Alkmaarsche Gourant
Vraag en Aanbod.
No 96 1926
Honderd Acht en Twintigsle Jaargang.
Zaterdag 24 April.
DE WAARSCHCWING.
Door Tine Brinkgreve-Wicherink.
Aan het einde van de rij burgerhuisjes,
waar vroeger, als 't ware, de stad ophield, en
men op den polder uitzag, waarin koeien en
schapen graasden, stond, des avonds als een
baken zijn licht uitstralend, de kruidemers-
winkel van Jan de Boer.
Het echtpaar de Boer had een geheel
nieuw stadsdeel, thans met straten en dwars-
straten zien verrijzen, en Anna, de dochter,
had met haar vriendinnetjes gespeeld tus-
schen de steenhoopen en het houtmateriaal,
dat op karren was aangevoerd, en maanden-
lang werk had verschaft aan talrijke werk-
lieden. Toen was Anna nog een schoolkind,
een vroolijk, goedhartig ding, dat was
nu al twintig jaar geleden! Sinds dien tijd
had ze reeds heel wat bewoners zien komen
en gaan in de huizenrij, die aan den over-
kant was gekomen, daar, waar vroeger een
stuk grasland met een vervallen hek van de
straat was afgeschoten.
De meeste der nieuwe bewoners kende ze,
menig mevrouwtje wipte zelf over ora haar
boodschappen te bestellen, of even jets te ha-
len in den keurig-netten winkel. Maar geen
van alien stond zoo in Anna's gunst, werd
zoo door Anna vereerd, als mevrouw Eg-
eens die op den hoek woonde. Haar kende
Anna het langst. Ze was als een stuk van
haar leven geworden, zelfs al was deze, met
haar klein gezin, geen klant, die veel noodig
had, of veel voordeel aanbracht.
Hoe goed herinnerde Anna zich dat het
huis, gloednieuw van bouw en in de verf, be-
trokken werd door het jonge paar, toen het
van de huwelijksreis kwam. In dien tijd was
Anna al van school af, en in „de zaak
maar vanaf den eersten keer, dat het jonge
vrouwtje in den winkel kwam, had ze Anna s
hart gestolen. Ze was zoo heelemaal met
trotsch of uit de hoogte, al was haar man in-
genieur, en als vader, die een beetje zeurig
was en graag beklaagd wilde worden, er ook
bij kwam staan, praatte ze zoo gewoon, en
luisterd ze zoo belangstellend naar vader s
klachten, alsof ze tot de beste kennissen be-
hoorde!
Na een jaar was er een baby gekomen, een
jongen, en toen het moedertje weer op de
been was, en de kleine in zijn wiegje met zij-
den en tulen gordijntjes lag in de huiskamer,
mocht Anna komen kijken, werd haar, vol
trots, het keurig wiegetje vertoond van den
kroonprins. En later, als mevrouwtje met den
kinderwagen voorbij ging, moest ze altijd
even halt houden voor den winkel, om haar
schat door Anna te laten bewonderen.
Het ventje begon te loopen, kwam aan de
hand van het meisje mee boodschappen doen,
brabbelde in zijn eigen taaltje vriendelijke
woordjes. Toen hij voor't eerst naar school
ging, moest Anna de nieuwe tasch eerst zien,
ae griffeldoos. j
Toen kwam, in den grieptqd, de wreede
slag, die in enkele dagen tijds het geluk ver-
woestte, rouw en verslagenheid bracht. Hi],
een man als een boom, zooals men het noem-
de, werd weggenomen, weggerukt uit het le
ven.
O, hoe wanhopig had Anna gesnikt, toen
ze het hoorde, toen ze zag, hoe aan de over-
zijde, als door een onzichtbare hand beroerd,
een voor een de gordijnen neergleden. En
den dag van de begrafenis had ze zich op
haar kamertje, dat achter op het tuintje uit
zag, verborgen, de vingers in de ooren ge-
stopt, om niet de doffe paardehoeven te hoo-
ren naderen, het wielengeratel, dat meneer
Eggens naar zijn laatste rustplaats bracht.
Ach, en toen ze voor 't eerst tegenover de
weduwe stond, schreide ze even droef als de
bleeke vrouw in het zwart.
Het gemis, het groote gemis bleef, maar
toch veerde de jonge vrouw weer omhoog,
na weken en maanden van verslagenheid.
Had ze niet een jongen op te voeden, een ge-
zonden, levenslustigen jongen, zijn vader 3
evenbeeld?
