Van recht en onrecht.
■k\
f HET CONFLICT BIJ DEN CHINEE
SCHE OOSTERSPOORWEG AANLEI-
DING TOT OORLOG?
Iwanof, die administrateur der Sovjets van
<Jen Oost-Chineeschen spoorweg, die dezer
dagen werd gearresteerd, is naar het mdlitair
Jioofdkwartier der Chineezen overgebracht.
Een militaire attache der Soviets, die vroeger
te Charbin aankwam om het transport van
de Sovjettroepen op de Oostelijke en Zuide-
lijke secties van den spoorweg te regelen,
heeft de arrestatie gerapporteerd. De Sovjet-
gezant heeft Tsjang-Tso-Lin telegrafisch ge-
dreigd met het bezetten van den spoorweg
door troepen. De Chineezen hebben een anti-
Sovjettisch Russisch ingenieur tot dixecteur
van de Zuidelijke sectie van den spoorweg
benoemd en verkoopen thans biljetten voor
de treinen, die van Charbin naar het Zuiden
loopen. Het Sovjet-gezantschap verkaart,
dat de arrestatie van Iwanof een zeer emsti-
gen toestand in het leven roept en een ern-
stige beleediging is. Karachan heeft bij het
Chineesche ministerie van buitenlandsche za-
ken een protest ingediend, waarbij hij'de on-
verwijlde invrijheidstelilng van Iwanof
eischt, evenals genoegdOening wegens de
schending van de overeenkomst van 1924.
De'Russische volkscommissaris van buiten
landsche zaken, Tsjitsjerin, heeft tot Toean-
-sji-Jce, den Chineeschen gezant te Moskou,
een nota gericht, die de volgende eischen
stelt, waaraan binnen drie dagen moet zijn
voldaan: Volkomen ordeherstel in Mandsjoe-
rije, uitvoering der overeenkomst en vrijlating
van den leider van den Chineeschen Ooster-
spoorweg, Iwanof. Verder wordt toestem-
ming verzocht om eventueel met eigen troe
pen het handhaven van de overeenkomst en
de bescherming der wederzijdsche belangen te
■verzeker en.
Volgens te Londen ontvangen berichten
lieeft de Sovjet-gezant te Tokio, Kopp, ver-
klaard, dat de Sovjets in Mandsjoerije miet
zullen aarzelen de wapenen op te nemen ter
verdediging van haar rechten. Uit Moskou
komt evenwel nog geen bevestiging van deze
yerklaring.
Volgens berichten van Russische zijde heeft
te Tokio een bijeenkomst plaats gehad, waar
10.000 menschen tegen de interventie van
Japan in China protesteerden:
De Morning Post" zegt, dat Rusland
schijnt te hopen, dat het de vriendschappelijke
betrekkingen met Japan in geval van militaire
operaties in Mandsjoerije, kan handhaven.
Het blad zegt dan, dat de troebelen, die offi-
pieel .worden geweten aan het geschil tus-
schen Tsjang-Tso-Lin en den bedrijfsleider
van den Chineeschen Oosterspoorweg, in
werkelijkheid reeds begonnen met de arresta
tie te Charbin van een aantal Russische bur
gers van de stad, die een politieke samenkomst
hidden, welke door de autoriteiten verbodea
was.
Uit Kowno -wordt gemeW, dat spoorwa-
gons van de grens naar het binnen! and wor
den gebracht en uit Moskou komen berichten
over groote levendigheid in kazernes en mu-
nitiefabrieken.
De situatie, geschapen door de weigering
der Russische bedrijfsleiding, op den Oos
terspoorweg Chineesche soldaten zonder be-
taling te vervoeren, de daarop gevolgde ar
restatie door de Chineezen van den bedrijfs
leider Iwanof, welke vruchtelooze protesten
uitlokte, de verdere ongeregeldheden op de
spoorlijn en de volgende arrestaties, welke
eveens vergeefsche protesten hebben veroor-
zaakt, is niet zonder ironie. De eischen der
bolsjewiki zijn volkomen gerechtvaardigd,
want op grond van het verdrag van 1924
hebben de Chineezen geen recht om het gra
tis vervcer dpr solda'en te eischen De ar
restatie van Iwanof is louter willekeur. De
bolsjewiki echter, die steeds de Chineezen
hebben aangespoord, de verdragen met de
buitenlandsche mogendheden niet te achten
en de vreemdelingen uit te wijzen, zien nu de
gevolgen der thans in China heerschende
wetteloosheid.
