Alkmaarsclie Coirant ScHaakrubriek. ml ■Vgii m i MM a m m ijjji 1M'" Damrabriek. m a m m ;a i Wm M-m, Van recht en onreeht. De docMer van Mva. m m w Zaterdag 10 April. I M M A Wk (ills a, .mji t ,i No. 184 1926 Honderd Acht en TwinligstJ Jaargang. DIENSTPL1CHT. Bekendmaking van uitspraken inzake vrijstelling. De Burgemeester van Alkraaar brengt ter algemeene kennis dat omtrent de aanvrage om vrijstelling van den dienstplicht wegens kostwinnerschap betreffende clen hieronder genoemden persoon de volgende uitspraak is geschied F. Hendriks, lichting 1924. voor twee jaren vrijgesteld. Tegen deze yitspraak kan binnen tien da- gen na den dag dezer bekendmaking in be- roep worden gekomen door: a. den ingeschrevene, wien de uitspraak geldt, of door diens wettigen veriegen- woordiger; b. door elk der overige voor deze gemeente voor dezelfde licjiting ingeschrever. per- sonen of door diens wettigen vertegen- woordiger. Het verzoekschrift, daartoe aan de Konin- gin te richten, moet met redenen zijn omkleed en worden ingediend bij den Burgemeester, ter secretarie dezer gemeente, afdeeling Mi- litaire Zaken, die voor de doorzending zorgt. Alkmaar, 9 April 1926. De Burgemeester voornoemd, WENDELAAR. GEVONDEN VOORWERPEN. Aanwezig aan het Bureau van politie, Lan- gestraat en aldaar te bevragen op alle werk- dagen tusschen 11 en 1 uur, de navolgende voorwerpen als gevonden gedeponeerd op 7 en 8 April 1926: een notitieboekje, een reti cule met inh.een Engelsche sleutel, een kar- tonnen doos, inh. heeren bontmut benevens diverse sleutels, mantelbanden en handschoe- nen. Aanwezig en te bevragen bij de navolgen de ingazetenen, onderstaande voorwerpen, als gevonden aangegeven op 7 en 8 April 1926: Eenig geld, G. Koeman, Polderstraat 16; een paar voetbalschoenen, J. Wipprecht Dahliastraat 11a; een vulpotlood, J. C. Ullings Laat 50; een gouden broche J. Huis- man, Kennemersingel; een heeren-horloge, G. Schellings Roemer-Visscherstraat; een rozen- krans Mej. C. Duives, Uitenboschstraat 45; een jongensmuts, F. de Munk, Spoorstraat 88; een bos sleutel, Miechels, Uitenboschstraat 32; damestaschje met inhoud P. v. 't Harf, Geest 1een huissleutel T. Bleeker St. Jacob- straat 3. Wanneer men weder in het bezit is van het verloren voorwerp, wordt men verzocht hiervan kennis te geven aan het Bureau van politie. Uit enze Staatsmachine. Het Verdrag NederlandSiam. Indien we nog een bewijs noodig hadden, dat het verre en het nabije Oosten ont- waakt is, dan zouden we kunnen wijzen op het verdrag, dat onlangs is afgesloten tus schen Nederland en Siam. Voordat we over den aard en den inhoud van dit verdrag spreken, eerst een woord over het land zelf. Siam is een zelfstandig koninkrijk in Ach- ter-Indie, door de Siameezen zelf Thai ge- noemd, het grenst aan Birma, Anam, Golf van Siam en Malakka en de Golf van Bengalen De hoofdstad is Bangkok. Het land is rijk aan bergen en bosschen Een paar flinke rivieren doorstroomen het land, dat een voor den Europeaan te warm klimaat heeft Het heeft voortbrengselen, die op de wereld- markt zeer gezocht zijn; we noemen: rijst, tarwe, mais, zuidvruchten van uitmuntende kwaliteit, suiker, specerijen, boomwol, kof- fie, thee, zijde, edelsteenen, edele metalen; van de veie diersoorten noemen we alleen den witten olifant, die als een heilig dier wordt vereerd. Uit een en ander heeft de lezer reeds kunnen opmaken, dat het niet zonder vooraeelen is, wanneer men door een verdrag zich de vriendschap der Siameezen verwerft; het verdrag vangt trouwens met een betuiging van