AlKmaarsche Gourant II II II De dochter van illva. Wocnsdag- 28 April. Reorganisatie Handelsscholen FEU1LLET0N. Dt=)G Een zwaluw maakt nog geen zomer! Een advertentie geeft nog geen succes! Adverteert in de Alkmaarsche Courant! or- jf0 gg f92g r afcfib'oT al dan niet ial blijven voor£cestaan Mflndsril Acht en Twintigste Jaargang. Bijlage No. 65 is verschemen en heeft dam volgenden infaoud. Het voorstel van de meerderheid van Bur gemeester en Wethouders vervat in bijlage no. 58 dd. 20 April 1926, geeft dte minder- heid in het College, benevens de overige hier- ondter vermelde lledem van den Raad, aanlei- ding U hierbij in hoofdlijnen hun afwijkende zaenswdj ze kenbaar te maken, Het principe van de zaak, welke thans aan Uw beslissing wordt omderworpen, is niet al leen in Alkmaar, maar oak in talrijke andtere plaatsen aan de orde. Het is de strijd tus- schen aan de eene zdjde de "roorstanders van het algemeen vormend onderwijs en aan de andere zijde de voorstandters van de gespeei- aliseerdte opleiding, waarbij mede een factor is een mogelijke concentrate van ooderwijs, bezuiniging medtebrengende enz. De Commissie van toezicht en met haar de Inspecteur van het Midtitelbaar- en zooals ondtergeteekenden vemamen eveneens die van het Lag/er Onderwijs, om van talrijke andere autoriteiten op onderwijsgebied en uit het bedrijfsleven in den lande maar niet eens *e spreken, hebben zeer beslist partij gekozen voor het algemeen vormend1 omdterwijs (De Comm. v. toezicht heeft dat niet gedaan. iRed. Alton. Crt.) 'terwijl voor de Commis van toezicht eveneens een factor is gewecsf een streven naar cocnentratie, ter vermijding van de, naar haar meening, evenwijdig ge- richte opleidingen'. Ondergeteekenden kunnen zich met de ziens- vdjze van de Commissie van toezicht geheel vereenigen en voegen daaraan toe dat naast de onderwijsfactoren mede de financieele zij de van het vraagstuk vooral in den tegen- woordigen tijd 'in de gemeente Alkmaar voor hun van het meeste belang is. Zij zien hierbij niet over het hoofd, dat op opheffing van een school in een geval als hier slechts dan mag geschieden, indien de onder- wijsbelangen daardoor niet ernstig geschaad zullen worden en zeker niet in die mate dat dit de thans voorgestelde reorganisatie wet- tiigt. (Onbegrijpe'ijike zin. Red. Alton. Crt.) De historische beschouwingen van de meer derheid van Burgemeester en Wethouders zul len zij thans niet bespreken. Er zich mede /ereenigen kunnen zij evenwel niet en vooral niet met dat deel, waarbij speciaal er de aan- dacht op wordt gevestigd dat de H. B. S. bij het nieuwe wetsontwerp in tegenstellmg met de handelsscholen is ondergebracht bij het voorbereidend hooger onderwijs, wat aan geheel andere oorzaken is toe te schrijven als de meerderheid van Burgemeester en Wet houders wil doen voorkomen. Evenmin kunnen zij zich vereenigen met de historische beschouwingen over dte han delsscholen hier ter stede: zij ontkennen dat de tegenwoordige handtelsdagschool en hoo gere handelsschool te Alkmaar zijn dte in- richtingen, welke men bij de oprichting van deze scholen heeft bedoeld te stichten, zooals zij bij de bespreBng nader hopen aan te too- nen. (Zij zij© nog altijd zooals bij de stichting bedoeld werd. Red. Al'km. Crt.) Voor hun is het slechts de vraag of de gereorganiseerde H. B. S. A en de gereorga- niseerde U. L. O. school op de wijze als aanstonds uiteen te zeten de taak kunnen overnemen