Alkmaarsche Gourant
EEN GOED
ZAKENMAN
ADVERTEERT IN DE
ALKMAARSCHE COURANT
Maandag 12 April.
FEllILLETON.
De dochter van i^lva.
Fo. 85
(926
Henderd Acht en Twintigsta Jaargang,
Oeinengd Nieuws.
DIRECTE'UREN VAN HANDELS-
SCHOLEN.
Zaterdag is te Utrecht dte jaarlijksche al-
gemeene vergadtering van den Bond van di-
recteuren van handelsscholen gefioudten.
De voorziter, de heer J. Peper uit Amers
foort, merkte in zijira openingsrede op, dat in
dien minder gimstigen toestand van het han
delsonderwijs sinds de vorige vergadering
weinig verbetering is gekomen. Nog steeds,
zoo zeidte spr., wordt het handelsonderwijs
achtergesteld bij and ere takken van onder
wijs. Een gunstiger subsidieregeling, meer
rechten, een volkomen gelijkstelling dit a
les is aan het handelsonderwijs nog immer
niet ten deel gevallen. De concurrentie met
het M.'U. L. O. en in den laatstera tijd met
de H. B. S.en, is nog steeds niet verminderd.
Een emstige plicht is het dan ook, bij de re-
geering krachtig en met klem er op aan te
dringen dat in steden, waar reeds een han
delsschool gevestigd is, geen litteraire afdee-
iingen in het leven warden geroepen aan de
H. B. S. 5-j. c. in die steden. Ondanks dit
alles zijn er toch enkele lichtpunten. Het ver-
slag van de Tweede Kamer wijst namelijk op
een verhoogde bdangs telling in het onder-
twijs, terwijl in de krimgui n het bedrijfs'le-
ven, speciaal bij de kamers v 1 koophandel,
eveneens de imteresse voor lie! handelsonder
wijs stijgt. Overal waar noodig, heeft dte
Bond, op den bres gestaan voor het handels
onderwijs, waarbij dient te worden opge-
meirkt, dat hij niet zijn kracht heeft ge-
zocht im isolement, doch stappen heeft ged'aan
om, met behoud van zijn voile zelfstandig-
heid, samen te werken met andtere organisa-
ties, die eveneens de belangen van het han
delsonderwijs behartigen.
Vervolgens werdam de heeren D. Penning
te Wageningen en G. J. dte Vries te Waa'l-
wijk als ledten van het bestuur herkozen.
Een voorstel van den heer G. W. Comello
uit Hilvereum om te ijveren voor een spoed'i-
ge totstandkomimg van een wettelijke rege
ling van het fiandelsonderwijs, waarin het
handelstavondanderwijs niet wordt opgeno-
men, werd bij meerdterheid van stemmen ver-
worpen. De tegenstemmere waren n.l. van
oordtetel, dat een splitsing tusschen avond- en
dagonderwijs verkeerd' zou zijn en een groot
nadeel aan het handelsonderwijs in zijn ge-
heel zou toebrengein.
De vergadtering droeg het bestuur op, in
zake de samenwerking met andere vereeni-
gingen ook wat betreft de uitgifte van het
tijdschrift voor Handelsonderwijs op den
ingeslagen weg voort te gaan.
De positie van de handelsschool in de
maatsehappij.
De heer Zuidervliet, directeur van dte han
delsschool te Helder, hield daarna een inlei-
ding over dte positie van dte handelsschool in
dte maatschappij.
Zooals bekend is, zeide spr., draagt elk
school het stempel van den tijd waarin zij
weirkt. Zoo is het ook met de Handelsschool.
Teneinde dit nader te kunnen belichten, gaf
epreker een histodsch overzicht van de gees-
telijke hewegingen dat, zooals he t humanisme
de bevrijder is geweest in kunst en weten-
schap, zooals dte reformatie de bevrijd'ster is
geweest op godsdienstig gebied, zoo is er ook
voor economische verhouaingen, die tot aan
de Fransche revolutie gekluisterd waren in
dte ketenen van de Staatsvoogdij het Mer-
camtilisme en het CoObertisme een bevrij
der gekomen. De consequentie vertegenwoor-
diger hiervan is Adam Smith geweest. Hij
Btelde de absolute vrijheid in de economische
vefhouding voorop, terwijl hij dte Staat zoo
goed als geheel van dit terrein buitensloot.
