Alkmaarsche Gourant Keuring voor den DiensipH. QraotstesorteenngKantoorboeken De hot der lenpnen. Ha an dag 1 Maart. L. Fran ken here, Alkmaar. vn 11.LUTON. daarvoor aangegeven plaats en tijd ver sed ijnfc, of die, aldaar verschenen zijnde, zic'h niet aaw de meting of het geneeskundig on derzoek onderwerpt, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste veertien dagen of geldbcete van ten hoogste honderd vijftig gulden. Hetzelfde geldt voor den ingeschre vene, die moet worden onderzocht op de plaats waar hij zich bevindt, en zich niet onderwerpt aan de meting of het geneeskunr- dig onderzoek en voorts den voor den dienst plicht in te schrijven of ingeschreven per- soon en zijn wettige vertegenwoordiger, die de in verband met de Dienstplichtwet van hem gevraagde opgaven niet of niet naar waar- heid verstrekt. Pleegt hij een van genoemde feiten opzettelijk, dan wordt hij gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee maan- den of geldboete van ten hoogste zeshonderd gulden. Voorts wordt de aandacht gevestigd op art. 206 van het Wetboek van Strafrecht, dat luidt als volgt: Met gevangenisstraf van ten hoogste twee jar en word't gestraft: lo. hij, die zich opzettelijk voor den dienst bij de krijgsmacht ongeschikt maakt of laat maken; 2o. hij, die een ander op diens verzoek op zettelijk voor den dienst ongeschikt maakt. Indien in het laatste geval het feit den dood ten gevolge heeft, wordt gevangenis straf van ten hoogste zes faren opgelegd. Alkmaar, 1 Maart 1926. De Burgemeester, WENDELAAR. Stadsnieims AFD. ALKMAAR EN OMSTREKEN VAN DE KON. NED. MAATSCHAPP1J VOOR TUINBOUW EN PLANTKUNDE. Vrijdagavond vergaderde bovengenoemde vereeniging in het Landbouwhuis. De voorzitter, de heer W. Balk, opende de algemeene vergadering, waarvoor slechts 2 belangstellenden waren. De notulen werden gelezen en goedge- keurd. Aan het jaarverslag ontleenen we het vol- gende Na oprichting op 6 Maart 1925 is het le- dental van 15 tot 26 gestegen. Het bestuur bestaat uit de heeren W Balk, B. Hoek, H. Doggenaar, J. Teerink en mej Scale (welke laatste om gezondheidsredenen haar taak van secretaresse neer moest leggen. Haar plaats werd tijdelijk ingenomen door den heer P. Blokker. Ta! van excursies en lezingen werden ge- maakt en gehouden. Opgericht werd onder de schooljeugd een onderafdeeling der vereeniging „Floralia", welk opzet prachtig slaagde. Er werden voor Floralia's doel totaal 3825 planten aan- gevraagd. Dank werd gebracht voor het keurige jaar verslag, waarop de heer Blokker definitief tot secretaris werd verkozen. De rekening en verantwoording kon, door afwezigheid van den penningmeester, niet worden uitgebracht. De voorzitter gaf hierop nog enkele bij- zonderheden over Floralia. Ook deelde hij mede, dat men werkzaam is om het volgend voorjaar te geraken tot een tentoonstelling van bolgewassen in den vollen grond. Hier- voor heeft de afd. Alkmaar van de Bollen- kweekersvereeniging hare medewerking toe- gezegd. Men hoopte hiervoor een geschikt terrein te kunnen verkrijgen, waarin de bol- len gratis geplant moeten worden; natuurijk blijven ze eigendom van den bezitter. Tegen eind Maart zal in ,,'t Gulden Vlies" een vergadering belegd worden van de be- langstellende bollenkweekers boven het IJ, tot bespreking en uitwerking der plannen Spr. twijfelde niet of Alkmaar zal in 1927 het Heemstede van 1925 imiteeren. Het doel van de tentoonstelling beoogt reclame; een eventueel batig saldo zal