Aambeien zijn een bij vrotiwen zeer vaafc roorkomende kwaal, die ondraaglijke cage aiaJcken met zich brengt. Foster's Zalf geeft baat vanaf de eerste toepassing. Irrd rdaad een probaat geneesmiddel. Per doos 1.75 pertube 1. zoodamg te doen veranderen, dat per M®. gas niet meer noodig zal zijn bet inwerpen van drie penmingen, d^ch dat met en penning kan worden volstaan. Het zal daardoor mo gelijk zijn vermindcring van arbeid en dien- tengevolge bezuiniging te verkrijgen, wnda't het ledigen der geldbakken minder veelvuldig zal bchoeven te geschieden en het tel'len de penningen minder tijd zal vorderen wanneer net geta-1 penningen met twee per kubieken meter zall zijn verminderd. Bij het s-teedis toe nemend aantal gasverbruikers zal de voorge- stelde maatregel, voorloopig althans, het aanstel'len van een 4en meteropnemer-geldop haler voorkomen, terwiil ook het onttrekken van een werkkracht aan de fitterij gedurende eenige dagen per maand oni als hulp te die- nen bij het ledigen der meters dan niet meer ooodig zal zijn. Delc os-ten voor de verandering van de fcel werken worden geraamd op ongeveer 5000. Het verdient cok naar onze meening aan be veling deze vereenvoudiging in de adsnini stratie in te voeren. Wij stellen Uwe Verga denng der halve voor: a. de muntgasmeters op de hierboven aan gegeven wijze te doen veranderen; b, voor de daarvoor benocdigde gelden aan ons een crediet te verleenen van 5000, zoo noodig te regelen bij suppletoire be- drijfsbegrooting. VERNIEUWING WALMUUR LUTT1K-OUDORP t5. en W. schrijven in bijlage Nb. 62: Op de gemeente-begrooting voor 1926 is onder volgnr. 540 een bedrag van 33000 uitgetrokken voor de vernieuwing van cten waammr aan de Noordzijde van het Luttik- Oudorp van de brug over den Kooltuin af tot aan de Rotorenbrug. De toestand waarin deze walmuur verkeert maaikt het noodig dat de vernieuwing onver wijld wordt uitgevoerd. Ook in verband met den tijd van den graanaanvoer, die reeds half Augustus aanvangt, is het noodzakelijk dat de vernieuwing voor dien tijd is voltooid. Wij doen U mitsdien hierbij een plan voor de vernieuwing van dieri walmuur "toekonxen en verzoeken u, in verband met het voren staande daaromtrent een beslissing te nemen. Ten einde verzakkingen in de toekomst te voorkomen is de muur ontworpen op cen paaifundeering, tervvij'l de walmuur zelf, we gens zijn geringe hcogte, van cenvoudige samenstelling kan zijn. De kesten van uitvoering van dit plan wor den geraamd op 33000. Wij verzoeken Uwe Vergadering ons Col lege te machtigen het bovenomschreven werk op de daarbij aangegeven wijze, waarmede de Commissie van Bijstand voor de Pu- blieke Werken zich geheel kan vereenigen, te doen uitvoercn. DE KINDERSPEELPLAATS AAN 2e LANDDWARSSTRAAT. - In bijlage No. 52 schrijven B. en W.. In de zitting van 17 December j.l stelde Uwe Vergadering in handen van ons College om bericht en raad cen verzoek van het Be- shmr der Vereerfiging D. E. S,, gevormd uit de bewoners van Volkshuisvesting, om te be- vorderen dat in de omgeving van de wonin- gen aan de Landdwarsstraten een spselplaats wordt ingericht. Het is de bedoeling der Ver- eeniging daarvoor te bestemmen een terrein, gelegen aan de 2c Landdwarsstraat, als in het voor U ter inzage gelegde rapport van den Directeur der Plantsoenen is aangege ven. Dit terrein behoort in eigendom aan de Vereeniging voor Volkshuisvesting „Alk- maar", welke vereeniging zich echter bereid vcrklaarde het bedoelde terrein tot wederop- zeggens aan dc bedoelde vereeniging als kin- derspeclplaats in gebririk te geven. De me.de- werking die van de gemeentc wordt gevraa jd kan zich in verband hiermede bepalen tot de inrichting van het terrein, d w.z. het maken eener afscheiding