Alkmaarsche Gourant Vraag en Aanbod. No 96 1926 Honderd Acht en Twintigsle Jaargang. Zaterdag 24 April. DE WAARSCHCWING. Door Tine Brinkgreve-Wicherink. Aan het einde van de rij burgerhuisjes, waar vroeger, als 't ware, de stad ophield, en men op den polder uitzag, waarin koeien en schapen graasden, stond, des avonds als een baken zijn licht uitstralend, de kruidemers- winkel van Jan de Boer. Het echtpaar de Boer had een geheel nieuw stadsdeel, thans met straten en dwars- straten zien verrijzen, en Anna, de dochter, had met haar vriendinnetjes gespeeld tus- schen de steenhoopen en het houtmateriaal, dat op karren was aangevoerd, en maanden- lang werk had verschaft aan talrijke werk- lieden. Toen was Anna nog een schoolkind, een vroolijk, goedhartig ding, dat was nu al twintig jaar geleden! Sinds dien tijd had ze reeds heel wat bewoners zien komen en gaan in de huizenrij, die aan den over- kant was gekomen, daar, waar vroeger een stuk grasland met een vervallen hek van de straat was afgeschoten. De meeste der nieuwe bewoners kende ze, menig mevrouwtje wipte zelf over ora haar boodschappen te bestellen, of even jets te ha- len in den keurig-netten winkel. Maar geen van alien stond zoo in Anna's gunst, werd zoo door Anna vereerd, als mevrouw Eg- eens die op den hoek woonde. Haar kende Anna het langst. Ze was als een stuk van haar leven geworden, zelfs al was deze, met haar klein gezin, geen klant, die veel noodig had, of veel voordeel aanbracht. Hoe goed herinnerde Anna zich dat het huis, gloednieuw van bouw en in de verf, be- trokken werd door het jonge paar, toen het van de huwelijksreis kwam. In dien tijd was Anna al van school af, en in „de zaak maar vanaf den eersten keer, dat het jonge vrouwtje in den winkel kwam, had ze Anna s hart gestolen. Ze was zoo heelemaal met trotsch of uit de hoogte, al was haar man in- genieur, en als vader, die een beetje zeurig was en graag beklaagd wilde worden, er ook bij kwam staan, praatte ze zoo gewoon, en luisterd ze zoo belangstellend naar vader s klachten, alsof ze tot de beste kennissen be- hoorde! Na een jaar was er een baby gekomen, een jongen, en toen het moedertje weer op de been was, en de kleine in zijn wiegje met zij- den en tulen gordijntjes lag in de huiskamer, mocht Anna komen kijken, werd haar, vol trots, het keurig wiegetje vertoond van den kroonprins. En later, als mevrouwtje met den kinderwagen voorbij ging, moest ze altijd even halt houden voor den winkel, om haar schat door Anna te laten bewonderen. Het ventje begon te loopen, kwam aan de hand van het meisje mee boodschappen doen, brabbelde in zijn eigen taaltje vriendelijke woordjes. Toen hij voor't eerst naar school ging, moest Anna de nieuwe tasch eerst zien, ae griffeldoos. j Toen kwam, in den grieptqd, de wreede slag, die in enkele dagen tijds het geluk ver- woestte, rouw en verslagenheid bracht. Hi], een man als een boom, zooals men het noem- de, werd weggenomen, weggerukt uit het le ven. O, hoe wanhopig had Anna gesnikt, toen ze het hoorde, toen ze zag, hoe aan de over- zijde, als door een onzichtbare hand beroerd, een voor een de gordijnen neergleden. En den dag van de begrafenis had ze zich op haar kamertje, dat achter op het tuintje uit zag, verborgen, de vingers in de ooren ge- stopt, om niet de doffe paardehoeven te hoo- ren naderen, het wielengeratel, dat meneer Eggens naar zijn laatste rustplaats bracht. Ach, en toen ze voor 't eerst tegenover de weduwe stond, schreide ze even droef als de bleeke vrouw in het zwart. Het gemis, het groote gemis bleef, maar toch veerde de