Aikmaarsche Gourant
ym;n,LKTQN.
De dochter van "lva.
Honderd-Acht en Twintigste Jaargang,
Donderdag- 8 April.
0
0
®®000000000®0000000000®000E0®£
1926
Stadsniemws.
LEZING DS. H. BEVERSLUIS.
In de Ev. Luth. kerk hield gisteravond ds.
H. Beversluis uit Zuidwolde (Gron.) zijn
aangekondigde lezing over „De godsdiensti-
ge beteekenis van de spiritistische levens- en
wereldbeschouwing". De kerk was matig be-
zet, hoofdzakelijk door dames.
Na gemeenschappelijk gezang en opening
met gebed begon spr. zijn rede met mede te
deelen, dat hij a is jcng predikant van streng
orthodoxen huize op pl.m. 30-jarigen leeftijd
in aanraking was gekomen met het spiritis-
me, of, zooals de oudere benaming luidt, spi-
ritualisme. Met ds. Huet uit Goes, die toen-
tertijd de godsdienstige wereld in opschud-
dii)g bracht met zijn spiritistische overtui
ging, had spr. daarover gecorrespondeerd,
waarbij deze hem aanried om iets onbekends
niet te beoordeelen zonder onderzoek, en daar
spr. zich als predikant gercepen achtte tot
onderzoek ook van het nieuwe spiritisme, be
gon toen zijn studie daarvan. Thans, nu hi]
bijna 70 jaar is, kan hij zeggen dat zijn leven
als predikant er niet gemakkelijker door ge-
worden is. Vaak had hij gewenscht dat ambt
te kunnen neerleggen om zich geheel te wij-
den aan het spiritisme, maar dat was niet
mogelijk geweest. Toch had spr. veel voor
het spiritisme gedaan en daarmee het bewijs
geleverd, dat dit met het predikambt vereenig-
baar is, iets wat men niet had gedacht. Meer
dan 300 voordrachten had hij in Nederland
gehoudSn, en bovendien hield hij lezingen in
het buitenland en was hij op het grocte spiri
tistische congres te Londen geweest, waar
nog een door hem gedaan voorstel was aan-
genomen.
Spr. had de ervaring opgedaan, dat men
in Nederland de beteekenis van het spiritis
me nog niet begrijpt, noch de pers, noch de
dokters en de theologen, hoewel het toch van
zoo groot belang is op het terrein van alle
drie, gelijk spr. aantoonde.
Het was spr. wel moeilijk geweest om zijn
streng orthodoxe overtuiging aan te passen
aan wat op grond van het spiritisme bleek. In
1880 was hij overtuigd, dat de spiriisten in
hoofdzaak gelijk hadden. Men had hem toen
langen tijd ingedeeld bij de ethische richting.
totdat hij de predikantenvergadering niet
meer bezocht, omdat hij niet in voile overtui
ging de verklaring, vervat in de presentielijst,
kon teekenen. Eenige jaren heeft spr. toen al-
leen gestaan en indien tijd was he, dat hij
vaak had gebeden los te kunnen komen van
het predikambt. In Barendrecht was hij geko
men als ethisch-orthodox, maar toen hij le
zingen ging houden en vooral toen hij door
magnetisme een meisje had genezen van epi
leptics, waren de menschen uit de kerk geble-
ven.
De roomsche kerk keert zich sterk tegen
het spiritisme, waarvan de leeken naar het
oordeel der geestelijken niets mogen weten
De orthodox-herv. zijn er ook tegen. Zij r.e-
geeren het totaal en toch kan spr. aantoonen,
dat het spiritisme rechtstreekschen invloed
uitoefent op den godsdienst.