„Anna", vroeg ze eens, „waarom ben ]i]
toch niet getrouwd? Je bent midden twintig,
je ziet er aardig uit, je bent zoo op en top
een goeden man waard. In het huwelijk, en
vooral wanneer ze een kind heeft, komt de
vrouw toch tot haar ware bestemming. Je
kunt me niet wijsmaken dat een meisie als
jij nooit in de gelegenheid is geweestl'
Anna had toen gebloosd, even gelachen.
Ja, het was wel eens gebeurd, dat een jongen
werk van haar maakte, maar och, haar rech-
te zin was het nooit geweest zeker, anders
had ze wel doorgezet. Vader en moeder had-
den er nooit veel mee op, die meenden, dat ze
haar niet missen konden! Maar ja, als ze nu
eens iemand tegenkwam, dien ze heel erg
graag mocht lijden, dan zou ze zich toch niet
tegen laten houden!
Mevrouw Eggens begreep het zoo goed:
de ouder wordende menschen, in hun ego-
isme, wilden de dochter niet afstaan: het be-
teekende voor hen, van een vreemde later af-
hankelijk te zijn. Anna was als geknipt voor
den winkel, ze wilden haar voor zich behou-
den. Ze dachten er niet aan, dat later, als zij
er eens niet meer zouden zijn, het friscti
bloeiende meisje van thans als een eenzame
oude vrijster zou achterblijven, eene, die zich
opgeofferd had aan vader en moeder!
Of Anna dit zelf niet inzag, bij het voort-
kruipen der jaren? Ach, ze had ook haar
buien van neerslachtigheid, van opstand, al
kreeg haar opgewekt humeur en tevreden na-
tuur wel weer de overhand. „Anna heeft
geen jongen noodig, die kan't er best buiten
stellen," zei vader wel eens, en 't moest dan
als een lofspraak klinken.
Neen, Anna had geen jongen, geen man
noodig, om evenwichtig te blijven, om kalm
haar gang te gaan, maar toch, als ze
vroegere kennisjes zag, die thans een gezin
hadaen, die Zondags voorbij wandelden met
de kinderen, dan knaagde er inwendig iets
bij haar. Moeder te zijn: zoo'n meisje te
hebben, dat vroolijk bij je zat te babbelen,
een handwerkje maakt, dat je's avonds. naar
bed kon brengen en toedekken. Of een jongen,
druk en rumoerig, maar die toch je leven op-
vroolijkte en met vriendjes thuis kwam!
Alleen was toch ook maar alleen! En als
ze dan naar het hoekhuis tegenover keek", fi-
losofeerde ze:
Maar als je niet trouwt, kun je ook nooit
zoo'n verlies meemaken, dat je je man ziet
sterven! Wat was hij niet jong en flink, me
neer Eggens, en zoo gauw dood! Als je veel
van elkaar houdt, moet je eigenlijk altijd
angstig zijn, dat je man je ontnomen kan
worden! Maar als je dan toch ook een
kind behoudt, zoo'n knappe flinke jongen, als
Frits Eggens is, dan ben je toch altijd nog
rijk! Rijker als iemand, die niets heeft, en
nooit iets heeft gehad! Nu was Frits Eg
gens van de H. B. S. af, hij had een mooi
eindexamen gedaan. Wat zou hij nu gaan
doen?
Ze schrok, toen ze zag, hoe het gezicht van
mevrouw Eggens vertrok, toen ze er deze,
argeloos, naar vroeg.
„0, Anna, praat er me niet van, ik heb er
al nachten lang niet van kunnen slapen. Zijn
eenige wensch is om bij den vliegdienst te
komen!"
„Vliegen, mevrouw? In de lucht? Is ie
mal?" had ze geroepen.
„Ja Anna, maar wat kun je er aan doen?
Hem een beroep opdringen, waar hij niet van
houdt, dat hem tegenstaat? En hij wil niet
anders."
Neen, Frits Eggens wilde niet anders. En
zijn moeder gaf toe
Eens, toen ze juist iets in den winkel had
gehaald, naderde een geronk hoog boven in
de lucht; als een zilverwitte vogel, met uitge-
spreide vlerken, dreef een vlien-tuig tegen de
blauweHucht hel afstekend, over hen heen.
Ze werd doodsbleek, greep Anna, die naast
haar stond in de deuropening, bij den arm.
„Annate denken dat mijn jongen daar
misschien inzithij maakt van de week
zijn proefvlucht, maar wilde me niet zeg-
gen wanneer. O, Anna, ik tril ervan!"
