Aikmaarsche Gourant ym;n,LKTQN. De dochter van "lva. Honderd-Acht en Twintigste Jaargang, Donderdag- 8 April. 0 0 ®®000000000®0000000000®000E0®£ 1926 Stadsniemws. LEZING DS. H. BEVERSLUIS. In de Ev. Luth. kerk hield gisteravond ds. H. Beversluis uit Zuidwolde (Gron.) zijn aangekondigde lezing over „De godsdiensti- ge beteekenis van de spiritistische levens- en wereldbeschouwing". De kerk was matig be- zet, hoofdzakelijk door dames. Na gemeenschappelijk gezang en opening met gebed begon spr. zijn rede met mede te deelen, dat hij a is jcng predikant van streng orthodoxen huize op pl.m. 30-jarigen leeftijd in aanraking was gekomen met het spiritis- me, of, zooals de oudere benaming luidt, spi- ritualisme. Met ds. Huet uit Goes, die toen- tertijd de godsdienstige wereld in opschud- dii)g bracht met zijn spiritistische overtui ging, had spr. daarover gecorrespondeerd, waarbij deze hem aanried om iets onbekends niet te beoordeelen zonder onderzoek, en daar spr. zich als predikant gercepen achtte tot onderzoek ook van het nieuwe spiritisme, be gon toen zijn studie daarvan. Thans, nu hi] bijna 70 jaar is, kan hij zeggen dat zijn leven als predikant er niet gemakkelijker door ge- worden is. Vaak had hij gewenscht dat ambt te kunnen neerleggen om zich geheel te wij- den aan het spiritisme, maar dat was niet mogelijk geweest. Toch had spr. veel voor het spiritisme gedaan en daarmee het bewijs geleverd, dat dit met het predikambt vereenig- baar is, iets wat men niet had gedacht. Meer dan 300 voordrachten had hij in Nederland gehoudSn, en bovendien hield hij lezingen in het buitenland en was hij op het grocte spiri tistische congres te Londen geweest, waar nog een door hem gedaan voorstel was aan- genomen. Spr. had de ervaring opgedaan, dat men in Nederland de beteekenis van het spiritis me nog niet begrijpt, noch de pers, noch de dokters en de theologen, hoewel het toch van zoo groot belang is op het terrein van alle drie, gelijk spr. aantoonde. Het was spr. wel moeilijk geweest om zijn streng orthodoxe overtuiging aan te passen aan wat op grond van het spiritisme bleek. In 1880 was hij overtuigd, dat de spiriisten in hoofdzaak gelijk hadden. Men had hem toen langen tijd ingedeeld bij de ethische richting. totdat hij de predikantenvergadering niet meer bezocht, omdat hij niet in voile overtui ging de verklaring, vervat in de presentielijst, kon teekenen. Eenige jaren heeft spr. toen al- leen gestaan en indien tijd was he, dat hij vaak had gebeden los te kunnen komen van het predikambt. In Barendrecht was hij geko men als ethisch-orthodox, maar toen hij le zingen ging houden en vooral toen hij door magnetisme een meisje had genezen van epi leptics, waren de menschen uit de kerk geble- ven. De roomsche kerk keert zich sterk tegen het spiritisme, waarvan de leeken naar het oordeel der geestelijken niets mogen weten De orthodox-herv. zijn er ook tegen. Zij r.e- geeren het totaal en toch kan spr. aantoonen, dat het spiritisme rechtstreekschen invloed uitoefent op den godsdienst. Spr. weidde uit over de uitstorting van den heiligen geest en hoe daarover geschreven is,, om een verklaring ervoor te vinden. Echter van het in Engeland in dien tijd (toen spl een theologisch boek over deze kwestie had geschreven, wat men hem zeer kwalijk had genomen, omdat hij het spiritisme had ge- bruikt ter verklaring van den bijbel) opgeko men Irvingisme, dat feiten meende te hebben voor de verklaring, schreef