AlKmaarsche Gourani
ADVERTEERT IN DE
ALKMAARSCHE COURAMTS
Brieven ail Berlin.
GreotstescrteefingKantQorboeken
Het ondeipodsche syndicaat.
Be oversfrooming
in ons Band.
Honderd Acht en Twinligsfe Jaargang.
Maandag IS Jannori.
L. Frankenbenr, Alkmaar.
KEl II.I.HTON.
llSar Aifierika maakte, eeii ondefzoekingsreis
naar de Noordpool ondernemen wil, zoo mo-
gelijk te somen met Amundsen. Het Duitsche
volk werd opgevoepen, voor dit uit een cultu-
lt.el oogpunt zoo belangrijke doel gaven te
storten; de brave burgers tasten in hun porte-
feuilles of portemonnaies, om een schijfje bij
te dragen en nu verneemt men, dat alles
wat tot nu toe is opgehaald, in de zakken is
gevloeid vaneen groot aantal leegloo-
pers.
Er was een reusachtig plan ontworpen. Er
werd een heel net van „Sammelstellen",
„Zahlbtiro's, directeuren, secretarissen, agen-
ten en verdere beambten geknoopt. Uit de gel-
den, die binnenkwamen, werden en worden
salarissen, loonen, provisie's, premies, onkos
ten (niet gering) bestreden. Duizenden en
tienduizenden marken, die ten goede hadden
moeten komen aan een grootsch wetenschap-
pelijk plan, zijn, naar men met verontwaar-
diging hoort, door al deze „administratiekos-
ten" verslonden. De ongelooflijkste dingen
komen aan het licht. Collectanten voor de
verschillende wijken werden aangesteld, die
tot 16 procent van de bedragen, die ze de
bevolking uit den zak klopten, als loon voor
hun opofferend werk opstreken!
Het spreekt van zelf, dat bij deze benoemin-
gen het geheele apparaat van de beroemde
„protectie's" en „aanbevelingen" in beweging
gezet werd. Blijkbaar is op die wijze een zeer
winstgevend nieuw beroep ontstaan. Zooals
men anders b.v. zegt: „lk ga in de industrie"
of „ik ga in het bankbedrijf", zoo kan men
thans zeggen: „Ik ga in de weldadigbeids-
branche."
De verrassende onthullingen inzake de
„Eckener-Spende" hebben de algemeene op-
inerkzaamheid van zelf op het groote aantal
van dergelijke ondernemingen gevestigd, die
zich in het zedige gewaad der „\£eldadigheid"
hull en, om meestal in dit maskeradepark die
zucht naar vermaak te bevredigen. Men
vraagt zich afwat leveren al deze feestelijk-
heden ten bate van de weldadigheid eigenlijk
op? Men ziet, hoe geweldige kosten gemaakt
worden. Dat voor reclame, zaalhuur, dans-
muziek, zaalversiering, tombola, „verrassin-
gen" groote sommen besteed worden. Den
deelnemers aan deze feesten, bals, tea's, ba
zars worden bedragen, gelijk aan een tr.aand-
salaris van een kleinen beambte uit den zak
geklopt, en wat komt daarvan de weldadig
heid" ten goede? Op z'n best is het eind1 van
het lied een onzinnige wanverhouding tus
schen de onkosten en het batige saldo. Maar
het nuchtere burgervedstand, argwanend ge-
worden, vraagt zich ook af: hoe verhouden
de posten zich onderling? Van afrekening
hoort men meestal weinig of in het geheel
niets. Booze tongen beweren, dat onder den
post „reclame" nu en dan zeer aanzienlijke
moeilijk te controleeren „uitgaven" staan. Er
zouden menschen zijn, die, naar gemompeld
wordt, bij zulke feestelijkheden onder een
fraai etiket zij sspinr.en. Och, tenslotte wil
iedereen leven, en het is misschien uit het
oogpunt van de hoogere levenswijsheid be-
schouwd een groteske grap, dat enkele men
schen dit doen dcor te speculeeren op de
domheid van hun tijdgenooten.