Het zijn nu dte liberalen geweest die deze be
ginselen iim de praktijk hebben gebracht, be
ginselen welke in dien tijd1 een zuiver na-
tuurind'ividu alistisch karakter.
Groote dingen heeft dte liber ale economie
tot stand gebracht. Reactie is natuurlij'k ook
■niet achterwege gebleven. De iinvoering van
de machine, dte toepassingen van de indlvidii-
alietische beginselen en van dte beginselen
van doorgevoerd eigenbelang, gaven hiertoe
aanleiding. Dra werd het individiialistisch
beginsel aangetast door mannen als Fourier,
Saint Simon., Kingsley. Men tastte dte na-
tuurwettigheid van dte maatschappelijke ver-
houdimgen aan, en begon dien verhoudingen
een ethischen maatstaf aan te leggen. Tegen-
woordig ziet men de maatschappij andere.
Dat zij is een organisatie van individuen,
dat idee heeft men tegenwoordig geheel en
al prijsgegeven en men ziet haar dan ook
Een verhaal uit den Tachtigjarigen
Oorlog.
Door Archibald Clavering Gunter.
Vertaald door Mr. G. Keller.
4)
Dit uitvoerig verhaal wordt onderbroken
door de verschijning van den bootsman, die
aan zijn pet tikt en het ziellooze lichaam van
een drenkeling op de tafel van de hut neer-
legt met de lal.onieke mededeeling: „De Ita-
Haan is binnenboord."
„Laten we eens probeeren of er nog leven
in zit."
Doch na kort onderzoek slaat Chester een
kruis en fluistert: ,,Hij heeft geen menschelij-
ke hulp meer noodig. Geen dokter of chirur-
gijn kan zijn hart weder doen slaan," voegt
hij er aan toe, terwijl hij de hand op den boe-
zem van den doode legt.
Maar tegelijk dat hij dit zegt maakt hij een
gebaar van verrassing en na een oogenblik
van tasten roept hij uit: „er is iets in de bin-,
nenzijde van zijn jas; er is iets in genaaid."
„Duivels! Zit er geld in zijn binnenzak?"
rcept de Hollandsche vrijbuiter uit; en dan
vervolgt hij mismoedig: .,En dan te moeten
bedenken dat we niets gevonden hebben, toen
we zijn zakken hebben doorzocht voor hem
over boord te gooien. Is het geld? Dan is het
van mij."
thans aiet andtere dan als een hooge organi
satie, waaraan de individuen voor een groot
deel ondterworpea zijn. Dit groote idee n.u,
van onderwerping van het individueele be-
lang aan het gemeenschapbelang, behelst de
idteale taak van ons Hanidelsonderwijs. Bij de
leerlingen het groote idee vestigen, dat zij,
als zij later de maatschappij ingaan, met
hun werken tege'iijk de belangen van. hun
medemensch hebben te behartigen, dat is hier
de hoofdzaak. .En hoe kan dat maatschappe-
lijk verantwoordtelijikheidsgevoel nu worden
bijgebracht? Bij verschillende vakken, waar
in les gegeven wordt, kan dial gesdiiedan.,
Allereerst dienen vele letterkundige werken
ter hand worden genomen, wijl men hier-
dteor een diep inzicht krijgt in den volks-
aard. Dan zijn er de economische geschiede-
mis en de _aara!rijkskundte, die ook den leerfing
kunnen duidtelijk maken dat zij hun krachten
later hebben dienstbaar te ma'ken tot heil
van het algemeeft. En de Handelsschool nu
leent zich in het bizonder, voor het scheppen
van dte sfeer noodig om de jorgelui een vol-
doendte dosis maatschappelijk verantwoorde-
lijk'heidsgevoel bij te brengen. Men'meent in-
den laatsten tijd wel dat litterair-economische
H. B. S. deze sfeer ook kan brengen, doch
het tegendeel is juist waar. Geen grooter
fout is er gemaakt dan toen men het handels
onderwijs naar de H. B. S. hracht, want dte
sfeer, de sfeer van; de Handelsschool, ont-
breekt daar absoluut.
