AlHmaarsciis Courant
De dochter van Alva.
gg_r~»iriiif=if=ii=i[=ir=ir=i[=if=
Een zwaluw maakt nog geen zomer!
Een advertentie geeft nog geen succes!
Adverteert i. de Alkmaarsche Courant!
Dinstdag 20 April.
FKllLLETON.
[5®=] 1=1 @1=33
JL
No 92 1926
Honaerci Acht en Twinfigste aargang.
HERHALINGSOEFENINGEN.
De Burgemeester van Alkmaar roept de in
het verlofgangersregister dczer gemeente in-
gtefechreven verlofgangers, hieronder vermeld,
bij deze op om in' 1926, ieder op het achter
zijn naam aangegeven tijdsiip, krachtens ar-
-tikel 31, eerste' lid b, in verband met artikel
33 der Dienstplichtwet (Stbl. nr. 43 van
1922), vcor herhalingsoefeningen in werke-
lijken dienst te komen.
Troost H. I ichting 1920, behoorendc tot R.
Kust Art., Garnizoensplaats Helder. Tijdstip
3 Mei 1926.
Houtenbos S. Lichting 1920. Behoorende
tot R. Kust Art. Garnizoensplaats Helder-
Tijdstip 10 Mei 1926.
Jong de H. J. Lichting 1920. Behoorende
tot R. Kust Art. Garnizoensplaats Helder
Tijdstip 10 Mei 1926.
Put L. Lichting 1920. Behoorende tot R
Kust Art. Garnizoensolaats Helder. Tijdstip
10 Mei 1926.
Rike J. N. Lichting 1919. Behoorende tot
R. Kust Art. Garnizoensplaats Helder. Tijd
stip 10 Mei 1926.
Wansink D.'Lichting 1919. Behcorende tot
R. Kust Art. Garnizoensplaats Helder Tijd
stip 5 Juli 1926.
Vasbinder W. Lichting 1920. Behoorende
tot R. Vest. Art. Garnizoensplaats Gorin-
chem. Tijdstip 3 Mei 1926.
Berkum van S. J. Lichting 1920. Behooren
de tot R. Vest. Art. Garnizoensplaats Gorin-
chem. Tijdstip 10 Mei 1926.
Kroese N. H. Lichting 1920. Behoorende
tot R. Vest Art. Garnizoensplaats Gorinchem.
Tijdstip 10 Mei 1926
Jongejans N. Lichting 1920- Behoorende
tot R. Vest Art. Garnizoensplaats Gorin
chem. Tijdstip 10 Mei 1926.
Voor nadere bijzonderheden wordt verwe
zen naar de openbare kennisgeving van 30
April 1925, welke tevens aan de afdeeling
Militaire Zaken ter gemeentesecretarie ter in-
zage ligt.
Alkmaar, 19 April 1926.
De Burgemeester voornoemd,
WENDELAAR.
HINDERWET.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS
van ALKMAAR brengen ter algemeene ken-
nis dat zij bij hun besluit van heden vergun-
ning hebben verleend aan W. Henstra, alhier
tot het oprichten van een vleeschhouwerii,
met plaatsing daarin van 2 electromotoren,
resp. van 2 en 1 P. K., dienende tot het drij-
ven van enkele machines en van een rookhok
en een vetsmelterij in het perceel Ridderstraat
nr. 10, ten kadaster bekend gemeente Alk
maar in Sectie A. nr. 4050.
Alkmaar, 17 April 1926.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
WENDELAAR, Burgemeester,
A. KOELMA, Secretaris.
Stadsnienws
Om het hehoud der
Handelsscholen.
'Een groot aarntal personen, waaronder ook
verschillendle dames, heeft gisteravond ge-
hoor gegeven aan de uitnooding van. het co-
mite tot behoud der handelsscholen om samen
te kotnen in de Societeitszaal der Harmonie,
waar als spreker oiptrad de heer Boissevain,
uit Amsterdam. Onder de aanwezigen merk-
ten we o. m. op de wethouders Westerhof,
Ringers en Thomsen, de raadsleden tnevr.
