AiKmaarschs Or m\ Indische Eroniek. Eippen en Sonijnen. Vraag en Aanbod. Zatordag 27 Maart. No. 73 1926 ■n ap tot Honflcid Acht en Twintigste Jaargang, Bng^jjpende gebeasrienis- sen voor IHolSaneSs Koor- ^erkwaHier ia verrs ea nafoijje ioekomsi. door D. KOOIMAN, lid van gedep. staten van Noord-Holland. (Vervolg). Wanneer dan de zuiderzeegronden droog gelegd en verkaveld zijn, mag nog geenszins worden aangencmen, dat zij bij bebouwing cultuurresultaten zullen kunnen opleveren, die vergelijkbaar zijn met de cultuurresulta ten van reeds lang in cultuur zijnde grondeu overeenkomstig samenstelling. Voornamelijk twee omstandlgheden staan het verkrijgen dezer gunstige resultaten in den weg. Vooreerst zal de bodem aanvagke- lijk doordrenkt zijn met zeewater, hetgeen de ontwikkeling der cultuurplansen errfsii" schaden of zelfs geheel onmogelijk ken en voorts zal de grond de star sen, welke voor cultuui grond cv.o waarbij naast de waterhcudende pen van den bodem tcetreding van lucht de diepere bodemlagen mogelijk is. Eerst na- dat voldoende ontzilting en een goede struc- tuur zullen zijn verkregen, kunnen van de gronden de landbouwopbrengsten worden verwacht, welke zij door hun samenstelling in staat zijn op te leveren. Dit betreft de vier Zuiderzeepolders in het algemeen. De Wieringermeergronden worden in dit verband aan een afzonderlijke bespreking onderworpen, omdat het in cultuur brengen van de hier te win-nen gronden tegenover de ontginning der andere poldergebieden ongun- stig zal afsteken. In de eerste plaats zullen namelijk de gronden in de Wieringermeer bij de droogmaking doordrenkt zijn met water van meer dan 20 gr. keukenzout per liter, een zoutgeihalte, hetwelk dat van het water in do kom der zuiderzee overtreft, hetgeen met geen der andere poldergebieden het geval zal zijn. Verder zullen de overige drie polders (de zuidwestpolder, de ^uidoostpolder en de noordoostpolder) te zijner tijd immers ten gevolge van de afsluiting reeds geduren- de verscheidene jaren met zoet water zijn be- .dekt geweest, alvorens zij zullen worden drooggemaakt. Niettegenstaande deze ongunstige dactoren zullen de zandige en de zwavelgronden van de Wieringermeer, bij opvolging van doelma- tige werkmethoden, in betrekkelijk korten tijd waardevollen cultuurgrond worden, terwijl de zwavelgronden en de kleigronden, zijnde van mature rijke gronden, spoedig in uitste- kencfen staat zullen verkeeren en alsdan tot de vruchtbaarste gronden zullen behooren. Uitdrukkelijk wordt echter gewaarschuwd 'te- gen't te spoedig in gebruik nemen van deze zware zwavel- en kleigronden. Zij zullen de eerste twee jaren onbebouwd moeten blijven 0 Met betrekkinig tot de lichte zand- en zwa velgronden van de Wieringermeerpolder wordt dan verder opgemerkt, dat de op brengst in het eerste jaar, waarin de gronden voor het uitvoeren van landbouwkundige werkzaamheden geschikt worden geacht (het geen omstreeks twee jaar na het droogvallen, dus vermoedelijk in 1932, het gevai zal zijn) de uitgaven zal dekken. In het volgend jaat zal de opbrengst reeds de cultuurgronden overtreffen. Verwacht wordt dat deze zand- en zwavelgronden dan een pachtwaarde van 20 per hectare zullen vertegenwoordigen. Door verbetering der op deze gronden te ver krijgen weiden zal de pachtwaarde stijgen De verwacihting wordt uitgesproken, dat deze gronden niet later dan het zesde of zevende jaar eenzelfde pachtwaarde zullen vertegen woordigen als gelijksoortige gronden in de Noordhollandsche polders, waardoor hun pachtwaarde op 75 a 100 per hectare kan worden gesteld. v Van de zware klei- /n zwavelgronden moet worden gerekend, dat de hieraan voor land- bouwdoeleinden te besteden kcsten in het eer ste jaar omstreeks 25 per hectare zullen be- dragen, zonder dat baten hiertegenover