Alkmaarsohe Oourant US LIES De hof der leugenen. BESCHUI Vrijdag 19 Maart. FElilLLETON. 1920 No 68 HontJerd Achf en Tv/intigste Jaargang. Z1J, DIE ZICH VOOR MINSTENS DRIE MAANDEN OP DiT BLAD ABONNEE- REN, ONTVANGEN DE TOT DIEN DA TUM VERSCHIJNENDE NUMMERS FRANCO EN GRATIS. DE DIRECTIE. Geniensd JSieuws D€ ZAAK-GEELKERKEN. De Synode heeft naar men aan de N. R. Ct. meldt o.a. nog het volgende besluit ge n-omen. De Synode besloot de ouderlingen en dia kenen die medew-erkten of zich geconformeerd hebben aan het besluit van u-en Kerkeraad van 13 Maart om dr. Geelkerken te hantiha- ven in zijn ambtelijke bediening, uit hun ambt als ouderlingen of diakenen tc ontzet- ten, terwijl aan den- kerkeraad van Amster dam wordt opgedragen met de b-roedcrs ouderlingen u-it Amsterdam-Zuid die aan de- jle scheurmaking niet deelnamen, ten s-poe- d'i-gste tot verkiezing van nieuwe ambtsdra- gers over te gaan, deze te bevestigen in hun am'bt en aldus den kerkeraad van Amster- dam-Zuid opnieuw te formeeren. Mededeeling van dit besluit zal geschieden aan den kerkeraad van Amsterdam-Zuid, aan de ouderlingen en diakenen die tot het 'besluit van- den kerkeraad van 13 Maart niet hebben meegewerkt, aan den kerkeraad van de Gereformeerde kerk van Amsterdam, aan de classis Amsterdam, de provinciate synode van Noord-Hol'land, de gereformeerde kerken in Nederland, Bentheim en Oost Friesland, Rijnpruisen-, en Westfalen, Belgie, de classis Batavia en de kerken in Ame-rika." Ook dit beslu-it werd zonder hoofdelijke stemming vastgesteld: De praeses deelde nog mede dat in comite generaal zijn aangenomen de vo.gende be- sluiten, die thans in de open-bare zitting wor- den overgebracht: Indien de kerkeraad van Amsterda'm-Zuid de schors-ing niet erkent en toch zich in het kerkverband w-i-1 handhaven, dan zullen de kerkeraadsleden, die zich aan deze open-bare scheurmakerij schuldig maken, door de Gene- rale Synode woraen aigezet en de kerkeraad van Amsterdam worden gemachtigd met be- hulp van de getrouw gebleven ouderlingen en diakenen en het beter deel van de geme-en- te ten spoedigste opnieuw den kerkeraad te formeeren en deze uit hun ambt te ontzetten De praeses sprak hierop ongeveer als volgt: „Ik heb aa-n- de gevallen beslissin-g met veel meer toe te voegen. Ik zou dan moeten herhalen wat de praeses Vrijdagavond ge- ®egd heeft en dat is niet noodig. Ik wil dan uitspreken, dat wij met diep leedwezen tot de ze besluiten zijn moeten komen. Wij hadden het graag anders gewild en ruime stof tot danken gehad als dr. Geelkerken het besluit had genomen zich aan de b-eslissingen der synode te on-derwerpen en als de kerkeraad daarop bij hem had aangedrongen. Naar vernomen wordt zijn er bereids maat- regelen getroffen, dat dat deel der gemeente, dat met dr. Geelkerken en zijn kerkeraad niet meegaat, aanstaande Zondag in het Corxert- gebouw te Amsterdam in godsdienstoefening zal kunnen bij-een komen. Men meldt uit Assen aan de N.R. Ct.: Naar wij van goed ingelichte zijde verne- men, zijn er reeds plannen om inzake de ker- kegoederen der gereformeerde kerk van Am sterdam-Zuid tot een comp-romis te komen Dat is niet geschied, en de synode stond nu voor de droeve noodzakeiijkneid niet al- leen dr. Geelkerken, maar ook de ouderlingen en diakenen van Amsterdam-Zuid te moeten ontzetten uit hun ambt. Wij hebben deze daad met o-ntroering verricht en zijn er al leen toe overgegaan omdat het niet anders kon. Het gaat om de onverzwakte liandha- ving van het gezag van het Woord Gods, om het heil onzer kerken en om de eere van on zen Konin-g. Wij kunnen met goede