage bij elkaar pakken. Dat is uw vrije uur." „Heel goed," zei het meisje haar emotie verbergend; maar in werkelijkheid was ze even opgewonden als verrast. Ze was er van cvertuigd, dat er in de kamer waar zij uit verbannen werd iets zou gebeuren iets dat verband hield met de geheimzinnige gezich- ten eri geluiden die haar wakker hadden ge- houden in zoo menige angstnacht. „Wie krijgt mijn kamer?" vroeg ze met een onverschillig gezicht. „Lord Gfentorly geloof ik," antwoordde Munro op denzelfden toon. Hoofdstuk XII. Een amateur-detective. Nummer 139 was een kleine, heel gewone kamer, zooals men gewoonlijk aan een kame- nier gaf, en Sheila dacht, toen ze haar zag, dat mr. Mc Kinnon haar die niet zou hebben aangeboden, als ze niet zijn dienst zou gaan verlaten. Nu kon het hem niet schelen of ze tevreden was op Glentorly kastee' of niet, ze zou haar veertien dagen uitblijven en dan zou een ander meisje haar plaats komen innemen en met dezelfde vriendelijkheid en voorko- mendheid worden behandeld, die eerst haar deel waren geweest. Maar ten slotte beteekenden zulke onbe- langrijke dingen nu even weinig voor haar alsivoor mijnheer Mc Kinnon. Ze was zoo bedroefd voor haar zelf en voor Lady Viola Rayne, dat kleine details van physiek gemak te onbeduidend leken om er tweemaal over te denken. Ze voelde zich ellendig, omdat ze weer op- nieuw de wereld in moest gaan, waar ze nog slechter af zou zijn dan vroeger, omdat ze nu niet geslaagd was of, als ze al of niet wer kelijk mislukt was, was het toch hetzelfde of ze het wel was. Ze voelde zich ongelukkig, omdat ze wist, dat ze dwaas genoeg was ge weest een man lief te krijgen, die even ver van haar verwijderd was als de hemel van de aarde een man, die aan haar dacht, (zoo hij al aan haar dacht) als aan een bij-de- hand kind uit een heel andere levensklasse dan hij zelf, een arm klein schepsel, tegen ,wie je vriendeliik moest ziin alleen al uit is dit bezwaar vervallen en nu kan er ook werkelijk weer effectief schoon schip gemaakt worden. De schade, die het water achtergelaten heeft is huis aan huis, straat aan straat van de overstroomde stadsgedeelten moet aanzien- lijk zijn. Wij zijn niet stelselmatig gaan aan- bellen om ernaar te informeeren, maar heb ben er, hier en daar een steekproef doende, genoeg van gezien om dit met stelligheid te zeggen. Ook te Venlo hadden de verstandige bur gers hun maatregelen wel genomen, maar de onverwacht hooge waterstand heeft toch ve- len hunner tot hun nadeel overrompeld en van hun meubels veel bedorven. En er was ook veel, dat niet zoo gauw in veiligheid kon gebracht worden. Veel piano's bijv. moeten het voorgoed afgelegd hebben, naar ons werd verteld en al is een piano voor de meeste menschen geen onjnisbare levens- behoefte, het is toch zeker wel hard een zoo duur stuk door het water naar den maan te zien gaan. En wat er niet aan houtwerk, muurbekleeding, stoffeering e. d. bedorven is Erger is echter de schade in den omtrek van Venlo te Blerick, Tegelen en Baarlo aan- gericht, in steen-, machine-, tabaks- en andere fabrieken. In de steenfabrieken van Canoy Herfkens en Teeuwes zijn enorme hoeveelhe- den ongebakken steenen, die in de schuren stonden te drogen, bedorven, waardoor we;- iswaar niet de grondstof, de klei, is vernie- tigd, maar toch veel arbeidsloon teloor 's gegaan, en bovendien een groot aantal arbei- ders tijdelijk op straat is komen te staan. Ook veel gebakken steen, die stond te wachten op verzending is cnbruikbaar geworden. In de machinefabriek van Van den Berg is voor een groot bedrag aan voor aflevering gereed staande resp. voor de fabricage be- stemde machinerieen, toestellen e.d. zwaar be- schadigd en vemield. Zoo ook in de machine fabriek van Hekkers en de sigarenfabriek van Greykamp. Ernstige schade is er ook aangericht in het Missiehuis te Steyl, dat ten deele diep in het water heeft gestaan. Met groote krachtsin spanning hebben de breeders echter hun