Aambeien zijn een bij vrotiwen zeer vaafc
roorkomende kwaal, die ondraaglijke cage
aiaJcken met zich brengt. Foster's Zalf geeft
baat vanaf de eerste toepassing. Irrd rdaad
een probaat geneesmiddel. Per doos 1.75
pertube 1.
zoodamg te doen veranderen, dat per M®. gas
niet meer noodig zal zijn bet inwerpen van
drie penmingen, d^ch dat met en penning
kan worden volstaan. Het zal daardoor mo
gelijk zijn vermindcring van arbeid en dien-
tengevolge bezuiniging te verkrijgen, wnda't
het ledigen der geldbakken minder veelvuldig
zal bchoeven te geschieden en het tel'len de
penningen minder tijd zal vorderen wanneer
net geta-1 penningen met twee per kubieken
meter zall zijn verminderd. Bij het s-teedis toe
nemend aantal gasverbruikers zal de voorge-
stelde maatregel, voorloopig althans, het
aanstel'len van een 4en meteropnemer-geldop
haler voorkomen, terwiil ook het onttrekken
van een werkkracht aan de fitterij gedurende
eenige dagen per maand oni als hulp te die-
nen bij het ledigen der meters dan niet meer
ooodig zal zijn.
Delc os-ten voor de verandering van de fcel
werken worden geraamd op ongeveer 5000.
Het verdient cok naar onze meening aan be
veling deze vereenvoudiging in de adsnini
stratie in te voeren. Wij stellen Uwe Verga
denng der halve voor:
a. de muntgasmeters op de hierboven aan
gegeven wijze te doen veranderen;
b, voor de daarvoor benocdigde gelden aan
ons een crediet te verleenen van 5000,
zoo noodig te regelen bij suppletoire be-
drijfsbegrooting.
VERNIEUWING WALMUUR
LUTT1K-OUDORP
t5. en W. schrijven in bijlage Nb. 62:
Op de gemeente-begrooting voor 1926 is
onder volgnr. 540 een bedrag van 33000
uitgetrokken voor de vernieuwing van cten
waammr aan de Noordzijde van het Luttik-
Oudorp van de brug over den Kooltuin af tot
aan de Rotorenbrug.
De toestand waarin deze walmuur verkeert
maaikt het noodig dat de vernieuwing onver
wijld wordt uitgevoerd. Ook in verband met
den tijd van den graanaanvoer, die reeds half
Augustus aanvangt, is het noodzakelijk dat
de vernieuwing voor dien tijd is voltooid.
Wij doen U mitsdien hierbij een plan voor
de vernieuwing van dieri walmuur "toekonxen
en verzoeken u, in verband met het voren
staande daaromtrent een beslissing te nemen.
Ten einde verzakkingen in de toekomst te
voorkomen is de muur ontworpen op cen
paaifundeering, tervvij'l de walmuur zelf, we
gens zijn geringe hcogte, van cenvoudige
samenstelling kan zijn.
De kesten van uitvoering van dit plan wor
den geraamd op 33000.
Wij verzoeken Uwe Vergadering ons Col
lege te machtigen het bovenomschreven werk
op de daarbij aangegeven wijze, waarmede
de Commissie van Bijstand voor de Pu-
blieke Werken zich geheel kan vereenigen, te
doen uitvoercn.
DE
KINDERSPEELPLAATS AAN
2e LANDDWARSSTRAAT.
- In bijlage No. 52 schrijven B. en W..
In de zitting van 17 December j.l stelde
Uwe Vergadering in handen van ons College
om bericht en raad cen verzoek van het Be-
shmr der Vereerfiging D. E. S,, gevormd uit
de bewoners van Volkshuisvesting, om te be-
vorderen dat in de omgeving van de wonin-
gen aan de Landdwarsstraten een spselplaats
wordt ingericht. Het is de bedoeling der Ver-
eeniging daarvoor te bestemmen een terrein,
gelegen aan de 2c Landdwarsstraat, als in
het voor U ter inzage gelegde rapport van
den Directeur der Plantsoenen is aangege
ven. Dit terrein behoort in eigendom aan de
Vereeniging voor Volkshuisvesting „Alk-
maar", welke vereeniging zich echter bereid
vcrklaarde het bedoelde terrein tot wederop-
zeggens aan dc bedoelde vereeniging als kin-
derspeclplaats in gebririk te geven. De me.de-
werking die van de gemeentc wordt gevraa jd
kan zich in verband hiermede bepalen tot de
inrichting van het terrein, d w.z. het maken
eener afscheiding en het aanbrengen van
zand en eenige beplanting.