Volgens particuliere inlichtingen uit Moek-
den, is de verhouding tusschen Rusland en
Japan in Mandsjoerije zeer ongunstig. De
verhouding is reeds gespannen geweest se-
dert de bezetting van de Siberische provin-
cies in de jaren 19181921. Aanmerkelijke
versterkingen van Japansche troepen zijn in
den laatsten tijd naar Mandsjoerije gezon-
den.
In Mandsjoerije en in andere deelen van
China heerscht groote verbittering onder ve-
le Chineezen over de buitenlandsche wapen-
leveringen. Door de uitoefening van dat
winstgevend bedrijf wordt oorlog mogelijk
gemaakt. Enuclsche, Duitsche Deensche,
Fransche en Noorsche onderdanen leveren
munitie van allerlei soort. Ook al schenden
zij daarmede misschien de letter der wet niet,
hun handelen druischt toch in tegen den
geest der wet. Alleen vereenigde steppen van
de buitenlandsche regeeringen zullen een
eind kunnen maken aan dit bedrijf.
Uit Moskou wordt gemeld, dat de vrees
bestaat, dat de telegrafische verbinding met
Charbin verbroken is, doordat de witte gar-
disten blijkbaar de telegraafkantoren nabij
of in Charbin hebben overmeesterd.
Het is merkwaardig, dat thans de witte
gardisten als de vijand worden genoemd in
plaats van, zooals tot nu toe, de Chineezen.
Het laatste telegram uit Charbin onrvangen,
meldt, dat de Chineesche autoriteiten de ge-
bouwen van vakvereenigingen in Charbin
en in andere steden in Mandsjoerije gesloten
en verzegeld hebben. De Chineesche politie
heeft verscheidene personen gearresteerd, die
bijeengekomen waren om sympathie uit te
spreken met de Sovjets. Gister hebben Chi
neesche milftairen te Charbin getracht, een
passagierstrein te doen vertrekken, doch de
bolsjewistische kassier gmg er met de kas
en de kaartjes vandoor. Niettemin besloten
de militairen zonder kaartjes den trein te
doen vertrekken, doch op het laatste oogen-
blik verdween het geheele machinepersoneel.
De autoriteiten geven geen telegrammen
meer af. geadresseerd aan het Sovjet-consu-
laat te Charbin.
In verband met desbetreffende geruchten.
welke in Eurcpa de ronde doen. verklaart de
Sovjetregeering, dat er geen sprake is van
een vestiging van Japansche en Russische in-
vlc 'dssferen in China.
Naar vernomen wordt, heeft Tsjang-Tso-
lin den opmarsch van zijn troepen stopgezet,
in verband met't Russisch-C-hinecsch con
flict
i PER^JQ KXN SALARY M'SER
f BETALEN.
De financleeie moeilijkheden der Chinee
sche regeering zijn thans tot het uiterste ge
stegen; het personeel van alle departemen-
ten voert een heftige actie, om ten minste een
gedeelte van het achterstallige salaris be-
taald te krijgen, ten einde aan hun met het
nieuwe jaar vei-vallende verplichtingen te
kunnen voldoen. De onderwijzers aan de ge-
meentescholen te Peking hebben net 20 pCt.
ontvangen van het salaris sedert December
1924. Zij zijn bitter teleurgesteld. Bij vele an
dere ambtenaren zijn de achterstanden nog
grooter.
HET PROCES-MATTEOTTI ZAL BEGIN
MAART DIENEN.
Het blad van Farinacci, de „Regime Fascis-
ta", deeit mede, dat't proces wegens de ver-
moordingen van Matteotti, wanoeer geen
uitstel instreedt, begin Maart voor de gezwo-
renen te Ohieti behandeld zal worden. Het is
zeker, dat de civiele partij haar aanklacht zal
Moddgliani hebben zich, na kennisneming
intrekken. De afgevaardigden Gonzales en
van de acte van beschuldiging er van over-
tuigd, dat het proces alleen met de definitie-
ve veroordeeling van de oppositie kan eindi-
gen. De vijf beklaagden zullen elk slechts
een verdediger hebben. Farinacci zal, daar
zijn taak door de intrekking van de aanklacht
der civiele partij, zeer aan belangrijkheid
heeft ingeboet, waarschijnlijk toch de verde
diging van Dumini voeren.
