Alkmaarsche Gourant EEN GOED ZAKENMAN ADVERTEERT IN DE ALKMAARSCHE COURANT Maandag 12 April. FEllILLETON. De dochter van i^lva. Fo. 85 (926 Henderd Acht en Twintigsta Jaargang, Oeinengd Nieuws. DIRECTE'UREN VAN HANDELS- SCHOLEN. Zaterdag is te Utrecht dte jaarlijksche al- gemeene vergadtering van den Bond van di- recteuren van handelsscholen gefioudten. De voorziter, de heer J. Peper uit Amers foort, merkte in zijira openingsrede op, dat in dien minder gimstigen toestand van het han delsonderwijs sinds de vorige vergadering weinig verbetering is gekomen. Nog steeds, zoo zeidte spr., wordt het handelsonderwijs achtergesteld bij and ere takken van onder wijs. Een gunstiger subsidieregeling, meer rechten, een volkomen gelijkstelling dit a les is aan het handelsonderwijs nog immer niet ten deel gevallen. De concurrentie met het M.'U. L. O. en in den laatstera tijd met de H. B. S.en, is nog steeds niet verminderd. Een emstige plicht is het dan ook, bij de re- geering krachtig en met klem er op aan te dringen dat in steden, waar reeds een han delsschool gevestigd is, geen litteraire afdee- iingen in het leven warden geroepen aan de H. B. S. 5-j. c. in die steden. Ondanks dit alles zijn er toch enkele lichtpunten. Het ver- slag van de Tweede Kamer wijst namelijk op een verhoogde bdangs telling in het onder- twijs, terwijl in de krimgui n het bedrijfs'le- ven, speciaal bij de kamers v 1 koophandel, eveneens de imteresse voor lie! handelsonder wijs stijgt. Overal waar noodig, heeft dte Bond, op den bres gestaan voor het handels onderwijs, waarbij dient te worden opge- meirkt, dat hij niet zijn kracht heeft ge- zocht im isolement, doch stappen heeft ged'aan om, met behoud van zijn voile zelfstandig- heid, samen te werken met andtere organisa- ties, die eveneens de belangen van het han delsonderwijs behartigen. Vervolgens werdam de heeren D. Penning te Wageningen en G. J. dte Vries te Waa'l- wijk als ledten van het bestuur herkozen. Een voorstel van den heer G. W. Comello uit Hilvereum om te ijveren voor een spoed'i- ge totstandkomimg van een wettelijke rege ling van het fiandelsonderwijs, waarin het handelstavondanderwijs niet wordt opgeno- men, werd bij meerdterheid van stemmen ver- worpen. De tegenstemmere waren n.l. van oordtetel, dat een splitsing tusschen avond- en dagonderwijs verkeerd' zou zijn en een groot nadeel aan het handelsonderwijs in zijn ge- heel zou toebrengein. De vergadtering droeg het bestuur op, in zake de samenwerking met andere vereeni- gingen ook wat betreft de uitgifte van het tijdschrift voor Handelsonderwijs op den ingeslagen weg voort te gaan. De positie van de handelsschool in de maatsehappij. De heer Zuidervliet, directeur van dte han delsschool te Helder, hield daarna een inlei- ding over dte positie van dte handelsschool in dte maatschappij. Zooals bekend is, zeide spr., draagt elk school het stempel van den tijd waarin zij weirkt. Zoo is het ook met de Handelsschool. Teneinde dit nader te kunnen belichten, gaf epreker een histodsch overzicht van de gees- telijke hewegingen dat, zooals he t humanisme de bevrijder is geweest in kunst en weten- schap, zooals dte reformatie de bevrijd'ster is geweest op godsdienstig gebied, zoo is er ook voor economische verhouaingen, die tot aan de Fransche revolutie gekluisterd waren in dte ketenen van de Staatsvoogdij het Mer- camtilisme en het CoObertisme een bevrij der