\X aar door deze speelplaars in die omge
ving. met geringe middelen, in een beboefie
wordt voorzien, meenen wij dat het aanbeve-
hng verdient dat de gemeente zich ten deze
eenige geldelijke opoffering getroost.
Het is de bedceling dat de speelplaats
wordt beheerd en als zcodanig onderhouden
door* de adresseerende Vereeniging, die ook
zorg dtaagt voor dc aanschaffing van het
noodige spelmateriaal. Desniettcmin zouden
wij er prijs op stellen dat ook andere kinde-
ren dan die der leden daarvan op bepaalde,
nader overeen te kfcmen tijdstippen, gebruik
zouden kunnen maken, waartoe wij de mede-
werking van het Bestuur zullen verzoeken.
De kosten van het maken eener afrastering
met toegangshek ,het gelijkmaken van't ter
rein, het opbrengen van zad en het aanbren
gen van eenige beplanting worden geraamd
op 754. In verband echter met de bereid-
verklaring van dejeden dier Vereeniging om
belangeloos mede te werken aan de inrichting
van het terrein, kan dat bedrag tot 65U
Worden verminderd.
Onder mededeeling dat de Commissie van
Bijstand voor de Plantsoenen zich geheel met
het voorstel kan vereenigen, stellen wij Uwe
Vergadering voor:
a. ons College te machtigen het voor kin-
derspeelptoato te bestemmen terrein aan
de 2e Landdwarsstraat voor rekening der
gemeente van eene afrastering enz. te
voorzien, well e het eigendom (tor gemeen
te blijft, en daartoe cen crediet te verlee
nen van 650 n»^er te regelen bij sup
pletoire begroo*. g,
b. van dit besluit mededeeling te doen aan
het Bestuur der Vereenigi ig D E. S. (Vis-
ikking op zijn
uit te brengen aangaande de wijze, v^aarop
de op de gemeente-begrooting toegestane
bedragen voor het in artikel der Leer-
plicbtwet omschreven doel zijn besteed.
Wij geven U in overweging het versflag
vast te stellen, dat wij voor U m oiiLwerp ter
inzage zullen leggen.
ONDERHANDSCHE VERHURING
VAN GROND AAN DE NIEUW-
POORTSLAAN.
B. en, W stellen den Raad voor, het. vol
gende besluit te nemen
De Raad der gemeente A'lkmaar;
Overwegende, dat een aan de gemeente
toebehoorende strook grond aan de NieuW'
pcortslaan, loopende langs de voorzijdte van
de perceelen plaatselijk bekend onder de num-
mers 20, 22, 24, 26, 28, 30 en 32, ter grootte
van ongeveer 45 M2, voor verhuring als tuin-
grond aan de eigenaars van genoemde per
ceelen in aanmerlang komt;
dat het wenschelijk is dezen grond onder
hands te verhuxen en hiervoor een minimum-
huurprijs vast te stellen, zoomede om aan
Burgemeester en Wethouders de uitgifte er
van over te laten
gelezen het voorstel van Burgemeester en
Wethouders, opgenomen in bijlage No. 54 tot
's Raads handelingen;
gelet op de artt. 138 en 194e der Gemeen-
tewet;
Besluit
Burgemeester en Wethouders te machtigen
de bovenomschreven strook grond voor den
tijd van ten hoogste 5 jaren aan door hen
aan te wijzen huurders onderhands te verhu-
ren tegen een minimum huurprijs van 0.16
per Ms. per jaar, op de door hen te stellen
voorwaarden.
JAARWEDDE COMM1SSARIS VAN
POLITIE
B. en W. schrijven in bijlage1 Nr. 53
De heer C. Ch. Walraven, Commissaris
van Politie, alhier, heeft zich bij adres dd 18
Februari 1.1. tot hare Majesteit de Koniflgin
gewend met het verzoek zijne bezoldiging te
wlllen verhoogen en te willen bepalen op een
bedrag van f 4800.— tot 5800.—, te be-
reiken in 10 jaar, onder meetelling van S
dienstjaren als Commissaris van Politie ver-
vuld, zooals ook thans geschiedt.
Onder toezending van dat adres heeft de
Commissaris der Koningin in deze Provinrie,
ten verzoeke van den Minister van Justitie,
den Burgemeester uitgenoodigd Uwe Verga
dering te hooren en den Commissaris der
Koningin vervolgens met het gevoelen van
Uw College in kennis te stellen.