Spr. weidde uit over de uitstorting van den
heiligen geest en hoe daarover geschreven is,,
om een verklaring ervoor te vinden. Echter
van het in Engeland in dien tijd (toen spl
een theologisch boek over deze kwestie had
geschreven, wat men hem zeer kwalijk had
genomen, omdat hij het spiritisme had ge-
bruikt ter verklaring van den bijbel) opgeko
men Irvingisme, dat feiten meende te hebben
voor de verklaring, schreef men getm woord
Het materialisme en naturialisme hebben
veel verklaard en het in pl.m. 1855 opgeko-
men modernisme heeft getracht de weten
schap met het geloof te verzoenen. Spr's po-
gingen om de belangstelling der moderne
richting te wekken voor het spiritisme waren
mislukt. Slechts een enkeling (ds Hille Ris
Lambers te Jorwed) gaat er thans voor
spreken. Men houdt zich under de vrijzinni-
gen, alsof men met spiritisme niets te maken
heeft.
Ja, zei spr., als men niet w'st. dat God al-
les leidt en bestuurt zou men ontmoedigd
worden. Heeft men in Engeland vele voor-
aanstaande personen die overtui'de spinas-
ten zijn (b.v. Conan Doyle, schrijver van de
Sherlock Holmes-verhalen), in Nederland is
er geen enkele. Heel kort kwam Frederik van
Eeden er voor op, maar deze werd teen a!
gauw roomsch. De pers zwijgt de zaak meest-
al dood. Van het groote Parijsche Congres,
waar de buitenlandsche bladen emstig noti-
tie van namen, had slechts een groot blad in
Een verhaal uit den Tachtigjarigen
Oorlog.
Door Archibald Clavering Gunter.
Vertaald door Mr. G. Keller.
1)
Voorwoord van den vertaler.
De lezer zal den bewerker zeer verplichten
doo'r dit verhaal niet op te valten als een
middel om zijn kennis omtrent den tachtigja
rigen oorlog te vermeerderen. Daarvoor is net
niet voldoende vrij van historische ketterijen,
waarvan wel de ergste is, dat Alva nooit in
het gelukkig bezit van een dochter is geweest,
zoodat de hoofdpersoon van het verhaal een
kind der verbeelding van den schrijver is.
Maar zulks neemt niet weg, dat Clavering
Gunter een van ziin rroo.
gend verhaal heeft gegeven, dat ongetwijfeld
de lezers even zeer zal boeien als het dit den
vertaler heeft gedr.an.
BOEK I.
Een ongewoon lochtje naar Antwerpen.
HOOFDSTUK I.
Storm op de Schelde.
Eerste officier, waar is de bootsman?
Vooruit kapitein, bezig met het boeg-
anker vrij te maken, antwoordt Harry Dal-
ton, de stoere Untenant van „Het Meisje van
ons land (spr. meende dat het de Telg. was)
een mededeeling, die later bovendien nog een
absolute leugen bleek.
Maar toch, zei spr., ondanks alles zal de
waarheid zegevieren. De spiritistische wereld-
en levensbeschouwing bevestigt de godsdien
stige opvattingen en legt den grondslag voor
een universeelen wereldgodsdienst. Men be-
hoeft niet meer op gezag te gelooven, maar
kan thans alles weten.
Spr. gaf hierna een verklaring van het
verschil tusschen spiritisme en spiritualisme.
De laatste benaming is de oudste, de oor-
spronkelijke benaming voor de in 1848 in
Amerika opgekomen wetenschap. Een
Fransch geleerde, meest bekend onder het
pseudoniem Allan Cardec, veibond er de re-
incamatiegedachte aan vast en noemde deze
wetenschap toen spiritisme. Den ouden naam
vond spr. het beste.
Met klem kwam spr. op tegen de bewering
dat het spiritisme duivelswerk zou zijn Oor-
logen, het benemen van vrijheid van mee-
ningsuiting, e.d. is duivelswerk, maar niet het
ontkennen van het bestaan van den dood
Door alle eeuwen heen is de vrees voor den
dood gebleven, behalve bij de spiritisten. Men
heeft geen voorstelling van het leven na het
aardsche leven, zelfs de streng Calvinisten
hebben dit niet. Men spreekt van een juichen
voor Gods troon en zet toch ook op grafzer-
ken „Rust zacht" en men zegt dat alle kinde-
ren zalig worden en ook zij, die een gods-
dienstig leven hebben geleid. Maar waar is
de grens van het kind-zijn en wat gebeurt er
met de idioten en de krankzinnigen en de
vrome Boedhisten en de godvruchtige hei-
denen (want dat er onder dezen ook zijn wier
hart naar God uitgaat achtte spr. wel bewe*
zen).