en het aanbrengen van zand en eenige beplanting. \X aar door deze speelplaars in die omge ving. met geringe middelen, in een beboefie wordt voorzien, meenen wij dat het aanbeve- hng verdient dat de gemeente zich ten deze eenige geldelijke opoffering getroost. Het is de bedceling dat de speelplaats wordt beheerd en als zcodanig onderhouden door* de adresseerende Vereeniging, die ook zorg dtaagt voor dc aanschaffing van het noodige spelmateriaal. Desniettcmin zouden wij er prijs op stellen dat ook andere kinde- ren dan die der leden daarvan op bepaalde, nader overeen te kfcmen tijdstippen, gebruik zouden kunnen maken, waartoe wij de mede- werking van het Bestuur zullen verzoeken. De kosten van het maken eener afrastering met toegangshek ,het gelijkmaken van't ter rein, het opbrengen van zad en het aanbren gen van eenige beplanting worden geraamd op 754. In verband echter met de bereid- verklaring van dejeden dier Vereeniging om belangeloos mede te werken aan de inrichting van het terrein, kan dat bedrag tot 65U Worden verminderd. Onder mededeeling dat de Commissie van Bijstand voor de Plantsoenen zich geheel met het voorstel kan vereenigen, stellen wij Uwe Vergadering voor: a. ons College te machtigen het voor kin- derspeelptoato te bestemmen terrein aan de 2e Landdwarsstraat voor rekening der gemeente van eene afrastering enz. te voorzien, well e het eigendom (tor gemeen te blijft, en daartoe cen crediet te verlee nen van 650 n»^er te regelen bij sup pletoire begroo*. g, b. van dit besluit mededeeling te doen aan het Bestuur der Vereenigi ig D E. S. (Vis- ikking op zijn uit te brengen aangaande de wijze, v^aarop de op de gemeente-begrooting toegestane bedragen voor het in artikel der Leer- plicbtwet omschreven doel zijn besteed. Wij geven U in overweging het versflag vast te stellen, dat wij voor U m oiiLwerp ter inzage zullen leggen. ONDERHANDSCHE VERHURING VAN GROND AAN DE NIEUW- POORTSLAAN. B. en, W stellen den Raad voor, het. vol gende besluit te nemen De Raad der gemeente A'lkmaar; Overwegende, dat een aan de gemeente toebehoorende strook grond aan de NieuW' pcortslaan, loopende langs de voorzijdte van de perceelen plaatselijk bekend onder de num- mers 20, 22, 24, 26, 28, 30 en 32, ter grootte van ongeveer 45 M2, voor verhuring als tuin- grond aan de eigenaars van genoemde per ceelen in aanmerlang komt; dat het wenschelijk is dezen grond onder hands te verhuxen en hiervoor een minimum- huurprijs vast te stellen, zoomede om aan Burgemeester en Wethouders de uitgifte er van over te laten gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders, opgenomen in bijlage No. 54 tot 's Raads handelingen; gelet op de artt. 138 en 194e der Gemeen- tewet; Besluit Burgemeester en Wethouders te machtigen de bovenomschreven strook grond voor den tijd van ten hoogste 5 jaren aan door hen aan te wijzen huurders onderhands te verhu- ren tegen een minimum huurprijs van 0.16 per Ms. per jaar, op de door hen te stellen voorwaarden. JAARWEDDE COMM1SSARIS VAN POLITIE B. en W. schrijven in bijlage1 Nr. 53 De heer C. Ch. Walraven, Commissaris van Politie, alhier, heeft zich bij adres dd 18 Februari 1.1. tot hare Majesteit de Koniflgin gewend met het verzoek zijne bezoldiging te wlllen verhoogen en te willen bepalen op een bedrag van f 4800.— tot 5800.