DE REDDENDE PARACHUTE.
Een parachute redde het leven van een
vlieger, wiens vliegtuig in brand geraajde,
toen hij op een hoogte van bijna 900 meter
boven het militaire vliegveld van Istres bij
Marseille vloog. De piloot, die vergeefs
trachtte de vlammen met het brandbluschap-
paraat te dooven, sprong op het laatste
oogenblik met een parachute uit zijn toestel.
De parachute ontplooide zich op tijd en dc
piloot kwam behouden op aarde neer.
KARDINAAL MERCIER OVERLEDEN.
Kardinaal Mercier is Zaterdagmiddag om
3.02 overleden.
Wie Kardinaal Mercier wel eens gezien
heeft bij een of andere plechtigheid in zijn
bisdom, zal ongetwijfeld onmiddellijk getrof-
fen geweest zijn door de macht der persoon-
lijkheid, welke zijn heele figuur als het ware
uitstraalt, zegt het Vad. Hij was een stijlvolle
bisschop en ook niet-katholieken kwamen on
der den indruk van dien stijl. Zijn lange ge-
stalte met het eenigszins voorovergebogen
hoofd, het ascetische buitengewoon intelli-
gente gezicht, de wijze ook, waarop hij de sta-
tige bisschopskleeren droeg, vormden het klas-
sieke beeld van den waakzamen maar ook
strijdlustigen herder der katholieke kudde.
Hij was zich ook ten voile bewust van den
indruk, dien hij maakt, van de macht zijner
persoonlijkheid. Misschien is het niet volko
men ten onrechte, dat men hem wel eens ver-
weten heeft al te veel zorg te besteden aan
den „stijl" van zijn optreden. Hij was tot op
zekere hoogte een vreemd element in het Bel-
gische episcopaat. Er zijn zeer zeker nog
mannen van groote beteekenis geweest onder
de Belgische bisschoppen, maar die hadden
alien toch ook iets gemoedelijks, wij durven
wel zeggen, iets provinciaals, over zich.
Ligt het „heerschen door zachtheid" trou-
wens niet in den aard der katholieke kerk?
Van mgr. Goosens, Mercier's voorganger te
Mechelen, vertelt men allerlei gezellige en
goedmoedige grapjes. De anecdoten, die men
over Mgr. Mercier heeft, zijn van heel ande-
ren aard. Zoo vertelt men b.v., dat hij eens
tot eenige onderpastoors zou gezegd hebben:
„Ik behoor tot een geslacht, dat moet heer-
schen; gij tot een geslacht, dat dienen moet!'!
Wij weten niet of dit woord inderdaad ge-
sproken is maar de legende zoo het een le-
gende is lijkt ons zelf al zeer karakteris-
tiek voor den indruk dien Mercier's optreden
maakte.
Een Belgisch priester, die het weten kon,
vertelde ons trouwens eens hoe mgr. Stille-
mans, die tot voor enkele jaren aan het hoofd
stond van het bisdom Gent, dikwijls het hoofd
schudde over de daden en uitlatingen van
Mercier: „Wat zal onzen Desidere nog alle-
maal doen!?"
Monseigneur Mercier is 74 jaar geworden.
Hij werd geboren te Eigen-Brakel, een klein
stadje in Waalsch Brabant, uit een familie,
die reeds een zeer gezaghebbenden staatsman
aan de Belgische katholieken geschonken
had en van Franschen oorsprong was.
Na zijn studietijd werd Mercier hoogleer-
aar te Leuven. Hij stichtte er het Collegium
philosophicum, dat een zeer groote rol. speel-
de in de renaissance van de middeleeuwsche
Thomistische wijebegeerte. Zelf heeft hij een
serie handboeken over de neo-thomistische
philosophic geschreven.