Uit dit alles blijkt ten slotte dat dte Han
delsschool het product is van een historische
ontwikkeling, een school die een p'iaats is
gaan innemen in dte maatschappij en die dan
ook maar niet zoo, zonder meer, in een hoek
is te trappen. Het feit dat de geheele handtel
en Industrie zich op het oogenblik achter de
Handelsschool scharen, bewijst dat vol-
doende.
Naar aanleiding van deze injeiding werden
enkele vragen gedaan, die de heer Zuider
vliet beantwoordde.
Ten slotte iram dte vergadering de vdlgen-
de motie aan, welke motie ter kennis van den
minister van onderwijs zal worden gebracht.
„De vergadering enz verklaart zich voor
een spoedige regeling van het handelsonder
wijs in al zijn schakeeringen bij afzondterlijke
wet en draagt het«bestuur op, deze motie ter
kennis te brengen van dten minister van
onderwijs, kunsten en wetenschappen".
De insipecteur van het handtelsonderwijs,
mr. Van Tiel en enkele vertegenwoordigere
van Kamere van Koophandel woonden de
vergadtering bij.
DE ONREGELMATIGHEDEN AAN
HET STATION TE ROOSEN0AAL.
De ontslagen spoorwegbeambten aan het
station Roosendaal, wier omtslag door het
sdieidsgerecht te Breda teruggenomen is,
zijn gisteren weer te werk gesteld.
EERSTE NEDERL. PAEDAGOG1SGH
CONGRES.
Zaterdagmorgen heeft het congres opnieuw
in secties vergaderd.
In de sectie kinderpsychologie behandelde
dr. G A. M. v. Wayenburg het onderwerp:
Enkele psychologische kenmerken van puber-
teit, en dr. v. d. Spek het onderwerp: Het ge-
voelsleven bij kinderen.
In sectie IV, gewijd aan de grondslagen
der paedagogiek, heeft prof. dr. mr. Leo
Polak ingeleid het onderwerp: Het probleem
van den vrijen wil in de paedagogiek; en de
heer J. de Jager het onderwerp: algemeene
grondslagen der opvoeding.
De heeren J. Klootsema en G. H. Honig
hebben in de sectie: Het crimineele en ver-
waarloosde kind behandeld het onderwerp:
straf en opvoeding.
Een andere sectie was gewijd aan het on
derwerp: School en Huis. Hier sprak dr. H.
G. Hamaker over de moeilijkheden bij de sa
menwerking van oudere en middelbare
school, veroorzaakt door de fouten van beide
partijen; en de heer J. H. Pluvier over het
prcbleem van de autonome school.
In de sectie schoonheid in de opvoeding
behandelde dr. J. D. Bierens de Haan het on
derwerp: Beteekenis van den schoonheidszin
in de opvoeding tot voile menschelijkheid: de
heer K. Brants sprak over het onderwerp: A
thing of beauty is a joy for ever.
Plenaire zitting.
Zaterdagmiddag heeft het congres zijn
tweede plenaire zitting gehouden onder lei-
ding van den congres-voorzitte'r, prof. dr. Ph
Kohnstamm.
Deze zitting was gewijd aan de behande-
ling van het onderwerp: Het vrijheidspro-
bleem van didactisch-autonomisch standpunt.
Eerste inleider was dr. S- C. Bokhorst.
Na eenig debat sprak de heer Th. J. Thijs-
sen te Amsterdam.
De heer Th. J. Thyssen, heeft zijn betoog
in de volgende stellingen samengevat:
A. Over de cellen waaruit de lager- onder-
wijs-organisatie moet worden opgebouwd.
„Neen, 't is geen geld, het zijn enkel papie-
ren," antwoordt Chester, terwijl hij intus-
schen het wambuis van den Italiaan stuk-
snijdt en een pak voor den dag haalt dat
zorgvuldig in geoliede stof was gewikkeld.
„Nu als het alleen papieren zijn, kunt u ze
wel houden," verklaart de Watergeus royaal.