Ja, dat kon Anna zich indenken, werd
ze niet zelf wit om den neus?
Maar ach, tenslotte raakte de moeder er
aan gewend. Hij stond bekend als een der
jongste, maar ook voorzichtigste vliegeniers.
Op zekeren dag kreeg Anna een brief, die
haar geheel in de war bracht: een huwelijks-
aanzoek! Dat het geheel onverwacht was,
zou ze niet kunnen beweren, maar nu ze
de vraag daar, of ze de vrouw van Piet
Waard wilde worden, zwart op wit voor zich
zag staan, was ze toch danig geschrokken
en zenuwachtig! Ze kende hem al jaren lang,
al vanaf de schoolbanken, evenals zijn
vrouw en ze was vaak bij hen aan huis ge
weest. Ruim een jaar geleden was zij, Aii,
gestorven; ze was al een heelen tijd sukke-
lend en Piet was altijd even zorgvol en ge-
duldig voor haar gebleven. Kinderen waren
er niet. Hij verdiende een goed stuk brood,
was op een kantoor, en zat in een knap boel
tje! Een zuster van hem deed nu de huis-
houding, maar, zooals hij schreef: „het meest
gelukkig en huiselijk leven heb je toch als ie
getrouwd bent, en ik heb je altijd graag mo-
gen lijden, Anna."
Ja, dat had hij, dat wist ze. En zij?
Een geheelen nacht lag ze er over te pie-
keren, in tweestrijd. Haar ouders waren nu in
de zestig: mocht ze die verlaten? Maar aan
derr anderen kant: zijzelf was nu acht en
dertig, zou zich ooit meer een gelegenheid
voordoen, als nu? Een beste man, nog in de
kracht van zijn leven, dien ze aardig vond,
sympathiek!
Want plotseling wist ze het: verder zouden
haar gevoelens jegens een man niet gaan;
dol op iemand, zooals ze wel bij kennissen
had gezien, zou ze nooit kunnen zijn, dat zat
niet in haar! Als ze Piet Waard trouwde,
zou het een goed, een best huwelijk tusschen
hen worden, in niets zou hij over haar te
klagen hebben!
Als ze dan ook maar een kind kreeg
Ze sloeg de handen voor het gloeiend ge
zicht. Ze besefte het, de man was voor haar
middel, geen doel!
O, nog eens een kind te hebben, moeder te
zijn! Zich geen toekomst van alleen blijven,
van ledigheid, te zien tegengrijnzen! Een
kind, dat ze zou opvoeden, dat tot een mensch
zou opgroeien, haar trots en vreugde zou
zijn!
's Morgens, bij het opstaan, was haar be-
sluit genomen. Nog zou ze er haar ouders
niets van zeggen, maar aan Piet Waard zou
ze schrijven, dat ze ernstig over zijn vraag
dacht en of hij Zondagmiddaw wou komen,
om antwoord te halen, en met haar ouders te
spreken, die ze in de eerstvolgende dagen
voorbereiden zou! Dan begreep hij genoeg!
Neen, dacht ze, ik laat hen niet in den
steek; ze hebben al een aardig sommetje
overgelegd, en als ze de zaak en het huis
verkoopen, kunnen ze knapjes leven. Dit is
miin laatste kans om gelukkig te worden!
s Middags, toen het kalm was in den win
kel, wipte ze naar boven, om zich op te knap-
pen. In werkelijkheid echter om den brief te
schrijven, waarvan de zinnen zich, woord
voor woord, in haar hersens geformuleerd
hadden. En toen juist moeder aan de trap
riep: Anna, wat heb je lang werk! bevoch-
tigde haar tong het gegomdc strookje van
den envelop, die dichtgeplakt werd. Nu de
postzegel erop het adres was al geschre-
ven! Vanavond, als ze een eindje omliep, zou
ze wel langs een bus komen. Dan was de
teerling geworpen!
Beneden dronk ze haar kopje thee, moe-
ders gemopper, dat ze wel eerder beneden-had
kunnen komen, een schoone blouse aantrek-
ken duurde toch- geen uur! ging langs
haar heen. Ze had te veel om aan te denken
Autogeraas drong tot de kamer door, da
dicht bij het huis stil hield. Meteen ging de
winkelbel. Anna ging naar voren, om de
klant te helpen, zag, tusschen de barricade
door van pakjes puddingpoeder in de uitstal-
ling, naar buiten. He, de auto stond voor
het huis van mevrouw Eggens, en nu stapte
deze in, een reism'and bij zich. Gunst, die
ging op reis! En gisteren had ze haar nog
even gesproken, en niets verteld!