Waar Uwe Vergadering er wellicht prijs
op zal stellen ten deze het gevoelen van ons
College te vernemen, meenen wij goed te doen
alvorens ons advies uit te brengen den inhoud
van dc nota te Uwer kennis te brengen die de
Burgemeester ons College ter zake deed toe-
komen. Die nota luidt in haar geheel als
volgt:
,Ter voldoening aan het verzoek van het
College heb ik de eer U hierbij mijnc meening
te geven aangaande het verzoek van den heer
C. C. Walraven, Commissaris van Politie, al
hier, om zijn salaris nader te bepalen op een
minimum van 4800.en een maximum
van /5800.te bereiken in 10 jaar, onder
medetelling van 8 dienstjaren als Commissa
ris van Politie vervuld, zooals ook thans ge
schiedt.
Met salaris van den Commissaris van Po
litic is bij K. B. van 7 Mei 1921, Nr. 42 vast-
gcsteld op /4000.—met vijf-twee-jaarlijk-
sche verhoogingen van 200.— tot een ma
ximum van 5000.Bij K. B. van 29 No
vember 1924 is overeenkomstig het advies
van den Raad d.d. 28 Februari 1924, nr. 12
de jaarwedde van den Commissaris van Po-
"ilie, binnen de grenzen van de bestaande re-
geling vastgesteld op /4400.— van 1 Maart
1923 af; op /46O0.van 1 October 1923 af
en voorts bepaald dat het maximum van
5000.— zal worden bereikt door regelmati-
ge periodieke verhoogingen. In verband daar-
mede beJraagt de jaarwede van den Commis
saris van Politie sinds 1 October 1925
4800.—.
De Raad was toentertijd vaq oordeel dat de
door den Commissaris van Politie tevens ge-
vraagde salarisverhooging achterwcge moest
blijven, omdat de Raad den tijd voor verhoo-
ging van salarisnormen nog niet gekomen
achtte.
Uit de omstandigheid dat onlangs door de
Gedeputeerde Staten dezer Provinrie de jaar-
wedden van Burgemeesters en Secretarissen
in verschillende gemeenten dezer Provinrie,
waaronder ook Alkmaar, zijn verhoogd,
meent de Commissaris van Politie te mogen
afleiden dat het bezwaar van 1924 om tot
verhooging van sommige salarissen over te
gaan niet meer in die mate aanwezig is als
aoor den Raad toentertijd werd gevoeld.
Ik was reeds destijds van oordeel, dat het
salaris van den Commissaris van Politie ai
der te laag is; ik ben dat nog en zelfs in ver-
sterkte mate nu de Gedeputeerde Staten on
der gcedkeur.ng van de Kroon onlangs de
salarissen van aen Secretaris en van mij heb-
Secretaris en van mij hebben verhoogd. Ik
meen verder dat de Raad in dit laatste tevens
het novum kan zien, op grond waarvan hij
thans zijn meening zou kunnen herzien.
Wil men weten hoe hoog het salaris van
icn Commissaris van Poline in deze gemeen
te behoort te zijn, dan moet men m. i. zijn sa
Tiel (11996) 4000—4800.
Go -indiem (13864) 4000—/ 5000.
2. wier zielental niet onaanzienlijk blijft
beneden Alkmaar t. w.
Roosendaal (20000)
Rheden T2386)
Kampen (20636)
Vlissmgen (23000)
benevens 500 als Commissaris van Rijkspo
litie en 200 als waterschout.
Bussum (21873) 4500—5250,
aangenomen door den Raad.
3. Wier zielental ongeveer met Alkmaar
overeenkomt t. w.
4000—5100.
5000—/ 5400
4000—/ 5000
4200—/ 4800,
Gouda
Breda
De venter
Amersfoort
Zaandam
Helder
Velsen
(27229)
(30400)
(34197)
(34945)
(29925)
(30786)
(31111)
4800—/ 5800.
5000—6000.
5000—/ 6000.
5200—/ 5800.
4500—/ 5500.
4400—/ 5400.
/5300 (max.)