jonge vrouw weer omhoog, na weken en maanden van verslagenheid. Had ze niet een jongen op te voeden, een ge- zonden, levenslustigen jongen, zijn vader 3 evenbeeld? „Anna", vroeg ze eens, „waarom ben ]i] toch niet getrouwd? Je bent midden twintig, je ziet er aardig uit, je bent zoo op en top een goeden man waard. In het huwelijk, en vooral wanneer ze een kind heeft, komt de vrouw toch tot haar ware bestemming. Je kunt me niet wijsmaken dat een meisie als jij nooit in de gelegenheid is geweestl' Anna had toen gebloosd, even gelachen. Ja, het was wel eens gebeurd, dat een jongen werk van haar maakte, maar och, haar rech- te zin was het nooit geweest zeker, anders had ze wel doorgezet. Vader en moeder had- den er nooit veel mee op, die meenden, dat ze haar niet missen konden! Maar ja, als ze nu eens iemand tegenkwam, dien ze heel erg graag mocht lijden, dan zou ze zich toch niet tegen laten houden! Mevrouw Eggens begreep het zoo goed: de ouder wordende menschen, in hun ego- isme, wilden de dochter niet afstaan: het be- teekende voor hen, van een vreemde later af- hankelijk te zijn. Anna was als geknipt voor den winkel, ze wilden haar voor zich behou- den. Ze dachten er niet aan, dat later, als zij er eens niet meer zouden zijn, het friscti bloeiende meisje van thans als een eenzame oude vrijster zou achterblijven, eene, die zich opgeofferd had aan vader en moeder! Of Anna dit zelf niet inzag, bij het voort- kruipen der jaren? Ach, ze had ook haar buien van neerslachtigheid, van opstand, al kreeg haar opgewekt humeur en tevreden na- tuur wel weer de overhand. „Anna heeft geen jongen noodig, die kan't er best buiten stellen," zei vader wel eens, en 't moest dan als een lofspraak klinken. Neen, Anna had geen jongen, geen man noodig, om evenwichtig te blijven, om kalm haar gang te gaan, maar toch, als ze vroegere kennisjes zag, die thans een gezin hadaen, die Zondags voorbij wandelden met de kinderen, dan knaagde er inwendig iets bij haar. Moeder te zijn: zoo'n meisje te hebben, dat vroolijk bij je zat te babbelen, een handwerkje maakt, dat je's avonds. naar bed kon brengen en toedekken. Of een jongen, druk en rumoerig, maar die toch je leven op- vroolijkte en met vriendjes thuis kwam! Alleen was toch ook maar alleen! En als ze dan naar het hoekhuis tegenover keek", fi- losofeerde ze: Maar als je niet trouwt, kun je ook nooit zoo'n verlies meemaken, dat je je man ziet sterven! Wat was hij niet jong en flink, me neer Eggens, en zoo gauw dood! Als je veel van elkaar houdt, moet je eigenlijk altijd angstig zijn, dat je man je ontnomen kan worden! Maar als je dan toch ook een kind behoudt, zoo'n knappe flinke jongen, als Frits Eggens is, dan ben je toch altijd nog rijk! Rijker als iemand, die niets heeft, en nooit iets heeft gehad! Nu was Frits Eg gens van de H. B. S. af, hij had een mooi eindexamen gedaan. Wat zou hij nu gaan doen? Ze schrok, toen ze zag, hoe het gezicht van mevrouw Eggens vertrok, toen ze er deze, argeloos, naar vroeg. „0, Anna, praat er me niet van, ik heb er al nachten lang niet van kunnen slapen. Zijn eenige wensch is om bij den vliegdienst te komen!" „Vliegen, mevrouw? In de lucht? Is ie mal?" had ze geroepen. „Ja Anna, maar wat kun je er aan doen? Hem een beroep opdringen, waar hij niet van houdt, dat hem tegenstaat? En hij wil niet anders." Neen, Frits Eggens wilde niet anders. En zijn moeder gaf toe Eens, toen ze juist iets in den winkel had gehaald, naderde een geronk hoog boven in de lucht; als een zilverwitte vogel, met uitge- spreide vlerken, dreef een vlien-tuig tegen de