AlKmaarsche Gourant
II
II
II
De dochter van illva.
Wocnsdag- 28 April.
Reorganisatie Handelsscholen
FEU1LLET0N.
Dt=)G
Een zwaluw maakt nog geen zomer!
Een advertentie geeft nog geen succes!
Adverteert in de Alkmaarsche Courant!
or-
jf0 gg f92g r afcfib'oT al dan niet ial blijven voor£cestaan
Mflndsril Acht en Twintigste Jaargang.
Bijlage No. 65 is verschemen en heeft dam
volgenden infaoud.
Het voorstel van de meerderheid van Bur
gemeester en Wethouders vervat in bijlage
no. 58 dd. 20 April 1926, geeft dte minder-
heid in het College, benevens de overige hier-
ondter vermelde lledem van den Raad, aanlei-
ding U hierbij in hoofdlijnen hun afwijkende
zaenswdj ze kenbaar te maken,
Het principe van de zaak, welke thans aan
Uw beslissing wordt omderworpen, is niet al
leen in Alkmaar, maar oak in talrijke andtere
plaatsen aan de orde. Het is de strijd tus-
schen aan de eene zdjde de "roorstanders van
het algemeen vormend onderwijs en aan de
andere zijde de voorstandters van de gespeei-
aliseerdte opleiding, waarbij mede een factor
is een mogelijke concentrate van ooderwijs,
bezuiniging medtebrengende enz.
De Commissie van toezicht en met haar de
Inspecteur van het Midtitelbaar- en zooals
ondtergeteekenden vemamen eveneens die
van het Lag/er Onderwijs, om van talrijke
andere autoriteiten op onderwijsgebied en uit
het bedrijfsleven in den lande maar niet eens
*e spreken, hebben zeer beslist partij gekozen
voor het algemeen vormend1 omdterwijs (De
Comm. v. toezicht heeft dat niet gedaan.
iRed. Alton. Crt.) 'terwijl voor de Commis
van toezicht eveneens een factor is gewecsf
een streven naar cocnentratie, ter vermijding
van de, naar haar meening, evenwijdig ge-
richte opleidingen'.
Ondergeteekenden kunnen zich met de ziens-
vdjze van de Commissie van toezicht geheel
vereenigen en voegen daaraan toe dat naast
de onderwijsfactoren mede de financieele zij
de van het vraagstuk vooral in den tegen-
woordigen tijd 'in de gemeente Alkmaar
voor hun van het meeste belang is.
Zij zien hierbij niet over het hoofd, dat op
opheffing van een school in een geval als hier
slechts dan mag geschieden, indien de onder-
wijsbelangen daardoor niet ernstig geschaad
zullen worden en zeker niet in die mate dat
dit de thans voorgestelde reorganisatie wet-
tiigt. (Onbegrijpe'ijike zin. Red. Alton. Crt.)
De historische beschouwingen van de meer
derheid van Burgemeester en Wethouders zul
len zij thans niet bespreken. Er zich mede
/ereenigen kunnen zij evenwel niet en vooral
niet met dat deel, waarbij speciaal er de aan-
dacht op wordt gevestigd dat de H. B. S. bij
het nieuwe wetsontwerp in tegenstellmg
met de handelsscholen is ondergebracht
bij het voorbereidend hooger onderwijs, wat
aan geheel andere oorzaken is toe te schrijven
als de meerderheid van Burgemeester en Wet
houders wil doen voorkomen.
Evenmin kunnen zij zich vereenigen met
de historische beschouwingen over dte han
delsscholen hier ter stede: zij ontkennen dat
de tegenwoordige handtelsdagschool en hoo
gere handelsschool te Alkmaar zijn dte in-
richtingen, welke men bij de oprichting van
deze scholen heeft bedoeld te stichten, zooals
zij bij de bespreBng nader hopen aan te too-
nen. (Zij zij© nog altijd zooals bij de stichting
bedoeld werd. Red. Al'km. Crt.)
