Van recht en onrecht. ■k\ f HET CONFLICT BIJ DEN CHINEE SCHE OOSTERSPOORWEG AANLEI- DING TOT OORLOG? Iwanof, die administrateur der Sovjets van <Jen Oost-Chineeschen spoorweg, die dezer dagen werd gearresteerd, is naar het mdlitair Jioofdkwartier der Chineezen overgebracht. Een militaire attache der Soviets, die vroeger te Charbin aankwam om het transport van de Sovjettroepen op de Oostelijke en Zuide- lijke secties van den spoorweg te regelen, heeft de arrestatie gerapporteerd. De Sovjet- gezant heeft Tsjang-Tso-Lin telegrafisch ge- dreigd met het bezetten van den spoorweg door troepen. De Chineezen hebben een anti- Sovjettisch Russisch ingenieur tot dixecteur van de Zuidelijke sectie van den spoorweg benoemd en verkoopen thans biljetten voor de treinen, die van Charbin naar het Zuiden loopen. Het Sovjet-gezantschap verkaart, dat de arrestatie van Iwanof een zeer emsti- gen toestand in het leven roept en een ern- stige beleediging is. Karachan heeft bij het Chineesche ministerie van buitenlandsche za- ken een protest ingediend, waarbij hij'de on- verwijlde invrijheidstelilng van Iwanof eischt, evenals genoegdOening wegens de schending van de overeenkomst van 1924. De'Russische volkscommissaris van buiten landsche zaken, Tsjitsjerin, heeft tot Toean- -sji-Jce, den Chineeschen gezant te Moskou, een nota gericht, die de volgende eischen stelt, waaraan binnen drie dagen moet zijn voldaan: Volkomen ordeherstel in Mandsjoe- rije, uitvoering der overeenkomst en vrijlating van den leider van den Chineeschen Ooster- spoorweg, Iwanof. Verder wordt toestem- ming verzocht om eventueel met eigen troe pen het handhaven van de overeenkomst en de bescherming der wederzijdsche belangen te ■verzeker en. Volgens te Londen ontvangen berichten lieeft de Sovjet-gezant te Tokio, Kopp, ver- klaard, dat de Sovjets in Mandsjoerije miet zullen aarzelen de wapenen op te nemen ter verdediging van haar rechten. Uit Moskou komt evenwel nog geen bevestiging van deze yerklaring. Volgens berichten van Russische zijde heeft te Tokio een bijeenkomst plaats gehad, waar 10.000 menschen tegen de interventie van Japan in China protesteerden: De Morning Post" zegt, dat Rusland schijnt te hopen, dat het de vriendschappelijke betrekkingen met Japan in geval van militaire operaties in Mandsjoerije, kan handhaven. Het blad zegt dan, dat de troebelen, die offi- pieel .worden geweten aan het geschil tus- schen Tsjang-Tso-Lin en den bedrijfsleider van den Chineeschen Oosterspoorweg, in werkelijkheid reeds begonnen met de arresta tie te Charbin van een aantal Russische bur gers van de stad, die een politieke samenkomst hidden, welke door de autoriteiten verbodea was. Uit Kowno -wordt gemeW, dat spoorwa- gons van de grens naar het binnen! and wor den gebracht en uit Moskou komen berichten over groote levendigheid in kazernes en mu- nitiefabrieken. De situatie, geschapen door de weigering der Russische bedrijfsleiding, op den Oos terspoorweg Chineesche soldaten zonder be- taling te vervoeren, de daarop gevolgde ar restatie door de Chineezen van den bedrijfs leider Iwanof, welke vruchtelooze protesten uitlokte, de verdere ongeregeldheden op de spoorlijn en de volgende arrestaties, welke eveens vergeefsche protesten hebben veroor- zaakt, is niet zonder ironie. De eischen der bolsjewiki zijn volkomen gerechtvaardigd, want op grond van het verdrag van 1924 hebben de Chineezen geen recht om het gra tis vervcer dpr solda'en te eischen De ar restatie van Iwanof is louter willekeur. De bolsjewiki echter, die steeds de