Alk ma arse lie Courant Het ondergrendsche syndicaat. IVoensdag 8 Februari. Provinciale Staten van Basil-Holland, Be kanalisatie van WesUriesland. FElilLLETON. IK DENK ER STERK OVER, TE OAAN ADVERTEEREN! ADVERTEERT IN DE ALKMAARSCHE COURANT. L. FRARKERBERG X ALKMAAR. Ko. 28 1926 Honderd Acht en Twintigste Jaargang. Vervolg van het reeds gister opgenomen telegram. (Van onzen eigen verslaggever.) De voorstellen tot Kanalisatie van West- friesland met algemeene stemmen aangenomen. In de Dinsdag gehouden zitting van Pro vinciale Staten kv. amen in behandeling de voorstellen van Ged. Staten tot kanalisatie van West-Friesland volgens de plannen van de West-Friesche Kanaalvereeniging ontwor- pen door den hoofdingenieur van den Rijks- .waterstaat Ringers. De voorstellen beoogen het maken van een 14 tal kanalen, waarvan 6.169.500 ten laste komen van de provincie eni wel 27000 voor de verbetering van den vaarweg over het Alkmaardermeer en rond 6.142.500 voor de Provincie en f 682.500 voor Amsterdam. Het kapitaal stellen Ged. Staten zich voor nit geldleening te verkrijgen tegen 5 al te lossen in 40 jaar. Zij stellen zich voor om het werk tegelij- kertijd op meer dan een plaats aan te van- gen, in welk geval het in 6 jaar gereed kan zijn. De opzet van de verdeeling van de kos- ten is zoo dat Ged. Staten zich voorstellen, dat 1/3 daarvan door het Rijk, de helft door de Provincie en 1/6 door de streekbelangheb- toenden wortit opgebracht. Het woord was allereerst aan Mr. W. C. B o s m a n, die de volgende rede uitsprak: Onder de belangrijke voordrachten die in de Iaatste jaren aan de orde zijn gesteld in de vergadering der Provinciale Staten be- 'kleedt het Kanalenplan een voorname plaats. Het beoogt de verbetering en het daarmede voor grootere schepen bnrkbaar maken van het vaarwater van Zaandam naar het Noord-Hollandsch Kanaal en de betere ad- ministratieve regeling van dien belangrijken scheepvaartwegeen werk van beteekenis voor de verdere ontwikkeling van de scheepvaart in Noordlholland, waarvoor geen groote gel- delijke bijdrage van de Provincie gevorderd wordt. Het betreft verder de openlegging van ge- heel Westfriesland voor de scheepvaart en de verbetering van den Waterstaatkundigen toe- stand aldaar ,een werk dat millioenen zal kosten en groote inspanning en blijvenden arbeid van het Provinciaal bestuur zal eischen. Dat Gedeputeerden desniettemin met deze voorstellen van wijde strekking bij de Staten zijn gekomen getuigt niet alleen van moed, van vertrouwen in de toekomst van het Ge- west, maar ook van volhardenden arbeid en van den ernstigen wil om door inspanning van alle krachten nieuwe bronnen van wel- /aart te openen. In dit opzicht zijn dte Iaatste jaren wel zeer rijk aan daden geweest. Ik denk aan de elec- triciteitsvoorziening van dit gewest; aan de Provinciale Waterleiding, die overal de zege- ningen van goed drinkwater heeft gebracht of nog verder brengen zal; aan het Wegenplan 'n werk van grooten omvang en van magis trate beteekenis, waarvoor de Staten een groot aantal millioenen hebben gevoteerd. En thans deze Kanalisatie. Fmi dit alles is geschied en staat te gebeu- ren, M. de V., zoo niet geheel dan toch bijna geheel, onder uw auspicien, onder uwe voor- treffelijke leiding. Wanneer de toekomstige geschiedschrijver van de economische ontwikkeling van Noord- Holland, deze periode van groote daden be- schrijven zal, en hij noemt daarbij de beste namen, dan zal hij, mijnheer de voorzitter, in de eerste plaats uw naam vermelden. (In- stemming.) Daarin ligt opgesloten de dank, dien ik U brengen wil. Als voorzitter van de Provinciale Commis- sie van Advies, hebt gij alle draden naar U doen samenloopen en in uw hand gehouden; gij hebt de eendraehtige samenwerking weten tot stand te brengen en te bewaren met de Commissie-van Aalst; gij