van dte beidte Handtelsscholen, zon- dler dat het karakter ernstig wordt geschaad. Bij dte beoordeeling van deze vraag is dan ook van het meeste belang het feit, dat zoo- wel dte Inspecteur van het Middeibaar Onder- wijs als die vatm het Lager Onderwijs zonder eenige reserve ieder voor zijn afdeeling verklaard hebben, dat dit zeer wel mogelijk is. Zij onderschrijven dte meening in dteze van dte Commissie van toezicht en van bride boven genoemde Iospecteurs geheel en zijm geens zins overtuigd door dte argumenten daartegen van dte meerderheid van Burgemeester en Wethouders, die zij bij mondelinge behande- ling nader zullen bespreken. Zij zijnt tot deze overtuiging gekomen door ernstige bestudee, ring van het udterst moeilijke vraagstuk in al zijn onderdeelen aan- de hand van talrijke gegevens en veel studiemateriaal, waarover men de beschikking moet hebben om zich een objectief oordteel te vormen en om niet te ver- vallen in de tout van hen, die door owjuiste en onvolledige gegevens al dan niet op- zette'ijk blij'k geven dte zaak waar het om gaat in het geheel niet te begrijpen. Red Alton. Crt.) Blij'kens im gekomen berichten van Dr Bol kestein wordt onverschillig of dte handels- de H. B. S. A bij het begin van den nieu wen oursus zoodanig gereorgaciiseerd, dat die beidte programma's zoo goed als geheel gelij'k zullen zijn, zoodat ten aanzien van de ophef fing van de Hoogere Handelsschool slechts overleg behoeft gepleegd1 te worden met ge- noemden Inspecteur, die naar men vemamen heeft, tot meaewerking bereid is. Met het be gin van den nieuwen eursus Saptember a.s. zou %an ook dte eerste klas van de Hoogere Handtelsschool tomren komen te vervallen. Ten aanzien van de Handelsdagschool en in verband daarmede de reorganisatie van de U. L. O.-school is onze meening deze; Het is Uw College beked, dat tot dusverre op de U.L.O. school voor jongens en meisjes de handelswetenschappen niet worden onderwe- zen, hoewel dit vak wel gegeven mag worden Wij zouden nu in beide eerste klassen dit onderwijs hoewel slechts in geringe mate willen invoeren. Ten aanzien van de twee- de en derde klas zouden wij niet willen over- gaan tot de voorstellen die de meerderheid van Burgemeester en Wethouders bespreken, doch de klassen intact willen laten voor wat het grootste deel der vakken betreft n.l. die waarvoor de opleiding voor beide gelijk kan zijn, zooals Lichamelijke opvoeding, teekenen, wiskunde, geschiedenis, grootendeels de talen enz. Voor ongeveer 10 uren, het juiste aan tal uren in overleg met den Inspecteur te be- palen, zouden wij in iedere klas een splitsing willen invoeren en wel zoo, dat een deel der klas de gewoe U.L.O.-richting vervolgt waardcor het karakter van dit onderwijs niet in het minst wordt geschaad terwiil het an dere deel de handelsricbting vervolgt. Slechts een lokaal dat aanwezig is en een leerkracht met Middelbare bevoegdheden Handelswetenschappen, zouden daarvoor noodig zijn. De leerkracht zou door stijging van het aantal leerlingen door het Rijk ver goed worden, zoodat ook voor de bijzondere scholen geen extra boventallige leer- krachten waar de betrokken school- besturen, naar ons bekend is, toch geen gebruik van gemaakt zouden heb- oen vergoed behoeven te worden. Hierdoor zal het mogelijk zijn, dat de leerlingen der tegenwoordige le klas H. D S. met 1 Septem ber a.s. overgaan naar de 2e klas U. L. O. school, zoodat met September a.s. nog slechts