staan. Het tweede jaar zullen vermoedelijk baten en kosten elkander dekken. Van het der- de jaar af mag worden gerekend op oogsten, die de cultuurkosten zullen overtreffen. Aan- genomen mag worden, dat bij goede behan- deling de culturwaarde geleidelijk zal toene- men, zoodat van het zevende jaar af de cul- tuurwaarde gelijk zal mogen worden gesteld met niet minder dan de gronden in den Waard- en Groetpolder en in de IJpolders De pachtwaarde mag alsdan volgens minis ter Van Swaay worden gesteld op 125 tot 150 per jaar. Gronden, die gelijk staan met den Waard- en Groetpolder en met de IJpolders, 't is waarlijk niet gering. Schitterend vooruit- zicht. Men weet het, de bevolking van ons land, en inzonderheid oofc van Noordhol- lands Noorderkwartier, neemt snel toe. Steeds meer komt er behoefte aan grond voor land- en tuinbouw. Boeren, die hun kinderen ge- plaatst will en zien op een flinke boerderij. zien zich in de laatste jaren steeds meer de gelegenheid daartoe benomen. De toeneming der bevolking leidt tot steeds verder doorge- voerde splits'ng van bedrijven. De overbevoi- king in onze.Noordhollandsche land- en tuin- bouwbedrijven leidt menigmaal tot onzinnige opdrijving van pacht- en koopprijzen. Nauw is er eenige cpleving in land- of tuinbouw of dit spiegelt zich af in een overdreven opjage- rij en tegen elkander opbieden bij publieke verpachtingen en verkoopingen. Ora toch ook maar een eigen bedrijfje in'koop of huur te bemachtigen, waagt menigeen het er maar op en bij den minsten teruggang in het be- drijf of geringen tegenslag reeds wordt men met schade en schande wijs. Herhaaldelijk hebben op deze wijze de laatste jaren gefor- ceerde toestanden te zien gegeven. Dat zal nu binnen betrekkelijk weinige ja- den weg gesfaan door een moorden'de concur- rentie van gegadigde boeren, bouwers en tuinders onderling. Boeren, wier kinderen thans nog jong zijn, zij krijgen het vooruit- zicht van in de nieuwe polders deze kinderen aan flinke bedrijven te kunnen helpen, waar die kinderen met noesten ijver en gesteund door de inzichten, die goed landboitwonder- w js kan geven, een mooie toekomst tegemoet kunnen gaan. De intensieve tuinbouwcultuur, die zich in Noordholland steeds meer volmaakt, zal me- de over grond in voldoende mate en tegen niet te hoogen prijs krijgen te beschikken. Overbevolking zal niet langer leiden tot op den duur noodlottige coneurrentie bij het verkrijgen van gronden. De groote landbouw- bedrijven kunnen zich verplaatsen daarheen, waar eenmaal was de groote zilte water- plas. Als men zich dat alles voor oogen stelt, dan voelt men van hoe grooten invloed de droogmaking van de Zuiderzee zocwel in na- bije als in meer verwijderde toekomst zal zijn op de economische verhoudingen in het alge meen, en op de agrarische toestanden in het bijzonder, in geheel Noordhollands Noorder kwartier. Maar dan moet men tevens besef- fen hoe dringend noodig het wordt om van stonde af aan te overwegen wat er wellichi nu al moet worden gedaan om te voorkomen, c t wij aanstonds door de nieuwe toestanden zo:len worden verrast. Dan dringt zich voor- al sterk op den voorgrond de vraag of niet reeds thans moet worden aangevangen met de vorming van fondsen, waaruit zij, die niet over eigen kapitalen beschikken, mettertijd ge holpen kunnen worden als zij in de nieuwe polders land willen ko'open of als zij den be- drijfsinventaris moeten bekostigen ten behoe- ve van het gehuurde land. Tot nog toe heh ik aan de hand van of- ficieele stukken zelve alleen gesproken van uitgifte der gronden in pacht. Intusschen staat nog in het geheel niet vast of de gron-' den verkocht of verhuurd zullen worden. De regeering gaf in de m'emorie van toelichtin<T als haar meening te kennen, dat het aller- .m nst gewenscht is zich thans