heltf bevorderd dat binnen bekwamen tijd een zoo doorwrocht werk de Statenleden bereiken kon als het Wij belasten ons met de plaatsing Uwer adrertenties in alle binnen- en buitenland- sche bladen zonder prijsverhooging. Door Mrs. C. N. Williamson. Nederlandsche vertaling van Ada van Arkel 50) „Wilt u gravin Karovski zien" vroeg hij. „Nee, zij is doodik heb haar vermoord," hijgde de stervende man. „Ze ligt boven. Ik heb het gedaan om Viola te redden. Ik moet Viola zien. Laat iemand haar vlug ha- len." Carrington keek op naar Sheila. „Wat moe- ten we doen?" „Ik zal Lady Viola hier halen, ik beloof het u", antwoordde het meisje. „En den dokter," zei Carrington. Franklin hoorde het en hief de hand op met een bevelend gebaar. „Nu niet," zei hij. „Eerst Viola dan de dokter. Maar waarom? Ik weet, dat ik sterf. En ik wil niet leven ook. Ik heb alles verlo- ren, waar ik voor leefde. Om 's hemelswil meisje, breng Viola hier. Als u het dioet zal ik haar dingen vertellen, waar jullie allemaal wat voor zouden geven cm ze te we ten." „Ik ga al," zei Sheila. „Er is nu niets om bang voor te zijn." „Maar de andere man wie het dan ook zijn mag", opperde Derby. „Die zal genoeg te doen hebben met te zorgen, dat lib den detective ojitloopt", zei verslag van de Provinciile Commissie mag worden genoemd. Zeer zeker komt daarbij aan uwe medewer- kers een woord van hulde toe. Het is reeds gebracht in het algemeen ver slag der afdeelingen, aan den heer Ringers en aan den beer Thomese; waarbij zeker ook onmiddellijk de naam gevoegd moet worden die in de Staten zulk een goeden klank heeft, die van den beer Reigersman. Inderdaad is de commissie-van Aalst zeer gelukkig geweest in de keuze van den heer Ringers. Het is ongelooflijk hoeveel en voortreffelijk werk door dezen ingenieur in korten tijd is geleverd. Daarbij is imtner voeling gehouden met de bewoners van de streek, waardoor de kanalen ontworpen wer- den. Dat ten slotte de deskundigen van de Pro vincie en van het Rijk tot vrijwel algeheele overeenstemming gekomen zijn met den heer Ringers mogen wij niet alleen begroeten als een verblijdend teeken, maar geeft ook aan de Statenleden het gevoel dat wij met van alle kanten bekeken plannen te doen hebben, waar- in wij vertrouwen kunnep stellen. Hoe dan ook in het algemeen verslag de opmerking gemaakt kon worden „dat de voor- bereiding van het plan onvotdoende was ge weest" verklaar ik met Gedeputeerde Staten niet te begrijpen. Wat wenscht men dan nog meer? Ik zou de vraag stellen of degeen die de opmerking gemaakt heeft zich wel de moeite gegeven heeft het rapport van de com missie-van Aalst en het verslag van de Pro vinciale Commissie te lezen. Tot in alle on- derdeelen is de zaak niet alleen bekeken, maar bediscussieerd in de commissie-van Aalst en daarbuiten en degeen die critiek uitoefenden zijn gehoord en aan hunne beschouwingen is overvloedigen aandacht geschonken in de rapporten zelf. Zelden zullen zoo zorgvuldig voorbereide plannen de Staten hebben be- reikt. De vraag is: moeten wij over dit geheele Kanalenplan nu en bloc oordeelen? Er zijn eigenlijk in deze voordracht twee voordrachten saamgevat; die dan ook in a en b worden onderscheiden. a. betreft de verbetering van den bestaan- den vaarweg van de Zaan over het Alkmaar- der meer. In de voordracht zelf zijn die woor- den „van de Zaan", die wel voorkomen in het voorstel van de commissie op bl. 58, wegge- vallen. Vermoedelijk is dit niet bij vergissing gsehied maar wenschen Gedeputeerden voor het oogenblik niets meer van de Staten dan een beslissing over de vraag of de verbete ring van den Vaarweg over het Alkmaarder meer voon rekening der Povihcie zal geschie- den, onder de gestelde voorwaarden betref- fende de bijdragen door belanghebbenden. De provinciale commissie heeft inderdaad verdere plannen