zouden bestaan de 3e klas H. D. S. en 2e klas H. H. S., die Juli 1927 eveneens worden opgeheven. De beschouwingen van de meerderheid van Burgemeester en Wethouders over de finan cieele gevolgen van een en ander kunnen on dergeteekenden in het geheel niet deelen. Zon der thans reeds de volledige cfjfers te geven, (In den Raad zijn zij op het laatste oogenblik niet te beoordeelen, Red. Aim. Crt.), willen zij t de aandacht op vestigen, dat de meer derheid van Burgemeester en Wethouders ge heel over het hoofd ziet, dat door de ophef fing der Handelsscholen behalve de te bespa ren 21000.welke deze scholen kosten, een gebouw vrijkomt. Het is thans reeds be kend, dat binnen niet al te langen tijd weder een Gemeentelijke lagere school zal wordten afgekeurd, welke zeer wel zoo noodig met parallelklassen in de vrijgekomen gebou- wen der Handelsschool kan worden onderge bracht, wat per jaar rente en aflossing van een bedrag van ver over de 100000. (stichtingskosten van een nieuwe school) be- spaart. Voorts dat door het grootere aantal leerlin gen der openbare U .L. O. school het gemid delde bedrag per leerling beiangrijk zal da len, waardoor ook beiangrijk minder aan al le bijzondere U. L. O. scholen behoeft te wor den uitgekeerd, wat een flinke bezuiniging oplevert, wat noodzakelijk is, vooral als men weet, dat de gemiddelde kosten per leerling van de openbare U. L. O. scholen de laatst afgesloten rekening-jaren hebben bediragen 87.en 84.het hoogste bedrag wat in Nederlarid daarvoor is uitgegeven, op welk feit naar ondergeteekenden vemamen nog onlangs de Hoofdinsepcteur van het On derwijs aanmerking heeft gemaakt. Maar buitendien zijn ook de beschouwingen van de meerderheid van Burgemeester en Wethouders over de wachtgelden onjuist. Im mers zoolang op de Gemeentebegrooting een post staat voor de Handelsscholen zijn Rijk en Provincie bereid in de wachtgelden bij te dragen zoodat t.a.v. hen die met September a.s. wachtgeld zullen krijgen, de Gemeente slechts 50 pCt. behoeft te betalen, terwijl wat de overigen betreft die in 1927 op wachtgeld gesteld zullen worden, hierover nog niets met zekerheid is te zeggen. Voorts hopen onderge teekenden nader uiteen te zetten, dat reeds aanstonds meerdere personen, die wachtgeld zullen genieten, elders geplaatst zullen kun nen worden Aldus zullen de door ondergeteekenden voorgestelde plannen een zeer belangrijke bezuiniging opleveren, wat ieder, die met 'de I tegenwoordige financieele toestand der Ge meente Alkmaar op de hoogte is, absoluut noodzakelijk zal voorkomen. Op deze gronden stellen ondergeteekenden dan ook den Raad voor te besluiten tot ophef fing van de beide Handelsscholen en wel in dien zin dat September 1926 zullen worden opgeheven de le en 2e klas der H. D. S. en die le klas der H. B. S. en September 1927 de 3e klas der H. D. S. en 2e klas der H. B. S., terwijl voorts aan Burgemeester en Wet houders zal worden verzocht overleg te wil len plegen met den Inspecteur van het Mid deibaar onderwijs omtrent de verandering van leerplan van de H. B. S.