Het spiritisme geeft op al deze vragen vol
doende antwoord.
Over het algemeen, meende spr., is het
beeld, dat men van het Christendom vertoont,
niet erg mooi. Ternauwernood ziet men in,
dat de oorlog ermee in strijd is; dat komt om
dat men nog steeds steunt ook op het Oude
Testament. De God, die ons daar geteekend
wordt, is geen vijand van oorlog. Spr. noem
de zich anti-militairist en achtte dit ten nauw-
ste samenhangend met het spiritisme, dat op
het Parijsche congres, waar 25 landen uit
alle werelddeelen vertegenwoordigd waren,
als de twee groote stellingen aannam:
God's Vaderschap en de broederschap der
menschen.
De christelijke leer zegt, dat de dood
overwonnen kan worden door de opstanding;
door het spiritisme is aan het licht gebracht,
dat er geen dood bestaat. Ook na den dood
heeft het lichaam wel degelijk gestalte, het is
alleen ontdaan van het aardsche. Het sterven
is een geboorteproces tot een ander leven, de
dood is een engel Gods, die de poort opemt
voor een onvergankelijk leven.
Sor illustreerde deze gedachte nader door
een paar voorbeelden van waargenomen we-
dererboorte beschreven door spiritisten.
Zouden dit hallucinaties zijn? Spr. was over
tuigd van niet, want een eenvoudige boeren-
jongen in Zee' :nd faeelt ten tijde van ds. Huet
rteds hetzelfde g*zien, en toch wist hij van
het spiritisme nog niets
1'ierop haalde spr eenige bewijzen aan
voor het s^oife'iik bestaan van geesten, voor
het oog waarmembaar. De sterkste bewijzen
zijn de giosafdrukken en de foto's Eens had
spi. op een fotografie naast zich twee geesten
gciien, waarvan hij de eene hield voor zijn
vroeg gestorven zoontje, sinds dien ontwik-
keld tot een man Samen gevoegd geven de/e
dingen de onwrikbare zekerheid, dat er geen
sitrven is en dat wij ons verblijden mogen
ovei de waarheid van een onvergankelijk
Jeveu zei spr Door den godsdienst kan men
dat niet bewijzen Als in onzen tijd de op-
sumding, zooals men die leert, nie+ meer
voorkomt, hebben de ongeloovigen nog
zoo'n groot ongelijk niet met te zeggen, dat
die vroeger ook zal zijn geschied. Door het
spiritisme is echter bewezen, dat er een leven
na dit leven is.
De tweede groote waarheid van het spiri
tisme is de groote liefde van God.
Volgens de godsdienstige opvattingen is
een deel der menschen gedoemd tot eeuwige
martelin? in de hel, maar is dit niet gods'as
terlijk? God zou de, menschen opzcitelijk in
verzoeking brengen, en hun dai vie kracht
onthouden om staande te blijvenen"h n dan
verderven? De vrijzinnigen zeggen. alleen te
gelooven aan cen God van liefde Maar als
wij nicis anders wisien dan van een aardsch
leven, zouden wij dan kunnen gelooven .en
zou fce-1 dan wonder zijn, als de menschen
zeiden: Er is geen God? De spiritisten heb
ben h r b wiis cverd van h f bestaan van
e°n God van !iefd-\ die wel pijn d.oet, maar
all; en als 'ncesm: !dcl, a's doel om ons tot
groofer geluk te brengen. Door het spiritisme
is aan t iicht«gebracHt, dat wij maaien wat
wij-zaaien en dat God niet met zich laat
Gocd, viaag hem bij mij te komen. Hij
heeft de best; n ms van ons alien aan boord,
roept kapitein Guy Stanhope Chester.