reeds te bege- ven in de oplossing van deze vraag. De ver- moedelijke pachtwaarde noemde zij blijkbaar alleen, ten einde aan de staten-generaal meer inzicht te kunnen geven in de vermoedelijk te wachten financieele resultaten. Maar hoe dit ten slote ook moge gaan ook gedeeltelijk verkoop en gedeeltelijk uitgif te in pacht moet niet uitgesloten worden ge acht zoowel de nieuwe koopers als de mfjn obg Ver'dje'nt Voor flet doe!, dat 5k" nu be- Meerdbcfe Iu'discfi-man, 'die zich voor zijn aankomst in Eitropa een piekfijn pak op spreek, de hulp van een verzekeringsinstel- ling boven hulp van e§n credietinstelling de voorkeur. Kapitaalvorming als gevolg van dwang, dien men zichzelf (indien men ook maar eenigszins van oordeel is aan de verplichte storting van de jaarlijksche premie te kun nen voldoen) heeft aangelegd, moet mi. vooral in d.t geval worden toegejuicht. Men lieeft dan de zekerheid van, indien zijn kind den vollen wasd.om zal mogen bereiken, dit kind met voldoende bedrijfskapitaal te kun nen toerusten uit eigen b e z i t, terwijl de meesten anders de grootste kans loopen van sparen niets terecht te zullen brengen en metertijd schuld te zullen brengen en met tertijd sehuld te zullen moeten maken bij de cred.etinstelling, aangenomen nu nog maar dat deze alsdan genoegzame waarborgen aanwezig zal achten om het verlangde cre- diet te verstrekken. Er is naar aanleiding van de droogma- kingsplannen nog wel meer, waarop wij Noordhollanders naarstiglijk moeten letten Ik denk hierbij inzonderheid ook aan de voor ons dreigende verplicfhting van de in de kos ten der droogmakingen te zullen moeten bij- dragen, omdat wij door verminderde dijks- zorg, inlaten van zoet water in onze polders cnz. in beteren toestand zullen worden ge- bracht. Het beginsel dus, dat wat ons met lie eere hand wordt gegeven met de andere we- der zou kunnen worden genomen. Maar daarover weid ik thans niet nit. Ik kom er na- derhand wel eens op terug- IX. ren anders kunnen worden. Jonge menschen, die het wenschen, kun nen overgaan naar een grooter bedrijf Zij zullen dat kunnen doen op billijker voor- waarden, niet meer als thans menigmaal in nieuwe pachters zullen althans" bedrijfskapi taal behoeven om hun bedrijf naar behoorei: te kunnen voeren. Nu verluidt, dat van Roomsch-Katholieke zijde reeds eenigermate er op gelet wordt, dat de gelden, waarover de Romsch-Katholieke kerk en Roomsch- Katholieke instellingen hebben te beschikken voor dit dcel mettertijd becshikbaar zullen zijn. Ik zeg daarvan geep kwaad, integendeel ik acht het een gelukkig<* omstandjgheid. Men handelt wijs daarmede en als de R.-K. kerk reeds thans met deze toekomstige oni- standigheden rekehing houdt, dan doef zij niet anders dan wat zij en van haar be ginsel uit gezien terecht altijd heeft ge daan: blijk geven van een vooruitzienden blik. Protestantsche kerkelijke gemeenten en protestantsche instellingen dienen slechts te begrijpen, dat zij evertzoo dienen te hande- len. Zij dienen evenzeer te zorgen tijdig met de regel-ing van deze aangelegenheden gereed te zijn en haar beleid reeds thans hiernaar te richten. Ook protestantsche kerkelijke ge meenten en protestantsche instellingen (men denke bijvoorbeeld aan het Grootebroeker weeshuis, met zijn steeds aangroeiend dood kapitaal, waarover ik mijn grootvader in Bo- venkarspel veel heb gehoord, toen hij van dat weeshuis de trouwe bn ijverige penningmees- ter was) bezitten hier en daar- belangrijke kapitalen. Men zcrge, dat hierover na eenige jaren desgewenscht kan vvorden beschikt -- dat zij dus niet vastliggen, dat zij gemakke- lijk kunnen worden losgemaakt als het dienstig kan zijn voor vestiging van onze pro testantsche medeburgers in de nieuwe Zui- derzeegebieden. Dan zal aldus van beide zij den gediend worden