men getm woord Het materialisme en naturialisme hebben veel verklaard en het in pl.m. 1855 opgeko- men modernisme heeft getracht de weten schap met het geloof te verzoenen. Spr's po- gingen om de belangstelling der moderne richting te wekken voor het spiritisme waren mislukt. Slechts een enkeling (ds Hille Ris Lambers te Jorwed) gaat er thans voor spreken. Men houdt zich under de vrijzinni- gen, alsof men met spiritisme niets te maken heeft. Ja, zei spr., als men niet w'st. dat God al- les leidt en bestuurt zou men ontmoedigd worden. Heeft men in Engeland vele voor- aanstaande personen die overtui'de spinas- ten zijn (b.v. Conan Doyle, schrijver van de Sherlock Holmes-verhalen), in Nederland is er geen enkele. Heel kort kwam Frederik van Eeden er voor op, maar deze werd teen a! gauw roomsch. De pers zwijgt de zaak meest- al dood. Van het groote Parijsche Congres, waar de buitenlandsche bladen emstig noti- tie van namen, had slechts een groot blad in Een verhaal uit den Tachtigjarigen Oorlog. Door Archibald Clavering Gunter. Vertaald door Mr. G. Keller. 1) Voorwoord van den vertaler. De lezer zal den bewerker zeer verplichten doo'r dit verhaal niet op te valten als een middel om zijn kennis omtrent den tachtigja rigen oorlog te vermeerderen. Daarvoor is net niet voldoende vrij van historische ketterijen, waarvan wel de ergste is, dat Alva nooit in het gelukkig bezit van een dochter is geweest, zoodat de hoofdpersoon van het verhaal een kind der verbeelding van den schrijver is. Maar zulks neemt niet weg, dat Clavering Gunter een van ziin rroo. gend verhaal heeft gegeven, dat ongetwijfeld de lezers even zeer zal boeien als het dit den vertaler heeft gedr.an. BOEK I. Een ongewoon lochtje naar Antwerpen. HOOFDSTUK I. Storm op de Schelde. Eerste officier, waar is de bootsman? Vooruit kapitein, bezig met het boeg- anker vrij te maken, antwoordt Harry Dal- ton, de stoere Untenant van „Het Meisje van ons land (spr. meende dat het de Telg. was) een mededeeling, die later bovendien nog een absolute leugen bleek. Maar toch, zei spr., ondanks alles zal de waarheid zegevieren. De spiritistische wereld- en levensbeschouwing bevestigt de godsdien stige opvattingen en legt den grondslag voor een universeelen wereldgodsdienst. Men be- hoeft niet meer op gezag te gelooven, maar kan thans alles weten. Spr. gaf hierna een verklaring van het verschil tusschen spiritisme en spiritualisme. De laatste benaming is de oudste, de oor- spronkelijke benaming voor de in 1848 in Amerika opgekomen wetenschap. Een Fransch geleerde, meest bekend onder het pseudoniem Allan Cardec, veibond er de re- incamatiegedachte aan vast en noemde deze wetenschap toen spiritisme. Den ouden naam vond spr. het beste. Met klem kwam spr. op tegen de bewering dat het spiritisme duivelswerk zou zijn Oor- logen, het benemen van vrijheid van mee- ningsuiting, e.d. is duivelswerk, maar niet het ontkennen van het bestaan van den dood Door alle eeuwen heen is de vrees voor den dood gebleven, behalve bij de spiritisten. Men heeft geen voorstelling van het leven na het aardsche leven, zelfs de streng Calvinisten hebben dit niet. Men spreekt van een juichen voor Gods troon en zet toch ook op grafzer- ken „Rust zacht" en men zegt dat alle kinde- ren zalig worden en ook zij, die een gods- dienstig leven hebben geleid. Maar waar is de grens van het kind-zijn en wat gebeurt er met de idioten en de krankzinnigen en de vrome