Alkmaarsche Gourant HILLES BESCHUil I tZw- M*-. i I De papiermand ^aaaaaaaaan a FEU1LLET0S. De dochter van Alva- a a a a a a a a a a a a a a a a a 31FJSB a a a a a aaaaaaaaaaaaaa® No. 118 1926 Hendsrd Acht en Twintigste Jaargang. Vrjjdag 21. Mei. Stadsnieuws. Het spiritus-smokkelschip by Caiaperduin. Zooals wij reeds berichtten werd! het smok- foelschip, dat in d>en nacht van Dinsdag op Woensdag bij het Kamperduin 4000 liter spi- ritus op de kust smokkelde, welke spiritus in beslag werd genomen, door het inspectieyaar- tuig acbtema gezeten. 1 let schip heeft echter weten te ontkomen. De naar Alkmaar vervoerde spiritus is ge- bleken te zijn spiritus van 96,4 pet. sterkte De nieuwe inspeeteur van de direete belas- tingen, de heer J. Koldenhof, kende den ld- der van de smokkelonderneming, den 22 jari- gen G. Verweij, die als smokkelaar zijn op- leiding genoot van den bekenden smokkelaar Ernst Bolt uit Hamburg. Als inspeeteur had hij van beiden het vo- rig jaar te Hoogezand reeds een partij van 10.000 en 1000 liter spiritus in beslag geno men en toen hij in Alkmaar komende ontdek- te, dat Verweij zieh in zijn inspectie had ge- vestig dl,begreep hij al ras, dat een smokkel onderneming op onze kust ondemomen zou iworden. Hij liet de gangen van den smokkelaar magaan en toen hij yernam, dat deze de vo- rige week naar Duitschland was vertrokken begreep hij, dat binnen enkele dagen een smokkelaffaire voltrokken zou worden. Zondagavond ging hij daarorn met zijn mannen een zestal en drie veldwachters in nachtdienst. Wetendte, dat ook de smokkelaars met pos- ten werken, vermeed hij zorgvuldig dte wegen en werd er in able stilte uren door de duinen gewandeld en de laatste gedeelten ter lengte van 400 M. voortkruipende afgelegd. Wanneer het dag werd, ondernam men op dezelfde wijze wederom den terugtocht, de adjunct-inspecteur de 'heer V. F. A. Meij, die obk pas sinds kort in Alkmaar gestationneerd is en bij de smokkelaars nog niet bekend, had een deel van het werk onder zijn leiding ge nomen. Den derden nacht, het was jnist lichte maan, werd waargenomen, dat een Duitsehe [kotter de kust verkende. Vanaf dat schip ging een bootje naar het strand en spoedig daarop keerde dit bootje naar het schip terug, om weer te keeren met een aantal kisten spiritus door een iijn ach- ter aan het bootje bevestigt. De Jdsten werden door de branding ge bracht en daama losgelaten om door dte gol- ven op het strand te worden geworpen. Helpers brachten de kisten op het erf van het in deze omgeving alleen staande cafe. Waargenomen werd, dat het roeibootje waarin een man gezeten was, de tweede maal in de branding bijna omsloeg. De derde en vierde maal ging het bootje niet door die branding en bepaalde de man er zich toe om de kisten spiritus in de bran ding te duwen. Deze kisten werden des morgens door dte commdezen op 20 minuten afstand van de plek waar het gebeurde op het strand ge- vonden. De inspectie was voornemeas geweest niet eerder in te grijpen voor dte auto's, die de 6piritus naar Amsterdam moesten vervoeren ter plaatse waren. Het oogenblik van ingrijpen werd echter verhaast, doordat een smokikelpost in het duin onwetend in gezelsohap van zijn hond op een post van de inspectie liep. Het oogenblik van ingrijpen is steeds ge- vaarlijk, omdat smokkelaars wanneer zij kans zien te ontkomen door het gebruik van vuur-, wapenen er niet voor terugdeinzen zich daar- van te bedienen. Direct werden dan ook een paar revolver- schoten in de lucht gelost. De man liet zich echter direct airesteeren evenals dte heer Verweij, die om het cafe heen trachtte te ont komen, doch zich tegenover dte revolver van commies Bos zag geplaatst. De andere hel pers wisten echter te ontkomen. Het eerste werk was nu den cafehoudter uit zijn bed te halen en in het cafe werd Verweij, nadat hem gelegenheid was gegeven om zich van drooge kilieeren te voorzien (de man was n.l. tot zijn middtel door het water gegaan) een veihoor afgenomen. N'a de spanning gebruikten dte belasting- ambtenaren gemoedelijk met dte smokkelaars dte warme koffie die de cafehoudter schonk en Verweij, inziendle, dat de affaire misslukt was, was dadtelijk zoo sportief on# den heer Kol denhof met zijn succes geluk te wenschen Zijn eerste woordten waren: „ik daoht mijn- heer, dat u in den Haag zat, aangezien ik dit in dte courant bad gelezen." Een verhaal uit den Tachtigjarigen Oorlog. Door Archibald Clavering Gunter. Vertaald door Mr. O. Keller. 