Chineezen hebben aangespoord, de verdragen met de buitenlandsche mogendheden niet te achten en de vreemdelingen uit te wijzen, zien nu de gevolgen der thans in China heerschende wetteloosheid. Volgens particuliere inlichtingen uit Moek- den, is de verhouding tusschen Rusland en Japan in Mandsjoerije zeer ongunstig. De verhouding is reeds gespannen geweest se- dert de bezetting van de Siberische provin- cies in de jaren 19181921. Aanmerkelijke versterkingen van Japansche troepen zijn in den laatsten tijd naar Mandsjoerije gezon- den. In Mandsjoerije en in andere deelen van China heerscht groote verbittering onder ve- le Chineezen over de buitenlandsche wapen- leveringen. Door de uitoefening van dat winstgevend bedrijf wordt oorlog mogelijk gemaakt. Enuclsche, Duitsche Deensche, Fransche en Noorsche onderdanen leveren munitie van allerlei soort. Ook al schenden zij daarmede misschien de letter der wet niet, hun handelen druischt toch in tegen den geest der wet. Alleen vereenigde steppen van de buitenlandsche regeeringen zullen een eind kunnen maken aan dit bedrijf. Uit Moskou wordt gemeld, dat de vrees bestaat, dat de telegrafische verbinding met Charbin verbroken is, doordat de witte gar- disten blijkbaar de telegraafkantoren nabij of in Charbin hebben overmeesterd. Het is merkwaardig, dat thans de witte gardisten als de vijand worden genoemd in plaats van, zooals tot nu toe, de Chineezen. Het laatste telegram uit Charbin onrvangen, meldt, dat de Chineesche autoriteiten de ge- bouwen van vakvereenigingen in Charbin en in andere steden in Mandsjoerije gesloten en verzegeld hebben. De Chineesche politie heeft verscheidene personen gearresteerd, die bijeengekomen waren om sympathie uit te spreken met de Sovjets. Gister hebben Chi neesche milftairen te Charbin getracht, een passagierstrein te doen vertrekken, doch de bolsjewistische kassier gmg er met de kas en de kaartjes vandoor. Niettemin besloten de militairen zonder kaartjes den trein te doen vertrekken, doch op het laatste oogen- blik verdween het geheele machinepersoneel. De autoriteiten geven geen telegrammen meer af. geadresseerd aan het Sovjet-consu- laat te Charbin. In verband met desbetreffende geruchten. welke in Eurcpa de ronde doen. verklaart de Sovjetregeering, dat er geen sprake is van een vestiging van Japansche en Russische in- vlc 'dssferen in China. Naar vernomen wordt, heeft Tsjang-Tso- lin den opmarsch van zijn troepen stopgezet, in verband met't Russisch-C-hinecsch con flict i PER^JQ KXN SALARY M'SER f BETALEN. De financleeie moeilijkheden der Chinee sche regeering zijn thans tot het uiterste ge stegen; het personeel van alle departemen- ten voert een heftige actie, om ten minste een gedeelte van het achterstallige salaris be- taald te krijgen, ten einde aan hun met het nieuwe jaar vei-vallende verplichtingen te kunnen voldoen. De onderwijzers aan de ge- meentescholen te Peking hebben net 20 pCt. ontvangen van het salaris sedert December 1924. Zij zijn bitter teleurgesteld. Bij vele an dere ambtenaren zijn de achterstanden nog grooter. HET PROCES-MATTEOTTI ZAL BEGIN MAART DIENEN. Het blad van Farinacci, de „Regime Fascis- ta", deeit mede, dat't proces wegens de ver- moordingen van Matteotti, wanoeer geen uitstel instreedt, begin Maart voor de gezwo- renen te Ohieti behandeld zal worden. Het is zeker, dat de civiele partij haar aanklacht zal Moddgliani hebben zich, na kennisneming intrekken. De afgevaardigden Gonzales en van de acte van beschuldiging er van over- tuigd, dat het proces alleen met