De Engelschman onderzoekt intusschen de
papieren die hij openvouwt.
Na een oogenblik van aandachtige be-
schouwing vertoont zich een trek van verba-
zing op Guy's gelaat; blijkbaar diep onder
den indruk, prevelt hij„Is't mogelijk, 't kan
haast niet, ik kan dat vervloekte Spaansche
schrift ook haast niet ontcijferen."
Nog een paar minuten tuurt hij aandachtig
op de schrifturen en dan komt er plotseling
een ongewone glans in zijn oogen. Hij wendt
zich tot Dirk Duyvel en vraagt kcrtaf: „Wat
meet je hebben voor je buit? Voor den heelen
boel! Je hebt me de papieren afgestaan, maar
wat moet je voor de boot hebben?"
,,'t Is een pracht van een boot!"
„Maar jij kunt er niets mee beginnen!"
„En dan zijn er nog die drie vrouwen.
Daar kan ik allicht een losgeld voor eischen."
„Van wien?"
„Nu, van haar vadere of breeders of min-
naars; die zullen het zeker niet aangenaam
vinden te moeten vernemen, dat zij geschaakt
zijn door de Watergeuzen, de strijders voor
de vrijheid," voegt hij er met een leelijk lach-
je aan toe, „en een er van ziet er geweldig
knap uit."
„Hm, hoe kon >e dat zien in dezen stikdon
keren nacht?"
1. Het wezen van het onderwijzerschap
eischt voor den onderwijzer: „vrijheid", in de
beteekenis van: voile verantwoordelijkheic
voor zijn werk.
2. Voor het kind beneden de puberteitsja-
ren is noodig een stelsel van onderwijs, waar
bij een persoon de leiding heeft over een
groep kinderen; een stelsel van onderwijs,
waarbij een persoon de leiding heeft over een
groep kinderen; een stelsel van onderwijs
door „vak-leeraren" is voor de lagere school
af te keuren.
3. De samenstellende eenheid, de „cel" in
de organisatie van het lager onderwijs is de
groep kinderen, welke onder de leiding van
denzelfden persoon staat.
4. De lagere school, zooals die ruim een
eeuw geleden in ons land werd georganiseerd,
en ook in de huidige onderwijswet word
voorgeschreven, was in overeenstemming
met de stellingen 1, 2 en 3. De onderwijzer
washet hoofd der schoolde eel in de onder-
wijs-organisatie was: de school.
5. Het zoeken naar technische verbetering
der school, na Pestalozzi algemeen en stel-
selmatig ondernomen, heeft gebracht de on-
derverdeeling van de school in „klassen",
ieder onder leiding van 'n sup-opvoeder, een
„hulponderwijzer(es)". Doch de onverbidde-
lijke werking van stelling 1, sloot de mogelijk-
heid van sub-opvoeders uit, en alzoo viel d?
eenheid „school" uiteen in nieuwe eenheden
6. Het zich ondanks wet en traditie vol-
trekkende proces van stelling 5 is geweest de
emancipate van den klasse-onderwijzer.
Het is wenschelijk, dat in de wet op het la
ger onderwijs de voltrekking van dit proces
wordt erkend.
7. Indien om„redenen van organisatie de
„onderwijscellen'' op haar beurt weer in een
grooter verband worden vereenigd, is de aan
gewezen weg die van samenwerking op demo-
kratischen grondslag: de leiders der eenhe
den vormen te zamen het leidend college in
het grootere verband. Zij komen daartoe bij-
een als gelijkgerechtigden, en kiezen zich
eigen leidende functionarissen, waar het
grootere verband deze eischt.
B. Over de vrijheid van den onderwijzer.
De vrijheid, voor den onderwijzer noodig,
is niet bandeloosheid, is geen „vrijmachtig
kneden" kunnen van kinderzielen, doch is de
hoogere vrijheid zooals die verstaan wordt
door alle inleiders op dit congres: gebonden-
heid aan het Uoogste in ons-zelf.