Boedhisten en de godvruchtige hei- denen (want dat er onder dezen ook zijn wier hart naar God uitgaat achtte spr. wel bewe* zen). Het spiritisme geeft op al deze vragen vol doende antwoord. Over het algemeen, meende spr., is het beeld, dat men van het Christendom vertoont, niet erg mooi. Ternauwernood ziet men in, dat de oorlog ermee in strijd is; dat komt om dat men nog steeds steunt ook op het Oude Testament. De God, die ons daar geteekend wordt, is geen vijand van oorlog. Spr. noem de zich anti-militairist en achtte dit ten nauw- ste samenhangend met het spiritisme, dat op het Parijsche congres, waar 25 landen uit alle werelddeelen vertegenwoordigd waren, als de twee groote stellingen aannam: God's Vaderschap en de broederschap der menschen. De christelijke leer zegt, dat de dood overwonnen kan worden door de opstanding; door het spiritisme is aan het licht gebracht, dat er geen dood bestaat. Ook na den dood heeft het lichaam wel degelijk gestalte, het is alleen ontdaan van het aardsche. Het sterven is een geboorteproces tot een ander leven, de dood is een engel Gods, die de poort opemt voor een onvergankelijk leven. Sor illustreerde deze gedachte nader door een paar voorbeelden van waargenomen we- dererboorte beschreven door spiritisten. Zouden dit hallucinaties zijn? Spr. was over tuigd van niet, want een eenvoudige boeren- jongen in Zee' :nd faeelt ten tijde van ds. Huet rteds hetzelfde g*zien, en toch wist hij van het spiritisme nog niets 1'ierop haalde spr eenige bewijzen aan voor het s^oife'iik bestaan van geesten, voor het oog waarmembaar. De sterkste bewijzen zijn de giosafdrukken en de foto's Eens had spi. op een fotografie naast zich twee geesten gciien, waarvan hij de eene hield voor zijn vroeg gestorven zoontje, sinds dien ontwik- keld tot een man Samen gevoegd geven de/e dingen de onwrikbare zekerheid, dat er geen sitrven is en dat wij ons verblijden mogen ovei de waarheid van een onvergankelijk Jeveu zei spr Door den godsdienst kan men dat niet bewijzen Als in onzen tijd de op- sumding, zooals men die leert, nie+ meer voorkomt, hebben de ongeloovigen nog zoo'n groot ongelijk niet met te zeggen, dat die vroeger ook zal zijn geschied. Door het spiritisme is echter bewezen, dat er een leven na dit leven is. De tweede groote waarheid van het spiri tisme is de groote liefde van God. Volgens de godsdienstige opvattingen is een deel der menschen gedoemd tot eeuwige martelin? in de hel, maar is dit niet gods'as terlijk? God zou de, menschen opzcitelijk in verzoeking brengen, en hun dai vie kracht onthouden om staande te blijvenen"h n dan verderven? De vrijzinnigen zeggen. alleen te gelooven aan cen God van liefde Maar als wij nicis anders wisien dan van een aardsch leven, zouden wij dan kunnen gelooven .en zou fce-1 dan wonder zijn, als de menschen zeiden: Er is geen God? De spiritisten heb ben h r b wiis cverd van h f bestaan van e°n God van !iefd-\ die wel pijn d.oet, maar all; en als 'ncesm: !dcl, a's doel om ons tot groofer geluk te brengen. Door het spiritisme is aan t iicht«gebracHt, dat wij maaien wat wij-zaaien en dat God niet met zich laat Gocd, viaag hem bij mij te komen. Hij heeft de best; n ms van ons alien aan boord, roept kapitein Guy Stanhope Chester. De jo.ige kapi.ein, een man van amper vijfentwintig jaar, schudt hicrop schuim en zeewater van zijn zuidwester, kruipt naar het kompashuisje, waarvan de lantaarn is bedekt, deels cm haar te