vriendschap aan: Er zal bestendige vrede en altijddurende vriend schap bestaan tusschen Nederland en Siam (artikel 1). De regeering wordt gevoerd door den Ko- ning, terzijde gestaan door een wetgevenden raad, bestaande uit eenige ministers en 12 door den Koning benoemde leden. Merkwaardig we doelden er reeds op is ook dit verdrag om de z.g.n. wederkeerig- heid, waarop het gebasee^d is. Gaan we in de geschiedenis niet zoo heel ver terug, dan waren de Oostersche volken, wanneer met hen verdragen ges'oten werden, alti.id de par- tij, die aan het kortste einde trok. Zoo heeft men immers de superioriteit van den Wester- ling boven den Oosterling altijd vastgelegd door de bepaling, die onlangs in den Chinee- schen opstand een rol gespeeld heeft, dat de onderdanen der Westersche mogendheid ont- trokken waren aan de jurisidictie van de Oos: tersche rechts-autoriteiten, met een mooi woord werd dat genoemd „de consulaire jurisdictie". Zoo werd voor de producten der Westersche industrie en handel steeds een open deur gemaakt, doordat men de douane- regeling niet aan de Oostersche mogendheid liet, maar afhankelijk deed wezen van een onderlinge overeenkomst, die dus zoowel door de Oostersche als door de Westersche mogendheid moest worden goedgekeurd en het laat zich begrijpen, dat ae laatste er wel voor zorgde, dat die regelingen niet in het nadeel van haar handel of industrie gewijzigd werden. Uit deze beide mededeelingen blijkt zonneklaar, dat de oude basis', waarop de verdragen afgesloten werden, er niet een was van wederkeerigheid. Maar inmiddels is het Oosten ontwaakt en bovendien zijn de eco- nomische omstandigheden zoo gewijzigd, dat de Oostersche afhankelijkheid van het Westen niet meer zoo groot is, bovendien leerde men daar begrijpen, dat het Westen zonder het Oosten niet kan en dan, ook in het Westen zelf is men tot andere gedachten geko men, zooals ook Turkije ervaren heeft, toen alle capitulaties, die op dat land drukten, Werden opgeheven. Duidelijk is in alien gevalle, dat het ver drag tusschen Nederland en Siam het bewijs is van dien veranderden geest. Er is geen pa- ragraaf in dit verdrag, dat aan de Nederlan- ders in Siam meer rechten geeft dan de Siamees in Nederland genieten zal volgens dit verdrag. Mits zij zich gedragen naar de wetten en de verordeningen. die in de res- pectievelijke landen van kracht ^zijn, zullen de onderdanen der verdragsluitende partijen genieten vrijheid van verblijf en verkeer, van handel, nijverheid, landbouw, terwijl de vrij heid van godsdienst en onderwijs is gegaran- deerd. Datzelfde geldt ook van het verkrij- gen en behouden van roerende en onroeren- de goederen, terwijl ze geen hoogere belas- tingen zullen hebben te betalen dan de eigen onderdanen en niet tot millitairen dienst ver- plicht kunnen worden. Ook, en dit klinkt den Nederhnkr goed in de ooren, is de gewe- tensv.ijheid nadrukkelijk vastgelegd. Verder wordt in vele onderdeelen de zoogenaamde open-deur-politiek vastgelegd. We laten de uitwerking van deze politiek in het verdrag zoo goed als rusten, maar de vraag kan gesteld worden: komen we nu als handeldrijvcnde enz ratie niet achter te liggen bij de andere volkeren, die met Siam verdragen gesioten hebben op grond van den ouden trant: die van de consulaire en economisclie capitulaties? Dan toch zouden wij als volk het gelag betalen voor de toe- passing van teginselen die zeer zeker, als strookende met de rechtsgeest, geaceepteerd moeten worden - Wij vermoeden. dat metrdere verdragen als het onderhavige met andert Westersche