de definitie- ve veroordeeling van de oppositie kan eindi- gen. De vijf beklaagden zullen elk slechts een verdediger hebben. Farinacci zal, daar zijn taak door de intrekking van de aanklacht der civiele partij, zeer aan belangrijkheid heeft ingeboet, waarschijnlijk toch de verde diging van Dumini voeren. DE REDDENDE PARACHUTE. Een parachute redde het leven van een vlieger, wiens vliegtuig in brand geraajde, toen hij op een hoogte van bijna 900 meter boven het militaire vliegveld van Istres bij Marseille vloog. De piloot, die vergeefs trachtte de vlammen met het brandbluschap- paraat te dooven, sprong op het laatste oogenblik met een parachute uit zijn toestel. De parachute ontplooide zich op tijd en dc piloot kwam behouden op aarde neer. KARDINAAL MERCIER OVERLEDEN. Kardinaal Mercier is Zaterdagmiddag om 3.02 overleden. Wie Kardinaal Mercier wel eens gezien heeft bij een of andere plechtigheid in zijn bisdom, zal ongetwijfeld onmiddellijk getrof- fen geweest zijn door de macht der persoon- lijkheid, welke zijn heele figuur als het ware uitstraalt, zegt het Vad. Hij was een stijlvolle bisschop en ook niet-katholieken kwamen on der den indruk van dien stijl. Zijn lange ge- stalte met het eenigszins voorovergebogen hoofd, het ascetische buitengewoon intelli- gente gezicht, de wijze ook, waarop hij de sta- tige bisschopskleeren droeg, vormden het klas- sieke beeld van den waakzamen maar ook strijdlustigen herder der katholieke kudde. Hij was zich ook ten voile bewust van den indruk, dien hij maakt, van de macht zijner persoonlijkheid. Misschien is het niet volko men ten onrechte, dat men hem wel eens ver- weten heeft al te veel zorg te besteden aan den „stijl" van zijn optreden. Hij was tot op zekere hoogte een vreemd element in het Bel- gische episcopaat. Er zijn zeer zeker nog mannen van groote beteekenis geweest onder de Belgische bisschoppen, maar die hadden alien toch ook iets gemoedelijks, wij durven wel zeggen, iets provinciaals, over zich. Ligt het „heerschen door zachtheid" trou- wens niet in den aard der katholieke kerk? Van mgr. Goosens, Mercier's voorganger te Mechelen, vertelt men allerlei gezellige en goedmoedige grapjes. De anecdoten, die men over Mgr. Mercier heeft, zijn van heel ande- ren aard. Zoo vertelt men b.v., dat hij eens tot eenige onderpastoors zou gezegd hebben: „Ik behoor tot een geslacht, dat moet heer- schen; gij tot een geslacht, dat dienen moet!'! Wij weten niet of dit woord inderdaad ge- sproken is maar de legende zoo het een le- gende is lijkt ons zelf al zeer karakteris- tiek voor den indruk dien Mercier's optreden maakte. Een Belgisch priester, die het weten kon, vertelde ons trouwens eens hoe mgr. Stille- mans, die tot voor enkele jaren aan het hoofd stond van het bisdom Gent, dikwijls het hoofd schudde over de daden en uitlatingen van Mercier: „Wat zal onzen Desidere nog alle- maal doen!?" Monseigneur Mercier is 74 jaar geworden. Hij werd geboren te Eigen-Brakel, een klein stadje in Waalsch Brabant, uit een familie, die reeds een zeer gezaghebbenden staatsman aan de Belgische katholieken geschonken had en van Franschen oorsprong was. Na zijn studietijd werd Mercier hoogleer- aar te Leuven. Hij stichtte er het Collegium philosophicum, dat een zeer groote rol. speel- de in de renaissance van de middeleeuwsche Thomistische wijebegeerte. Zelf heeft hij een serie handboeken over de neo-thomistische philosophic geschreven. In 1904 werd hij tot aartsbisschop geko- zen en het duurde niet lang of hij vestigde de aandacht, ook van de