Westerhof en de heeren Vogelaar, Sietsma en
Van Drunen, alsmede cfcn heer Arntz (voor
zitter van de K. v. K.) en den heer Mess-
laar (lid dier Kamer.)
De voorzitter van de Alkm. Vereen. van
den Handeldrijvenden en Industrieelen Mid
dens t and, de heer A. Burger, opende d£
vergadering met er aan te herimreren dat het
die vereeniging is geweest, die het initiatief
had genomen tot het houden dezer vergade
ring. Voor de uiteenzetting van het doel er-
van gaf hij het woord aan den heer Jb.
Cloeck, voorzitter van de commissie voor be
houd der handeischolen.
De heer Cloeck bracht allereerst dank
aan den heer Burger, dat hem gelegenheid
was gegeven de kwestie in te leiden. Als on-
derteekenaar van het verzoek tot stichting
van de school in 1907 was spr. daartoe
gaarne bereid De gedachte dat de scholen
zouden kunnen worden opgeheven had hem
sinds't bekend worden van't adVies der com
missie vant oez. nog geen dag rust gelaten En
toch wilde spr. een woord van bulde brengen
aan dee directeur van H. B. S., die door
Een verhaal uit den Tachtigjarigen
Oorlog.
Door Archibald Clavering Gunter.
Vertaald door Mr. G. Keller.
11)
HOOFDSTUK III.
De zes drinkebroers van Brussel.
Terwijl Chester nog bezig is den hem ge-
schonken ring aan zijn pink te doen, treedt
kort daarop een jonge Spanjaard de kamer
binnen. Het is haast nog een knaap met don-
kere, levendige oogen en met een begin van
een snorretje, dat hij met trots tracht te doen
krullen. Hij is in vol uniform met kuras en
gepluimde helm, en bij het binnenkomen zegt
hij Oft opgewekten foon: „Ik ben de officier
die de opdracht heeft u uit de citadel te begte-
leiden, senor. Veroorloof mij mezelven voor
te stellen: ik ben de vaandrig Jose de Busaco
van Mondragons Busschieters."
„En ik," antwoordt Guy, terwijl hij zijn
scheepsjas weer aandoet en hij zich gereed
maakt den jongen man te volgen, „mag me
zelven bekend maken als kapitein Guido
Amati van Romero's Musketiers."
„Van het garnizoen van Middelburg, naar
ik vermoed," vervolgt de vaandrig, terwijl zij
het gebouw veriaten. „Ik onderstel dat u een
snoepreisje naar Antwrpen heeft gemaakt
snoepreisie naar Antwerpen heeft gemaakt.
het innchtctn van een litt-economisehe af
deeling aan die instelling had getoond voor-
uit te zen.
Een v .inlander van opheffing had spr te
kenncj; -even, daf volgcns zijn meening de
hand, chool een instelling voor een bepaal-
de grocp was, evenals de u. 3. o. school en de
ami achtsschool.
Spr. meende te mogen opmerken, dat de
litterair economisehe afdeeling der H. B. S.
dte leerlingen miet voldoende kan inleiden in
het handelsonderwijs en zette dit kort uiteen
Voor een uitvoerige uiteenzetting gaf spr.
gaarre het woord aan den heer Boisse
vain.
Deze merkte op, dat op de convocatie
staat, dat de handelsschool een kostbaar be-
zit is van den middenstand. Hij vulde dit
aan met te zeggen dat zij een kostbaar bezit
is voor de heele Alkmaarsche burgerij.
(„Zeer juist", riepen eenige personen ach
ter in de zaal.)
Dat hij deskundig op 'het gebied van han
delsonderwijs zou zijn, ontkende spr., al heeft
hij ook reeds sinds 30 jaren met belangstel-
ling het handelsonderwijsin Amsterdam
gade geslagen. Veeleer wilde spr. zich in-
troduceeren als een koopman, die groot be
lang stelt in het handelsonderwijs.
