AIRmaarsche Courant (Ihilles BESCHUll 66-lUti ,4 Regeeringsverklaring. De hof der leugenen. Vrijdag 12 Maart. FEU1LLET0N. No. 60 1926 Honderd Acfit en Twiiitigste Jaargang, De voorzitter van den ministerraad, Jlir. Mr. D. J. de Geer, minister van financial, {eef-t gistermid'dag in de vergadering der Tweede Kamer de volgende regeeringsver-. Glaring afgelegd: Mijnheer de voorzitter, Het is vandaag 4 maanden geleden, dat in de Kamer een amendement werd aange- nomen op artikel 10 van de begrooting van Buitenlandsche Zaken voor het jaar 1926. De begeleidende verschijnselen van dit votum, die het nieuwe kabinet niet wenscht te beoordeelen of te ontleden, hebben er toe geleid, dat het toenimaals zittende Kabinet demissionnair is geworden en dat bovend-ien de parlementaire meerderheid, waarop het stemde, ophield, als zoodanig te bestaan. Zoowel de pogingen om in andere rich- ting een nieuwe parlementaire meerderheid in het leven te roepen, als die om de oude parlementaire meerderheid, zij het in losser verband, te herstellen, zijn misiukt. De vor- ming of instandhouding van een parlemen- tair kabinet, ook in den minst stricten zin, is diemtengevolge onmogelijk gebleken. Onder deze voor ons parlementaire stelsel- zorgvolle omstandigheden schij-nt de eenige dragelijke oplossing een kort intermezzo, waarin de politieke strijd, allhans om de regeeringstafel, rust en de parti n de gele- genheid volkom.n zich zelf te z a en vanuit haar vereenzaamde positie zich opnieuw, Ihetzij in een of andere nieuwe richting, tot eamenwerking te orienteeren. Het nieuw opgetreden kabinet heeft zich Ibereid verklaard, in dezen ook z.i. uiterst on- bevredigenden toestand de leiding van 's Lands Zaken te voeren en doet een beroep op het geheele parlement om het daarbij den noodigen steun te verleenen. De lijn, die het Kabinet zich hierbij uitstip- pelt, is de volgende. De politieke vraagstukken, die verband houden met de partijgroepeering, zooals die tot dusver hier te lande heeft bestaan, zul len blijven rusten en gehandhaafd blijven in het stadium, waarin zij op dit oogenbiik ver- Jceeren. Geen der leden van bet Kabinet zal be- schouwd mogen worden als daarin vertegen- woordigende de partij, waartoe hij behoort. Ongebruikt behoeft de tijd van dit politieke intermezzo daarom niet voorbij te gaan. Het Kabinet is voornemens zijn aandacht te wijden aan -een reeks van vraagstukken, •waarvan het vertrouwd, dat ook onder ideze omstandigheden eene voorziening in 't buiten het bereik zal liggen. Omtrent som- mige daarvan zal zich wellicht verschil van zienswijze opebbaren, doch dit verschil zal dan niet samenvoelen met de tegenstel'ling, die tot heden de politick hier te lande heeft beheerscht. Meer in het bijzonder zal op de volgende maatregelen, ten deele ook reeds vroeger aangekondigd, de werkzaamheid der Regee- ring zijn gerichr. Voortgezette bezuiniging, zoowel door vereenvoudiging en reorganisat'e van den etaatsdienst als door een zoo efficient moge lijk gebruik van gebouwen en andere hulp- middelen. Belatsingverlaging voor zoover deze mogelijk blijkt zoowel in de richting van bevordering der kapitaalvorming als in die van outlasting van groote gezinnen, verband hiermede, als eerste maatregel, naast hal- veering van de Verdedigingsbelasting II, schrapping van de leeningsopcenten op de personeele belasting en op den suikeraccijns. Herziening van de financieele verhouding tusschen het Rijk en Gemeenten. Kracht-ige medewerking aan alles, wat op internationaal terrein de