onder de inzenders verdeeld worden. Hiermede werd de jaarvergadering voor geeindigd verklaard en kreeg de heer Balk van den fungeerenden voorzitter, den heer B. Hoek, het woord om te spreken over „Fruitteelt in Stadstuinen". De heer Balk uitte zijn teleurstelling over het weinig talrijke publiek. dat langzamer- hand tot acht belangstellenden gestegen was. Spreker wenschte in het bijzonder de onderstammenkwestie te behandelen. Velen ondervinden groote teleurstelling bij het kweeken van fruit in stadstuinen. hetgeen vee'.al uit onwetend'heid voortvloeit. Het toepassen van de beredeneerde snoei- wijze op boomen van kleine vormen werkt afschrikwekkend, daar dit zeer moeilijk is Jammer dat de struikenteelt ook opgevat is voor dezelfde behandeling. Zoo moet de py- ramide beredeneerd gesnoeid worden, even- zoo de struik fgewone kroonboom met zeer lagen stam). Deze laatste heeft een groote vlucht genomen. De onderstam heeft invloed op het ver- edelde individu. De peer wordt op twee ver- schillende onderstammen gekweekt, n.l, op de wildling en op de kweestruik, met dus't on- vermijdelijk gevolg dat zij verschillende ei- genschappen krijgen. Op de wildling ver edeld, zal zich een groot wortelnet ontwikke- !en en daar er verhouding is tusschen wortel en takgestel zal de peer ook bovengronds flink zijn. Met de kweestruik is het tegen- overgestelde het geval, dus onder- en bo- vengrondsch klein. De kenmerken van de kwee zijn: fijn ver- takt, zeer donker van kleur. met een oneffen opperhuid met witte stipjes. De wildling daarentegen is glad en green van kleur. Spr. toonde eenige exemplaren van beide soorten. De strenge groei gaat ten koste van vruchtbaarheid spoediger intreedt en blijft vruchtbaarheid spoediger intreedt en dan dan bij de wildling. De claps favorite, op een wildling veredeld, zal over pas pl.m. 12 jaar vruchten voortbrengen, terwijl dat or> de kwee al na ongeveer 3 jaar plaats heeft. Met het oog op de weinige ruimte in den stadstuin ried spr. dan ook ten sterkste aan gebruik te maken van de kweestruik, welker opleiding bijna gelijk is aan die van den kroonboom. Als regel geven zij ook be- ter vrucht en zijn de peren grooter en mooier van vorm en kleur. Een andere invloed door de kwee kan zijn, dat de vruchten gemuskeerd worden, waar- door de smaak van de eene peersoort slechter en van de andere lekkerder wordt. Over het algemeen snoeien de meesten te veel. Het snoeien geeft een prikkel tot groei, dus wordt de boom minder vrucht- baar. Als de vorm is gemaakt, zijn't voor- namelijk hinderlijke takken die gemist kun nen worden; de hangtakken echter niet, daar deze zeer vruchtbaar zijn.' Spr. gaf hierop een aanschouwelijk voor- beeld van snoeien, met de bedoeling om een kroon te maken. Het aantal takken doet er niet toe, als men maar zorgt dat zij zich om de as van den stam flink ontwikkelen. Nu is het de hoofdzaak om de zwakke takken lang, de sterke kort te snoeien. De oogen, waarbij de tak afgeknipt wordt, moeten achtereenvol- gens tegenover elkaar gelegen zijn. Voorts men er aan denken, dat men insnijdt op zwakke knoppen. Over dit gedeelte van de lezing stelden twee der aanwezigen eenige vragen, die de heer Balk afdoende beantwoordde. De appels worden veredeld op zaailing, doucin (afleggers), op de paradijsstruik en vooral op de gele. Voor stadstuinen is op on derstam doucin het meest gewenscht, ook alweer met het oog op de ruimte. Ook hier treedit de vruchtbaarheid bij de struik