Nagaande de oorzaken, die hebben kunnen
leiden tot een poging om de handelsschool op
te heffec, meende spr. beter te doen geen aan-
dacht te schenken aan politieke drijfveeren.
Een tweede aanleiding kunnen dte plaatse-
lijke omstandigheden vormen en daarover
zou spr. zwijgen, omdat hij die toch moeilijk
kan. beoordeelen.
Een derde aanleiding kan van ipersoonlij-
ken aard zijn, waarover spr. zich ai weer niet
kon uitlaten.
Daartegenover zou spr. het woord willen
vceren over de vraag wat de handel behoeft
om voldoende geschikt personeel te kunnen
krijgen.
De vraagstukken, die ons daarbij bezighou-
den zijn: welke eischen mag de handel aan
het handelsonderwijs stellen er. hoe moet de
toekomstige ontwikkeling van het handelson
derwijs zijn, opdat zoowel aan de eischen van
den handel als aan de rechtmatige verlan-
gens van de leerlingen tegemoet wordt geko-
men. In het algemeen kan men zeggen, zei
sprdat de handel noodig heeft een opleiding
voor het lagere kantoorpersoneel, voor winkel-
bedienden enz. Daarnaast een voor het hoo-
ger geschoold personeel, correspondenten,
boekhoudcrs, chefs de bureau en ten slotte een
opleiding voor de hoofden van ondernemin-
gen, voor hooger personeel in openbare
diensten, enz.
De groote moeilijkheid, waarop men bij de
organisatie van het handelsonderwijs heeft
gestuit en welke nog steeds aanleiding geeft
tot verschillen van meening, is, dat er bij den
handel een neiging bestaat om te zeggen: dit
zijn scholen voor lager personeel; dit zijn
scholen voor beter geschoold personeel en ten
derde zijn er scholen voor hoofden van onder-
nemingen.
Uit den aard der zaak ia.dit, uit een dtemo-
cratisch oogpunt beschouwd, een eisch, waai-
aan niet kan worden toegegeven. Toch ziet
men in de practijk, dat met deze belangen van
den handel in zooverre rekening wordt gehou-
den dat men in het geheele schoolwezen ziet,
dat uit zichzelf een dergelijke indeeling tot
stand komt.
Bij het organiseeren van het handelsonder
wijs moet echter naar spr.'s overtuiging als
gebiedende eisch rekening gehou 'en worden
met de wenschelijkheid, dat uit de kringen der
economisch zwakkeren ook iongelieden kun
nen en moeten worden opgeleid, die de hoog-
ste sport van de ladder kunnen beklimmen.
Dit is niet alleen een belang voor de leerlin
gen, doch tevens een groot belang voor den
handel. Hoe grooter de keuze is, hoe meer
kansen men ook heeft om op de beste krach-
ten voor den handel beslag te kunnen leggen.
Vandaar dan ook, dat dte voorstellen van
Burgemeester en Wethouders van Alkmaar
spr. buitengewoon sympathiek waren. Immers
is bij deze voorstellen de z.g. lyceum-gedach-
te behouden gebleven, "waarbij de eigenlijke
decisie welke richting men uit wil gaan, twee
jaar verplaatst wordt en dus eerst bij het be-
reiken van de derde klasse een beslissing
noodzakelijk is, op welke wijze de verdere
studie kan geschieden. Zij, die, om welke re-
denen dan ook, dan slechts nog een jaar op
school kunnen blijven en in den handel wil
len gaan, kunnen dan in de derde klasse nog
handelsonderwijs ontvangen. Zij, die nog 3
jaar het onderwijs wenschen voort te zetten,
kunnen dan kiezen tusschen een onderwijs
aan een hoogere burgerschool of een jaar al
gemeen vormend onderwijs op den 3-jarigen
cursus en 2 jaar handelsonderwijs op de hoo
gere handelsschool.