blauweHucht hel afstekend, over hen heen. Ze werd doodsbleek, greep Anna, die naast haar stond in de deuropening, bij den arm. „Annate denken dat mijn jongen daar misschien inzithij maakt van de week zijn proefvlucht, maar wilde me niet zeg- gen wanneer. O, Anna, ik tril ervan!" Ja, dat kon Anna zich indenken, werd ze niet zelf wit om den neus? Maar ach, tenslotte raakte de moeder er aan gewend. Hij stond bekend als een der jongste, maar ook voorzichtigste vliegeniers. Op zekeren dag kreeg Anna een brief, die haar geheel in de war bracht: een huwelijks- aanzoek! Dat het geheel onverwacht was, zou ze niet kunnen beweren, maar nu ze de vraag daar, of ze de vrouw van Piet Waard wilde worden, zwart op wit voor zich zag staan, was ze toch danig geschrokken en zenuwachtig! Ze kende hem al jaren lang, al vanaf de schoolbanken, evenals zijn vrouw en ze was vaak bij hen aan huis ge weest. Ruim een jaar geleden was zij, Aii, gestorven; ze was al een heelen tijd sukke- lend en Piet was altijd even zorgvol en ge- duldig voor haar gebleven. Kinderen waren er niet. Hij verdiende een goed stuk brood, was op een kantoor, en zat in een knap boel tje! Een zuster van hem deed nu de huis- houding, maar, zooals hij schreef: „het meest gelukkig en huiselijk leven heb je toch als ie getrouwd bent, en ik heb je altijd graag mo- gen lijden, Anna." Ja, dat had hij, dat wist ze. En zij? Een geheelen nacht lag ze er over te pie- keren, in tweestrijd. Haar ouders waren nu in de zestig: mocht ze die verlaten? Maar aan derr anderen kant: zijzelf was nu acht en dertig, zou zich ooit meer een gelegenheid voordoen, als nu? Een beste man, nog in de kracht van zijn leven, dien ze aardig vond, sympathiek! Want plotseling wist ze het: verder zouden haar gevoelens jegens een man niet gaan; dol op iemand, zooals ze wel bij kennissen had gezien, zou ze nooit kunnen zijn, dat zat niet in haar! Als ze Piet Waard trouwde, zou het een goed, een best huwelijk tusschen hen worden, in niets zou hij over haar te klagen hebben! Als ze dan ook maar een kind kreeg Ze sloeg de handen voor het gloeiend ge zicht. Ze besefte het, de man was voor haar middel, geen doel! O, nog eens een kind te hebben, moeder te zijn! Zich geen toekomst van alleen blijven, van ledigheid, te zien tegengrijnzen! Een kind, dat ze zou opvoeden, dat tot een mensch zou opgroeien, haar trots en vreugde zou zijn! 's Morgens, bij het opstaan, was haar be- sluit genomen. Nog zou ze er haar ouders niets van zeggen, maar aan Piet Waard zou ze schrijven, dat ze ernstig over zijn vraag dacht en of hij Zondagmiddaw wou komen, om antwoord te halen, en met haar ouders te spreken, die ze in de eerstvolgende dagen voorbereiden zou! Dan begreep hij genoeg! Neen, dacht ze, ik laat hen niet in den steek; ze hebben al een aardig sommetje overgelegd, en als ze de zaak en het huis verkoopen, kunnen ze knapjes leven. Dit is miin laatste kans om gelukkig te worden! s Middags, toen het kalm was in den win kel, wipte ze naar boven, om zich op te knap- pen. In werkelijkheid echter om den brief te schrijven, waarvan de zinnen zich, woord voor woord, in haar hersens geformuleerd hadden. En toen juist moeder aan de trap riep: Anna, wat heb je lang werk! bevoch- tigde haar tong het gegomdc strookje van den envelop, die dichtgeplakt werd. Nu de postzegel erop het adres was al geschre- ven! Vanavond, als ze een eindje omliep, zou ze wel langs een bus komen. Dan was de teerling geworpen! Beneden dronk ze haar kopje thee, moe- ders gemopper, dat ze wel eerder beneden-had kunnen komen, een schoone blouse