gau- wer in, omdat door den lagen stam de kroon dichter bij den grond is en zoodoende meer van de warmte van Moeder Aarde profiteert. Nog een ander groot voordeel van deze lage boomen is dat zij veel gemakkelijker en be- ter bchandeld kunnen worden. Het beplanten van muren met vruchtboo- men is een veel moeilijker omstandigheid, daar de vorm onnatuurlijk is. Meestal zijn de stadstuinlui op fruitteeltgebied niet goed onderlegd en bederven vaak veel met de be redeneerde snoeiwijze, die ook hier toege- past moet worden. Spr. gaf hier aan peren in snoervorm de voorkeur, waarbij naar verdeeling van vruchttwijgen gestreefd wordt. Na het afknippen moet men de opvolgende oogen gaan verzwakken door den kop uit te prikken, het hoofdoog wordt weggenomen ea uit de slapende bijoogen komen zwakke scheutjes. De knop wordt gebroken en de an dere oogen worde nin aanvang tegengehou- den. Boven de vruchtknop uit kan alles weg- gesneden worden. Ook dient men op het in- nijpen van de bladeren te letten. De heer Balk kreeg ook nu weer eenige vragen te beantwoorden, terwijl de heer Hoek nog den raad gaf zich bij aankoop een g o e d e n boom aan te schaffen. Sjr. waar- schuwde tegen het koopen op de markt, daar een leek dan meestal een wildstam uitzoekt, omdat die mooier lijkt. In waarhcid heeft hij dan juist datgene wat voor zijn tuintje niet geschikt is. Bij het aanschaffen van boomen raadde spr. dus aan vakkundige hulp in te roepen en dan niet zuinig te zijn. De heer Balk reciteerde nog een heel oud lied, waarin bijna alles was neergelegd het geen hij in eenige lezingen had behandeld; de titel was: „Het klaaglied van een boom aan zijn eigenaar". De heer Hoek sloot de bijeenkoinst met een woord van dank aan spreker, aanwezigen en pers. No. 50 1926 Honderd Acht en Twintigste 'aargang. De BURGEME'ESTER van ALKMAAR brengt ter algemeene kemnis, dat de KEU- RINGSRAAD voof de ingeschrcvenen voor den dienstplicht, Editing 1927, dezer ge- meente zitting zal houden te ALKMAAR in loka'en van het gebouw „de Nieuwe Doelen" Doelenstraat 3, en wel op: MA AND AG 15 MAART 1926, v.m. 10 uur, volgsnos. 1 t.m. 10. m.m. 1.30 uur, volgnos. 11 tm.. 30. DINSDAG 16 MAART 1926, v.m.*9.30 uur, volgnos. 31 t.m. 50. O'.m. 1.30 uur, volgnos. 51 t.m. 70. WOENSDAG 17 MAART 1926 vm. 9.30 uur, volgnos. 71 t.m. 90. n.m. 1.30 uur, volgnos. 91 t.m. 110. DONDERDAG 18 MAART 1926, v.m. 9.30 uur, volgnos. Ill t.m. 130 n.m. 1.30 uur, volgnos. 131 t.m. 150 VRIJDAG 19 MAART 1926 v.m. 9.30 uur, voignos. 151 t.m. 170 n.m. 1.30 uur, voignos. 171 t.m. 190. MAANDAG 22 MAART 1926 v.m. 9.30 uur, volgnos. 191 t.m. 210, n.m. 1.30 uur, volgnos. 211 tm.. 23o en DINSDAG 23 MAART 1926 v.m. 9.30 uur, voor de overigen. De volgnummers zijn die waaronder de ngeschrevenen in het Alphabetisch Register Zijn ingeschreven. Met betrekking tot den keuringsraad gel- den de hieronder vermelde bepalingen. Taak van den Keuringsraad. Behalve in de na te noemen uitzonderings- gevaliien geschieden voor den keuringsraad ce meting en het geneeskundig onaerzoek naar de geschiktheid voor den dienst. Ongeschikt voor den dienst worden geacht: 1. Zij, die kleiner zijn dan 1.55 M.; 2. Zij, die lijden aan of behelpt zijn met tieken of gebreken, vermeld in ten bij Ko- ninklijk besluit vastgesteld keuringsregle- ment. Zij, die bij de eerste maal, dat omtrent hun geschiktheid uitspraak wordt gedaan, ver- keeren in een der onder 1 en 2 bedoelde ge- vallen, worden geacht slechts tijdelijk onge- 