niet-katholieken, op zich zelf en op zijn ambt. Er werd toen fel gestre- den voor een hervorming van het taalgebruik. Vlaamschgezinde en Fransch-gezinde katho lieken stonden als vijandige breeders tegen- over elkaar. Monseigneur Mercier trad in het strijdperk. In een verklaring, welke mede door de andere Belgische bisschoppen was onderteekend, getuigde hij van zijn liefde voor de Vlaamsche taal. Die taal moest echter de taal van het gemoed blijven en van het gewone dagelijksche leven. Het hoogere intel- lectueele leven moest volgens Mercier Fransch blijven. Een Vlaamsche of Nederlandsche wetenschap was een ongerijmdheid. Prof. Aug. Vermeylen heeft indertijd1 hi een mooi opstel op die bisschoppelijke verne- dering van de Nederlandsche taal in Belgie geantwoord. Vermeylen stond echter buiten de kerk. Voor de vele katholieke V'laamschgezinden was het een veel moeilijker geval. Er woedt sindsdien een stille strijd in de Vlaamsche ka tholieke wereld, die voor vele jonge priesters een zeer ernstig, in enkele gevallen zelfs een tragisch karakter heeft aangenomen. Een weinig later stond Mercier weer in het centrum der openbare belangstelling, toen hij den stervenden Leopold II in extremis huwde met Barones de Vaughan. Mercier heeft de politiek nooit geheel ge- scheiden van zijn kerkelijke activiteit. In de jaren van opkomend Belgisch nationalisms en expansionisme, die aan den grooten oorlog voorafgingen, heeft hij als het ware een ka tholieke wij ding gegeven aan die politieke ge- voelens. Toen dan ook de oorlog kwam en de Duitsche bezetting, maakte hij zich tot het centrum van het verzet in het bezette Belgie, der pruiTten hunner bur en, terwijl leder matiek leiderstalent. Na den oorlog scheen hij de vruchten te zullen plukken van dit werk. In de eerste jaren na November 1918 was zijn invloed buitengewoon groot. Bjj een kerkelijk feest op de hoogte van Koe- kelberg bij Brussel, waar honderdduizenden menschen aanwezig waren met den koning en de ministers in de eerste plaats, droeg Mgr. Mercier een mis op om voor de overwinning te danken. Het was zijn groote triomfdag. Intusschen lieten de oude tegenstellingen van ras, taal en partij zich weer spoedig gel- den. Zelfs een overwinningsfeest duurt niet lang. Mercier heeft dan beslist partij geko- zen tegen het Vlaamsche nationalisme en dit onder alle vormen onder zijn priesterschap bestreden. Ook ten gunste der amnestie is er geen woord door hem gesproken, al hebben vele katholieken in Belgie gehoopt, dat hij zijn invloed ten gunste van pacificatie zou aanwenden. Zijn laatste herderlijk schrijven was tegen het „goddelooze socialisme" gericht. Aan het slot er van keurde hij echter de tegenwoordi- ge coalitie van katholieken en socialisten als „nood-coalitie" toch goed. Een allerlaatste brief aan de kudde was over de ziekte en de operatie van den bisschop zelf. Het was een merkwaardig egocentriseh stuk, die de waarschijnlijkheid van het hier reeds geciteerde woord over het geslacht van heerschers zeer groot doet zijn. Monseigneur Mercier zal, niettegenstaan- de zijn niet gering wetenschappelijk werk, toch hoofdzakelijk in de geschiedenis blijven leven als een strijdlustige, heerschzuchtige, maar steeds ook zeer waardige kerkvorst. KORTE BERICHTEN. De tusschen Griekenland en Amerika gevoerde anderhandelingen over de schuld van eerstgenoemd land aan de Vereenigde Staten zijn Zaterdag plotseling ^fgebroken. De Amerikaansche minister van financien heeft medegedeeld, dat een lid der Grieksche commissie onmiddelliik naar Athene terug zal