bescherir.en tegen het booze wcer, deels ook om te voorkomen dat het licht de positie van het schip verraadt in de duis- ternis van den nacht. Na den koers van het schip opgenomen te hebben, kijkt hij naar de mannen die zich hebben vastgemaakt aan het roer om te voorkomen, dat zij door de golven over boord woiden gespoeld, die /het schip hebben geteisterd sinds het de krijtrotsen van Engeland heeft verlaten, en roept: Je kunt je wel weer losmaken, jongens, we zijn in beter water gekomen. Er ligt nu een stuk Vlaanderen tusschen ons en het hartje van de storm. Een ocgenblik later verschijnt de bootsman, een oude verweerde zeerob, een van die flin- ke kerels, die onder Drake en Frobisher heb ben gediend en de zee hebben doorploegd tot de Spaansche bezittingen in Amerika en tot ver in den Stillen Oceaan. Even trekkend aan een grijzenden lok op zijn voorhoofd, salueert deze stoere kerel, die er als een echte zeerob zou uitzien, als hij niet een gehavende borst- kuras had gedragen, zijn kapitein, die hem vraagt: Hoe lang is het geleden, dat we Vlissin- gen ziin gepasseerd, Martin Corker? Ongeveer vier glazen. Zoo, dus twee uur! Ja ik had dat ook spotten. De mensch zal rich in zijn aardsche leven voorbereiden op het geestelijk leven, en God staat hem terstond bij, als maar een ge- ring bewijs van berouw over bedreven kwaad wordt getoond. In ons aanj^he leven zijn wij nog niet in volftiaakten vorm. Na den dood kunnen wij eerst goed onze vleugels uitslaan en als wij dan na geesfelijke loute- ring geschikt zijn voor het leven hierboven, is het sterven gewin. De streng orthodoxe voorstelling van een wedergeboorte wordt door het spiritisme be- vestigd, ontkend echter het dogma. Bij het spiritisme is het excelsior de leus van het leven, ook na den „dood". Ook in de geestdijke wereld is voor ieder werk, elk zet zijn op aarde aangevangen taak voort. Spr. zette dit nader uiteen. In het geesfelijke leven komen we geleide- lijk verder via de verschillende sferen (donke- re sfeer, boetesfeer, lichte sfeer, enz.) Spr. eindigde zijn rede met te zeggen, dat hij het bedroevend vindt, dat nog zoo weini- gen zich bekommeren over de openbarimgen, die de wereld noemt het spiritisme. Voor hem was het een heerlijk iets, daarvan te kunnen getuigen. Hierop werd gezamenlijk gezongen Gezang 57 1, waarop ds. Beversluis met dankgebed de bijeenkomst sloot. BURGER IJSCLUB. Gisteravond te half negen hield1 de „Bur- ger IJsclub" haar jaarvergadering in het cafe van den heer Wester aan de Bierkade. De voorzitter, de heer Pels, opende de bij eenkomst, die slecht bezocht was ongeveer een half uur na het uur waarop zij uitge- schreven was en heette de aanwezigen wel- kom. Spr. had een groote opkomst verwacht, maar bet is weer het oude liedje. Het is mis- schien een tee ken, dat de leden vertrouwen stellen in het bestuur, hoewel spr. gaarne meer belangstelling heeft. Spr. hoopte ten slotte dat de besprekingen in het belarg der vereeniging zullen zijn. De secretaris, de heer Joniker, las de no- tulen der vorige vergadering, welke onveran- derd werden goedgekeurd. Naar aanleiding van een opmerking van den heer De Wit, deelde de voorzitter mede, dat het reglement eigenlijk verarderd moet worden. Het doel is niet het onderhouden van banen in het algemeen, maar van de baan der club. Hoofdzaak blijft het dienen van de liefdad'igheid, wat verbondeo wordt aan het organiseeren van iisfeesten, Besloten werd dit in de