Anna voelde het als. een achterafzetting,
een niet-gekend-worden; als iets, dat haar
grief de; verdriet deed! 't Verdrong zelfs de
gedachte aan den gewichtigen brief, die bo
ven lag.
Zou ze straks, als ze Jaantje, het meisje,
zag, dat Dinsdags en Vrijdags altijd bij me
vrouw Eggens werkte, deze aanspreken? O:
net doen, of ze het zich niet aantrok, of het
haar niets kon schelen?
Onder het brood-eten ging de bel weer:
daar stond Jaantje met behuild gezicht. En
voordat Anna iets kon vragen, kwam de uit-
legging al:
Mevrouw was plotseling vertrokken. Jaan
tje had in groote haast een auto besteld. Er
was een telegram gekomen, dat er een onge-
luk gebeurd was met meneer Frits. Over-
komst gewenscht, had er in gestaan! Me
vrouw was radeloos geweest, een half uur
nadat het telegram gekomen was, was ze al
weg. Als er weer bericht komt, maak je het
maar open, had ze nog gezegd. En nou net
was er nog een telegram gekomen, daarin
stond: Hopeloos! Brief volgt! Nou, dan wis-
ten we het wel!
En opnieuw schreide het meisje luidop,
zooals ze dien dag al telkens had gedaan.
Anna stond als versteend; een oogenblik
was het, of de winkel met al wat er in was
om haar in het rond draaide
Binnen jammerden vader en moeder mee,
toen ze het hoorden, haalden meer treffende
sterfgevallen in hun herinnering op.
Anna snakte er naar om alleen te zijn,
ging vroeg naar haar kamertje. Daar zakte
ze voor het ledikant neer, verborg het hoofd
in het kussen, opdat vader en moeder haar
niet zouden hooren. En toen ze zich einde-
lijk, moegeweend, met een fellen hoofdpijn,
uitkleedde, viel haar oog op den brief, die in
de lade van haar waschtafel lag, wachtend
om verzonden te worden.
Met een woesten greep pakte ze hem er uit,
verscheurde envelop en brief in kleine stukjes,
die ze buiten het raam in den wind liet weg-
waaien.
Neen, ze wilde niet trouwen, nu niet en
nooit! Ze wilde geen kind, dat je ontnomen
kan worden, ruw, ineens, juist als je er met
je heele hart aan hing! Dan maar later een-
zaam en verlaten, als je niets bezat, kon je
ook niets verliezen. Als ze een kind had: ze
zou geen uur, geen minuut rust hebben, als
het uit haar oogen was, of het klein was of
volwassen!
Was het haar niet als een waarschuwing
geweest, hedenavond?
En terwijl haar de tranen over de wangen
liepen, draaide ze het licht uit, stapte in het
smalle, krakende ledikant en trok het laken
over het gezicht.
Ingezonden stukken
(Buiten verantwoordelijkhcid van de Redac-
tie. De opname in deze rubrrek bewijst geens-
ztns dat de redactie er mede instemi.)
HET UITHALE'N VAN VOGELN'ESTEN.
Een woord tot ouders en opvoeders.)
Nauwelijks is de broedtijd der vogels be-
gonnen of er bereiken ons weer klachten
over het verstoren van nesten door de jeugd.
Het zijn miu vooral de nesten van zangldjsters
en merels, die het moeten ontgelden, binnen-
kort zuKfen zeer zeker ook de nesten van
nachtegalen, vinken, tuinfluiters, meezen,
roodborstjes enz. geiplundterd worden.
In vele streken wordt er over geklaagd, dat
het aantal zangvogels achteruit gaat, maar
kan dat wel anders? Het is mogelijk gebleken
den handel in beschermde vogels behoorlijk
tegen te gaan, ja zelfs het gevaar, hetwelk
er voor de vogels gelegen is in de vuurtorens,
min of meer af te wenden, doch er moet ook
bereikt worden, dat de Nederlandsche jeugd
de vogels ontziet.
Aan het uithalen van de nesteim onzer zang
vogels is geen enkel voordeel verbonden; in-
tegendeel, het algemeen belang eischt, dat
dit kwaad zoo veel mogelijk beteugtld wordt.