heersohappij van het recht bevorderen kan en wat kan voeren tot gelijktijdige en wederzijdsche vermindering van bewapening. Samenvoeging van de departementen van Oorlog en Marine tot een departement van Landsverdediging; nadere overweging van het vraagstuk van de splitsing der marine. Voortgezette versobering der weermacht, onder meer door's lands verdediging te concenfreeren in de mobiele strijdlkra'chten, waardoor een belangrijke vermindering van het afzonderlijk personcel der vesting- en kustverdediging mogelijk is. Vereenvoudi ging der bevelvoeringen. Insteliing van een staatscommissie om te onderzoeken, of een op welke wijze, met vol- ledige handhaving van de beginselen aer on- derwijspacificatie, daaraan een minder kost- bare toepassing kan worden verzekerd. Naar het Engelsch van Justus Mite Fosman. Door J. S. 89) Zichzelf, zijn lage ziel, bemantelen met zoete, mooie woorden, te praten over zijn eer over zijn eer! Zichzelf bij een argelooze vrouw in te dringen als haar man, de groot- ste, reinste liefde te winnen, en dan na het yolbrachte dagwerk terugkeeren naar zijn hoi om te lachen, te lachen en te spotten over wat hij gedaan heeft! Edel tijdverdrijf moet dat yoor u zijn geweest. Ik verbaas me alleen hierover, dat God kan toestaan, dat ge blijft leven en voort kunt gaan met alles te vergiftigen, wat ge aan- Taakt! Denkt ge, dat ik ooit de verontreiniging yan uw omgang te boven zal komen? Denkt ge, dat er ooit een dag zal voorbij- gaan, dat ik niet huiver bij de gedachte, dat ik hier met u zat, u mijn hart, mijn vertrou- wen schonk als nooit iemand het bezeten heeft, u kuste zelfs? Bah! Ge hebt de rest yan mijn leven afschuwelijk gemaakt!" Mallory was lijkbleek geworden, maar hij had zich niet bewogen. „Denk je dan, dat ik voor minnaar speelde, looals ik voor echtecnocd soeelde? Denk is, Verb'etering van het wegennef. - Bespoedigende uitvoering der Zuiderzee- werken. Terhandneming van eenige groote produc- tieve werken, inzonderheid tot bevordering der produotiviteit van den bodem, tevens als meest doelmatige method© van bestrijding der werkloosheid. Nadere wettelijke regeling van het col- lectieve arbeidscomtract. Umficatie van de sociale verzckering. Uitbreiding van de toepassing der arbeids- wet. Wijziging der Drankwet, onder meer tot invoering van plaatselijike keuze. Bevordering van den bloei van de ver- schillende takken van volksbestaan door voorliohting, verbetering van verkeersmid- delen, en zoover dit van overheidsv/ege door handelsverdragen en anderszins moge lijk is opening of bewaring van vreemde afzetmarkten. Verdere uitvoering van het beginsel, dat in Indie het regeeringsbeleid zooveel moge lijk door of met medewerking van uit de be- volking voortgkomen krachten wordit ge- voerd Bevordering en organisatie van den land- bouw en de nijverheid van de inheemsche be- volking. Een volledige opsomming van de belan- gen, waaraan het kabinet zijn aandacht hoopt te wijden, bevat het voorafgaande uiteraard niet. Slechts werd bet op prijs ge- steld reeds nu enkele te volgen lijnen aan te geven. In hoever het voor het kabinet mogelijk zal zijn, deze en andere voorzieningen, die in zijn voomemen liggen, tot een goed einde te brengen, is uiteraard in de gegeven omstan digheden nog meer onzeker dan gewoonlijk. Dit zal immers thans niet slechts afhan- gen van de overeenstemming, die te dier zake kan verkregen worden met het Parle ment, waar ook van de vraag, gedurende welken termijn de politieke verhoudingen de handhaving van het