9. Voor het onderwijzerswerk is noodig
maar ook voldoende: accoorden van den
uitvoerenden onderwijzer met de hem gegeven
opdracht; voor zijn handelen naar een theo-
rie: zijn overtuigd-zijn van de juistheid dier
theorie. Dit beteekent voor den onderwijzer
de positie van: zelfstandig werker.
10. Bij den opbouw eener vakwatenschap
der onderwijzers is een der voornaamste fak-
toren; verwerkte ervaring; de school doet ook
den dienst van paedagogisch laboratorium
Zij kan dit te beter doen, naarmate de onder
wijzer meer zelf verantwoordelijk is voor
wat hij in de school onderneemt.
11. De opdracht aan den onderwijzer be-
vat altijd elementen van zijn vakwetenschap.
Daarom zal ook bij een niet-autonoom school-
stelsel de opdrachtgever advies noodig heb
ben van de vakmenschen voor de samenstel
ling der opdracht. Voor deze adviezen moe
ten uit de bestaande eenheden in het onder
wijsstelsel langs demokratischen weg de li-
chamen worden gevormd.
12. Alle toezicht op den onderwijzer, alle
instructie voor zijn werk, heel de regeling van
zijn ambtelijke positie kunnen slechts tot doel
hebben, hem te brengen tot gehoorzaamheid
aan zichzelf.
Uitvoerig debat volgde waama de hee;
Thijssen de debaters beantwoordde.
Daarna behandelde eeret prof. mr. W. A
Bonger, „Het Vrijheidsprobleem van socio
logisch standpunt", over welk onderwerp ook
de heer M. van Wijhe het woord zou voeren.
•Tijd voor debat was er niet meer en de
heer M. van Wijhe hield ten slotte de laatse
zeer bekorte, inleiding.
ERNSTIGE BRAND TE AMSTERDAM.
Zaterdagavond om kwart voor 10 is brand
uitgebroken in de timmerfabriek van M. G.
ten Brink, firma C. van Beek, gevestigd in
een inpandig houten gebouw achter de per
ceelen 2 en 4 van den Overtoom te Amster
dam. Omtrent de oorzaak is niets bekend; de
bewoners van deze huizen werden door het
geknetter van het vuur en een plotselingen
fell en gloed opgeschrikt en het bleek toen,
dat het vuur, dat voedsel v-ond in opgeslagen
materialen en markiezen, met groote kracht in
beide verdiepingen over de heele lengte van
het gebouw, ongeveer 25 meter-, woedde. In
een oogwenk was het dak doorgebrand en
sloegen de vlammen hoog ui boven de omrin-
gedne perceelen; dikke rookwolken dreven
over den Overtoom en de Nassaukade met
groote fonteinen van vonken.
In verafgelegen wijken van de stad zag
„Zien kon ik het niet, maar ik kon het
hooren. Haar stem klinkt zoo lief als het
mooiste register van het groote orgel te Am
sterdam."
„Nu wat moet je hebben voor den geheelen
rommel?" vraagt de Engelschman, trachtend-
een onverschilligen toon aan te slaan, alsof
hij te doen had met een winkelier bij wien hij
iets komt koopen."
„Duizend kronen."
„Driehonderd. kronen," antwoordt Chester
kortaf.
„Maak er vijfhonderd van."
„Driehondterd ir contant zilver." De jonge
kapitein maakt een kast van zijn kajuit open
en neemt daaruit een zak met carolusguldens.
„Je doet toch veel verstandiger dit aan te
nemen," vervolgt hij, „dan te probeeren za-
ken aan land te doen met de kans om gepakt
en opgehangen te worden. Driehonderd voor
alles bij' elkaar, boot, vrouwen, inventaris en
ik neem alles onmiddellijk van je over!"
„Wat wil u er medte doen?"
„Dat is mijn zaak," antwoordt de Engelsch
man, terwijl hij weder kijkt in de papieren,
die hij op den verdronken Spanjaard of Itali
aan heeft gevonden; want dat de doode een
van beide is, blijkt duidelijk uit zijn kleedij
zoowel als uit zijn uiterlijk. „Maar wil je
toch wel iets beloven," ging Guy voort; „als
het met de zaken loopt gelijk ik hoop, dan doe
ik er nog tweehonderd bij zoodra ik weer uit
Engeland terug ben."