conscien- tie voor onzen God verklaren dat wij bij al deze dingen h-et heil van Simon gezocht heb ben; en daarom leggen wij met voile vrij- moedigheid deze beslissihgen neer voor Gods heili-g aangezic11. Wij ontveinzen cms niet dat wij staan voor moeilijke dingen. Wij weten-, dat de storm zal 1-osbreken, maar wij denken ook aan het woord van ds. Laman, dat onze Heil and, de Koning der kerk, mach- tig is het stormstillend woord te spreken. Wij gelooven en gaan met die overtuiging uit el kaar, dat Jezus Cbristus het sch-eepje van Zijn kerk door de stormen zal leiden en er- voor zorgen zal dat de poorten der he-1 zijn Sion niet zullen overweldigen. Ik heri-nner aan het woord in den brief van den praeses, dat het nu de tijd is voor veel gebed, niet alleen voor d-e leden der Synode, maar voor alle kerken van ons land. God roept ons tot gebedsworsteling. Het zal al-tijd blij-ken, dat onze kracht gebrekkig is, maar wij zullen dan ervaren de kracht des Heeren omdat Zijn kracht in zwakhad vol- bracht wordt. Wat er ook komen zal: houdt u mannelijk en weest sterk. God geve ons, met God de toekomst tegemoet te gaan, om dat wij d-e beslissi-ngen genomen hebben in de wetenscbap, dat het Woord Gods eisch-t absolute ond-erwerping. Wij geden-ken ook aan dr. Geelkerken en de broeders van Am sterdam-Zuid. Het is onze bede, dat God dezen weg moge gebruiken om hen te lei- den tot verootmoediging. Als w'ij elkaar weer mogen ontmoeten in vrede en eensgezind- heid, zal ons da-t zijn tot groote vr-eugde, en zullen wij God danken dat de breuk hersteld is. Wij leggen zoo de zaak in ha-nden des Heeren, en gelooven dat God voor Zijn werk zorgen zal". •Beslotcn werd dat de actie dezer zitting vastgesteld worden door het moderamen Voorts steld-f de praeses voor, d-e verga- dering nog niet cefmitief te sluiten, maar d-e Synode te verdagen, i-mdat allerlei moeilijk- hed-en kunnen voorkomtn, lie het noodzake- iijk zouden maken weer bij elkaai te komen. Staanda zong de \figadering nog Ps 90 9, waarna de praeses voorging in gebed Wat gis-teravond t-e Assen is geschied, de ontzetti-ng door de synode d-er Ger.f. ker ken van dir. Geelkerken uit zijn ambt, was, zegt het b-lad na al wat er geschi-ed was, te v-erwachten. Blij'kens allerlei voorbereidende maatregelen had de synode zelve daarop reeds ge-teekend en niemand verwachtt-e, dat d-e zittingen v-e-le zouden worden. Het con flict was in het stadium gekomen van 2 el kaar kruisende lijnen: hun richting volgend moeten zij zich noodzakelijk-erwijs steeds m-eer van elkaar verwijderen; zoo de synode en dr. Geelkerken met zijn aanhangers. Eenige dagen geleden schreven wij: De toekomst van de Geref. kerken ten onzen-t zal voor een groot deel afhangen van het ant- woord, dat zij geven zulle.i op de vragen, of en, zoo ja, hoe de strooming der „jonge- ren" in de bedding van het Gereformeerde kerkelijk-e leven kan ge-leid worden. De syno de heeft thans voorloopig altihans de eerste vraag met een hardn-ekkig „neen" be- an-twoord. Voor eenige afwijking van de lett-erlijlce opvatting der H. Schri-ft is voors- hands geen ruimte. Straks, in 1927 met de volgende Generate Synode, zal blij-ken-, wat er van een „uitbouw" der Belijd-enis worden zal. Misschien -heeft deze steile en krasse hou- ding velen, vooral niet-Gereformeerden, v-er- baasd. Men moe-t echt-er niet vergeten, dat er in de Geref. Kerken naast d-e strooming Geel kerken c.s. een andere loopt, die met deze houding accoorci gaat. Het N-ederlandsche, althans het Gereformeerde volk is in wezen en aanleg conserva-tief. Zelfs in vrijzin-nige