ingetreden intermezzo zullen vereischen. Vindt toch het optreden van het kabinet zijn oorzaak in het ont- breken van een parlementaire meerderheid, ook het aanblijven van het kabinet zal iederen dag slechts in datzelfde feit zijn mo- tief vinden. Zoodra een parlementaire meer derheid zich zal blij'ken gevormd te hebben, zal het Kabinet zijn portefeuilte ter beschik- king van Hare Majestcif stellen. Evenmin als voor politieken steun aan het kabinet als zoodanig, zal dan ook, naar het voorkomt, aanleiding bestaan voor politieke oppositie daartegen. Deze zal immers steeds of onnoodig of onjuist zijn. Onnoodig, zoo dra een parlementaire meerderheid zich vormt, onjuist, zoolang dit niet geschiedt en derhalve een ingetreden crisis den toestand der afgeloopen maanden zou doen herleven. Bij de behandeling van alles wat aan het Parlement zal worden voorgelegd, zal ieder lid kunnen stemmen naar zijn eigen zakelijke overtuiging, en nooit ter wille van het kabi net een voor of tegen behoeven uit te spre- ken. Het kabinet vertrouwt, dat anderzijds ook geen lid behoefte zal gevoelen, ter be- moeilijiking van de regeertaak zijn stem voor of tegen ooit op anderen grond te bepalen dan zijn eigen zakelijke overtuiging. Te gereeder mag dit vertrouwen gekoes- terd, daar positief vaak negatief het belang of de toekomst van eenige parlementaire groep niet betrokken zal kunnen zijn zij het lot dat aan de regeeringsvoorstellen ten deel valt. In aansluiting aan het voorafgaande, moge ten slotte nog worden medegedeeld, dat in deze zakelijke sfeer ook zal worden behan- deld het GezaiPsebap bij het Vaticaan. Het votum van 11 November werd weder door uitgesproken politieke overwegingen be- heeischt. De terugroeping van den Gezant op den enkelen, grond van dit votum zou derhalve n et passen in de sfeer, waarin dit kabinet wenschte te leven en te handelen. Die terugroeping kan, naar de meening van het kabinet. slechts dan op zijn weg liggen, wanneer in de nieuwe situatie, die door zijn optreden is geschapen. de Kamer blijk ge ge ven zal hebben niet geneigd te zijn de gelden naar het Gezantschap langer toe te staan. M'tsdien zal de Kamer alsnog in de gelegen- heid gesteid worden tot het nemen van den niiver-zakelijke beslissing. d. w z. eene waar aan politieke gevolgen, hoe zij ook uitvalt, door geen lid aan het kabinet zullen worden verbonden. Het vertrouwen moge hierbij worden uit gesproken, dat de aldus thans in deze zake lijke sfeer te nemen beslissing, zoolang geen nieuwe feiten van buitengewonen aard zich voordoen, ook voor de toekomst beslissend zal worden geacht. Niemand' immers kan wenschen, dat de betrokken kwestie duur- zaam onze politieke ontwikkeling gaat bei'n- vloeden. Vollediigheidshalve worde in dit verband t nog opgemerkt dat een nader aan te duiden" gedeette van de nieuwe aanvraag in elk ge- dat ik iederen dag naar mijn kamer terug ging om te lachen en te spotten? Eleanor, je trapt me op het hart. Ik heb je oprecht liefge- had, en ik heb je nog lief, en dat zal ik blij ven doen tot de dag van mijn dood. Ik heb nooit anders dan onbeholpen en armoedig en gebrekkig kunnen uiten, wat ik voor je voelde. Veracht me als ge wilt, als het zoo moet, Prinses, maar ge kunt de liefde, die ik voor u koester, niet dooden. Gij hebt me laag- hartig genoemd; ge hebt gezegd, dat mijn tegenwoordigheid u bezoedelde. Madame, ik ben uw man niet en ik heb geen recht op een vriendelijk woord, of op een zachte beoordee- ling van u, maar ik zeg u dat een liefde als de mijne