Alkmaarsche Courant
Inclfsche Eroniek.
Het ondergrondsche syndicaat.
EEN GOED
ZAKENMAN
ADVERTEERT IN DE
ALKMAARSCHE COURANT
(r^
Honderd Achf en Twintigste Jaargang,
Dondordap: 21 Januari.
L. HUNKENBERG - f.LKVMR
VVA ll.l.KTON.
De overstrooming
in ons land.
ht. 11 r "i-iiijaiiBiIUU
3TELT ALLES IN HET WERK OM ZIJN
OMZET STEEDS HOOGER OP TE VOE-
REN.-ZEER ZEKER ZAL HIJ DE PUBLI-
CITEIT VAN EEN ZEER VEEL GELEZEN
DAGBLAD ONONTBEERLIJK WETEN. -
NEEMT DIT EENS IN OVERWEGING EN
SLUIT EEN REGELCONTRACT BIJ DE
ALKMAARSCHE COURANT. DIE IN ALLE
KRINGEN HAAR LEZERS TELT.
Ko 17 1926
De muskieten en de hitte. Hoe
hard ze steken en hoe warm het is.
De heerlijke bergen. Op 6000
voet de kachel aan. Pantoffel-
parade perauto. Een restau
rant aan een stok. Straatleven.
Als de avond valt
Als de zon onder de kim verdwenen is,
dan daa.t in de tropen die korte schemering,
die in een kwartier tijds overgaat in het
nachtelijk duister. Dan is het zes uur, half
zeven in den avond. Zoo heeft men nog op
het tennisveid de laatste set bij aaglicht vol-
emdigd, of reeas is na de verkwikxende ijsli-
mcnade de nacht gedaald, zoo is op de voor-
galerij het laatste Kopje thee bij het licht van
ce laatste zonnestraa. genoten, of na het op-
ruimen der theetafel worden in het Indische
huis de lampen aangestoken. En bij het vai-
len der duisternis komt soms, lang niet altijd,
iwat koelte in de atmosfeer en komen altijd de
anuskieten. De muskieten komen als du.zend
ikleine kwelduive.s aangestorma op den blan-
ken man en op de blanke vrouw, die in hun
stoel nog wat zitten te peir.zen in den donke
ren turn, zij dansen om de hoofaen van hen,
die bij de schemerlamp gebukt zitten over
hun courant, zij gonzen cle huizen binnen en
geen plekje is veiiig behalve de zorgvuldig
met kiamboes oftewel muskietengaas omwik-
kelde bedden in de s.aapkamers. Plots grijpt
de rustige lezer bij zijn schemerlamp met
venijnigen ruk naar zijn enkel of zijn pols of
zijn kuit of zijn hals. Den eersten prik heeft
hij tepakken. Maar nu is de slag pas begon-
nen! De nieuweling in dit gevecht is onhan-
dig, de meer ervaren Indischgast petst dan
hier dan daar bijna instirctmatig op zijn
lichaam en haast bij iederen klap kleeft er
een klein vermorze.d diertje op zijn huid.
Maar wat geeft het, de vijand is te talrijk.
De belaagde moet andere middelen te baat
nemen. De gedienstige baboe brengt hem het
onmisbare fleschje kajapoeti-olie en met dit
wee riekerde middel bestrijkt hij zijn meest
belaagde lichaamsdeelen, de djongos (huis-
jongen) ontsteekt vlak bij zijn voeten een
soort van kaarsje, dat een benauwende wie-
rookachtige geur verspreidt, waarvan de mus
kieten een afkeer hebben, maar de blarke man
ook, want het brengt hem aan het hoesten,
zijn oogen tranen en de reuk is ook hem niet
aangenaam En or dailies deze verdedigings-
middeien moet hij door blijven petsen, wordt
hij toch nog gestdken en kronkelt hij zich van
den jeuk. O wee, als hij zwarte sokken
draagt, want die kleur trekt de lieve diertjes
aan,"o wee, als hij veel boomen op zijn erf
heeft staan, of als er in de buurt van zijn
huis een plas of goot met stilstaand water is
of een moeras, want dat zijn de broedoiaat-
Scn, waar de mtibkieten welig tieren. En o
wee, als de vermoeide Westerling zich voor
den racht terugtrekt in het veiiig gewaande
ledikant en de baboe heeft vergeten met haar
sapoeliti (een speciaal voor dat doel dienende
bezem .van twijgen) de ldamboe uit te beze-
men, of hij zelf heeft bij het bestijgen van zijn
ledikant de tulen seheidsmuur eenige seconden
laten openstaan. Een of twee kleine kweldui-
vels zijn over het hoofd gezien of fluks naar
binnen gegonsd, en het beteekent slapeloos-
heid, totdat de arme Westerling weer opnieuw
het licht heeft aangestoken en in zijn bed als
een dolleman heeft rondgedanst om het laat
ste insect te vangen en te doen sneven. En
hij mag tenslotte van ge'uk spreken, a.s hij
tijdens deze guerilla gebeten is door enkel
maar de gewone huis- of tuinmuskiet en niet
door de anopheles, want zij brengt de mala
ria. Zoo behoort het musk'etendom tot de
kleinere onaangeraamheden van het Indische
leven, maar zijn het niet de kleine onaange-
maamheden, die ons in't leven vaak het meest
kwellen?