gemeenten ka-n een vriizinnig woord ergernis en omtstel-tenis wekke-n, zoo is alles door- kneed van „den zuurdeesem d-er Farizeeers". Hoe zou het dan niet zijn in Gereformeerde kringen. „Geloof toch kinderlijk, dominee" heeft, naar dr. Geelkerken op een vergade- ring te Amsterdam meed-eeld-e, een G-erefor- meerd vrouwtje tegen hem gezegd. Hier sprak de ziel der massa, die angst heeft het letterlijke bijbehvoord te verliezen. En dr. Geelkerken heeft daarop gvantwoord: „Ik wil kinderlij-k blijven gelooven en Genesis 2 en 3 blijven lezen- zonder dat een mensch er tussch-en komt". Is het mogelijk voor wie ge- g-eten heeft van d-e boom d-es kennisse met zij-n Schrif-tkritie-k, godsdien-stwijsbegeerte en his-torie, waarbij wel menschenwijsheid mee- spreekt? De Synode nu heeft de eenvoudigen gerust gesteld. D-e sl-an-g en de boom en al het a-nd-ere uit Genesis: het heeft werkelijk en echt besta-a-n. „Er staat gesch-reven" en zoo bliift het. Een andere vraag is of de geruststelling vap bliWenden aard k'an zijn, Onverschillig of de Geref. kerken een groote zuiverin-g zul len moeten doormaken en er een exodus op grooten schaal van jongeren zal plaats heb ben of n-iet d-e vraagstukken zijin er en zul len altijd wederkeeren. Machtiger dan een besluit van een synodale vergad-e-ring is de gang der culfuur, die door duizenderlei tech- nische en geestelijke factoren de geesten, ook van het volk Gods dat zich vei-lig waan-t op het erf der Statenvertaling, beroert en be'in- fluenceert. Er zullen telkens, ook na een grondige zuivering, nieuwe Net-elenbossen en Geelkerkens komen en nieuwe malconten- ten en jongeren waarm-ee de Geref. kerken deze If de moei-lijikheden te doorworstelen zul len hbben, tenzij zij de puzzle kunnen op- lossen van ind-ivid-ueele, protestantsche vrij- heid te verbinden met het teergezag een-er kerk, die in h-et infeilbare Schriftwoord haar hoogst-e waarheidsnorm vindt. K-erk-historisch en kerkrechterlij-k van hoog belang blijft de vraag, hoe zich de toestanden in de Geref. kerken thans zullen ontwikke- len. De synode stelt zich voor eenvoudig dr. Geelkerken af te zetten en met hem de ker- keraadsleden die nog weerspannig zijn, en deze alien- door anderen te vervan-gen. Zoo eenvoudig echter zal de zaak niet zijn, daar de plaatselij-ke autonomic der Geref. kerken het de gemeente van Amsterdam-Zuid zeer wel mogelijik maa-k-t haar eigen gang te blij ven gaan, in het bezit als zij is van de plaat selij-ke gebouwe-n en fond-sen. De synode ka-n dus niet veel meer doen dan het federatief verband met de kerk van Amsterdam-Zuid verbreken. Naar wat hieronder in het artikel over „De crisis in de Geref. kerken'' te lezen valt, staat spli-tsing in Amsterdam-Zuid tus schen Marinisten en Geelkerkianen reeds vast en is er ook reeds een verdeeli-ng van kerke- lij-ke goederen en fondsen geprojeoteerd, die beid-en partijen voldoet. Van zeer groot belang is de vraag, in hoe- verre Geelkerken en zijn aanhangers ook met- terdaad straks in de andere Gereformeerde gemeenten zullen gesteun-d worden en er dus kans bestaat, dat het werkelijk in de Ger^f. kerken op een algemeene scheiding zal uit loopen. Een an-twoord hierop lijkt ons nog praematuur. De jongeren en Geelkerkianen zijn er zeer zeker; maar men moet toch hun feitelij-ken inv-loed niet overschatten. Zooals wij hierboven reeds opmerkten: de psyche der massa is onder i-nvloed van aller lei omstandi-ghedenveelal uit and-er hout ge- sned-en. Voor het overige verwijzen wij hen die in dezen zich in het wikken en wegen van toekomstige mogelij-kheden willen vermeien naar