Indien spr. nu zou overgaan tot een verge-
lijking tusschen hetgeen door Burgemeester
en Wethouders wordt voorgesteld en hetgeen
door de commissie van toezicht op het middel-
baar onderwijs alhier wordt nagestreefd,
lend nest. Drie jaar geleden heb ik daar in
garnizoen gelegen. Maar in Brabant is het
thans ook saai, sedert we Lodewijk van Nas
sau bij Jemmingen hebben in de pan gehakt.
Ik. heb daar zeker tien Duitschers naar de an-
dere wereld geholpen," laat de knaap er met
groote zelfvoldoening op volgen.
„Diablo! U is een kerel die er op los slaat,"
antwoordt Guy halfluid.
„Och, die Duitsche burgers en stadsluitjes
zijn niets in vergelijking met onze Spaansche
veteranen,"4antwoorat vaandrig Busaco. „Wij
deden er achtduizend- in het stof bijten, zult
u zich herinneren, en wij verloren maar acht
man. Dat was een stukje krijgsmansbeleid
van Alva.
Hij heeft daarvoor een groot gedenkteeken
voor zichzell opgericht daarginds," en de
knaap wijst naar den grooten ringmuur van
de citadel welke zij juist voorbij gaan op weg
naar den hoofduitgang naar de stad.
De richting uitziende, waarheen de ander
wijst, kan Chester het voetstuk onderscheiden
van het groote standbeeld. dat gegoten is van
het ijzer der kanonnen, die bij Jemmingen
zijn buitgemaakt, «en dat de vredestichter en
verwoester van de Nederlanden laat oprich
ten tot eigen eer en glorie. geenszics naar den
zin van koning Philips, die er niet op gesteld
is, dat zijn legeraanvoerder al te groote be-
ro°mdheid deelachtig worden.
De beeldhouwer heeft een groot standbeeld
van den onderkoning gemaakt. Het is bijna
zestien voet hoog en met het voetstuk ansre-
veer dertig.
dan wenschfe hfj op den voorgrond te stellen,
dat hij voor niemand onder doct in appreciatie
voor het U. L. O. en voor het tconomisch-
lirteraire onderwijs, dat men nu aan Hoogere
Burgerscholen kan geven. Spr. erkende, dat
het U. L. O. voorziet in een groote behoefte
en hij had er niets op tegen, indien bij het
onderwijs aan de leerlingen van deze scholen
rekening gehouden wordt met de groote wen
schelijkheid, dat dezen iets zullen begrijpen
van wat men onder handel en administrate
verstaat. Al te veel immers ontbreekt bij de
meeste menschen elementaire kennis op dit
gebied, meende spr. Ook moet het naar zijn
inzicht toegejuicht worden, dat de hoogere
burgerscholen, die zeer tegen de bedoeling
van ThorLecke langzamerhanti vervormd
zijn in opleidingsinstituten voor het diploma
in Delft, zich meer in economisehe richting
gaan orienteeren, want dat kan slechts voor
onze geheele bevolking voordeel opleveren.
Een andere zaak is nu, of het onderwijs
aan deze U. L. O. scholen en het onderwijs
aan de litterair-economische H. B. S.-afdee-
ling gelijk gesteld mag worden met goed ge-
organiseerd handelsonderwijs en dit meende
spr. beslistontkennend te moeten beantwoor-
den. Hij geloofde dat de commissie van toe
zicht op het middelbaar onderwijs zich niet
voldoende rekenschap heeft gegeven van de
belangen van het handelsonderwijs en van de
eischen, welke de handel aan dit onderwijs
moet stellen door tegenover de voorstellen van
B. en W. het voorstel te plaatsen om in plaats
van de voorgestelde 5-jarige school een U. L.
O. school en litterair-economische H. B. S.
te geven.
Intusschen moet de verordening van B. en
W. op de te vormen handelsschool in dier voe-
ge gewijzigd worden, dat alsnog in artikel
2 opgenomen wordt, dat aan de gedelegeerden
van de Kamer van Koophandel toegang moet
worden verleend tot deze school. Deze bepa-
ling en de bepaling, dat de Kamers van
Koophandel zitting moeten hebben in de eind-
examencommissie van de handelsscholen
achtte spr. van het allergrootste belang. Tot
nog toe immers is het handelsonderwijs voor-
namelijk, hetzij van boven af, hetzij door de
leeraren bij het handelsonderwijs, geregeld
en is het toezicht van den handel voorzoover
dit hier en daar wordt uitgeoefend, niet van
overwegenden invloed geworden. In den laat-
sten tijd komt hierin een zeer belangrijke ver-
andering.