Voor hun is het slechts de vraag of de
gereorganiseerde H. B. S. A en de gereorga-
niseerde U. L. O. school op de wijze als
aanstonds uiteen te zeten de taak kunnen
overnemen van dte beidte Handtelsscholen, zon-
dler dat het karakter ernstig wordt geschaad.
Bij dte beoordeeling van deze vraag is dan
ook van het meeste belang het feit, dat zoo-
wel dte Inspecteur van het Middeibaar Onder-
wijs als die vatm het Lager Onderwijs zonder
eenige reserve ieder voor zijn afdeeling
verklaard hebben, dat dit zeer wel mogelijk is.
Zij onderschrijven dte meening in dteze van dte
Commissie van toezicht en van bride boven
genoemde Iospecteurs geheel en zijm geens
zins overtuigd door dte argumenten daartegen
van dte meerderheid van Burgemeester en
Wethouders, die zij bij mondelinge behande-
ling nader zullen bespreken. Zij zijnt tot deze
overtuiging gekomen door ernstige bestudee,
ring van het udterst moeilijke vraagstuk in
al zijn onderdeelen aan- de hand van talrijke
gegevens en veel studiemateriaal, waarover
men de beschikking moet hebben om zich een
objectief oordteel te vormen en om niet te ver-
vallen in de tout van hen, die door owjuiste
en onvolledige gegevens al dan niet op-
zette'ijk blij'k geven dte zaak waar het om
gaat in het geheel niet te begrijpen. Red
Alton. Crt.)
Blij'kens im gekomen berichten van Dr Bol
kestein wordt onverschillig of dte handels-
de H. B. S. A bij het begin van den nieu
wen oursus zoodanig gereorgaciiseerd, dat die
beidte programma's zoo goed als geheel gelij'k
zullen zijn, zoodat ten aanzien van de ophef
fing van de Hoogere Handelsschool slechts
overleg behoeft gepleegd1 te worden met ge-
noemden Inspecteur, die naar men vemamen
heeft, tot meaewerking bereid is. Met het be
gin van den nieuwen eursus Saptember
a.s. zou %an ook dte eerste klas van de
Hoogere Handtelsschool tomren komen te
vervallen.
Ten aanzien van de Handelsdagschool
en in verband daarmede de reorganisatie van
de U. L. O.-school is onze meening deze;
Het is Uw College beked, dat tot dusverre op
de U.L.O. school voor jongens en meisjes de
handelswetenschappen niet worden onderwe-
zen, hoewel dit vak wel gegeven mag worden
Wij zouden nu in beide eerste klassen dit
onderwijs hoewel slechts in geringe mate
willen invoeren. Ten aanzien van de twee-
de en derde klas zouden wij niet willen over-
gaan tot de voorstellen die de meerderheid
van Burgemeester en Wethouders bespreken,
doch de klassen intact willen laten voor wat
het grootste deel der vakken betreft n.l. die
waarvoor de opleiding voor beide gelijk kan
zijn, zooals Lichamelijke opvoeding, teekenen,
wiskunde, geschiedenis, grootendeels de talen
enz. Voor ongeveer 10 uren, het juiste aan
tal uren in overleg met den Inspecteur te be-
palen, zouden wij in iedere klas een splitsing
willen invoeren en wel zoo, dat een deel der
klas de gewoe U.L.O.-richting vervolgt
waardcor het karakter van dit onderwijs niet
in het minst wordt geschaad terwiil het an
dere deel de handelsricbting vervolgt.
Slechts een lokaal dat aanwezig is en
een leerkracht met Middelbare bevoegdheden
Handelswetenschappen, zouden daarvoor
noodig zijn. De leerkracht zou door stijging
van het aantal leerlingen door het Rijk ver
goed worden, zoodat ook voor de bijzondere
scholen geen extra boventallige leer-
krachten waar de betrokken school-
besturen, naar ons bekend is, toch
geen gebruik van gemaakt zouden heb-
oen vergoed behoeven te worden. Hierdoor
zal het mogelijk zijn, dat de leerlingen der
tegenwoordige le klas H. D S. met 1 Septem
ber a.s. overgaan naar de 2e klas U. L. O.
school, zoodat met September a.s. nog slechts
zouden bestaan de 3e klas H. D. S. en 2e
klas H. H. S., die Juli 1927 eveneens worden
opgeheven.