—, te be- reiken in 10 jaar, onder meetelling van S dienstjaren als Commissaris van Politie ver- vuld, zooals ook thans geschiedt. Onder toezending van dat adres heeft de Commissaris der Koningin in deze Provinrie, ten verzoeke van den Minister van Justitie, den Burgemeester uitgenoodigd Uwe Verga dering te hooren en den Commissaris der Koningin vervolgens met het gevoelen van Uw College in kennis te stellen. Waar Uwe Vergadering er wellicht prijs op zal stellen ten deze het gevoelen van ons College te vernemen, meenen wij goed te doen alvorens ons advies uit te brengen den inhoud van dc nota te Uwer kennis te brengen die de Burgemeester ons College ter zake deed toe- komen. Die nota luidt in haar geheel als volgt: ,Ter voldoening aan het verzoek van het College heb ik de eer U hierbij mijnc meening te geven aangaande het verzoek van den heer C. C. Walraven, Commissaris van Politie, al hier, om zijn salaris nader te bepalen op een minimum van 4800.en een maximum van /5800.te bereiken in 10 jaar, onder medetelling van 8 dienstjaren als Commissa ris van Politie vervuld, zooals ook thans ge schiedt. Met salaris van den Commissaris van Po litic is bij K. B. van 7 Mei 1921, Nr. 42 vast- gcsteld op /4000.—met vijf-twee-jaarlijk- sche verhoogingen van 200.— tot een ma ximum van 5000.Bij K. B. van 29 No vember 1924 is overeenkomstig het advies van den Raad d.d. 28 Februari 1924, nr. 12 de jaarwedde van den Commissaris van Po- "ilie, binnen de grenzen van de bestaande re- geling vastgesteld op /4400.— van 1 Maart 1923 af; op /46O0.van 1 October 1923 af en voorts bepaald dat het maximum van 5000.— zal worden bereikt door regelmati- ge periodieke verhoogingen. In verband daar- mede beJraagt de jaarwede van den Commis saris van Politie sinds 1 October 1925 4800.—. De Raad was toentertijd vaq oordeel dat de door den Commissaris van Politie tevens ge- vraagde salarisverhooging achterwcge moest blijven, omdat de Raad den tijd voor verhoo- ging van salarisnormen nog niet gekomen achtte. Uit de omstandigheid dat onlangs door de Gedeputeerde Staten dezer Provinrie de jaar- wedden van Burgemeesters en Secretarissen in verschillende gemeenten dezer Provinrie, waaronder ook Alkmaar, zijn verhoogd, meent de Commissaris van Politie te mogen afleiden dat het bezwaar van 1924 om tot verhooging van sommige salarissen over te gaan niet meer in die mate aanwezig is als aoor den Raad toentertijd werd gevoeld. Ik was reeds destijds van oordeel, dat het salaris van den Commissaris van Politie ai der te laag is; ik ben dat nog en zelfs in ver- sterkte mate nu de Gedeputeerde Staten on der gcedkeur.ng van de Kroon onlangs de salarissen van aen Secretaris en van mij heb- Secretaris en van mij hebben verhoogd. Ik meen verder dat de Raad in dit laatste tevens het novum kan zien, op grond waarvan hij thans zijn meening zou kunnen herzien. Wil men weten hoe hoog het salaris van icn Commissaris van Poline in deze gemeen te behoort te zijn, dan moet men m. i. zijn sa Tiel (11996) 4000—4800. Go -indiem (13864) 4000—/ 5000. 2. wier zielental niet onaanzienlijk blijft beneden Alkmaar t. w. Roosendaal (20000) Rheden T2386) Kampen (20636) Vlissmgen (23000) benevens 500 als Commissaris van Rijkspo litie en 200 als waterschout. Bussum (21873) 4500—5250, aangenomen door den Raad. 3. Wier zielental ongeveer met Alkmaar overeenkomt t. w. 4000—5100. 5000—/ 5400 4000—/ 5000 4200—/ 4800, Gouda Breda De venter Amersfoort Zaandam Helder Velsen (27229) (30400) (34197) (34945) (29925) (30786) (31111) 4800—/ 5800. 5000—6000. 5000—/ 6000. 5200—/ 5800. 4500—/ 5500. 4400—/ 5400. /5300 (max.) Hoewel onder de wedde in de gemeenten Helder en Velsen een toelage als Commissa ris van Rijkspolitie is begrepen kan dat m.i. geene aanleiding geven om het ambt van Commissaris van Politie te Alkmaar lager te salarieeren. waar de bemoeiingen van gelij- ken aard zijn. De Commissaris van Politie te Alkmaar (hoewel zonder vergoeding) even- eens in het bezit eener aanstelling als Com missaris van Rijkspolitie., Het vorenstaande geeft mij aanleiding Uw College in overweging te geven den Raad te advlseeren den Commissaris der Koningin te bericHten, dat eene verhooging van de jaar wedde van den Commissaris van Politie 's Raads instemming heeft en dat het aanbeve- ling verdient die jaarwedde met ingang van 1 januari 1926 te bepalen op 4800. 