Alkmaarsche Gourant
Keuring voor den DiensipH.
QraotstesorteenngKantoorboeken
De hot der lenpnen.
Ha an dag 1 Maart.
L. Fran ken here, Alkmaar.
vn 11.LUTON.
daarvoor aangegeven plaats en tijd ver
sed ijnfc, of die, aldaar verschenen zijnde, zic'h
niet aaw de meting of het geneeskundig on
derzoek onderwerpt, wordt gestraft met
hechtenis van ten hoogste veertien dagen of
geldbcete van ten hoogste honderd vijftig
gulden. Hetzelfde geldt voor den ingeschre
vene, die moet worden onderzocht op de
plaats waar hij zich bevindt, en zich niet
onderwerpt aan de meting of het geneeskunr-
dig onderzoek en voorts den voor den dienst
plicht in te schrijven of ingeschreven per-
soon en zijn wettige vertegenwoordiger, die de
in verband met de Dienstplichtwet van hem
gevraagde opgaven niet of niet naar waar-
heid verstrekt. Pleegt hij een van genoemde
feiten opzettelijk, dan wordt hij gestraft met
gevangenisstraf van ten hoogste twee maan-
den of geldboete van ten hoogste zeshonderd
gulden.
Voorts wordt de aandacht gevestigd op
art. 206 van het Wetboek van Strafrecht, dat
luidt als volgt:
Met gevangenisstraf van ten hoogste twee
jar en word't gestraft:
lo. hij, die zich opzettelijk voor den dienst
bij de krijgsmacht ongeschikt maakt of
laat maken;
2o. hij, die een ander op diens verzoek op
zettelijk voor den dienst ongeschikt
maakt.
Indien in het laatste geval het feit den
dood ten gevolge heeft, wordt gevangenis
straf van ten hoogste zes faren opgelegd.
Alkmaar, 1 Maart 1926.
De Burgemeester,
WENDELAAR.
Stadsnieims
AFD. ALKMAAR EN OMSTREKEN
VAN DE KON. NED. MAATSCHAPP1J
VOOR TUINBOUW EN PLANTKUNDE.
Vrijdagavond vergaderde bovengenoemde
vereeniging in het Landbouwhuis.
De voorzitter, de heer W. Balk, opende de
algemeene vergadering, waarvoor slechts 2
belangstellenden waren.
De notulen werden gelezen en goedge-
keurd.
Aan het jaarverslag ontleenen we het vol-
gende
Na oprichting op 6 Maart 1925 is het le-
dental van 15 tot 26 gestegen.
Het bestuur bestaat uit de heeren W Balk,
B. Hoek, H. Doggenaar, J. Teerink en mej
Scale (welke laatste om gezondheidsredenen
haar taak van secretaresse neer moest leggen.
Haar plaats werd tijdelijk ingenomen door
den heer P. Blokker.
Ta! van excursies en lezingen werden ge-
maakt en gehouden.
Opgericht werd onder de schooljeugd een
onderafdeeling der vereeniging „Floralia",
welk opzet prachtig slaagde. Er werden
voor Floralia's doel totaal 3825 planten aan-
gevraagd.
Dank werd gebracht voor het keurige jaar
verslag, waarop de heer Blokker definitief tot
secretaris werd verkozen.
De rekening en verantwoording kon, door
afwezigheid van den penningmeester, niet
worden uitgebracht.
De voorzitter gaf hierop nog enkele bij-
zonderheden over Floralia. Ook deelde hij
mede, dat men werkzaam is om het volgend
voorjaar te geraken tot een tentoonstelling
van bolgewassen in den vollen grond. Hier-
voor heeft de afd. Alkmaar van de Bollen-
kweekersvereeniging hare medewerking toe-
gezegd. Men hoopte hiervoor een geschikt
terrein te kunnen verkrijgen, waarin de bol-
len gratis geplant moeten worden; natuurijk
blijven ze eigendom van den bezitter.
Tegen eind Maart zal in ,,'t Gulden Vlies"
een vergadering belegd worden van de be-
langstellende bollenkweekers boven het IJ,
tot bespreking en uitwerking der plannen
Spr. twijfelde niet of Alkmaar zal in 1927
het Heemstede van 1925 imiteeren. Het doel
van de tentoonstelling beoogt reclame; een
eventueel batig saldo zal onder de inzenders
verdeeld worden.