gekomen. De consequentie vertegenwoor- diger hiervan is Adam Smith geweest. Hij Btelde de absolute vrijheid in de economische vefhouding voorop, terwijl hij dte Staat zoo goed als geheel van dit terrein buitensloot. Het zijn nu dte liberalen geweest die deze be ginselen iim de praktijk hebben gebracht, be ginselen welke in dien tijd1 een zuiver na- tuurind'ividu alistisch karakter. Groote dingen heeft dte liber ale economie tot stand gebracht. Reactie is natuurlij'k ook ■niet achterwege gebleven. De iinvoering van de machine, dte toepassingen van de indlvidii- alietische beginselen en van dte beginselen van doorgevoerd eigenbelang, gaven hiertoe aanleiding. Dra werd het individiialistisch beginsel aangetast door mannen als Fourier, Saint Simon., Kingsley. Men tastte dte na- tuurwettigheid van dte maatschappelijke ver- houdimgen aan, en begon dien verhoudingen een ethischen maatstaf aan te leggen. Tegen- woordig ziet men de maatschappij andere. Dat zij is een organisatie van individuen, dat idee heeft men tegenwoordig geheel en al prijsgegeven en men ziet haar dan ook Een verhaal uit den Tachtigjarigen Oorlog. Door Archibald Clavering Gunter. Vertaald door Mr. G. Keller. 4) Dit uitvoerig verhaal wordt onderbroken door de verschijning van den bootsman, die aan zijn pet tikt en het ziellooze lichaam van een drenkeling op de tafel van de hut neer- legt met de lal.onieke mededeeling: „De Ita- Haan is binnenboord." „Laten we eens probeeren of er nog leven in zit." Doch na kort onderzoek slaat Chester een kruis en fluistert: ,,Hij heeft geen menschelij- ke hulp meer noodig. Geen dokter of chirur- gijn kan zijn hart weder doen slaan," voegt hij er aan toe, terwijl hij de hand op den boe- zem van den doode legt. Maar tegelijk dat hij dit zegt maakt hij een gebaar van verrassing en na een oogenblik van tasten roept hij uit: „er is iets in de bin-, nenzijde van zijn jas; er is iets in genaaid." „Duivels! Zit er geld in zijn binnenzak?" rcept de Hollandsche vrijbuiter uit; en dan vervolgt hij mismoedig: .,En dan te moeten bedenken dat we niets gevonden hebben, toen we zijn zakken hebben doorzocht voor hem over boord te gooien. Is het geld? Dan is het van mij." thans aiet andtere dan als een hooge organi satie, waaraan de individuen voor een groot deel ondterworpea zijn. Dit groote idee n.u, van onderwerping van het individueele be- lang aan het gemeenschapbelang, behelst de idteale taak van ons Hanidelsonderwijs. Bij de leerlingen het groote idee vestigen, dat zij, als zij later de maatschappij ingaan, met hun werken tege'iijk de belangen van. hun medemensch hebben te behartigen, dat is hier de hoofdzaak. .En hoe kan dat maatschappe- lijk verantwoordtelijikheidsgevoel nu worden bijgebracht? Bij verschillende vakken, waar in les gegeven wordt, kan dial gesdiiedan., Allereerst dienen vele letterkundige werken ter hand worden genomen, wijl men hier- dteor een diep inzicht krijgt in den volks- aard. Dan zijn er de economische geschiede- mis en de _aara!rijkskundte, die ook den leerfing kunnen duidtelijk maken dat zij hun krachten later hebben dienstbaar te ma'ken tot heil van het algemeeft. En de Handelsschool nu leent zich in het bizonder, voor het scheppen van dte sfeer noodig om de jorgelui een vol- doendte dosis maatschappelijk verantwoorde- lijk'heidsgevoel bij te brengen. Men'meent in- den laatsten tijd wel dat litterair-economische H. B. S. deze