wat daarover geschreven is in het reed-s genoemd-e artikel hieronder over De crisis in de Gereformeerde kerken. Naar het tngelsch van Justus Mile Fosman. Door J. S. S5> Zoo zaten we te praten, toen er opeens zacht aan de deur werd geklopt. ik opende de deur en zag een jonge Fransche vrouw staan, die monsieur Denis te spreken vroeg. Zij sprak de naam op zjjn Fransch uit, zoo- -dat ik een oogenbiik in de war was, en niet begreep, wat zij bedoelde. „Neen," zeide ik, „er woont niemand van dien naam hier. Dit is de kamer van meneer Mallory." „Ja, ja, zeker!" hield het meisje vol. „Mon- sieur Mallory, Denis Mallory St. Denis." Toen viel het mij in, dat men Denis op de Boulevard St. Denis placht te noemen. Ik zei haar, dat hij niet thuis was, maar ieder oogenbiik verwacht kon worden, en dat ze wel binnen kon komen en op hem wachten, als haar boodschap belangrijk was. Ze zette zich op een hoek van de divan, keek ons ver- strooid aan, en antwoordde met ja of neen op de beleefdheidsvragen, die wij haar deden. Zij moest eenmaal een meisje van buiten- gewone schoonheid zijn geweest, maar ziekte en losbandigheid hadden haar oogen en wan- Een der medewerkers van dat blad heeft een onderhoud gehad met een der leden van het comite-Geelkerken, teneinde zich te ver- gewissen omtrent den vermoedelijken gang van zaken na het besluit van den kerkeraad van Amsterdam-Zuid. Tot nog toe is, naar zijn zegsman hem meedeelde, er nog geen or- ganisatorisch verband gelegd tusschen de verschillende comite's, die voorshands een plaatselijk karakter dragen. Op de vergade- ring, die de bijeenkomsten in het Concertge- bouw op 1.1. Dinsdag heeft belegd, waren co mite's uit Amsterdam-Zuid Amsterdam-West, Groot-Amsterdam en Haarlem vertegenwoor- digd. Laatstgenoemd comite omvat voorloo pig tevens het ressort Heemstede. Bloemen- daal en Zandvoort. Ook te Rotterdam is een dergelijk comite gesticht. Of er ook buiten de provincien Noord- en Zuid-Holland waarin de beweging zich trou- wens voorshands in de groote steden en haar omgeving schijnt te concenireeren, een derge lijk initiatief is te verwachten, betwijfelde, aldus onze medewerker, mijn zegsman. Er valt zoo weinig van te zeggen, omdat er gen hoi gemaakt en voren in haar gelaat ge- trokken Zij kuchte af en toe en op haar bleeke kaken was een enkele roode plek. „Tuberculose!" fluisterde Mac Kensie ach- ter zijn hand. Daar klonk het geratel van wielen in de straat en hield bij onze deur op. Ik keek uit het venster. „Hij is het!" riep ik. „Hij is het, en hij zal wel succes gehad hebben, want hij kijkt zoo gelukkig! Hij flopt de concierge op haar schouder. Daar komt hij!" Daar kwam Denis aanstormen. Nog voor hij binnen de deur was riep hij al: „Ik heb hem te pakken. Hij woont in deze wijk, juist zooals ik dacht. O, ik heb je zoo iets moois te vertellen! Wel.. Colette! Jij, kind? Wat doe jij hier?" Het meisje liep op hem toe en riep: „St. Denis! St. Denis!" en lachte en huilde tegelijk. „Wat is er toch aan de hand, Colette?" vroeg Denis verbaasd. „Luister, St. Denis!" riep het meisje, „luis- ter! Ik heb den man gevonden, die je zoekt. De man, die de dame heeft gestolen. Ik weet, waar hij woont. Het is in de Impasse du Mai ne. Ja, St. Denis, ik heb hem gevonden." „Zoo kind, nu, ik heb hem ook gevonden," lachte DenisIk kom daar juist vandaan Maar kom, kind, wat zie je er zwak uit, en wat beef je. Kom hier op den divan zitten en vertel me alles, wat je weet en hoe je er aan zich zooveel weifelachtigheid openbaart. Deze weifelachtigheid had mijn zegsman, wij geven nu verder aan onzen medewerker