nooit een vrouw kan bezoedelen en dat zulk een vereeniging nooit een vrouw zou kunnen vernederen." „Wilt u uw schandelijke rol nog verder spelen, sir," reip zij woedend uit. „Fiebt u er nog niet genoeg van? Wilt u me nog meer beleedigen met uw zoogenaamde liefde? Lief de! Alsof een wezen, als u zijt, weet wat dat is!" „Ik vertel u de waarheid, Madame," zei De nis geduldig. „Ik wou liever niet, in uw eigen belang, dat u mij voor slechter hield, dan ik ben. Ik vraag niets van u, geen vergiffenis, geen medelijden. Ik heb u slecht behandeld, maar ik deed het als wij alien, omdat wij ge- loofden, dat het voor uw welzijn noodzakelijk was. Maar u liefde voorliegen? Dat heb ik nooit gedaan, en ik zou het niet hebben ge- kund, al had ik het gewild. Voelt ge niet dat val zal behooren fe wordlen toegestaan, daar1 it g'edeelte er toe zal strekken evehtueel tot een biUijike bejegening van den betrokken functionnaris in staat te stellen. Met het voorafgaande meenf bet kabinet op dit oogenbiik te kunnen volstaan. Het weet, onder meer buitengewone om standigheden het bewind te aanvaarden en in een abnormale positie zijn taak te zulen vervuflen. Het vertrouwt echter, dat de leden van alle partijen er in de gegeven omstandig heden prijs op zullen stellen, het kabinet min der naar zijn parlementaire positie dan naar zijn daden te beoordeelen. In die overtuiging is het opgetreden en gaat het, in vertrouwen op Gods bijstand, aan den arbeid. Gemeng-d nieuws DE ZAAK-GEELKERKEN. Men meldt uit Amsterdam aan de N. R. Ct. De bijzond'ere vergadering van den kerke- raad der Geref. kerk van Amsterdam-Zuid, die zooals gemeld1, eerst te middernacht aan- ving, heeft het door de commissie uit den k«r- keraad opgestelde ontwerp-antwoord aan de Generate Synode behandeld en vastgesteld. Voorts besloot de vergadering dit antwoord niet te publieeeren, waarin dr. Geelkerken besloot ook van publicatie van zijn antwoord aan de Synode zich te zullen on thou den. De beide antwoorden zijn gister door de commis sie naar Assen gebracht en persoonlijk aan het Moderamen der Synode overhandigd. Naar wij voorts vernamen was het eerst zoo laat samenkomen der kerkeraadsvergade- ring een gevolg vam het feit, dat de commis sie met het samenstellen van het concept-ant- woord aan de Synode met haar arbeid nog niet gereed was en nog verschillende confe rences heeft gehoud'en. lira hoeverre daarop van imloed is geweest het van den praeses der Synode ontvangen telegram, is niet be- kend, daar aan de leden van den kerkeraad' strikte geheimhouding is opgelegd. De synode heeft gisteren aan dr. J. G. Geelkerken medegedeeld, dat zij met leedwe- zen constateerde, dat de verklaring nog niet door hem ingtzond'en was en dat zij hem voor de intending nog uitstel gaf tot gistermid dag twW uur. Niet ontvangst binnen dezen termijn zou als weigering van onderteekening worden beschouwd, De zitting van Woensdagavond. Woensdagmiddag heeft de Syimode weder- om in comite-generaal beraadslaagd. In sy- nodekringen rekent men er mode dat men met den arbeid deze week niet zal gereed komen. 