sfeer ook kan brengen, doch het tegendeel is juist waar. Geen grooter fout is er gemaakt dan toen men het handels onderwijs naar de H. B. S. hracht, want dte sfeer, de sfeer van; de Handelsschool, ont- breekt daar absoluut. Uit dit alles blijkt ten slotte dat dte Han delsschool het product is van een historische ontwikkeling, een school die een p'iaats is gaan innemen in dte maatschappij en die dan ook maar niet zoo, zonder meer, in een hoek is te trappen. Het feit dat de geheele handtel en Industrie zich op het oogenblik achter de Handelsschool scharen, bewijst dat vol- doende. Naar aanleiding van deze injeiding werden enkele vragen gedaan, die de heer Zuider vliet beantwoordde. Ten slotte iram dte vergadering de vdlgen- de motie aan, welke motie ter kennis van den minister van onderwijs zal worden gebracht. „De vergadering enz verklaart zich voor een spoedige regeling van het handelsonder wijs in al zijn schakeeringen bij afzondterlijke wet en draagt het«bestuur op, deze motie ter kennis te brengen van dten minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen". De insipecteur van het handtelsonderwijs, mr. Van Tiel en enkele vertegenwoordigere van Kamere van Koophandel woonden de vergadtering bij. DE ONREGELMATIGHEDEN AAN HET STATION TE ROOSEN0AAL. De ontslagen spoorwegbeambten aan het station Roosendaal, wier omtslag door het sdieidsgerecht te Breda teruggenomen is, zijn gisteren weer te werk gesteld. EERSTE NEDERL. PAEDAGOG1SGH CONGRES. Zaterdagmorgen heeft het congres opnieuw in secties vergaderd. In de sectie kinderpsychologie behandelde dr. G A. M. v. Wayenburg het onderwerp: Enkele psychologische kenmerken van puber- teit, en dr. v. d. Spek het onderwerp: Het ge- voelsleven bij kinderen. In sectie IV, gewijd aan de grondslagen der paedagogiek, heeft prof. dr. mr. Leo Polak ingeleid het onderwerp: Het probleem van den vrijen wil in de paedagogiek; en de heer J. de Jager het onderwerp: algemeene grondslagen der opvoeding. De heeren J. Klootsema en G. H. Honig hebben in de sectie: Het crimineele en ver- waarloosde kind behandeld het onderwerp: straf en opvoeding. Een andere sectie was gewijd aan het on derwerp: School en Huis. Hier sprak dr. H. G. Hamaker over de moeilijkheden bij de sa menwerking van oudere en middelbare school, veroorzaakt door de fouten van beide partijen; en de heer J. H. Pluvier over het prcbleem van de autonome school. In de sectie schoonheid in de opvoeding behandelde dr. J. D. Bierens de Haan het on derwerp: Beteekenis van den schoonheidszin in de opvoeding tot voile menschelijkheid: de heer K. Brants sprak over het onderwerp: A thing of beauty is a joy for ever. Plenaire zitting. Zaterdagmiddag heeft het congres zijn tweede plenaire zitting gehouden onder lei- ding van den congres-voorzitte'r, prof. dr. Ph Kohnstamm. Deze zitting was gewijd aan de behande- ling van het onderwerp: Het vrijheidspro- bleem van didactisch-autonomisch standpunt. Eerste inleider was dr. S- C. Bokhorst. Na eenig debat sprak de heer Th. J. Thijs- sen te Amsterdam. De heer Th. J. Thyssen, heeft zijn betoog in de volgende stellingen samengevat: A. Over de cellen waaruit de lager- onder- wijs-organisatie moet worden opgebouwd. „Neen, 't is geen geld, het zijn enkel papie- ren," antwoordt Chester, terwijl hij intus- schen het wambuis van den Italiaan stuk- snijdt en een pak voor den dag haalt dat zorgvuldig in geoliede