In 1904 werd hij tot aartsbisschop geko-
zen en het duurde niet lang of hij vestigde de
aandacht, ook van de niet-katholieken, op zich
zelf en op zijn ambt. Er werd toen fel gestre-
den voor een hervorming van het taalgebruik.
Vlaamschgezinde en Fransch-gezinde katho
lieken stonden als vijandige breeders tegen-
over elkaar. Monseigneur Mercier trad in
het strijdperk. In een verklaring, welke mede
door de andere Belgische bisschoppen was
onderteekend, getuigde hij van zijn liefde
voor de Vlaamsche taal. Die taal moest echter
de taal van het gemoed blijven en van het
gewone dagelijksche leven. Het hoogere intel-
lectueele leven moest volgens Mercier Fransch
blijven. Een Vlaamsche of Nederlandsche
wetenschap was een ongerijmdheid.
Prof. Aug. Vermeylen heeft indertijd1 hi
een mooi opstel op die bisschoppelijke verne-
dering van de Nederlandsche taal in Belgie
geantwoord. Vermeylen stond echter buiten de
kerk.
Voor de vele katholieke V'laamschgezinden
was het een veel moeilijker geval. Er woedt
sindsdien een stille strijd in de Vlaamsche ka
tholieke wereld, die voor vele jonge priesters
een zeer ernstig, in enkele gevallen zelfs een
tragisch karakter heeft aangenomen.
Een weinig later stond Mercier weer in het
centrum der openbare belangstelling, toen hij
den stervenden Leopold II in extremis huwde
met Barones de Vaughan.
Mercier heeft de politiek nooit geheel ge-
scheiden van zijn kerkelijke activiteit. In de
jaren van opkomend Belgisch nationalisms
en expansionisme, die aan den grooten oorlog
voorafgingen, heeft hij als het ware een ka
tholieke wij ding gegeven aan die politieke ge-
voelens. Toen dan ook de oorlog kwam en de
Duitsche bezetting, maakte hij zich tot het
centrum van het verzet in het bezette Belgie,
der pruiTten hunner bur en, terwijl leder
matiek leiderstalent. Na den oorlog scheen
hij de vruchten te zullen plukken van dit
werk. In de eerste jaren na November 1918
was zijn invloed buitengewoon groot.
Bjj een kerkelijk feest op de hoogte van Koe-
kelberg bij Brussel, waar honderdduizenden
menschen aanwezig waren met den koning en
de ministers in de eerste plaats, droeg Mgr.
Mercier een mis op om voor de overwinning
te danken. Het was zijn groote triomfdag.
Intusschen lieten de oude tegenstellingen
van ras, taal en partij zich weer spoedig gel-
den. Zelfs een overwinningsfeest duurt niet
lang. Mercier heeft dan beslist partij geko-
zen tegen het Vlaamsche nationalisme en dit
onder alle vormen onder zijn priesterschap
bestreden. Ook ten gunste der amnestie is er
geen woord door hem gesproken, al hebben
vele katholieken in Belgie gehoopt, dat hij
zijn invloed ten gunste van pacificatie zou
aanwenden.
Zijn laatste herderlijk schrijven was tegen
het „goddelooze socialisme" gericht. Aan het
slot er van keurde hij echter de tegenwoordi-
ge coalitie van katholieken en socialisten als
„nood-coalitie" toch goed.
Een allerlaatste brief aan de kudde was
over de ziekte en de operatie van den bisschop
zelf. Het was een merkwaardig egocentriseh
stuk, die de waarschijnlijkheid van het hier
reeds geciteerde woord over het geslacht van
heerschers zeer groot doet zijn.
Monseigneur Mercier zal, niettegenstaan-
de zijn niet gering wetenschappelijk werk,
toch hoofdzakelijk in de geschiedenis blijven
leven als een strijdlustige, heerschzuchtige,
maar steeds ook zeer waardige kerkvorst.
KORTE BERICHTEN.
De tusschen Griekenland en Amerika
gevoerde anderhandelingen over de schuld
van eerstgenoemd land aan de Vereenigde
Staten zijn Zaterdag plotseling ^fgebroken.
De Amerikaansche minister van financien
heeft medegedeeld, dat een lid der Grieksche
commissie onmiddelliik naar Athene terug
zal keeren om instructies te halen.