Hiermede werd de jaarvergadering voor
geeindigd verklaard en kreeg de heer Balk
van den fungeerenden voorzitter, den heer
B. Hoek, het woord om te spreken over
„Fruitteelt in Stadstuinen".
De heer Balk uitte zijn teleurstelling over
het weinig talrijke publiek. dat langzamer-
hand tot acht belangstellenden gestegen
was.
Spreker wenschte in het bijzonder de
onderstammenkwestie te behandelen. Velen
ondervinden groote teleurstelling bij het
kweeken van fruit in stadstuinen. hetgeen
vee'.al uit onwetend'heid voortvloeit.
Het toepassen van de beredeneerde snoei-
wijze op boomen van kleine vormen werkt
afschrikwekkend, daar dit zeer moeilijk is
Jammer dat de struikenteelt ook opgevat is
voor dezelfde behandeling. Zoo moet de py-
ramide beredeneerd gesnoeid worden, even-
zoo de struik fgewone kroonboom met zeer
lagen stam). Deze laatste heeft een groote
vlucht genomen.
De onderstam heeft invloed op het ver-
edelde individu. De peer wordt op twee ver-
schillende onderstammen gekweekt, n.l, op de
wildling en op de kweestruik, met dus't on-
vermijdelijk gevolg dat zij verschillende ei-
genschappen krijgen. Op de wildling ver
edeld, zal zich een groot wortelnet ontwikke-
!en en daar er verhouding is tusschen wortel
en takgestel zal de peer ook bovengronds
flink zijn. Met de kweestruik is het tegen-
overgestelde het geval, dus onder- en bo-
vengrondsch klein.
De kenmerken van de kwee zijn: fijn ver-
takt, zeer donker van kleur. met een oneffen
opperhuid met witte stipjes. De wildling
daarentegen is glad en green van kleur.
Spr. toonde eenige exemplaren van beide
soorten.
De strenge groei gaat ten koste van
vruchtbaarheid spoediger intreedt en blijft
vruchtbaarheid spoediger intreedt en dan
dan bij de wildling. De claps favorite, op een
wildling veredeld, zal over pas pl.m. 12
jaar vruchten voortbrengen, terwijl dat or>
de kwee al na ongeveer 3 jaar plaats heeft.
Met het oog op de weinige ruimte in den
stadstuin ried spr. dan ook ten sterkste
aan gebruik te maken van de kweestruik,
welker opleiding bijna gelijk is aan die van
den kroonboom. Als regel geven zij ook be-
ter vrucht en zijn de peren grooter en mooier
van vorm en kleur.
Een andere invloed door de kwee kan zijn,
dat de vruchten gemuskeerd worden, waar-
door de smaak van de eene peersoort slechter
en van de andere lekkerder wordt.
Over het algemeen snoeien de meesten te
veel. Het snoeien geeft een prikkel tot
groei, dus wordt de boom minder vrucht-
baar. Als de vorm is gemaakt, zijn't voor-
namelijk hinderlijke takken die gemist kun
nen worden; de hangtakken echter niet,
daar deze zeer vruchtbaar zijn.'
Spr. gaf hierop een aanschouwelijk voor-
beeld van snoeien, met de bedoeling om een
kroon te maken. Het aantal takken doet er
niet toe, als men maar zorgt dat zij zich om
de as van den stam flink ontwikkelen. Nu is
het de hoofdzaak om de zwakke takken lang,
de sterke kort te snoeien. De oogen, waarbij
de tak afgeknipt wordt, moeten achtereenvol-
gens tegenover elkaar gelegen zijn. Voorts
men er aan denken, dat men insnijdt op
zwakke knoppen.
Over dit gedeelte van de lezing stelden
twee der aanwezigen eenige vragen, die de
heer Balk afdoende beantwoordde.
De appels worden veredeld op zaailing,
doucin (afleggers), op de paradijsstruik en
vooral op de gele. Voor stadstuinen is op on
derstam doucin het meest gewenscht, ook
alweer met het oog op de ruimte. Ook hier
treedit de vruchtbaarheid bij de struik gau-
wer in, omdat door den lagen stam de kroon
dichter bij den grond is en zoodoende meer
van de warmte van Moeder Aarde profiteert.