Hoewel onder de wedde in de gemeenten
Helder en Velsen een toelage als Commissa
ris van Rijkspolitie is begrepen kan dat m.i.
geene aanleiding geven om het ambt van
Commissaris van Politie te Alkmaar lager te
salarieeren. waar de bemoeiingen van gelij-
ken aard zijn. De Commissaris van Politie te
Alkmaar (hoewel zonder vergoeding) even-
eens in het bezit eener aanstelling als Com
missaris van Rijkspolitie.,
Het vorenstaande geeft mij aanleiding Uw
College in overweging te geven den Raad te
advlseeren den Commissaris der Koningin te
bericHten, dat eene verhooging van de jaar
wedde van den Commissaris van Politie 's
Raads instemming heeft en dat het aanbeve-
ling verdient die jaarwedde met ingang van
1 januari 1926 te bepalen op 4800.
5800 met vijf twee-
verhoogingen en on
periodieke
bepaling dat de
dienstjaren als Commissaris van Politie ver
vuld, voor de berekening van de periodieke
verhoogingen zullen medetellen."
Deze nota heeft ons College de overtuiging
geschonken dat de bezoldiging van den Com
missaris van Politie alhier vWhooging dient
te ondergaan. Wij zouden echter niet verder
willen gaan dan 4500—5500 en derhal-
ve niet zoover als adressant verzoekt en de
Burgemeester ons College in overweging
geeft Uwe Verj
Wij stellen
to
te adviseeren.
mitsdien voor den Burge
meester te maditigen, aan den Commissaris
der Koningin te berichten, dat eene verhoo
ging van de jaarwedde van den Commissaris
van Politie Uwe instemming heeft en dat het
a an beveling verdient die jaarwedde te reke-
nen van 1 Januari 1926 af te bepalen op
45005500 mt vijf-tweejaarlijksche ver
hoogingen en onder bepaling dat de dienstja
ren als Commissaris van Politie vervuld,
voor de berekening van de periodieke verhoo
gingen zullen medetellen.
AANWIJZING VAN STEMLOKALEN.
In overeenstemming met Uwe voorstellen,
.gedaan bij Uwe besluit van 28 Januari j.l.,
Nr. 18, (Bijlage Nr. 12) hebben de minister
van Binnenlandsche Zaken en Landbouw en
Gedeputeerde Staten deze gemeente onder-
scheidenlijk voor de verkiezing van de leden
van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
en van de Provinciate Staten. verdeeld in 20
stemdistricten en hebben Gedeputeerde Staten
deze gemeente voor de verkiezing van de
'eden van den .Gemeenteraad verdeeld in 3
kieskringen, tengevolge waarvan uw besluit
van gelijken datura, tot vaststelling eener ver-
ordening tot verdeeling der kieskringen
voor de verkiezing van de leden van den Ge
meenteraad in stemdistricten, welk besluit ge-
nomen is onder voorbehoud der totstandko-
ming van de hiervoren genoemde verdeelin-
gen, van rechtswege van kracht wordt, zoo-
dat thans kan worden overgegaan tot aan-
wijzing voor elk stemdistrict van een ge-
schikt stemlokaal, welke aanwijzing inge-
volge artikel 63 der Kieswet geschiedt bij
olaatselijke verordening. Tevens behoort
Uwe Vergadering ingevolge het 8e lid van
artikel 33 dier wet aan te wijzen de stem-
okalen, waarin de hoofdstembureaux voor
de verkiezing van de leden van den Ge
meenteraad hunne vocr de kiezers toeganke-
lijkelijke zittingen houden.
Gelijk wij U reeds in bijlage Nr. 12 mede-
schershan 14) als beschik!
adres d.d. 10 December j.l
K1NDERVOEDING EN -KLEEDING.
B. en W. schrijven in bijlage No. 56:
Ingevolge artikel 11 van het KoninMijk
Besluit van 19 November 1900, Stbl. No. 202,
tot vaststelling van regelen, waarnaar de ge
meenteraad bevoegd is aan schoolgaande ldn-
deren, ter bevordering van het schoolbezoek,
voeding en kleeding te verstrekken of met dat
doel subsidie te verleenen, is Uwe Vergade-
ring verplicht na het verstrijken van het
Aecsriaar aan Gedeputeerde Staten verslae
laris vergeliiken, vooreerst met dat van zijn
collega's elders. En zoo vestig ik dan in de
eersce plaats de aandacht op de jaarwedden
'»an de na te noemen hoofdambienaren dezer
gemeente die alle, in sommige gevallen zelfs
in belangrijke mate, de jaarwedde van den
Commissaris van Politie overscheiden
Directeur Lichtbedrijven 5700—/7410.
Keuringsdienst /5700—/7410.