'ichikt te zijn, indien onderscheidenlijk: a. de lengte meer dan 1.50 bedraagt; b. aanr.emelijk wordt geacht, dat de ziek- te of het gebrek binnen een jaar zal hebben opgehouden te bestaan. In alle andere gevallen worden de onder 1 en 2 bedoelde personen geacht voorgoed on geschikt te zijn. Zij, d;e op grond van hun lic'haamslengte voorgoed ongeschikt moeten worden ver klaard, behoeven geen onderzoek ter zake van ziakten of gebreken te ondergaan. Het onderzoek blijft geheel of ten deele achterwege, voor zoover blijkt, dat de ge- zondheidstoestand van den te keuren persoon het onderzoek niet gedoogt. De uitspraken van den keuringsraad wor den in het openbaar medegedeeld. WIE VOOR DEN KEURINGSRAAD MOETEN VERSCHIJNEN. Io het algemeen is ieder, die voor den iienstplicht is ingeschreven, verplicht op de hierboven aangegeven plaats en tijd voor aen keuringsraad te verschijnen. Hij kan echter aan den Voorzitter van den keui .ngsraad het verzoek doen om het onderzoek bij tenande- ren keuringsraad te ondergaan. Dit verzoek kan ongezegeld zijn, doch moet gefrankeerd verzonden worden. Desgewenscht kan hij het verzoekschrift ook indienen bij den Burge meester, die alsdan zorgt voor de verzending. Op den ingeschevene, die tijdelijk onge schikt wordt verklaard, rust de venplichting om voor den keuringsraad te verschijnen nog maals in het jaar, volgende op dat, waarin de tijdelijke ongeschiktverklaring plaats had. Hij, die voor den keuringsraad verschijnt, is verplicht zich aldaar aan een onderzoek naar zijn lichaamslengte en, zoo noodig, aan een geneeskutrdig onderzoek te onderwerpen. Het staat den ingeschrevene vrij., bij de keuring een geneeskundige verk'aring om trent de lichaamsgesteldheid over te leggen, Elke liniatuur en dikte in vooreaad. Naar het Engelsch van Justus Mile Fosman. Door J. S. *9) „In uw huis heeft men nooit gehuwd bui- ten de vorstelijke families," zei Von Altdorf ,,Uw moeder was geen boerendochter, Prins Ik geef u mijn woord, dat als u beproeft den troon.te dee!en met Madame, uw zoon nooit zal regeeren in Novodnia, maar een Parclo- ritch den troon zal bezetten, die een eeuw in uw familie is geweest, zoodra gij dood zijt, of misschien nog eer nog even eerder." De prins hield zijn handen voor de ooren. „Man, houd op, houd op. Weet ik niet al les wat je daar zegt even goed als jij? Heb ik niet eindelooze nachten wakker gelegen en er over getobt? Houd op, Von Altdorf. Ik kan het nu niet verdragen. Wacht er mee, tot het aan de orde is. Geef me tijd om er over te denken. Ach, heeft ooit een mensch zooveel zorg gehad?" „Nog een ding hield Von Altdorf aan. „Een belangrijk ding. U bent zoo goed als zeker gevolgd op uw reis hierheen. Die dui- vels zijn te actief om het na te laten. Georgias zal het niet geweten hebben, want die is in het gebergte in de buurt van Maarkin, maar zijn oppermoordenaar, Von Steinbriiche, is altijd in d£ hoofdstad voor de spionnage. Bin nen een of twee dagen zal hij weten, waar gij opdat de keuren de geneesheeren aaarmede rekening kunnen houden. VIE NIET VOOR DEN KEURINGS RAAD BEHOEVEN TE VERSCHIJNEN. Voor den keuringsraad behoeven niet te verschijnen de ingeschrevenen: a. die zijn opgenomen in een krankzinni- gen-, idioten-, doofstommen- of blindenge- sticht; Voor deze ingeschrevenen wordt door de bestuurders der gestiehten een geneeskundi ge verklaring kgezonden. b die doen blijken door ziekte of gebreken tot die verschijning buiten staat te zijn en niet