stof was gewikkeld. „Nu als het alleen papieren zijn, kunt u ze wel houden," verklaart de Watergeus royaal. De Engelschman onderzoekt intusschen de papieren die hij openvouwt. Na een oogenblik van aandachtige be- schouwing vertoont zich een trek van verba- zing op Guy's gelaat; blijkbaar diep onder den indruk, prevelt hij„Is't mogelijk, 't kan haast niet, ik kan dat vervloekte Spaansche schrift ook haast niet ontcijferen." Nog een paar minuten tuurt hij aandachtig op de schrifturen en dan komt er plotseling een ongewone glans in zijn oogen. Hij wendt zich tot Dirk Duyvel en vraagt kcrtaf: „Wat meet je hebben voor je buit? Voor den heelen boel! Je hebt me de papieren afgestaan, maar wat moet je voor de boot hebben?" ,,'t Is een pracht van een boot!" „Maar jij kunt er niets mee beginnen!" „En dan zijn er nog die drie vrouwen. Daar kan ik allicht een losgeld voor eischen." „Van wien?" „Nu, van haar vadere of breeders of min- naars; die zullen het zeker niet aangenaam vinden te moeten vernemen, dat zij geschaakt zijn door de Watergeuzen, de strijders voor de vrijheid," voegt hij er met een leelijk lach- je aan toe, „en een er van ziet er geweldig knap uit." „Hm, hoe kon >e dat zien in dezen stikdon keren nacht?" 1. Het wezen van het onderwijzerschap eischt voor den onderwijzer: „vrijheid", in de beteekenis van: voile verantwoordelijkheic voor zijn werk. 2. Voor het kind beneden de puberteitsja- ren is noodig een stelsel van onderwijs, waar bij een persoon de leiding heeft over een groep kinderen; een stelsel van onderwijs, waarbij een persoon de leiding heeft over een groep kinderen; een stelsel van onderwijs door „vak-leeraren" is voor de lagere school af te keuren. 3. De samenstellende eenheid, de „cel" in de organisatie van het lager onderwijs is de groep kinderen, welke onder de leiding van denzelfden persoon staat. 4. De lagere school, zooals die ruim een eeuw geleden in ons land werd georganiseerd, en ook in de huidige onderwijswet word voorgeschreven, was in overeenstemming met de stellingen 1, 2 en 3. De onderwijzer washet hoofd der schoolde eel in de onder- wijs-organisatie was: de school. 5. Het zoeken naar technische verbetering der school, na Pestalozzi algemeen en stel- selmatig ondernomen, heeft gebracht de on- derverdeeling van de school in „klassen", ieder onder leiding van 'n sup-opvoeder, een „hulponderwijzer(es)". Doch de onverbidde- lijke werking van stelling 1, sloot de mogelijk- heid van sub-opvoeders uit, en alzoo viel d? eenheid „school" uiteen in nieuwe eenheden 6. Het zich ondanks wet en traditie vol- trekkende proces van stelling 5 is geweest de emancipate van den klasse-onderwijzer. Het is wenschelijk, dat in de wet op het la ger onderwijs de voltrekking van dit proces wordt erkend. 7. Indien om„redenen van organisatie de „onderwijscellen'' op haar beurt weer in een grooter verband worden vereenigd, is de aan gewezen weg die van samenwerking op demo- kratischen grondslag: de leiders der eenhe den vormen te zamen het leidend college in het grootere verband. Zij komen daartoe bij- een als gelijkgerechtigden, en kiezen zich eigen leidende functionarissen, waar het grootere verband deze eischt. B. Over de vrijheid van den onderwijzer. De vrijheid, voor den onderwijzer noodig, is niet bandeloosheid, is geen „vrijmachtig kneden" kunnen van kinderzielen, doch is de hoogere vrijheid zooals die verstaan wordt door alle inleiders op dit congres: gebonden- heid aan het Uoogste in ons-zelf. 9. Voor het onderwijzerswerk is noodig maar ook voldoende: accoorden van den uitvoerenden onderwijzer met de hem gegeven opdracht; voor zijn handelen naar een theo- rie: zijn overtuigd-zijn van de juistheid dier theorie. Dit beteekent voor den onderwijzer de positie van: zelfstandig werker. 