De jo.ige kapi.ein, een man van amper
vijfentwintig jaar, schudt hicrop schuim en
zeewater van zijn zuidwester, kruipt naar het
kompashuisje, waarvan de lantaarn is bedekt,
deels cm haar te bescherir.en tegen het booze
wcer, deels ook om te voorkomen dat het licht
de positie van het schip verraadt in de duis-
ternis van den nacht. Na den koers van het
schip opgenomen te hebben, kijkt hij naar de
mannen die zich hebben vastgemaakt aan het
roer om te voorkomen, dat zij door de golven
over boord woiden gespoeld, die /het schip
hebben geteisterd sinds het de krijtrotsen van
Engeland heeft verlaten, en roept:
Je kunt je wel weer losmaken, jongens, we
zijn in beter water gekomen. Er ligt nu een
stuk Vlaanderen tusschen ons en het hartje
van de storm.
Een ocgenblik later verschijnt de bootsman,
een oude verweerde zeerob, een van die flin-
ke kerels, die onder Drake en Frobisher heb
ben gediend en de zee hebben doorploegd tot
de Spaansche bezittingen in Amerika en tot
ver in den Stillen Oceaan. Even trekkend aan
een grijzenden lok op zijn voorhoofd, salueert
deze stoere kerel, die er als een echte zeerob
zou uitzien, als hij niet een gehavende borst-
kuras had gedragen, zijn kapitein, die hem
vraagt:
Hoe lang is het geleden, dat we Vlissin-
gen ziin gepasseerd, Martin Corker?
Ongeveer vier glazen.
Zoo, dus twee uur! Ja ik had dat ook
spotten. De mensch zal rich in zijn aardsche
leven voorbereiden op het geestelijk leven, en
God staat hem terstond bij, als maar een ge-
ring bewijs van berouw over bedreven kwaad
wordt getoond. In ons aanj^he leven zijn
wij nog niet in volftiaakten vorm. Na den
dood kunnen wij eerst goed onze vleugels
uitslaan en als wij dan na geesfelijke loute-
ring geschikt zijn voor het leven hierboven,
is het sterven gewin.
De streng orthodoxe voorstelling van een
wedergeboorte wordt door het spiritisme be-
vestigd, ontkend echter het dogma.
Bij het spiritisme is het excelsior de leus
van het leven, ook na den „dood". Ook in de
geestdijke wereld is voor ieder werk, elk zet
zijn op aarde aangevangen taak voort. Spr.
zette dit nader uiteen.
In het geesfelijke leven komen we geleide-
lijk verder via de verschillende sferen (donke-
re sfeer, boetesfeer, lichte sfeer, enz.)
Spr. eindigde zijn rede met te zeggen, dat
hij het bedroevend vindt, dat nog zoo weini-
gen zich bekommeren over de openbarimgen,
die de wereld noemt het spiritisme. Voor hem
was het een heerlijk iets, daarvan te kunnen
getuigen.
Hierop werd gezamenlijk gezongen Gezang
57 1, waarop ds. Beversluis met dankgebed
de bijeenkomst sloot.
BURGER IJSCLUB.
Gisteravond te half negen hield1 de „Bur-
ger IJsclub" haar jaarvergadering in het
cafe van den heer Wester aan de Bierkade.
De voorzitter, de heer Pels, opende de bij
eenkomst, die slecht bezocht was ongeveer
een half uur na het uur waarop zij uitge-
schreven was en heette de aanwezigen wel-
kom. Spr. had een groote opkomst verwacht,
maar bet is weer het oude liedje. Het is mis-
schien een tee ken, dat de leden vertrouwen
stellen in het bestuur, hoewel spr. gaarne
meer belangstelling heeft.
Spr. hoopte ten slotte dat de besprekingen
in het belarg der vereeniging zullen zijn.
De secretaris, de heer Joniker, las de no-
tulen der vorige vergadering, welke onveran-
derd werden goedgekeurd.
Naar aanleiding van een opmerking van
den heer De Wit, deelde de voorzitter mede,
dat het reglement eigenlijk verarderd moet
worden. Het doel is niet het onderhouden van
banen in het algemeen, maar van de baan
der club. Hoofdzaak blijft het dienen van de
liefdad'igheid, wat verbondeo wordt aan het
organiseeren van iisfeesten,
Besloten werd dit in de notulen vast te
leggen.