De muskieten en de hitte! Ja, waren die er
niet, wat zou het dan heerlijk leven zijn on
der de palmen! Hoe dikwijls wordt den gere-
patrieerde door belangsteliende familie en
vrienden gevraagd. of het nu heusch zoo
warm is daarginds en hoe warm dan eigen-
lijk wel? Misschien hebben mijn geachte le-
zers die vraag ook wel op de lippen. Daar-
om dit. Het is in Indie zeer warm, overdag
W;i repareeren a'le systemen sohr!«!'
machines. Do oiidoriloelcn van de mees*
bekendo merken z n steedsvoorrad;g.
Door Mrs C. N Williamson.
N ederlandsche verialing van Ada van Arkel
39)
Geloofden ze maar, dat ik bewusteloos ben
en gingen ze maar weg," dacht ze. „Ze zul-
len verbaasd zijn, dat ik geen geluid geef en
ze zullen dadelijk licht maken om mijn ge-
zicht te zien. Ik moet mijn oogen dichthouden
en mijn adem zoo lang mogelijk inhouden."
Nauwelijks had ze dit plan gemaakt of een
stroom wit licht viel op haar gesloten oogen
Met al haar wilskracht hield ze ze onbe-
wegelijk en bleven de lange wimpers zonder
een trilling op de wagen rusten.
„Flauw gevallen," fluisterde iemand luider
dan eerst.
„Weet je dat wel zeker?" zei een andere
stem," ze doet misschien maar zoo."
Een oogenblik later voelde Sheila de druk
van een hand op haar borst.
„Ze schijnt niet adem te halen," was het
gefluisterde antwoord.
„Laten we haar dan voorloopig maar laten
liggen. Ze kan niet ontsnappen."
„Ze kan schreeuwen."
„A1 zou ze dat doen, dan wordt ze toch niet
gehoord."
„En toch fluisbren wij."