ontwikkeld omtrent de over- name van de Zaan en het beheer van de Wil- helminasluis op bl. 50 onderaan en 51 van haar verslag^ terwijl de commisie er ook de aandacht op gevestigd heeft dat de Provincie zich ook den eigendom van den ondergrond moet verzekeren. Begrijp ik de voordracht van Gedeputeer den goed, dan gaat het hier thans uitsluitend om de kosten van de verbetering van het vaarwater van Knollendam tot het Noord- Hollandsch Kanaal bij Akersloot. Over het beheer van de Zaan en van de Wilhelmina- sluis te Zaandam zullen voorstellen te ver- wachten zijn zoodra die zaken verder zijn gevorderd. Die verbetering acht ik voor geheel Noord- Holland een zegen. En ook juich ik het zeer toe, dat de provincie het beheer over dit vaar water ter hand zal nemen. Daarmede zal zij een einde maken aan de thans heerschende anarchic. De Zaan is een bevaarbare en vlot- bare stroom en behoort als zoodanig krach- tens het Burgerlijk Wetboek aan den Staat. Maar een eigendom, dat niet gehandhaafd wordt, ondergaat allerlei inbreuken; en dit is in erge mate geschied door de Zaanlandsche gemeenten en door particulieren. Het is meer dan tijd dat de provincie orde brengt, wil niet een der kostelijkste vaarwaters van Noord-Holland langzamerhand onbruikbaar worden gemaakt. Over dit 'deel van de voordracht is in het verslag der afdeelingen niets gezegd; maar daaruit mag niet de gevolgtrekking worden gemaakt dat de Staten het groot belang daarvan niet zouden inzien. Integendeel dit belang werd vanzelfsprekend geacht. Ik hoop dat Gedeputeerden deze aangelegenheid van de verbetering van het Vaarwater over de Alkmaarsche meer en Stierop met kracht zullen ter hand nemen. De hoofdschotel van den welvoorzienen disch van Gedeputeerden bevat het voorstel tot den aanleg der kanalen onder b genoemd en wel het 14 tal kanalen aldaar gespecifi- ceerd. Terecht zeggen Gedeputeerden dat de voor dracht vast zit aan de uitvoerige technische gegevens, aan de Staten verschaft door het verslag van de commissie van advies, op Carrington. „En zelfs als hij ontsnapt „Wat dan?" „Dat zal hem niets helpen. Ik heb zijn ge- zicht gezien," eindigde Carrington. „Ik ook," zei Sheila. Dit waren de Iaatste woorden die ze in de geheime gang sprak, want Franklins oogen, schitterend van koorts in het halve licht van den lantaarn, die hem bij een andere misdaad had moeten bijlichten, smeekten haar niet lan- ger te treuzelen. „De gravin dood," zei ze steeds weer in zichzelf als werktuigelijk, toen ze naar de trap liep, die haar naar Viola Raynes kamer zou brengen. „Pus het was haar gezicht dat ik aanraakte dat koude, koude gezicht, daar in de geheime kamer; haar haar, dlat zoo golvend en zacht was. En en als ik hem niet gesmeekt had Lady Viola tot elken prijs te redden, zou ze nog leven. Wat vreese- lijk wat is hij slecht, en toch, wat houdt hij van Viola. Het was voor haar, hij zei, dat het voor haar was." Sheila kwam bij de gesloten deur, die ze kende en klopte zachtjes aan. Voor ze tijd had nog eens te kloppen werd de deur geopend en Viola stond voor haar, als een silhouet uitko- mend tegen het gedempte licht in de kamer achter haar, haar mooi lang haar los over een witte ochtendjapon. „Jij", riep ze toen ze het bleeke gezichtje van Sheila zag. „Ja, ik," zei deze. „Heeft u niet geslapen." „Neen, ik ben te ongelukkig om te slapen. 