Gemeentewerken 52006760
Slachthuis
Grondbedrijf
Gemeente-Secretaris
Het wil mij dan ook voorkomen dat de
jaarwedde van den Commissaris van Politie
zooals die thans geregeld is (van 4000.—
tot 5000.—) tot de hiervoren genoemde
niet in goede verhouding staat en dat eene
regeling gewenscht is die meer tegemoet komt
aan rechtmatige aanspraken in dit opzicht en
meer in overeenstemming is met hetgeen de
vervulling van het ambt van Gommissaris
van Politie in na te noemen gemeenten:
1. wier zielental nog niet of slechts de helft
bedraagt van Alkmaar, t.w
5000—/ 6500
5000—/ 6500.
5000—/ 6000.
deelden moest tengevolge van de gewijzigde
verdeeling in districten naar 5 nieuwe lokalen
worden uitgezien. Voor twee daarvan kan
worden aangewezen een lokaal.in de U. L.
school voor jongens en meisjes in de Krelage-
straat en een loxaal in de nieuwe openbare
lagere school in het Rochdalekwartier. Voor
de andere drie hadden wij het oog op een
lokaal in de Rijkskweekschool voor onder-
wijzers en onderwijzeressen aan het Nassau-
plein en de gymnastieklokalen der R.-K. Jon-
gensscholen aan de Bleekerskade en de
Nieuwstraat. Wij hebben van den minister
van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen
en van het Bestuur del Vereeniging St.
Joseph vergunning verkregen bij plaatsheb-
bencfe stemmingen van die lokalen gebruik tc
maken.
B. en W. geven den Raad derhalve in over
weging het desbetreffende besluit te nemen en
vast te stellen een Verordening tot aanwijzing
der stemlokalen voor de verkiezing van leden
van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
de Provinciate Staten en den Gemeenteraad.
WIJZIGING DER VERORDENING,
HOUDENDE BEPALINGEN OMTRENT
HET GEMEENTELIJK ONGEVALLEN-
FONDS.
In bijlage No. 49 schrijven B. en W.:
In het Algemeen Verslag omtrent het on-
derzoek der gemeeatebegrooting voor 1924
(biz. 14) stelden enkele leden de vraag, of het
bedrag van 1800, dat jaarlijks uit de ge-
meentekas in het gemeentelijk ongevallen-
fonds wordt gestort en welk cijfer gebaseerd
is op den toestand in 1910, voldoende ge-
acht kan worden, nu op 1 April 1922 het aan
tal verzekeringsplichtige bedrijven is uitge-
breid, terwiil ook de loonsverhooging riiet
buiten beschouwing kan worden gelaten
Blijkens ons daarop gegeven antwoord acht-
ten wij het noodig, dat ten aanzien van het
fonds eene nieuwe regeling wordt getreffen.
Een nota dienaangaande was reeds aan de
Commissie van bijstand om advies toegezon-
den. Eene uitvoerige briefwisseling met die
Commissie is daarvan het gevolg geweest
Wij hebben het, om den door de gemeente fen
aanzien der verzekering van het ongovallen
risico te volgen weg met inachtneming van
alle factoren te kunnen bepalen, gewenscht
geacht bovendien de meaning te vragen van
den heer K. Lindner, wiskundig adviseur der
Rijksverzekeringsbank te Amsterdam L>e gc-
voerde briefwisseling ligt voor U ter inzage.
De vragen, welke moesten worden opge-
lost. waren deze:
a. is het gewenscht, adt dc gemeente zelf
nog langer het ongevalienrisico blijft
dragen;
b. zoo ja, tot welk bedrag moet dan de jaar-
lijksche gemeentelijke bijdrage aan het
fonds verhoogd worden?
Hoewel wij aanvankelijk /te oplossing
meenden te zien in beperking van het eigen
risico door uitsluitend de grootere risico's,
betrekking hebbende op dc uitkeering van
contante waardeu van toegekendc rcnten bij
ernstige ongevallen, over te dragen aan een
verzekeringsinstelling, heeft de meerderheid
van ons College die gedachte laten varen,
nadat zij van bovengenoemde adviezen had
kennis genomen.
Zij is thans met de Commissie van bijstand
overtuigd, dat het aanbeveling verdient ook
die risico's zelf te blijven dragen en derhalve
de bestaande regeling tc handhaven. Deze
meening berust op de volgende gronden.