10. Bij den opbouw eener vakwatenschap der onderwijzers is een der voornaamste fak- toren; verwerkte ervaring; de school doet ook den dienst van paedagogisch laboratorium Zij kan dit te beter doen, naarmate de onder wijzer meer zelf verantwoordelijk is voor wat hij in de school onderneemt. 11. De opdracht aan den onderwijzer be- vat altijd elementen van zijn vakwetenschap. Daarom zal ook bij een niet-autonoom school- stelsel de opdrachtgever advies noodig heb ben van de vakmenschen voor de samenstel ling der opdracht. Voor deze adviezen moe ten uit de bestaande eenheden in het onder wijsstelsel langs demokratischen weg de li- chamen worden gevormd. 12. Alle toezicht op den onderwijzer, alle instructie voor zijn werk, heel de regeling van zijn ambtelijke positie kunnen slechts tot doel hebben, hem te brengen tot gehoorzaamheid aan zichzelf. Uitvoerig debat volgde waama de hee; Thijssen de debaters beantwoordde. Daarna behandelde eeret prof. mr. W. A Bonger, „Het Vrijheidsprobleem van socio logisch standpunt", over welk onderwerp ook de heer M. van Wijhe het woord zou voeren. •Tijd voor debat was er niet meer en de heer M. van Wijhe hield ten slotte de laatse zeer bekorte, inleiding. ERNSTIGE BRAND TE AMSTERDAM. Zaterdagavond om kwart voor 10 is brand uitgebroken in de timmerfabriek van M. G. ten Brink, firma C. van Beek, gevestigd in een inpandig houten gebouw achter de per ceelen 2 en 4 van den Overtoom te Amster dam. Omtrent de oorzaak is niets bekend; de bewoners van deze huizen werden door het geknetter van het vuur en een plotselingen fell en gloed opgeschrikt en het bleek toen, dat het vuur, dat voedsel v-ond in opgeslagen materialen en markiezen, met groote kracht in beide verdiepingen over de heele lengte van het gebouw, ongeveer 25 meter-, woedde. In een oogwenk was het dak doorgebrand en sloegen de vlammen hoog ui boven de omrin- gedne perceelen; dikke rookwolken dreven over den Overtoom en de Nassaukade met groote fonteinen van vonken. In verafgelegen wijken van de stad zag „Zien kon ik het niet, maar ik kon het hooren. Haar stem klinkt zoo lief als het mooiste register van het groote orgel te Am sterdam." „Nu wat moet je hebben voor den geheelen rommel?" vraagt de Engelschman, trachtend- een onverschilligen toon aan te slaan, alsof hij te doen had met een winkelier bij wien hij iets komt koopen." „Duizend kronen." „Driehonderd. kronen," antwoordt Chester kortaf. „Maak er vijfhonderd van." „Driehondterd ir contant zilver." De jonge kapitein maakt een kast van zijn kajuit open en neemt daaruit een zak met carolusguldens. „Je doet toch veel verstandiger dit aan te nemen," vervolgt hij, „dan te probeeren za- ken aan land te doen met de kans om gepakt en opgehangen te worden. Driehonderd voor alles bij' elkaar, boot, vrouwen, inventaris en ik neem alles onmiddellijk van je over!" „Wat wil u er medte doen?" „Dat is mijn zaak," antwoordt de Engelsch man, terwijl hij weder kijkt in de papieren, die hij op den verdronken Spanjaard of Itali aan heeft gevonden; want dat de doode een van beide is, blijkt duidelijk uit zijn kleedij zoowel als uit zijn uiterlijk. „Maar wil je toch wel iets beloven," ging Guy voort; „als het met de zaken loopt gelijk ik hoop, dan doe ik er nog tweehonderd bij zoodra ik weer uit Engeland terug ben." „Nu, dan is de heele rommel voor u, tel het geld maar uit." Dat was gauw afgeloopen, en Chester 30 00 STELT ALLES IN HET WERK OM ZIJN OMZET STEEDS HOOGER OP TE VOE REN.