De penningmeester, de heer Genefaas,
deed rekening en verantwoording. Het
ledental bedroeg vorig jaar 661, uitgetreden
zijn 50 en toegetreden 21 ledem, zoodat het
letiental thans 632 bed'raagt. De ontvangsten
bedroegen 770,72 en de uitgaven 679,68,
het batig saldo is dus 91.04 (vorig jaar
58,60).
De heeren Appel en Van Gijzen werden
aangewezen om boeken en bescheiden na te
zien.
De heer Appel verklaarde, na onderzoek,
alles in orde te hebben bevonden.
De penningmeester werd bedankt voor zijn
accuraat beheer.
De heer de Wit vroeg inlichtingetn over de
leverantie van het spek.
De voorzitter antwoordde dat de voorzitter
van de slagersvereeniging niet het recht had,
het spek aan te besteden. Het bestuur van de
IJsclub houdt zich dit recht voor en heeft toen
een publieke aanbested'ing gehouden.
De heer De Wit zeide hierop dat een brief
bij de slagersvereenigingis ingekomen, met
verzoek om het spek onderling aan te beste
den. De prijs was toen lager dan nu is
betaald. Men wilde zelfs het spek doen keu-
ren.
De heer Merkx deelde nog mede, dat de
voorzitter van de slagersvereeniging voorba-
ring is geweest, want 't spek was gegumd aan
niet-leden van de IJsclub Daarom werd1 toen
een publieke aanbesteding uitgeschreven.
De heer Genefaas lichtte de zaak nog na
der toe.Het verzoek van den< heer Pels hield
in een gift in spek. Spr. had prijsopgave aan
de slagersvereeniging verzocht. 4 Opgaven
kwamen in; waren de slagers het onderling
eons geweest, dan was er niets gebeurd.
Maar eem hunner, lid van de IJsclub, kwam
op tegen die onderhandsche aanbesteding en
teen is dat verzoek teniet gedaan en werd
een publieke aanbesteding aangehouden.
De heer De Wit zag in, dat de zaak op een
misverstand berust, doch zou gaarne hebben,
dat de ijselub haar excuses aafibood.
De voorzitter merkte op, dat het bestuur
riet gunt buiten de leden. Wat het prijsver-
schi! betreft, op de geheele hoeveelheid be
d'raagt dit 5 a 6.
De heer Poll meende, dat dte ijselub ge-
bonden was aan het verzoek van de slagers
vereeniging.
De voorzitter verzekerde dat er geen
geraamd. Kun je met je scherpe oogen de
plaats onderkennen, bootsman? vroeg Guy,
zich vastgrijpend aan de touwen van den
bazaansmast van „Het Meisje van Dover,"
terwijl het vaartuig heftig slingert door den
westerstorm en hef wassende tij.
Niet in dezen donkeren nacht, mijnheer;
maar met de peilingen van mijn dieplood zie
ik het land zoo goed als met mijn oogen, en
de slachthuizen aan de kust doen haar me
met den neus zien.
Mij ook, zei kapitein Chester lachend.
Wij zijn allebei dikwljls genoeg op de Schel
de geweest om hef vaarwater te ruiken bij
zoo'n stikdonkeren nacht als we nu weer heb
ben, hoewel die vervloekte Spanjaarden alle
boeien op de rivier hebben weggenomen.
Daarop nam de jonge zeeman den eersten
officier ter zijde en ging zeer ernstig voort,
zijn wenkbrauwen fronsend: geen kans, dat
wij een of andere galei van Alva ontmoeten
bij zoo'n woelige zee op een nacht als deze.
Neen, bromde Dalton, die Spaansche
lummels zijn alien mooiweerzeilers.
Bovendien, bij zulk een storm, voegde
de kapitein er aan toe, zou „Het Meisje van
Dover" zelfs het flinkste en grootste Spaan
sche galjoen dat ooit op den oceaan heeft
rondgezwalkt, den loef afsteken; en met trots
en liefde kijkt hij naar het keurige scheepje,
op welks campanje hij staat, terwijl het over
de golven van de Schelde danst en het water
dat over zijn dek slaat handig doet wegvloei-
en door de spuigaten aan de lijzijde.