De beschouwingen van de meerderheid van
Burgemeester en Wethouders over de finan
cieele gevolgen van een en ander kunnen on
dergeteekenden in het geheel niet deelen. Zon
der thans reeds de volledige cfjfers te geven,
(In den Raad zijn zij op het laatste oogenblik
niet te beoordeelen, Red. Aim. Crt.), willen
zij t de aandacht op vestigen, dat de meer
derheid van Burgemeester en Wethouders ge
heel over het hoofd ziet, dat door de ophef
fing der Handelsscholen behalve de te bespa
ren 21000.welke deze scholen kosten,
een gebouw vrijkomt. Het is thans reeds be
kend, dat binnen niet al te langen tijd weder
een Gemeentelijke lagere school zal wordten
afgekeurd, welke zeer wel zoo noodig met
parallelklassen in de vrijgekomen gebou-
wen der Handelsschool kan worden onderge
bracht, wat per jaar rente en aflossing van
een bedrag van ver over de 100000.
(stichtingskosten van een nieuwe school) be-
spaart.
Voorts dat door het grootere aantal leerlin
gen der openbare U .L. O. school het gemid
delde bedrag per leerling beiangrijk zal da
len, waardoor ook beiangrijk minder aan al
le bijzondere U. L. O. scholen behoeft te wor
den uitgekeerd, wat een flinke bezuiniging
oplevert, wat noodzakelijk is, vooral als men
weet, dat de gemiddelde kosten per leerling
van de openbare U. L. O. scholen de laatst
afgesloten rekening-jaren hebben bediragen
87.en 84.het hoogste bedrag wat in
Nederlarid daarvoor is uitgegeven, op welk
feit naar ondergeteekenden vemamen
nog onlangs de Hoofdinsepcteur van het On
derwijs aanmerking heeft gemaakt.
Maar buitendien zijn ook de beschouwingen
van de meerderheid van Burgemeester en
Wethouders over de wachtgelden onjuist. Im
mers zoolang op de Gemeentebegrooting een
post staat voor de Handelsscholen zijn Rijk
en Provincie bereid in de wachtgelden bij te
dragen zoodat t.a.v. hen die met September
a.s. wachtgeld zullen krijgen, de Gemeente
slechts 50 pCt. behoeft te betalen, terwijl wat
de overigen betreft die in 1927 op wachtgeld
gesteld zullen worden, hierover nog niets met
zekerheid is te zeggen. Voorts hopen onderge
teekenden nader uiteen te zetten, dat reeds
aanstonds meerdere personen, die wachtgeld
zullen genieten, elders geplaatst zullen kun
nen worden
Aldus zullen de door ondergeteekenden
voorgestelde plannen een zeer belangrijke
bezuiniging opleveren, wat ieder, die met 'de I
tegenwoordige financieele toestand
der Ge
meente Alkmaar op de hoogte is, absoluut
noodzakelijk zal voorkomen.
Op deze gronden stellen ondergeteekenden
dan ook den Raad voor te besluiten tot ophef
fing van de beide Handelsscholen en wel in
dien zin dat September 1926 zullen worden
opgeheven de le en 2e klas der H. D. S. en
die le klas der H. B. S. en September 1927
de 3e klas der H. D. S. en 2e klas der H. B.
S., terwijl voorts aan Burgemeester en Wet
houders zal worden verzocht overleg te wil
len plegen met den Inspecteur van het Mid
deibaar onderwijs omtrent de verandering
van leerplan van de H. B. S.-A en met den
Inspecteur van het L. O. over de reorganisa
tie van de U. L. C. school voor jongens en
meisjes in den zin als hierboven aangegeven.
A. J. M. LEESBERG.
A. F. THOMSEN.
H. A. J. M. KUSTERS.
D. SLUIS.
J. P. BOSMAN.
(Zoo is dus toch het minderheidsadvies
nog gepubliceerd geworden, zij het dan ook
op het laatste oogenblik.