's Avonds te kwart voor acht werd de zit ting onverwachts openbaar. Ds. J. H. Felkemp van Middeblurg raip- portcerde narnens Commissie III (kerkrech- terlijke commissie) over het adres van den heer G. C. van Kerkhof, lid der Geref. Kerk van Amsterdam-Zuid. De condusies van dit rapport luidden: a. Een brief te zenden aan br. G. C. van K., be'lijdend lid van Amsterdam-Zuid, als antwoord op zijn brief van 7 Febr. 1926 over de vragen I, II en III, resp. pag. 2, 4, 14 van zijn missive, dato 6 Jan. 1926; b. wat be- treft vraag I, den schrijver te verwijzen naar het rapport der Synodie over de zaak dr. G. in haar geheel, bizonderlijk het dogmatisch gedeelte; c. wat betreft vraag II, hem te mel- den, dat zijn verzoek van te algemeene strek- king is, om .voor beantwoording vatbaar te zijn en voorzoover hij bepaalde punten aan de orde stelt, hem te verwijzen naar boven- genoemd rapport, bizonderlijk het kerkrech- telijk gedeelte; d. wat vraag III betreft, hem mede te deelen, dat een verzoek om een bui tengewone kerkvisitatie, zoo noodig behoort gesteid te worden aan de classis, waartoe de bedoelde kerk behoort. De conclusies werden met algemeene stem- men aanvaard. Namens commissie IV (dogmatische com missie) rapporteerde dr. K. Dijk, van 's-Gra- venhage, over het adres van J. P. de Gaoy Fortman, n.l. met betrekking tot den uitbouw der belijdienis. Dit rapport komt tot de vol gende conclusies: In betrekking tot het verzoekschrift (agen dum I van de breeders dr. J. P. de Gaoy Fortman e. a. inzake den uitbouw dter belij de nts etc., neemt de Synode het volgende be- sluit: De buitengewone Gen. Synode van Assen van 1926 a. kennis genomen hebbende van het ver zoekschrift van dr. J. P. de Gaay Fortman e.a. met betrekking tot den uitbouw der belij- denis, b. waardeerendte de in dit verzoek tot uiting komende ernstige begcerte om door aan Gods Woord gebonden studie der H. Schrift beter te verstaan c. besluit: aan het verzoek tot vorming van een stu- diegezelschap, als in het verzoekschrift be- doc'.d, niet te voldoen, daar zulks niet tot de roeping in de taak der Synode behoort lie. door haar deputaten (de curatoren ik de waarheid spreek? Dat ik er niets mee kan winnen om u iets voor te liegen?" De Prinses schudde het hoofd en wendde zich ongeduldig van hem af. „Ik voel niets," zeide zij, „ik geloof niets, ik heb in niemand meer vertrouwen. U ziet, wat u voor mij gedaan hebt met uw „liefde." „Ja", zei hij zacht. „Ja, ik zie het. Mijn eenige hoop is, dat tijd en nadenken het ten slotte ongedaan mogen maken. De tijd is de grootste van alle geneesmeesters, Madame, de vriendelijkste en zachtaardigste van alle vrienden." „En de tijd1, sir," zei de Prinses koel, „zal ook ongetwijfeld spoedig alle sporen uitwis- schen van die wonderbaarlijke liefde, waarop u zich zoo beroemt." „De tijd mijn liefde uitwisschen, Mada me?" vroeg Denis verwonderd. „Hoe weinig begrijpt u ten slotte de liefde, Prinses! Kan liefde kwijnen bij gebrek aan voedsel, als een verwaarloosd kind? Heeft iemand alleen lief, als hij wederliefde ondervindt? De tijd mijn liefde uitwisschen? De eeuwigheid niet, Ma dame." „Mooie woorden zijn nog geen bewijs, dat men een eerlijk man is, sir!" zeide zij, „zooa's ik maar al te zeer ondervonden heb." „Waarom u bent vandaag in den hof ge- komen, Madame?" vroeg hij plotseling. „Waarom bent u vandaag in den hof ge ten?" De Prinses bloosde hevig. uIk kwam higr..e omdat hgt zulk mooi der Pheol. school en de deputaten- door oefe- ning van het verband met de Theol. Fac. der Vrije Universiteit) er bij de hoogleeraren in c; fheologie op aan- te dringen zich met ge- n-oemde adressanfen- ini verbinding te stellen, teneinde te komen tot een gezamenlijke be- spreking van verschillende vraagstukken. I lie. het verzoek om uitbreiding van de deputalen voor den uitbouw der belijdenis met enkele niet-theologen, door te zenden naar de e.v. Gen. Synode wanneer het rap port van deze Deputaten aan de