zijn opgenomen in een gesticht als onder a bedoeld; De hier bedoelde personen worden onder zocht op de plaats, waar zij zich bevinden, mits deze binnen het Rijk gelegen is; zij zijn verplicht zich aan dit onderzoek te onderwer pen. Het onderzoek geschiedt door een door den Voorzitter van den keuingsraad aan te wijzen geneeskundige. Dit onderzoek blijft echter achterwege, wanneer aan den keu ringsraad een geneeskundige verklaring wordt ingezonden, die den raad voldoenden grond geeft om den ingeschrevene ongeschikt te verklaren (zie omtrent zulk een verklaring aan het slot onder dit hoofd.) c. die zijn opgenomen in een rijksopvoe- dingsgesticht, een tuchtschool, een gevange- nis of een rijkswerkinrichting; Voor het onderzoek van deze categorie van ingeschrevenen gelden dezelfde bepalingen als voor de categorie onder b gemeld. d. die hun beroep maken van de buiten- landsche zeevaart of van de zeevisscherij buitenslands. Deze ingeschrevenen kunnen, zoo zij keu ring wenschen, zich voor den keuringsraad aan het onderzoek onderwerpen, voor zoover zij geen gebruik hebben gemaakt van de ge- legenheid om voor 15 Maart een dergelijk onderzoek te ondergaan vanwege den plaat- selijke- of gamizoenscommandant in een gar- nizoen of den commandant der afdeeling ma- riniers te Rotterdam. e. die longer dan een maand in het bui- tenland verblijven; Deze ingeschrevenen kunnen niettemin, zoo zij keuring wenschen, zich bij den keurings raad aan het onderzoek onderwerpen. Zij kunnen bovendien op de hiervoor aangegeven wijze met een eigenhandig geteekend verzoek schrift vragen om het onderzoek voor een an- deren keuringsraad te ondergaan. f Voorts kunnen deze ingeschrevenen, zoo zij -niet voor een iSuringsraad verschijnen, bij den keuringsraad voor de sluiting zijner zit ting inzenden een na 1 Maart afgegeven ver klaring, waaruit blijkt: dat de ingeschrevene met geslacht- naam, voornamen en leeftijd aam< te duiden door hen, die de verklaring hebben afgegeven, voorgoed ongeschikt voor den dienst wordt geoordeeld; en voorts: de aard en de graad der ziekte of het ge brek, op grond waarvan de ongeschiktheid aanwezig wordt geacht, zoomede de bezwa- ren, door de ziekte of het gebrek veroorzaakt. deze verklaring moet de onderteekening dragen van twee geneeskund'igen, die ter plaatse van afgifte bevoegd zijn tot uitoefe- ning van de genees- en heelkunde. In Neder- landsch-Indie mag de verklaring door enkel dokters-diawa echter allcen dan worden afge geven, wanneer ter plaatse geen ander ge neeskundige is, en mag zij door een dokter- d'iawa met een ander geneeskundige alleen dan worden afgegeven, wanneer ter plaatse niet meer dan eem ander geneeskundige is. De handteekeningen van hen, die de verklaring hebben afgegeven, moeten behoorlijk voor echt zijn verklaard, onder bijvoeging, dat zij, door wie de handteekeringen zijn gesteld, ter plaatse bevoegd ziin tot uitoefening van de genees- en heelkunde, dan wel dokter-dja wa zijn. Zoo het stuk is onderteekend door een dokter djawa^ moet bovendien blijken, ^welk van de hierbedoe'de gevallen aarwezig is. De ingeschrevene wordt a:Teen voorgoed ongeschikt verklaard ingeval de verklaring omtrent de ongeschiktheid geen twijfel laat en niet aanmerkeliik wordt geacht, dat de ziekte of hot gebrek binnen een jaar zal hebben op gehouden te bestaan. f. die een geesteliik of een -godsdienstig- menschlievend ambt bekleeden of tot zoodanig ambt worden opgeleid. Deze ingeschrevenen kunnen