In een artikel in het Handeisblad, hetwelk
spr. 28 jaar geleden schreef, uitte hij den
wensch, dat de Kamers van Koophandel zich
eens zouden bemoeien met de wijze, waarop
handelsonderwijs werd gegeven. Tot voor
korten tijd waren er echter nog slechts weini-
ge kooplieden, die zich de belangen van dit
onderwijs hebben aangetrokken. Na de reor-
ganisatie van de Kamers van Koophandel en
vooral na de laatste ministerieele beschikkin-
gen is hierin verandering gekomen en hebben
tal van Kamers van Koophandel ook reeds
handelsonderwijs-commissien ingesteld, ter
wijl in dcS^ereeniging van Kamers van Koop
handel het handelsonderwijs, nadat hierom-
trent een rapport was uitgebracht door eene
commissie, waarvaa spr. voorzitter was, aan
een uitvoerige bspreking werd onderworpen.
Van den invloed van dte Kamers van
Koophandel op de wijze, waarop het han
delsonderwijs gegeven wordt, had spr. groote
verwachtingeffl'.
Bij de verschiileude besprekingen en in de
verschillende vergad'eringen, die spr. reeds in
een of andere functie had bijgewoond, had
het hem getroffen, dat over het algemeen dte
wenschen van den handtel niet geheel overeen-
onderwijs wordt gegeven en dat vooral de
aard van het onderwijs, dat verlangd wordt,
verschillend is in de verschillende deelen van
het land.
Nu wilde het spr. toeschijinen, dat bij het
vervangen van handelsscholen door litterair-
economische hoogere burgerscholen het groo
te voordeel dat de koopmansstard invloed
kan uitoefenen op het onderwijs, komt te ver-
vallen. Het argument, dat door benoeming
van kooplieden in de co-mniissies voor mid-
didbaaT onderwijs dit bezwaar kan worden
ondervangetn, wees spr. af. Het is immers niet
hefze'fde, of men officieel een Kamer van
Koophandel belast met toezicht te houden en
adviezen te geven, of dat een enkel koopman
in een commissie van toezicht op het mid
delbaar onderwijs zitting neemt. Bij het uit-
brerigen van adviezen door de Kamers van
Koophandel en het oefenen van toezicht op
het onderwijs dragen zij ook een verantwoor-
delijkheid, welike niet onderschat moet wor
den. Bovendien mag men in waarh-nd zeggen,
dat, zelfs indien in deti eersten tijd in de
litterair-economische afdeeling handelsonder
wijs gegeven zal worden. dte kans buitenge
woon groot is, dat d'it onderwijs als hande's-
orderwijs zal degenereeren en dat men het
groote gevaar zal loopen, hetzij d'at het on
derwijs te veel in litteraire richting gaat,
hetzij dat door het nastreven van het jus pro-
„Hier hebben we nog een van zijn armen,"
vervolgt de jeugdige krijgsman, terwijl hij
een oneerbiedigen schop geeft tegen het ijze-
ren beeld van zijn oppersten krijgsheer, dat
op den grond ligt. Geheimzinnig fluistert hij
dan:
,,Men zegt, dat aan het standbeeld een ge-
heim verbonden is. Wat doet hij met den tien-
den penning, he; waar bergt hij het geld daar-
van?"