orde komt en IVe. van deze besluiten kennis te geven aan de broeders de Gaoy Fortman e. a. De conclusies werden met algemeene stem- men aangenomen. De praeses deeldte mede, dat ter spra-ke is gekomen, of het niet dringend noodig is, in verband met-de schrikkelijke verwarring, onit- staan door de zaak-Geelkerken, een getuige- nis te doen uitgaan tot de kerken, om licht te ontsteken en te voorkomen, dat er m-eer gaan dwalen en- het goed'e spoor bijsler ra-ken. Daarnaast zou een woord tot de classes kun nen uitgaan, om op de zuiverheid der leer ook bij de examens te letten. Met algemeene stemmen wordt daarop na eenige discussie besloten een woord van toe- lichting, waarschuwing en bestuur, gclijk de praeses het noemde, te doen uitgaan. Prof. J. Ridderbos las hierop voor een door hem, op verzoek, gemaakt concept van zulk een woord1. Besloten werd het concept van prof. Rid derbos vast te stellen in een vooraf aange- kondigd-e openbare zitting. De zitting van gisterochtend. Gisterochtend 10 uur werd de 16e open- bare ziting der synode geopen-d met het zin- gen vara Psalm 102 16; waarna de voorzit ter voorgin-g in gebed1. Bij het gehoucen appel-nominaal bleek ook nu weer waarin een afwijking met vorige synoden is te constateeren dat alien aar> wezig waren. De heer J. W. Maas van Nij- megen die zitting nam als secundus voor ouderiling J. M. Fliet van Geldermalse-m, die ongesteld is, werd door "den praeses verwel- komd en betuigde door cpstaan zijn instem- ming met de beUjdenls. Dr. G. Keizer las de acte dter 14e en 15-e zitting, die hiern-a wer den vastgesteld. De praeses constateerde, dat het antwoord van dr. Geelkerken nog niet is binnengekomen. De synode ging d'aarop in comite-generaal. Onderstaand- telegram -heeft de heer Jac ques naar de synode te Assen gezc rdten Synode, Assen. Overtuigd van het goed recht van Geelkerken, opkomend voor de vrij heid van exegese als onmisbaar bestandd-eel van het gereformeerd begiireel. wraak ik na mens vele gereformeerden van Dc'fshaven en Rotterdam de door u aan Geelkerken gestel- de vragen en protesteer met klem tegen be- denkelijke door u in te voeren bindende schriftverklaring. Jacques, lid Geref. Kerk Delfshaven. HUWELIJK VAN DEN GOUVER-NEUR- GENERAAL VAN NEDERL.-INDIe. Gister is ten stad'huize in Den Haag in al ien eenvoud het huwelijk voltrokken van den gouverneur-generaal van Ncder'l.-Indie, mr. D. Fock, met mevrouw A. P. J. Diemont. Als gevolmachtigdte van mr. Fock trad o-p vice-admiraal C. Fock, commandant der ma rine in Den H el der. In de trouwkamer hadden zich vele be- langstellenden vereenigd ter bijwon-ing van de plechtigheid; ook hadden zich velen in de gang van het stad'huis en daarbuiten opge- steld. De huwelijksstaat kwam hallf-twaalf in een aantal auto's aan het stad'huis. De huwelijksvoltrekking had plaats ten overstaam van mr. I. M. J. van Ross-em, a-mbtenaar van den burgerlijken stand. Nadat de formaliteiten waren vervuld, en de huwelijksakte was voorgelezen door den ambtenaar ter secretarie, den heer A. Val-ken- burgh blijkens deze acte werden in dem edit verbonden mr. Dirk Fock, geboren te Wij-k-bij-Duurstede 19 Juni 1858, en Alida Fran^aise Johanna Diemont, geboren te Go- rinchem, 18 Juni 1875, gescheiden echtge- noote van P. A. Ma'llinger hield de heer Van Rossem de volgende toes-praak: Mevrouw Fock, Met de ondterteekening van uw huwelijks akte is deze plechtigheid beeindigd Het zij mij echter vergund, evenals bij andere huwe- lijksvoltrekkimgen. enkele woorden te spreken. En