mooie drukkerij, boekhandel en museum vrij weten te houden. Te Velden en Arcen is er vooral schade in de huizen en bij de boeren onder de bevolking aan voorraden, winter- provisie, hooi en uitgezaaide veldvruchten. Vee is hier weinig of niet omgekomen; men heeft alles tijdig in veiligheid kunnen bren gen of nog achteraf gered. Te Arcen zagen wij een aangespoelde houten keet, die, naar men ons zeide, afkom- stig is van de werken der Maaskanalisatie on der Belfeld, dus een heele reis heeft gemaakt. Thans is het gewone leven overal in den om trek van Venlo weer hersteld en het ziet er uit of er niets gebeurd was. Maar dat is slechts schijn; de werkelijkheid is anders en minder mooi en kon men de som der 'aange- richte schade bepamen, men zou er waar- schijnlijk van schrikken zoo groot als zij is. Uit Grave en omslreken. Vrijdag werd uit Grave gemeld: Ofschoon er nog wat water door een 35 M lang en IVv. diep gat in de Veerstraat te Ne- derasselt naar de doorbraak in den Maasdijk te Overasselt stroomt, kan thans van geen verval meer gesproken worden. Zaterdag hoopte men reeds met twee p'.oe- gen aan het leggen van den dijk te beginnen. Deze Maasdijk, want het zal de definitieve dijk worden, zal een voet krijgen van 29 M breed. Reeds is de aannemer van den rijksweg, medelijden met haar eenzaamheid. Ze voelde zich ongelukkig, omdat die man misschien met Lady Marsden zou trouwen, die alles in het werk stelde om hem in te palmen en die als ze slaagde haar geliefde zou over- halen te gelooven, dat de jonge stenografe een leelijke kleine avonturierster was. Dit waren Sheila's persoonlijke verdriete- lijkheden, maar ze had nog andere. Ze had zeer veel medelijden met kapitein Derby, dien ze sympathiek vond en bewonderde en wiens zaak ze graag zou hebben bevorderd als ze kon. Ze leed mee met Lady Viola, die waarschijnlijk gedwongen zou worden een man te trouwen, dien ze niet liefhad; en ze vreesde dat haar vriendin nog steeds in ge- vaar was voor de geheime samenzweringen van de twee jaloersche vrouwen. Wat den brief betreft, dien Viola haar ge vraagd had aan mr. Franklin te geven, ze had hem dien niet overhandigd gedurende hun kort onderhoud des morgens en toen er verscheidene uren vborbij waren gegaan, zonder dat ze hem weer ontmoette, had ze den brief bij een verklarend brief je ingesloten en aan Lady Viola gezonden. Wat er daar- na gebeurd was, of de brief toch weer gezon den was, of het meisje haar antwoord mon- deling inplaats van schriftelijk had gegeven, of dat de kwestie nog onbeslist was wist Shei la niet, want ze had niets gehoord. Ze behoefde niets van haar gewone werk dien dag te doen, behalve dat voor mr. Mc. Kinnon, want men zei haar, dat noch mr. Carrington, noch kapitein Derby haar diens- sten noodig hadden en ze wist niet of dit was om dat ze in ongenade was geval len, of I met zijn mannen bezig de vele gaten en de 1 op sommige plaatsen geheel vernielde Veer straat te Nederasselt weer berijdbaar te ma- ken. Men hoopte heden redds zoover gevor- derd te zijn, dat men ook het bovengenoemde 35 M. lange gat kon laten dichten. Ofschoon het water te Balgoy en Neder- Asselt weer 15 c.M. gevallen is, en vele wo- ningen andermaal boven water zijn gekomen, kon van het slaan van een ncodbrug bij Lu- nen nog niets komen, wijl daar ter plaatse nog 35 c.M. water op den weg stond. Een boer vertelde, dat in zijn huis, dat goed ge sloten was geweest, het zand en slip wel 10 c.M. dik op den vloer zat. Andere huizen, die nu droog zijn, zijn niet te openen, omdat binnen en buiten alles bevroren is. De bakkers te Grave moeten dag en naclit bakken, want in de overstroomde dorpen in het Rijk van Nijmegen zijn alle aardappelen bevroren en zijn de groenten verloren ge- §aan, en is men aangewezen op het eten van rood. Men brengt het thans per hondekar naar de boerderijen. Een correspondent te Grave meldt nog: De Maas voor deze gemeente is weer eens flink gevallen. De gierpont