mo- geridheden afgesloten zulien worden, immers de bepalingen betreffende 't zelfbeschikkings- recht der Siameesche regeering inzake de re- geling der douane en fiscale aangelegenheden en van anderen gelijksoortigen aard zullen eerst in werking treden wanneer ook andere mogendlrUen. die gerechtigd zijn op grond van vroegme overeenki msten een beroep te ctr en op de bestaande regeling, in dezelfde te- gemoetkoming zullen hebben toegestemd. De overige bepalingen kunnen w£ als een uitvioeisel can de aan dit verdrag ten grond- slag liggende opvattingen stilzwijgend voor- bijgaan. Alleen zij het ons vergund nog even de aandacht te vestigen op het bij dat ver drag gevoegde protocol betreffende de recLtsmacht over de Nederlandsche onderda nen (en beschermelingen) in het koninkrijk Siam. Het stelsel van de rechtsmacht, dat vroeger in Siam is ingevoerd, ten aanzien van de Nederlandcche onderdanen, evenals de voorrechten, vrijstellingen en vrijdommen, die de Nederlandsche onderdaan tegenwoor- dig in Siam geniet, zullen worden beschouwd als te zijn vervallen, wanneer de bekrachti- gingsoorkonden van dit verdrag zullen zijn uitgewisseld. Na dien dag zullen alle Neder landsche onderdanen en beschermelingen, evenals de Nederlandsche vennootschappen, corporaties en andere vereenigingen in Siam onderworpen zijn aan de rechtsmacht der Siameesche rechtbanken. Nu moeten blijkbaar eers1 nog de wetboeken van Siam, die in de- zen in het geding zijn. een herziening onder- g3an. Tot zoolang hebben de Nederlandsche consulaire ambtenaren het recht om in iedere rechtszaak, behalve wanneer die dient voot het Hooggerechtshof, tot evocatie van deze zaak over te gaan. Daarna wordt dan de zaak behandeld voor de consulaire rechtbank of eenig ander bevoerrd Nederlandsch orgaan en de Siameesche rechtsmacht heeft dan een einde Dan wordt dus weder de Nederland sche wetgeving van kracht. Alleen, wanneer het zaken betreft, waarin het Nederlandsch recht niet voorziet, blijft de Siameesche wet geving van kracht. Zijn eenmaal de noodige veranderingen in de Siameesche wetgeving aangebracht, dan zal nog geduiende vijf ja ren bedoelde overgangsbepaling gelden. Natuurlijk doen zich allerlei vragen voor, als we dit verdrag lezen, maar omdat we meenen, dat onze lezers noch aan de vragen, noch aan de antwoorden hun belangstelling zullen 8chenken, bepalen we ons tot het hier- boven uft dit verdrag meegedeelde. (Nadruk verboden). XIII. Het schijnt oppervlakkig beschouwd een onmogelijkheid om dezelfde roerende zaak tweemaal, telkeris aan verschillende personen te verkoopen en dus tweemaal den prijs er- voor op te strijken. Toch is deze oplichting mogelijk en komt zij zelfs niet zelden voor. De oplossing is er een als het ei van Colum bus. Waarom lijkt het onmogelijk? Omdat ieder, die hoort van het koopen van een roerende zaak, daarbij als vanzelf sprekend aanneemt, dat de kooper onmiddellijk daarna de zaak in zijn bezit krijgt en dan is het ook inderdaad uitgesloten, dat de verkooper er nog eens op dezelfde manier over beschikt; hij kan dan immers geen tweede maal het be zit verschaffen. Maar als nu eens die eerste kooper de zaak om een of andere reden in het bezit van den kooper laat, b.v. ter leen of in huur, dan kan een tweede gegadigde, als hij niet toevallig iets van het eerste contract vernomen heeft, daar niets van weten: aan de zaak zelf is niets te zien, die is, evenals voor den verkoop, nog- in de macht van den verkooper. En bet is juist op grond van die macht over de zaak, zooals hij die waar- neemt, dat