Een motorsloep van den Britsche tor-
pedojager Witch" is op de reede van Malta
omgeslagen, waarbij de commandant van den
torpedojager, Kerr, en vier leden van de be-
manning zijn verdronken.
Het aantal werkloozen is in de afgeloo-
pen week te Berlijn van 190.000 tot 220.000
gestegen.
Het gerucht gaat, dat de Belgische mi
nister van kolonien, Carton, op het punt
staat zijn ontslag te nemen, daar hij het op
verschillende punten niet met zijn collega's
eens zou zijn. Dit ontslag zou tot een minis-
terieele crisis in Belgie kunnen leiden.
Sir Ronald Lindsay, de Britsche gezant
te Konstantinopel, bevidt zich thans te An
gora, ten einde met de Turksche regeering be-
sprekingen te voeren over de beslissing van
den Volkenbond in zake Mosoel.
Te Tromso zal op kosten van het Rocke-
fellerfonds een observatorium worden opge-
richt voor de bestudeering van het Noorder-
licht. In de kosten van het onderhoud zal de
Noorweegsche regeering voorzien,
De weduwe van Lenin, mevrouw Kroep-
skaja, zal zich binnenkoct naar Duitschland
begeven, ten einde daar een kuur te onder-
gaan. Oorspronkelijk was zij voornemens
naar Engeland te gaan, doch zij kon geen
vergunning verkrijgen om Engeland binnen
te komen.
Naar het Berliner Tageblat" vemeemt,
heeft het nieuwe Duitsche kabinet in zijn
eerste zitting o. a. besloten de uitnoodiging
tot deeineming aan de intemationale voorbe-
reidingscommissie voor de ontwapeningscon-
ferentie aan te nemen.
De see'retaris-generaal van den Volken
bond heeft aan Rusland medegedeeld, dat de
internationale economische conferentie niet
voor 15 April zal gehouden worden en dat
de plaats van samenkomst nog niet is vasit-
gesteld.
Tengevolge van den Zaterdagmorgen
aangeva-ngen sneeuwval is de temperatuur te
Berlijn aanmerkelijk hooger geworden. Vrij-
dagnacht vroor het nog 8 graden, doch Za
terdagmiddag stond het kwik boven het nul-
punt. Een verdere stijging wordt nog ver-
wacht, benevens voor geruimen tijd zachf en
regenachtig weer,
Voor het fonds van een half millioen
pond, dat de Universiteit te Leeds bijeen
wenscht te brengen ten behoeve van het kan-
kerondeizoek, is reeds meer dan 250.000
ingekomen.
De Iersche Vrijstaat zal, naar uit Du
blin wordt gemeld, een eigen munstelsel krij
gen. Deze maatregel zal naar men meent de
breuk tusschen Noord- en Zuid-Ierland nog
verergeren, aangezien in Noord-Ierland de
Engelsche munten geldig blijven.
De Belgische regeering heeft het initia-
tief genomen tot bijeenroeping eener diploma-
tieke maritieme conferentie te Brussel in April
a.s.
Naar Reuter in bevoegde kringen te
Londen over het denkbeeld om de bijeenkomst
der voorbereidende ontwapeningscommissie
te verdagen, verneemt, is de Britsche regee
ring van oordeel, dat met een verdaging
niets gewonnen wordt.
Een levensgroot standibeeld van Pallas
Athene is door een boer in de nabijheid van
Kalavrita gevonden. Dit plaatsje grenst aan
de oude stad Lousoi, welke voor eenige jaren
door Oostenrijkers werd opgegraven.
De goedkeuring van de overeenkomsten
van Locarno geschiedde door de Italiaansche
Kamer, bij handopsteken. Alleen twee com-
mundsten stemden tegen. De communist Maffi
hield oen helftige speech tegen de aanvaar-
ding, welke door de fascistische parlements-
leden met hoongelach werd bejegend.
Naar uit Weenen wordt gemeld, is te
Oraz op aanwijzing van spoorwegarbeiders
een transport van 40 kisten met geweren en
munitie in beslag genomen, welke uit ItaliS
naar Hongarije vervoerd moesten worden.
HISTORISCHE ANECDOTEN.