het algemeen belang Vooruitzieti is noodig, altijd en overal Maar het is meer nog dan anders dringend geboden met bctrekking tot hetgeen Noord hollands Noorderkwartier staat te wachten bij het geleidelijk beschikbaar komen van de meer dan 200.000 bunders vruchtbaar land in <je drooggelegde Zuiderzee. Die vooruit ziende blik is noodig niet alleen voor bestu ren, maar ook voor particulieren. Ouders bij voorbeeld, die hopen hun kinderen groot te zullen zien gezond en krachtig, ijverig en met verlangen een weg zich te banen door het leven been over 5 jaar, 10 jaar, 20 jaar, laten zij ook eens overwegen wat van nu af aan in het belang dier kinderen kan worden gedaan opdat deze, als de tijd daar is, oyer de benoodigde kennis en de vereisch te middelen kunjjen beschikken. Over de be noodigde kennis' als gevolg van goed land- bouwonderwijs en voortreffelijke practiseh ervaring; ever de vereischte middelen door vorming van een fondsje bij een verzekerings- maatschappij. Hoevelen zijn er niet, die da- delijk na de geboorte van een kind bij een maatschappij een studieverzekering afslui ten, waarmede gewaarborgd wordt, dat de voor studiekosten benoodigde gelden beschik baar zullen zijn als die kosten te hoog begin- nen te loopen om uit de gewoneinkomsten van vader en moeder te kunnen worden be- streden. Waarom zal niet ook de boer, bou- wer of tuinder, die hoopt dat zijn kind een maal kan plaats nemen in een eigen bedrijf je of- bedrijf, trachten dienzelfden weg in te slaan? Er ligt hieraan toch immers ten grond- slag hetzelfde beginsel, dat nagenoeg ieder- een er toe brengt zich te verzekeren tegen de gevclgen van brandschade, het beginsel dat leidt tot ongevallenverzekering, ziekteverze- kering enz.het draagt elkanders lasten. Er zullen ten tijde, dat de nieuwe gronden in koop of in pacht worden uitgegeven, stel- lig ook wel credieEnstellingen verrijzen Dat kan ook inderda-d heel nuttig zijn. Credietin- stellingen, allereerst gegrond op het behalen van winst door de ondernemers, dienen zeer zeker ook in groote mate het algemeen be lang. Een goed geregeld credietwezen is voor het algemeen belang onontbeerlijk. Trouwens ook verzekerings'nstellingen hebben tot nog toe in de eerste plaats op het oog het beha len van winst voor de ondernemers. Maar in Wat wordt er in Indie gedragen. bitrustingskosten en hoe men er het meeste plezier van heeft. Nuttige wenken aan aanstaande Indisch-gas tern De robes van mevrouw. Het diner-jacket van mijnheer. Het apenbroekje voor de kleintjes. Adam redivivus en Eva Als ik af en toe in deze kronieken een prac- tische raad kan geven aan lezers, wier be- stemming het zijn zal of vroeger of later naar het onbekende Indie te moeten vertrak- ken, dan zal ik dat waarlijk niet nalaten. Dat moge dan behooren tot de tastbaar nuttige zijde dezer bescheiden pogingen om de Ne- derlandsch-Indische gemeenschap nader te brengen tot de lezers van dit blad. In de kro- niek van deze week zal ik ongezocht gelegen heid vinden den aanstaarden IndiereizTger eemge nutbge wenken te geven, die hem of hever zijn beurs ten goede zullen komen, op het stuk van Indische kleedij. Want nu ik reeds zooveel over de lever-swijze der Euro- peanen in die tropen heb verteld, mag ik na- tuurlijk niet onvermeld laten, hoe hij zich kleedt, al weet men dan ook in het algemeen wel, dat het sterke geslacht er in het wit loopt. Op het stuk van z^ogenaamde Indische uit- rusting heerscht er nog verbazend veel mis- verstand, dat eigenlijk altijd niet weinig in de hand1 is gewerkt ook door het feit, dat de regeering aan haar uit te zenden ambtenaren sinds jaar en dag met breed gebaar een ze ker bedrag voor die uitrusting ter hard stelt. Er zijn tijdeu geweest, niet langer dan een jaar of vijf geleden, dat men met die uitrustingskosten