de buitenstaander aanneemt, dat alles in orde is. Men gaat uit van de veron- derstelling, dat hij, die deze macht uitoefent ook wel de gerechtigde zal zijn; meestal is dat juist, maar een enkele maal niet en dan komen de verwikkelingen Veronderstellen we nu verder, dat ook de tweede kooper de zaak in het bezit van den verkooper laat, dan is alles voorloopig in orde: de beide koopers gevoelen zich eigenaar; zij weten van elkaar niet af en wat niet weet, dat niet deert. De poppen komen aan het dansen, wanneer de zaak niet langer in het bezit van den kooper gelaten kan worden, bijv. omdat zij geexecu- teerd zal worden, of omdat hij failliet gaat. En deze sombere veronderstellingen zijn zelfs tamelijk waarschijnlijk, omdat het juist wegens geldelijke moeilijkheden zal zijn, dat de eigenaar tot de beschreven handelingen is overgegaan. Hierin ook ligt de reden, waarom de koopers de zaak in het bezit van den ver kooper lieten; bedoeld was eigenlijk, dat de zaak verpand zou worden als zekerheid voor verleend crediet. Het bezwaar tegen het offi- cieele pandrecht is namelijk, dat daar voor de geldigheid door de wet geeischt wordt, dat het verpande voorwerp uit de macht van den verpander wordt gebracht. Dat gaat heel goed bij zaken waar men het, zij het ongaar- ne, wel eenigen tijd zonder kan stellen, bijv. kostbaarheden, of bij die, waarvari de waarde niet in het gebruik gelegen is, zooals effecten. Maar zaken, die onmisbaar zijn voor den eigenaar, omdat hij er zijn bedrijf mee uit oefent, zooals een autobus of een koffiehuis inventaris, kunnen practisch genomen niet verpand worden; dat zou beteekenen stil- stand van de broodwinning. Om nu toch de waarde te benutten voor het verkrijgen van crediet, heeft men het genoemde middel toe- gepast. De eigenaar verkoopt zijn autobus vooi de som, die hij ter leen zou hebben ont- vangen, als verpanding mogelijk geweest was en hjj krijgt, om zijn bedrijf voort te kunnen zetten, het voertuig terug in bruikleen of in huur. Hiermede bereikt men, dat, wanneer er sprake is van executie of faillissement, de geldschieter-eigenaar van de zaak zich daar- over evenmin. of juister nog minder, bezorgd behoeft te maken, als wanneer hij pandrecht had. In het laatste geval zou de zaak te gelde gemaakt worden en nadat hij zijn vorde- ring betaald gekregen had, zou het restant aan de overige schuldeischers gekomen zijn. Nu neemt hij de zaak, die immers zijn eigen- dom is, eenvoudig tot zich en de schuld eischers kunnen er geen verhaal op uitoefe- nen. Het is duidelijk, dat deze aldus gemak- kelijk gedupeerd worden, daar zij, in het ver- trouwen, dat de waardevolle zaak, die eigen- dom van den gebruiker schijnt te zijn, dat ook is, bij het verleenen van crediet licht verder zijn gegaan, dan wanneer zij den waren toestand hadden gekend. Heeft nu onze autobusman ondervonden, hoe gemakkelijk het gaat zijn onmisbaar ver- voermiddel te verkoopen en het toch te be houden, dan bezwijkt hij misschien wel voor de verleiding het nog eens te probeeren, en een tweeden kooper. die hem opnieuw geld neertelt, te virden En ook schiinen er wel eens koffiehuishouders te zijn, die niet te GOEDE RAAD IS DUURI ADVERTEERT IN DE ALKMAARSCHECOURANT 1 vast in hun schoenen staan. Althans ongeveer gclijktijdig krcgen de rechtbanken te Alkmaar en te Zwdlle het probleem op te lossen, wfe van de beide koopers van een autobus in gene plaats en van een cafe-inventaris in deze, nu de rechthebbende was, toen de trouwelooze verkooper failleerde. Beide col leges kenden, ofschoon op verschillende over- wegingen, degeen aan wien het eerst ver- kocht was, den voorrang toe. Inderdaad is daarvoor zeer veel te zeggen, maar men moet een der schrijvers, die zijn licht over deze kwestie liet schijnen, toegeven dat aldus af- breuk gedaan wordt aan het voomame begin- sel onzer wet, dat hij, die te goeder trouw verkrijgt van wie zich voordoet als recht hebbende, beschermd wordt ook tegen den vroegeren eigenaar. Een verhaal uit den Tachtigjarigen Oorlog. Door Archibald Clavering Gunter. Vertaald door Mr. G. Keller. 