dan richt ik mij niet alleen tot u me vrouw Fock, m-aar ook tot uw hooggeachten echtgemoot, die ongetwijfeld in gedachten hier tegenwoordig is. Zoo moge ik u beide toewenschem, dat de door u gesloten huwelijksverbintenis zal brengen, al wat gij daarvan verwacht. Veel zult gij, naar ik vero-nderstel, daar van vinden in een gezellig interieur te mid den dter groote en grootsche omgeving een rustplaats n-a formeele plechtigheden en ce- remon-ien, overmijdtelijk aa-n de hooge positie van gouverneur-generaal en zijn echtgenoote weer is, sir," zei ze aarzelend, en omdat ik me in huis verveelde. Ik kwam.maar wat gaat het u aan, waarom ik in mijn tuin zit? Floe durft u mij rekenschap te vragen, van wat ik doe? Uw onbeschaamdheid is al niet geringer dan uw andere... eigenschappen!" „Zooals u verkiest, Madame," zei hij bui- gend. „En nu, wilt u mij, voor ik heenga, nog toestaan een beroep op u te doen? Neen, wacht even! Niet voor mezelf. Ik vraag niets, niets. Ik bid alleen, dat u mettertijd nog tot de overtuiging moogt komen, dat er nog al- tijd goede en trouwe menschen op de wereld zijn, en dat niet ieder een schurk en een be- drieger is. Mevrouw, Prins Karel is een eer lijk man, die van u houdt, maar al te veel van u houdt, want hij heeft zijn rijk verlaten, terwijl het in het grootste gevaar verkeerde, om naar u toe te komen helaas te laat! Ik vraag u, wanneer u van den schok wat hersteld zult zijn, naar hem te luisteren. Er is een tijd geweest, dat u hem uw leven hebt toevertrouwd, moge het al zijn, dat ge hem geen groote liefde hebt toegedragen. Luister naar hem, Prinses, en neem dte hooge plaats in Novodnia in, die u wacht. Gij die een ko- ningin onder de vrouwen zijt, moet een vor- stin zijn voor de wereld. Er zal nooit een vorstin zijn geweest zoo koninklijk en zoo goed!" Eleanor keek hem verbaasd aan, alsof ze niet begreep, waar die toespraak zoo opeens vandaan kwam. „Heeit Prins Karel u gezonden om voor verbonden. -> f Moge het leven van z. excwaarin hij ge durende zoo langen tijd' in belan-grijke func- ties zich in hooge mate voor het vadtertend en d-e kolonien verdienstelij-k heeft gemaakt, be- kroo-nd worden met nog vele voorspoedige ja- ren, vooral in een gelukkigen huiselijken fa- miliekring. He is voor u, mevrouw Fock, een voor- recht, daartoe met uwe gaven naar uw beste krachten te mogen medewerken, gedachtig aan het eenvoudige voorsehrift der wet, dat echtgenooten elkaar trouwe hul-p en bijstand verschuldfgd zijn. Ik wensch u en uwen echtgenoot, zijne ex- eellentic den gemachtigde en dte verdere fami- liteleden van harte geluk op dtezen dag en u, mevrouw, ten slotte een zeer voorspoedige reis en een blijde inkomste in Indie". Als getuigen hebben bij dte huwelijksvol trekking dienst gedaan de heeren mr. J. J. Fock, letterkundige in Den Haag, zoon van den bruidtegom, en W. L. Diemont, gemeente- secretaris van Leimuiden, een bro-er vam de bruid. Onder de aanwezigen in de trouwkamer was ook dte oud-minisfer van kolonien mr. Welter. De bruid was gekleed in een eenvoudig mantelcostuum. RIJKSCOMMISSIE WERKVER- RUIMING. De rijkscommissie werkverruiming heeft den 6den dezer in Den Haag vergaderd, on der vcorzitterschap van prof. dr. W. H No lens. Mededeelingen werden gedaan omtrent de verdere bemoeiing der commissie met betrek king tot een belangrijke ontginning. Uit het verslag omtrent de verrichtingen ter bevordering van de werkgelegenheid in het schildersbedrijf bleek, dat op dit gebied veel werd en nog veel kan worden bereikt. Mededeeling