„Nu, dan is de heele rommel voor u, tel het
geld maar uit."
Dat was gauw afgeloopen, en Chester
30
00
STELT ALLES IN HET WERK OM ZIJN
OMZET STEEDS HOOGER OP TE VOE
REN.-ZEER ZEKER ZAL HIJ DE PUBLI-
CITEIT VAN EEN ZEER VEEL GELEZEN
DAGBLAD ONONTBEERLIJK WETEN. -
NEEMT DIT EENS IN OVERWEGING EN
SLUIT EEN REGELCONTRACT BIJ DE
ALKMAARSCHE COURANT. DIE IN ALLE
KRINGEN HAAR LEZERS TELT.
ioi=iar ii-=ti
men bij de laaghangende wolken de lucht in
rossen gloed1, zoodat de brandweer van tal
looze kanten melding kfeeg van een zwaren
brand. Zij rukte dan ook met veel materiaai
uit. Het blusschingswerk stond eerst ondev
leiding van hoofdbrandmeester Brunet do
Rochebrune, daarna onder leiding van den
commandant der brandweer, den heer Gor
d'ijn.
Door de woonhuizen van den Overtoom,
aan de achterkant waarvan door e'e hitte ae
ruiten waren gesprongen, tastte dc brand
weer het vuur aan, maar zij ondervond nog
al moeilijkheden om het brandende gebouw
te bereiken.
Weldra bleek, dat op eenige plaatsen ook
het gebouw van de aangrenzende tijwiel-
school en magazijnen der Fongersfabriek
reeds was aangetast. Ernstig onheil heeft de
brandweer daar echtcr kunnen vcorkomen
dte schade bepaalt zich hocfdzakelijk tot wa-
terschade.
Het houfen fabrieksgebouw van de firma
Van Beek is vrij wel tot den grond toe afge-
brand.
- De brand had- een zeer groote menschen-
massa op de been gebracht, die de politic
met eenige moeite op een afstand hield.
DE ZAAK-GEELKERKEN.
De Synodale afstraffing.
In de Overtoomsche Kerkbode publiceert
dr. Geelkerken de afstraffing van de synode,
die wij reeds hebben opgenomen, en voegt er
het volgende aan toe:
Het was de bidoeling geweest om haar mij
mondeling in de voile synode toe te dienen,
nadat ik de geeischte „verklarimg" zou heb
ben geteekend. Aile vertoon van „broederlijk-
heid", alle bewering dat men een alles bc-
vrediger.dte oplossing wildte, al'ie vrome ge-
beden der synode ten spijt, had men Hit lief-
derlijke „woord van vermaning en beris-
:pingnog voor mij in petto. Nu kreeg ik het
nog toegezonden na het besluit tot mijn
schoreing, zwart op wit.
Wordt het niet met den dag duidelijker,
dat er doelbewust op aangestuurd is, om
mij het blijven in de Gereformeerde Kerken
onmogelijk te maken, mij „er uit te werken"?
Laat men toch niet pogen dit onder vrome
leuzen en dierbare betuigingem van leed-
wezen te verheimelijken. Het spreekt immers
vanzteif, dat iemand met nog een klein beetje
eergevoel, na het aanhooren dtezer krenkende
woorden, een vergadering, die zich niet ont-
zag zjo tot hem te spneken, onmiddellijk zou
hebben verlaten met slechts deze opmerking:
„lk heb het voorrecht dte heeren te groeten,
voor goed!"
Er waren er ter synodte, die heel goed wis-
ten, dat ik reeds bij dezen aanvang der tegen
mij opgezette procedure onomwonden tot hen
gezegd had1: „lk wil vain harte de Gerefor
meerde Kerken blijven dienen, zoolang mij
dit met behoud van eer en karakter, als fat-
soenlijk mensch, nog maar even mogelijk is;
maar ook geen minuut langer". Welnu,
wanneer elke andere poging om van dien
„lastigen" Dr G. af te komen. zelfs dte po
ging met de toch voor hem onaanvaardbare
„verklaring", toch nog mislukt mocht zijn,
had men in dit schardelijke „woord van ver-
maan en afzetting" nog een zeker onfeilbare
kans.