Deze wanverhouding tusschen de opbrengst
van groote weldadigheidsfeesten en de luxe,
die daarbij tentoongespreid wordt, schijnt op
het oogenblik in Duitschland aan de orde
van den dag. Zoo wil b.v. het Pruisische mi-
nisterie van kunsten en wetenschappen de ar-
me kunstenaars helpen, dien het natuurlijk
bij de geldkrapte van alle kringen bijzonder
slecht gaat. Het wil in de eerste plaats de
beeldhouwers steunen, die door velerlei oor-
zaken werkelijk bijna geheel zonder werk zijn
voor een niet gering deel door de van
iedere versiering afkeerige nuchterheid der
moderne architectuur. Dus werden „prijsvra-
gen" uitgeschreven voor verschillende doel-
einden, met betrekkelijk hooge prijzen. Dit ge-
schiedde ook nu weer, om geschikte ontwer-
pen voor een paar bronnen in den Berlijn-
schen botanischen tuin te krijgen. Men ging
zeer grootscheeps te werk en noodigde ver
schillende „in Pruisen woonachtige beeldhou
wers" tot deelneming aan den wedstrijd uit.
Verlangd werden daarbij uitgevoerde model-
len van een vrij aanzienlijke grootte. De ter-
mijn van de inzendingen verstrijkt, de jury
verdeelt de onderscheidingen, die tezamen
de aardige som van 35.000 mark bedragen.
Maar als men nauwkeurig oplet, komt men
tot "een verrassende tegenrekening. Want daar
er over de 350 ontwerpen ingekomen zijn, en
daar men de onkosten, die iedere deelnemende
beeldhouwer door zijn. arbeid gehad heeft
voor de vorming in gips, honorarium voor
modellen, transport heen en weer en dergelij
ke op bijna 200 mark schatten moet, blijkt,
dat de beeldhouwers te zamen bij de prijs-
vraag ongeveer 70.000 mark uitgegeven heb.
ben. Trekt men daarvan af de genoemde som
aan prijzen, dan wordt het duidelijk, dat de
wedstrijd, die de kunstenaars voordeel zou
Sjfeflgen, hun 30.000 tot 35.000 mark gekost
heeft. Het is werkelijk heel zacht uitgedrukt,
als men een dergelijke manier van doen als
een ontzaglijke onzin kenmerkt. De kunste-
naarswereld is dan ook verontwaardigd en
eischt een grondige hervorming van het we-
zen van de prijsvraagwedstrijden.
Een klein wonder is in de Berlijnsche
schouwburgen verschenen. Een bekoorlijk
schepseltje, Toni van Eick, geheeten, juist 15
jaar bud, zweeide als uit een sprookje naar
ons toe en openbaarde zich als een talent, dgt
de kiem van het genie in zich te dragen
schijnt. Merkwaardig is het, hoe ongewone
verschijningen soms in meerdere varianten
gelijktijdig opduiken. Onlangs nog werd in
Berlijn een zangeresje ontdekt, dat met haar
vader door het land trok en met haar lieve
stemmetje liederen voordroeg, die de oude
met de harmonica begeleidde. Totdat op ze-
keren dag een kunstminnende dame bemerkte
welk een prachtig materiaal hier aanwezig
was en het meisje in verbinding stekfe met
een van de beroemdste Berlijnsche zangleer-
aressen, die het jonge ding in haar school
opnam en haar vormde; de eerste proeven
van optreden in het openbaar hebben geest-
drift gewekt. Zoo is ook Toni van Eick uit het
donker aan het licht getreden. In den afge-
loopen winter, toen zij veertien jaar oud was,
kwam ze met haar moeder bij eenige. Berlijn
sche kunstvrienden. De beide dames, die niets
bezaten en wanhopig naar de mogelijkheid
van verdienen uitkeken, hadden iets eigen-
aardigs bedacht. De moeder zong geestelijke
liederen en daarbij danste de kleine. De kunst
vrienden, die daarbij tegenwoordig waren,
schudden glimlachend het hoofd en verklaar-
den eenstemmig, dat het met het dansen niets
gedaan was, maar dat de bewegingen, de uit-
drukking van het gezichtje met de groote don-
kere oogen een talent voor tooneelsspeelster
schenen te verraden. Men wees het aardige
meisje den weg naar Max Reinhardt, die
het in Weenen liet ontwikkelen. Dezer dagen
kwam Toni dan in Munchen op de planken,
bracht alle toeschouwers in verrukking, ont-
roerde een ieder en toen zij nu als het on-
schudige „Kathchen von Heilbronn" in
Heinrich von Kleisfs romantisch sprookjes-
spel in Berlijn optrad, veroverde ze in storm
alle harten. Een nieuw jaar is begonnen.