3) „Nu goed, haal den Italiaan uit het water en leg hem in de boot. Vraag verder Dirk om j bij mij te komen." .:en minuut later klimt een stoere Holland- sc.ie zeerob over ae verschansing, met zijn zvvare laarzen op het dek stampend onder een onafgebrcken reeks van vloeken. „Kom eens hier, Dirk, en zeg me vat je zoo hiiidert," zcgt de jonge zeeman lachena. „Wat mij zoo hindert? Do;ider en bliksem! Jij hindert me! W? t heb je je tc bemoeien m_t mij en inijn buit?" „Herken je mij niet, Dirk? Ga eens met mij mede." De kapitein opent de deur van zijn hut en laat den Hollandschen zeeman binnengaan. Daar staan een paar flikkerende kaarsen te branden en een hanglamp die aan een dv/ars- balk van de zojdering is bcvestigd, helpt op zeer bescheiden wijze de dnisternis te bestrij den. 't Is buiten echter zoo donker dat Hol lander en Engelschman met de oogen knip- pen, als z.ij binnenkomen. Maar een oogenblik later roept Dirk uit: „Bij den hemel' Ik had niet eens de stem herkend. 't Is zoowaar kapitein Chester, de „Eerste der Engelschen". Die bijnaam was aan Guy gegeven, toen hij voor de eerste maal in Holland kwam als geheim verkenner, gezant en algemeen vertegenwoordiger van koningin Elizabeth, die intusschen daar En- geland in naam in vrede leefde met Spanje, alle aansprakelijkheid had afgewezen voor de daden van dien man, die dag en nacht zijn leven had gewaagd in haar dienst, zich cp- noudend onder de kust van Holland, er ge- luige van zijnde ook, hoe de Hollander den or.gelijken strijd tegen de macht van koning Philips van Spanje aandurfden, getuige ook van de ontzettende wreedheden, verwoesfin- gen, branden, moorden en martelingen, waar- mee Alva, zijn onderkoning, deri opstand irachtte te onr'erdrukken. Die bijnaam van ..Ecrsle der Engelschen" was hem blijkbaar gegeven in de vage verwachting, dat hij ook niet de laatste der Engelschen zou zijn, dat anderen na hem hen zouden bijstaan in hun striid om geloofsvrijehid, en dat zij zoo niet openlijk beschermd, dan toch in't geheim ge- steund zouden worden door de machtige doch- ter van Hendrik den Achtsten dien Philips gezworen heeft ter wille van den godsdienst evenals de Nederianders te verpletteren. Want totaal verslagen bij Jemmingen,, terwijl zijn legermacht in Friesland her- en derwaarts verkpreid is, vertoeft prins Willem van Oran- je als balling in Duitscbland en zijn aanhan- gers bouwen nu al hun hoop op daadwerke- lijke tusschenkomst of ten minste verdekten bijstand van Engeland. Bij de herkenning van den Engelschman had zich een flauw glimlachje op het gelaat van Dirk vertoond, maar toch bromde hij nij- dig: „Kapitein Chester, wat je nu gedaan hebt is geen daad van een Watergeus „Wel heb ik vai mijn leven," roept de jon ge man lachend uit, „je weet toch opperbest dat ik tot jullie behoor," en hij haalt een pen ning voor den dag, die om zijn hals hangt, waarop een bedelzak is afgebeeld met het om- schrift: „En tout fidelles au Roy", terwijl de keer- zijde den bee'.denaar van Philips van Spanje