Nog een ander groot voordeel van deze lage
boomen is dat zij veel gemakkelijker en be-
ter bchandeld kunnen worden.
Het beplanten van muren met vruchtboo-
men is een veel moeilijker omstandigheid,
daar de vorm onnatuurlijk is. Meestal zijn
de stadstuinlui op fruitteeltgebied niet goed
onderlegd en bederven vaak veel met de be
redeneerde snoeiwijze, die ook hier toege-
past moet worden. Spr. gaf hier aan peren
in snoervorm de voorkeur, waarbij naar
verdeeling van vruchttwijgen gestreefd
wordt.
Na het afknippen moet men de opvolgende
oogen gaan verzwakken door den kop uit te
prikken, het hoofdoog wordt weggenomen ea
uit de slapende bijoogen komen zwakke
scheutjes. De knop wordt gebroken en de an
dere oogen worde nin aanvang tegengehou-
den. Boven de vruchtknop uit kan alles weg-
gesneden worden. Ook dient men op het in-
nijpen van de bladeren te letten.
De heer Balk kreeg ook nu weer eenige
vragen te beantwoorden, terwijl de heer
Hoek nog den raad gaf zich bij aankoop een
g o e d e n boom aan te schaffen. Sjr. waar-
schuwde tegen het koopen op de markt, daar
een leek dan meestal een wildstam uitzoekt,
omdat die mooier lijkt. In waarhcid heeft
hij dan juist datgene wat voor zijn tuintje
niet geschikt is. Bij het aanschaffen van
boomen raadde spr. dus aan vakkundige
hulp in te roepen en dan niet zuinig te zijn.
De heer Balk reciteerde nog een heel oud
lied, waarin bijna alles was neergelegd het
geen hij in eenige lezingen had behandeld;
de titel was: „Het klaaglied van een boom
aan zijn eigenaar".
De heer Hoek sloot de bijeenkoinst met een
woord van dank aan spreker, aanwezigen en
pers.
No. 50 1926
Honderd Acht en Twintigste 'aargang.
De BURGEME'ESTER van ALKMAAR
brengt ter algemeene kemnis, dat de KEU-
RINGSRAAD voof de ingeschrcvenen voor
den dienstplicht, Editing 1927, dezer ge-
meente zitting zal houden te ALKMAAR in
loka'en van het gebouw „de Nieuwe Doelen"
Doelenstraat 3, en wel op:
MA AND AG 15 MAART 1926,
v.m. 10 uur, volgsnos. 1 t.m. 10.
m.m. 1.30 uur, volgnos. 11 tm.. 30.
DINSDAG 16 MAART 1926,
v.m.*9.30 uur, volgnos. 31 t.m. 50.
O'.m. 1.30 uur, volgnos. 51 t.m. 70.
WOENSDAG 17 MAART 1926
vm. 9.30 uur, volgnos. 71 t.m. 90.
n.m. 1.30 uur, volgnos. 91 t.m. 110.
DONDERDAG 18 MAART 1926,
v.m. 9.30 uur, volgnos. Ill t.m. 130
n.m. 1.30 uur, volgnos. 131 t.m. 150
VRIJDAG 19 MAART 1926
v.m. 9.30 uur, voignos. 151 t.m. 170
n.m. 1.30 uur, voignos. 171 t.m. 190.
MAANDAG 22 MAART 1926
v.m. 9.30 uur, volgnos. 191 t.m. 210,
n.m. 1.30 uur, volgnos. 211 tm.. 23o en
DINSDAG 23 MAART 1926
v.m. 9.30 uur, voor de overigen.
De volgnummers zijn die waaronder de
ngeschrevenen in het Alphabetisch Register
Zijn ingeschreven.
Met betrekking tot den keuringsraad gel-
den de hieronder vermelde bepalingen.
Taak van den Keuringsraad.
Behalve in de na te noemen uitzonderings-
gevaliien geschieden voor den keuringsraad
ce meting en het geneeskundig onaerzoek
naar de geschiktheid voor den dienst.
Ongeschikt voor den dienst worden geacht:
1. Zij, die kleiner zijn dan 1.55 M.;
2. Zij, die lijden aan of behelpt zijn met
tieken of gebreken, vermeld in ten bij Ko-
ninklijk besluit vastgesteld keuringsregle-
ment.