Hoewel het reeds gisteravond in handten
van enkele belainghebbendten is gekomen ont-
vingen wij het eeist hedenmorgen. Te laat
dus om het tijdtens een- dru-kiken wertotag te
kunnen bestudeeren en voldoende te kunnen
weerleggen.
Htet moet itm de courant van hedenavond
worden opgenomen, omdat dte kwestie morgen
in den Raad speelt en hoewel een rustig be
studeeren en ook een eventueel deba-t na pu-
bllcatie voor onze lezers dus onmogelij'k ge
maakt is, willen wij het het toch niet plaatsen
zondler onzerzijds op-enkele bijzonder zwak-
ke punten te wij-zen.
Laten wij allereeTst opmerken, dat ook
deze bijlage evenals het beruchte rapport
van dte Commissie van toezicht bijzonder
zwak is.
Van eenig bewijs is hierin geen sprake, men
beweert maar in het wildte weg en herhaalt
onophoudtelijk dat men mondeling dus im
den Raad we lnadere explicatie zal geven.
Allen-erst opmerkelijk is, dat men het in
dit stuk doet voorkomen alsof dte inspecteur
van het M. O., dte heer Bolkestein, en dte
Commissie van toezicht het met elkaar vol-
komen eens zijn.
Niets is minder juist en B. en W. hebben
dat in dte dezer dagem verschenen bijlage no.
58, betreffendte de reorganisatie der handtels
scholen, nog eens nadrukkelijk doen uitkomen.
Immers dte Commissie zegt': „Het moge
waar zijn, dat dte H. B. S. A. het uitgespro-
ken karakter van een vakopleiding mist, dte
vraag is Slechts of hieraan tegemoet gekomen
zou kunnen worden."
De commissie streeft er dus doeibewust
naar dte H. B. S.-A. te maken tot een vak
opleiding die als zoodanig de Hoogere Han
dtelsschool geheel kan vervamgen.
De inspecteur, dte heer Bolkestein, ziet de
zaak evenwel heel andters en pleit voor de
H. B. S. als iinstituut voor algemeen ontwiik-
kelend onderwijs, welker opleiding hij ook
voor den handtel, het bamkwezen enz. prefe-
reert, daarmede tevens in conflict komende.
met een mam uit dte practijk als de voorzitter
van dten Amsterdamschen Kamer van Koop-
handel, die zeer nadrukkelijk betoogd heeft
dat bet onderwijs aan s-peciale handelsscho
len noodzakelijk is voor dte meer locaal ge-
tinte bedrijvera en vrie groepen van kantoor-
bedienden.
Wanneer dus in bovenstaandte bijlage den,
indruk gewekt wordt alsof de heer Bolkestein
en dte Comm. v. toezicht een van opvatting
zijn, dan is dit beslist onjuist weergegeven.*
Over dte verwardte zinmen uit deze bijlage,
zinnen die vrijwel niemand kan begrijpen,
zullen wij op het oogenblik maar niet veel
zeggen.
Zij die ons handelsonderwijs willen vernie-
tigen schermen in bovenstaand stu'k met de
adviezem van den inspecteur van het M. O.
en dien van het L. O. nota bene, twee man-
nen wier taak het is iedter voor zich, hun on-
derwijsafdteriing zoo gunstig en geschikt mo
gelijk voo^te stellen en van wien het dtis hee-
lemaal niet te verwondteren is, dat zij zoowel
de H. B. S.-A. als de U. L. O. school tot vrij
wel elke opidding in staat achten.
Van het groot aantal andtere deskundigen
die zoogenaamd de opvattingeni der Comm. v.
Toezicht deelen wordt er niet eem genoemd.
Laten wij daar dan tegenover stellen een
zeer groot aa-ntal deskundigen uit onderwijs-
kringem, uit handtel en Industrie, die pertinent
verklaaid hebben, dat het rapport aer Com.
van Toezicht practisch onuitvoerbaar en ver-
nietigend voor het handelsonderwijs is.
Men leze hierover ook in dit nurnmer
wat Dr. Postma, dte directeur dter Handels
scholen ons hedenmorgen deed toekomen
rs=igsi'r==np=^lr==if^yg?g
□SG
SG
Een verhaal uit den Tachtigjarigen
Oorlog.