0, Sheila, ik ben zoo blij, dat ik je zie. Ben je voetspoor van het rapport van de cominissie- van Aalst. Daarin zijn aard en grootte en richting van de Kanalen aangegeven even- zeer als van de bruggen, kunstwerken enz. De Staten zullen dus geroepen zijn eene be slissing te nemen over dit plan in zijn geheel en over zijn onderdeelen. En dan stuit ik al dadelijk op punt I: het Kanaal OmvalHuigendijkAvenhorn Hoorn, voorzoover betreft het gedeelte Aven hornHoorn Hier zijn de moeilijkheden gerezen omtrent de te nemen richting. Er was aanvankelijk slechts plan I, het oorspronke- lijk plan van de commissie-van Aalst, door de Westerkogge en ten noorden van Hoorn. Dit plan is door eene Hoornsche commissie van 12 leden, welke de burgemeester van Hoorn in het leven heeft geroepen, becriti- ?eerd, en heeft aanleiding gegeven tot het ontwerpen van plan II volgens de wenschen van die commissie van 12! Zoo is plan II ontstaan. Maar die commissie is later weer tot ander inzicht gekomen en heeft haar eigen geestes- kind verloochend. Men zou denken dat het daarmee uit was. Maar dan rekende men buiten de directie van de Zuiderzeewerken. Deze vond plan II beter en meer aansluitende aan de plannen tot drooglegging van het Hoornsche Hop; en het door Hoorn weer losgelaten plan II werd weer vast gehouden door den dienst der Zui derzeewerken Wat nu te doen? De Provinciale Commissie (Verslag bl. 34) heeft gemeend geen keuze te moeten doen, maar de zaak te moeten overlaten aan Gede puteerden. Deze zeggen in hun antwoord, bl. 7 onder aan, dat zij met de beslissing willen wachten tot het tijdstip waarop met den aanleg der Kanalen om Hoorn zal worden begonnen en dat van de houding van FLoorn in het bijdra gen van haar deel in (de kosten veel zal af- hangen. Ik zou nu gaarne deze vraag wenschen te stellen: Ligt het in de bedoeling van Gedeputeerden om te trachten door overleg tot eene belang hebbenden bevredigende oplossing te komen? Als die oplossing verkregen is, is de zaak dan daarmede uit? Staat dan de richting vast? En als dte oplossing onverhoopt niet verkregen kan worden, komt de zaak dan te- rug in de vergadering der Staten en zullen deze in dat geval de beslissing moeten geven? Kanaal 3 van Zwaagdijk naar Enkhuizen door de Streek. Dit kanaal kan niet gemist worden in den schakel van kanalen door Noord-Holland, het vormt daarvan de noodzakelijke uitmonding in de voortreffelijke haven van Enkhuizen. Voor de Streek is daarenboven de behoefte aan een afvoerkanaal even dringend noodig als voor de Langedijken. Het is alleen maar zoo dwaas dat de menschen hun eigenbelang niet inzien en zelfs niet door vergelijking met andere bevoorrechte streken hun achterstand begrijpen. D Langedijken zijn in dat opzicht veel wak- kerder; maar daar kennen zij sinds vele ja ren reeds de voordeelen van een zij het ge- brekkigen waterweg. Enkhuizen begrijpt zijn belang, dat het een vaarweg krijgt naar de Streek. Aanvankelijk hadden wij, in de Commissie van Aalst, zeer veel steun uit de Streek voor het kanalenplan; maar toen de slechtere jaren voor den tuinbou-v kwamen is er veel propa ganda gemaakt tegen de kanalisatie. Zeer ten onrechte. Wat dienaangaande in het ad vies der Commissie is gezegd waarnaar door Gedeputeerden bij hun antwoord wordt ver- wezen, is alleszins afdoende. Ook de haven van Broekerhaven kan in de verste verte niet gelijkgesteld worden met die van Enkhuizen. Enkhuizen heeft diep water, en is beschermd door de leidammen van het Krabbersgat; Broekerhaven is niets dan een visschershaven, voor dieper liggende schepen niet toegankelijk. Een ringvaart, die wellicht door de Zuider zeewerken gemaakt zal worden van Enkhui zen naar Hoorn, wanneer tot drooglegging van het Hoornsche Hop mocht worden over- gegaan waaraan wij zeker vooreerst niet aan toe zijn een dergelijke ringvaart zou voor de openlegging van de Streek tusschen Hoorn Enkhuizen, het vruchtbare bouw- land van Westfriesland, niet het minste be lang hebben. Het is er juist om te doen dat de akkers en de marktplaatsen per schip be- reikt kunnen worden. Ook nu bestaat eene vaart over de Zuiderzee van Hoorn naar Enkhuizen, maar daardoor is de Streek in Westfriesland niet voor de scheepvaart ont- sloten. Het bereiken van het binnenland kan alleen door een kanaal in het binnenland