aantrek- ken duurde toch- geen uur! ging langs haar heen. Ze had te veel om aan te denken Autogeraas drong tot de kamer door, da dicht bij het huis stil hield. Meteen ging de winkelbel. Anna ging naar voren, om de klant te helpen, zag, tusschen de barricade door van pakjes puddingpoeder in de uitstal- ling, naar buiten. He, de auto stond voor het huis van mevrouw Eggens, en nu stapte deze in, een reism'and bij zich. Gunst, die ging op reis! En gisteren had ze haar nog even gesproken, en niets verteld! Anna voelde het als. een achterafzetting, een niet-gekend-worden; als iets, dat haar grief de; verdriet deed! 't Verdrong zelfs de gedachte aan den gewichtigen brief, die bo ven lag. Zou ze straks, als ze Jaantje, het meisje, zag, dat Dinsdags en Vrijdags altijd bij me vrouw Eggens werkte, deze aanspreken? O: net doen, of ze het zich niet aantrok, of het haar niets kon schelen? Onder het brood-eten ging de bel weer: daar stond Jaantje met behuild gezicht. En voordat Anna iets kon vragen, kwam de uit- legging al: Mevrouw was plotseling vertrokken. Jaan tje had in groote haast een auto besteld. Er was een telegram gekomen, dat er een onge- luk gebeurd was met meneer Frits. Over- komst gewenscht, had er in gestaan! Me vrouw was radeloos geweest, een half uur nadat het telegram gekomen was, was ze al weg. Als er weer bericht komt, maak je het maar open, had ze nog gezegd. En nou net was er nog een telegram gekomen, daarin stond: Hopeloos! Brief volgt! Nou, dan wis- ten we het wel! En opnieuw schreide het meisje luidop, zooals ze dien dag al telkens had gedaan. Anna stond als versteend; een oogenblik was het, of de winkel met al wat er in was om haar in het rond draaide Binnen jammerden vader en moeder mee, toen ze het hoorden, haalden meer treffende sterfgevallen in hun herinnering op. Anna snakte er naar om alleen te zijn, ging vroeg naar haar kamertje. Daar zakte ze voor het ledikant neer, verborg het hoofd in het kussen, opdat vader en moeder haar niet zouden hooren. En toen ze zich einde- lijk, moegeweend, met een fellen hoofdpijn, uitkleedde, viel haar oog op den brief, die in de lade van haar waschtafel lag, wachtend om verzonden te worden. Met een woesten greep pakte ze hem er uit, verscheurde envelop en brief in kleine stukjes, die ze buiten het raam in den wind liet weg- waaien. Neen, ze wilde niet trouwen, nu niet en nooit! Ze wilde geen kind, dat je ontnomen kan worden, ruw, ineens, juist als je er met je heele hart aan hing! Dan maar later een- zaam en verlaten, als je niets bezat, kon je ook niets verliezen. Als ze een kind had: ze zou geen uur, geen minuut rust hebben, als het uit haar oogen was, of het klein was of volwassen! Was het haar niet als een waarschuwing geweest, hedenavond? En terwijl haar de tranen over de wangen liepen, draaide ze het licht uit, stapte in het smalle, krakende ledikant en trok het laken over het gezicht. Ingezonden stukken (Buiten verantwoordelijkhcid van de Redac- tie. De opname in deze rubrrek bewijst geens- ztns dat de redactie er mede instemi.) HET UITHALE'N VAN VOGELN'ESTEN. Een woord tot ouders en opvoeders.) Nauwelijks is de broedtijd der vogels be- gonnen of er bereiken ons weer klachten over het verstoren van nesten door de jeugd. Het zijn miu vooral de nesten van zangldjsters en merels, die het moeten ontgelden, binnen- kort zuKfen zeer zeker ook de nesten van nachtegalen, vinken, tuinfluiters, meezen, roodborstjes enz. geiplundterd worden. In vele streken wordt er over geklaagd, dat het aantal zangvogels achteruit gaat, maar kan dat wel