De hertog van Montague was een groot
liefhebber van allerlei kluchten. Zoo had hij
in een zijner zalen een spiegel hangen, die
op zekere plek scheef trok, zoodat de voor-
name gasten, die bij den hertog kwamen di-
neeren, als zij dezen verraderlijken Spiegel
voorbijkwamen, hunne pruik op zijde trok-
ken, in de meening, dat zij hem recht schoven.
In dien tijd was de staatsiepruik een voor-
naam gedeelte van het costuum. De lords en
heeren aan de tafel van den hertog verwon-
derden zich wederkeerig over het scheef zit-
zich in stilte verheugde, dat zijn pruik goed
zat, daar hij hem pas voor den spiegel had
recht geschoven.
StadsnieiiW8.
Dr. P. VRIJLANDT f
In het letterkundig bijblad van de N. R.
Ct. lezen wij:
Aan een rijk en veel belovend leven is een
einde gemaakt door den onberekenbaren
dood, van wiens meedoogemloosheid de dich-
ter getuigdeet e'est vers nous, vers nos jeu-
nesses, qu'elle se dresse.
Op den dag af is het zes jaar geleden, dat
Pieter Vrijlandt, geboortig van Nieuwerkerk
a. d. IJsel, aan de universiteit te Leiden pro-
moveerde tot doctor in de klassieke letteren
op een proefschrift, dat aandacht trok: „De
Apologia Xenophontea cum Platonica com-
parata". De jonge leeraar had groote liefde
voor de gekozen studierichting, voor de
schoone taak van docent en o.a. ^daarvtfn
heeft hij met warmte getuigd in artikelen,
door De Nieuwe Gids gepubliceerd. Toen in
dertijd bij het naderen van de „Grieksche"
vertooninf van „Antigone" door gymnasisas-
ten te Arnhem ons blad voor de keuze stond,
wie daarover zou kunnen schrijven met meer
dan kenmis, ontvingen we de aanbeveling,
kort en kTachtig: dat is iets voor Vrijlandt!
En hij schreef een voortreffelijk feuilleton,
waarnaar we nog dezer dagen hebben mo-
gen verwijzen. Het was het gewaardeerd be
gin van den band, die later vooral met ons
letterkundig bijblad heeft bestaan. En zoo
als men wist, wat hij vermocht en wilde
hoe kon hij, bewust van eigen rich ting, op
een uitnoodiging, of hij een bepaald boek
wilde bespreken, met steliigheid antwoor-
den: „Ja, dat is een kolfje naar m'n hand!"
Dr. P. Vrijlandt was een persoonlijkheid,
die voor zijn meening kon en durfde uitko-
men en steeds dat deed op boeiende, verzorg-
de, oorspronkelijke wijze. Geen uitzondering,
dat na eenzelfde artikel het bewijs van in-
stemming met dezelfde post kwam als de po-
ging tot antikritiek. We doen een greep en
herinneren aan opstellen met de vaak kerni-
ge titels: „Sokratiek en Sophistiek", „We-
reldorde en Geestesleven", „De Lessen van
den Tijd", „Wijsbegeerte voor den arbeider",
„De Leer van de Verdunde Oplossing", „In
de omarming der slagen", „Een opstande-
ling in den strijd der Toekomst", „De zeldza-
me Plant en het stervend Marxisme", enz.
We noemden, met bedoeling, zijn geboor-
teplaats. Hoe lief had hij de landstreek, waar
hij is opgegroeidziin land, om wat het is
geweest en hield toch aan wat schoon is en
goed;; zijn taal, welker groei hij kende van
die in verbeelding graag doorleefde tijden
Van het Middeleeuwsche lied af; gansch on
zen stem, met deszelfs verleden en mogelijk-
heden. Ja, want heeveel warmte klopte ach-
ter dit soms koel zich voordoend verstand!
„Leve de klassieken" besloot hij zijn ver-
slag van de vertooning van „Antigc.ne" en
dat kwam uit zijn hart. Maar zijn studie koos
ook breeder terrein, dat der algemeene wijs-
begeerte en scherp was zijn belangstelling
gericht op wat hij waarnam in hedendaag-
sche culiuui- en maatsch^ppij, betreurend en
met hoop op een toekomst. Want meer wilde
hij zijn dan „laudator temporis acti".