Zij, die bij de eerste maal, dat omtrent hun
geschiktheid uitspraak wordt gedaan, ver-
keeren in een der onder 1 en 2 bedoelde ge-
vallen, worden geacht slechts tijdelijk onge-
'ichikt te zijn, indien onderscheidenlijk:
a. de lengte meer dan 1.50 bedraagt;
b. aanr.emelijk wordt geacht, dat de ziek-
te of het gebrek binnen een jaar zal hebben
opgehouden te bestaan.
In alle andere gevallen worden de onder 1
en 2 bedoelde personen geacht voorgoed on
geschikt te zijn.
Zij, d;e op grond van hun lic'haamslengte
voorgoed ongeschikt moeten worden ver
klaard, behoeven geen onderzoek ter zake
van ziakten of gebreken te ondergaan.
Het onderzoek blijft geheel of ten deele
achterwege, voor zoover blijkt, dat de ge-
zondheidstoestand van den te keuren persoon
het onderzoek niet gedoogt.
De uitspraken van den keuringsraad wor
den in het openbaar medegedeeld.
WIE VOOR DEN KEURINGSRAAD
MOETEN VERSCHIJNEN.
Io het algemeen is ieder, die voor den
iienstplicht is ingeschreven, verplicht op de
hierboven aangegeven plaats en tijd voor aen
keuringsraad te verschijnen. Hij kan echter
aan den Voorzitter van den keui .ngsraad het
verzoek doen om het onderzoek bij tenande-
ren keuringsraad te ondergaan. Dit verzoek
kan ongezegeld zijn, doch moet gefrankeerd
verzonden worden. Desgewenscht kan hij het
verzoekschrift ook indienen bij den Burge
meester, die alsdan zorgt voor de verzending.
Op den ingeschevene, die tijdelijk onge
schikt wordt verklaard, rust de venplichting
om voor den keuringsraad te verschijnen nog
maals in het jaar, volgende op dat, waarin
de tijdelijke ongeschiktverklaring plaats had.
Hij, die voor den keuringsraad verschijnt,
is verplicht zich aldaar aan een onderzoek
naar zijn lichaamslengte en, zoo noodig, aan
een geneeskutrdig onderzoek te onderwerpen.
Het staat den ingeschrevene vrij., bij de
keuring een geneeskundige verk'aring om
trent de lichaamsgesteldheid over te leggen,
Elke liniatuur en dikte in vooreaad.
Naar het Engelsch van Justus Mile
Fosman.
Door J. S.
*9)
„In uw huis heeft men nooit gehuwd bui-
ten de vorstelijke families," zei Von Altdorf
,,Uw moeder was geen boerendochter, Prins
Ik geef u mijn woord, dat als u beproeft den
troon.te dee!en met Madame, uw zoon nooit
zal regeeren in Novodnia, maar een Parclo-
ritch den troon zal bezetten, die een eeuw in
uw familie is geweest, zoodra gij dood zijt, of
misschien nog eer nog even eerder."
De prins hield zijn handen voor de ooren.
„Man, houd op, houd op. Weet ik niet al
les wat je daar zegt even goed als jij? Heb ik
niet eindelooze nachten wakker gelegen en er
over getobt? Houd op, Von Altdorf. Ik kan
het nu niet verdragen. Wacht er mee, tot het
aan de orde is. Geef me tijd om er over te
denken. Ach, heeft ooit een mensch zooveel
zorg gehad?"
„Nog een ding hield Von Altdorf aan.
„Een belangrijk ding. U bent zoo goed als
zeker gevolgd op uw reis hierheen. Die dui-
vels zijn te actief om het na te laten. Georgias
zal het niet geweten hebben, want die is in
het gebergte in de buurt van Maarkin, maar
zijn oppermoordenaar, Von Steinbriiche, is
altijd in d£ hoofdstad voor de spionnage. Bin
nen een of twee dagen zal hij weten, waar gij
opdat de keuren de geneesheeren aaarmede
rekening kunnen houden.
VIE NIET VOOR DEN KEURINGS
RAAD BEHOEVEN TE VERSCHIJNEN.