Wij, kunnen deze vogels riet missen ter wille
van den landbouw, den tuinbouw en den
boschbouw en het is daarom noodzakelijk, dat
de broedtijd ongestoord verloopt.
Meen niet, dat het kwaad niet te verhelpen
is. Wij kunneni en willen ook niet aannemen.
dat de Nederlandsche jongen bewnst tot
wreede dadeto in staat is en de ondervinding
heeft dat odk herhaaldelijk bewezen. Het
komt er maar op aan, onze jongens op het
verkeerde van hun handelwijze opmerkzaam
te maken en een beroep te doen op hun eer-
gevotll1. Welke jongen zal er zich in zijn hart
mfet voor schamen ruw en hardvochtig te
zijn voor zwakke en hulpelooze schepselen?
Op sdiolen, waar het beschermen van vo-
ge's aangemoedigd wordt, zijn gunstige re-
sultaten dan ook niet uitgebleven.
Betreurt ook gij niet, ouders en opvoeders,
dat de kinderen, die aan Uw zorgen zijn toe-
vertrouwd, eieren en jonge vogles uithalen,
als zij zich voor enkele urai aan Uw oog
hebben onttrokken? Acht odk gij die hande-
ling niet in strijd met datgene, wat gij den
kinderen voorhoudt? En vreest gij niet, dat
Uw invloed ten goede er door benadeeld
wordt?
Indien gij het met ons eens zijt en daar-
aan twij'felelni wij niet spreekt dan met de
kinderen, wijst hun op dC ouderliefd'e, die
ook bij de vogels zoo sterk tot uiting komt en
stelt belang in alles. wat de kinderen U van
de natuur vertellen. Het jeugdige gemoed is
gelukkig vatbaar voor goede indrukken en
een korf woord op het juiste oogenblik zal in
vele gevallen voldoende zijn, om den jeugdi-
gen vogelverdelger te doen veranderen in een
ijverigen vogelbeschermer.
Het ware te wensehen, dat elke school over
enkele restkastjes kon beschikken; het van
.nabij gadeslaan van een vogeTpaar zou stel-
lig bij onze jeugd belangstelling en liefde
voor deze dieren wekken.
Het gaat trouwens niet alleen om vogel-
nesten, het gaat ook om het beste, wat er in
het kind leeft; ook gij zult niet wensehen, dat
de kinderziel wordt verstikt door ruwheid en
wreedheid.
Wij twijfeleini er dan ook niet aan, of wi]
zullen op Uwe medewerking mogen rekenen.
Het Hoofdbestuur der Nederlandsche
Vereeniging tot Bescherming van vogels:
Dr. A. E, H. SWAIEN, Voorzitter.
J. DRIJVER, Secretaris.
Amsterdam, April 1926.
Heerengracht 260266.
ESPERANTO.
Velen Uwer zal de naam ..Esperanto" wel
niet vreemd in de ooren klinken. Doch de
klank alleen is niet voldoende, daarom zullen
wij trachten hare beteekenis hier zoo duide-
lijk mogelijk weer te geven.
Waar oveT het ontstaan van ..Esperanto"
(wereld-hulptaal) reeds voldoende in de pers
gesproken is, zullen wij hierover niet nog-
maals in den breede uitwijden.
Daar echter wel eens een onjuiste beteeke
nis aan het ..Esperanto" verleend wordt, is het
dienstig er even de nadruk op te leggen, dat
..Esperanto" beteekent „de hopende", d. w. z.
hij die hoopt, dat door het gebruik van een
neutrale taal in het internationale verkeer
met behoud dus van de moedertaal de ras-
senviiandschap tusschen de vplkerga zal yer-
dwijnen, of juister gezegd, dat eens de tijd
moge komen, dat de moeilijkheid van verschil
van spraak opgeheven zal worden door het
..Esperanto". v
Dat niet alleen de arbeiders deze wereld-
hulptaal zich de hunne maken, doch ook be-
kende mannen der wetenschap, blijke duide-
lijk als wij een en ancler citeeren uit de zeer
belangrijke brochure van Prof. Dr. D. van
Embden:
„Het Goed Recht van het Esperanto".