Door Archibald Clavering Gunter.
Vertaald door Mr. G. Keller.
18)
waren de haven van Southampton
binnengevallen, opgejaagd door kapers die
door den prins van Conde met kaperbrie-
ven waren voorzien en die nu op den loer
had den gelegen om dat geld te bemachtigen
De Spaansche gezant had aan de koningin
bescherming verzocht. Daar er vrede heersch-
te tusschen de beide regeeringen moest deze
verleend worden, doch Elizabeths schatkist
was ledig, en bovendien geplaagd door per-
soonlijke schulden, had zij besloten die
schatten zelf in te palmen. Cecil had mij laten
roepen, daar hij wist dat ik uitsiekend
Spaansch sprak, en meende, dat ik voor het
zaakje geknipt was. Zij hadden reeds aan
den Spaanschen gezant laten weten, dat hij
moest zorgen, dat de schat van Southamp
ton over land naar Dover werd gebracht,
zoodat de vloot der koningin hem daar in
bescherming zou kunnen nemen. Maar, ter
wijl hij daartoe de noodige maatregelen nam,
ontving ik de volgende wonderlijke opdracht:
ik moest uitvaren en rienduizend kronen aan-
bieden aan de Fransche kapers mits zij hun
positie voor de haven van Southampton niet
verlieten, zoodat de Genueesche schepen niet
zouden durven uitvaren. Intusschen stride de
koningin een onderzoek in en bevond dat het
grid door Italiaansche kooplieden ter leen
werd verstrekt. Als zij kunnen leenen aan
Alva, kunnen ze ook wel leenen aan mij,
dacht zij, en onder de persoonlijke leidjng
van de koningin van Engeland legde ik de
hand op de achthonderdduizend zilveren
kronen".
„En dat maakte Alva razend! Ik zie hem
nog voor me," riep de schilder lachend, „op
den morgen dat hij het bericht ontving, ter
wijl hij in machtelooze woede aan de punten
van zijn baard trok. Sedert koestert hij een
grenzenloozen haat tegen de koningin en te-
gen jou, daar gij hem genoodzaakt hebt den
tienden penning te heffen om zijn leger te
betalen. Maar wat heeft de roof van de ko
ningin van Engeland te doen met jouw minia-
tuur, jij zeeroover?"
„Alleen dit," antwoordde Guy, „toen ik
het geld in beslag nam, heb ik aan boord
van het Genueesche schip, waarop ik was,
als mijn aandeel in de buit alleen medegenO-
men dit portretje uit het adres van het pak,
waarin het wps geborgen, viel af te leiden,
dat de dame die het voorsteldte, in Nederland
vertoefde; ik nam daarom zeer gaame de
persoonlijke opdracht van de koningin aan
om hierheen te gaan en in haar belang het
beroep van zeeroover uit te oefenen. Ik wist
dat ik daarmede mijn leven op het spel zette,
doch begreep ook, dat het mij de eenige kans
gaf om in levenden lijve het gelaat te ontmoe-
ten, dat ik bij den eersten aanblik had lief ge-
kregen. Vindt je dat nu erg romantisch, geluk
er dan mede, maar zeg me in ieder geval, als
je het kunt, wie het is."
„Zoo," antwoordde de schilder, „laat ik ie
dan in antwoord op je vraag nog een ander
schilderwerk laten zien."
„Van wien? Wat heb ik aan schilderijen
behalve dit hier? Jullie artisten denken altijd
aan kunst, ik denk aan vleesch en bloed; dlaar
kan de kunst het toch niet bij halen."
„Ook deze kunst niet?" vraagt Oliver la
chend, terwijl hij het gordijn tegen den ach-
terwand van het atelier wegtrekt en daarme
de een groot altaarstuk zichtbaar doet wor
den. Het is nog niet voltooid, uitgezonderd
de hoofdfiguur, de Madonna, die Guy in
stomme verbazing aanstaart: het is de beel-
tenis van de schoone, wier lippen hij den vo-
rigen avond heeft gekust, wier miniatuur hij
in de hand houdt en beurtelings kijkt hij naar
het portretje en naar het statige altaarstuk,
waarop de Moeder Gods is afgebeeld. Blijk-
baar is het werk met groote liefde geschil-
derd. De Engelschman wordt eerst rood in
het gelaat, vervolgens doodsbleek en hij pre-
velt: „Heb je haar dan ook lief?" terwijl hij
een boozen blik werpt naar den man in wien
hij al dadelijk een medeminnaar ziet.