verbazend royaal was. Be- dragen van meerdere duizenden guIciers aan ongehuwden waren schering en ins.'ag. De belanghebbenden lieten het zich gaarne aan- leuin-en, maar voor den Nederlandschen be- lastingbetaler wa^ het een minder voordeeli- ge opvatting. Intusschen mag men niet ver- geten, dat die royale tegemoetkomingen een tijdlang'noodzakelijk lokaas zijn geweest om de wemigc animo, die er voor Indische cbenstbetrekkirgen beston-d, een weinig aan te wakkeren. Sindsdien is de animo er wel op yerbeterd en heeft de bezuiniging een woord- je meegesproken. De uitrustingskosten zijn aanmerkelijk besnoeid, al zijn ze dan, indien alleen bedoeld voor het aanschaffen van kleeding, hog royaal genoeg. Het volgende moge een vingerwijzing zijmi voor hen, die ooit uitrustingskosten geheel zouden willen spendeeren aan hun garderobe, om er een flink deel van te sparen voor hun installatie in Indie zelf. Zij zullen er dan oneindig meer genoegen van beleven. In waarheid heeft de aanstaande Indisch- man, die naar de tropen vertrekt, uitsluitend en alleen een half dczijn witte pakken aan te schaffen en een gelijke hoeveelheid zooge- naamde „netjes" van het bekende geknoopte tnco'tgoed, -die in de tropen onze fianels of borstrokken ^vervangen. Koopt hij daarbij nog een "dozijn paar witte sokken en een hut- koffer van twaalf en een halven gulden om zijn goed in op te bergen. dan is 'de manne- lijke Imdisch-gast klaar! Want de rest zijner kleeding blijft in Indie precies gelijk. Hij kan er met succes zijn gekleurde Europeesche hem den blijven dragen, evenals zijn slappe boorden en zijn dassen en zijn schoenen Stij- ve boorden, stijve marchetten, halfhemdjes en zijn kaasbolletje mag hij zijn jongsten brcer of den man zijner werkvrouw ten ge- schenke geven, of voor veel geld aan den kleinen Dias verkoopen Van de opbrengst koopt hij inog ettelijke doodgewone zephir pvjama's en dan is hij op alle gebeurlijkhe- den volkomen voorbereid. Hij late zich vooral niet van de wijs brengen door de adVertenties van de firma's, die u krachtens hun vijf en twintigjarige ervaring op dat gebied voor veel geld volledige Indische uitrustingen le veren. Veel overtolligs, veel onbruikbaars en ergo veel droef'heid zal hem bespaard blij ven. Het is al jammer genoeg, dat hij bij de firm a met de large ervaring zijn zes witte pakken moet laten maken. Want hoe interes- sant hij voor den- spiegdl zijn in het wit ge- kleede persoonlijkheid zal vinden, hij zal na aankomst daarginds gemeenlijk tot zijn spijt ervaren, dat zijn dure witte pakjes hem onbe- vallig om het lichaam flodderen, en dat zijn vrienden en kenrissen, die hem van de boot kwamen halen, witte pakjes dragen van heel wat beter snit. Want, en daarmede zal ik mij ongetwijfeld den toorn en de tegenspraak van ette'ijke Nederlandsche leverarciers op den hals halen., het is voor iedereen, die ooit in de tropen is geweest, een vaststaand feit, dat men in Nederland geen witte pakken kan ma ken, althans niet van behoorlijke snit. Daar staat tegenover, dat men in Indie geen behoorlijke Europeesche klee- ren aangemeten krijgt, en dat de repa- Java of Sumatra liet aanmeten, er ongeveer even zot uitziet als de „baar", die in zijn witte pak van Hollandsche makelij InsuTiind'e betreedt. Het half dozijn witte pakken, dat ik hierboven als tot de noodzakelijke uitrus ting behoorend vermeldde, heeft de „baar" nu eenmaal noodig voor de reis. Daaraan valt niet te ontkomen. Hij late dus terstond na aankomst nog een half of heel dozijn ma ken bij een beproefden Indischen leveraneier en hij zal den schrijver dezer kronieken dank- baar gedeinken. Voor de adspirant Indisch-gasten van het vrouwelijk geslacht is de zaak nog eenvoudi- ger. Ik wil mij natuurlijk niet wagen aan de geheimen van het vrouwelijk