vertoont. ,,'t Is wel een zonderling zinnebeeld voor een Engelsch onderdaan om te dragen," gaat Guy voort, „maar sedert ik me bij jullie heb aangesloten in overeenstemming met de be- doebn n van even aarzekte hii h"-1 die mij hierhcen heeft gezonden, heb ik mij tegenover u gedragen als een goede geuzen- broeder en mii trouw gehouden aan de begin- selen van de Watergeuzen, als zij ten minste er beginselen op na houden. Is dat zoo, Dirk? spotte hij. „Geef me daar eens antwoord op, oude zeeroover. Heb je verleden jaar je eigen broer niet zijn schip afhandig gemaakt?" „Nu, dat is van twee kanten te bekijken, kapitein," antwoordt de Hollander grinni- kend. Daarop vervolgt hij met bezorgdheid in zijn stem: „Maar u is toch niet van plan mij mijn prijs af te nemen?" „Welneen, ik wil ie alleen helpen er goed Hier volgen twee briilante partijen uit den Bilquer CaroKaan opening. Wit: Keti. Zw.: N. N. 1. e4 c6 2. d4 d5 3.Pc3 de4 4. Pe4 Pf6 5. Dd3 e5? Beter is 5.Pe4 bene vens 6Pd'7 en 7Pf6 6. de5 Da5f 7. Ld2 De5: 8. 0—00! Pe4 9. DdiSf!! Kd8 10. Lg5ft en den volgenden zet geeft wit mat. Wit: Teichman. Zwart: Mieses. 1e4 c6 2. d4 d5 3. f3 de4 Uit 3e6 verkrijgt zwart een goed spel b.v 4. Ld3? de. 5. Le4 f5 of 4. Pe2 c5 of 4. e5 c5 of 4. g3 h5. 't Beste voor Wit was 4. Le3 Maar ook dan staat zwart met 4. Pd7 en c5 heel goed. 4. fe4 e5 5. Pf3 ed4 6. Lc4 Pf6 (6. Lb4 faalt op 7. c3 dc3 8 Lf7f Kf7 9. Dd8! cb2f 10. Ke2 baD. 11. Pg5f Kg6 12. De8f enz.) In een pariij Ma- roczyLee uit het Londarscbe tournooi 1899 geschiedde. 6De7 7. 0—0 Lg4 8. Dd4 Dc5 9. c3 Dd4f 10 cd Lf3 11. gf3 met stellingsvoor- deel voor wit. 7. 0—0 Le7 Zwart speelt expres do zen zet hoewel hij de kwaliteit kost o^idat hij 1.Le6 nog ongunst'ger vindt. 8. Pg5 0—0 9. Pf7 Tf7 10. "Lf7 Kf7 11. e5 Kg8 12. ef6 Lf6 13. Pd2 Le6 14. Pe4 Le7 Fout zou zijn 14 Pd7 15. Pf6 Pf6 16. L.g5 enz. 15. Dh5 Pd7 16. Lg5 Da5 17. Dh4 Lf8 18. Ld2 Dd5 19. Pg5 Lf5 Na 19h6 volgt 20. Pe6 De6 21 Tael Dd5 (na 21Da2 volgt 22. Lh6 gh6 23. Dg4 enz.) 22. De4 enz. 20. c4 dc3 21. Lc3 Lg6 22. Tadl Dc5 23. Khl Pb6 24. Pe6 Dh5? Zw. wil afruilen. Maai hij zag niet den schitterenden zet dien wit heeft: 25. Td8! Zwart geeft op daar mat net te voorkomen is. Oplossing cindspel 96. 1Talt 2. Tal Dg5f 3. Kbl Pd2f 4. Kcl Pb3ft 5. Kbl Dclf 6 Tel?? Pd2 en wint. Had wit na 5Dclf 6. Ka2 ge- speelt dan was winst voor zwart uitgesloten geweest. Goede oplossing ontvangen van D. de Boer te Alkmaar. Eimdsipel no. 98. Uit: 't Willekeuri gdiagram van Muntje-. werff, opgesteld door „Amateurs". zorg voor te dragen. En je hebt mij vannacht noodig, want zonder mij kom je met dezen wind nooit bij je schepen terug. Waar liggen ze?" „Ongeveer vier mijl verder de Schelde op, om de punt." „Dat haal je nooit. Je zou bij Sandvliet op de kust loopen of wel de forten en aldus in Alva's klauweu ttrecht komen. Maar je zou ook tegen een dijk kunnen stranden en den kans loopen door de Spaansche huurlin- gen op een afstand doodgeschoten te worden. Hier zou je niet met je booten kunnen anke- ren, want zij zouden door het oveislaande wa ter tot zinken worden gebracht. Als je niet onder de lij van mijn schip lag, zou je bin nen tien minuten in de armen van de zeemeer- minnen liggen, of binnen twee uur in de han- den van Alva. Wat lijkt je wel het ergsi?" „Nu, ik denk dat A.va wel het ergste voor mij zou beteekenen, doch ook voor u! Hij haat den „Eersten der Engelschen" nog erger dan ons, rebellen, vocgt de zeerob er met een grijnslach bij. Maar intusschen gaat hem een rilling door de leden bij het uitspreken van dien naam, door elken Hollander gevreesd en in het bijzonder door hen, die hij vogelvrij heeft verklaard, en om hun leven te redden genoopt heeft om, onder den naam van Wa tergeuzen, half en half zeeschuimers te wor den, en toch voor de vrijheid te strijden als bondgenooten van Willem van Oranje. „Nu, wat heb je buitgemaakt? Vertel me de bijzonderheden er van," valt de Engelsch man he min de rede. Met zijn helders. staal- l abedefgh Zwarts laatste zet was: 1d4. 