-ZEER ZEKER ZAL HIJ DE PUBLI- CITEIT VAN EEN ZEER VEEL GELEZEN DAGBLAD ONONTBEERLIJK WETEN. - NEEMT DIT EENS IN OVERWEGING EN SLUIT EEN REGELCONTRACT BIJ DE ALKMAARSCHE COURANT. DIE IN ALLE KRINGEN HAAR LEZERS TELT. ioi=iar ii-=ti men bij de laaghangende wolken de lucht in rossen gloed1, zoodat de brandweer van tal looze kanten melding kfeeg van een zwaren brand. Zij rukte dan ook met veel materiaai uit. Het blusschingswerk stond eerst ondev leiding van hoofdbrandmeester Brunet do Rochebrune, daarna onder leiding van den commandant der brandweer, den heer Gor d'ijn. Door de woonhuizen van den Overtoom, aan de achterkant waarvan door e'e hitte ae ruiten waren gesprongen, tastte dc brand weer het vuur aan, maar zij ondervond nog al moeilijkheden om het brandende gebouw te bereiken. Weldra bleek, dat op eenige plaatsen ook het gebouw van de aangrenzende tijwiel- school en magazijnen der Fongersfabriek reeds was aangetast. Ernstig onheil heeft de brandweer daar echtcr kunnen vcorkomen dte schade bepaalt zich hocfdzakelijk tot wa- terschade. Het houfen fabrieksgebouw van de firma Van Beek is vrij wel tot den grond toe afge- brand. - De brand had- een zeer groote menschen- massa op de been gebracht, die de politic met eenige moeite op een afstand hield. DE ZAAK-GEELKERKEN. De Synodale afstraffing. In de Overtoomsche Kerkbode publiceert dr. Geelkerken de afstraffing van de synode, die wij reeds hebben opgenomen, en voegt er het volgende aan toe: Het was de bidoeling geweest om haar mij mondeling in de voile synode toe te dienen, nadat ik de geeischte „verklarimg" zou heb ben geteekend. Aile vertoon van „broederlijk- heid", alle bewering dat men een alles bc- vrediger.dte oplossing wildte, al'ie vrome ge- beden der synode ten spijt, had men Hit lief- derlijke „woord van vermaning en beris- :pingnog voor mij in petto. Nu kreeg ik het nog toegezonden na het besluit tot mijn schoreing, zwart op wit. Wordt het niet met den dag duidelijker, dat er doelbewust op aangestuurd is, om mij het blijven in de Gereformeerde Kerken onmogelijk te maken, mij „er uit te werken"? Laat men toch niet pogen dit onder vrome leuzen en dierbare betuigingem van leed- wezen te verheimelijken. Het spreekt immers vanzteif, dat iemand met nog een klein beetje eergevoel, na het aanhooren dtezer krenkende woorden, een vergadering, die zich niet ont- zag zjo tot hem te spneken, onmiddellijk zou hebben verlaten met slechts deze opmerking: „lk heb het voorrecht dte heeren te groeten, voor goed!" Er waren er ter synodte, die heel goed wis- ten, dat ik reeds bij dezen aanvang der tegen mij opgezette procedure onomwonden tot hen gezegd had1: „lk wil vain harte de Gerefor meerde Kerken blijven dienen, zoolang mij dit met behoud van eer en karakter, als fat- soenlijk mensch, nog maar even mogelijk is; maar ook geen minuut langer". Welnu, wanneer elke andere poging om van dien „lastigen" Dr G. af te komen. zelfs dte po ging met de toch voor hem onaanvaardbare „verklaring", toch nog mislukt mocht zijn, had men in dit schardelijke „woord van ver- maan en afzetting" nog een zeker onfeilbare kans. Onwillekeurig denk ik aan het gesprek, dat ik met den voorzitter der syhode had op het oogenblik, dat ik voor de eerste maal met hem de „vergadtering der Gereformeerde Kerken in Nederland" binnentrad. Ds. Fern- hout zeide toen tot mij: „lk hoop, dat dte broedere elkander zullen vinden". Ik ant- woorddte: „lk hoop, dat dte Gereformeerde Kerken zich niet zullen blameeren". Het wil mij voorkomen en het doet mij buitenge- woon leed, dit te moeten eonstateeren dat schreef een bewijs van ontvangst dat de Hol lander teekende. Een oogenblik later begaf Chester ?ich aan dek, ter loops opmerkend: „Duyvel, als je verstandig bent, dan blijf je met je boot naast ons liggen tot den morgen; andere overleef je dit weer niet." Daarop neemt hij zijn eersten officier ter zijde en zegt kortaf: „U heeft het bevel over dit schip tot ik terugkom, luitenant Dalton." „Wilt u vannacht het schip verlaten?" „Ja, ik heb daareven inlichtingen gekregen die mij nopen om nog vannacht naar Ant- werpen te vertrekken." „Naar Antwerpen! In Alva's klauwen! Binnen het bereik van zijn macht!" „Ja." „Maar hoe?" „Met die Spaansche bark, die langzij ligt." „En neemt u nog een paar van ae beman- ning mede?" „Neen." „Dan geef ik geen oortje voor uw leven." „Nu zoo erg is het niet. Die laffe roeiers daar maken mij geen zorg. U weet dat ik het Spaansche bargoensch op Hispaniola geleerd heb en dat ik het zoo goed spreek dat ik er me zelven haast voor veracht. Ik ga als een Spaansch officier onder den naam dien ik al meer heb gebruikt bij vroegere bezoeken aan Antwerpen, n.l. dien van Capitan Guido Amati. Ik zal me voordoen als de bevrijder van de jonge dame in de boot, die langszij ligt; wanneer ten minste de zaken loopen zooals ik verwacht. Ga met den kotter onder de dichtstbijzijnde dijk beneden Fort Lillo liggen om mij morgen wedter aan boord te ik in die hoop teleurgesteld ben. Overigtns mogen nu en in de geschiedenis de twee stukken voor zichzelve spreken, en er tot in lengte van dgaen van getuigen, wat in dtn jare 1926 een Buitengewone Synode van Gereformeerde Kerken durfde toevoegen aan cen Dienaar des Woords, die ze vijftien jaren lang, onder heel veel opoffering en zelfverioochening, met voile toewijding en in- zettfcg van alle krachten, trots vooridurende miskenning en smaad niet zonder zegen, en in ieder geval trouw en met eere gedi?nd had. En voorts over die beide onwaardige missives geen woord meer! De hezwaarden in Groot-Amsterdam. De Stand, vemeemt, dat de kerkeraad der Geref. Kerk van Groot-Amsterdam een com- niiss'.e heeft fcecoemd om met de broedere en zustere, die bij hem een bezwaarschrift inge- diend hebben in verband met het be kendo ge- ding, een samenspreking te houden in derr loop van deze week. Dr. Geelkerken en de Vrijdenkers. Dr. Geelkerken had van de Vrijdenkers- vereeniging in Den Haag een uitnoodiging ontvangen om te komen spreken op cen nader te bepalen datum over zijn schorsing en af zetting door de synode. Op dezen brief heeft dr. Geelkerken geantwoord, dat, hij tal van uitnoodigingen heeft ontvangen om te komen spreken in- Gereformeerde Kerken Voorals- nog heeft hij dus geen tijd om aan de uit noodiging gevolg te geven en ook acht hij het oogenblik nog niet gekomen,. om buiUn dte Geivformeerde Kerken over zijn