.»Wie, geschiedkundig of onge-chiedkun-
dig, de al sneller en sneller komende veran-
deringen op het aangezicht der samenleving
gadeslaat en welke gelukkige kan zich
daar aan onttrekken? wie de al meer en
meer verdwijnende overblijfselen van vroeger
tijden en vroeger geest vergelijkt met het-
geen nu gemaakt wordt, wie dan in weten
schap en machinale vakwerken de groote
omwentelaars ziet, meer dan in tweede of
derderangsch politieke bewegingen, die
vraagt zich allicht, met of zonder bezorgd-
heid af: zijn wij zoo geworden? Hoe zijn wij
toch zoo geworden?"
En:
„Eens zal er een tijd komen, die zich van
deze huidige techniek en industrie afwendt.
Hoe kan dat? Door een andere waardebepa-
ling, door een andere aandachts samentrek-
king, door meer evenwicht, door een andere
rangorde van al wat er in den mensch leeft:
en als men weer in kinderlijken eerbied en
vrome verwondering tot de bronnen des Le-
vens zal zijn teruggekeerd".
Twee alinea's, kenschetsend voor den ge-
storvene, uit een der >euilletons, die we van
hem in portefeuille hadden, toen de tijding
van zijn dood eensklaps ons trof: „Descar-
tes" is het getiteld en „Moraal" het andere,
getuigend van hoop op zedelijke wederge-
boorte van Europa.
Wij zullen ze plaatsen met weemoedige ge-
dachtenis aan den schrijver, die jong is weg-
gerukt uit zijn gezin en midden uit zijn veel-
zijdigen arbeid.
(Nadruk verboden.)
VIII.
Een onlangs door een der rechtbanken ge-
wezen vonnis komt er aan herinneren, dat de
stroomannenkweriie de wereld nog niet uit is.
Qie zit aldus in elkaar. Eigenaardig genoeg
heeft de wetgever van 1838 in een tijd, toen
op Staatkundig gebied tegen het uitoefenen
van het kie6recht zoo niet alleen, dan toch
voornamelijk, door de ruim met aardsche goe-
deren bedeelden nog slechts enkele stemmen
opgingen, zich op het terrein van het vermo-
gensrecht geroepen gevoeld om den kleinen
aandeelhouder te beschermen tegen de bezit-
ters van veel aandeelen. In de naamlooze
vennootschap wordt de hoogste macht uitge-
oefend door de vergadering van aandeelhou-
ders, in theorie althans, want practisch weet
een handig bestuur, goed op de hoogte van
de zaak, een ondeskundige vergadering ge
heel naar zijn hand te zetfen. Aan ieder aan-
deel is een stem verbonden, zoodat wie meer
aandeelen bezit, evenveel stemmen uitbrengt,
als hij aandeelen heeft. Dat is, waar we hier
slechts met geldelijke belangen te maken heb-
ben, volkomen begrijpelijk, omdat ieders be-
lang in den gang van zaken evenredig is met
zijn aantal aandeelen. Opdat nu echter niet
zij, die veel aandeelen bezitten, de houders
van slechts enkele aandeelen overstemmen en
daardoor hun stemrecht feitelijk waardeloos
maken, heeft onze wet bepaald, dat niemand
meer dan zes stemmen uit mag brengen. In
bujtenlandsche wetgevingen is dat anders.
Men spreekt daar van een „controlling in
terest", dat iemand (zelf een particulier of
een tweede vennootschap) in een vennoot
schap heeft, wanneer hij door zijn aandeelen-
bezit den doorslag in de vergadering van
aandeelhouders kan geven. Ook ten onzent
gevoelt de praktijk daar behoefte aan, o.a. bij
die vennootschappen, die gedeeltelijk in het
publiek belang werken en daarom ook met
geld van openbare lichamen, gemeenten b.v.
gefinancierd worden. Langs den weg van de
uitoefening van het stemrecht ter algemeene
vergadering kan dan niet in de gewenschte
mate invloed worden geoefend. Vandaar dan
ook, dat het reeds geruimen tijd bij de Twee
de Kamer aanhangige wetsontwerp, dat de
bepalingen op de vennootschappen beoogt te
moderniseeren, ook op dit punt verandering
wil brengen.