Nieuwe jeugd meidt zich en klopt aan de
poorten.
Dr. MAX OSBORN.
Een correspondent van de N. R. Crt. meldt
aan zijn blad:
SneeuwOp de velden langs de Maas
Iigt dik de sneeuw en men onderscheidt niet
meer waar het land is en waar het bevroren
overstroomingswater begint. Er staat nog
veel water op de naastbij de rivier gelegen
perceelen, water, dat slechts langzaamaan
weg kan zakken of zelfs alleen maar door
uitmalen weg te krijgen is, maar nu ziet men
er niets van onder de sneeuw op het ijskorstje.
Weer flatteert de natuur zichzelf. 't Ziet er
alles zoo vredig uit, en waarlijk wanneer
men er tusschen door rijdt zonder er weet van
te hebben, dat op die plaats en daar en over-
al, ook op den weg zelf dien men rijdt, nog
pas enkele dagen geleden het water zoo hoog
stond, dat er slechts &n watervlakte en er
heelemaal geen verschil meer te zien was tus
schen het land, de wegen, de slooten en de ri
vier zelf, die dat alles gedaan had wan
neer men dat nu eens niet zou weten, dan zou
men er bij dat vredige sneeuwgezicht ook
geen vermoeden van krijgen.
Van de drie grootere steden aan de Maas,
Maastricht, Roermond en Venlo, is Venlo wel
het ergst dobr het water bezocht. De redac-
teur van Onder de Menschen heeft er den toe-
stand geschilderd, toen hij op het ergst was,
den eersten Zaterdag en Zondag van Nieuw-
jaar. De stad zat er op een paar straten na
totaal onder en op sommige plaatsen heel
diep. En dat heeft zoo dagen geduurd; dagen,
dat het heele verkeer door de stad met schuit-
jes moest gebeuren als in een ander, maar
volstrekt niet idyllisch Venetie en dat men
zelfs in de hoogstgelegen straten rondom
het marktplein zich nog over geimproviseerde
bruggen van planken op tonnen moest zien
voort te helpen. Nu is er alleen nog maar wa
ter in de kelders van vele huizen. Wij zagen
een van de oude HaagsOhe stoombrandspui-
ten, die weinig of nooit meer dienst doen, zich
in Roermond nog zeer nuttig ma ken met het
leegpompen van kelders. Ook eigen spuiten
van Roermond en velerlei andere pompwerk-
tuigen zijn daarmee nog bezig en het helpt
nu, wat in de eerste dagen niet het geval was.
Want toen gebeurde vet meer dan eens, dat
een zoo juist leeggepompte kelder opeens
weer vol liep met opdringend rioolwater.
Maar door het verder zakken van de Maas
No 14 1926
Een goede Kerstmis voor de winke-
liers. „Baar geld" is hoofdzaak!
Het schandaal van de Eckener inza-
meling. De „weldadigheidsbran-
che". Een merkwaardige eisch van
de kunstenaars. Een liellijk wonder.
Berlijn, begin Januari '26.
De winkeliers hebben met Kerstmis toch
niet zulke slechte zaken gedaan, als men aan-
vankelijk in verband met den ellendigen toe-
stand, waarin het Duitsche bedrijfsleven ver-
keert, vreesde. De kooplieden zijn heel tevre-
den. In den beginne, in de weken voor het
feest zag het er inderdaad donker uit. Het
was als durfde niemand eigenlijk de magazij-
nen binnengaan en de hallen van de groote
warenhuizen bleven wanhopig leeg. Heel op
het laatst, vlak voor den Heiligen Avond,
brak echter een kleine koopepidemie los. Men
had zuinig willen zijn en zich met groote
energie beheerscht; toen echter het feest van
weldadigheid, liefde en goedheid voor de deur
stond, toen de Kerstboom versierd en zijn
lichten reeds bijna aangestoken waren, storm-
de iedereen naar de winkels, om zich van ge-
schenken te voorzien.