anders? Het is mogelijk gebleken den handel in beschermde vogels behoorlijk tegen te gaan, ja zelfs het gevaar, hetwelk er voor de vogels gelegen is in de vuurtorens, min of meer af te wenden, doch er moet ook bereikt worden, dat de Nederlandsche jeugd de vogels ontziet. Aan het uithalen van de nesteim onzer zang vogels is geen enkel voordeel verbonden; in- tegendeel, het algemeen belang eischt, dat dit kwaad zoo veel mogelijk beteugtld wordt. Wij, kunnen deze vogels riet missen ter wille van den landbouw, den tuinbouw en den boschbouw en het is daarom noodzakelijk, dat de broedtijd ongestoord verloopt. Meen niet, dat het kwaad niet te verhelpen is. Wij kunneni en willen ook niet aannemen. dat de Nederlandsche jongen bewnst tot wreede dadeto in staat is en de ondervinding heeft dat odk herhaaldelijk bewezen. Het komt er maar op aan, onze jongens op het verkeerde van hun handelwijze opmerkzaam te maken en een beroep te doen op hun eer- gevotll1. Welke jongen zal er zich in zijn hart mfet voor schamen ruw en hardvochtig te zijn voor zwakke en hulpelooze schepselen? Op sdiolen, waar het beschermen van vo- ge's aangemoedigd wordt, zijn gunstige re- sultaten dan ook niet uitgebleven. Betreurt ook gij niet, ouders en opvoeders, dat de kinderen, die aan Uw zorgen zijn toe- vertrouwd, eieren en jonge vogles uithalen, als zij zich voor enkele urai aan Uw oog hebben onttrokken? Acht odk gij die hande- ling niet in strijd met datgene, wat gij den kinderen voorhoudt? En vreest gij niet, dat Uw invloed ten goede er door benadeeld wordt? Indien gij het met ons eens zijt en daar- aan twij'felelni wij niet spreekt dan met de kinderen, wijst hun op dC ouderliefd'e, die ook bij de vogels zoo sterk tot uiting komt en stelt belang in alles. wat de kinderen U van de natuur vertellen. Het jeugdige gemoed is gelukkig vatbaar voor goede indrukken en een korf woord op het juiste oogenblik zal in vele gevallen voldoende zijn, om den jeugdi- gen vogelverdelger te doen veranderen in een ijverigen vogelbeschermer. Het ware te wensehen, dat elke school over enkele restkastjes kon beschikken; het van .nabij gadeslaan van een vogeTpaar zou stel- lig bij onze jeugd belangstelling en liefde voor deze dieren wekken. Het gaat trouwens niet alleen om vogel- nesten, het gaat ook om het beste, wat er in het kind leeft; ook gij zult niet wensehen, dat de kinderziel wordt verstikt door ruwheid en wreedheid. Wij twijfeleini er dan ook niet aan, of wi] zullen op Uwe medewerking mogen rekenen. Het Hoofdbestuur der Nederlandsche Vereeniging tot Bescherming van vogels: Dr. A. E, H. SWAIEN, Voorzitter. J. DRIJVER, Secretaris. Amsterdam, April 1926. Heerengracht 260266. ESPERANTO. Velen Uwer zal de naam ..Esperanto" wel niet vreemd in de ooren klinken. Doch de klank alleen is niet voldoende, daarom zullen wij trachten hare beteekenis hier zoo duide- lijk mogelijk weer te geven. Waar oveT het ontstaan van ..Esperanto" (wereld-hulptaal) reeds voldoende in de pers gesproken is, zullen wij hierover niet nog- maals in den breede uitwijden. Daar echter wel eens een onjuiste beteeke nis aan het ..Esperanto" verleend wordt, is het dienstig er even de nadruk op te leggen, dat ..Esperanto" beteekent „de hopende", d. w. z. hij die hoopt, dat door het gebruik van een neutrale taal in het internationale verkeer met behoud dus van de moedertaal de ras- senviiandschap tusschen de vplkerga zal yer- dwijnen, of juister gezegd, dat eens de tijd moge komen, dat de moeilijkheid van verschil van spraak opgeheven zal worden door het ..Esperanto". v Dat niet alleen