5800 met vijf twee- verhoogingen en on periodieke bepaling dat de dienstjaren als Commissaris van Politie ver vuld, voor de berekening van de periodieke verhoogingen zullen medetellen." Deze nota heeft ons College de overtuiging geschonken dat de bezoldiging van den Com missaris van Politie alhier vWhooging dient te ondergaan. Wij zouden echter niet verder willen gaan dan 4500—5500 en derhal- ve niet zoover als adressant verzoekt en de Burgemeester ons College in overweging geeft Uwe Verj Wij stellen to te adviseeren. mitsdien voor den Burge meester te maditigen, aan den Commissaris der Koningin te berichten, dat eene verhoo ging van de jaarwedde van den Commissaris van Politie Uwe instemming heeft en dat het a an beveling verdient die jaarwedde te reke- nen van 1 Januari 1926 af te bepalen op 45005500 mt vijf-tweejaarlijksche ver hoogingen en onder bepaling dat de dienstja ren als Commissaris van Politie vervuld, voor de berekening van de periodieke verhoo gingen zullen medetellen. AANWIJZING VAN STEMLOKALEN. In overeenstemming met Uwe voorstellen, .gedaan bij Uwe besluit van 28 Januari j.l., Nr. 18, (Bijlage Nr. 12) hebben de minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw en Gedeputeerde Staten deze gemeente onder- scheidenlijk voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal en van de Provinciate Staten. verdeeld in 20 stemdistricten en hebben Gedeputeerde Staten deze gemeente voor de verkiezing van de 'eden van den .Gemeenteraad verdeeld in 3 kieskringen, tengevolge waarvan uw besluit van gelijken datura, tot vaststelling eener ver- ordening tot verdeeling der kieskringen voor de verkiezing van de leden van den Ge meenteraad in stemdistricten, welk besluit ge- nomen is onder voorbehoud der totstandko- ming van de hiervoren genoemde verdeelin- gen, van rechtswege van kracht wordt, zoo- dat thans kan worden overgegaan tot aan- wijzing voor elk stemdistrict van een ge- schikt stemlokaal, welke aanwijzing inge- volge artikel 63 der Kieswet geschiedt bij olaatselijke verordening. Tevens behoort Uwe Vergadering ingevolge het 8e lid van artikel 33 dier wet aan te wijzen de stem- okalen, waarin de hoofdstembureaux voor de verkiezing van de leden van den Ge meenteraad hunne vocr de kiezers toeganke- lijkelijke zittingen houden. Gelijk wij U reeds in bijlage Nr. 12 mede- schershan 14) als beschik! adres d.d. 10 December j.l K1NDERVOEDING EN -KLEEDING. B. en W. schrijven in bijlage No. 56: Ingevolge artikel 11 van het KoninMijk Besluit van 19 November 1900, Stbl. No. 202, tot vaststelling van regelen, waarnaar de ge meenteraad bevoegd is aan schoolgaande ldn- deren, ter bevordering van het schoolbezoek, voeding en kleeding te verstrekken of met dat doel subsidie te verleenen, is Uwe Vergade- ring verplicht na het verstrijken van het Aecsriaar aan Gedeputeerde Staten verslae laris vergeliiken, vooreerst met dat van zijn collega's elders. En zoo vestig ik dan in de eersce plaats de aandacht op de jaarwedden '»an de na te noemen hoofdambienaren dezer gemeente die alle, in sommige gevallen zelfs in belangrijke mate, de jaarwedde van den Commissaris van Politie overscheiden Directeur Lichtbedrijven 5700—/7410. Keuringsdienst /5700—/7410. Gemeentewerken 52006760 Slachthuis Grondbedrijf Gemeente-Secretaris Het wil mij dan ook voorkomen dat de jaarwedde van den Commissaris van Politie zooals die thans geregeld is (van 4000.— tot 5000.