„Luide stemmen zouden het meisje mis
schien bij brengen. Het is makkelijker, dat ze
is zooals ze nu is. We hebben nu geen iiid
aan de kusl en in het laaggelegen binnenland
omstreeks 85 a 90 graden in de schaduw, of-
schoon er ook veel hoogere temperaturen
voorkomen, zooals nu pas tijdens de largdu-
rige droogtepericde in Oost-Java. Tegen den
avond koelt de atmosfeer uit den aard der
zaak eenigszins af, dikwijls genoeg echter
ook niet. Maar en des avonds en des nachts
blijft toch in het laagland de vochtige warmr
te hangen, zoodat ook de slaap nimmer ver-
kwikkend is als in streken, waar de nachten
koelte brengen-. Er zijn ongetwijfeld streken
op aarde, waar het nog warmer is dan in on-
ze Oost, zoo b.v. in sommige deelen van
Britsch-Indie. China, des zomers zelfs in
Saloniki en Belgrade enz. Maar in den Bal
kan kent men dan ook weer de zeer strenge,
droge winters, waarin mensch en dier nieuwe
krachten verzamelen. In Indie is het altijd
warm. De Indische hitte is anders dan onze
Europeesche hitte in de hond'sdagen. Zij is
vochtig, men heeft het gevoel alsof men zich
beweegt en leeft in een Turksch bad. Voor een
korte poos is dat niet zoo heel erg, maar een
verb'.ijf van jaren in dergelijke atmosfeer
werkf afmattend en verslappend op lichaam
en zenuwen- De Indische indolentie wordt er
geheel door verklaard. Het spreekt van zelf,
dat de wijze waarop men op zulk klimaat rea-
geert, geheel individueel is. Er zijn natuurlijk
blanke menschen, die hun gestel op den duur
zien sloopen, er zijn er echter ook tallooze
anderen, die het in Indie ook wat de gezond-
heid betreft, uitstekend kunnen bolwerken en
de voorbeelden van Ken die twintig, dertig en
ook veertig jaren in de tropen hebben ge-
leefd in- uitmuntende gezondheid, zijn voor
het grijpen. Het is overigens een medisch
vaststaand feit, dat menschen met donker
haar en veel pigment in de oogen beter tegen
tropische klimaten bestand zijn dan zij, die
door de ratuur met hoogblond haar en lichte
oogen zijn fcedeeld, hetgeen natuur'ijk weer
niet zeggen wil, dat deze laatsten daarom a
priori rdet over een Indische loopbaan zouden
mogen denken. Overigens speelt, vooral juist
in- de tropen, een rationeele en matige leef-
wijze een groote rol, terwijl ook daar sport
een haast onmisbare factor is voor de ge
zondheid, wat ik hierboven over de Indische
hitte zeide, geldt voor het laagland. In het
zeer bergachtige Java vindt men in de hoo-
gergelegen streken, naarmate men hooger
komt. betere k'imaten. In Bandoeng, dat op
700 M. hdogte ligt, is het overdag zeer
warm, maar koelt de temperatuur tegen den
middag aanmerkelijk af, terwijl de nachten
heerlijk koel zijn. Op de bergonc.c'nemmgen,
waar de thee- en kina-cultures op hoogten van
5000 en 6000 voet worden gedreven, virdt
men een voor de tropen verrassend goed kli
maat en is et niet ze d m in d eadmiristra-
teurswoningen een kachel of een open haard
met houtblokken te bewondeien en's avonds
te waardeeren. Vandaar dat de Europeaan,
die aan de kust of in het laagland moet zwoe-
gen, als hij het maar even doen kan, op ge-
zette tijden „naar boven" gaat, d.w.z. met
vrouw en kinderen eens gaat uitblazen in een
van de talrijke berghotels die men overal in
het Javaansche hooggebergte vindt. Over
zulk een gezondheids- en ontspanningsver-
blijf in de bergen met al het wonderlijke, wat
daaraan vast zit, hoop ik het later nog eens
te hebben.
Voorloopig zitten de lezer en ik nog in het
laagland, in de groote stad. De avond is dus
gevallen, en na een heftige schermutsebng
met de muskieten en na een reinigend maai
niet al te verfrissend bad, hebben wij ons in
een smetteloos, keurig gestreken en gesteven
wit pak gestoken en zijn wij gereed om de
Indische stadbij avond te bezichtigen.
Een onafgebroken stroom van auto's be
weegt zich langs de hoofdverkeerswegen,
want dit is het-uur waarop de Westerling de
dosis frissche luc-ht tracht te vergaren, die hij
over dag te kort kwam. Behaaglijk. om niet te
zeggen ongegeneerd lui, ligt hij achter in zijn
ruime zevenzits-wagen uitgestrekt, terwijl de
warme lucht door de snelle vaart langs zijn
slapen strijkt en de illusie van koelte opwekt.