Voor den keuringsraad behoeven niet te
verschijnen de ingeschrevenen:
a. die zijn opgenomen in een krankzinni-
gen-, idioten-, doofstommen- of blindenge-
sticht;
Voor deze ingeschrevenen wordt door de
bestuurders der gestiehten een geneeskundi
ge verklaring kgezonden.
b die doen blijken door ziekte of gebreken
tot die verschijning buiten staat te zijn en
niet zijn opgenomen in een gesticht als onder
a bedoeld;
De hier bedoelde personen worden onder
zocht op de plaats, waar zij zich bevinden,
mits deze binnen het Rijk gelegen is; zij zijn
verplicht zich aan dit onderzoek te onderwer
pen. Het onderzoek geschiedt door een door
den Voorzitter van den keuingsraad aan te
wijzen geneeskundige. Dit onderzoek blijft
echter achterwege, wanneer aan den keu
ringsraad een geneeskundige verklaring
wordt ingezonden, die den raad voldoenden
grond geeft om den ingeschrevene ongeschikt
te verklaren (zie omtrent zulk een verklaring
aan het slot onder dit hoofd.)
c. die zijn opgenomen in een rijksopvoe-
dingsgesticht, een tuchtschool, een gevange-
nis of een rijkswerkinrichting;
Voor het onderzoek van deze categorie van
ingeschrevenen gelden dezelfde bepalingen
als voor de categorie onder b gemeld.
d. die hun beroep maken van de buiten-
landsche zeevaart of van de zeevisscherij
buitenslands.
Deze ingeschrevenen kunnen, zoo zij keu
ring wenschen, zich voor den keuringsraad
aan het onderzoek onderwerpen, voor zoover
zij geen gebruik hebben gemaakt van de ge-
legenheid om voor 15 Maart een dergelijk
onderzoek te ondergaan vanwege den plaat-
selijke- of gamizoenscommandant in een gar-
nizoen of den commandant der afdeeling ma-
riniers te Rotterdam.
e. die longer dan een maand in het bui-
tenland verblijven;
Deze ingeschrevenen kunnen niettemin, zoo
zij keuring wenschen, zich bij den keurings
raad aan het onderzoek onderwerpen. Zij
kunnen bovendien op de hiervoor aangegeven
wijze met een eigenhandig geteekend verzoek
schrift vragen om het onderzoek voor een an-
deren keuringsraad te ondergaan. f
Voorts kunnen deze ingeschrevenen, zoo zij
-niet voor een iSuringsraad verschijnen, bij
den keuringsraad voor de sluiting zijner zit
ting inzenden een na 1 Maart afgegeven ver
klaring, waaruit blijkt:
dat de ingeschrevene met geslacht-
naam, voornamen en leeftijd aam< te duiden
door hen, die de verklaring hebben afgegeven,
voorgoed ongeschikt voor den dienst wordt
geoordeeld; en voorts:
de aard en de graad der ziekte of het ge
brek, op grond waarvan de ongeschiktheid
aanwezig wordt geacht, zoomede de bezwa-
ren, door de ziekte of het gebrek veroorzaakt.
deze verklaring moet de onderteekening
dragen van twee geneeskund'igen, die ter
plaatse van afgifte bevoegd zijn tot uitoefe-
ning van de genees- en heelkunde. In Neder-
landsch-Indie mag de verklaring door enkel
dokters-diawa echter allcen dan worden afge
geven, wanneer ter plaatse geen ander ge
neeskundige is, en mag zij door een dokter-
d'iawa met een ander geneeskundige alleen
dan worden afgegeven, wanneer ter plaatse
niet meer dan eem ander geneeskundige is. De
handteekeningen van hen, die de verklaring
hebben afgegeven, moeten behoorlijk voor
echt zijn verklaard, onder bijvoeging, dat zij,
door wie de handteekeringen zijn gesteld,
ter plaatse bevoegd ziin tot uitoefening van
de genees- en heelkunde, dan wel dokter-dja
wa zijn. Zoo het stuk is onderteekend door een
dokter djawa^ moet bovendien blijken, ^welk
van de hierbedoe'de gevallen aarwezig is.
De ingeschrevene wordt a:Teen voorgoed
ongeschikt verklaard ingeval de verklaring
omtrent de ongeschiktheid geen twijfel laat en
niet aanmerkeliik wordt geacht, dat de ziekte
of hot gebrek binnen een jaar zal hebben op
gehouden te bestaan.
f. die een geesteliik of een -godsdienstig-
menschlievend ambt bekleeden of tot zoodanig
ambt worden opgeleid.