schorsing en afzetting te spreken Bover dien ziet hij er het nut niet van in zijn zaak uiteen te zetten voor deze vareeniging, al zou hij ter gelege ner tijd voor deze vereeniging bereid zijn een godsdienstig onderwerp te behandelen. Be- richtem dus, dat dr. Geelkerken voor de Vrij- denkersvereeniging in Den Haag zal spre ken, zijn van alien grond ontbloot. DE KAASKWESTIE. Naar aanleiding van den brief van den F. N. Z. aan het Natioenaal Comite van den Internationalen Zuivelbond schrijft het Alg. Zuivel- en- Melkhygienisch Weekblad: Naar wij vernemen heeft dit standpunt (d. i. het standpunt van dein F.N.Z.) bij ve- len verbazing gewekt, omdat bedoeld comite nu al ongeveer 5 jaar aan deze kaaskwestie werkt met actieve mede werking van den F.N. Z. Feitelijk heeft het Comite nooit veel an dere gedaan dan met bijzondere energie deze kaaskwesties behandelen. Men is daarbij op groote moeilijkheden gestuit. En nu men op het punt stond deze moeilijkheden op te los- sen, komt een der organisaties vragen om het punt van de agenda af te voeren. Het is de bedoeling nog een bijeenkomst te houden van het bestuur van het Comite en de besturen van F.N.Z. en de V. v. Z. M. teneinde te overwegen, hoe men thans deze kwestie zal behandelen. LEERAREN EN LEERARESSEN BIJ HET NIJVERHEIDSONDERWIJS. (Slot.) Im de Zaterdag te Utrecht voortgezette al gemeene vergadering van den Bond van leeraren en leerassen bij het nijverheidson- derwijs is besloten, dat het hoofdbestuur zat' ijveren voor opneming van de lcerkrachkm bij het mijverheidsonderwijs in het Bezoldi gingsbesluit burgebiijke rijksambtenaren. Op voorstel van de afdeeling Wageningen werd mede besloten, te onderzoeken in hoe- verre de normalisatie-ideeen bij het nijver- heidsonderwijs in toepassing gebracht kun nen worden. Na eenige besprekingen werd bepaald, eer- lang aan een referendum te omdterwerpen een voorstel tot uitgifte van een tijdschrift voor het nijverheidsonderwijs. nemen. „U zet uw leven op het spelof laat ik lie- ver zeggen u gaac den dood zeker tegemoet," oppert de eerste officier met angstige stem. „lk doe beide met vreugde voor mijn konin- gin, wier hand ik mocht kussen voor ik En geland verliet," fluistert de jonge man. „En nu ga ik kennis maken met mijn gevangene." Met behulp van een eindje »abel slingert hij zich over de lage verschansing en een oogenblik later staat hij tusschen zijn man- schappen, die met die bewaking zijn belast van het Spaansche pleiziervaartuig. En dan wordt het oar van Guy Chester getroffen door het lieflijkste, het bekoorlijkste, het zoetste stemgeluid dat het ooit heeft gestreeld sinds hij zijn ooren opende voor de menschelijke stem. HOOFDSTUK II. De Dame van het Pleizierjacht. Nooit had Guy Chester zich zoo diep ont- roerd gevoeld door den klank van een men schelijke stem, hoevel bij de haast ondoor- dringbare duisteniis van den nacht de beko- ring er van niet vergroot werd door de ver schijning van een slanke gestalte, van een be- tooverd gelaat of van vlammende blikken. En kel de klank der stem heeft hem bekoord. Fn die stem zegt: „Senor, zijt ge officier? Heeft ii iets te zeggen over die woestelingen?" (Wordt vervolgd.) nntlWITIIiniliniUlll||liliill||||||[[iiiiiii||||iniuiiiniuuuBBWI(ntllfnnmtllllHllliailimPillllllll[)illimiinililiiniminiiiinmiiiiiiiniii!iiiniiniumnmum!nnnmrfnnni»

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1926 | | pagina 5