37) „Inderdaad, maar dank zij dte stoutmoedig- heid van heer Chester, die er zijn leven voor waagde, heeft hij te Antwerpen den sleutel er van kunnen bemachtigen. De brieven zijn nu in het Engelsch vertaald." „Gauw, laat me zien!" En de koningin zet zich en kijkt ze haastig door. „Dus," roept ze daarna uit, „dus Wilde men mij vergiftigen en den verrader Norfolk op de troon plaatsen als prins-generaal van de dame die ik thans in mijn macht heb Dat beslist over het lot van Norfolk! Het Hooger- huis heeft hem gister wegens hoogverraad veroordeeld, maar deze brieven, Burleigh beteekenen zijn doodvonnis. Met de dame re- kenen we later af, en wat Ridolfi betreft „Ik heb reeds bevel gegeven om Ridolfi ge- vangen te nemen, majesteit," valt Burleigh haar in de reden. „Zeer goed," vervolgt Elizabeth, „dan valt er voor het oogenblik niets anders te doen, hoewel ik van kok zal moeten veranderen Al leen en de oogen der vorstin beginnen te In dte rubriek „verfrokken personefl* had hij n.l. in de Alkm. Crt. als naar dlen Haag verhuisd de naam J. Koldenhof aangetxoffen. Dit was echter dte dochter van dten inspee teur geweest, die voor het voltooien van haar studie zich in den Haag vestigdle. De smok kelaar was hierdOor tot de meening gekomen, dat de man, die reedls eerder bewezen had hem te glad af te zijn, verre van de plaats was waar hij zijn slag weer eens hoopte te slaan. De inspeeteur was ten sterkste overtuigd, dat achter deze affaire wat dte wet inteHectu- eele danders noemt te zoeken waren. Het verhoor van den strandjutter versterk- te hem in deze meening en na des middags den smokkelaar Verweij nog eens te hebben gehoord meent hij thans dezen intellectueelen dadier, dte man die aileen zijn geld waagt en die als de onderneming slaagt het grootste gedeelte van de winst inpikt, te hebben ge- vonden in den heer S. te Bergen, tegen wien een vervolging zal worden ingesteld. Geldboeten worden in zulke gevallen niet opgelegd, aangezien na verbeurdverklaring van het inbeslag genomene, de smokkelaars alleen met gevangenisstraf worden gestraft. Hetgeen de inspeeteur ons van de sporti- viteit van Verweij had verteld, had bij ons dte wensch doen ontstaan eens een interview te hebben met dezen smokkelaar. Het toeval was ons gunstig aangezien hij des middags nog weer gehoord zou worden. Wij ontmoetten hem voor zijn verhoor in de Langestraat en op ons verzoek was hij da- delijk bereid, toen hem bleek, dat wij aller- minst justitioneele bedoelingen hadden, doch alleen beoogden voor onze lezers de zaak ook eens van dte zijde van een smokkelaar te belichten, met ons ondter het gebruiken van een kop koffie een onderhoud te hebben. Het verhaal van den smokkelaar. De jonge man, die een ietwat lijzige indruk maakt en zeer langzaam spreekt, maakte bij ons op de eerste keiinismakiug niet den spor- tieven onverschrokken indruk dien de inspee teur ons bij hem ha doen veronderstellen woorden nauwkeurig overweegt, niet van in- telligentie ontbloot is en zich vooral door zijn avontuurlijken zin tot dte smokkelarij voelt aangetrokken. Hij deeldte ons dan mede, dat hij in den nacht van Donderdag op Vrijdag met de kotter „De Stormvogel" uit Bremenhaven in Duitschland was vertrokken, na een fuif zoo als die, dit merkte hij laconiek op ,bij smok kelaars gebruikelijk is en waardoor hij het uur van vertrek niet meer precies wist. De kotter had 4000 Jiter spiritus in, die in Duitschland 65 pfennig per liter kost en bij slagen een winstje kon opleveren van /2O.0OO waarvan hij 6000.zou ontvangen. Voor den kooper bleef er boven de 20.000. winst voor de ondernemers aan de smokkel affaire nog een winstje van 4000. Kapitein van de kotter was de bekende smokkelaar Max Cordes. Met dten heer Ver weij waren voorts aan boord, een stuurman en een matroos. Bij het