keeren om instructies te halen. Een motorsloep van den Britsche tor- pedojager Witch" is op de reede van Malta omgeslagen, waarbij de commandant van den torpedojager, Kerr, en vier leden van de be- manning zijn verdronken. Het aantal werkloozen is in de afgeloo- pen week te Berlijn van 190.000 tot 220.000 gestegen. Het gerucht gaat, dat de Belgische mi nister van kolonien, Carton, op het punt staat zijn ontslag te nemen, daar hij het op verschillende punten niet met zijn collega's eens zou zijn. Dit ontslag zou tot een minis- terieele crisis in Belgie kunnen leiden. Sir Ronald Lindsay, de Britsche gezant te Konstantinopel, bevidt zich thans te An gora, ten einde met de Turksche regeering be- sprekingen te voeren over de beslissing van den Volkenbond in zake Mosoel. Te Tromso zal op kosten van het Rocke- fellerfonds een observatorium worden opge- richt voor de bestudeering van het Noorder- licht. In de kosten van het onderhoud zal de Noorweegsche regeering voorzien, De weduwe van Lenin, mevrouw Kroep- skaja, zal zich binnenkoct naar Duitschland begeven, ten einde daar een kuur te onder- gaan. Oorspronkelijk was zij voornemens naar Engeland te gaan, doch zij kon geen vergunning verkrijgen om Engeland binnen te komen. Naar het Berliner Tageblat" vemeemt, heeft het nieuwe Duitsche kabinet in zijn eerste zitting o. a. besloten de uitnoodiging tot deeineming aan de intemationale voorbe- reidingscommissie voor de ontwapeningscon- ferentie aan te nemen. De see'retaris-generaal van den Volken bond heeft aan Rusland medegedeeld, dat de internationale economische conferentie niet voor 15 April zal gehouden worden en dat de plaats van samenkomst nog niet is vasit- gesteld. Tengevolge van den Zaterdagmorgen aangeva-ngen sneeuwval is de temperatuur te Berlijn aanmerkelijk hooger geworden. Vrij- dagnacht vroor het nog 8 graden, doch Za terdagmiddag stond het kwik boven het nul- punt. Een verdere stijging wordt nog ver- wacht, benevens voor geruimen tijd zachf en regenachtig weer, Voor het fonds van een half millioen pond, dat de Universiteit te Leeds bijeen wenscht te brengen ten behoeve van het kan- kerondeizoek, is reeds meer dan 250.000 ingekomen. De Iersche Vrijstaat zal, naar uit Du blin wordt gemeld, een eigen munstelsel krij gen. Deze maatregel zal naar men meent de breuk tusschen Noord- en Zuid-Ierland nog verergeren, aangezien in Noord-Ierland de Engelsche munten geldig blijven. De Belgische regeering heeft het initia- tief genomen tot bijeenroeping eener diploma- tieke maritieme conferentie te Brussel in April a.s. Naar Reuter in bevoegde kringen te Londen over het denkbeeld om de bijeenkomst der voorbereidende ontwapeningscommissie te verdagen, verneemt, is de Britsche regee ring van oordeel, dat met een verdaging niets gewonnen wordt. Een levensgroot standibeeld van Pallas Athene is door een boer in de nabijheid van Kalavrita gevonden. Dit plaatsje grenst aan de oude stad Lousoi, welke voor eenige jaren door Oostenrijkers werd opgegraven. De goedkeuring van de overeenkomsten van Locarno geschiedde door de Italiaansche Kamer, bij handopsteken. Alleen twee com- mundsten stemden tegen. De communist Maffi hield oen helftige speech tegen de aanvaar- ding, welke door de fascistische parlements- leden met hoongelach werd bejegend. Naar uit Weenen wordt gemeld, is te Oraz op aanwijzing van spoorwegarbeiders een transport van 40 kisten met geweren en munitie in beslag genomen, welke uit ItaliS naar Hongarije vervoerd moesten worden. HISTORISCHE ANECDOTEN. De hertog van Montague