Onwillekeurig denk ik aan het gesprek,
dat ik met den voorzitter der syhode had op
het oogenblik, dat ik voor de eerste maal met
hem de „vergadtering der Gereformeerde
Kerken in Nederland" binnentrad. Ds. Fern-
hout zeide toen tot mij: „lk hoop, dat dte
broedere elkander zullen vinden". Ik ant-
woorddte: „lk hoop, dat dte Gereformeerde
Kerken zich niet zullen blameeren". Het wil
mij voorkomen en het doet mij buitenge-
woon leed, dit te moeten eonstateeren dat
schreef een bewijs van ontvangst dat de Hol
lander teekende. Een oogenblik later begaf
Chester ?ich aan dek, ter loops opmerkend:
„Duyvel, als je verstandig bent, dan blijf je
met je boot naast ons liggen tot den morgen;
andere overleef je dit weer niet." Daarop
neemt hij zijn eersten officier ter zijde en
zegt kortaf: „U heeft het bevel over dit schip
tot ik terugkom, luitenant Dalton."
„Wilt u vannacht het schip verlaten?"
„Ja, ik heb daareven inlichtingen gekregen
die mij nopen om nog vannacht naar Ant-
werpen te vertrekken."
„Naar Antwerpen! In Alva's klauwen!
Binnen het bereik van zijn macht!"
„Ja."
„Maar hoe?"
„Met die Spaansche bark, die langzij ligt."
„En neemt u nog een paar van ae beman-
ning mede?"
„Neen."
„Dan geef ik geen oortje voor uw leven."
„Nu zoo erg is het niet. Die laffe roeiers
daar maken mij geen zorg. U weet dat ik het
Spaansche bargoensch op Hispaniola geleerd
heb en dat ik het zoo goed spreek dat ik er me
zelven haast voor veracht. Ik ga als een
Spaansch officier onder den naam dien ik al
meer heb gebruikt bij vroegere bezoeken aan
Antwerpen, n.l. dien van Capitan Guido
Amati. Ik zal me voordoen als de bevrijder
van de jonge dame in de boot, die langszij
ligt; wanneer ten minste de zaken loopen
zooals ik verwacht. Ga met den kotter onder
de dichtstbijzijnde dijk beneden Fort Lillo
liggen om mij morgen wedter aan boord te
ik in die hoop teleurgesteld ben.
Overigtns mogen nu en in de geschiedenis
de twee stukken voor zichzelve spreken, en
er tot in lengte van dgaen van getuigen, wat
in dtn jare 1926 een Buitengewone Synode
van Gereformeerde Kerken durfde toevoegen
aan cen Dienaar des Woords, die ze vijftien
jaren lang, onder heel veel opoffering en
zelfverioochening, met voile toewijding en in-
zettfcg van alle krachten, trots vooridurende
miskenning en smaad niet zonder zegen, en
in ieder geval trouw en met eere gedi?nd
had. En voorts over die beide onwaardige
missives geen woord meer!
De hezwaarden in Groot-Amsterdam.
De Stand, vemeemt, dat de kerkeraad der
Geref. Kerk van Groot-Amsterdam een com-
niiss'.e heeft fcecoemd om met de broedere en
zustere, die bij hem een bezwaarschrift inge-
diend hebben in verband met het be kendo ge-
ding, een samenspreking te houden in derr
loop van deze week.
Dr. Geelkerken en de Vrijdenkers.
Dr. Geelkerken had van de Vrijdenkers-
vereeniging in Den Haag een uitnoodiging
ontvangen om te komen spreken op cen nader
te bepalen datum over zijn schorsing en af
zetting door de synode. Op dezen brief heeft
dr. Geelkerken geantwoord, dat, hij tal van
uitnoodigingen heeft ontvangen om te komen
spreken in- Gereformeerde Kerken Voorals-
nog heeft hij dus geen tijd om aan de uit
noodiging gevolg te geven en ook acht hij
het oogenblik nog niet gekomen,. om buiUn
dte Geivformeerde Kerken over zijn schorsing
en afzetting te spreken Bover dien ziet hij er
het nut niet van in zijn zaak uiteen te zetten
voor deze vareeniging, al zou hij ter gelege
ner tijd voor deze vereeniging bereid zijn een
godsdienstig onderwerp te behandelen. Be-
richtem dus, dat dr. Geelkerken voor de Vrij-
denkersvereeniging in Den Haag zal spre
ken, zijn van alien grond ontbloot.