zich evenwel, indien zij dit wenschen, aan het onderzoek voor den keuringsraad onderwerpen. Zij kun nen bovendien op de hiervoor aargegeven wiize met een eigenhandig geteekend verzoek schrift vragen om het onderzoek voor een an- deren keuringsraad te ondergaan. g die als vrijwilliger behooren tot de landmaeht, de zeemacht of de overzeesche weermacht; Ook zij, die tot den vrijwilligen landstorm u bevindt als hij u ten minste, wat nog waarschijnlijker is, als een schaduw gevolgd heeftdan zouden zijn mannen al hier zijn. In ieder geval, sir, blijf zooveel mogelijk binnenshuis. Ga nooit uit zonder een van ons, en ga in den avond in het geheel niet de deur uit. Denk er aan, dat ge ze niet de kans geeft, een tijding uit Parijs te zenden, die Georgias groot genoegen zou doen, en die hem de kans zouden geven ge weet wel waarop!" De prins stak met een hulpeloos gebaar zijn arm en uit. „Ik ben in uw hand, heeren," zei hi] ver- moeid. „Doe maar, zooals gij wilt. Aan een ding houd ik vast Ik ben hier in Parijs; of dat wijs of dwaas is, doet er minder toe, maar ik blijf hier, tot ik mijn vrouw heb gesproken en mij aan haar heb bekend gemaakt, en wij het samen over de toekomst eens zijn gewor- den. Ik ga niet naar Novodnia terug, voor ik weet, dat alles is geregeld en dat prinses Eleanor mij volgen zal, zoodra ze er toe in stcicit is „Maar dat, sirbegon de oude Mac Kensie, maar Von Altdorf hief bevelend de hand op. „Nu daarmee moeten we dan tevreden zijn," zei Von Altdorf. „Alleen weet, dat prinses Eleanor nog niet in staat is de waar- heid te hooren of uw bezoek te ontvangen op het oogenblik, sir. We moeten wachten, en uw persoon gedurende dien tijd zorgvuldig bewaken God geve, dat er niets onherstel- baars in Novodnia gebeurt, terwijl gij afwe- zig zijt." Denis Mallorv had voor een raam gestaan, dat op de Rue Boissonade uitkwam en had behooren, behoeven niet voor den keurings raad te verschijnen. Voor den ingeschrevene, op wien de ver- plichting rust voor den keuringsraad te ver schijnen, doch die aan den raaid een door twee geneeskundigen afgegeven verklaring zendt, welke den raad voldoenden grond geeft om den ingeschrevene ongeschikt te verklaren, komt bedoelde verplichting te vervallen. De geneeskundige verklaring moet worden inge zonden zoo spoedig mogelijk nadat de inge schrevene is opgeroepen om voor den keu ringsraad te verschijnen. De verklaring moet overigens voldOen aan dezelfde vereischten, ten aanzien van de hiervoor onder e vermel de geneeskundige verklaring aangegeven. IN DEE LING BIJ DE ZEE MI LIT IE OF BIJ EEN DER KORPSEN VAN HET LEGER. De voorzitter van den keuringsraad ver- zamelt tijdens de zitting gegevens omtrent de indeeling. In verband hiermede staat het den inge schrevene vrij alsdan den voorzitter mede te deelen, of hij, zoo hij tot gewoon dienstplich- tige mocht worden aangewezen, zou wen schen te worden bestemd voor de zeemilitie, voor de hospitaalsoldaten, voor een bereden korps en ook aan welk ander korps hij zich het liefst toegewezen zou zien. Ook kan hij zijn wenschen opgeven omtrent het gamizoen en het tijdvak van imlijving. Voorts kan de ingeschrevene den voorzitter een schriftelijke verklaring ter hand stellen, ten bewijze, dat hij voor eenig vak of eenigen arbeid bijzon- dere geschiktheid bezit. Met deze wenschen kan eveniwel slechts rekening worden gehouden, voor zoover de dienstbelangen het toe'laten. De ingeschrevene en zijn wettige vertegen woordiger zijn