Deze ingeschrevenen kunnen zich evenwel,
indien zij dit wenschen, aan het onderzoek
voor den keuringsraad onderwerpen. Zij kun
nen bovendien op de hiervoor aargegeven
wiize met een eigenhandig geteekend verzoek
schrift vragen om het onderzoek voor een an-
deren keuringsraad te ondergaan.
g die als vrijwilliger behooren tot de
landmaeht, de zeemacht of de overzeesche
weermacht;
Ook zij, die tot den vrijwilligen landstorm
u bevindt als hij u ten minste, wat nog
waarschijnlijker is, als een schaduw gevolgd
heeftdan zouden zijn mannen al hier
zijn. In ieder geval, sir, blijf zooveel mogelijk
binnenshuis. Ga nooit uit zonder een van ons,
en ga in den avond in het geheel niet de deur
uit. Denk er aan, dat ge ze niet de kans geeft,
een tijding uit Parijs te zenden, die Georgias
groot genoegen zou doen, en die hem de kans
zouden geven ge weet wel waarop!"
De prins stak met een hulpeloos gebaar
zijn arm en uit.
„Ik ben in uw hand, heeren," zei hi] ver-
moeid. „Doe maar, zooals gij wilt. Aan een
ding houd ik vast Ik ben hier in Parijs; of
dat wijs of dwaas is, doet er minder toe, maar
ik blijf hier, tot ik mijn vrouw heb gesproken
en mij aan haar heb bekend gemaakt, en wij
het samen over de toekomst eens zijn gewor-
den. Ik ga niet naar Novodnia terug, voor ik
weet, dat alles is geregeld en dat prinses
Eleanor mij volgen zal, zoodra ze er toe in
stcicit is
„Maar dat, sirbegon de oude
Mac Kensie, maar Von Altdorf hief bevelend
de hand op.
„Nu daarmee moeten we dan tevreden
zijn," zei Von Altdorf. „Alleen weet, dat
prinses Eleanor nog niet in staat is de waar-
heid te hooren of uw bezoek te ontvangen
op het oogenblik, sir. We moeten wachten, en
uw persoon gedurende dien tijd zorgvuldig
bewaken God geve, dat er niets onherstel-
baars in Novodnia gebeurt, terwijl gij afwe-
zig zijt."
Denis Mallorv had voor een raam gestaan,
dat op de Rue Boissonade uitkwam en had
behooren, behoeven niet voor den keurings
raad te verschijnen.
Voor den ingeschrevene, op wien de ver-
plichting rust voor den keuringsraad te ver
schijnen, doch die aan den raaid een door twee
geneeskundigen afgegeven verklaring zendt,
welke den raad voldoenden grond geeft om
den ingeschrevene ongeschikt te verklaren,
komt bedoelde verplichting te vervallen. De
geneeskundige verklaring moet worden inge
zonden zoo spoedig mogelijk nadat de inge
schrevene is opgeroepen om voor den keu
ringsraad te verschijnen. De verklaring moet
overigens voldOen aan dezelfde vereischten,
ten aanzien van de hiervoor onder e vermel
de geneeskundige verklaring aangegeven.
IN DEE LING BIJ DE ZEE MI LIT IE OF
BIJ EEN DER KORPSEN VAN HET
LEGER.
De voorzitter van den keuringsraad ver-
zamelt tijdens de zitting gegevens omtrent
de indeeling.
In verband hiermede staat het den inge
schrevene vrij alsdan den voorzitter mede te
deelen, of hij, zoo hij tot gewoon dienstplich-
tige mocht worden aangewezen, zou wen
schen te worden bestemd voor de zeemilitie,
voor de hospitaalsoldaten, voor een bereden
korps en ook aan welk ander korps hij zich
het liefst toegewezen zou zien. Ook kan hij
zijn wenschen opgeven omtrent het gamizoen
en het tijdvak van imlijving. Voorts kan de
ingeschrevene den voorzitter een schriftelijke
verklaring ter hand stellen, ten bewijze, dat
hij voor eenig vak of eenigen arbeid bijzon-
dere geschiktheid bezit.
Met deze wenschen kan eveniwel slechts
rekening worden gehouden, voor zoover de
dienstbelangen het toe'laten.