—) tot de hiervoren genoemde niet in goede verhouding staat en dat eene regeling gewenscht is die meer tegemoet komt aan rechtmatige aanspraken in dit opzicht en meer in overeenstemming is met hetgeen de vervulling van het ambt van Gommissaris van Politie in na te noemen gemeenten: 1. wier zielental nog niet of slechts de helft bedraagt van Alkmaar, t.w 5000—/ 6500 5000—/ 6500. 5000—/ 6000. deelden moest tengevolge van de gewijzigde verdeeling in districten naar 5 nieuwe lokalen worden uitgezien. Voor twee daarvan kan worden aangewezen een lokaal.in de U. L. school voor jongens en meisjes in de Krelage- straat en een loxaal in de nieuwe openbare lagere school in het Rochdalekwartier. Voor de andere drie hadden wij het oog op een lokaal in de Rijkskweekschool voor onder- wijzers en onderwijzeressen aan het Nassau- plein en de gymnastieklokalen der R.-K. Jon- gensscholen aan de Bleekerskade en de Nieuwstraat. Wij hebben van den minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen en van het Bestuur del Vereeniging St. Joseph vergunning verkregen bij plaatsheb- bencfe stemmingen van die lokalen gebruik tc maken. B. en W. geven den Raad derhalve in over weging het desbetreffende besluit te nemen en vast te stellen een Verordening tot aanwijzing der stemlokalen voor de verkiezing van leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de Provinciate Staten en den Gemeenteraad. WIJZIGING DER VERORDENING, HOUDENDE BEPALINGEN OMTRENT HET GEMEENTELIJK ONGEVALLEN- FONDS. In bijlage No. 49 schrijven B. en W.: In het Algemeen Verslag omtrent het on- derzoek der gemeeatebegrooting voor 1924 (biz. 14) stelden enkele leden de vraag, of het bedrag van 1800, dat jaarlijks uit de ge- meentekas in het gemeentelijk ongevallen- fonds wordt gestort en welk cijfer gebaseerd is op den toestand in 1910, voldoende ge- acht kan worden, nu op 1 April 1922 het aan tal verzekeringsplichtige bedrijven is uitge- breid, terwiil ook de loonsverhooging riiet buiten beschouwing kan worden gelaten Blijkens ons daarop gegeven antwoord acht- ten wij het noodig, dat ten aanzien van het fonds eene nieuwe regeling wordt getreffen. Een nota dienaangaande was reeds aan de Commissie van bijstand om advies toegezon- den. Eene uitvoerige briefwisseling met die Commissie is daarvan het gevolg geweest Wij hebben het, om den door de gemeente fen aanzien der verzekering van het ongovallen risico te volgen weg met inachtneming van alle factoren te kunnen bepalen, gewenscht geacht bovendien de meaning te vragen van den heer K. Lindner, wiskundig adviseur der Rijksverzekeringsbank te Amsterdam L>e gc- voerde briefwisseling ligt voor U ter inzage. De vragen, welke moesten worden opge- lost. waren deze: a. is het gewenscht, adt dc gemeente zelf nog langer het ongevalienrisico blijft dragen; b. zoo ja, tot welk bedrag moet dan de jaar- lijksche gemeentelijke bijdrage aan het fonds verhoogd worden? Hoewel wij aanvankelijk /te oplossing meenden te zien in beperking van het eigen risico door uitsluitend de grootere risico's, betrekking hebbende op dc uitkeering van contante waardeu van toegekendc rcnten bij ernstige ongevallen, over te dragen aan een verzekeringsinstelling, heeft de meerderheid van ons College die gedachte laten varen, nadat zij van bovengenoemde adviezen had kennis genomen. Zij is thans met de Commissie van bijstand overtuigd, dat het aanbeveling verdient ook die risico's zelf te blijven dragen en derhalve de bestaande regeling tc handhaven. Deze meening berust op de volgende gronden. Toen men in 1910 tot oprichtiug van het fonds overging gold als motief daarvoor de omstandigheki, dat over de 5 vooratgaande jaren aan premie was betaald 8666.47, ter wijl aan schadeloosstellingen door de Rijks- bank slechts f 629.81 werd