-A en met den Inspecteur van het L. O. over de reorganisa tie van de U. L. C. school voor jongens en meisjes in den zin als hierboven aangegeven. A. J. M. LEESBERG. A. F. THOMSEN. H. A. J. M. KUSTERS. D. SLUIS. J. P. BOSMAN. (Zoo is dus toch het minderheidsadvies nog gepubliceerd geworden, zij het dan ook op het laatste oogenblik. Hoewel het reeds gisteravond in handten van enkele belainghebbendten is gekomen ont- vingen wij het eeist hedenmorgen. Te laat dus om het tijdtens een- dru-kiken wertotag te kunnen bestudeeren en voldoende te kunnen weerleggen. Htet moet itm de courant van hedenavond worden opgenomen, omdat dte kwestie morgen in den Raad speelt en hoewel een rustig be studeeren en ook een eventueel deba-t na pu- bllcatie voor onze lezers dus onmogelij'k ge maakt is, willen wij het het toch niet plaatsen zondler onzerzijds op-enkele bijzonder zwak- ke punten te wij-zen. Laten wij allereeTst opmerken, dat ook deze bijlage evenals het beruchte rapport van dte Commissie van toezicht bijzonder zwak is. Van eenig bewijs is hierin geen sprake, men beweert maar in het wildte weg en herhaalt onophoudtelijk dat men mondeling dus im den Raad we lnadere explicatie zal geven. Allen-erst opmerkelijk is, dat men het in dit stuk doet voorkomen alsof dte inspecteur van het M. O., dte heer Bolkestein, en dte Commissie van toezicht het met elkaar vol- komen eens zijn. Niets is minder juist en B. en W. hebben dat in dte dezer dagem verschenen bijlage no. 58, betreffendte de reorganisatie der handtels scholen, nog eens nadrukkelijk doen uitkomen. Immers dte Commissie zegt': „Het moge waar zijn, dat dte H. B. S. A. het uitgespro- ken karakter van een vakopleiding mist, dte vraag is Slechts of hieraan tegemoet gekomen zou kunnen worden." De commissie streeft er dus doeibewust naar dte H. B. S.-A. te maken tot een vak opleiding die als zoodanig de Hoogere Han dtelsschool geheel kan vervamgen. De inspecteur, dte heer Bolkestein, ziet de zaak evenwel heel andters en pleit voor de H. B. S. als iinstituut voor algemeen ontwiik- kelend onderwijs, welker opleiding hij ook voor den handtel, het bamkwezen enz. prefe- reert, daarmede tevens in conflict komende. met een mam uit dte practijk als de voorzitter van dten Amsterdamschen Kamer van Koop- handel, die zeer nadrukkelijk betoogd heeft dat bet onderwijs aan s-peciale handelsscho len noodzakelijk is voor dte meer locaal ge- tinte bedrijvera en vrie groepen van kantoor- bedienden. Wanneer dus in bovenstaandte bijlage den, indruk gewekt wordt alsof de heer Bolkestein en dte Comm. v. toezicht een van opvatting zijn, dan is dit beslist onjuist weergegeven.* Over dte verwardte zinmen uit deze bijlage, zinnen die vrijwel niemand kan begrijpen, zullen wij op het oogenblik maar niet veel zeggen. Zij die ons handelsonderwijs willen vernie- tigen schermen in bovenstaand stu'k met de adviezem van den inspecteur van het M. O. en dien van het L. O. nota bene, twee man- nen wier taak het is iedter voor zich, hun on- derwijsafdteriing zoo gunstig en geschikt mo gelijk voo^te stellen en van wien het dtis hee- lemaal niet te verwondteren is, dat zij zoowel de H. B. S.-A. als de U. L. O. school tot vrij wel elke opidding in staat achten. Van het groot aantal andtere deskundigen die zoogenaamd de opvattingeni der Comm. v. Toezicht deelen wordt er niet eem genoemd. Laten wij daar dan tegenover stellen een zeer groot aa-ntal deskundigen uit onderwijs- kringem, uit handtel en Industrie, die pertinent verklaaid hebben, dat het rapport aer Com. van Toezicht practisch onuitvoerbaar en ver- nietigend voor het handelsonderwijs is. Men leze hierover ook in dit nurnmer wat Dr. Postma, dte directeur dter Handels scholen ons hedenmorgen deed toekomen rs=igsi'r==np=^lr==if^yg?g □SG SG Een verhaal uit den Tachtigjarigen Oorlog. Door Archibald Clavering Gunter. Vertaald door Mr. G. Keller. 