het woord, ook bij de behandeling van de zaak-Geelkerken in de synode getroffen. Als voorbeeld noemde hij den Leeuwarder predi- kant dr. W. A. van Es, die tevoren steeds me de heeft getuigd, dat de aanklacht tegen dr. Geelkerken niet-ontvankelijk was, doch niette- min als synodelid vo6r de ontvankelijkheid heeft gestemd. Het is alleszins te begrijpen, dat er voors hands veel onzekerheid heerscht. Nu er zulke belangrijke dingen op het spel staan, zal het voor velen moeilijk zijn, partij te kiezen. En toch zal men, hoe gaarne men ook zou willen, in dezen niet neutraal kunnen biijven. Immers, aldus mijn zegsman, indien de kerk van Amsterdam-Zuid uit het kerkverband wordt gezet, komt elke plaatselijke kerk voor de vraag te staan, hoe zij zich verhoudt tot de kerk van Amsterdam-Zuid. Het antwoord op deze vraag is niet te vermijden. Zal de plaat selijke kerk van Leeuwarden, van Assen, van Haarlem, van Rotterdam lidmaten. die met at- testatie uit AtBsterdam-Zuid komen, erken- nen? Doet zij dit, dan verbreekt zij daardoor automatisch het synodale accoord en plaatst zij zich tevens buiten het kerkverband. Doet zij het niet, dan zullen zich ook in de overige gemeenten groepen van buiten het plaatseliik en synodaal kerkverband levende Gerefor- meerden vormen en zal de verleiding groot worden voor de geestverwanten van Geelker ken in de betrokken kerk, om zich bij die bui- tenkerkelijke Geelkerkianen aan te sluiten en aldus met hen een nieuwe formatie te vormen. Voor hetzelfde dilemma komen de plaatse lijke kerken te staan, waar het geldt het op- treden van predikanten. De geestverwante ambtsbroeders van dr. Geelkerken zullen, zoo zij met hem een beurt ruilen en in Amster dam-Zuid preeken, met hun kerkeraad, clas sis en synode in conflict komen en wat moet re gebeuren, zoo een kerkeraad in een overwe- gend-Geelkerken-gezinde gemeente dr. Geel kerken tot een preekbeurt uitnoodigt? Op mijn vraag, of er plaatselijke kerken bestaan, waarin op dit oogenbiik reeds een meerderheid voor dr. Geelkerken is, antwoord de mijn zegsman, dat er inderdaad reeds zul ke plaatselijke kerken zijn. Men vergete niet, dat het geding tegen dr. Geelkerken slechts de uitbarsting is geweest van een strijd, die in menige gemeente reeds lang smeult. Het is, zei mijn zegsman, betrekkelijk toevallig, dat juist dr. Geelkerken het slachtoffer is gewor- den. Verschillende onzer predikanten zouden evengoed tot object van een dergelijke proce dure kunnen zijn uitgepikt. En juist dezen hebben dikwijls den kerkeraad en een krach- tig deel hunner gemeenteleden achter zich, omdat zij persoonlijkheden zijn en den nieu- wen en frisschen geest, dien Bavinck en Kuy- per onder ons hebben gebracht, onderhouden. Het spreekt vanzelf, dat in een plaatselijke kerk, waarin toevalligerwijs tot nog toe geen Marinus den predikant lastig heeft gevallen, de tegenstelling zich niet zoo scherp uit als thans te Amsterdam onder den indruk van het gebeurde het geval is. Men wil daar het liefst alle geschil vermijden, maar dat zal thans wel onmogelijk zijn geworden. Mocht de synode de thans trouwens wel heel lastig te zoeken formeele middelen, om het gebeurde alsnog ongedaan te maken, niet kunnen of willen vinden, dan is ook voor de overige plaaselijke kerken een moeilijke periode aan- gebroken. Want het spreekt vanzelf. dat de groep, die zich om des gewetenswille niet bij de uit spraak der synode kan neerleggen dan in el ke plaatselijke kerk, waar zij in belangrijke mate is vertegenwoordigd, zich zelfstandig zal moeten gaan organiseeren. Dan zullen comite's als de thans