notulen vast te leggen. De penningmeester, de heer Genefaas, deed rekening en verantwoording. Het ledental bedroeg vorig jaar 661, uitgetreden zijn 50 en toegetreden 21 ledem, zoodat het letiental thans 632 bed'raagt. De ontvangsten bedroegen 770,72 en de uitgaven 679,68, het batig saldo is dus 91.04 (vorig jaar 58,60). De heeren Appel en Van Gijzen werden aangewezen om boeken en bescheiden na te zien. De heer Appel verklaarde, na onderzoek, alles in orde te hebben bevonden. De penningmeester werd bedankt voor zijn accuraat beheer. De heer de Wit vroeg inlichtingetn over de leverantie van het spek. De voorzitter antwoordde dat de voorzitter van de slagersvereeniging niet het recht had, het spek aan te besteden. Het bestuur van de IJsclub houdt zich dit recht voor en heeft toen een publieke aanbested'ing gehouden. De heer De Wit zeide hierop dat een brief bij de slagersvereenigingis ingekomen, met verzoek om het spek onderling aan te beste den. De prijs was toen lager dan nu is betaald. Men wilde zelfs het spek doen keu- ren. De heer Merkx deelde nog mede, dat de voorzitter van de slagersvereeniging voorba- ring is geweest, want 't spek was gegumd aan niet-leden van de IJsclub Daarom werd1 toen een publieke aanbesteding uitgeschreven. De heer Genefaas lichtte de zaak nog na der toe.Het verzoek van den< heer Pels hield in een gift in spek. Spr. had prijsopgave aan de slagersvereeniging verzocht. 4 Opgaven kwamen in; waren de slagers het onderling eons geweest, dan was er niets gebeurd. Maar eem hunner, lid van de IJsclub, kwam op tegen die onderhandsche aanbesteding en teen is dat verzoek teniet gedaan en werd een publieke aanbesteding aangehouden. De heer De Wit zag in, dat de zaak op een misverstand berust, doch zou gaarne hebben, dat de ijselub haar excuses aafibood. De voorzitter merkte op, dat het bestuur riet gunt buiten de leden. Wat het prijsver- schi! betreft, op de geheele hoeveelheid be d'raagt dit 5 a 6. De heer Poll meende, dat dte ijselub ge- bonden was aan het verzoek van de slagers vereeniging. De voorzitter verzekerde dat er geen geraamd. Kun je met je scherpe oogen de plaats onderkennen, bootsman? vroeg Guy, zich vastgrijpend aan de touwen van den bazaansmast van „Het Meisje van Dover," terwijl het vaartuig heftig slingert door den westerstorm en hef wassende tij. Niet in dezen donkeren nacht, mijnheer; maar met de peilingen van mijn dieplood zie ik het land zoo goed als met mijn oogen, en de slachthuizen aan de kust doen haar me met den neus zien. Mij ook, zei kapitein Chester lachend. Wij zijn allebei dikwljls genoeg op de Schel de geweest om hef vaarwater te ruiken bij zoo'n stikdonkeren nacht als we nu weer heb ben, hoewel die vervloekte Spanjaarden alle boeien op de rivier hebben weggenomen. Daarop nam de jonge zeeman den eersten officier ter zijde en ging zeer ernstig voort, zijn wenkbrauwen fronsend: geen kans, dat wij een of andere galei van Alva ontmoeten bij zoo'n woelige zee op een nacht als deze. Neen, bromde Dalton, die Spaansche lummels zijn alien mooiweerzeilers. Bovendien, bij zulk een storm, voegde de kapitein er aan toe, zou „Het Meisje van Dover" zelfs het flinkste en grootste Spaan sche galjoen dat ooit op den oceaan heeft rondgezwalkt, den loef afsteken; en met trots en liefde kijkt hij naar het keurige scheepje, op welks campanje hij staat, terwijl het over de golven van de Schelde danst en het water dat over zijn dek slaat handig