18) waren de haven van Southampton binnengevallen, opgejaagd door kapers die door den prins van Conde met kaperbrie- ven waren voorzien en die nu op den loer had den gelegen om dat geld te bemachtigen De Spaansche gezant had aan de koningin bescherming verzocht. Daar er vrede heersch- te tusschen de beide regeeringen moest deze verleend worden, doch Elizabeths schatkist was ledig, en bovendien geplaagd door per- soonlijke schulden, had zij besloten die schatten zelf in te palmen. Cecil had mij laten roepen, daar hij wist dat ik uitsiekend Spaansch sprak, en meende, dat ik voor het zaakje geknipt was. Zij hadden reeds aan den Spaanschen gezant laten weten, dat hij moest zorgen, dat de schat van Southamp ton over land naar Dover werd gebracht, zoodat de vloot der koningin hem daar in bescherming zou kunnen nemen. Maar, ter wijl hij daartoe de noodige maatregelen nam, ontving ik de volgende wonderlijke opdracht: ik moest uitvaren en rienduizend kronen aan- bieden aan de Fransche kapers mits zij hun positie voor de haven van Southampton niet verlieten, zoodat de Genueesche schepen niet zouden durven uitvaren. Intusschen stride de koningin een onderzoek in en bevond dat het grid door Italiaansche kooplieden ter leen werd verstrekt. Als zij kunnen leenen aan Alva, kunnen ze ook wel leenen aan mij, dacht zij, en onder de persoonlijke leidjng van de koningin van Engeland legde ik de hand op de achthonderdduizend zilveren kronen". „En dat maakte Alva razend! Ik zie hem nog voor me," riep de schilder lachend, „op den morgen dat hij het bericht ontving, ter wijl hij in machtelooze woede aan de punten van zijn baard trok. Sedert koestert hij een grenzenloozen haat tegen de koningin en te- gen jou, daar gij hem genoodzaakt hebt den tienden penning te heffen om zijn leger te betalen. Maar wat heeft de roof van de ko ningin van Engeland te doen met jouw minia- tuur, jij zeeroover?" „Alleen dit," antwoordde Guy, „toen ik het geld in beslag nam, heb ik aan boord van het Genueesche schip, waarop ik was, als mijn aandeel in de buit alleen medegenO- men dit portretje uit het adres van het pak, waarin het wps geborgen, viel af te leiden, dat de dame die het voorsteldte, in Nederland vertoefde; ik nam daarom zeer gaame de persoonlijke opdracht van de koningin aan om hierheen te gaan en in haar belang het beroep van zeeroover uit te oefenen. Ik wist dat ik daarmede mijn leven op het spel zette, doch begreep ook, dat het mij de eenige kans gaf om in levenden lijve het gelaat te ontmoe- ten, dat ik bij den eersten aanblik had lief ge- kregen. Vindt je dat nu erg romantisch, geluk er dan mede, maar zeg me in ieder geval, als je het kunt, wie het is." „Zoo," antwoordde de schilder, „laat ik ie dan in antwoord op je vraag nog een ander schilderwerk laten zien." „Van wien? Wat heb ik aan schilderijen behalve dit hier? Jullie artisten denken altijd aan kunst, ik denk aan vleesch en bloed; dlaar kan de kunst het toch niet bij halen." „Ook deze kunst niet?" vraagt Oliver la chend, terwijl hij het gordijn tegen den ach- terwand van het atelier wegtrekt en daarme de een groot altaarstuk zichtbaar doet wor den. Het is nog niet voltooid, uitgezonderd de hoofdfiguur, de Madonna, die Guy in stomme verbazing aanstaart: het is de beel- tenis van de schoone, wier lippen hij den vo- rigen avond heeft gekust, wier miniatuur hij in