Daarin stemmen de verklaringea van de
verschillende zakenmenschen overeen: er wer
den bijna uitsluitend gebruiksartikelen en
nuttige, practische voorwerpen gekocht
luxe dingen wilde niemand hebben. 'n Zeer op
merkelijk verschijnsel, dat een bewijs is van
het gezonde verstand van de bevolking. En
nog iets anders heeft bewezen dat de Berlij-
ners weer nuchter en practisch rekenen ge-
leerd hebben. Het is een oud gebruik in onze
zakenwereld, da ze in Januari, als de Kerst-
drukte voorbij is, haar „inventaris"-uitver-
koopen organiseert. Ditmaal werd aangekon-
digd, dat de uitverkoopen onmiddellijk na
Nieuwjaar beginnen zouden en ontelbare
menschen hebben blijkbaar besloten de ge-
schenken in geld, die ze met Kerstmis gekre-
gen hebben, niet, zooals dat anders gebruike-
lijk is, in de dagen tusschen de feesten, dus
tusschen Kerstmis en Nieuwjaar, voor inkoo-
pen te besteden, maar zich nogmaals te be-
heerschen, tot de xoote plakaten en uithang-
borden met het opschrift „Uitverkoop!" in
de winkelstraten prijkten. Want op het oogen
blik, dat deze bladzijden geschreven worden
het is de 2 Januari en de eerste dag van
de algemeene aanbiedingen tegen verlaagde
prijzen moesten reeds in de ochtenduren in
de Berlijnsche binnenstad een groot aantal
zaken door de politie gesloten worden, om-
dat de drang van het publiek gevaarlijke af-
metingen aannam.
De kooplieden hebben bij deze uitverkoopen
hun prijzen geweldig verlaagd. Al verdienen
ze ook bijna niets meer, al lijden ze zelfs ver-
lies het is hun hetzelfde: de hoofdzaak is
voor hen, dat ze op de een of andere manier
baar geld in hun kas krijgen. De grootste
zorg is op het oogenblik voor iedereen in Ber
lijn: hoe kan ik mijn schulden betalen? Dan
eerst kan men er aan denken, te verdienen.
De algemeene toestand is zoo somber gewor-
den, dat men zich niet kan permitteeren met
een verre toekomst rekening te houden, zoo
als een koopman eigenlijk behoort te doen,
maar ieder al bijna tevreden is, als hij van
maand tot maand of van week tot week, of
zelfs van dag tot dag ziin begrooting in even-
wicht kan houden. De koopmanswereld heeft
eenige hoop gevestigd op het midden van de
maand Januari Het heet, dat dan de Rijks-
bank haar disconto zal verlagen en dat de
Rijks-bankpresident dr. Schacht tegelijkertijd
een verbetering van de credietverleeningsvoor-
waarden zou willen invoeren. Daardoor zou
aan den gevaarlijken stilstand en storingen
in het economische leven wel een einde komen.
Of de verwachtingen verwezenlijkt zullen
worden, moet de roekomst leeren.
In deze tijden van nood hebben hoogst
merkwaardige voorvallen die zich bij de
„Zeppelin-Eckener-spende" afgespeeld heb
ben, een pijnlijke verrassing gebaard. Het
gaat hier om de groote openbare inzameling,
waarvan het doel zijn zal, de middelen tot
den bouw van een nieuw luchtschip bij elkaar
te krijgen, waarmee dr. Eckener, de vroegere
medewerker van Graaf Zeppelin en de leider
van den tocht, die de Z. R. Ill verleden jaar
Elke liniatuur en dikte in voorraad.
Door Mrs. C. N Williamson.