was een groot liefhebber van allerlei kluchten. Zoo had hij in een zijner zalen een spiegel hangen, die op zekere plek scheef trok, zoodat de voor- name gasten, die bij den hertog kwamen di- neeren, als zij dezen verraderlijken Spiegel voorbijkwamen, hunne pruik op zijde trok- ken, in de meening, dat zij hem recht schoven. In dien tijd was de staatsiepruik een voor- naam gedeelte van het costuum. De lords en heeren aan de tafel van den hertog verwon- derden zich wederkeerig over het scheef zit- zich in stilte verheugde, dat zijn pruik goed zat, daar hij hem pas voor den spiegel had recht geschoven. StadsnieiiW8. Dr. P. VRIJLANDT f In het letterkundig bijblad van de N. R. Ct. lezen wij: Aan een rijk en veel belovend leven is een einde gemaakt door den onberekenbaren dood, van wiens meedoogemloosheid de dich- ter getuigdeet e'est vers nous, vers nos jeu- nesses, qu'elle se dresse. Op den dag af is het zes jaar geleden, dat Pieter Vrijlandt, geboortig van Nieuwerkerk a. d. IJsel, aan de universiteit te Leiden pro- moveerde tot doctor in de klassieke letteren op een proefschrift, dat aandacht trok: „De Apologia Xenophontea cum Platonica com- parata". De jonge leeraar had groote liefde voor de gekozen studierichting, voor de schoone taak van docent en o.a. ^daarvtfn heeft hij met warmte getuigd in artikelen, door De Nieuwe Gids gepubliceerd. Toen in dertijd bij het naderen van de „Grieksche" vertooninf van „Antigone" door gymnasisas- ten te Arnhem ons blad voor de keuze stond, wie daarover zou kunnen schrijven met meer dan kenmis, ontvingen we de aanbeveling, kort en kTachtig: dat is iets voor Vrijlandt! En hij schreef een voortreffelijk feuilleton, waarnaar we nog dezer dagen hebben mo- gen verwijzen. Het was het gewaardeerd be gin van den band, die later vooral met ons letterkundig bijblad heeft bestaan. En zoo als men wist, wat hij vermocht en wilde hoe kon hij, bewust van eigen rich ting, op een uitnoodiging, of hij een bepaald boek wilde bespreken, met steliigheid antwoor- den: „Ja, dat is een kolfje naar m'n hand!" Dr. P. Vrijlandt was een persoonlijkheid, die voor zijn meening kon en durfde uitko- men en steeds dat deed op boeiende, verzorg- de, oorspronkelijke wijze. Geen uitzondering, dat na eenzelfde artikel het bewijs van in- stemming met dezelfde post kwam als de po- ging tot antikritiek. We doen een greep en herinneren aan opstellen met de vaak kerni- ge titels: „Sokratiek en Sophistiek", „We- reldorde en Geestesleven", „De Lessen van den Tijd", „Wijsbegeerte voor den arbeider", „De Leer van de Verdunde Oplossing", „In de omarming der slagen", „Een opstande- ling in den strijd der Toekomst", „De zeldza- me Plant en het stervend Marxisme", enz. We noemden, met bedoeling, zijn geboor- teplaats. Hoe lief had hij de landstreek, waar hij is opgegroeidziin land, om wat het is geweest en hield toch aan wat schoon is en goed;; zijn taal, welker groei hij kende van die in verbeelding graag doorleefde tijden Van het Middeleeuwsche lied af; gansch on zen stem, met deszelfs verleden en mogelijk- heden. Ja, want heeveel warmte klopte ach- ter dit soms koel zich voordoend verstand! „Leve de klassieken" besloot hij zijn ver- slag van de vertooning van „Antigc.ne" en dat kwam uit zijn hart. Maar zijn studie koos ook breeder terrein, dat der algemeene wijs- begeerte en scherp was zijn belangstelling gericht op wat hij waarnam in hedendaag- sche culiuui- en maatsch^ppij, betreurend en met hoop op een toekomst. Want meer wilde hij zijn dan „laudator temporis