de arbeiders deze wereld- hulptaal zich de hunne maken, doch ook be- kende mannen der wetenschap, blijke duide- lijk als wij een en ancler citeeren uit de zeer belangrijke brochure van Prof. Dr. D. van Embden: „Het Goed Recht van het Esperanto". „Welke zijn de voordeelen, die Dr. Zamen- hof's verdienstelijke schepping zoc sterk ma ken? Er is er een, dat ons treft vo6r alles, n.l. het klein aantal taalregels en het volstrekt ont- breken van uitzonderingen daarop. Geen gril- lige verscheidenheid van naamvallen, door zus of zulke voorzetsels „geeischt". Geen vervoeging van werkwoorden, zoo volmaakt overbodig, waar het voornaamwoord toch helder genoeg den persoon der behandcling aanduidt. Geen klassen van vervoeging, om de overbodigheid nog eens zonder eenige bate te vervier- (of meer)voudigen. In het Esperanto geen „sterke" werkwoorden, die tijdsverandering anders „mogen" aanduiden dan hun minder bevoorrechte „zwakke" bree ders en aan wie beide weer niet de uitspat- tingen der „onregelmatige" losbollen zijn toe- gestaan. Voor dezelfde soort woord afleidingen een re-gel van samenstelling. Voor dezelfde klan- ken een spellingswijze. (Hoe moet, dit ziende, zelfs het betrekkelijk practische Engelsch het land krijgen!) Overal heerscht er een een- voud, regelmaat en orde, die niet minder dan weldadig aandoet. Wie Esperanto binnen- treedt, zal ontwaren, hoe kennismaking met die helderheid, met dat onafgebroken ratio- neele, met die verrassende consequenties, een werkelijk genot oplevert. Een tweede sterkte van het Esperanto is zijn gering aantal stam- woorden. Men hoede er zich voor, het dien- tengevolge voor woordarm te houden. Inte- gendeel maar zijn methode van woordschep- ping is het aanwenden van een rijk stelsel van voor- en achtervoegsels met het in het oogspringend voordeel, dat slechts het in- prenten van die kleine voorraad stamwoor- den en van eenmaal het stel aanhangels ver- eischt is, om u voor goed oyer al de noodige woordsymbolen de beschikking te geven. Ook hier helpt de stipte regelmaat. Wie eenmaal geleerd heeft, dat de uitgang „ilo" aanduidt het instrument, waarmede een handeling ver- richt wordt, kent na het grondwoord „haki", hakken, vanzelf „hakilo", bijl, uit „tranci", snijden „trancilo", mes. De Nederlandsche woorden in dit voorbeeld daarentegen eischen een geheugen voor vier, uiterlijk volstrekt niet vermaagdschapte, klanken, zonder dat men daardoor maar eenigszins wordt tcegerust voor de verrassingen die andere „instrument"- gevallen nu weer stellen zullen. Die stam- woorden, ziedaar een derde aanbeveling, heeft het Esperanto ontleend aan de voor- naamste der Europeesche talen; zij schijnen mitsdien niet zelden bekend, klinken niet wil- lekeurig. hechten zich gemakkelijk in het ge heugen Eindelijk behoort deze schepping door de smaakvolle keuze zijner taalmidde- len tot de zeer welluidende; het meest schijnt zij aan het Italiaansch te herinneren". Lezers, was het U bekend, dat in verschil- lende landen, o. m. ook ons land (Nijmegen enz.) het ..Esperanto" een deel van het leer- program der scholen vormt? dat hier te lande in Amsterdam, Rotter dam, Den Haag, Utrecht, Nijmegen, enz. door een deel van politie, post en tramperso- neel Esperanto wordt gesproken? dat groote industrieeelen ook voorstanders zijn? dat Michelin, de bekende bandenfabrikant, in Esperanto correspondtert? dat pl.m. 21 Jaarbeurzen Esperanto offi- cieel bezigen, o. a. Leipzig, Frankfort, Lyon, Parijs, Milaan, Praag, Barcelona, Weenen, Basel, enz.? dat pl.m. 100 kamers van koophandel Es peranto