Nederlandsche verialing van Ada van Arkel
36)
Er heerschte groote opwinding in het hotel
dien morgen, toen het nieuws van de dief-
stal tot alle gasten was doorgedrongen en
iedereen was benieuwd wat er gedaan zciu
worden; doch tot groote ergernis van hun
vriendinnen versiheen Lady Ethington en
gravin Karovski niet alleen niet, maar weiger-
den ze ook, bij monde van haar kameniers,
om bezoekers te ontvangen.
Als Sheila nog in dezelfde verhouding tot
John Munro had gestaan»zou ze waarschijn-
lijk van hem wel gehoord hebben, wat er ge
beurde; of de politie iemand verdacht en of
er een vermonde detective in liuis aan het
werk was. Maar nu hield hij zijn geheimen,
zoo hij die bezat, voor zich, al keek hij haar
van tijd tot tijd ernstig aan alsof hij hoopte,
dat ze nog van idee zou veranderen.
Het meisje bedacht, dat als ze het geheim,
dat ze besloten was op te lossen, wilde uit-
vorschen, ze niets beters kon doen, dan John
Munro vertellen, dat ze Zich toch maar met
hem zou verloven en hem zou helpen op de
manier die hij verlangde. Hij zou dan zijn
hart aan haar uitstcrten en het kon best zijn,
dat ze door zijn inededeelingen de aanwijzin-
gen zou krijgen, die ze noodig had.
Maar Sheila kon niet tot iets koineu. Ze
was hoogstens maar een amateur-detective en
kon geen dingen doen, die een beroeps-detec-
tive zonder eenige gemoedsbezwaren zou heb
ben gedaan om zijn doel te bereiken. Ze moest
alleen werken, want al wilde ze John Munro
niet in haar vertrouwen nemen, ze wilde hem
toch ook niet bedriegen.
Laat in den middag sp'rak Munro voor het
eerst dien dag over iets anders dan de cor-
respondentie met haar.
„Mr. Mc. Kinnon heeft me gevraagd U te
zeggen," zei hij, „dat hij een heel goed aan-
bod heeft voor uw kamer en U dus zult moe
ten verhuizen naar een andere. De bedienden
zullen U helpen, maar misschien wilt U er
liever bij zijn."
„Wanneer moet ik verhuizen?" vroeg
Sheila.
„Direct, als't U blieft. U moet naar no.
139 op de derde verdieping gaan in den wes-
telijken vleugel. U doet beter met nu naar Uw
kamer te gaan en toe te zien hoe de bedienden
Uw bagage bij elkaar pakken. Dat is uw vrije
uur."
„Heel goed," zei het meisje haar emotie
verbergend; maar in werkelijkheid was ze
even opgewonden als verrast. Ze was er van
cvertuigd, dat er in de kamer waar zij uit
verbannen werd iets zou gebeuren iets dat
verband hield met de geheimzinnige gezich-
ten eri geluiden die haar wakker hadden ge-
houden in zoo menige angstnacht.
„Wie krijgt mijn kamer?" vroeg ze met een
onverschillig gezicht.
„Lord Gfentorly geloof ik," antwoordde
Munro op denzelfden toon.
Hoofdstuk XII.
Een amateur-detective.
Nummer 139 was een kleine, heel gewone
kamer, zooals men gewoonlijk aan een kame-
nier gaf, en Sheila dacht, toen ze haar zag,
dat mr. Mc Kinnon haar die niet zou hebben
aangeboden, als ze niet zijn dienst zou gaan
verlaten. Nu kon het hem niet schelen of ze
tevreden was op Glentorly kastee' of niet, ze
zou haar veertien dagen uitblijven en dan zou
een ander meisje haar plaats komen innemen
en met dezelfde vriendelijkheid en voorko-
mendheid worden behandeld, die eerst haar
deel waren geweest.
Maar ten slotte beteekenden zulke onbe-
langrijke dingen nu even weinig voor haar
alsivoor mijnheer Mc Kinnon. Ze was zoo
bedroefd voor haar zelf en voor Lady Viola
Rayne, dat kleine details van physiek gemak
te onbeduidend leken om er tweemaal over te
denken.