Toen men in 1910 tot oprichtiug van het
fonds overging gold als motief daarvoor de
omstandigheki, dat over de 5 vooratgaande
jaren aan premie was betaald 8666.47, ter
wijl aan schadeloosstellingen door de Rijks-
bank slechts f 629.81 werd uitgekeerd, ver
meerderd met de kosten van genees- en heel
kundige behandeling. Hieruit werd toenter
tijd de gevolgtrekking gemaakt, dat deze ge
meente een gunstig risico oplevert, waarvan
de overdracht niet als voordeelig kan wor
den beschouwd. De ervaring, welke in den
loop van 15 jaren werd opgedaan, is alles-
zins gunstig geweest. Sleclits tweemaal toch
behoefde aan de Rijksverzekeringsbank een
contante waarde te worden uitgekeerd, t.w.
in 1916 een van 163C 65 en in 1923 een van
2120.85. Doordat het fonds in genoemd
tijdvak in zot geringe mate werd belast,
wies het kapitaal aan tot f 28626.8614 op 31
December 1925
Hier staat echter tegenover, dat de ge
meente elk oogenblik kans loopt met de con
tante waarde eener rente te worden belast.
Doen zich snel achter elkander eenige ernsti
ge ongevalleu of massa-ongevallen voor, dan
zal het kapitaal inderdaad niet groot genoeg
zijn om daaraan weerstand te bieden. De be
teekenis van dit bezwaar behoeft it^usschen,
gelet op de verkregen ervaring en op het
feit, dat het aantal zware ongevallen per
centsgewijze zeer gering is, niei te worden
overschat. Bovendien verkeert de gemeente
financieel in eenr andere positie dan een par
ticular, waardoor het haar mogelijk is, in
tegenstelling met gene ook de grootere risi
co's te dragen. Voorts zullen ongetwijfeld de
ongevallenkansen in elke gemeente, mits men
deze over eer lang tijdvak neemt, hetzelfde
beeld vertoonen als het 'gemiddelde percen
tage over het geheele land. Het verloop der
ongevallen zal zich m.a.w. herhalen in elke
gemeente, zoo men het waarnemingstijdperk
eenigszins ruitn stelt. Om die redetri zal op
den duur de financieele last, voor de ge
meente aan het zelf-dragen var. het risico
verbonden, niet grooter zijn, dan wanneer
het aan anderen werd overgedragen. Eteze
overdracht is, uit dit oogpurit gezien, niet
noodig en dus niet gewenscht, te minder, nu
de gemeente eenmaal een fonds bezit, welks
kapitaal te harer beschikking is en haar
eigendom blijft.
De heer Lindner komt in het eerste ge-
deelte van zijn advies tot eene tegenoverge
stelde conclusie. Hoewel hij de iuistheid van
het vorenstaande in het algemeen toegeeft,
acht hij het kapitaal van het fonds te gering,
om tegen alle ongunstige mogclijkheden een
waarborg op te leveren. Zelfs wanneer dit tot
eene niet overmatige hoogte wordt opge-
voerd, doordat daarin jaarlijks wordt ge
stort een bedrag, gelijkstaande met hetgeen
aan eene verzekeringsinstelling verschuldigd
zou zijn, dan nog zal, naar'zijn meening, met
het oog op zich voordoende ongunstige ja
ren en het steeds dreigende gevaar van mas
sa-ongevallen, eerst na vele jaren van het
eigen-risico-dragen voordeel te verwachteji
zijn. Waar tegenover de kans op nadeelige
uitkomsten en de (zij het zeer kleine) kans op
buitengewoon .zware uitgaven geen wezen-
lijke voordeeleri aan het zelf dragen van het
risico verbonden zijn. raadt hij aansluiting
bij een onderlinge of premieverzekeringsin
stelling aan.
Volgens het tweede gedeelte van zijn ad
vies is hij van oordeel, dat, wenscht men het'|
fonds met alle risico's te blijven belasten, het
kapitaal tot ten minste f 50.000 behoort aan
te groeien. Dit kan, blijkens een door hem
gemaakte berekening, worden bereikt door
de jaarlijksche bijdrage aan het fonds, welke
thans 1800 bedraagt tot f 2500 te ver
hoogen.
D argumenten van den heer Lindner heb
ben noth in de boven ontwikkeide meening
der meerderheid van ons College, noch in dc
zienswijze der Commissie van Bijstand voor
het ongevallerfonds verandering gebracht.
De meerderheid wenscht niettemin evenals de
Commissie gaarne diens advies op te vol
gen, voor zoover dit op de verhooging der
jaarlijksche bijdrage betrekking heeft.