gevormde, klaar moeten staan om de leiding te nemen. Op de vraag, of bij de splitsing tusschen de groepen, zooals deze in Amsterdam-Zuid nu wel vaststaat, nog moeilijkheden zullen rijzen omtrent het bezit van goederen en fondsen, verzekerde mijn zegsman, dat te de zen opzichte gelukkig geen moeilijkheden te verwachten zijn. Beide groepen hebben reeds met elkaar geconfereerd, om tot een minne- lijke schikking te komen en hebben van weers zijde vrede gevonden bij een reeds ontworpen compromis. ERNST1GE SCHEEPSONGEVALLEN. De heer A. C. de Vos, voorzitter der Schip- persvereeniging „Schuttevaer" afd. Middel burg, schrijft aan de N. R. Crt. Verleden week Dinsdagnamiddag is op de rivier de Maas te Rotterdam, nabij de Rijnha- ven, een zeer ernstig ongeluk gebeurd en naar aanleiding daarvan komt bij mij de vraag op, of dit treurig ongeval, waarbij in een oogenbiik een vrouw en drie kinderen ver- dronken, niet gevolg was hiervan, dat het Rijnschip Stormpolder onzeewaardig was afgeladen. Helaas komt het meermalen voor, dat sche- pen met een opperlast met een open ruim varen, en dus bij opkomenden storm de luiken niet nieer kunnen worden opgelegd en met kleeden afgedekt en daarna gespalkt, zooals behoort. Bij grooten golfslag heeft het water dus vrij spel om in het ruim te komen, zooals nu ook het geval is geweest met de Stormpolder. Nu is mijn vrag, zou nu toch geen wet kunnen gemaakt worden, waarbij verboden wordt met lading zwaargewicht, met een open ruim te varen (in schippersterm ge- noemd met open den), en voorgeschreven wordt, dat bij ieder zwaar beladen schip de luiken met kleeden moeten bedekt zijn en ge spalkt; dan is alle gevaar buitengesloten. Mag ik s.v.p. nog een vraag doen? Tegen- woordig varen vele motorschepen en vracht- booten zonder voorzien te zijn van een roei- boot om sloep. Zou ook de regeering de schip- pers niet kunnen verplichten, een boot mede te nemen, opdat, indien aan het schip een ongeluk overkomt de opvarenden zich nog kunnen redden? LUCHTVERKEER. Daar het bestaande subsidie-contract tus schen dQ regeering en de Kon. Luchtvaart- gekomen benE" Hij leidde haar naar de divan en ging naast haar zitten met haar hand in de zijne. Zij scheen bovenmate vermoeid, ja uitgeput en ze snikte zenuwachtig. „Arm kind," zei hij zacht. „Colette, je moet ziek zijn geweest, want je oogen staan zwak en je bent bleek geworden." ,,Ach, dat doet er minder toe," zei het meisje. „Luister St. Denis, ik moet je vertel len over dien man en over madame. Fifi Du- mand heeft me verteld dat je een lichtblonden Duitscher met een monocle zocht en ook van den ouden koetsier met den rouwband. Ik vond dien koetsier, volkomen toevallig in de buurt van de Marche des Femes. Hij zat te slapen op den bok, het rijtuig stond alleen, niet in een rij. Ik maakte hem wakker en vroeg hem naar den Duitscher. Ik zei hem, dat die een vriend van me was, en dat ik zijn adres moest weten. Maar de oude'was achterdochtig en wou niets zeggen, hoeveel moeite ik ook deed. Ik gaf hem toen al het geld, dat ik bij me had, en daar hij daarmede niet tevreden was ook de sieraden die ik droeg „Colette", riep Denis. „Colette, heb je dat alles gedaan?" „Wat doet het er toe," zei ze. „Ik deed het toch voor jou St. Denis! Zoo nam de koetsier mij ten slotte mee naar de Impasse du Maine, waar hij den Duitscher en madame had ge bracht. Nummer 18 is het, 18bis aan het doode eind van het slop. Ik kende de concier- e, madame Lambert en praatte met haar. k vroeg haar, welke schilders er in dat huis tegenwoordig wonen, want ik heb daar vroe- ger geposeerd. En