Ze voelde zich ellendig, omdat ze weer op-
nieuw de wereld in moest gaan, waar ze nog
slechter af zou zijn dan vroeger, omdat ze nu
niet geslaagd was of, als ze al of niet wer
kelijk mislukt was, was het toch hetzelfde of
ze het wel was. Ze voelde zich ongelukkig,
omdat ze wist, dat ze dwaas genoeg was ge
weest een man lief te krijgen, die even ver
van haar verwijderd was als de hemel van
de aarde een man, die aan haar dacht, (zoo
hij al aan haar dacht) als aan een bij-de-
hand kind uit een heel andere levensklasse
dan hij zelf, een arm klein schepsel, tegen
,wie je vriendeliik moest ziin alleen al uit
is dit bezwaar vervallen en nu kan er ook
werkelijk weer effectief schoon schip gemaakt
worden.
De schade, die het water achtergelaten
heeft is huis aan huis, straat aan straat van
de overstroomde stadsgedeelten moet aanzien-
lijk zijn. Wij zijn niet stelselmatig gaan aan-
bellen om ernaar te informeeren, maar heb
ben er, hier en daar een steekproef doende,
genoeg van gezien om dit met stelligheid te
zeggen.
Ook te Venlo hadden de verstandige bur
gers hun maatregelen wel genomen, maar de
onverwacht hooge waterstand heeft toch ve-
len hunner tot hun nadeel overrompeld en
van hun meubels veel bedorven.
En er was ook veel, dat niet zoo gauw in
veiligheid kon gebracht worden. Veel piano's
bijv. moeten het voorgoed afgelegd hebben,
naar ons werd verteld en al is een piano voor
de meeste menschen geen onjnisbare levens-
behoefte, het is toch zeker wel hard een zoo
duur stuk door het water naar den maan te
zien gaan. En wat er niet aan houtwerk,
muurbekleeding, stoffeering e. d. bedorven is
Erger is echter de schade in den omtrek
van Venlo te Blerick, Tegelen en Baarlo aan-
gericht, in steen-, machine-, tabaks- en andere
fabrieken. In de steenfabrieken van Canoy
Herfkens en Teeuwes zijn enorme hoeveelhe-
den ongebakken steenen, die in de schuren
stonden te drogen, bedorven, waardoor we;-
iswaar niet de grondstof, de klei, is vernie-
tigd, maar toch veel arbeidsloon teloor 's
gegaan, en bovendien een groot aantal arbei-
ders tijdelijk op straat is komen te staan. Ook
veel gebakken steen, die stond te wachten op
verzending is cnbruikbaar geworden.
In de machinefabriek van Van den Berg is
voor een groot bedrag aan voor aflevering
gereed staande resp. voor de fabricage be-
stemde machinerieen, toestellen e.d. zwaar be-
schadigd en vemield. Zoo ook in de machine
fabriek van Hekkers en de sigarenfabriek van
Greykamp.
Ernstige schade is er ook aangericht in het
Missiehuis te Steyl, dat ten deele diep in het
water heeft gestaan. Met groote krachtsin
spanning hebben de breeders echter hun
mooie drukkerij, boekhandel en museum vrij
weten te houden. Te Velden en Arcen is er
vooral schade in de huizen en bij de boeren
onder de bevolking aan voorraden, winter-
provisie, hooi en uitgezaaide veldvruchten.
Vee is hier weinig of niet omgekomen; men
heeft alles tijdig in veiligheid kunnen bren
gen of nog achteraf gered.
Te Arcen zagen wij een aangespoelde
houten keet, die, naar men ons zeide, afkom-
stig is van de werken der Maaskanalisatie on
der Belfeld, dus een heele reis heeft gemaakt.
Thans is het gewone leven overal in den om
trek van Venlo weer hersteld en het ziet er
uit of er niets gebeurd was. Maar dat is
slechts schijn; de werkelijkheid is anders en
minder mooi en kon men de som der 'aange-
richte schade bepamen, men zou er waar-
schijnlijk van schrikken zoo groot als zij is.
Uit Grave en omslreken.
Vrijdag werd uit Grave gemeld:
Ofschoon er nog wat water door een 35 M
lang en IVv. diep gat in de Veerstraat te Ne-
derasselt naar de doorbraak in den Maasdijk
te Overasselt stroomt, kan thans van geen
verval meer gesproken worden.