„Welke zijn de voordeelen, die Dr. Zamen-
hof's verdienstelijke schepping zoc sterk ma
ken? Er is er een, dat ons treft vo6r alles, n.l.
het klein aantal taalregels en het volstrekt ont-
breken van uitzonderingen daarop. Geen gril-
lige verscheidenheid van naamvallen, door
zus of zulke voorzetsels „geeischt". Geen
vervoeging van werkwoorden, zoo volmaakt
overbodig, waar het voornaamwoord toch
helder genoeg den persoon der behandcling
aanduidt. Geen klassen van vervoeging, om
de overbodigheid nog eens zonder eenige
bate te vervier- (of meer)voudigen. In het
Esperanto geen „sterke" werkwoorden, die
tijdsverandering anders „mogen" aanduiden
dan hun minder bevoorrechte „zwakke" bree
ders en aan wie beide weer niet de uitspat-
tingen der „onregelmatige" losbollen zijn toe-
gestaan.
Voor dezelfde soort woord afleidingen een
re-gel van samenstelling. Voor dezelfde klan-
ken een spellingswijze. (Hoe moet, dit ziende,
zelfs het betrekkelijk practische Engelsch het
land krijgen!) Overal heerscht er een een-
voud, regelmaat en orde, die niet minder dan
weldadig aandoet. Wie Esperanto binnen-
treedt, zal ontwaren, hoe kennismaking met
die helderheid, met dat onafgebroken ratio-
neele, met die verrassende consequenties, een
werkelijk genot oplevert. Een tweede sterkte
van het Esperanto is zijn gering aantal stam-
woorden. Men hoede er zich voor, het dien-
tengevolge voor woordarm te houden. Inte-
gendeel maar zijn methode van woordschep-
ping is het aanwenden van een rijk stelsel
van voor- en achtervoegsels met het in het
oogspringend voordeel, dat slechts het in-
prenten van die kleine voorraad stamwoor-
den en van eenmaal het stel aanhangels ver-
eischt is, om u voor goed oyer al de noodige
woordsymbolen de beschikking te geven. Ook
hier helpt de stipte regelmaat. Wie eenmaal
geleerd heeft, dat de uitgang „ilo" aanduidt
het instrument, waarmede een handeling ver-
richt wordt, kent na het grondwoord „haki",
hakken, vanzelf „hakilo", bijl, uit „tranci",
snijden „trancilo", mes. De Nederlandsche
woorden in dit voorbeeld daarentegen eischen
een geheugen voor vier, uiterlijk volstrekt niet
vermaagdschapte, klanken, zonder dat men
daardoor maar eenigszins wordt tcegerust
voor de verrassingen die andere „instrument"-
gevallen nu weer stellen zullen. Die stam-
woorden, ziedaar een derde aanbeveling,
heeft het Esperanto ontleend aan de voor-
naamste der Europeesche talen; zij schijnen
mitsdien niet zelden bekend, klinken niet wil-
lekeurig. hechten zich gemakkelijk in het ge
heugen Eindelijk behoort deze schepping
door de smaakvolle keuze zijner taalmidde-
len tot de zeer welluidende; het meest schijnt
zij aan het Italiaansch te herinneren".
Lezers, was het U bekend, dat in verschil-
lende landen, o. m. ook ons land (Nijmegen
enz.) het ..Esperanto" een deel van het leer-
program der scholen vormt?
dat hier te lande in Amsterdam, Rotter
dam, Den Haag, Utrecht, Nijmegen, enz.
door een deel van politie, post en tramperso-
neel Esperanto wordt gesproken?
dat groote industrieeelen ook voorstanders
zijn?
dat Michelin, de bekende bandenfabrikant,
in Esperanto correspondtert?
dat pl.m. 21 Jaarbeurzen Esperanto offi-
cieel bezigen, o. a. Leipzig, Frankfort, Lyon,
Parijs, Milaan, Praag, Barcelona, Weenen,
Basel, enz.?
dat pl.m. 100 kamers van koophandel Es
peranto gebruiken, w. o. Parijs?
dat pl.m. 4000 oorspronkelijke en vertaalde
werken verschenen in Esperanto, w. o. de
Bijbel, Goethe, Schiller, Shakespeare,
Dickens, Barbusse, Tolstoi, enz.?
dat pl.m. 150 organen bestaan in Espe
ranto?
dat de (U)niversala (E)speranto (A)socio
hare vertegenwoordigers in meer dan 1200
plaatsen over de heele wereld heeft?
dat reeds 17 Internationale Esperanto-
congressen zijn gehouden, o. a. in: Geneve,
Barcelona, Washington, Krakau, Bern, Den
Haag, Praag, Helsingfors, Neurenberg, enz.
dat voor dit laatste Congres bijna 5000
deelnemers waren ingeschreven uit 43 ver-
schillende landen?
dat officieel vertegenwoordigd waren de
regeeringen van Duitachland, Tsjecho-Slo-
wakije, Finland, Italie, Joego-Slavie, Lijf-
land, Rusland, Roemenie en Nederland (ver-
tegenwoordiger ingenieur Isbrucker)?
dat vak-congressen werden gehouden in
Esperanto o. a. door geneesheeren, biologen,
architecten, bijbelstudenten, chemici, ingeni-
eurs, onderwijzers, rechtsgeleerden, post-
ambtenaren, filat-elisten, pacifisten, peada-
gogen, enz.?