Maar de nacht is zoo stikdonker en het op-
waaiende schuim zoo verblindend, dat Guy
REGELMATIG
BEKWAME
MANIER
AOVERTEERT
ALKMAARSCHE COURANT
kwaad opzet in het spel was. Spr. zou echter
die zaak met den voorzitter van de slagers
vereeniging bespreken.
Vervolgens was aan dte ordte de verkiezing
van twee bestuursleden Aftredend was de
heer Jonker en voorzien moest worden in de
vacature van den heer Witte.
De heer Jonker werd herkozen met 17 van
de 20 stemmen, 1 stem werd uitgebracht op
den heer Verbeek en 2 bianco.
De heer Jonker nam de herbenoeming aan,
dankte voor het in hem gestelde vertrouwen
en hoopte weer in het belang van de ijselub
te mogen werken,
De voorzitter dankte den heer Witte voor
diens werkzaamheden.
In de plaats van den heer Witte werd geko-
zen de heer H. Koorn, die dte benoeming
aannam en door den voorzitter werd gefeli-
citeerd.
Na rondvraag volgde sluiting.
EEN EXTRA VOORSTELLING VAN
„KRELIS LOU WEN."
Waar voor de gedurende dit seizoen geor-
ganiseerde tooneelvoorstellingen, zoo groote
belangstelling bleek te bestaan, dat velen
moesten worden teleur gesteld, heeft „Het
Schouwtooneel" in overleg met het comite be
sloten, bij voldoende deelname, een tweede
voorstelling te geven van ,,Krelis Louwen"
het bekende blijspel van Pieter Langendijk,
waarin de Heer Jan Musch als de tot Koning
verheven boer een zijner meest succesvolle
creaties te genieten geeft.
Zooals reeds vroeger is meegedeeld, vergt
de opvoering van dit stuk zware financieele
offers, zoowel wat decor, bezetting als muzi-
kale verzorging betreft.
Het Schouwtooneel heeft dan ook slechts
tot opvoering van dit stuk te Alkmaar op 19
April a.s. kunnen besluiten, nadat gebleken
was, dat de financieele resultaten van de ge
heele serie bevredigend waren.
De tweede voorstelling kan echter alleen
dan doorgaan, wanneer er een genoegzaam
aantal handteekeningen staat op een lijst, die
tot dit doel ter teekening ligt aan „De Har-
monie" elken dag van 12 tot 2 uur, tot uiter-
lijk Woensdag 14 April a.s.
Waar in de toekomst meerdere opvoeringen
van „Krelis Louwen" om bovenvermelde rede
nen uitgesloten zijn, verwacht het comite dat
velen van deze buitenge'wone gelegenheid ge-
bruik zullen maken
Men zie voor bijzonderheden de in dit num-
mer voorkomende advertentie.
Geineiurd nieiiws
DE ZAAK-GEELKERKEN.
Men schrijft aan de N. R. Crt.:
In dit blad stond^ iets te lezen over de
kwestie met ds. W.*E. v. Duin, waaruit men
zou kunnen opmaken dat deze, Gereformeerd
predikant uit Haarlemmermeer Rijk, geheel
op de lijn van dr. Geelkerken staat.
Dit is echter niet juist. Wel behoort hij tot
de negen predikanten in de classis Haarlem,
die kerkrechtelijke bezwaren hebben tegen de
procedure. En hiermede; gaat zijn kerkeraad
niet accoord.