Zaterdag hoopte men reeds met twee p'.oe-
gen aan het leggen van den dijk te beginnen.
Deze Maasdijk, want het zal de definitieve
dijk worden, zal een voet krijgen van 29 M
breed.
Reeds is de aannemer van den rijksweg,
medelijden met haar eenzaamheid. Ze voelde
zich ongelukkig, omdat die man misschien
met Lady Marsden zou trouwen, die alles in
het werk stelde om hem in te palmen en die
als ze slaagde haar geliefde zou over-
halen te gelooven, dat de jonge stenografe
een leelijke kleine avonturierster was.
Dit waren Sheila's persoonlijke verdriete-
lijkheden, maar ze had nog andere. Ze had
zeer veel medelijden met kapitein Derby,
dien ze sympathiek vond en bewonderde en
wiens zaak ze graag zou hebben bevorderd
als ze kon. Ze leed mee met Lady Viola, die
waarschijnlijk gedwongen zou worden een
man te trouwen, dien ze niet liefhad; en ze
vreesde dat haar vriendin nog steeds in ge-
vaar was voor de geheime samenzweringen
van de twee jaloersche vrouwen.
Wat den brief betreft, dien Viola haar ge
vraagd had aan mr. Franklin te geven, ze
had hem dien niet overhandigd gedurende
hun kort onderhoud des morgens en toen er
verscheidene uren vborbij waren gegaan,
zonder dat ze hem weer ontmoette, had ze
den brief bij een verklarend brief je ingesloten
en aan Lady Viola gezonden. Wat er daar-
na gebeurd was, of de brief toch weer gezon
den was, of het meisje haar antwoord mon-
deling inplaats van schriftelijk had gegeven,
of dat de kwestie nog onbeslist was wist Shei
la niet, want ze had niets gehoord.
Ze behoefde niets van haar gewone werk
dien dag te doen, behalve dat voor mr. Mc.
Kinnon, want men zei haar, dat noch mr.
Carrington, noch kapitein Derby haar diens-
sten noodig hadden en ze wist niet of dit
was om dat ze in ongenade was geval len, of
I met zijn mannen bezig de vele gaten en de
1 op sommige plaatsen geheel vernielde Veer
straat te Nederasselt weer berijdbaar te ma-
ken. Men hoopte heden redds zoover gevor-
derd te zijn, dat men ook het bovengenoemde
35 M. lange gat kon laten dichten.
Ofschoon het water te Balgoy en Neder-
Asselt weer 15 c.M. gevallen is, en vele wo-
ningen andermaal boven water zijn gekomen,
kon van het slaan van een ncodbrug bij Lu-
nen nog niets komen, wijl daar ter plaatse
nog 35 c.M. water op den weg stond. Een
boer vertelde, dat in zijn huis, dat goed ge
sloten was geweest, het zand en slip wel 10
c.M. dik op den vloer zat. Andere huizen, die
nu droog zijn, zijn niet te openen, omdat
binnen en buiten alles bevroren is.
De bakkers te Grave moeten dag en naclit
bakken, want in de overstroomde dorpen in
het Rijk van Nijmegen zijn alle aardappelen
bevroren en zijn de groenten verloren ge-
§aan, en is men aangewezen op het eten van
rood. Men brengt het thans per hondekar
naar de boerderijen.
Een correspondent te Grave meldt nog:
De Maas voor deze gemeente is weer eens
flink gevallen.
De gierpont is niettegenstaande het lichte
drijfijs weer aan de reep gelegd.
En om nu de gehavende Veerstraat te Ne
derasselt te kunnen passeeren, heeft de aanne
mer Boumann voorloopig een brug laten
slaan over het 35 M. lange gat in den weg.
Nu kunnen er echter geen voertuigen langs.
Daar er over het ijs van de Beersche Maas
bij den Elftweg ook geen voertuigen kunnen
passeeren en ook uit de richting Nijmegen
geen voertuigen kunnen kemen, is het alleen
lastig voor voertuigen uit Grave en omstre-
ken, dat men niet over de Veerstraat te Ne
derasselt kan rijden.