„Neen," antwroordt Oliver, „ik heb de dame
niet lief, alleen mijn schilderij. Je behoeft niet
jaloersch op me te zijn, heetbloedige En-
gellschmande vrouw, die ik lief heb, is veel
meer vleesch en bloed, het is Wilhelmina,
dochter van drii voormaligen burgemeester
Bode Voitker. Haar blond kopje zie je op den
ezel staan. Ik wil geen ^eheim daarvan voor
je maken, nu jij me ook ]e hartsgeheim hebt
medegedeeld. Dit is echter," zegt hij met een
liefdevollen blik naar het doek, „is een werk
van liefde, van liefde voor mijn kunst. Het
geeft mij de hoop, dat mijn naam zal blijven
voortleven. Als ik mijn altaarstuk kan voltooi-
En het is werkelij'k niet onaardig la
ten wdj ook inog eens even de beide deskundi
gen die door de minderheid thans zoo naar
voren geschoven worden, de inspecteur van
het M. O. en die van het L. O. tegenover
hi* eigen leeraren, dus tegenover menschen
uit de practijk stellen.
Het hoofdbestuur van dte algemeene ver-
eeniging van leeraren, een vereendging groo
tendeels uit H. B. S.-leeraren bestaande,
heeft een adres aan den Raad gezonden en
waarschuwt ten sterkste tegen dte funeste
plannen van de Commissie van toezicht.
Wat zegt de inspecteur van het M. O.
daar dan van?
En het hoofd van de U. L- O. school vor-
klaart nadrukkelijk dat* zijn school de taak
der handelsdagschool niet over kan nemen
Wat zegt de inspecteur van het L. O.
daarvan?
Welke waardte houden hum adviezen tegen
deze stellige uitspraken van mannen uit dte
practijk?
Ieder vecht ten slotte voor eigen zaakje
Sterker nog komt dit uit als men weet, dat
de inspecteur van het M. O. thans te keircen
heeft gegeven dat de- U. L. O. school z i.
zeer zeker de Handelsdagschool niet zal moe-
ten vervangen.
Wat blijft er zoo ten slotte van de verkla-
ringen dter zoo zegevierend naar voren'ge
schoven insipecteurs en van de zoogenaamde
hoeveelheid deskundigen over?
Niets, totaal niets.
Het is bekend, dat de heeren mr. J. P.
Bosman. en mr. Kusters broederiijk naar den
minister van Onderwsij zijn getrokken en
men verwacht in de raadsztiting dan Qok
verrassende medtedeelingen, waar van, juist
omdat zij zoo op het laatste oogenblik komen
en zoo absoluut oncontroleerbaar zijn, groote
verwachtingen wordten gekoesterd.
Ook bovenstaand stuk laat zich daarover
nog niet uit. Slechts wordt medtegedeeld
dit met het oog op mogelijke raadsleden die
hun bezuinigingswoede op het Openbaar on-
derwijs zouden willen koelen dat de mi-
mister het eerste jaar 50 van de wachtgel
den zou wllen betalen.
Latere medtedeelingen uit zeer betrouwbare
en officieele bron maken dat hoogst onzek.r.
Iedere ministerieele beslissng daarover hangt
nog totaal im dte lucht en er mag absoluut
niet op gerekend worden, "dat bet Rijk die
50 zal willen bijdragen.
De theorie, dat het onderwijs aan de U L.
O. school goedkooper in plants van duurder
zou worden en ook dte katholieken doeibewust
op vermiindering van uitkeering voor hun
eigen scholen zouden aansturen, zullen wij
maar niet aux serieux nemen.