toilet, voor zoo- ver dat heden ten dage nog geheimen heeft, maar ik wil er toch dit van zeggen, dat de doorzichtige ritselende dingetjes, die de mo- derne vrouw hier 's winters draagt, ook in Indie niet te warm zullen zijn. Minus bont- m an tel. Russian boots en een of ander wol- letje dan altijd. Onze dameszomerjurken zijn ook voor Indie uitmuntend geschikt. De een- voudigste en de waschbaarste zijn nog de beste. De adspirant Indisch-gaste schaffe er een dozijn van aan en ook zij mag de tropen met e engerust hart tegemoet stevenen. Wat zij verder mocht noodig hebben, zal de er varing daarginds haar wel leeren. Dat zijn b.v. lichte, waschbare kimono's, sandaaltjes en dergelijke. Zij zijn in Indie beter en goed- kooper te krijgen dan hier. En nu ik, naar ik hoop, den aanstaanden Indischgast en gemalin netjes en billijk naar het land der palmen heb geloodst, valt er nog wel wat te vertellen over wat zij, een maal daar aangekomen, nog verder plegen te dragen. Om met mevrouw te begimnen. zij draagt er 's avonds in dt uitgaande wereld yen goed de nieuwste mode-creaties als hier in den scho-uwburg of op een soiree dansante. Daarvoor zorgen de Indische dames-mode- magazijnen, die verwonderlijk goed op de hoogte zijn. Alleen dient de gemaal van me vrouw er niet tegen op te zien om af en toe flink in den zak te tasten, want goede In dische damesmodewinkels zijn allesbehalve goedkoop ende lichte chiffons en nie- m-endalletjes verwelken in de tropische hitte, vooral na eenige dansavondjes, verwonderlijk snel. Daarom zal de heer gemaal het zeer op prijs stellen als zijn gade hare zijden en crepe stoffen betrekt van den Bombay-win- kel en zelve of met behulp harer naaister daarvan verrukkelijke wonderen toovert. En daarbij komt dan het voordeel, dat de daar gekochte Chineesche of Indische zijde in de tropen duurzamer blijkt dan de Europeesche Een degelijk Hollandsch meisje zal daarom, alvorens naar Indie te gaan, leeren om zelf haar jurken te knippen en te maken. Haar echtgenoot zal er haar en misschien ook we- derom dezen kroniekschrijver dankbaar voor zijn. In vroeger fijd, het is waarlijk nog niet zoo lang geleden, droeg de Hollandsche huis- vrouw in Indie in den ochtend de nationale dracht, sarong en kabaai. Deze kleedij be hoorde zelfs alreeds bij het vertrek uit Hol land tot de uitrusting. Ik zal niet ontkennen, dat de kkurige sarong en het smettelooze witte baadje met de gouden speldan onze Hollandsche vrouwtjes niet flatteerde, maar de nieuwe tijd heeft over sarong en kabaai gericht en zij zijn grootendeels uit de mode geraakt. Alleen oudere Indische dames, meestal zij, die in Indie geboren en getogen zijn, bleven de dracht trouw, het moderne jonge gei'mporteerde vrouwtje draagt ook in de ochter.duren keurige kousen en mufltjes en een frissche jurk of een fraai gebloemde kimono. De heer des huizes draagt witte pakken, gemaakt van een zeker soort zeer sterke drill. Hij heeft, er minstens twee per dag noodig, wil hij een zindelijken indruk maken. Jas en broek zijn- zwaar gesteven. De jas is of open, het zoogenaamde colbert-model, of wel dicht tot aan den hals met een stijve gestikte op- staande kraag, een soort van officiersjas. Dit is de gesloten jas, de jas toetoep. Onder de colbertjas wordt geen vest gedragen, slechts een overhemd, onder de jas -toetoep komt direct het netje! Maar in dfe laatste tien jaren zijn er heel wat andere stoffen in zwang gekomen, waaruit de mannenkleeding wordt vervaardigd. Stoffen, die lichter zijn dan het betrekkelijk zware drill, waaruit de gewone witte pakken worden vervaardigd. Men draagt pakken- van shantung, een soort van Chineesche zijde, van tussor, palmbeach, enz. enz. De mannelijke kleermakerij is,' be- halve dan in die der Europeesche kleermaga- zijnen, voornamelijk