Dit is ook "het winkeluur van vele dames en
heeren, die zich in hun auto's langs de hel-
verlichte winkels laten rijden en niet zelden
hun avondritje besluiten met een aperitif op
het terras van een of ander restaurant of ho
tel, dan wel in den tuin der societe.t. De so-
eieteit zelve is voor de dames verboden ter-
rein, behalve natuurlijk de nimmer ontbreken-
de balzaal, waar ettelijke malen in de week de
Dansmuze onpermachtig heerscht. Wie geen
eigen auto heeft en zich niet de luxe van een
der ontelbare taxi's kan permitteeren, rijdt
rond in een sado of in een deeleman of in een
ebro of kosong. vehi-kels, die ik in een vorige
kroniek heb be«chreven. Slechts een enkeling,
die dat aan zijn gezondheid verplicht meent
te zijn. ziet men loopen. I.oonen doet men in
Indie niet anders dan in uitersten financieelen
nood of op dokters advies
Het zijn niet alleen Europeanen, die nu in
om aan haar te verspillen. Lastpost, als ze
ons spel niet bedorven had met haar gegil
zou het vuur ons alle moeite bespaard heb
ben. Onze twee vliegen zouden in een klap
gedood zijn."
,,'t Is te laat om daar nu over te zaniken.
Ze mogen geen argwaan tegen ons krijgen.
We doen beter met nu weg te gaan. Maar ik
zou het secuurder vinden als we zeker wisten,
dat ze geen lawaai zal maken."
,,'t Is makkelijk genoeg haar den mond te
snoeren."
„Je bedoelt
„Niet wat jij denkt, dat ik bedoel. We mo
gen het er niet op wagen dat er ook maar het
minste gepraat kan worden, als wij ons on
der de menschen vertoonen, die door den
brand zijn wakker geworden en ik heb boven-
dien een ander plan. Het moet voor den mor-
gen gebeuren en op zoo'n manier, dat ze naar
bed kan worden terug gedragen en daar
kalm neergelegd, zonder dat iemand zou ver-
moeden, dat ze door geweld aan haar eind is
gekomen. Een dosis laudanum, dat is je ware
en het fleschje naast haar. Dan zullen ze
denken, dat ze er zelf een eind aan heeft ge
maakt, omdat ze ontslagen is."
„Jij denkt ook aan alles."
„Ik heb de noodige ondervinding, anders
zou ik niet zijn wat ik ben."
„Kun je aan laudanum komen?"
„Ja. Ik heb altijd overvloed cvan materiaal
Ziezoo, ik heb een soort prop van mijn zak-
doek gemaakt We zullen hem er even instop-
pen, en ze kan bijkomen wanneer het haar be-
lieft, zonder dat we er last van hebben."
Sheila hoorde woord voor woord van dit
auto's rondrijden om lucht te happen, rond te
kijken en bekeken te worden. Uit de beneden-
stad komen de luxe auto's der rijke Chineezen
en Arabieren aanrijden. Vooral de Chineesche
auto's zijn overdadig versierd met koper en
nikkel en groote opvallende signaalhoorns en
lampen. De gele man houdt van blinkende en
schitterende zaken. De drie of vier vrouwen,
die met hem rondtoeren, zijn behangen met
juweelen, zijn kroost, Europeesch aangekleed
en daarom zeer aapachtig om te zien, is voor-
zien van gouden horloges met kettingen, veel-
kleurige sokken, dassen en hoofddeksels En
als deze volgepakte toerwagen genoeg heeft
rondgereden in de fraaie wijken en langs de
mooie winkels, dan glijdt hij geruischloos
weer naar donkerder buurten om in de bene-
denstad in een of ander slop stil te staan en
onder luid gesnater ontladen te worden voor
een of ander onoogelijk en onzindelijk krot, de
familiezetelOok de Arabieren en de inlan
ders laten zich niet onbetuigd. De Arabier
berijdt zijn Ford even zeker, zoo niet even
elegant als eens zijn voorvaderen hun kamee!
Inlanders vullen een auto, totdat er niemand
meer bij kan zitten, staan of hangen. Aldus
opeengepakt vliegen zij in dolle vaart door
het verkeer zonder zich om eigen of anderer
veiligheid te bekommeren.