doet wegvloei- en door de spuigaten aan de lijzijde. Maar de nacht is zoo stikdonker en het op- waaiende schuim zoo verblindend, dat Guy REGELMATIG BEKWAME MANIER AOVERTEERT ALKMAARSCHE COURANT kwaad opzet in het spel was. Spr. zou echter die zaak met den voorzitter van de slagers vereeniging bespreken. Vervolgens was aan dte ordte de verkiezing van twee bestuursleden Aftredend was de heer Jonker en voorzien moest worden in de vacature van den heer Witte. De heer Jonker werd herkozen met 17 van de 20 stemmen, 1 stem werd uitgebracht op den heer Verbeek en 2 bianco. De heer Jonker nam de herbenoeming aan, dankte voor het in hem gestelde vertrouwen en hoopte weer in het belang van de ijselub te mogen werken, De voorzitter dankte den heer Witte voor diens werkzaamheden. In de plaats van den heer Witte werd geko- zen de heer H. Koorn, die dte benoeming aannam en door den voorzitter werd gefeli- citeerd. Na rondvraag volgde sluiting. EEN EXTRA VOORSTELLING VAN „KRELIS LOU WEN." Waar voor de gedurende dit seizoen geor- ganiseerde tooneelvoorstellingen, zoo groote belangstelling bleek te bestaan, dat velen moesten worden teleur gesteld, heeft „Het Schouwtooneel" in overleg met het comite be sloten, bij voldoende deelname, een tweede voorstelling te geven van ,,Krelis Louwen" het bekende blijspel van Pieter Langendijk, waarin de Heer Jan Musch als de tot Koning verheven boer een zijner meest succesvolle creaties te genieten geeft. Zooals reeds vroeger is meegedeeld, vergt de opvoering van dit stuk zware financieele offers, zoowel wat decor, bezetting als muzi- kale verzorging betreft. Het Schouwtooneel heeft dan ook slechts tot opvoering van dit stuk te Alkmaar op 19 April a.s. kunnen besluiten, nadat gebleken was, dat de financieele resultaten van de ge heele serie bevredigend waren. De tweede voorstelling kan echter alleen dan doorgaan, wanneer er een genoegzaam aantal handteekeningen staat op een lijst, die tot dit doel ter teekening ligt aan „De Har- monie" elken dag van 12 tot 2 uur, tot uiter- lijk Woensdag 14 April a.s. Waar in de toekomst meerdere opvoeringen van „Krelis Louwen" om bovenvermelde rede nen uitgesloten zijn, verwacht het comite dat velen van deze buitenge'wone gelegenheid ge- bruik zullen maken Men zie voor bijzonderheden de in dit num- mer voorkomende advertentie. Geineiurd nieiiws DE ZAAK-GEELKERKEN. Men schrijft aan de N. R. Crt.: In dit blad stond^ iets te lezen over de kwestie met ds. W.*E. v. Duin, waaruit men zou kunnen opmaken dat deze, Gereformeerd predikant uit Haarlemmermeer Rijk, geheel op de lijn van dr. Geelkerken staat. Dit is echter niet juist. Wel behoort hij tot de negen predikanten in de classis Haarlem, die kerkrechtelijke bezwaren hebben tegen de procedure. En hiermede; gaat zijn kerkeraad niet accoord. De geschiedenis van de vorige week heeft zich als volgt afgespeeid: Twee ouderlingen van Rijk zijn Maandag naar Amsterdam gereisd en hebben geconfe- reerd met eenige predikanten en een hoog- leeraar Deze heeren hebben een advies ge geven, waarvan het resultaat bleek op een vergadering in Haarlemmermeer, die plotse- ling Woensdagmiddag plaats vond De kvrke- raad legde daar aan ds. Van Duin vier vra gen voor, die ds. Van Duin verzocht heeft niet te publiceeren. In deze vragen gaat het er om, dat ds. Van Duin moet verklaren zich Chesters' scherpe oogen slechts de helft van zijn eigen slank scheepje kan onderscheiden, hoewel het niet