De zeer uitvoerige en nauwkeurige becijfe-
ring van B. en W. waarie geconstateerd
wordt dat de opheffing der scholen vele
jaren hoogere kosten met zich meebrengt en
laten geen bezuiniging hrengt van zoodamige
beteekenis, dat het de vernietiging der scliolen
rechtvaardigt, is ons heel wat meer waard
dan de lukraak beschouwing zonder becijfe-
ring, die ie bovensfaande minderheidlsbijlage
tot uiting komt.
en voor dat het oogenblik komt, dat de hand
die steeds mij dreigt te verpletteren, mij in
zijn ijzeren greep zal hebben, hoop ik dat men
aan mij zal blijven denken, niet als patriot,
maar als kunstenaar!"
„En dat zal bij den hemel zoo zijn," roept
Guy uit, die zeker aan deze beeltenis van de
vrouw welke hij aanbidt, een eereplaats in de
kunst toedenkt, „want je hebt niet enkel een
Madonna geschilderd, maar een godin,
waardig om als de Moeder Gods vereerd te
worden." En geloovig slaat hij een kruis, ter
wijl hij vol liefde het schilderij aanschouwt,
dat wel recht heeft op zijn bewondering, niet
enkel om de schoonheid van het model, doch
ook om de meesterlijke behandeling en om den
rijkdom zijner kleuren. Maar ten slotte roept
hij vol ongeduld tot dten schilder:
„Maar antwoord me nu eindelijk eens op
mijn vraag. Je laat me alleen wat zien wat
mij nog meer doet verlangen naar haar naam.
Zeg me toch eindtelijk eens wie zij is!"
Het antwoord dat hij ontvangt, vervult
hem met verbazing, maar niet minder met
moedelooshrid. „Zij is," antwoordt Oliver, op
elk woord nadruk leggend!" „het eenige we-
zen op aarde dat Alva lief heeft!"
„Neen, neen, dat kan niet waar zijn!" roept
Guy met stomme verbazing uit.
„Toch moet je me gelooven. Ze is het eeni
ge schepsel, dat hij aanbidt, het eenige wezen
waarmede de onderkoning spreekt in den ver-
trouwelijken vorm van „jij" en „jou".
„Ik kan je niet gelooven," roept Chester
uit, wanhopig zijn handen wringend. „Zij is
te rein om bemind te zijn door wie ter wereld
ook, in de laatste plaats door dien aterling."
„Zij is niet te rein." zei de schilder lana-
En nu ten slotte nog een ernsdg woord
van protest tegen dte wijze waarop hier boven
met belangrijke zaken wordt omgesprongen.
De heeren, die bovenstaande bijlage onder-
teekenden verklaren daarin dat zij toch zoo
verschrikkelijk op dte materit gestudeerd heb
ben en zoo heel veel brier op de hoogte zijn
dan andere belangstellenden, die er eigenlijk
niets van weten.
Hoe ernstig zij de zaak behandelen blijkt
uit de wijze waaroip zij diverse problemen in
een oogenblikje tot oplossing brengen.
Over het niet aansluiten van de U. L. O.
school en de 4e klasse (litt. econ. aid.) der
H. B. S. wordt geen woord gerept.
De ontbrekende schakel in dit onderwijs
wordt totaal over het hoofd gezien.
Dat ouders, die welbewust de handels
school en niet de U. L. O school voor hun
kinderen kozen, als de funeste plannen moch-
ten slagen, straks hun kind in de 2e klasse
M. U. L. 0. terug vinden, vindt men blijk-
baar vanzelfsprekend.
De heeren zullen de taak der ouders en de
lceuze van onderwijs wel overnemen.
In het gebouw der Handelsschool wordt
een, twee, drie de 4e gemeenteschool getoo-
verd, die eerlang een nieuw gebouw zal moe
ten hebben en dte kkderen uit de Keetkolk-
buurt zullen voortaan naar de Dorienstraat
mogen loopen.
Het is geen kath. school anders zou er wer-
kelijk wel vami een nieuw gebouw worden ge-
sproken.
Het is maar een openbare school en ale
er een school verdwijnt en men stopt een
ander in het leege gebouw is er weer prariitig
bezuinigd.