Tegen den avond ook begint de inlandsche
bevolking, die haar'dagtaak voleindigd heeft,
aan haar geliefkoosde bezigheid, rondslente-
ren en langs den weg hurken. Met gansche
troepen, mannen, vrouwen en kinderen komen
ze uit de kampongs om 'n avondbad te nemen
in de rivier, die dwars door de stad stroomt
En na het bad blijven ze hangen op stoepec
en trappen in eindelooze gesprekken neerhur-
k-end dan wel onbewegelijk voor zich uitsta-
rend strootjes rookend, dan wel een hunner
ongeregelde maaltijden gebruikend gehurkt
rondom een warong oftewel verplaatsbaar en
rondreizend restaurant. Dit restaurant be-
der beide uiteinden van een bamboestaak be-
vestigd. In de eene mand zitten de lekkernijen.
waarvan ons bij aandachtige beschouwinp
het hart in het lijf ronddraait, in de andere
mand of kist is een stellage gebouwd, bevat-
tend een houtskoolfornuisje, waarop een on-
noembaar soepje staat te pruttelen. Zijn de
klanten verdwenen, dan neemt de kastelein
zijn bamboestaak over den schouder en draaft
in snelle pasjes met het heen en wier zwiepend
restaurant naar andere oorden.
Het. Europeesche straatleven duur-t in In
die niet laat. De Europeesche winkels sluiten
om zeven uur, de lichten in de etalages wor
den gedoofd, de auto's worden zeldzamer. De
Europeaan zit thuis of in de societeit of gaat
naar de bioscoop, de inlandsche wandelaars
keeren terug naar hun kampong. Maar het
inlandsche verkeer houdt nimmer geheel op.
Den heelen avond en den ganschen nacht zul
len de bruine mannen en vrouwen over de we-
gen blijven gaan. De inlander leeft ongere-
geld, hij slaapt veel overdag, hij waakt veel
's nachts. In het hoist van den nacht slentert
hij rond, zit op een stoep gesprekken te voe-
ren, neemt hij een bad. En niet alleen in de
stad maar ook in het binnenland draaft de
koelie's nachts over de wegen, zijn last aan
den zwiependen bamboestaak torsend. In de
stad dient op tlkcn last, die wordt gedragen
een oliepitje te branden. Dat is moderne eisch
van het verkeer. Totdat de zon weer opgaat
zullen die dwaallichtjes over de wegen dan-
sen.
Als de nacht over de Indische stad is ge
komen drijft over de tropenstad een zwoele
atmosfeer van vochtige warmte en van zinne-
lijkheid. Honderdduizend miasmen uit de ri
vier en de moerassen vullen de lucht, geuren
van bedwelmende melatti en van gebakken
visch vermengen zich tezamen. De Indische
stad is plotseling anders geworden. Het is
een ander Batavia, een ander Soerabaya dat
nu begint te leven. Daar is de rivier, die aan
de ver-Europeeschte stad haar Oostersche
ziel weer teruggeeft, over wier oppervlak in
het duister het lichtje van een sampan glijdt.
Daar zijn de kronkelstraten der benedenstad,
waar duizend lichtjes hangen en de flakke-
rende gaspitten in de Chineesche krotten en
toko's negotie en zonde in het halfdonker
nullen. Daar zijn de kosscngs, afzichtelijke
smerige voertuigen, die uit sloppen en stegen
te voorschijn komen, zich af en toe in het licht
wagen met hun inhoud van gearmde jonge-
lingen van Aziatische kom-af, van lichte-
kooien en van strootjes rookende afzichtelijke
Chineezen, die glimlachen tegen mannen en
vrouwen om sooedig weer in de duisternis te
verdwijnen. Nu hangt een atmosfeer van
zwoel verderf, die met den nacht uit sloppen
en gaten schiint te kruipen, opstijgt uit de
rivier en uit de aarde, die, wat niet Oosterscb
is, benauwt en neertrekt, die zich belichaamd
in de kerels en vrouwen, die heupwiegend,
lokkend en lonkend langs de wegen drentelen
Dat is de tropenstad bij avond en bij nacht.
D. B
gesprek en toen een hand haar kin naar bene-
den duwde om haar mond open te krijgen,
bleef ze slap en onbeweeglijk liggen zonder
eenige tegenstand. Een groote prop werd tus-
schen haar tanden gewrongen en nog steeds
veinsde ze bewusteloosheid. Haar gehoor
scheen nu buitengewoon scherp. Ze hoorde dte
ademhaling van de twee mannen. Ze hoorde
het zachte geluid van voetstappen in het dik-
ke haarkleed of karpet en eindelijk een flauw
geklik, dat ergens uit de verte scheen te ko
men. Daarna was alles stil en ze wist dat ze
alleen was.