Dat de bestaande toestand onbevredigend
is, blijkt wel uit de pogingen, die de praktijk
aanwendt, om aan het als onredelijk gevoelde
voorschrift te ontkomen: aldus zijn de stroo-
mannen ten tooneele verschenen. De groot-
aandeelhouder, die overwicht wil uitoefenen,
laat een aantal van hem afhankelijke perso
nen de vergadering bezoeken, als waren zij
zelf de bezitters van de aandeelen, die zij in
werkelijkheid slechts tijdelijk van hem ont
vangen. Zij brengen dus slechts in schijn elk*
hun eigen stem uit. Controle daarop ont-
breekt officieel; vdor de vergadering laat
men de aandeelhouders, die deze willen be
zoeken, hun aandeelen vertoonen als bewijs
van hun recht. Als nu de heeren A, B en C
zich elk met zes aandeelen aanmelden, kan
men uit de omstandigheid, dat zij zelf weinig
gefortuneerd zijn en bovendien alien klerk op
het kantoor van den rijken X, die zelf ook
als aandeelhouder optreedt, wel vermoeden,
dat zij slechts stroomannen zijn, maar om
daarvan het bewijs te leveren is niet gemak-
kelijk.
Als nu op zulk een vergadering een besluit
wordt genomen, dat den een of ander niet
aanstaat, kan hij trachten de geldigheid
daarvftn aan te tasten, door voor den rechter
te bewijzen, dat de stemming anders uitge-
vallen zou zijn, wanneer slechts de werkelijke
aandeelhouders met hun wettelijk aantal
stemmen waren opgetreden. Een enkele maal
is zulk een poging wel eens in hoogste in-
stantie»bekrachtigd, dat wil zeggen, dat ver-
lof is verleend om dat bewijs te leveren. Of
men er echter in geslaagd is om het ook wer-
kelijk te bewijzen, blijkt niet.
In het geval, dat aanleiding tot deze uiteen-
zetting was, bepaalden de statuten der ven
nootschap, dat ieder die een aandeel ver-
toont, recht heeft in de algemeene vergade
ring het aan dat aandeel verbonden stem
recht uit te oefenen. De rechtbank legde er
den nadruk op, dat vertooning voldocnde is en
dat bepaaldelijk nietwordt verlangd eigenaar-
schap van het aandeel. Terecht waren dus,
zoo werd overwogen, de personen van wit be-
weerd werd, dat zij slechts stroomannen wa
ren, tot de vergadering toegelaten, daar zij
zich als aandeelhouder voldoende hadden ge-
legitimeerd. Maar, en hier neemt het college
den draai, dien men reeds kon zien aanko-
men, dat neemt niet weg, dat als zij in werke
lijkheid niet eigenaar waren, zij ook niet de
rechten van aandeelhouders bezaten, zoodat
de partij, die het gevallen besluit wilde doen
vernietigen, mits zij eerst aannemelijk maakte
zelf aandeelhouder te zijn, de bevoegdheid
heeft om het bewijs van dat niet-aandeelhou-
derschap te leveren. Omtrent dit laatste
toonde de rechtbank nog zich niet met een
kluit'e in het riet te willen laten sturen.
Momt blijken, dat de stroomannen de aan
deelen van den vorigen eigenaar gekocht had-
den, dan had de tegenpartij ook nog de be
voegdheid te bewijzen, dat die koop niet se-
rieus was geweest, maar slechts had plaats
gehad met het oog op een bepaalde vergade
ring en met de bedoeling om daarna weer on-
gedaan gemaakt te worden.
Men kan niet anders doen dan de recht
bank gelijk geven en tevens wenschen, dat de
bedoelde wetswijziging spoedig tot stand
komt, opdat aan dergelijke comedie een eind
gemaakt wordt.
Jongmensch,,Uw ouders daar, aan den overkant
Het meisje „Nee dat zijn m'n pleegouders. Ze heb-
ben me grootgebracht.
Jongmensch: ,,0 juist. Dus u bent een soort koekoek?"
(Punch.)
HI O r1lm /I inl w. X Ik TJ a.1 1 - 1_M J - 1 f 1 i