uitgekeerd, ver meerderd met de kosten van genees- en heel kundige behandeling. Hieruit werd toenter tijd de gevolgtrekking gemaakt, dat deze ge meente een gunstig risico oplevert, waarvan de overdracht niet als voordeelig kan wor den beschouwd. De ervaring, welke in den loop van 15 jaren werd opgedaan, is alles- zins gunstig geweest. Sleclits tweemaal toch behoefde aan de Rijksverzekeringsbank een contante waarde te worden uitgekeerd, t.w. in 1916 een van 163C 65 en in 1923 een van 2120.85. Doordat het fonds in genoemd tijdvak in zot geringe mate werd belast, wies het kapitaal aan tot f 28626.8614 op 31 December 1925 Hier staat echter tegenover, dat de ge meente elk oogenblik kans loopt met de con tante waarde eener rente te worden belast. Doen zich snel achter elkander eenige ernsti ge ongevalleu of massa-ongevallen voor, dan zal het kapitaal inderdaad niet groot genoeg zijn om daaraan weerstand te bieden. De be teekenis van dit bezwaar behoeft it^usschen, gelet op de verkregen ervaring en op het feit, dat het aantal zware ongevallen per centsgewijze zeer gering is, niei te worden overschat. Bovendien verkeert de gemeente financieel in eenr andere positie dan een par ticular, waardoor het haar mogelijk is, in tegenstelling met gene ook de grootere risi co's te dragen. Voorts zullen ongetwijfeld de ongevallenkansen in elke gemeente, mits men deze over eer lang tijdvak neemt, hetzelfde beeld vertoonen als het 'gemiddelde percen tage over het geheele land. Het verloop der ongevallen zal zich m.a.w. herhalen in elke gemeente, zoo men het waarnemingstijdperk eenigszins ruitn stelt. Om die redetri zal op den duur de financieele last, voor de ge meente aan het zelf-dragen var. het risico verbonden, niet grooter zijn, dan wanneer het aan anderen werd overgedragen. Eteze overdracht is, uit dit oogpurit gezien, niet noodig en dus niet gewenscht, te minder, nu de gemeente eenmaal een fonds bezit, welks kapitaal te harer beschikking is en haar eigendom blijft. De heer Lindner komt in het eerste ge- deelte van zijn advies tot eene tegenoverge stelde conclusie. Hoewel hij de iuistheid van het vorenstaande in het algemeen toegeeft, acht hij het kapitaal van het fonds te gering, om tegen alle ongunstige mogclijkheden een waarborg op te leveren. Zelfs wanneer dit tot eene niet overmatige hoogte wordt opge- voerd, doordat daarin jaarlijks wordt ge stort een bedrag, gelijkstaande met hetgeen aan eene verzekeringsinstelling verschuldigd zou zijn, dan nog zal, naar'zijn meening, met het oog op zich voordoende ongunstige ja ren en het steeds dreigende gevaar van mas sa-ongevallen, eerst na vele jaren van het eigen-risico-dragen voordeel te verwachteji zijn. Waar tegenover de kans op nadeelige uitkomsten en de (zij het zeer kleine) kans op buitengewoon .zware uitgaven geen wezen- lijke voordeeleri aan het zelf dragen van het risico verbonden zijn. raadt hij aansluiting bij een onderlinge of premieverzekeringsin stelling aan. Volgens het tweede gedeelte van zijn ad vies is hij van oordeel, dat, wenscht men het'| fonds met alle risico's te blijven belasten, het kapitaal tot ten minste f 50.000 behoort aan te groeien. Dit kan, blijkens een door hem gemaakte berekening, worden bereikt door de jaarlijksche bijdrage aan het fonds, welke thans 1800 bedraagt tot f 2500 te ver hoogen. D argumenten van den heer Lindner heb ben noth in de boven ontwikkeide meening der meerderheid van ons College, noch in dc zienswijze der Commissie van Bijstand voor het ongevallerfonds verandering gebracht. De meerderheid wenscht niettemin evenals de Commissie gaarne diens advies op te vol gen, voor zoover dit op de verhooging der jaarlijksche bijdrage betrekking heeft. In de