in handen- van Chinee- zen. De Chineesche kl-eermaker is geen held in het aanbrengen der Europeesche coupe, maar hij is een voortreffelijk werker, wanne r hij een-goed model heeft. G-eef hem een pak vap goeden. snit tot voorbeeld en hij zal u een dozijn pakken afleveren van precies de- zelfde makelij, alleen de helft goedkooper. Zelfs in de tropen hebben de heeren dier scheppin-g concessies moeten doen aan het society-leven. Een Europeesche smoking liefst echter van niet al te dikke stof, is een onmis- baar-kleedingstuk geworden voor hen, die zich op het mondaine Indische pad waagt. Er zijn in de Indische societeiten en hotels zulke heusche gala-avonden, dat men er heeren in witte pakjes niet cp den dansvloer duldt en de ongelukkigen, die mee willen tel- len in de beweging, gedoemd zijn tot onbe- schrijfhjke transpiratie in duffe zwarte jas- sen en broeken. De immer practische Brit heeft ook hierin een tusschenweg ontdekt en het zoogenaamde dinner jacket uitgevonden. Dat is een soort van buis van wit linnen, zooals Eton-jongetjes dragen. Men kan het ook vergelijken met het buis o-nzer adelbor- sten. Dit fcleedimgstuk werd gei'mporteerd uit de Straits. Men draagt er een wit vest on der, maar daarbij de zwarte smokingbroek Dikkere heeren flatteert deze dracht niet bijs- ter, maar wat geeft men om ijdelheid1 als men dik is in de tropen. Het dinnerjacket komt dan ook hoe langer hoe meer in zwang. Wat dragen de Europeesche kindertjes in Indie. Schrikt u niet, geachte lezeres, niet veel. De kleintjes dragen overdag een tjelama monjea, een apenbroekje. Dat is een soort hansop, broek en lijfje aan een stuk. Daaron- der meestal niets. En over kousenstoppen be- hoeft de Indische huismoeder zich ook al niet te bekommeren. Haar spruiten dragen geen kousen. En de meesten dragen ook geen schoenen, doeh loopen door het huis en over het erf op hun bloote pootjes. Intusschen heeft In latere j'aren de medisch'e wetenschap tegen dit laatste bezwaren gemaakt. De mijnwonn- ziekte heerscht in Indie permanent, ontfelbare inlanders zijn er mee behept. De ziektekiemen driugen door de voetzolen in het lichaam, en daarom zal een verstandige moeder haar kin deren schoentjes of sandalen doen dragen, hoe buitengewoon de Indische je-ugd daaraan ook het land heeft. De kleedij voor den nacht? Och, zij is nog heel wat luchtiger da-n- die van overdag. Eert nietsje is voldoende, een slaapbroek, een net je, een chiffonnetje, een sarong, ofhet' klassieke kleed, waarin Adam en Eva in het Paradijs zich reeds zoo behagelijk voelden! D. B. KUIKENOPFOK DOOR DEN ST ADSKIPPENHOUDER. Als de kuikens geboren zijn, hetzij in de machine, hetzij onder de kip, wat bij den klei nen liefhebber het meeste voorkomt, hebben wij tot taak ze met overleg groot te brengen. Dat is een aangenaam en de moeite loonend werk, mits de goede methode voor huisvesting en voeding gevolgd wordt. Dan behoeft er niet een kuiken af te vallen, dan kunnen ze alien volledig opgefokt worden. Het kuiken- verblijf moet ^eperkt zijn, maar toch ook niet zoo eng, dat de moeder zich nauwelijks be- wegen kan. zonder een of meer van haar kui- cens te vertreden. In een kunstmoeder heeft men dit bezwaar wel niet te duchtcn, maar daar staat tegenover dat de zorg weer groo ter is voor temperatuur en voor ventilatie. De allereerste en onmisbare voorwaarde aan het kuikenverblijf gesteld, is volledige droogte. Verder zij het vrij van tocht, zoodat onmogelijk wind en regen de kleinen kunnen schaden. Het sterkste kuiken is niet bestand tegen een vochtigen bodem. Het directe zon- licht is voor hun groei buitengewoon voor- deelig en ho-udt ook den zandbedem van hun verblijf los en droog. Het schijnt, dat wan neer het zonlicht eerst door glas heengaat, het minder effect heeft op de