De ingeschrevene en zijn wettige vertegen
woordiger zijn verplicht de opgaven, die in
verband met de Dienstplichtwet aan hem
worden gevraagd, naar waarheid te verstrek-
ken (zie ook hetgeen hieromtrent is vermeld
onder „Strafbepalingen").
HERKEURINO.
Ten aanzien van elken ingeschrevene, om
trent wien de keuringsraad uitspraak heeft
gedaan, kan bij den keuringsraad een nieuw
geneeskundig onderzoek worden aange-
vraagd:
a. door den ingeschrevene, wien de uit
spraak geldt, of diens wettigen vertegenwoor
diger;
b. door elk der overige voor de gemeente
ingeschreven personen of diens wettigen ver
tegenwoordiger.
De aanvaag moet berusten op aanneme-
lijke in het verzoekschrift omschreven gron-
den en binnen tien dagen na den dag, waar
op de uitspraak in het openbaar is medege
deeld, zijn ingeleverd bij den burgemeester
der gemeente, waar de ingeschrevene, wien
de uitspraak gCldlt, voor den dienstplicht in
geschreven is.
AANVRAGEN, NIET 1NGERICHT OF
NIET INGELEVERD OP DE HIER
OMSCHREVEN WIJZE, KUNNEN
GEEN GEVOLG HEBBEN.
Verschijnt de ingeschrevene niet op den
bepaalden tijd voor den herkeuringsraad,
dan wordt de aanvraag, indien zij is gedaan
door den ingeschrevene, wien de uitspraak
geldt, of door diens wettigen vertegenwoordi
ger, als vervallen beschouwd, tenzij hij ver-
keert in een der gevallen, waarin hij tot ver
schijning niet in staat geacht wordt.
Het nieuwe onderzoek geschiedt voor den
herkeuringsraad, die daartie gewoonlijk zit
ting houdt in Juni.
Indien het vanwege den herkeuringsraad te
houden onderzoek niet mocht kunnen plaats
hebben. wordt de ingeschreve voor geschikt
gehouoen.
TUSSCHENPERSONEN.
Belanghebbenden bij de keuring doen goed
zich er voor te wachten, zich met tusschen-
personen in verbinding te stellen om voor den
keuringsraad te worden afgekeurd, omdat, in
dien ongeschiktheid inderdaad aanwezig is,
de afkeuring ook zonder de tusschenkomst
van die personen zou plaats hebben.
AFKEURING ENZ. DOOR BEDROG.
Blijkt, dat iemand voorgoed ongeschikt is
verklaard als gevolg van bedrog, dan wordt
hij op last van den commissaris der Konin-
gin in de provincie, bininen welke hij was in
geschreven, opnieuw voor den dienstplicht in
geschreven, tenzij hij reeds heeft geloot, in
welk geval hij op last van den Minister we-
der wordt geplaatst in de verhouding tot den
dienstplicht, waarin hij stood, toen hij onge
schikt werd verklaard.
Van deze beslissing geschiedt openbare
kennisgeving.
STRAFBEPALINGEN.
De ingeschrevene, die verplicht is voor den
keuringsraad te verschijnen en niet op de
door de tulle gordijnen staan gluren.
Hij draaide zich nu om en wenkte Von Alt
dorf met de oogen. Deze kwam een oogenblik
later als toevallig langs hem heen.
„Er staan een paar verdacht uitziende ke-
rels al een half uur lang naar het huis te
loeren," fluisterde Mallory. „Zij zien er uit
als Italiaansche modellen zonder werk, maar
ik geloof niet, dat ze het zijd: ik ken bijna al
die kerels, deze heb ik nog nooit gezien en
hun optreden is verdacht.
Von Altdorf loerde door het venster tot de
beide mannen zich een oogenblik lieten zien.
Aan zijn grimmig gezicht was het duidelijk,
dat hij ze herkende.
,,Ik heb wel gezegd, dat ze komen zouden!"
fluisterde hij. „Een van de twee is baron Von
Steinbriiche en de andere is een schobbejak,
die hij in zijn dienst heeft. De schurk vindt
het werk heel belangrijk, anders zou hij niet
zelf gekozen zijn. Von Steinbriicke is 'n Oos-
tenrijker, die uit Weenen heeft moeten vluch-
ten, omdat hij bekend raakte als valsche spe-
ler. Bovendien maakte hij zich vaak aan af-
persing schuldig. Hij is Georgias' rechter
hand. Nu zal het zaak zijn de beide kerels
weg te krijgen voordat de prins het huis ver-
laat. Creighton, kom een even hier."