verplicht de opgaven, die in verband met de Dienstplichtwet aan hem worden gevraagd, naar waarheid te verstrek- ken (zie ook hetgeen hieromtrent is vermeld onder „Strafbepalingen"). HERKEURINO. Ten aanzien van elken ingeschrevene, om trent wien de keuringsraad uitspraak heeft gedaan, kan bij den keuringsraad een nieuw geneeskundig onderzoek worden aange- vraagd: a. door den ingeschrevene, wien de uit spraak geldt, of diens wettigen vertegenwoor diger; b. door elk der overige voor de gemeente ingeschreven personen of diens wettigen ver tegenwoordiger. De aanvaag moet berusten op aanneme- lijke in het verzoekschrift omschreven gron- den en binnen tien dagen na den dag, waar op de uitspraak in het openbaar is medege deeld, zijn ingeleverd bij den burgemeester der gemeente, waar de ingeschrevene, wien de uitspraak gCldlt, voor den dienstplicht in geschreven is. AANVRAGEN, NIET 1NGERICHT OF NIET INGELEVERD OP DE HIER OMSCHREVEN WIJZE, KUNNEN GEEN GEVOLG HEBBEN. Verschijnt de ingeschrevene niet op den bepaalden tijd voor den herkeuringsraad, dan wordt de aanvraag, indien zij is gedaan door den ingeschrevene, wien de uitspraak geldt, of door diens wettigen vertegenwoordi ger, als vervallen beschouwd, tenzij hij ver- keert in een der gevallen, waarin hij tot ver schijning niet in staat geacht wordt. Het nieuwe onderzoek geschiedt voor den herkeuringsraad, die daartie gewoonlijk zit ting houdt in Juni. Indien het vanwege den herkeuringsraad te houden onderzoek niet mocht kunnen plaats hebben. wordt de ingeschreve voor geschikt gehouoen. TUSSCHENPERSONEN. Belanghebbenden bij de keuring doen goed zich er voor te wachten, zich met tusschen- personen in verbinding te stellen om voor den keuringsraad te worden afgekeurd, omdat, in dien ongeschiktheid inderdaad aanwezig is, de afkeuring ook zonder de tusschenkomst van die personen zou plaats hebben. AFKEURING ENZ. DOOR BEDROG. Blijkt, dat iemand voorgoed ongeschikt is verklaard als gevolg van bedrog, dan wordt hij op last van den commissaris der Konin- gin in de provincie, bininen welke hij was in geschreven, opnieuw voor den dienstplicht in geschreven, tenzij hij reeds heeft geloot, in welk geval hij op last van den Minister we- der wordt geplaatst in de verhouding tot den dienstplicht, waarin hij stood, toen hij onge schikt werd verklaard. Van deze beslissing geschiedt openbare kennisgeving. STRAFBEPALINGEN. De ingeschrevene, die verplicht is voor den keuringsraad te verschijnen en niet op de door de tulle gordijnen staan gluren. Hij draaide zich nu om en wenkte Von Alt dorf met de oogen. Deze kwam een oogenblik later als toevallig langs hem heen. „Er staan een paar verdacht uitziende ke- rels al een half uur lang naar het huis te loeren," fluisterde Mallory. „Zij zien er uit als Italiaansche modellen zonder werk, maar ik geloof niet, dat ze het zijd: ik ken bijna al die kerels, deze heb ik nog nooit gezien en hun optreden is verdacht. Von Altdorf loerde door het venster tot de beide mannen zich een oogenblik lieten zien. Aan zijn grimmig gezicht was het duidelijk, dat hij ze herkende. ,,Ik heb wel gezegd, dat ze komen zouden!" fluisterde hij. „Een van de twee is baron Von Steinbriiche en de andere is een schobbejak, die hij in zijn dienst heeft. De schurk vindt het werk heel belangrijk, anders zou hij niet zelf gekozen zijn. Von Steinbriicke is 'n Oos- tenrijker, die uit Weenen heeft moeten vluch- ten, omdat hij bekend raakte als valsche