gebruiken, w. o. Parijs? dat pl.m. 4000 oorspronkelijke en vertaalde werken verschenen in Esperanto, w. o. de Bijbel, Goethe, Schiller, Shakespeare, Dickens, Barbusse, Tolstoi, enz.? dat pl.m. 150 organen bestaan in Espe ranto? dat de (U)niversala (E)speranto (A)socio hare vertegenwoordigers in meer dan 1200 plaatsen over de heele wereld heeft? dat reeds 17 Internationale Esperanto- congressen zijn gehouden, o. a. in: Geneve, Barcelona, Washington, Krakau, Bern, Den Haag, Praag, Helsingfors, Neurenberg, enz. dat voor dit laatste Congres bijna 5000 deelnemers waren ingeschreven uit 43 ver- schillende landen? dat officieel vertegenwoordigd waren de regeeringen van Duitachland, Tsjecho-Slo- wakije, Finland, Italie, Joego-Slavie, Lijf- land, Rusland, Roemenie en Nederland (ver- tegenwoordiger ingenieur Isbrucker)? dat vak-congressen werden gehouden in Esperanto o. a. door geneesheeren, biologen, architecten, bijbelstudenten, chemici, ingeni- eurs, onderwijzers, rechtsgeleerden, post- ambtenaren, filat-elisten, pacifisten, peada- gogen, enz.? Wist U dit reeds? Neen? Welnu, dan is thans aan U de taak, dit zoo spoedig moge lijk te onderzoeken. Dit als inleiding zal, zoo hopen wij, wel voldoende zijn, om U een klein denkbeeld te geven van de beteekenis van het Esperanto. Zoo de redactie ons nog eenige plaats- ruimte zou kunnen afstaan, hopen wij U later van voorlichting te kunnen zijn omtrent de zeer groote beteekenis van het Esperanto in de hedcndaagsche maatschappij met betrek- king tot andere fadoren. Wij twijfelen niet, of na lezing van boven- staande zult Gij, geachte lezers, tot de con- clusie moeten komen, dat het tenminste de moeite waard is, eenige aandacht aan deze wereld-hulptaal te schenken en haar te be- studeeren ook. Nord-Holanda Esperanto Propagando Komitato. Secretariaat: Assum-burgstr. IS, Beverwijk. Inlichtinger. bij: Th. J. HOUT, Spoorstr. 63, Alkmaar. Kun st. „THE ALL TONE" RADIO-APPARATEN. Radio! Tcoverwoord1 van dezen tijd. Wie spreekt er al niet over radio, wie 3$ nkt §ea ^e-msMaUs, GEVONDEN VOORWERPEN. Aanwezig aan het Bureau van politie, Langestraat en aldaar te bevragen op alle werkdagen tusschen 11 en 1 uur, de navolgen- de voorwerpen als gevonden gedeponeerd op: 20, 21 en 22 April 1926: een controle-pen- ning, een bril in etui, een portemonnaie met inhoud; een bontje (zwart), benevens diverse sleutels, mantelbanden en handschoenen. Aanwezig en te bevragen bij de navolgen- de ingezetenen, onderstaande voorwerpen, al? gevonden aangegeven op: 20, 21 en 22 April: een reisdeken (blauw), C. Ursem, Doelenstr. 19 een defecte rozenkrans, A. Broekstra, Scharloo 27; een huissleutel1, P. de Lang, Kerkplein no. 1een paar gummi broekspij- pen, A. Rkenberg, St. Anthoniestr. 7 eierenmand met hengsel, J. Bruin, Omval 27; portemonnaie met inhoud, mej. Rijkers, Sia- tionstr. 2; een zweep, H. Mulder, Forestus- straat 24; een voetbal (ledig) J. de Jong, Laat 14; portemonnaie met inhoud, A. Prins, Langelaan; R.K. boekje, J. Jansen, Di^c- graafstraat 1een sportkar, A. Kiewiet, Cob- denstr. 4; portemonnaie met inhoud, J. Ka< rels, Nieuwesloot 18; een zakmesje, J. v. Dijk, Huisbrouwerstr. 5' portemonnaie met inhoud J. Wennink, Eikelenbergstr. 54. Wanneer men weder in het bezit van het verloren voorwerp, wordt men verzocht hier- van kennis te geven aan het Bureau van poH- tie. GEMEENTELIJKE DIENST DER WERKLOOSHEIDSVERZEKERING EN ARBEIDSBEMIDDELING. 1 DISTRICTS-ARBEIDSBEURS. Kostelooze bemiddeling voor werkgevers en werknemers. Geopend alle werkdagen van voorm. 