Na dit beeld gepasseerd te zijn, zijn zij
spoedig op den grooten weg, die voert naar
de ophaalbrug over de gracht, welke toegang
verleent tot het paradeveld der stad. Boven
het massieve gewelf van de poort ziet men in
het gesteente uitgehouwen een schild, waarop
een koninklijk kasteel met drie torens is afge-
beeld; op elken toren zit een raaf en elke
toren heeft een wolf tot wachter, het wapen
van Alva. Daaronder hangt de keten van het
Gulden Vlies. Guy ziet deze versiering bij het
licht der heloplichtende fakkels, waarvan en
kele gedragen worden door de wacht, andere
vastgezet zijn in de nissen van het gewelf. De
militaire gebruiken van dien tijd verplichten
Chesters metgezel om zich bij den officier
van de week te vervoegen. Zij betredten daar
toe de wachtkamer, die hel verlicht is door
een dozijn brandende kaarsen, en terwijl de
vaandrig zijn rapport uitbrengt en het bevel
wordt gegeven de ophaalbrug neer te laten,
kijkt Chester met een verstrooiden blik naar
een aantal militaire kennisgevingen, die tegen
de vuilzwarte muren zijn bevestigd. Maar
dan valt ziin oog op een stuk dat al k W
movendi de universiteits-professoren grooten
invloed op den aard van het onderwijs zullen
krijgen.
Spr. kwam hierdoor vanzelf op een van de
bdangrijkste kwesties, waar immers blijkens
de uitlatingen van prof. Polak in zijn rede te
Rotterdam als rector-mag^ ficus door dezen
professor en hij staat in deze opvattingen
niet alleen als eisch voor de toelating tot
de universiteiten, en dus ook voor het onder
wijs aan de litterair-economische afdeeling,
wordt gesteld, dat het eenigszins „weltfremd"
moet zijn, en de jongelui ook abstract moeten
leerem denken. Naar spr.'s meening stellen
de har.delshoogescholen zich op deze wijze
op cen volkcmen verkeerd standpunt. Niet het
middelbaar handelsonderwijs moet zich aan-
sluiten bij hetgeen de professoren wenschen,
doch de professoren aan onze har delsuniver-
siteiten moeten zoodanig onderwijs geven,
dat het aansluit aan het georganiseerde mid
delbaar handelsonderwijs.
(Stemmen uit.de zaal: „Bravo!")
Wat ou de inogeMjkheid van handelsonder
wijs aan de U. L. O. scholen betreft, las
spr. voor hetgeen op 15 April j.l. in Eindho
ven door den heer Van der Putt in de zitting
van de Kamer van Koophandel en Fabrieken
voor Ooste'.ijk Noord-Brabant is gezegd.
Bij deze uitlatingen. kon spr. zich volkomen
aansluiten en hij las naar aanleiding daar-
van nog een tirade voor uit het rapport van
de door de regeering ingestelde commissie,
welke onderzoeht heeft of het aanbevelirg
verdient om een staatspractijk-diploma in te
stellen, dat naast dte gewone acte als eisch
gesteld wordt voor leeraren in handelscor-
respondentie en handelstenninologie in
vreemde talen aan handelsscholen.
Uit dit al'les blijkt, zei spr., dat het U. L.
O. het middelbaar handelsonderwijs niet kan
vervangen en dat, indien Alkmaar zou be-
slissen om in de richting te gaan, welke door
de commissie van toezicht op het middelbaar
onderwijs wordt voorgesteld, zij .gevaar loopt
gedecltelijk Ersatz-handelsonderwijs te krij
gen en gedecltelijk hande'sonderwijs, dat
zonder twijfel op een lageren trap staat.
Dit mag naar spr.'s meening in een be
langrijke plaats als Alkmaar niet geschie
den. Men doet dan niet alleen oorecht aan
den koopmansstand en aan dte ontwikkeling
van den handel, maar men belet dan tevens
om ook in de kringen der economisch zwakke
ren gc'egen'heid te geven het best niogelijk
onderwijs te volgen en de jongelui zooveel
mogelijk gelijke kansen te geven.
Vooral nu de kansen groot zijn, dat er
spoedig een wettelijke regelirg van het han
delsonderwijs tot stand zal komen, zou het
een misdaad zijn tegenover den handel zoo
wel als tegenover de a.s. jonge kooplieden en
kantoorbeaienden om een daad te verrfchten,
waardoor het geven van behoorlijk hairdels-
onderwijs in Alkmaar tot het verleden zou
behooren.