is niettegenstaande het lichte drijfijs weer aan de reep gelegd. En om nu de gehavende Veerstraat te Ne derasselt te kunnen passeeren, heeft de aanne mer Boumann voorloopig een brug laten slaan over het 35 M. lange gat in den weg. Nu kunnen er echter geen voertuigen langs. Daar er over het ijs van de Beersche Maas bij den Elftweg ook geen voertuigen kunnen passeeren en ook uit de richting Nijmegen geen voertuigen kunnen kemen, is het alleen lastig voor voertuigen uit Grave en omstre- ken, dat men niet over de Veerstraat te Ne derasselt kan rijden. Het water in de dorpen van het Rijk van Nijmegen blijft geregeld langzaam wegval- len. Op den Elftweg (rijksweg's BoschGra ve) staat nog gemiddeld 23 c.M water. De boeren uit Velp komen over het ijs van de Beersche Maas heen naar Grave om in- koopen te doen. Toch moet men voorzichtig zijn vanwege de vele wakken. Uit Tiel wordt gemeld: De Waal is in het laatste etmaal 29 c.M. gevallen. De veendammen beginnen droog te lcopen, zoodat de gierpont weldra gelegd zal kunnen worden. Uit het land van Maas en Waal komen nog wel noodlijdenden hier aan, maar zij worden dadelijk naar elders doorgezenden. Van het hier gestalde vee, uit Wamel herkomstig, gaan weer veel dieren terug. Het vloedwater in Maas en Waal zakt langzaam weg. Het ijs veroorzaakt echter veel last. De in het veld gelegen dorpen Berg- haren, Horssen, Puiflijk en Altforst zijn door het ijs niet per boot bereikbaar, terwijl dit te zwak is om lasten te dragen. De verbindings- wegen zouden, indien er geen ijs op lag, bruikbaar zijn om in de behoeften van mensch en dier te voorzien. Nu begint er hier en daar gebrek aan brandstoffen, levensmiddelen en. voederartikelen te heerschen, vooral in Hors sen. Van Bergharen, waar het ook begon te nijpen, heeft men verbinding met Wychen ge- kregen. Men meldt uit Wychen: Gister zou een aanvang gemaakt worden met de werkzaamheden tot herstel van de in het begin van de overstrooming weggeslagen brug in de buurtschap Lunen. De stroom van het water was echter heden nog te hevig, zoo dat nog ongeveer drie a vier dagen zullen omdat de diefstal van mr. Carringtons juwee- len den gewonen gang van zaken in de war had gestuurd. Later, toen het tijd werd om naar Lady Et hington te gaan, hoorde ze, dat ze ook "daar niet heen behoefde dien middag en ze zou dus het grootste gedeelte van den dag niets te doen hebben geha^, als niet mr. Mc. Kinnon haar genoeg werk had gegeven in zijn eigen kantoor om datgene wat ze gewoonlijk deed te vervangen. Ze was in een eigenaardige gemoedsstem- ming, een stemming, die ze niet lang zou kunnen verdragen. dat voelde ze. Tegen den avond, toen ze trachtte de leelijke kleine ka mer wat bewoonbaar te maken, besloot ze dat ze dien avond in het geheim een bezoek aan den toren zou brengen om te ontdekken, zoo mogelijk, waarom ze daaruit verbannen was. Ze wist niets van lord Glentorly af en kon niet aannemen, dat hij in eenig verband stond met de geheimzinnige voorvallen in den to ren, hij was zelfs niet in het hotel geweest toen zij vooryielen. Maar zij ge'oofde, dat zijn verlangen om die kamer te hebben alleen een voorwendsel was om haar er uit te krij gen. Misschien zou hij hem werkelijk krijgen, misschien niet. Misschien werd hij heelemaal niet in gebruik genomen, althans niet onmid dellijk; maar van een ding was Sheila abso- luut overtuigd: er zou iets in die kamer ge beuren of in ieder geval in den toren en nog dezen nacht, anders zou zij niet zoo ineens hebben moeten verhuizen. (Wordt vervoigd.) Als ge alles hebt beproefd en de energie voor uw zaak U nog niet de resuitaten heeft gebracht, die U zich hadt voorgesteld, be3luitdan tot het nemen van een regelcontract in een goed, door alle standen gelezen dagblad. Wij twijfelen niet, of dit zal U zeer zeker brengen tot het gewenschte succes, Het zal blijken HET MIDDEL te zijn! is

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1926 | | pagina 5