Ze had gehoord, waarom de mannen weg
waren gegaan en het was waarschijnlijk, dat
ze vooreerst niet terug zouden komen. Toch
kon het niet zoo heel lang duren, wanneer zij
voor den morgen uit den weg moest zijn ge-
ruimd op de manier, die zij zoo cynisch be-
daard hadden besproken. Zij hadden de duis
ternis noodig om d'e daad te verbe-gen, wan
neer ze door het huis moest worden gedragen
en op het bed gelegd in de nieuwe kamer,
waarvan ze het nummer al moesten weten.
Het is moeilijk een stem te herkennen uit
gefluister en Sheila had de identiteit van de
sprekers niet kunnen vaststellen uit het ge-
mompel, dat ze gehoord had; toch was ze er
van overtuigd, dat ze den naam van den
eenen man geraden had. De andere was nog
een mysterie voor haar, ze had geen flauw
idee wie het zijn kon. Maar dat kwam er ten
slotte weinig op aan. Niets kwam er nu eigen-
lijk op aan voor haar, tenzij ze zich kon be-
vrijden en ontsnappen.
En dit te verwachten stond gelijk met een
wonder en toch kon Sheila niet gelooven, dat
Uit 's-Hertogenbosch en omstreken.
De secret a ris - penn ingmeester van het R.-
K. Huisvestingscomite te 's-Hertogenbosch,
de heer J. Pastoor, schrijft aan de N. R. Ct.
De wanklank mag niet blijven naklinken.
Daarom eenige toelichting.
Wanneer er met het Protestantsche zieken-
huis eenige kwestie is geweest, heeft deze ge
heel op misverstand berust. Toen ons be
stuur kennis kreeg, dat aan die zijde eenige
ontstemming was gewekf, heeft het onmid-
dellijk zich met de directrice in verbinding
gesteld, en de zaak is nu vol-komen geregeld
Het Huisvestingscomite heeft ook nu de ge-
dragslijn gevolgd, die het gedurende heel zijn
buitenlandsche kinderactie gevolgd heeft. Het
brengt alleen zieken in zielenhuizen onder.
Het is voor de hand 1-iggend, dat het comite
thans het eerst gebruik maakte van de gele-
genheden, waarover het vroeger ook steeds
heeft beschikt, allereerst het algemeene Groot
Ziekengasthuis aldaar, waar het een mini
mum voor verpleegkosten betaalt, verder het
ziekenhuis der Eerw. Broeders van Johannes
de Deo, die zieken geheel kosteloos opnemen.
Meer behoefte aan ruimfe voor ziekenverple-
ging was er nog niet, maar is wel voor de
toekomst te verwachten, en dan zal ook gaar-
ne het Protestantsche ziekenhuis worden ge-
bruikt. Gkteren is de eerste patient er onder-
gebrach t. De directie heeft ten aanzien van
het comite zeer aannemelijke condities gesteld.
Dr. Van der Werff, leider van den genees-
kundigen dienst voor de vluchtelingen, door
de regeering hierheen gezonden, achtte het
raadzaam, in de ontruimde Citadelkazerne
zalen in te richten voor de opneming van
ouden van dagen en lichte zieken, die niet in
een ziekenhuis thuis behooren Die inrichting
is tot stand gekomen met medewerking van
het Roode Kruis, en wanneer men het karak-
ter dezer inrichting en de bedoeling ervan in
aanmerking neemt, zou het onredtlijk zijn te
beweren, dat door het tot stand brengen van
deze gelegenheid van verpleging het Protes
tantsche ziekenhuis gepasseerd is.
Het comite heeft niemand, van welke gods-
dienstige of politieke gezindte ook, van hulp-
verleening uitgesloten en de samenwerkin-g
tusschen katholieken en andersdenkenden, hier
mag uitstekend worden genoemd, Niet-katho-
lieke dames helpen bij de verzorging van de
vluchtelingen en zelfs niet-katholieken zijn
op het centraal bureau van het R.-K. Huis
vestingscomite werkzaam. De verstandhou-
ding is uitstekend en het zou jammer zijn,
wanneer een onjuist voorstelling van zaken
die in gevaar braclit.
Uit Grave en omstreken.