gemeentebegrooting voor 1926 is onder volgnumfoer 41 met die verhooging bereids rekening gehouden. De minderheid in ons College sluit zich, wat de wenschelijkheid van overdracht van althans dc grootste risico's betreft, aan bij het betoog van den heer Lindner. Zij acht het mogelijk en gewenscht dat de gemeente de kleinere risico's voor haar rekening neemt f Gaat hier critter om dc grootere risico's, derhalve die, waarbij het betalen van con tante waarden tot sorns belangrijke bedragen op het spel staat. De minderheid blijft het zeer bedenkelijk achten, dat de gemeente ook dat risico voor eigen rekening neemt, zij het dan, dat de gemeente door fondsvormfng tracht, zich zooveel mogelijk te dekken. Zij wijst er op, da't het toch wel iets zegt, dat een 112-tal gemeenten (en dat zijn de middel- matige en grootere) dit risico hebben over- gedragen op de onderlinge Risico-Vereeni- ging van gemeenten. Zij meent, dat een voorzichtig financieel beheer eischt, dat de gemeente den veiligen kant kiest. Zij geeft derhalve voor zooveel de grootere risico's aangiat, dc voorkeur aan aansluiting bij eene verzekeringsinstelling boven behoud van de bestaande regeling. De meerderheid van ons College stelt op de bovenontwikkelde gronden voor het desbe- treffend besluit te nemen EVANGELISAl IE-AVONU. Men schrijft ons: Het is heerlijk dat de emiiiente Ds. Doeven- dans zoo vele uitnoodigingen krijgt om te spreken, want voor duizenden kan hij tot een zegen zijn. De societeitszaal was gisteravond wederoin geheel gevuld en ik twijfel niet of velen zullen zeer voldaan zijn geweest over het gesproke- nc, waar zooveel leerrijke kracht vanNiit ging. De avond werd aangevangen met het zin- gen van Psalm 118 en daarvan vers 7 en 11. In het gebed sprak Ds. D. volgens vers 11, dat wij hadden gezongen, hoe Jezus verachte- lijk de plaats was ontzegd in de maatschap- pij, in de kerk, bij de menschen, de tempelbon- wers en hoe ook vele menschen dit alles oii- dervinden, maar hoe God als een wonder, dat wij zien, maar niet doorgronden, deze men schen plaatst, waar zij behooren. Daarna werd de lste brief aan de Corinthc voorgelezen, beginnende bij het 15de hoofd- stuk, vers 35. De tekst luidde: „De Opstanding der Doo- den". Ons geloof zou te vergeefs zijn, zoo leid- de Ds. D. zijn spreken in, als wij niet aan de opstanding van Jezus geloofden, want :.an zijn opstanding hebben wij de onze te dan- ken. De intellectueelen van dezen tijd noemen degenen die in den Bijbel gelooven, achterlijk. Ik zou velen willen foeroepen en vooral de jonge mannen, bestudeer den Bijbel en vraag wat gij niet be, het verstand En laat Jan niet alleen Een zou op- begrijpt. 1, cloch ook het hart spreken der voornaamste. vragen is wel die ik verwachten: „Hoe zullen de dooden staan?" Velen Uwer zullen wel eens gegaan achter de lijkbaar van een u dierbare en zul len de kist langzaam zien wegzinken in het graf. Een prachtige steen met „Hier rust enz er op gebeiteld of iets dergelijks, wordt er op geplaatst. Maar dat is niet waar. Daar in die groeve der verteering rust uiets, maar vergaai en wordt door de wormen vernietigd. wij zien het wel niet, maar weten het toch, dat het een langzaam vergaan is. Het is de nederlaag van het lichaam. Miin grootvader, vervolgde spreker, wandelde dikwijls op het kerkhoi en ik keur dit goed, daar we aldaar worden herinnert aan ons einde. Op zekeren dag riep de doodgraver hem en hij zag, dat deze heel voorzichtig een nog bijna gave kist naar boven haalde en daarin lag nog cen ge heel gaaf lijk. Mijn grootvader venvonderde zich daar zeer over, want het was al jaren en jaren geleden, dat het was begraven. Maai toen de graver even met zijn klomp tegen de kist stootte viel alles als stof