't Spel moest als volgt ver- Icopcn: 2. Dh8 Ke7 3. Dc8 Pd7 4. Da8 dc3: 5. Lcl Db5 6. Lf4 Dd5f 7. Kcl Le3t 8. Le3 Pf2 9. Lf2 Dd2f 10. Kbl Ddlf 11. Ka? Dc2 mat. Oplossing Nr. 99 van G. Hume (3 zet). Wit: Kg8 Dc2 Le4 Pc7 pi b2 h5 en h4. Zwart; Kd4 pi h6 en g3. 1. Lc6 (dreigt Dc3 mat). 1. Ke5 2. Pe8 Ke6. 3. De4 mat. 1. 2. Kf4. 3. De4 mat. 1.Ke3 2. Lg2 en De4 mat. 't Mat op e4 wordt wat eentonig. Ook d< eenzettige dreiging is niet mooi. Goede opl. ontvacgem van D. de Boer, Alkmaar. Probleem No 191 van H. H. Brouwer (G. C. 1919) Zwart (2). my,mW, a b c d e f Wit (5) Wit geeft in 2 zetten mat. Aan de Dammers! In onze vorige rubriek ^aven wij ter op> lossing probleem no. 906 (auteur Eyrand). Stand. Zw. 12 sch. op: 14, 15, 18/24, 27, 28. 31. W. 10 sch. op: 30, 33, 34, 35, 38, 39, 42, 43, 47, 48. Oplossing. 1. 33—29 1. 24 44 2. 38—33 2. 28 39 3. 30—25 3. 39 30 4. 35 13 4. 18 9 5. 43—39 5. 44 33 6. 42—38 6. 33 42 7. 48 10 7. 15 4 8. 25 3! De vorige week ontvingen wij een Paasch collectie van combinaties van den heer P. Kleute. Wij laten er hieronder twee van volgen. blauwe oogen en zijn golvend blond haar vormt hij een wel sterk contrast met den Hol lander, wiens kalm, haast slapeng gelaat en- gel door een welvoldaan lachje wordt verhel- derd, een Dirk Duyvel die er nooit anders uitziet, of hij zijn gebeden opzegt, dan wel een schip leegplundert of een Spanjaard den hals afsnijdt. „Nu, we waren hierheen afgedreven," ant- woordde hij. „De storm was toen nog niet zoo hevig, anders zouden wij het niet zoo ver hebben laten komen. We zagen hoe aan deze zijde een dijk bij Sandvliet doorbrak en ste- venden er op af om van de bezittingen van de boeren te redden wat we konden, om, als zij er het leven afbrachten, hun alles weer te rug te geven. Terwijl we daarmee bezig wa ren, zagen wij, hoe een pleiziervaartuig zich verwijderde van een landhuis, dat door het water werd geteisterd, en het scheen ons toe, dat er wel wat van te halen viel. We gingen het dus achterop. Het probeerde den kant van Antwerpen uit te koersen, maar wij richtten ons vuur op de opvarenden, en hadden juist de boot'te pakken en een Italiaan over boord gewerkt, vervolgens eens rondgekeken wat er te plunderen viel en alleen drie vrouwen von- den, waarvan er twee in zwijm viel en, toen ik ze vertelde wat we met ze van plan waren, toen u langs zij kwam. En voor ik goed wist wat er aan het handje was, lag ik tegen den grond met twee van uw vechtjassen boven op mij, die me het mes op de keel zetten en me het een en ander mededeelden omtrent de kans om in het leven te blijven." (Wordt vervolgd.) Wi| eehtar kunnen U •en poeden raad ge ven. die absoluut niet duur la. Wanneer gl| merkt, dat net aantal uwer klanten eteeds gelljk blijft. geen voor- eltgang vertoont, dan la dat een bew!|a, dat w zaak niet bekend genoeg la. U zult dus meer reclame moeten gaan maken. Regel- matlg adverteeren la dan ook een aerate vereiechte en we kun nen U daarom alechte met klem advlseeren: '//ITTY// iL

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1926 | | pagina 5