Men schrijft uit Grave:
De ingenieur van den rijkswaterstaat, de
heer Des Tombe te Amhem, heeft verteld dat
hij juist den rijksweg onder Lunen (gem.
Wijchen) had geinspecteerd en dat hij om het
verkeer niet al te zeer te hinderen dien weg
wel binnen een week z6o zou laten in orde ma
ken, dat met voorzichtig rijden de weg kan
gepasseerd worden.
Verder wordt van betrouwbare zijde verno-
men, dat de M. wijde gewelfde duiker,
te Lunen (Gemeente Wychen), welke 5 M.
lang is, geheel door het water is weggesla-
gen en dat er alleen aan de N6ord!zijde een
klein gedeelte metselwerk is overgebleven.
Voorts is bij dezen duiker ook een gedeelte
bij den weg weggeslagen, zoodat de geheele
opening in den Rijksweg daar ter plaatse
12 M. is.
Over deze opening is thans een noodbrug,
van 80 c.M. breed voor vcetgangers en fiet-
ze vannacht zou sterven.
Voor haar was er maar een lichtstraal in
de duisternis. Ze had een van de mannen hoo-
ren zeggen, dat ze het spel bedorven had. Dat
moest beteekenen, dacht ze, dat haar alarm-
kreeten gehoord waren en dat Mark Carring-
ton en kapitein Derby gered waren. En de
gedachte dat ze in staat was geweest dit te
doen gaf haar moed om nog meer te probee-
ren. Ze wist niet waar ze was, maar als ze
zich maar kon los maken zou ze dat wel uit-
vindenen als ze dan kon ontsnappen, zou ze
ten minste een schurk aan de politie kunnen
overleveren.
,,0. als ik tenminste maar die banden van
mijn armen kon los maken", zei ze in zich-
zeif. „Als ik dat kon doen, zou de rest gemak-
keliik genoeg zijn, misschien."
Sheila Douglas was tenger en lenig met al
de elasticiteit van gezondheid en jeugd. Als
kind had ze allerlei wonderlijke dingen kun
nen doen met haar levendig lichaampje en zij
en haar broer, die drie jaar ouder was, had
den dikwijls een heerlijk spel gespeeld waar-
bij zij de kunstemakers van het kinderkamer-
circus waren. Het was jaren geleden sedert
het meisje een van die toeren waarom ze zoo
beroemd was geweest bij haar speelkameraad-
jes, had gedaan en ze had er nooit meer aan
gedacht voor dit oogenblik.
Nu herinnerde ze zich echter opeens, hoe
haar lichaam in vroeger dagen gewend was
geweest zich naar haar wil te voegen. En in
het ontzettende gevaar waarin ze verkeerde,
riep ze haar oude handigheid te hulp. Ze
wrong en boog dus haar tengere armen en
schouders om de banden. berekend op minder
sen gereed gekomen. Verder begint men heden
met het slaan van de tusschen de leuningen
3 M. breede noodbrug. De moeilijkheid bij
het bouwen van deze brug is voornamelijk
om in het sterk stroomence water tijdelijke
landhoofden voor die brug te maken. Deze
brug hoopt men-reeds aan het einde van de
week in gereedheid te hebben.
Voorts zal men over een lengte van 2 K.M.
langs de westzijde van den Rijksweg, waar
de berm geheel is weggekalfd, om de 30 M.
een baken te zetten, daar het niet mogelijk is
tijdens de vorst en door het ijs aan dezen
berm te werken. En dan wordt er aan iedere
zijde van het slechte wegvak een waarschu
wingsbord geplaatst, waarop staat: gevaar-
lijke weg, langzaam rijden.
Evenals bij de noodbrug zullen 's avonds
en's nachts bij de waarschuwingsborden
lantaarns gehangen worden.
Verder werd gezcgd, dat hoewel bij dag
van den weg van 3 M. breed (over een lengte
van 2 K.M.) met groote voorzichtigheid wel
gebruik gemaakt kan worden, het niet gera
den is's avonds, 's nachts en bij donker weer
den weg te passeeren, daar het ijs en de
sneeuw de gevaarlijke plaatsen van den weg
camoufleeren.