de hand houdt en beurtelings kijkt hij naar het portretje en naar het statige altaarstuk, waarop de Moeder Gods is afgebeeld. Blijk- baar is het werk met groote liefde geschil- derd. De Engelschman wordt eerst rood in het gelaat, vervolgens doodsbleek en hij pre- velt: „Heb je haar dan ook lief?" terwijl hij een boozen blik werpt naar den man in wien hij al dadelijk een medeminnaar ziet. „Neen," antwroordt Oliver, „ik heb de dame niet lief, alleen mijn schilderij. Je behoeft niet jaloersch op me te zijn, heetbloedige En- gellschmande vrouw, die ik lief heb, is veel meer vleesch en bloed, het is Wilhelmina, dochter van drii voormaligen burgemeester Bode Voitker. Haar blond kopje zie je op den ezel staan. Ik wil geen ^eheim daarvan voor je maken, nu jij me ook ]e hartsgeheim hebt medegedeeld. Dit is echter," zegt hij met een liefdevollen blik naar het doek, „is een werk van liefde, van liefde voor mijn kunst. Het geeft mij de hoop, dat mijn naam zal blijven voortleven. Als ik mijn altaarstuk kan voltooi- En het is werkelij'k niet onaardig la ten wdj ook inog eens even de beide deskundi gen die door de minderheid thans zoo naar voren geschoven worden, de inspecteur van het M. O. en die van het L. O. tegenover hi* eigen leeraren, dus tegenover menschen uit de practijk stellen. Het hoofdbestuur van dte algemeene ver- eeniging van leeraren, een vereendging groo tendeels uit H. B. S.-leeraren bestaande, heeft een adres aan den Raad gezonden en waarschuwt ten sterkste tegen dte funeste plannen van de Commissie van toezicht. Wat zegt de inspecteur van het M. O. daar dan van? En het hoofd van de U. L- O. school vor- klaart nadrukkelijk dat* zijn school de taak der handelsdagschool niet over kan nemen Wat zegt de inspecteur van het L. O. daarvan? Welke waardte houden hum adviezen tegen deze stellige uitspraken van mannen uit dte practijk? Ieder vecht ten slotte voor eigen zaakje Sterker nog komt dit uit als men weet, dat de inspecteur van het M. O. thans te keircen heeft gegeven dat de- U. L. O. school z i. zeer zeker de Handelsdagschool niet zal moe- ten vervangen. Wat blijft er zoo ten slotte van de verkla- ringen dter zoo zegevierend naar voren'ge schoven insipecteurs en van de zoogenaamde hoeveelheid deskundigen over? Niets, totaal niets. Het is bekend, dat de heeren mr. J. P. Bosman. en mr. Kusters broederiijk naar den minister van Onderwsij zijn getrokken en men verwacht in de raadsztiting dan Qok verrassende medtedeelingen, waar van, juist omdat zij zoo op het laatste oogenblik komen en zoo absoluut oncontroleerbaar zijn, groote verwachtingen wordten gekoesterd. Ook bovenstaand stuk laat zich daarover nog niet uit. Slechts wordt medtegedeeld dit met het oog op mogelijke raadsleden die hun bezuinigingswoede op het Openbaar on- derwijs zouden willen koelen dat de mi- mister het eerste jaar 50 van de wachtgel den zou wllen betalen. Latere medtedeelingen uit zeer betrouwbare en officieele bron maken dat hoogst onzek.r. Iedere ministerieele beslissng daarover hangt nog totaal im dte lucht en er mag absoluut niet op gerekend worden, "dat bet Rijk die 50 zal willen bijdragen. De theorie, dat het onderwijs aan de U L. O. school goedkooper in plants van duurder zou worden en ook dte katholieken doeibewust op vermiindering van uitkeering voor hun eigen scholen zouden aansturen, zullen wij maar niet aux serieux nemen. De zeer uitvoerige en nauwkeurige becijfe- ring van