In de gemeentebegrooting voor 1926 is
onder volgnumfoer 41 met die verhooging
bereids rekening gehouden.
De minderheid in ons College sluit zich,
wat de wenschelijkheid van overdracht van
althans dc grootste risico's betreft, aan bij
het betoog van den heer Lindner. Zij acht het
mogelijk en gewenscht dat de gemeente de
kleinere risico's voor haar rekening neemt
f Gaat hier critter om dc grootere risico's,
derhalve die, waarbij het betalen van con
tante waarden tot sorns belangrijke bedragen
op het spel staat. De minderheid blijft het
zeer bedenkelijk achten, dat de gemeente ook
dat risico voor eigen rekening neemt, zij het
dan, dat de gemeente door fondsvormfng
tracht, zich zooveel mogelijk te dekken. Zij
wijst er op, da't het toch wel iets zegt, dat
een 112-tal gemeenten (en dat zijn de middel-
matige en grootere) dit risico hebben over-
gedragen op de onderlinge Risico-Vereeni-
ging van gemeenten.
Zij meent, dat een voorzichtig financieel
beheer eischt, dat de gemeente den veiligen
kant kiest. Zij geeft derhalve voor zooveel de
grootere risico's aangiat, dc voorkeur aan
aansluiting bij eene verzekeringsinstelling
boven behoud van de bestaande regeling.
De meerderheid van ons College stelt op de
bovenontwikkelde gronden voor het desbe-
treffend besluit te nemen
EVANGELISAl IE-AVONU.
Men schrijft ons:
Het is heerlijk dat de emiiiente Ds. Doeven-
dans zoo vele uitnoodigingen krijgt om te
spreken, want voor duizenden kan hij tot een
zegen zijn.
De societeitszaal was gisteravond wederoin
geheel gevuld en ik twijfel niet of velen zullen
zeer voldaan zijn geweest over het gesproke-
nc, waar zooveel leerrijke kracht vanNiit ging.
De avond werd aangevangen met het zin-
gen van Psalm 118 en daarvan vers 7 en 11.
In het gebed sprak Ds. D. volgens vers 11,
dat wij hadden gezongen, hoe Jezus verachte-
lijk de plaats was ontzegd in de maatschap-
pij, in de kerk, bij de menschen, de tempelbon-
wers en hoe ook vele menschen dit alles oii-
dervinden, maar hoe God als een wonder, dat
wij zien, maar niet doorgronden, deze men
schen plaatst, waar zij behooren.
Daarna werd de lste brief aan de Corinthc
voorgelezen, beginnende bij het 15de hoofd-
stuk, vers 35.
De tekst luidde: „De Opstanding der Doo-
den".
Ons geloof zou te vergeefs zijn, zoo leid-
de Ds. D. zijn spreken in, als wij niet aan de
opstanding van Jezus geloofden, want :.an
zijn opstanding hebben wij de onze te dan-
ken. De intellectueelen van dezen tijd noemen
degenen die in den Bijbel gelooven, achterlijk.
Ik zou velen willen foeroepen en vooral de
jonge mannen, bestudeer den Bijbel en vraag
wat gij niet be,
het verstand
En laat Jan niet alleen
Een
zou
op-
begrijpt.
1, cloch ook het hart spreken
der voornaamste. vragen is wel die ik
verwachten: „Hoe zullen de dooden
staan?"
Velen Uwer zullen wel eens gegaan
achter de lijkbaar van een u dierbare en zul
len de kist langzaam zien wegzinken in het
graf. Een prachtige steen met „Hier rust
enz er op gebeiteld of iets dergelijks, wordt
er op geplaatst. Maar dat is niet waar. Daar
in die groeve der verteering rust uiets, maar
vergaai en wordt door de wormen vernietigd.
wij zien het wel niet, maar weten het toch,
dat het een langzaam vergaan is. Het is de
nederlaag van het lichaam. Miin grootvader,
vervolgde spreker, wandelde dikwijls op het
kerkhoi en ik keur dit goed, daar we aldaar
worden herinnert aan ons einde. Op zekeren
dag riep de doodgraver hem en hij zag, dat
deze heel voorzichtig een nog bijna gave kist
naar boven haalde en daarin lag nog cen ge
heel gaaf lijk. Mijn grootvader venvonderde
zich daar zeer over, want het was al jaren en
jaren geleden, dat het was begraven. Maai
toen de graver even met zijn klomp tegen de
kist stootte viel alles als stof uit elkaar.