Wist U dit reeds? Neen? Welnu, dan is
thans aan U de taak, dit zoo spoedig moge
lijk te onderzoeken.
Dit als inleiding zal, zoo hopen wij, wel
voldoende zijn, om U een klein denkbeeld te
geven van de beteekenis van het Esperanto.
Zoo de redactie ons nog eenige plaats-
ruimte zou kunnen afstaan, hopen wij U later
van voorlichting te kunnen zijn omtrent de
zeer groote beteekenis van het Esperanto in
de hedcndaagsche maatschappij met betrek-
king tot andere fadoren.
Wij twijfelen niet, of na lezing van boven-
staande zult Gij, geachte lezers, tot de con-
clusie moeten komen, dat het tenminste de
moeite waard is, eenige aandacht aan deze
wereld-hulptaal te schenken en haar te be-
studeeren ook.
Nord-Holanda Esperanto Propagando
Komitato. Secretariaat: Assum-burgstr. IS,
Beverwijk.
Inlichtinger. bij:
Th. J. HOUT,
Spoorstr. 63,
Alkmaar.
Kun st.
„THE ALL TONE"
RADIO-APPARATEN.
Radio! Tcoverwoord1 van dezen tijd.
Wie spreekt er al niet over radio, wie
3$ nkt §ea ^e-msMaUs,
GEVONDEN VOORWERPEN.
Aanwezig aan het Bureau van politie,
Langestraat en aldaar te bevragen op alle
werkdagen tusschen 11 en 1 uur, de navolgen-
de voorwerpen als gevonden gedeponeerd op:
20, 21 en 22 April 1926: een controle-pen-
ning, een bril in etui, een portemonnaie met
inhoud; een bontje (zwart), benevens diverse
sleutels, mantelbanden en handschoenen.
Aanwezig en te bevragen bij de navolgen-
de ingezetenen, onderstaande voorwerpen, al?
gevonden aangegeven op: 20, 21 en 22 April:
een reisdeken (blauw), C. Ursem, Doelenstr.
19 een defecte rozenkrans, A. Broekstra,
Scharloo 27; een huissleutel1, P. de Lang,
Kerkplein no. 1een paar gummi broekspij-
pen, A. Rkenberg, St. Anthoniestr. 7
eierenmand met hengsel, J. Bruin, Omval 27;
portemonnaie met inhoud, mej. Rijkers, Sia-
tionstr. 2; een zweep, H. Mulder, Forestus-
straat 24; een voetbal (ledig) J. de Jong,
Laat 14; portemonnaie met inhoud, A. Prins,
Langelaan; R.K. boekje, J. Jansen, Di^c-
graafstraat 1een sportkar, A. Kiewiet, Cob-
denstr. 4; portemonnaie met inhoud, J. Ka<
rels, Nieuwesloot 18; een zakmesje, J. v. Dijk,
Huisbrouwerstr. 5' portemonnaie met inhoud
J. Wennink, Eikelenbergstr. 54.
Wanneer men weder in het bezit van het
verloren voorwerp, wordt men verzocht hier-
van kennis te geven aan het Bureau van poH-
tie.
GEMEENTELIJKE DIENST DER
WERKLOOSHEIDSVERZEKERING
EN ARBEIDSBEMIDDELING. 1
DISTRICTS-ARBEIDSBEURS.
Kostelooze bemiddeling voor werkgevers
en werknemers. Geopend alle werkdagen van
voorm. 9—1 uur nam. en nam. van 4—5
uur. Voor werknemers uitsluitend van voorm.
van 912 en Maandag- en Donderdag-
avond van 7—S uur. Des Zaterdags alleen
van voorm. 91 uur nam.