B. en W. waarie geconstateerd wordt dat de opheffing der scholen vele jaren hoogere kosten met zich meebrengt en laten geen bezuiniging hrengt van zoodamige beteekenis, dat het de vernietiging der scliolen rechtvaardigt, is ons heel wat meer waard dan de lukraak beschouwing zonder becijfe- ring, die ie bovensfaande minderheidlsbijlage tot uiting komt. en voor dat het oogenblik komt, dat de hand die steeds mij dreigt te verpletteren, mij in zijn ijzeren greep zal hebben, hoop ik dat men aan mij zal blijven denken, niet als patriot, maar als kunstenaar!" „En dat zal bij den hemel zoo zijn," roept Guy uit, die zeker aan deze beeltenis van de vrouw welke hij aanbidt, een eereplaats in de kunst toedenkt, „want je hebt niet enkel een Madonna geschilderd, maar een godin, waardig om als de Moeder Gods vereerd te worden." En geloovig slaat hij een kruis, ter wijl hij vol liefde het schilderij aanschouwt, dat wel recht heeft op zijn bewondering, niet enkel om de schoonheid van het model, doch ook om de meesterlijke behandeling en om den rijkdom zijner kleuren. Maar ten slotte roept hij vol ongeduld tot dten schilder: „Maar antwoord me nu eindelijk eens op mijn vraag. Je laat me alleen wat zien wat mij nog meer doet verlangen naar haar naam. Zeg me toch eindtelijk eens wie zij is!" Het antwoord dat hij ontvangt, vervult hem met verbazing, maar niet minder met moedelooshrid. „Zij is," antwoordt Oliver, op elk woord nadruk leggend!" „het eenige we- zen op aarde dat Alva lief heeft!" „Neen, neen, dat kan niet waar zijn!" roept Guy met stomme verbazing uit. „Toch moet je me gelooven. Ze is het eeni ge schepsel, dat hij aanbidt, het eenige wezen waarmede de onderkoning spreekt in den ver- trouwelijken vorm van „jij" en „jou". „Ik kan je niet gelooven," roept Chester uit, wanhopig zijn handen wringend. „Zij is te rein om bemind te zijn door wie ter wereld ook, in de laatste plaats door dien aterling." „Zij is niet te rein." zei de schilder lana- En nu ten slotte nog een ernsdg woord van protest tegen dte wijze waarop hier boven met belangrijke zaken wordt omgesprongen. De heeren, die bovenstaande bijlage onder- teekenden verklaren daarin dat zij toch zoo verschrikkelijk op dte materit gestudeerd heb ben en zoo heel veel brier op de hoogte zijn dan andere belangstellenden, die er eigenlijk niets van weten. Hoe ernstig zij de zaak behandelen blijkt uit de wijze waaroip zij diverse problemen in een oogenblikje tot oplossing brengen. Over het niet aansluiten van de U. L. O. school en de 4e klasse (litt. econ. aid.) der H. B. S. wordt geen woord gerept. De ontbrekende schakel in dit onderwijs wordt totaal over het hoofd gezien. Dat ouders, die welbewust de handels school en niet de U. L. O school voor hun kinderen kozen, als de funeste plannen moch- ten slagen, straks hun kind in de 2e klasse M. U. L. 0. terug vinden, vindt men blijk- baar vanzelfsprekend. De heeren zullen de taak der ouders en de lceuze van onderwijs wel overnemen. In het gebouw der Handelsschool wordt een, twee, drie de 4e gemeenteschool getoo- verd, die eerlang een nieuw gebouw zal moe ten hebben en dte kkderen uit de Keetkolk- buurt zullen voortaan naar de Dorienstraat mogen loopen. Het is geen kath. school anders zou er wer- kelijk wel vami een nieuw gebouw worden ge- sproken. Het is maar een openbare school en ale er een school verdwijnt en men stopt een ander in het leege gebouw is er weer prariitig