Mijne toehoorders, dat is onze bestemmim;
stof, dat de wind verwaait.
Houdt gij nog vast aan uw opstanding?
Een stad wordt uitgebreid, kerkhoven wor
den aan hun doel onttrokken, straten komen
er voor in de plaats. Men vindt zelfs dt
plaats niet meer, waar eens was het graf van
een geliefde.
Utrecht wordt dan ook de stad der kerkho
ven genoemd.
Nunt gij nog aan mijn tekst vasthoudeu?
Wilt gij een ander voorbeeld? Op booten
en schepen sterft iemand, gij weet hoe zulk
een lijk zijn graf in de golven vindt, maai
denkt niet dat het op den bodem rust, want
haaien en andere beesten azen op deze prooi-
en. In de wildernis is het de leeuw of tijger,
die u vernietigen kan.
Geloovige, vraagt gij nog hoe zullen de
dooden opstaan? Ja, is uw antwoord, voor
Gods woord buig ik mij. Ik geloof, maar be-
grijpen doe ik het niet. Maar daar is in het
leven zooveel dat wij niet begrijpen. De tele-
fonie en telegrafie, de radio, we staan bij at
deze wetenschappen stil.
Maar uit Gods woord gelooven wij, zonder
het te begrijpen, dat wij een nieuw lichaaui
krijgen in onze opstanding.
net zou te ver voeren, hoe spreker ons ver-
duidelijkte hoe uit de runs de vlinder ont-
staat en hoe uit de zaaakorrel, die gezaaid
zijnde, in den grond verrot, doch waaruit een
nieuwe haliri ontspringt. En we zeggen
hier met Paul us, wat gezaaid wordt moet
eerst vergaan, eer het een nieuw lichaam
krijfsJ, maar dit is anders dan't voorgaande.
En dit gaat altijd zoo door, elk jaar opnieuw.
En we worden stil onder de groote en heer-
lijke Majesteit Gods. Want zonder de rups
geen vlinder en zonder de korrel geen halm.
Daar is reeds in die rups en in die korrel
de kiem aanwezig voor het opstandingsli-
chaam. En zoo is in ons lichaain de kiein
aanwezig voor onze opstanding, maai* niei
dezelfde bestanddeelen. Onze geloofbelijdenis
zegt immers: „Ik geloof de opstanding des
vleesches."
Wij zongen daarna Gezang 50 vers 1.
In de natuur hebben wij cen groote ver-
scheidenheid van schepping, vervolgde daar
na Ds. D. en onze taak is niet woorcienrijk ge
noeg om uit te drukken die pracht die wij be-
wonderen. Werd't vroeger ontkent als onmc-
gelijk, thans weten wij dat op den bodem der
zee prachtige visschen leven, de mooiste bloe-
men bloeien, rijke steenen te vinden zijn.
Brengt de dag U heerlijkc zonnestralen,
waardoor alles groeit en bloeit, de nacht
toont U het zilvcrlicht der maan, en de ster-
ren in haar veel-kleurige pracht. Wat hebben
wij toch te doen met een rijken, almachtigen,
wonderdoenden God.
Twijfelt gij nog aan de opstanding?
Een geneesheer vertelde mij eens, zei de
voorganger, hoe reeds in het pas geboren kind
de kiem der verderfelijkheid aanwezig is. En
ga elk leven in zijn loop eens na, wat al ziek-
te en gebrekkigheid huist daar niet in elk
stof en vergankelijkheid zijt gij gezaaid, met
een nieuw. een ander lichaam zult ge op
staan, en dan zal er noch rouw, noch gekriit
zijn. In oneer zijt gij gezaaid, in zonde met de
daarmt voortvloeiende ellende.
Te Elburg, vertelde Ds. D. tot slot, was een
man cue zijn eenig kind had verloren en zoo
als de oudste onder u wel zullen weten, mocht
men vroeger zoolang men wilde het lijk be-
houden. Deze man nu wilde van dat doode
lichaam niet sclieiden en elken dag ging hij
er naar zien, tot hij op zekeren dag schrok
van het verval dat het lijk had ondergaan en
hij het dadelijk liet begraven.
Als straks de nieuwe aarde zal daar zijn
en zal zijn als een zomermorgen dat de dauw
parelt als schitterende diamanten op elk
grassprietie, op elk blaadje en Jezus Chris-
tu zal schitteren in zijn verheerlijking, dan
zullen v. li met ons vergeesteliilri lichaam.
zijn