De Directeur maakt bekend, dat op heden
de navolgende werkzoekenden bij bovenge-
noemden dienst zijn ingeschreven:
2 Bakkers, 1 banketbakker, 1 bankwerker,
1 boekbinder, 3 boeren arbeiders, 1 chauffeur,
1 electricien, 1 fundeeringwerker, 10 (3)
grondwerkers, 1 hotelbediende, 3 kantoorbe-
dienden, 2 kleermakers, 1 letterzetter, 1 loop-
knecht, (1) mach houtbewerker, 1 machine-
drijver, 3 magazijnbecLenden, 1 matrassenma-
ker, 1 meubelmaker, 9 opperlieden, 3 (4) pa-k-
huisknechts, 1 reiziger, 1 schilder, 2 schip-
pers, 2 schoenmakers, 3 sigarensorteerders,
2 sigarenkistenplakkers, 34 (4) sigarenma-
kers, 3 (1) smeden, 2 steenbikkere, 1 straat-
maker, 1 timmerman, (1) tuinman, (1) zadeh
maker, 41 (14) losse arbeiders, 1 werkster.
De tusschen haakjes genoemae cijfers heb
ben betrekking op de tewerkgestelden in de
werkverschaffing.
Geplaatst in de afgeloopen week: 1 Grondf-
werker, 1 mach. houtbewerker, 1 meubelma
ker, 1 timmerman, 20 losse arbeiders en 2
werksters.
Alkmaar, 24 April 1926.
De Directeur voornoemd
P. KIKKERT.
GEMEENTE-BUREAU VOOR ADV1ES
BIJ BEROEPSKEUZE.
DOELENSTRAAT.
Geopend op Maandag- en Donderdagavond
van 78.30 en Woensdagmiddags van 24
uur. Advies kosteloos.
Het Hoofd van den Dienst,
J. G. HAREMAKER.
zich de gelegenheid te scheppen in zijn wo-
ning mooie concerten, begaafde redenaars,
etc. te genieten?
Het veilangen naar een dergelijk apparaa'
is algemeen, en derhalve is't verklaarbaar,
dat vele fabrieken zich op het vervaardigen
zijn gaan toeleggen, de een met meer, de an-
der met minder succes.
Wij waren meermalen in de gelegenheid
ons van de superieure eigenschappen van het
fabrikaat „The All Tone" te overtuigen en
wij mceten de juistheid van een tevreden-
heidsbetuiging (een uit velen, waaronder van
bekwame vakmisuci) beamen, waarin o. m.
gezegd werd1: ik had het niet mogelijk ge-
acht dat mijn „A11 Tone"-apparaat mij een
zoo onverdeeld genot zou kunnen schenken.
Het geluid door deze apparaten voortge-
bracht, de gemakkelijke bediening, grenzen
aan het volmaakte. De firma Gebrs. Span-
jaard Co., bij wie wij deze apparaten
hoorden en welke den alleenverkoop heeft,
ziet haar debiet dan ook regelmiatig stijgen,
en de dankbetuigingen, die zij naar aanlei-
ding van het leveren van een apparaat ntecht
ontvangen, zijn vele.
Op verzoek is de firma gaarne bereid een
ding van het leveren van een apparaat mocht
verplichting oplegt.
-A. K.
Uitsluitend 2e handsgoederen. ?-.•
Geen dienstaanbiedingen, enz.
TE KOOP EEN CONSUMPTIETENT,
11 bij 4 Meter. Te bevragen bij
Wed. KEESEN, 2de Kanaalstraat 10.
TE KOOP PRIMA GA5KACHEL.
VISSER, Heerenweg, Heiloo.
TE KOOP HEERENiRIJWIEL in got-
den staat, prijs billij'k.
Adires S-naarmanslaan 52.
Wegen-s overcompleet TE KOOP AAN1-
GEBODEN EEN SINGER CABINET
INZINK TRAPMACHINE ook met hand-
be weging (groot fonnaat, zonder gebreken).
Tevens te koop een groote koperen ARM-
LAMP (gaslamp) massief koper.
Adres bureau van dit blad.
Gegalvaniseerd gevlochten DRAAD voof
landhekken, graafgereedschap, enz., enz.
Likwidatie-uitverkoop KONINGSTR. 1, ge
opend kwart voor twaalf tot kwart over
twaalf.
Zoo goed als nieuwe KINDERWAGEN t*
koop. Nieuwpoortslaan 19.
GEVRAAGD een in goeden staat zijmdi
HANDKAR bij A. J. DE VRIES. Ver-
schuierweg, Heiloo.
TE KOOP zoo goed als nieuw COLBERT-
COSTUUM, maat 48 en blauwe Ratinef
J AS, een winter gedragen. Adires te b»rs
feuiega y|& >'r