madame Lambert vertelde me, dat er onlangs vier vreemdelingen geko men waren, die de suite op de eerste verdie- ping hadden genomen, rechts van het trap- penhuis. Zij dacht, dat het Pruisen waren, en de dame was de zuster van een van hen en heel mooi. Zij vertelde me, dat de Prins met den monocle haar gevraagd had naar een dienstbode voor mevrouw uit te zien, en dat ze het al aan een meisje egvraagd had, maar ;dat ze mij wel wou aanbevelen voor de helft van mijn eerste weekloon. „Goed, goed," zeide Denis. „Heb je het aangenomen, heb je het aangenomen?" „Ja, St. Denis, ik heb het aangenomen. Ik heb er drie dagen lang mevrouw bediend." „Maar," zei Denis, „maar ik begrijp niet goeddrie heele dagen! Waarom heb je ons niet eerder gewaarschuwd, Colette?" Het meisje wendde het hoofd van hem af. „Dat kan ik je niet zeggen, St. Denis," zei ze zacht. „Ik kan het niet zeggen. Is het niet genoeg, dat ik nu naar je toe gekomen ben? Is het niet genoeg, dat ik haar nu aan je teruggeef?" Denis zat een oogenbiik voor zich uit te staren. Toen gaf hij ons een teeken met de oogen en wij gingen alien naar de slaapka- mer. Toen keerde het meisje zich weder tot De nis. maatschappij einde 1926 af loopt, heeft de di- rectie der K. L. M. dezer dagen bij den mi nister van waterstaat een nota ingediend in zake de verstrekking van subsidie over het tijdperk 1927 tot en met 1934, in welk jaar ze verwacht het luchtvaartbedrijf dusdanig te hefbben ontwikkeld, dat het rendabel zal zijn geworden en geen regeeringssteun meer be- iioeft. Teneinde de ontwikkeling van het Neder- landsche luchtvaartbedrijf in het tijdperk van 8 jaren mogelijk te maken en de Nederland- sche luchtvaart te handhaven tegenover de stcrk gesteunde buitenlandsche luchtvaart- maatschappijen, heeft de K- L. M. over dit tijdperk een subsidie van 4 millioen gulden aangevraagd. Zij houdt daarbij rekening met een sterke uitbreiding van het Nedeflandsche luchtnet en met name met het banen van een luchtweg naar Nederlandsch-Indie. Zij be- schouwt het tot stand brengen van een luchr- verbinding tusschen Europeesch en Aziatiscb Nederland een van haar voornaamsle taken. VOOR VOLKENBOND EN VREDE. Het hoofdbestuur van de vereeniging voor Volkenbond en Vrede heeft tot den Zweed- schen minister van buitenlandsche zaken, den heer Unden, die Zweden gedurende de bui- tengewone zitting van den Volkenbond in den Raad vertegenwoordigde, een telegram gezonden, teneinde hem blijk te geven van de gevoelens van waardeering van het hoofdbe stuur voor de edelmoedige wijze, waarop hij den Volkenbondsgeest heeft verdedigd, en de overtuiging uit te spreken, dat de door hem verrichte arbeid, in Nederland in ruimer. kring warme erkentelijkheid ondervindt. UIT HET BOUWBEDRIJF. In een te Amsterdam gehouden vergade- ring van afgevaardigden van den Ned. Aan- nemersbond, de Vereeniging van Timmerfa- brikanten, den Ned. Houtbond, de Ned. Ver. van IJzerhandelaren en de Ver. van Hande- laren in Bouwmaterialen in Nederland, werd besloten tot instelling eener gemengde com- missie, welke tot taak zal hebben vraagpun- ten van algemeen belang voor het geheele bouwbedrijf te besiudteeren en daarover ad- vies uit te brengen aan de verschillende ver- eenigingen. In gevallen, die daartoe aanlei ding geven, zal overleg gezocht worden met andere vereenigingen van bij het bouwbedrijf betrokkenen. Aan eene kleine commissie uit de aanwezigen werd opgedragen een pro gram van werkzaamheden te ontwerpen en voorstellen voor te bereiden ter behandeling in de volgende bijeenkomst. Het groote doel is door samenwerking