Ik kwam naar het venster en Von Altdorf
vertelde mij in het kort, wat hij juist aan De
nis had medegedeeld.
„Ik denk, dat ze wel zullen aftrekken, als
ze iemand naar buiten zien komen," zei hij.
„Beproef het eens. Het is beter, dat ze den
prins niet zien."
Ik nam hoed en stok en liep naar buiten.
De beide kerels gingen een eindje weg en
wachtten toen. Ze schenen niet gauw bang te
zijn. Toen haalde ik de concierge, een dikke
oude vrouw, die juist haar middagmaal zat
klaar te maken, naar buiten. Ik droeg zorg,
dat de beide kerels mij niet zagen en wees ze
de oude vrouw aan. Ik vertelde haar, dat Mai
lory ze voor dieven hield die onlangs een van
zijn vrienden besto'en hadden, en die nu een
inbraak in haar huis schenen te beramen. De
oude vrouw werd woedend, en haar houten
pollepel, schuddend, zwoer ze, dat die lui er
slecht af zouden komen als ze haar huis te
na kwamen.
„Herr Von Steinbriiche en zijn vriend zul
len in ieder geval wel niet de kans krijgen on-
ze concierge uit te hooren," datht ik zoo bij
mezelf.
De twee mannen liepen voor me, telkens
omkijkend, de straat uit. Op den Boulevard
gekomen riepen ze plotseling een voorbijrij-
dende fiacre aan, stapten er in en reden
snel weg. Ik achtervolgde ze onmiddellijk in
een ander rijtuig. Ik wist wel dat ik met die
achtervolging niets opschoot, maar ik wilde
hen liefst zoover mogelijk van de Rue Boisso
nade verwijderen. Zij gingen de Boulevard
Montparnasse op en reden in galop naar het
station; vandaar de Rue de Rennes af naar
de Boulevard St. Germain en zoo naar de
Place de la Concorde over de rivier.
Daar in een maalstroom van rijtuigen, zoo-
dat ze het mijne niet meer konden zien, liet
ik omkeeren en ging terug naar de Rue Bois
sonade.
Hoofdstuk IX.
„WeIzeker," zei Miss Jessica Mannering.
„Laat kolonel Von Altdorf dadeliik binnenkcv
men."
„Ik schijn de gewoonte te hebben aangeno-
men, hier zoo naar binnen te vallen," zei Von
Altdorf, de kleine witte hand drukkende.
„Het is nooit te laat om goede gewoonten
aan te nemen. Maar overigens zij
telde op haar vingers. „Overigens was u nog
maar drie keeren hier geweest."
„Drie?" vroeg hij onnoozel. „Ik dacht dat
het veel, veel meer keeren was geweest."
„Dank u wel," zei Miss Mannering droog-
jes.
„Neem me niet kwalijk," zei Von Altdorf
onthutst. „Ik schijn iets doms gezegd te heb.
ben, u kijkt geergerd. Neem me niet kwalijk.
Mademoiselle. Ik ben, helaas, niet gewentf
aan het gezelschap van dames, en ik weet
ook niet, wat ik zeggen moet om ze genoegen
te doen. Ik vind vrouwen vreemde wezens,
Mademoiselle, vreemd en toch heel aardig.
Alleen ik weet niet, hoe ik ze behagen moet."
„En u bent nog wel een diplomaat!" zei
Miss Mannering ietwat verachtelijk.
„Dat is mejuffrouw, mijn ongeluk, niet
mijn fout," zei Von Al.xferf mistroostig. „Ik
ben in dat vak gestuurd toen ik nog heel
jong was, door een misleide bloedverwant."
„Begrijpt u dat nu," begon hij na een oo
genblik van stilte, „ik herinner me, dat ik
hier met een doel gekomen was, om iets van
gewicht te bespreken, maar op mijn woord,
ik ben geheel vergeten, wat het was. Ik weet
maar niet te bedenken, wat het geweest kan
zijn. Misschien was het in het geheel niets."
(Wordt vervolgd.)