Wij zijn een volk van handel, landhouw en
veetee't. wij hebben groote kunstenaars waar-
voor men niet anders dan groot respect kan
hebben, maar ten slotte heeft het land het
meest aan de werkers in handel en Industrie,
'andbouw eh veeteelf en daarom mag men
daarvoor het beste onderwijs verlangen dat
niet gauw van streek, toch een koude rilling
op het lijf jaagt, want het luidt als volgt;
Zegt het voort!
Drieduizend carolus gulden
b e 1 o o n i n g
Nademaal zekere Engelschman genaamd
Guy Stanhope Chester, en meer algemeen be
kend onder de ingezetenen dezer landen als
„De Eerste der Engelschen", die door zijn
koningin, Elizabeth van Engeland, als niet in
haar dienst zijnde is verloochend, op 21
Maart des jaren Onzes Heeren 1571 zich ge-
wapenderhand verzet heeft tegen onze gewa-
pendte galei „Santc Cruz," en zich sedert te
buiten is gegaan aan gewelddadigheden ten
nadeele van de welvuart van deze Spaansche
landen, moord en doodslag pleger.d op de
strijders te land en ter zee van Philippus Rex,
zoo is aan elken gouverneur onzer steden en
aan elken bevelhebber van onze garnizoenen
aangezegd om bovengenoemde som uit te be-
talen aan een iegelijk die den persoon of het
hoofd van genoemden Guy Stanhope Chester
aan ons overlevert, dien wij bij dezen verkla-
ren te zijn een zeeroover en vogelvrij ver-
klaarde.
Aldus uitgevaardigd op last van
(was get.) Alva, onderkoning.
(medeonderteekend)
Juan de Vargas, voorzitter van den Raad.
Dit stuk is aangeplakt tusschen verschillen
de militaire kennisgevingen, rakende het gar
nizoen van de Citadel een paar vogelvrijver-
klaringen en enkele belastingafkondigingen
Na den eer&ten tchrik leesi Guv het stuk kalm
te krijgen is, zooals dat ook gegeven wordt
voor de kunsten. (Applaus).
Na een korte pauze, waarin de heer Cloeck
de gelegenheid open stelde om vragen te
stellen, vroeg de heer v a n D r u n e n, of de
heer Boissevain het toelaatbaar achtte, dat
ter wille van een verwachte bezuiniging van
enkele duizenden. guldens een handelsschool
als die in Alkmaar wordt opgeheven.
De hter Arntz vroeg of er kans is, dat de
rijksvergoeding voor handelsonderwijs bin-
nenkort van 50 op 70 pCt wordt gebracht.
Den heer D. L. D a a 1 d e r was een en an
der nLt duidelijk gew./den. Als de tegen-
woordige b.andelsschool nu wordt omgezei
in een 5-jarige litt.-econ. H. B. S
„Dat is niet het voorstel van B. en W." in
terTumpeerde de heer Boissevain.
De heer Ringers zeiHet doel is de
zaak te laten, zooals ze is
De heer Daalder vroeg een nadere ver-
klaring, wat B. en W. dan voorstellen.
De heer W i e b o 1 s meende, dat het U.L.O.
wel een tikje meer handelsonderwijs kan heb-
bm dan het nu heeft. Practisch voelde spr.
er wel iets voor, de laagste categoric van
handelsbedienden op tc leiden bij vet U.L.O.,
maar tactisch ^ond spr. dit niet.
Schriitelijk had de heer Wiebols ook nog
een vraag gesteld.
De heer Boissevain beantwoordde
eersi deze vraag. Hij zei, dat het wetenschap-
pelijk handelsonderwijs bij opleiding voor
een universiteit een verkeerde richting m'oct
worden geacht. Het percentage leerlingen
van het middelbare handelsonderwijs, dat
naar de handeishoogeschool gaat en dus
meer wetenschappclijk gevormd wil worden,
is zeer gering en daarom achtte spr. het niet
goed, het heele middelbare handelsonderwijs
te vervormen naar inzichten van de profes
soren. Gezorgd moet worden, dat de leer
lingen toegerust worden met parate kennis.