plaats hebben. Enkhuizen, Andijk, hebben dit ten voile begrepei.. Van de kanalen 9 en 11, ftet kanaal Rus- tenburg Obdam en het kanaal Andijk Grootebroek is de doortrekking gevraagd gekomen, omdat je voelde dat ik je noodig had? Je was een schat om mijn brief aan hem terug te zenden, maar wat geeft het? Ik zal toch met hem moeten trouwen." „Liefste, hij ligt op sterven," zei Sheila. „De dood en zijn eigen slechtheid hebben je vrij gemaakt. Maar hij verlangt je nu te spreken en je kunt niet weigeren." „Op sterven?" herhaalde het meisje. „Ja. Ik zal het je onderweg wel vertellen, als je nu maar meegaat. Kom toch, niet alleen voor hem, maar ook voor den man die je lief- hebt. Ik geloof, dat hij weet, wie kapitein Derby eigenlijk is en dat hij je dat wil vertel len en nog veel meer, als je het hem vraagt, omdat hij zooveel van je houdlt en hij wil het niemand anders zeggen." Zonder een woord meer te zeggen kwam Viola de kamer uit en ging met Sheila mee. Wat Sheila onderweg in der haast kon ver tellen deed ze, maar toen de beide meisjes de toren bereikt hadden begreep Viola nog maar heel weinig van wat er gebeurd was. „Hoe gaat het?" vroeg Sheila, aan de deur van den geheimen doorgang, want Car rington was, toen hij haar stem hoorde, haar tegemoet gesneld. „Zeg niet, dat hij dood is, zonder gesproken te hebben." „Neen, hij is niet dood," zei Carrington, „maar lang kan het niet meer duren. Ik ge loof dat het schot door de longen is gegaan en dat het geval hopeloos is. Ieder woord dat hij spreekt geeft hem ondragelijke pijn maar hij wil toch spreken, Lady Viola. Hij heeft zich opgehouden tot u kwam. Ga bin- ■iiuiiuiiuiiuiMiiiiuminiuiniiuuuiiiniiiuiiuuiuuinnuiiiHuiiiliuimiiuiiuiiiiDiiRatiflii fU Niet langer over denken, Mijnheer, DOEN! Ook niet tegen H de kosten opzien, adverteeren is absoluut niet duur, integen- 1| deel, het is zelfs zeer winstgevend. Begint U nu eens met 1 een paar plaatsingen, U zult zien, uw zaak gaat er door vooruit. itiimiuHiniinimiimmiininimmiiinninnimiiiiiniiumiiimnnflininRimnmmininniim door een of meer Statenleden; van het eerste kanaal de doortrekking van Obdam tot Oost- woud, althans tot Opmeer. Dit wordt van groot belang geacht voor de Vier Noordcr- Koggen en de daar gelegen landerijen. Ongetwijfeld is dit juist. De Koggen heb ben belang bij de doortrekking van het kanaal RustenburgObdam; zelfs zoozeer dat de zaak speciaal onderzocht is door Ir. Ringers en dat deze aangelegenheid ampel is behan- deld en besproken in de Commissie van Aalst. We hebben ten slotte in die Commissie geen vrijheid gevonden't stuk ObdamOpmeer Oostwoud bij enze voorstellen op te nemen, omdat het eigenlijk daarin niet paste, als hebbende te zeer een lokaal karakter. Dat de Vier NoorderKoggen en de verdere belang hebbenden moeite doen om dit kanaal te ver krijgen, daaraan hebben zij groot gelijk. Maar op den voet van de andere kanalen zal dat niet kunnen geschieden; de betrokken streek zal zich aanzienlijk meer offers dienen te getroosten. Kanaal 11de doortrekking van het kanaal AndijkGrootebroek naar Broekerhaven. Men mag vragen wat voor zin die doortrek king zou hebben! Zij zou niet alleen verba- zend kostbaar zijn; m#n zou daarenboven den spoorweg moeten kruisen; maar welk nut zou het hebben naar de kleine en slecht toe- gankelijke haven van Broekerhaven te gaan, waar men de oneindig betere haven van Enk huizen vlak in dte buurt heeft. Dat groote schepen te Broekerhaven kunnen binnen va- ren, gelijk in het verslag wordt gezegd, is al leen waar als men een tjalk een groot schip noemt. Ook is het wel opmerkelijk tegenstrijdig, dat eenerzijds wordt aangedrongen op uit- breiding van het kanalenplan, terwijl ander- zijds wordt beweerd dat een kanaal door de Streek heelemaal niet noodig is. Ten slotte, Mijnheer de Voorzitter, een en- kel woord