bezuinigd. Alles ten koste van het Openbaar onder wijs. Verbluffend is ten slotte de medcdeeling dat dte op wachtgeld gestelde leeraren binnen afzienbaren tijd weer een ander baantje ziil- len hebben. Waar en hoe? Daarover laat men zich niet uit. Zijn wij goed ingelicht, dan zal er een leeraar in het boekhouden op een bekend ad- vccatenkantoor als jongste bediende geplaatst worden, een andter op het kantoor van den heer Thomsen als handelsreiziger, en wordt er een leeraar in aardrijkskunde, ter explica tie van de vaart, op dte Alkmaar packet aan- genomen. Twee taalleerai'en staan van dten zomer voor rekening van V. V. V. als tolken op dt kaasmarkt en de concierge solliciteert met veel kans op succes naar een conducteurs- plaatsje op de tractor. Maar alle gekheid terzijde, is het niet treu- rig, dat men met dergelijke algemeenheden een aanval op onze handelsscholen opent? Is het niet treurig dat ons openbaar on derwijs, ook van vrijzinnige zijde, aan aan- vallen van dit gehalte en van dteze bedoeling bloot staan? Meer kunnen en zullen wij er op dit oogen blik, nu plaatsruimte en tijd ontbreken, maar miet van zeggen. Red. Alkm. Crt.) VERANDERING MUNTGASMETERS. In bijlage No. 48 schrijven B. en W.: Met instemming van de Commissie ^var, Bijstand voor de Lichtbedrijven verzoekt de Directeur van dien tak van dienst ons mach- tiging om het telwerk van de muntgasmeta^s zaam met nadruk, „om zijn dochter te zijn." „Zijn dochter? De hemel beware ons!" „Ja, Hermoine de Alva is de natuurlijke dochter van den hei tog. Haar moeder, de gra- vin di Perugia, een Italiaansche dame van groote schoonheid, overleed vier jaar geleden. Sedert heeft de hertog aan donna Hermoine zijn eigen geslachtsnaam gegeveh. Het is de reinste, liefelijkste, edelste bloem, Welke Span- je ooit naar de Nederlanden heeft gezonden Haar geest is even helder, haar verstand even scherp als die van haar vader, doch haar hart is even teeder als het zijne wreed is. Maar intusschen, mijn Engelschman, is zij de dochter van Alva en daarom vrees ik, dat je liefde hopeloos is. Pas op! Ook je broedei had een Spaansche lief!" Guy blijft het zwijgen bewaren. Hij gevoelt onmiddellijk de juistheid van de laatste wree- de herinnering van den schilder. Doch een oogenblik later komt zijn oude geestkracht weer boven en hij prevelt: „Bij den hemel! Wat zou het een pracht- overwinning zijn, als het me gelukken mocht het wezen dat Alva het meeste lief heeft, aan hem afhandig te maken, zijn eigen dochter die hem het liefste op aarde is, te maken tot de verloofde, de geeerbiedigde bruid van den man, op wiens hoofd hij een prijs van drie- duizend Carolusgulden heeft gesteld, en hij barst uit in een spottende, triomfeerende, doch ook van zijn liefde getuigenden lach. Wordt vervolgt t=3 De eerste iwslow, die gezien wordt, to nog geen bewije d*t de zomer er al to. Wel echter to het een aanduiding dat er ver andering ten goede in de natnor komt. Zoo is het ook met adverteeren: Daarom moet ook ten stelligstc de meening weerlegd worden, die men zoo veie malen hoortt rlk heb a! eens een advertentie geplaatst, het geeft toch nieto, Ik heb nooit succes gehad of vooruitgang bemerkt." Neen, natunrlijk niet, door ita advertentie maakt gij uw zaak niet bekend, gij moet regeW matig adverteeren, wij geven n de verzekering, dat gij beslist en aldoend succes zult hebben.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1926 | | pagina 5