acti". .»Wie, geschiedkundig of onge-chiedkun- dig, de al sneller en sneller komende veran- deringen op het aangezicht der samenleving gadeslaat en welke gelukkige kan zich daar aan onttrekken? wie de al meer en meer verdwijnende overblijfselen van vroeger tijden en vroeger geest vergelijkt met het- geen nu gemaakt wordt, wie dan in weten schap en machinale vakwerken de groote omwentelaars ziet, meer dan in tweede of derderangsch politieke bewegingen, die vraagt zich allicht, met of zonder bezorgd- heid af: zijn wij zoo geworden? Hoe zijn wij toch zoo geworden?" En: „Eens zal er een tijd komen, die zich van deze huidige techniek en industrie afwendt. Hoe kan dat? Door een andere waardebepa- ling, door een andere aandachts samentrek- king, door meer evenwicht, door een andere rangorde van al wat er in den mensch leeft: en als men weer in kinderlijken eerbied en vrome verwondering tot de bronnen des Le- vens zal zijn teruggekeerd". Twee alinea's, kenschetsend voor den ge- storvene, uit een der >euilletons, die we van hem in portefeuille hadden, toen de tijding van zijn dood eensklaps ons trof: „Descar- tes" is het getiteld en „Moraal" het andere, getuigend van hoop op zedelijke wederge- boorte van Europa. Wij zullen ze plaatsen met weemoedige ge- dachtenis aan den schrijver, die jong is weg- gerukt uit zijn gezin en midden uit zijn veel- zijdigen arbeid. (Nadruk verboden.) VIII. Een onlangs door een der rechtbanken ge- wezen vonnis komt er aan herinneren, dat de stroomannenkweriie de wereld nog niet uit is. Qie zit aldus in elkaar. Eigenaardig genoeg heeft de wetgever van 1838 in een tijd, toen op Staatkundig gebied tegen het uitoefenen van het kie6recht zoo niet alleen, dan toch voornamelijk, door de ruim met aardsche goe- deren bedeelden nog slechts enkele stemmen opgingen, zich op het terrein van het vermo- gensrecht geroepen gevoeld om den kleinen aandeelhouder te beschermen tegen de bezit- ters van veel aandeelen. In de naamlooze vennootschap wordt de hoogste macht uitge- oefend door de vergadering van aandeelhou- ders, in theorie althans, want practisch weet een handig bestuur, goed op de hoogte van de zaak, een ondeskundige vergadering ge heel naar zijn hand te zetfen. Aan ieder aan- deel is een stem verbonden, zoodat wie meer aandeelen bezit, evenveel stemmen uitbrengt, als hij aandeelen heeft. Dat is, waar we hier slechts met geldelijke belangen te maken heb- ben, volkomen begrijpelijk, omdat ieders be- lang in den gang van zaken evenredig is met zijn aantal aandeelen. Opdat nu echter niet zij, die veel aandeelen bezitten, de houders van slechts enkele aandeelen overstemmen en daardoor hun stemrecht feitelijk waardeloos maken, heeft onze wet bepaald, dat niemand meer dan zes stemmen uit mag brengen. In bujtenlandsche wetgevingen is dat anders. Men spreekt daar van een „controlling in terest", dat iemand (zelf een particulier of een tweede vennootschap) in een vennoot schap heeft, wanneer hij door zijn aandeelen- bezit den doorslag in de vergadering van aandeelhouders kan geven. Ook ten onzent gevoelt de praktijk daar behoefte aan, o.a. bij die vennootschappen, die gedeeltelijk in het publiek belang werken en daarom ook met geld van openbare lichamen, gemeenten b.v. gefinancierd worden. Langs den weg van de uitoefening van het stemrecht ter algemeene vergadering kan dan niet in de gewenschte mate invloed worden geoefend. Vandaar dan ook, dat het reeds geruimen tijd bij de Twee de Kamer aanhangige wetsontwerp, dat de bepalingen op de vennootschappen beoogt te moderniseeren, ook