meer aan 136 voet lang is, en niet meer meet dan een tweehonderd vijf- tig ton. Het is getuigd op een wijs, die in de dagen van koningin Elizabeth zeer in zwang was, met drie masten: de groote en de fokke- mast met razeilen en de bazaansmast als een feloek, met een lange ra, waaraan een voor- en een achterbezaan kon bevestigd worden, zoo het schip niet met stormtuigage ware voorzien. Onder dit want heeft „Het meisje van Do ver" een aardig stel knallers, die meer kunnen beweren dan het geschut van de meeste sche- pen die de havens van Engeland verlaten: zes lange halve veldlslangen, waarmede ne- genponders worden geschoten, aan elk boord; vier donderbussen op de campanje, drie fla- cons op de voorplecht en een half dozijn ser pentines op een spil gemonteerd op verschil lende plaatsen op het dek en op de verschan- sing, die bijzonder laag is voor de schepen van dien tijd. Op het stuk van hutten en ver- schansing was „Het Meisje van Dover" vrij- wel een anomalie daar het schip geen hooge voor- of achtersteven had en dientengevolge zeer veel vlugger dan andere schepen der zes- tiende eeuw kon la veer en. Om den voet van de masten hangen groote hoeveelheden hartsvangers, enterhaken en strijdbijlen; de haakbussen en pistolen zijn door den wapensmid geborgen in het voor- schip of wel -in de kapiteinshut. De beman- ning, ongeveer honderdvijfentwintig koppen, alien oude zeerobben, die met evenveel pkizier onherroepelijk te .onderwerpen aan de be sluiten van dtn kerkeraad en op de classicale vergaderingen alleen pro-synodaal zal han delen. 's Avonds om half acht was ds. Van Duin echter nog niets met de ouderlingen ge- vorderd en deelden daarop dezen hem mede, dat den volgenden dag een vergadering zou plaats hebben met de genabuurde kerk; waar uit dus volgde dat de kerkeraad van Hoofd- dorp reeds in !t geweer was geroepen. De ge- meente was tot Donderdag 1.1. door de ouderlingen van alles onkundig gelaten. Ds. Van Duin wordt door zijn gemeente op de handen gedragen, maar men vreest, dat de vrees voor de synode ten slotte sterker zal blijken dan de liefde tot den predikant. Don derdag had de vergadering met den kerke raad van Hoofddorp plaats, waarvan het re sultaat bekend is. De verwachtingen zijn, dat na afloop van den vacantietermijn, de offici- e^le schorsing zal plaats vinden en dat dan d'e zaak op de classis komt. Zooals men weet is er besloten, om, indien een classis niet wat in de lijn der Synode ligt, onmiJdellijk een tegen-classis te vormen. In „De Reformatie" schrijft prof. Hepp een artikel over de positie van predikanten, die om den broode zich stilzwijgend conformeeren aan de Synode-besluiten. Schr. wil de toezien- de classes in dergelijke gevallen wachtgelden doen verleenen. Hij besluit 'zijn artikel als volgt: ,,Zij (de classes) hebben zich ook in de po sitie van den dwalenden broeder goed in te leven. Staat werkelijk broodsgebrek voor de deur, indien hij openlijk voor zijn gevoelen uit- komt, dan trede men niet te hard tegen hem op. Men kan vanzelf dit.standpunt innemen: voor zijn overtuiging moet men ten slotte al les offeren. Een sterk karakter zal dit ook doen. Maar zwakkere broeders bezwijken. Daarom zou het overweging verdienen afge- zetten predikanten een niet te krap wachtgc'd uit te keeren voor een niet te korten termiin. Daar zit ook wel eenige billijkheid in. Na- tuurlijk mag een zwakkere kerk, classis, par- ticuliere Synode daardoor niet al te zeer