werd gedaan omtrent het standpunt van het Nationaal watersnoodco- mite met betrekking tot het verleenen van te- gemoetkomingen aan door den watersnood geteisterde induatrieen. Ingekc-men was een brief van den voorzit ter van den ministerraad ter begeleiding van een afschrift van het door hem aan andere ministers gerichte rondschrijven betreffende het geven van voorkeur aan Nederlandsch fa- brikaat. In het schrijven wordt herinnerd aan de circulaire van 27 Mei 1924, waarbij is verzocht te bevorderen, dat geen bestellin- gen, welke kunen worden geacht aan de bui tenlandsche nijverheid te zullen ten deel val- len, vanwege het rijk worden gedaan, zonder dat de rijkscommissie werkverruiming is ge- hoord, terwijl daarin tevens wordt gewezen op het dubbele belang, dat door opvolging van bovenbedoeld verzoek wordt gediend, n.l. de bevordering van de Nederlandsche nij verheid en vooral de bestrijding van de heer- schende werkloosheid. De aandacht van den minister van arbeid, handel en nijverheid zal worden gevestigd op enkele gevallen, waarin da buitenlandsche concurrentie van dien aard is, dat sterk het vermoeden wordt gewekt, dat dumping plaats had. Tevens zal den minister gewezen worden op de moeilijkheden, welke door Ncdpdand- sche exportbedrijven worden ondervonden bij uitvoer naar een land, waarmede Nederland onlangs een handelsverdrag heeft afgesloten. Dat door de Stoomvaart-7dij. Nederland de bouw van de Constantijn Huygens aan een Nederlandsche werf werd opgedragen, was door de leden met instemming vernomen. Met genoegen werd gehoord, dat enkele groote instellingen belangrijke kolenleverin- gen aan Nederlandsche mijnen hadden op- gedrage. Ook thans werd weer mededeeling ge daan van een 60-tal gevallen, waarin de com missie betrokken wer dom te bevorderen, dat de bestelling bij een Nederlandsche fabriek werd geplaatst. Uit deze mededeelingen bleek o.m., dat weer door een der grcote gemeenten bij een belangrijken aankoop een product der Neder landsche nijverheid geheel ten onrechte bij een buitenlandsch product was ten achter ge steid, en dat een rijksinstelling buitenland- hem te pleiten?" vroeg ze. „Behoort dit ook tot uw taak. Dan kwijt u zich er al heel slecht van, sir. Mij een groote en onuitroei- bare liefde belij dten op het eene oogenbiik, en me een anderen man aanb.evelen op het vol gende, dat gaat toch niet zoo best, is het wel. Wordt u ook betaald voor de moeite die u neemt, zooals je ook wel betaald zal zijn voor het vorige werk?" Denis knarste op zijn tanden. „Prins Karel, Mevrouw," antwoordde hij, „heeft me nooit iets gevraagd en me nooit uitgezonden om in zijn voordeel te spreken. U denkt niet hoog van de liefde, als u meent, dat ze noodzakelijk zelfzuchtig moet zijn. Ik zou u toch op een erbarmelijke manier lief- hebben, als ik niet voor u al het geluk zou wenschen, dat voor u bereikbaar is, ook al ware het met opoffering van mezelf. Ik weet, dat u, ook al was u niet de vrouw van een ander, voor mij niets dan liaat en minachting kunt voelen. Ik kom in het geheel niet in aan- merking. Maar de Prins, Madame, is een man van eer en hij houdt van u. Het eenige goede, dat de wereld mij nog zou kunnen aan bieden, is te weten, dat u gelukkig met hem zou kunnen zijn en zijn troon in Novodnia met hem deelen." De Prinses scheen onder den indruk van zijn woorden te komen. „Dat zou inderdaad liefde zijn, sir," zei ze half fluisterend. .(W.ofdj; vgrvolgd.); 9

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1926 | | pagina 5