op dit punt verandering wil brengen. Dat de bestaande toestand onbevredigend is, blijkt wel uit de pogingen, die de praktijk aanwendt, om aan het als onredelijk gevoelde voorschrift te ontkomen: aldus zijn de stroo- mannen ten tooneele verschenen. De groot- aandeelhouder, die overwicht wil uitoefenen, laat een aantal van hem afhankelijke perso nen de vergadering bezoeken, als waren zij zelf de bezitters van de aandeelen, die zij in werkelijkheid slechts tijdelijk van hem ont vangen. Zij brengen dus slechts in schijn elk* hun eigen stem uit. Controle daarop ont- breekt officieel; vdor de vergadering laat men de aandeelhouders, die deze willen be zoeken, hun aandeelen vertoonen als bewijs van hun recht. Als nu de heeren A, B en C zich elk met zes aandeelen aanmelden, kan men uit de omstandigheid, dat zij zelf weinig gefortuneerd zijn en bovendien alien klerk op het kantoor van den rijken X, die zelf ook als aandeelhouder optreedt, wel vermoeden, dat zij slechts stroomannen zijn, maar om daarvan het bewijs te leveren is niet gemak- kelijk. Als nu op zulk een vergadering een besluit wordt genomen, dat den een of ander niet aanstaat, kan hij trachten de geldigheid daarvftn aan te tasten, door voor den rechter te bewijzen, dat de stemming anders uitge- vallen zou zijn, wanneer slechts de werkelijke aandeelhouders met hun wettelijk aantal stemmen waren opgetreden. Een enkele maal is zulk een poging wel eens in hoogste in- stantie»bekrachtigd, dat wil zeggen, dat ver- lof is verleend om dat bewijs te leveren. Of men er echter in geslaagd is om het ook wer- kelijk te bewijzen, blijkt niet. In het geval, dat aanleiding tot deze uiteen- zetting was, bepaalden de statuten der ven nootschap, dat ieder die een aandeel ver- toont, recht heeft in de algemeene vergade ring het aan dat aandeel verbonden stem recht uit te oefenen. De rechtbank legde er den nadruk op, dat vertooning voldocnde is en dat bepaaldelijk nietwordt verlangd eigenaar- schap van het aandeel. Terecht waren dus, zoo werd overwogen, de personen van wit be- weerd werd, dat zij slechts stroomannen wa ren, tot de vergadering toegelaten, daar zij zich als aandeelhouder voldoende hadden ge- legitimeerd. Maar, en hier neemt het college den draai, dien men reeds kon zien aanko- men, dat neemt niet weg, dat als zij in werke lijkheid niet eigenaar waren, zij ook niet de rechten van aandeelhouders bezaten, zoodat de partij, die het gevallen besluit wilde doen vernietigen, mits zij eerst aannemelijk maakte zelf aandeelhouder te zijn, de bevoegdheid heeft om het bewijs van dat niet-aandeelhou- derschap te leveren. Omtrent dit laatste toonde de rechtbank nog zich niet met een kluit'e in het riet te willen laten sturen. Momt blijken, dat de stroomannen de aan deelen van den vorigen eigenaar gekocht had- den, dan had de tegenpartij ook nog de be voegdheid te bewijzen, dat die koop niet se- rieus was geweest, maar slechts had plaats gehad met het oog op een bepaalde vergade ring en met de bedoeling om daarna weer on- gedaan gemaakt te worden. Men kan niet anders doen dan de recht bank gelijk geven en tevens wenschen, dat de bedoelde wetswijziging spoedig tot stand komt, opdat aan dergelijke comedie een eind gemaakt wordt. Jongmensch,,Uw ouders daar, aan den overkant Het meisje „Nee dat zijn m'n pleegouders. Ze heb- ben me grootgebracht. Jongmensch: ,,0 juist. Dus u bent een soort koekoek?" (Punch.) HI O r1lm /I inl w. X Ik TJ a.1 1 - 1_M J - 1 f 1 i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1926 | | pagina 8