De geschiedenis van de vorige week heeft
zich als volgt afgespeeid:
Twee ouderlingen van Rijk zijn Maandag
naar Amsterdam gereisd en hebben geconfe-
reerd met eenige predikanten en een hoog-
leeraar Deze heeren hebben een advies ge
geven, waarvan het resultaat bleek op een
vergadering in Haarlemmermeer, die plotse-
ling Woensdagmiddag plaats vond De kvrke-
raad legde daar aan ds. Van Duin vier vra
gen voor, die ds. Van Duin verzocht heeft
niet te publiceeren. In deze vragen gaat het
er om, dat ds. Van Duin moet verklaren zich
Chesters' scherpe oogen slechts de helft van
zijn eigen slank scheepje kan onderscheiden,
hoewel het niet meer aan 136 voet lang is,
en niet meer meet dan een tweehonderd vijf-
tig ton. Het is getuigd op een wijs, die in de
dagen van koningin Elizabeth zeer in zwang
was, met drie masten: de groote en de fokke-
mast met razeilen en de bazaansmast als een
feloek, met een lange ra, waaraan een voor-
en een achterbezaan kon bevestigd worden,
zoo het schip niet met stormtuigage ware
voorzien.
Onder dit want heeft „Het meisje van Do
ver" een aardig stel knallers, die meer kunnen
beweren dan het geschut van de meeste sche-
pen die de havens van Engeland verlaten:
zes lange halve veldlslangen, waarmede ne-
genponders worden geschoten, aan elk boord;
vier donderbussen op de campanje, drie fla-
cons op de voorplecht en een half dozijn ser
pentines op een spil gemonteerd op verschil
lende plaatsen op het dek en op de verschan-
sing, die bijzonder laag is voor de schepen
van dien tijd. Op het stuk van hutten en ver-
schansing was „Het Meisje van Dover" vrij-
wel een anomalie daar het schip geen hooge
voor- of achtersteven had en dientengevolge
zeer veel vlugger dan andere schepen der zes-
tiende eeuw kon la veer en.
Om den voet van de masten hangen groote
hoeveelheden hartsvangers, enterhaken en
strijdbijlen; de haakbussen en pistolen zijn
door den wapensmid geborgen in het voor-
schip of wel -in de kapiteinshut. De beman-
ning, ongeveer honderdvijfentwintig koppen,
alien oude zeerobben, die met evenveel pkizier
onherroepelijk te .onderwerpen aan de be
sluiten van dtn kerkeraad en op de classicale
vergaderingen alleen pro-synodaal zal han
delen. 's Avonds om half acht was ds. Van
Duin echter nog niets met de ouderlingen ge-
vorderd en deelden daarop dezen hem mede,
dat den volgenden dag een vergadering zou
plaats hebben met de genabuurde kerk; waar
uit dus volgde dat de kerkeraad van Hoofd-
dorp reeds in !t geweer was geroepen. De ge-
meente was tot Donderdag 1.1. door de
ouderlingen van alles onkundig gelaten. Ds.
Van Duin wordt door zijn gemeente op de
handen gedragen, maar men vreest, dat de
vrees voor de synode ten slotte sterker zal
blijken dan de liefde tot den predikant. Don
derdag had de vergadering met den kerke
raad van Hoofddorp plaats, waarvan het re
sultaat bekend is. De verwachtingen zijn, dat
na afloop van den vacantietermijn, de offici-
e^le schorsing zal plaats vinden en dat dan
d'e zaak op de classis komt. Zooals men weet
is er besloten, om, indien een classis niet
wat in de lijn der Synode ligt, onmiJdellijk
een tegen-classis te vormen.
In „De Reformatie" schrijft prof. Hepp een
artikel over de positie van predikanten, die om
den broode zich stilzwijgend conformeeren
aan de Synode-besluiten. Schr. wil de toezien-
de classes in dergelijke gevallen wachtgelden
doen verleenen. Hij besluit 'zijn artikel als
volgt:
,,Zij (de classes) hebben zich ook in de po
sitie van den dwalenden broeder goed in te
leven. Staat werkelijk broodsgebrek voor de
deur, indien hij openlijk voor zijn gevoelen uit-
komt, dan trede men niet te hard tegen hem
op. Men kan vanzelf dit.standpunt innemen:
voor zijn overtuiging moet men ten slotte al
les offeren. Een sterk karakter zal dit ook
doen. Maar zwakkere broeders bezwijken.
Daarom zou het overweging verdienen afge-
zetten predikanten een niet te krap wachtgc'd
uit te keeren voor een niet te korten termiin.