DE KAASKWESTIE.
Naar aanleiding van den brief van den F.
N. Z. aan het Natioenaal Comite van den
Internationalen Zuivelbond schrijft het Alg.
Zuivel- en- Melkhygienisch Weekblad:
Naar wij vernemen heeft dit standpunt
(d. i. het standpunt van dein F.N.Z.) bij ve-
len verbazing gewekt, omdat bedoeld comite
nu al ongeveer 5 jaar aan deze kaaskwestie
werkt met actieve mede werking van den F.N.
Z. Feitelijk heeft het Comite nooit veel an
dere gedaan dan met bijzondere energie deze
kaaskwesties behandelen. Men is daarbij op
groote moeilijkheden gestuit. En nu men op
het punt stond deze moeilijkheden op te los-
sen, komt een der organisaties vragen om
het punt van de agenda af te voeren.
Het is de bedoeling nog een bijeenkomst te
houden van het bestuur van het Comite en
de besturen van F.N.Z. en de V. v. Z. M.
teneinde te overwegen, hoe men thans deze
kwestie zal behandelen.
LEERAREN EN LEERARESSEN BIJ
HET NIJVERHEIDSONDERWIJS.
(Slot.)
Im de Zaterdag te Utrecht voortgezette al
gemeene vergadering van den Bond van
leeraren en leerassen bij het nijverheidson-
derwijs is besloten, dat het hoofdbestuur zat'
ijveren voor opneming van de lcerkrachkm
bij het mijverheidsonderwijs in het Bezoldi
gingsbesluit burgebiijke rijksambtenaren.
Op voorstel van de afdeeling Wageningen
werd mede besloten, te onderzoeken in hoe-
verre de normalisatie-ideeen bij het nijver-
heidsonderwijs in toepassing gebracht kun
nen worden.
Na eenige besprekingen werd bepaald, eer-
lang aan een referendum te omdterwerpen een
voorstel tot uitgifte van een tijdschrift voor
het nijverheidsonderwijs.
nemen.
„U zet uw leven op het spelof laat ik lie-
ver zeggen u gaac den dood zeker tegemoet,"
oppert de eerste officier met angstige stem.
„lk doe beide met vreugde voor mijn konin-
gin, wier hand ik mocht kussen voor ik En
geland verliet," fluistert de jonge man. „En
nu ga ik kennis maken met mijn gevangene."
Met behulp van een eindje »abel slingert
hij zich over de lage verschansing en een
oogenblik later staat hij tusschen zijn man-
schappen, die met die bewaking zijn belast van
het Spaansche pleiziervaartuig. En dan
wordt het oar van Guy Chester getroffen door
het lieflijkste, het bekoorlijkste, het zoetste
stemgeluid dat het ooit heeft gestreeld sinds
hij zijn ooren opende voor de menschelijke
stem.
HOOFDSTUK II.
De Dame van het Pleizierjacht.
Nooit had Guy Chester zich zoo diep ont-
roerd gevoeld door den klank van een men
schelijke stem, hoevel bij de haast ondoor-
dringbare duisteniis van den nacht de beko-
ring er van niet vergroot werd door de ver
schijning van een slanke gestalte, van een be-
tooverd gelaat of van vlammende blikken. En
kel de klank der stem heeft hem bekoord. Fn
die stem zegt: „Senor, zijt ge officier? Heeft
ii iets te zeggen over die woestelingen?"
(Wordt vervolgd.)
nntlWITIIiniliniUlll||liliill||||||[[iiiiiii||||iniuiiiniuuuBBWI(ntllfnnmtllllHllliailimPillllllll[)illimiinililiiniminiiiinmiiiiiiiniii!iiiniiniumnmum!nnnmrfnnni»