be- zwaard worden, maar hier hebben al onze kerken steun te verleenen. Vooral omdat het toch in hoofdzaak een daad van barmhartig- heid is. Men schudde niet bij voorbaat over de mogelijke groote kosten het ho.ofd. De zuiver- heid onzer kerken is met geen geld te beta- len." DE NIEUWE KI.EWANGAANVAL IN ATJEH. D,e jengste aanval is geschied, zoo wordt uit Koeta Radja gemeld, in den vroegen mor- gen van j.l. Zaterdag, kort na den aanvang van den marsch. De brigade van kapitein Paris werd door ongeveer veertig man, vlak voor den ingang van kampong Sapik, met klewangs onstuimig aangevallen. De aanval- lers waren uit de kampongs Sapik en Doe- rian in het Kawan-gebied, zoomede uit kam pong Balei in het landschap Kloeet. De bri gade streed schitterend en behaalde een mooi succes. Geen enkel geweer ging verloren. Slechts twee werden niet gewond. De vijand deinsde af en liet twintig dooden liggen. De brigade bleef meester van het slagveld. Een dwangarbeider waarschuwde het landschaps- hoofd, die ziek was en op ongeveer 1uur afstands woonde, doch dadelijk kwam, om hulp te bieden bij het vervoer van dooden en zwaar gewonden. Intusschen kwam een ande re brigade onder een sergeant ter plaatse. De actie was ccncentrisch ingezet door kapi tein Paris met drie brigades marechaussees om Tjoet Ali, een der verwonde leiders van de Troemon-bende, die zich na de ontmoeting met de colonne Van Heerde van die bende ge- scheiden had, om te kunnen genezen, te ar- resteeren. Tjoet Ali is uitgeweken naar Bo- een mensch den nek afsnijden als een schip leegplunderen, liggen van nacht niet in de hangmatten, ieder hunner heeft het zich zoo gemakkelijk mogelijk gemaakt tusschen ihet geschut aan de loefzijde op het dek en zij ma ken met elkander zeemansgrapjes die men niet zou hooren op een regeeringskruiser. Al les bijeengenomen had. „Het Meisje van Do ver" wel het karakter van een oorlogsschip hoewel het de discipline ervan miste, en was het blijkbaar een dier schepen, uitgerust door particulieren om handel te drijven, als zij er kans toe zagen en te vechten als het noodig was, maar ook om de Spanjaarden overal en te alien tijde de berooven; het behoorde tot de soort van schepen die onder Drake en. Frobisher en den ouden John Hawkins een grooter schrik waren voor de Spanjaarden dan een der oorlogsschepen van de vloot van konigin Elizabeth. Dat is toch wel wat andters dan verle* den week, bromde de eerste officier, toen u, kapitein Chester, mooi weer speelde tegenover hofdames te Skene en Windsor. En jij je liefde betuigde aan elk mooi meisje te Harwich, antwoordde zijn chef la- chende. Ze bedoelden ongetwijfeld deze opmerkin- gen te fluisteren, maar ze schreeuwden het elkander in de ooren, want het gefluit van den wind door het want en het gedaver der golven tegen den wand van het schip klot- send zouden zelfs de stem van den Homeri- schen Stentor hebben overstemd. £W ordl vgryolgd.J Ho 82 moet gij adverteeren, Indien ge wenscht dat het publiek uwzaak zal verkiezen boven die van uw collega's. Als gij er prijs op stelt dat uw zaak steeds meer en meer be kend wordt, is er ook maar een middel: ADVERTEEREN. En wanneer gij eens een bijzon- dere advertentie wilt plaatsen of een speciale reclame-cam- pagne wilt beginnen en ge zijt het niet met uzelf eens, hoe te handelen, wendt u dan eens tot ons, we zullen u gaarne van advies dienen. J

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1926 | | pagina 5