spe- ler. Bovendien maakte hij zich vaak aan af- persing schuldig. Hij is Georgias' rechter hand. Nu zal het zaak zijn de beide kerels weg te krijgen voordat de prins het huis ver- laat. Creighton, kom een even hier." Ik kwam naar het venster en Von Altdorf vertelde mij in het kort, wat hij juist aan De nis had medegedeeld. „Ik denk, dat ze wel zullen aftrekken, als ze iemand naar buiten zien komen," zei hij. „Beproef het eens. Het is beter, dat ze den prins niet zien." Ik nam hoed en stok en liep naar buiten. De beide kerels gingen een eindje weg en wachtten toen. Ze schenen niet gauw bang te zijn. Toen haalde ik de concierge, een dikke oude vrouw, die juist haar middagmaal zat klaar te maken, naar buiten. Ik droeg zorg, dat de beide kerels mij niet zagen en wees ze de oude vrouw aan. Ik vertelde haar, dat Mai lory ze voor dieven hield die onlangs een van zijn vrienden besto'en hadden, en die nu een inbraak in haar huis schenen te beramen. De oude vrouw werd woedend, en haar houten pollepel, schuddend, zwoer ze, dat die lui er slecht af zouden komen als ze haar huis te na kwamen. „Herr Von Steinbriiche en zijn vriend zul len in ieder geval wel niet de kans krijgen on- ze concierge uit te hooren," datht ik zoo bij mezelf. De twee mannen liepen voor me, telkens omkijkend, de straat uit. Op den Boulevard gekomen riepen ze plotseling een voorbijrij- dende fiacre aan, stapten er in en reden snel weg. Ik achtervolgde ze onmiddellijk in een ander rijtuig. Ik wist wel dat ik met die achtervolging niets opschoot, maar ik wilde hen liefst zoover mogelijk van de Rue Boisso nade verwijderen. Zij gingen de Boulevard Montparnasse op en reden in galop naar het station; vandaar de Rue de Rennes af naar de Boulevard St. Germain en zoo naar de Place de la Concorde over de rivier. Daar in een maalstroom van rijtuigen, zoo- dat ze het mijne niet meer konden zien, liet ik omkeeren en ging terug naar de Rue Bois sonade. Hoofdstuk IX. „WeIzeker," zei Miss Jessica Mannering. „Laat kolonel Von Altdorf dadeliik binnenkcv men." „Ik schijn de gewoonte te hebben aangeno- men, hier zoo naar binnen te vallen," zei Von Altdorf, de kleine witte hand drukkende. „Het is nooit te laat om goede gewoonten aan te nemen. Maar overigens zij telde op haar vingers. „Overigens was u nog maar drie keeren hier geweest." „Drie?" vroeg hij onnoozel. „Ik dacht dat het veel, veel meer keeren was geweest." „Dank u wel," zei Miss Mannering droog- jes. „Neem me niet kwalijk," zei Von Altdorf onthutst. „Ik schijn iets doms gezegd te heb. ben, u kijkt geergerd. Neem me niet kwalijk. Mademoiselle. Ik ben, helaas, niet gewentf aan het gezelschap van dames, en ik weet ook niet, wat ik zeggen moet om ze genoegen te doen. Ik vind vrouwen vreemde wezens, Mademoiselle, vreemd en toch heel aardig. Alleen ik weet niet, hoe ik ze behagen moet." „En u bent nog wel een diplomaat!" zei Miss Mannering ietwat verachtelijk. „Dat is mejuffrouw, mijn ongeluk, niet mijn fout," zei Von Al.xferf mistroostig. „Ik ben in dat vak gestuurd toen ik nog heel jong was, door een misleide bloedverwant." „Begrijpt u dat nu," begon hij na een oo genblik van stilte, „ik herinner me, dat ik hier met een doel gekomen was, om iets van gewicht te bespreken, maar op mijn woord, ik ben geheel vergeten, wat het was. Ik weet maar niet te bedenken, wat het geweest kan zijn. Misschien was het in het geheel niets." (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1926 | | pagina 5