Daar zit ook wel eenige billijkheid in. Na-
tuurlijk mag een zwakkere kerk, classis, par-
ticuliere Synode daardoor niet al te zeer be-
zwaard worden, maar hier hebben al onze
kerken steun te verleenen. Vooral omdat het
toch in hoofdzaak een daad van barmhartig-
heid is. Men schudde niet bij voorbaat over de
mogelijke groote kosten het ho.ofd. De zuiver-
heid onzer kerken is met geen geld te beta-
len."
DE NIEUWE KI.EWANGAANVAL IN
ATJEH.
D,e jengste aanval is geschied, zoo wordt
uit Koeta Radja gemeld, in den vroegen mor-
gen van j.l. Zaterdag, kort na den aanvang
van den marsch. De brigade van kapitein
Paris werd door ongeveer veertig man, vlak
voor den ingang van kampong Sapik, met
klewangs onstuimig aangevallen. De aanval-
lers waren uit de kampongs Sapik en Doe-
rian in het Kawan-gebied, zoomede uit kam
pong Balei in het landschap Kloeet. De bri
gade streed schitterend en behaalde een mooi
succes. Geen enkel geweer ging verloren.
Slechts twee werden niet gewond. De vijand
deinsde af en liet twintig dooden liggen. De
brigade bleef meester van het slagveld. Een
dwangarbeider waarschuwde het landschaps-
hoofd, die ziek was en op ongeveer 1uur
afstands woonde, doch dadelijk kwam, om
hulp te bieden bij het vervoer van dooden en
zwaar gewonden. Intusschen kwam een ande
re brigade onder een sergeant ter plaatse.
De actie was ccncentrisch ingezet door kapi
tein Paris met drie brigades marechaussees
om Tjoet Ali, een der verwonde leiders van
de Troemon-bende, die zich na de ontmoeting
met de colonne Van Heerde van die bende ge-
scheiden had, om te kunnen genezen, te ar-
resteeren. Tjoet Ali is uitgeweken naar Bo-
een mensch den nek afsnijden als een schip
leegplunderen, liggen van nacht niet in de
hangmatten, ieder hunner heeft het zich zoo
gemakkelijk mogelijk gemaakt tusschen ihet
geschut aan de loefzijde op het dek en zij ma
ken met elkander zeemansgrapjes die men
niet zou hooren op een regeeringskruiser. Al
les bijeengenomen had. „Het Meisje van Do
ver" wel het karakter van een oorlogsschip
hoewel het de discipline ervan miste, en was
het blijkbaar een dier schepen, uitgerust door
particulieren om handel te drijven, als zij er
kans toe zagen en te vechten als het noodig
was, maar ook om de Spanjaarden overal en
te alien tijde de berooven; het behoorde tot
de soort van schepen die onder Drake en.
Frobisher en den ouden John Hawkins een
grooter schrik waren voor de Spanjaarden
dan een der oorlogsschepen van de vloot van
konigin Elizabeth.
Dat is toch wel wat andters dan verle*
den week, bromde de eerste officier, toen u,
kapitein Chester, mooi weer speelde tegenover
hofdames te Skene en Windsor.
En jij je liefde betuigde aan elk mooi
meisje te Harwich, antwoordde zijn chef la-
chende.
Ze bedoelden ongetwijfeld deze opmerkin-
gen te fluisteren, maar ze schreeuwden het
elkander in de ooren, want het gefluit van
den wind door het want en het gedaver der
golven tegen den wand van het schip klot-
send zouden zelfs de stem van den Homeri-
schen Stentor hebben overstemd.
£W ordl vgryolgd.J
Ho 82
moet gij adverteeren, Indien ge
wenscht dat het publiek uwzaak
zal verkiezen boven die van uw
collega's.
Als gij er prijs op stelt dat uw
zaak steeds meer en meer be
kend wordt, is er ook maar een
middel: ADVERTEEREN.
En wanneer gij eens een bijzon-
dere advertentie wilt plaatsen
of een speciale reclame-cam-
pagne wilt beginnen en ge zijt
het niet met uzelf eens, hoe te
handelen, wendt u dan eens tot
ons, we zullen u gaarne van
advies dienen.
J