Alles ten koste van het Openbaar onder
wijs.
Verbluffend is ten slotte de medcdeeling
dat dte op wachtgeld gestelde leeraren binnen
afzienbaren tijd weer een ander baantje ziil-
len hebben.
Waar en hoe? Daarover laat men zich
niet uit.
Zijn wij goed ingelicht, dan zal er een
leeraar in het boekhouden op een bekend ad-
vccatenkantoor als jongste bediende geplaatst
worden, een andter op het kantoor van den
heer Thomsen als handelsreiziger, en wordt
er een leeraar in aardrijkskunde, ter explica
tie van de vaart, op dte Alkmaar packet aan-
genomen.
Twee taalleerai'en staan van dten zomer
voor rekening van V. V. V. als tolken op dt
kaasmarkt en de concierge solliciteert met
veel kans op succes naar een conducteurs-
plaatsje op de tractor.
Maar alle gekheid terzijde, is het niet treu-
rig, dat men met dergelijke algemeenheden
een aanval op onze handelsscholen opent?
Is het niet treurig dat ons openbaar on
derwijs, ook van vrijzinnige zijde, aan aan-
vallen van dit gehalte en van dteze bedoeling
bloot staan?
Meer kunnen en zullen wij er op dit oogen
blik, nu plaatsruimte en tijd ontbreken, maar
miet van zeggen. Red. Alkm. Crt.)
VERANDERING MUNTGASMETERS.
In bijlage No. 48 schrijven B. en W.:
Met instemming van de Commissie ^var,
Bijstand voor de Lichtbedrijven verzoekt de
Directeur van dien tak van dienst ons mach-
tiging om het telwerk van de muntgasmeta^s
zaam met nadruk, „om zijn dochter te zijn."
„Zijn dochter? De hemel beware ons!"
„Ja, Hermoine de Alva is de natuurlijke
dochter van den hei tog. Haar moeder, de gra-
vin di Perugia, een Italiaansche dame van
groote schoonheid, overleed vier jaar geleden.
Sedert heeft de hertog aan donna Hermoine
zijn eigen geslachtsnaam gegeveh. Het is de
reinste, liefelijkste, edelste bloem, Welke Span-
je ooit naar de Nederlanden heeft gezonden
Haar geest is even helder, haar verstand
even scherp als die van haar vader, doch
haar hart is even teeder als het zijne wreed is.
Maar intusschen, mijn Engelschman, is zij
de dochter van Alva en daarom vrees ik, dat
je liefde hopeloos is. Pas op! Ook je broedei
had een Spaansche lief!"
Guy blijft het zwijgen bewaren. Hij gevoelt
onmiddellijk de juistheid van de laatste wree-
de herinnering van den schilder. Doch een
oogenblik later komt zijn oude geestkracht
weer boven en hij prevelt:
„Bij den hemel! Wat zou het een pracht-
overwinning zijn, als het me gelukken mocht
het wezen dat Alva het meeste lief heeft, aan
hem afhandig te maken, zijn eigen dochter
die hem het liefste op aarde is, te maken tot
de verloofde, de geeerbiedigde bruid van den
man, op wiens hoofd hij een prijs van drie-
duizend Carolusgulden heeft gesteld, en hij
barst uit in een spottende, triomfeerende, doch
ook van zijn liefde getuigenden lach.
Wordt vervolgt
t=3
De eerste iwslow, die gezien
wordt, to nog geen bewije d*t
de zomer er al to. Wel echter to
het een aanduiding dat er ver
andering ten goede in de natnor
komt.
Zoo is het ook met adverteeren:
Daarom moet ook ten stelligstc
de meening weerlegd worden,
die men zoo veie malen hoortt
rlk heb a! eens een advertentie
geplaatst, het geeft toch nieto,
Ik heb nooit succes gehad of
vooruitgang bemerkt."
Neen, natunrlijk niet, door ita
advertentie maakt gij uw zaak
niet bekend, gij moet regeW
matig adverteeren, wij geven n
de verzekering, dat gij beslist
en aldoend succes zult hebben.