Het water in de dorpen van het Rijk van
Nijmegen blijft geregeld langzaam wegval-
len.
Op den Elftweg (rijksweg's BoschGra
ve) staat nog gemiddeld 23 c.M water.
De boeren uit Velp komen over het ijs van
de Beersche Maas heen naar Grave om in-
koopen te doen. Toch moet men voorzichtig
zijn vanwege de vele wakken.
Uit Tiel wordt gemeld:
De Waal is in het laatste etmaal 29 c.M.
gevallen. De veendammen beginnen droog te
lcopen, zoodat de gierpont weldra gelegd zal
kunnen worden.
Uit het land van Maas en Waal komen nog
wel noodlijdenden hier aan, maar zij worden
dadelijk naar elders doorgezenden. Van het
hier gestalde vee, uit Wamel herkomstig,
gaan weer veel dieren terug.
Het vloedwater in Maas en Waal zakt
langzaam weg. Het ijs veroorzaakt echter
veel last. De in het veld gelegen dorpen Berg-
haren, Horssen, Puiflijk en Altforst zijn door
het ijs niet per boot bereikbaar, terwijl dit te
zwak is om lasten te dragen. De verbindings-
wegen zouden, indien er geen ijs op lag,
bruikbaar zijn om in de behoeften van mensch
en dier te voorzien. Nu begint er hier en daar
gebrek aan brandstoffen, levensmiddelen en.
voederartikelen te heerschen, vooral in Hors
sen. Van Bergharen, waar het ook begon te
nijpen, heeft men verbinding met Wychen ge-
kregen.
Men meldt uit Wychen:
Gister zou een aanvang gemaakt worden
met de werkzaamheden tot herstel van de in
het begin van de overstrooming weggeslagen
brug in de buurtschap Lunen. De stroom van
het water was echter heden nog te hevig, zoo
dat nog ongeveer drie a vier dagen zullen
omdat de diefstal van mr. Carringtons juwee-
len den gewonen gang van zaken in de war
had gestuurd.
Later, toen het tijd werd om naar Lady Et
hington te gaan, hoorde ze, dat ze ook "daar
niet heen behoefde dien middag en ze zou dus
het grootste gedeelte van den dag niets te
doen hebben geha^, als niet mr. Mc. Kinnon
haar genoeg werk had gegeven in zijn eigen
kantoor om datgene wat ze gewoonlijk deed
te vervangen.
Ze was in een eigenaardige gemoedsstem-
ming, een stemming, die ze niet lang zou
kunnen verdragen. dat voelde ze. Tegen den
avond, toen ze trachtte de leelijke kleine ka
mer wat bewoonbaar te maken, besloot ze dat
ze dien avond in het geheim een bezoek aan
den toren zou brengen om te ontdekken, zoo
mogelijk, waarom ze daaruit verbannen was.
Ze wist niets van lord Glentorly af en kon
niet aannemen, dat hij in eenig verband stond
met de geheimzinnige voorvallen in den to
ren, hij was zelfs niet in het hotel geweest
toen zij vooryielen. Maar zij ge'oofde, dat
zijn verlangen om die kamer te hebben alleen
een voorwendsel was om haar er uit te krij
gen.
Misschien zou hij hem werkelijk krijgen,
misschien niet. Misschien werd hij heelemaal
niet in gebruik genomen, althans niet onmid
dellijk; maar van een ding was Sheila abso-
luut overtuigd: er zou iets in die kamer ge
beuren of in ieder geval in den toren en nog
dezen nacht, anders zou zij niet zoo ineens
hebben moeten verhuizen.
(Wordt vervoigd.)
Als ge alles hebt beproefd en de energie voor uw zaak U nog niet
de resuitaten heeft gebracht, die U zich hadt voorgesteld, be3luitdan
tot het nemen van een regelcontract in een goed, door alle standen
gelezen dagblad. Wij twijfelen niet, of dit zal U zeer zeker brengen
tot het gewenschte succes, Het zal blijken HET MIDDEL te zijn!
is