kuikens. Velcn begaan al dadelijk een heel groote fout, zij beginnen namelijk te vroeg met het voeren. verlcid omdat het zoo aardig is die kleine dingen te zien eten. Krijgt een kuiken te vreig eenig vceder binnen, dan is de spijs- vertering al dadelijk in gevaar en komt vaak nooit meer in orde. Er sterven jaarlijks een c-norm aantal kuikens van te veel en te vroeg gevoederd te zijn, maar er sterven er uiterst weinig van te weinig eten in de eerste dagen. Elk kuiken krijgt bij het verlaten van den dop een zekere voorraad voedsel mee, waarop het beslist eenige dagen kan leven. Eigenlijk niet k a n, maar moet leven, want die voorraad moet opgebruikt zijn, voordat er nieuwe aan- voer komt. Dus 24 uur nadat het laatste kuiken pre sent was. begint men aan de voedering, iets later is misschien nog beter. Het eenige wat ze behoeven is warmte en rust tusschen de veeren van de moeder of binnen de verwarm- de ruimte van de kunstmoeder. De voedering begint dus den tweeden dag en we! met een zeer klein kwantum beschuit- kruimels, zoo droog mogelijk (dus zonder vocht) aangemaakt met fijn verdeeld hard ge- kookt ei. Hoewel wij niet willen tegenspreken, dat mischien rauw geklopt ei gemakkelijker te verteren zou zijn, hebben wij persoonlijk steeds met succes de voorkeur gegeven aan de vermenging met h a r d g e k o o k t ei, om dat anders de massa te kleverig, te vast wordt, hetgeen, naar onze meening, totaal verkeerd is. Een snuifjc van de beste fijnste bockweitgrutjcs er over gestrooid, is als een allereerste inleiding tot het korrelvcer aan te merlin. Men vcert op een plankje^dat men wegneemt als de diertjes er van genoten heb ben en weer onder de m-oeder zijn gekropen. Een paar uur later komt men weer, zoo doen- de zes om zeven maal daags. Al doorgroeiende vermindert men het aan tal maaltijden en vergroot het lcwantum. Vanaf den derden dag wordt begonnen met een gced opfokvoer, waarvan in den handel (ze onze annonces), uitstekende merken voor komen. Zulke voeders zelf te gaan samen- stellen raden wij beslist af. Het rantsoen bcekweitgrutjes kan allengs vergroot wor den. Op den zesden dag kan men gerust mef het groenvoer beginnen. Dat bestaat uit ui terst'fijn geknipt zacht gras, een wonderlijk krachtvoer. Nooit meer geven dan wat direct opgegeten wordt. Jonge brandnetels, sla, andijvie, molsla, raapstelen zonder wortels, later cok peenlof geknipt of gehakt, bloem- koolhiad, maar bloemkool zelf niet, rad'ijslof en alle koolzaadplanten. Als drank kan melk wel aanbevolen wor den. mits het vaatwerk met de pijnlijkste zin- delijkheid behandeld wordt, omdat bederf onvermijdelijk ernstige darmstoringen veroor- zaakt. Nu heeft tegenwoordig de stadskippenhou- der cen prachtmiddel in de hand met Karmel- po, dat is karnemelkpoeder, dat telkens droog door het aan te maken opfokvoer gemengd kan worden. Dat is met recht een ware uit- komst, omdat het droge, aangenaam riekende lichtgele poeder zoo goed bewaard kan wor den. De halfvloeibare kamemelk is ook heel goed, maar voor de liefhebberij op kleine schaal omslachtiger in behandeling en in het opbewaren. Al opgroeiende gaat men allengs over tot het gewone korrelvoer, mits groote korrels vermeden worden. Uitsluitend 2e handsgoederen. di en-sta anbiedi n gen Geen enz Een zoo goed als nieuwe KINDERWAGEb? TE KOOP. RITSEVOORT 11. TE KOOP EEN KINDERWAGEN zoo goed als meuw bij Jb. SPAAN. Burgem. Bosstraat 23, Oudorp. TE KOOP een goed onderhouden JON- GENSFIETS voor leeftijd 8—12 jaar. Prijs 30. STATIONSWEG 17. TE KOOP LAMPGELIJKRICHTER voor Radio 19.50. Adres K. van't Veerstraat 9. Gebruikte Geemailleerde en gegoten FOR- N'UIZEN in alle maten en 2 KOOKKE- TELS van 40 Liter bij A. NIEROP. Nieuwt. sloot 13. - -n

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1926 | | pagina 9