over de bijdrage in de kosten door de onmiddtellijk belanghebbenden. Dit is wel de neteligste kwestie in de ge heele voordracht. De gelden benoodigd door de Provincie, worden gevoteerd door de Staten; en de Pro vincie leent het geld en verzekert zich de som- men voor rente en aflossing benoodigd door belastingheffing van hare ingezetenen. Als zij het van de vrijwillige bijdragen van hare ingezetenen mcest hebben zou hij er een arm- zalige huishouding op na moeten houdten. Maar hoe gaat het nu met het uitvinden van die „belanghebbenden". Waar zijn ze? Welken maatstaf moet men aanleggen? Nemen wij b.v. het Kanaal Zwaagdijk Enkhuizen. Totale kosten 1.940.000.— De belanghebbenden moeten daafin bijdragen 1/6 deel of 323.000.—. Wie zijn die be langhebbenden, waar zijn zij te vinden; hoe- ver strekt zich het belang uit? De geheele oppositie in die streek komt al leen hieruit voort dat men bang is dlat men zal moeten betaten. Gedeputeerden zeggen bij hun antwoord: wij vertrouwen dat de bijdra ge door de naastbelanghebbenden vrijwillig zal worden verleend, omdat zij hun belang zullen inzien en erkennen. Gedeputeerden zijn hier wel wat erg opti- mistisch. Zeker, hun belang zullen zij, de on middellijk geinteresseerden gaarne willen inzien; maar willen zij ook betalen? In dit opzicht maak ik dadelijk onderscheid tusschen de steden en het platteland. Zonder eenigen twijfel zullen Alkmaar. Hoorn en Enkhuizen en waarschijnlijk ook Medenblik en Schagen min of meer belangrijke bijdragen willen ge ven. nen, en zendt Derny, die bij hem is, hier." Een oogenblik later kwam de jonge man. Het morgenlicht begon zijn weg te vinden door de vensters van den torenkamer en deed de sterren verbleken. Het drietal stond dicht bij elkaar, zachtjes fluisterend, hun gezichten bleek en vermoeid in de grijze schemering. „Je zult den dokter moeten halen, Derby," zei Carrington. „We kunnen hem niet zoo maar laten sterven, hoewel ik overtuigd ben dat een dokter niets meer doen kan, en ook niet had kunnen doen al waren we hem direct gaan roepen. Dan is er nog de dcode vrouw boven, zooals hij zelf bekend heeft, door hem vermoord. Dat geheim moeten we vertellen. Mc. Kinnon moet dat weten. Wil je hem wek- ken en zeggen dat hij goed zal doen hier te komen? Zeg, dat de geheimen, die ons al vier en twintig uur bezig houden, achter deze mu- ren kunnen worden uitgelegd, dank zij zijn secretaresse, juffrouw Douglas." „Ik zal mijn best doen," zei Derby. ,,Maar hoor eens Carrington, geloof je werkelijk, dat het die arme stakker daarbinnen is, die me vannacht van kant wilde maken?" „Ik denk, dat hij handelde op aanstoken van iemand anders." „Van wie? Je stem klinkt zoo vreemd." „Van den man, dien onze detective achterna zit." „Ja, maar wie is die man?" „Ik zal het geheim houden, tot Lady Viola hier komt. Dan zullen we zien, of ze denzelf- den naam noemt, dien ik bedoel. Maar ga nu den dokter halen. Het is hoog tijd," De Commissie van Aalst, op welke voor de ze aangelegenheid door Gedeputeerden een beroep wordt gedaan, heeft zich reeds her haalde malen met deze kwestie bezig gehou den. Zij heeft ten slotte belangen cijfers opge- steld en een schema van verdeeling ontwor: pen, waarbij naar haar inzicht zoo rechfc. vaardig mogelijk de lasten over de beUokken streek werden verde'eld. Niet ten onrechte doen Gedeputeerden een beroep op de Commissie van Aalst, want deze is volkomen bereid dien arbeid op nieuw ter hand te nemen en hare diensten aan te bieden. Unaniem was die Commissie van oordeel, dat zulk een bijdrage door de onmiddellijk be langhebbenden behoort te geschieden, een eisch is van billijkheid en ook dat het redelijk is dat die bijdrage op 1/6 deel is bepaald. Maar het antwoord dat Gedeputeerden ver der geven op de vraag wat geschieden moet wanneer de streek-belanghebbenden niet of