Het vernielde weggedeelte van den rijks
weg GraveNijmegen (waarin ook enkele
goed gebleven vakken) loopende van Lunen
(Wychen) tot aan het Graafsche Veer te Ne-
derasselt, is 4 K.M. lang. Meegedeeld werd
dat de vermoedelijke kosten van herstel 20 a
25.000 gulden zullen bedragen.
De Rijksweg van het dorp Neder-Asselt tot
aan den „Koning van Engeland" (het intact
gebleven wegvak) is reeas ijsvrij gemaakt.
Hoewel de Veerstraat te Neder-Asselt voor
karren berijdbaar is, kan er deze week van
geregeld autoverkeer over dezen weg nog
niets komen.
De bevolking van het Rijk van Nijmegen
is met het oog op den grooten sneeuwval wel
wat bevreesd, dat de Maasdijk niet klaar zal
zijn voordat de Maas opnieuw begint te was-
sen. Men moet nog 30.000 M3 grond verwer-
ken, maar met dag en nacht werken hoopt
men nu toch in drie weken tijds met bet werk
gereed te zijn.
Men is gister begonnen met het ijsvrij ma
ken van den Elftweg (een gedeelte rijksweg
Grave-—'s Bosch en geiegen in de traverse
van de Beersche Maas).
Uit Deventer en omstreken.
Men meldt uit Deventer:
In een vergadering van de te Deventer
overstroomde wijken het Knutteldorp en het
Hoornwerk is besloten, met medewerking van
de Vereeniging tot verbetering van den wo-
ningtoestand aan de regeering te verzoeken,
steun te verleenen tot het verkrijgen van bete
re waterkeeringen ter voorkoming van nieuwe
overstroomingsrampen, die deze wijken bij
hoog water steeds bedreigen. Ook wil men
met dezelfde medewerking bij de regeering
aandringen op verl aging van de huishuren,
die voor de bewoners der wijken niet meer
te betalen zijin. Mede werd de meening uitge-
sproken, dat men voor de weken dat de hui
zen door het hooge water onbruikbaar zijn
geweest, geen huur behoeft te betalen. De
vergadering, die een rumoerig karakter
droeg, sprak zich kracHtig uit voor snelle, af-
doende maatregelen, opdat men althans vol-
doende brandstof zal krijgen voor het droog-
stoken van de huizen en er wederom gas en
drinkwater aan de wijkbewoners zal worden
geleverd, wat nu onmogelijk is, omdat de kel-
ders nog vol water zitten en de meters in die
kelders staan.
Ingezetenen van Gorsel en voornamelijk
van het overstroomde noordelijke dee! dier
gemeente hebben te Epse in een openbare
soepele spieren losser te maken. Eindelijk voel
de ze een lichte ontspanning van de banden
die om haar polsen zaten en langzaam, heel
langzaam, ieder oogenblik verwenschend,
trok ze een hand uit de band, het twinstigste
deel van een centimeter tegelijk. Toen was hij
opeens vrij en ze had het bijna uitgesnikt van
blijdschap en dankbaarheid, hoewel ze nog
lang niet buiten gevaar was.
Met een hand vrij, was het slechts het werk
van een seconds om de prop uit haar mond te
halen en de andere hand los te maken. Toen
ging ze zitten en wond een lange reep wol-
achtig goed, dat voelde of het gebreid was,
van haar enkels. Ze was vrij om zich te bewe-
gen, vrij om te ontsnappen als ze den weg
kon vinden.
Bevend, eerst een beetje wankelend, stond
ze op en vroeg zichzelf voor het eerst sedert
ze van het rol lend bed was gevallen af, waar
ze eigenlijk was.
Op den tast trachtte ze den muur te vinden,
struikelde, doordat haar voet bleef haken in
de plooien van een kleedje en voorkwam een
val door zich vast te grijpen aan den rand
van een afhangende draperie. Ze richtte zich
op en vond achter die draperie de muur waar-
naar ze gezocht had. Haar hand raakte hout
aan en toen ze met haar vingers daarlangs
gleed, ontdekte ze dat het eindigde zooals een
deur zou eindigen, in een steenen omliisting.
„De torenmuur", zei ze in zichzelf. En zij
dacht er aan, hoe het hoofdeinde van het
vreemde bed in de alcoof in den muur gevat
scheen te zijn.
(Wordt vervolgd