te komen tot verbetering van vele misstanden, die nu in het bedrijf bestaan. UITSLAANDE BRAND AAN DEN VISSCHERSDIJK. Gisternacht tegen half drie is brand ont- dekt in het pand, dat gelegen is op den hoek van de/r Visschersdijk en de Keizerstraat te Rotterdam. Beneden is de vischwinkel van de weduwe J. F. Hasenkamp en boven is het restaurant van de firma Hasenkamp geves- tigd. Op de eerste verdieping ligt de groote zaal, met een bijkeuken en een kantoor, op de tweede verdieping zijn enkele kleine zalen voor partijen e d., een bijkeuken en de visch- bakkerij en op de zolderverdieping is de groote keuken met bijkeuken odergebracht. De keukens zijn door een lift verbondem. De brand is vermoedelijk in een van de Mikens ontstaan en heeft zich door den liftkoker snei voortgeplant. In de houten zoidering van die hoogste verdieping vond het vuur een gre- tig voedsel en de brand bredide zich in korten tijd sterk uit. Weldra sloegen de vlammen boven het dak uit. Omdat er groot gevaar voor overslaan bestond, werden d-e aangren- zende perceelen ontruimd en de kostbaarhe- den in veiligheid gebracht. De machinale ladder werd opgesteld in de Keizerstraat en hierlangs werd een slang van stoombrandspuit No. 2 naar boven ge- leid. Met de ander slah-gen werd deels water gegeven van de zijde van de Keizerstraat, deels van de zijde van den Visschersdijk. Het gelukte de brandweer het vuur tot de boven- verdiepingen te beperken. Om 4 uur kon het sein tot inrukken gegeven worden. Het dak is grootendeels weggebrand. Uit- gebrand zijn de zolverdieping, de keukens, de, vischbakkerij en het kantoor. De groote zaal heeft een weinig schroei- en v-eel waterscha-de ge'kregen. De kleine zalen hebben alleen wa- terschade. Ook de vischwinkel heeft veel wa- terschadie gekregen. Verzekering dekt de scha<Je. De afdeeling Rotterdam van de Vrijwil'lige Eerste Hulpcolonne was bij den brand aan- wkezig. Tijdens den brand hebben dieven in een aangrenzend pand, in gebruik bij de firma S., hun slag geslagen. DE INTERNATIONALE UNIE VAN V OLKENBONDSVEREENIGINGEN. De correspondent der N. Rott. Crt. te Ge neve meldt: In verband met het uitstel van Duitsch- land's toetreding tot den Volkenbond zal het jaarlijksche congres der internationale unie van Volkenbondsvcreenigingen dezen zomer „Hou je, heel, heel veel van haar, St. De nis?" fluisterde zij. „Meer dan van inijn eigen leven, kind," zei hij vriendelijk. „Maar zij is niet voor mij bestemd. Ze is eens anders vrouw, en als we haar gered hebben, gaat ze naar haar man. Ze is een prinses, Colette." „Zou jij ze terugbrengen, St. Denis? Zou je ze redden voor een anderen man? Zou je daar je "leven voor wagen? Ben je zoo goed, zoo edel? Ach, St. Denis, ik wist het niet. Ik dacht, dat het voor jezelf was en ik kon de gedachte niet dragen. Het kostte mij al kracht genoeg zoover te gaan, en te doen, wat ik deed, maar toen ik haar zag, zoo schoon als ik nog nooit iets ter wereld gezien heb, toen kon ik de gedachte niet verdragen, dat ze jou zou toebeheeren ook al heb ik jou al zoo lang geleden verloren. St. Denis, ze trachtte mij een boodschap te doen overbren- gen aan een dr. Mac, Mae, iets met Mac, ik weet niet precies, en aan kolonel Von Altdorf, maar ik wou niet. Ik zei haar, dat ik niet durf- de, alleen omdat ik zoo jaloersch was, St. De nis! St. Denis, zal je het mij ooit kunnen vergeven?". „Jou vergeven kind?" riep Denis, „jou ver geven na al wat je gedaan hebt, na ai wat je opofferde om mij naar je dacht een vrouw te hergeven?" (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1926 | | pagina 7