niet in voldoende mate vrijwillig bijdragen in de kosten, dat dan overwogen moet woi'den of met de voorbereiding van de kanalen wel moet worden voortgegaan, acht ik onjuist. Dat zou ten slotte zijn het geven van de be slissing over zulk een belangrijk werk in de handen van eenige recalciiranten. Al de ar beid van de Provincie, van het Rijk, van de offervaardige gemeenten zou daardoor op ziide kunnen worden geschoven? Dat kunnen Gedeputeerden niet meenen. Dat zou koorn zijn op den molen van de malcontenten, die er altijd zijn en altijd te vinden zijn bij het ontwerpen van een groot werk van algemeen maatschappelijk belang. Daar zijn nog wel andere middelen, waarmede de Provincie de onwilligen tot hun plicht kan dwingen. Ik ben het geheel eens met Gedeputeerden, dat wij daarover thans niet hebben te discus- sieeren. Maar ik vertrouw, dat wanneer de Commissie van Aalst voor de taak gespan- nen zal worden om met de streekbelangheb- benden te overleggen omtrent de bijdrage van 1/6 der kosten, die Commissie dan in alle opzichten op den steun van Gedeputeerden zal mogen rekenen. Wanneer hier straks het besluit genomen zal worden om de kanalen te maken, dan moeten zij er ook komen; en dan mag de onberedeneerde tegenstand van kortzichtige menschen het groot werk van algemeen belang noch tegenhouden noch zelfs vertragen. Ik wil eindigen gelijk ik ben begonnen, met een woord van dank aan Gedeputeerde Staten voor den grooten arbeid, dien zij wederom op zich hebben genomen. Wanneer de Provincie Noord-Holland tot de best bestuurden kan ge rekend worden, dan komt de iof daarvan in de eerete plaats toe aan het College met de leiding der zaken belast. Nog onlangs, bij de aanneming van het voorstel betreffende het Wegenplan is gebleken, hoe groot het ver trouwen is dat de Staten stellen in hunne Ge deputeerden. Ik twijfel er niet aan of dat vo- tum zal door de aanneming van het kanalen plan worden onderstreept. (Applaus). De heer Best, te Berkhout, sloot zich aan bij de door Mr. Bosman gesproken woorden van hulde aan den voorzitter en de commissie, die de groote plannen heeft voorbereid. Als wensch bracht spr. in de eerste plaats naar voren de doortrekking van het kanaal naar Opmeer. In de tweede plaats vestigde hij de aan dacht op de bezwaren, die dat kanaal ople- verde voor sommige belanghebbenden, door de uitbreidng van Schermerboezem over de provincie. Spr. geloofde toch, dat het over- weging verdient, op het Schermerboezem- peil door te varen tot Schardam, waar een Hoofdstuk XX. Het dapperste meisje van de wereld. Sheila Douglas en Carrington waren sa- men alleen, voor het eerst, nadat hij het meis je had gezegd, dat hij haar liefhad. Slechts een paar meter verder, aan den an- deren kant van de geheime deur, die nu wijd open stond, konden zij het gemurmel van dte stem van den stervenden man hooren, terwijl hij gebroken en pijnlijk tegen Lady Viola Rayne sprak. „Je hebt het dapperste meisje van de we reld," zei Carrington. „Geen ander meisje zou hebben kunnen of willen doen wat iij van nacht gedaan hebt. Je hebt kapitein Derby's leven gered ten koste van je eigen leven „Maar het was aan jou, dat ik aldoor dacht, meer dan aan hem," bekende Sheila. „Misschien zou ik niet zoo moedig zijn ge weest als ik geweten had, dat jij, wat er ook gebeurde, veiligiwas en buiten het bereik van het vuur." „Ik geloof, dat je precies even moedig zoudt zijn geweest," zei Carrington, „omdat je nu eenmaal zoo bent. Ik kende je nog niet lang, voor ik je sterkte van karakter, je dappere zelfverloochening en nobele loyaliteit leerde kennen, die alleen al voldoende zijn om je op een voetstuk te plaatsen ver boven elke ande re vrouw, die ik ooit gekend heb. En dan je zachtheid (Wordt vervolgd.) i I 3=5= I,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1926 | | pagina 5