uit elkaar. Mijne toehoorders, dat is onze bestemmim; stof, dat de wind verwaait. Houdt gij nog vast aan uw opstanding? Een stad wordt uitgebreid, kerkhoven wor den aan hun doel onttrokken, straten komen er voor in de plaats. Men vindt zelfs dt plaats niet meer, waar eens was het graf van een geliefde. Utrecht wordt dan ook de stad der kerkho ven genoemd. Nunt gij nog aan mijn tekst vasthoudeu? Wilt gij een ander voorbeeld? Op booten en schepen sterft iemand, gij weet hoe zulk een lijk zijn graf in de golven vindt, maai denkt niet dat het op den bodem rust, want haaien en andere beesten azen op deze prooi- en. In de wildernis is het de leeuw of tijger, die u vernietigen kan. Geloovige, vraagt gij nog hoe zullen de dooden opstaan? Ja, is uw antwoord, voor Gods woord buig ik mij. Ik geloof, maar be- grijpen doe ik het niet. Maar daar is in het leven zooveel dat wij niet begrijpen. De tele- fonie en telegrafie, de radio, we staan bij at deze wetenschappen stil. Maar uit Gods woord gelooven wij, zonder het te begrijpen, dat wij een nieuw lichaaui krijgen in onze opstanding. net zou te ver voeren, hoe spreker ons ver- duidelijkte hoe uit de runs de vlinder ont- staat en hoe uit de zaaakorrel, die gezaaid zijnde, in den grond verrot, doch waaruit een nieuwe haliri ontspringt. En we zeggen hier met Paul us, wat gezaaid wordt moet eerst vergaan, eer het een nieuw lichaam krijfsJ, maar dit is anders dan't voorgaande. En dit gaat altijd zoo door, elk jaar opnieuw. En we worden stil onder de groote en heer- lijke Majesteit Gods. Want zonder de rups geen vlinder en zonder de korrel geen halm. Daar is reeds in die rups en in die korrel de kiem aanwezig voor het opstandingsli- chaam. En zoo is in ons lichaain de kiein aanwezig voor onze opstanding, maai* niei dezelfde bestanddeelen. Onze geloofbelijdenis zegt immers: „Ik geloof de opstanding des vleesches." Wij zongen daarna Gezang 50 vers 1. In de natuur hebben wij cen groote ver- scheidenheid van schepping, vervolgde daar na Ds. D. en onze taak is niet woorcienrijk ge noeg om uit te drukken die pracht die wij be- wonderen. Werd't vroeger ontkent als onmc- gelijk, thans weten wij dat op den bodem der zee prachtige visschen leven, de mooiste bloe- men bloeien, rijke steenen te vinden zijn. Brengt de dag U heerlijkc zonnestralen, waardoor alles groeit en bloeit, de nacht toont U het zilvcrlicht der maan, en de ster- ren in haar veel-kleurige pracht. Wat hebben wij toch te doen met een rijken, almachtigen, wonderdoenden God. Twijfelt gij nog aan de opstanding? Een geneesheer vertelde mij eens, zei de voorganger, hoe reeds in het pas geboren kind de kiem der verderfelijkheid aanwezig is. En ga elk leven in zijn loop eens na, wat al ziek- te en gebrekkigheid huist daar niet in elk stof en vergankelijkheid zijt gij gezaaid, met een nieuw. een ander lichaam zult ge op staan, en dan zal er noch rouw, noch gekriit zijn. In oneer zijt gij gezaaid, in zonde met de daarmt voortvloeiende ellende. Te Elburg, vertelde Ds. D. tot slot, was een man cue zijn eenig kind had verloren en zoo als de oudste onder u wel zullen weten, mocht men vroeger zoolang men wilde het lijk be- houden. Deze man nu wilde van dat doode lichaam niet sclieiden en elken dag ging hij er naar zien, tot hij op zekeren dag schrok van het verval dat het lijk had ondergaan en hij het dadelijk liet begraven. Als straks de nieuwe aarde zal daar zijn en zal zijn als een zomermorgen dat de dauw parelt als schitterende diamanten op elk grassprietie, op elk blaadje en Jezus Chris- tu zal schitteren in zijn verheerlijking, dan zullen v. li met ons vergeesteliilri lichaam. zijn

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1926 | | pagina 6