Handel is geen vak, maar een conglomeratic
van verschillende vakken. Men moet de leer
lingen zoovee' bijbrengen. dat zij inzicht heb
ben van den handel in de heele wereld.
Veel waarde hechtte spr. aan de moderne
talen en aan handelsaardrijkskunde boven de
gewone aardriikskunde, die minder algemeene
vorming geeft.
Spr wilde (bij beantwoording van de an
dere vraag van den heer Wiebols) de aan-
staande handelsbedienden enz. alien naar
een inrichting met' aan hen zelve de keus,
welke richting zij willen (dus geer. afzonder-
lijke inrichting voor elke categoric van han
delsbedienden).
Het handelsavondonderwijs vond spr.
aanbevelenswaardig daar waar geen
ander handelsonderwijs gegeven wordt.
Komende tot de vraag van den heer Van
Drunen, merkte spr. op, dat bezuiniging in
de laatste jaren een groote rol heeft ge-
speeld Langzamerhand komt men echter tot
bezinning en geeft men toe het feit, dat men
wel wat vef is gegaan met bezuinigen. Men
erkent nu meer, dat hetgeen uitgegeven wordt
voor nuttige zaken, moet blijven worden
uitgegeven. Spr. hoopte, dat men in Alkmaar
om een paar duizend gulden, die het best kan
opbrengen, de handelsschool niet zal ophef-
over, en gevoelt zich tamelijk gerust wijl het
bij de proclamatie gevoegde signalement ten
opzichte van verschillende bijzonderheden ge
heel on juist is.
„In orde, kapitein Guido! Ik heb de order
om u naar buiten te geleiden!" zegt de jeugdi
ge vaandrig, hem op den schouder kloppend
Dan gaat hij voort: „Zoo! leest u dat papier
over den Eersten der Engelschen," en terwijl
zij zich verwijderen roept hij vol vuur uit:
„Drie duizend Carolus guldens! Dat zou
nog eens een aardige bijslag zijn op mijn sol-
dij. Wat zou ik het een kostelijke geschiedenis
vinden de hand op hem te kunnen leggen!
Drieduizend gulden! We zouden een pracht
van een feest kunnen aanleggen, Senor Capi-
tan, dat met het hoofd van den zeeschuimer
zou worden betaald!"
De jeugdige Spanjaard moet hier zijn toe-
komstbeschouwingen afbreken, daar hij het
contersein moet geven en met zijn metgezel
door de poort moet gaan, nu de ophaalbrug
is neergelaten. Dit gaat vlot, daar een sterl
detachement van het garnizoen juist onder de
wapens is gekomen en een deel ervan uitge-
rukt is om de Spaansche waclitposten in de
stad te versterken en zooveel mogelijk te hel-
pen om de bezittingen van het gouvernement
te beschermen, die nu gevaar loopen op de
werven en kaden van Antwerpen door den
nog steeds wassenden vloed overstroomd te
worden. De gansche stad is nog steeds op de
been en onafgebroken luiden de alarmklok-
ken.
(Wordt vervoigd)
De eerste zwaluw, dia gepen
wordt, is nog geen bewijt dat
de zomer er al is. Wei ecbter is
bet een aandniding dat er ver*
andering ten goede in de nataur
Zoo is het ook met adverteeren:
Daarom moet ook ten stelligste
de meening weerlegd worden,
die men zoo vele malen hoort:
„lk heb a) eens een advertentie
gepiaatst, het geeft tocb niets,
ik heb nooit sucees gehad of
vooruitgang beraerkt."
Neen, natuurlijk niet, door 66n
advertentie maakt gij aw zaak
niet bekend, gij moet regel*
matig adverteeren, wij geven n
de verzekering, dat gij beslist
en afdoend succes zult bebben.
on rr, r -> v.TZa V""