9—1 uur nam. en nam. van 4—5 uur. Voor werknemers uitsluitend van voorm. van 912 en Maandag- en Donderdag- avond van 7—S uur. Des Zaterdags alleen van voorm. 91 uur nam. De Directeur maakt bekend, dat op heden de navolgende werkzoekenden bij bovenge- noemden dienst zijn ingeschreven: 2 Bakkers, 1 banketbakker, 1 bankwerker, 1 boekbinder, 3 boeren arbeiders, 1 chauffeur, 1 electricien, 1 fundeeringwerker, 10 (3) grondwerkers, 1 hotelbediende, 3 kantoorbe- dienden, 2 kleermakers, 1 letterzetter, 1 loop- knecht, (1) mach houtbewerker, 1 machine- drijver, 3 magazijnbecLenden, 1 matrassenma- ker, 1 meubelmaker, 9 opperlieden, 3 (4) pa-k- huisknechts, 1 reiziger, 1 schilder, 2 schip- pers, 2 schoenmakers, 3 sigarensorteerders, 2 sigarenkistenplakkers, 34 (4) sigarenma- kers, 3 (1) smeden, 2 steenbikkere, 1 straat- maker, 1 timmerman, (1) tuinman, (1) zadeh maker, 41 (14) losse arbeiders, 1 werkster. De tusschen haakjes genoemae cijfers heb ben betrekking op de tewerkgestelden in de werkverschaffing. Geplaatst in de afgeloopen week: 1 Grondf- werker, 1 mach. houtbewerker, 1 meubelma ker, 1 timmerman, 20 losse arbeiders en 2 werksters. Alkmaar, 24 April 1926. De Directeur voornoemd P. KIKKERT. GEMEENTE-BUREAU VOOR ADV1ES BIJ BEROEPSKEUZE. DOELENSTRAAT. Geopend op Maandag- en Donderdagavond van 78.30 en Woensdagmiddags van 24 uur. Advies kosteloos. Het Hoofd van den Dienst, J. G. HAREMAKER. zich de gelegenheid te scheppen in zijn wo- ning mooie concerten, begaafde redenaars, etc. te genieten? Het veilangen naar een dergelijk apparaa' is algemeen, en derhalve is't verklaarbaar, dat vele fabrieken zich op het vervaardigen zijn gaan toeleggen, de een met meer, de an- der met minder succes. Wij waren meermalen in de gelegenheid ons van de superieure eigenschappen van het fabrikaat „The All Tone" te overtuigen en wij mceten de juistheid van een tevreden- heidsbetuiging (een uit velen, waaronder van bekwame vakmisuci) beamen, waarin o. m. gezegd werd1: ik had het niet mogelijk ge- acht dat mijn „A11 Tone"-apparaat mij een zoo onverdeeld genot zou kunnen schenken. Het geluid door deze apparaten voortge- bracht, de gemakkelijke bediening, grenzen aan het volmaakte. De firma Gebrs. Span- jaard Co., bij wie wij deze apparaten hoorden en welke den alleenverkoop heeft, ziet haar debiet dan ook regelmiatig stijgen, en de dankbetuigingen, die zij naar aanlei- ding van het leveren van een apparaat ntecht ontvangen, zijn vele. Op verzoek is de firma gaarne bereid een ding van het leveren van een apparaat mocht verplichting oplegt. -A. K. Uitsluitend 2e handsgoederen. ?-.• Geen dienstaanbiedingen, enz. TE KOOP EEN CONSUMPTIETENT, 11 bij 4 Meter. Te bevragen bij Wed. KEESEN, 2de Kanaalstraat 10. TE KOOP PRIMA GA5KACHEL. VISSER, Heerenweg, Heiloo. TE KOOP HEERENiRIJWIEL in got- den staat, prijs billij'k. Adires S-naarmanslaan 52. Wegen-s overcompleet TE KOOP AAN1- GEBODEN EEN SINGER CABINET INZINK TRAPMACHINE ook met hand- be weging (groot fonnaat, zonder gebreken). Tevens te koop een groote koperen ARM- LAMP (gaslamp) massief koper. Adres bureau van dit blad. Gegalvaniseerd gevlochten DRAAD voof landhekken, graafgereedschap, enz., enz. Likwidatie-uitverkoop KONINGSTR. 1, ge opend kwart voor twaalf tot kwart over twaalf. Zoo goed als nieuwe KINDERWAGEN t* koop. Nieuwpoortslaan 19. GEVRAAGD een in goeden staat zijmdi HANDKAR bij A. J. DE VRIES. Ver- schuierweg, Heiloo. TE KOOP zoo goed als nieuw COLBERT- COSTUUM, maat 48 en blauwe Ratinef J AS, een winter gedragen. Adires te b»rs feuiega y|& >'r

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1926 | | pagina 5