uitvaren was het weer tamelijk gun stig, doch des Zondags kwam er een tame- lijke storm op, waarom dte motor moest wor den afgezet en voile zee moest worden gehou- dten. Toen het weer beter werd koerste men naar de kust en na eenige orienteering concludeer- de men niet ver van dte beoogdte plaats te zijn. De duisternis werd afgewacht om daama door dte territorjale grens te varen tot op een afstand waarop vanaf het strand het schip gezien moest worden. De vandaar te geven seinen bleven echter uit omdat de seingever nog niet was versche- nen, waarom het schip des morgens weder in voile zee voor anker ging liggen, doch op zoodanige afstand, dat het met een goede kij- ker te zien was. Besloten werd het dlen volgenden avond nog eens te probeeren en wanneer er nood- seinen gegeven zouden worden, maar weer te rug te koersen omdat men onnoodig niiet gaarne wederom een storm als die van Zon- dag meemaakte. Dinsdagavond, het weer kon niet beter zijn, werd echter een gunstig sein ontvangen, waarop Verweij zich per roeiboot, door dte branding naar het strand begaf. Hier had hij een ondterVioud met zijn me- depliohtige of lastgever, t/.z hem verzekerdte, dat alles veilig was. Met het bootje begaf hij zich daama naar de kotter en wist hij deze aan te geven, dat hij bij den golfbreker moest gaan liggen tegen- iver het cafe. De kisten spiritus werden hierop in hoe- veelheden van 1000 liter aan een lijn met het bootje verbonden en door Verwey door de branding gebracht. De tweeae maal kreeg Verwey zooveel wa ter in de boot, dat hij, die tengevolge van een stijven arm niet kan zwemmen, het maar raadzaam oordeelde om de derde en vierde maal de kistjes in de branding te duwen Hierop begaf hij zich naar den golfbreker schitteren alleen dien ik den jongen man te beloonen, dien ik om redenen van staat vogelvrij heb verklaard. Maar intusschen heb ik zeker zwak voor zeeroovers! Daar hebben we b.v. onzen Francis Drake, voor wien het uitschudden van een Spanjaard en het innen van tien percent van den buit zoo goed is als eten en drinken. En dan die beste John Hawkins, die op de Afrikaansche kust negers rooft om ze aan de Dons te verkoopen, als hij met ze onderhan- delt, ze om hals brengt tot grooter glorie van Engeland! Waarlijk, Burleigh, eigenlijk vind ik zeeroovers mijn beste onderdanen. Maar daar ik voor dezen avond mijn tooneelspelers om uwentwil heb weggestuurd, heer Chester, dient u mij daar een vergoeding voor te ver- schaffen. Verhaal me uwe wederwaardighe- den in de Nederlanden." Guy geeft gevolg aan dien wensch en de koningin luistert met open ooren, nu en dan doet zij een lachje hooren of geeft zij Bur leigh een tikje met haar waaier, doch alle aandacht heeft zij, als donna de Alva wordt genoemd, vooral als Chester gewag maakt va zijn ontmoetingen met haar. En wat Guy be- treft, hij spreekt vol geestdrift en zijn oogen glinsteren, als hij vol bewondering spreekt over de schoonheid van het jonge meisje. „Lieve hemel!" roept Elizabeth uit, als hij zijn verhaal heeft geeindigd, „dat is een ge- schiedenis, even romantisch als die van Ama- dis des Gaules, die tnaagden bevrijdde uit de 1 handen van reuzen. geliik u die brutale juf- en vandaar, na door het water te zijn gewaacT, naar het cafetje. Hoewel hij geen helpers meer zag, veron- derstelde hij, dat reeds een auto met een la ding was vertrokken. Bij het cafetje hoorde hij echter plotseling twee schoten en vond hij het raadzaam af te wachten, wat er gaande was. Om den hoek van het huis kwam echter een commies te voorschijn, die een geladen revolver op hem gericht hield en hem beval rustig te blijven staan. En aangezien ik, zoo ging de heer Verwey voort, onder alle omstanaigheden rustig blijf, volgde ik natuurlijk dit bevel op, omdat ik er niet aan zou denken op commiezen die hua plicht doen, al verdienen zij daarvoor dan ook een bedroefd beetje, te schieten. Op onze vraag of hij dan nimmer van een vuurwapen gebrnik zou maken, verzekerde hij, dat hij op zee niet zou aarzelen een hel per, die zou pogen hem van boord te duwen, en dezulken zijn er, neer te schieten. Om den anderen hoek van het huis zag hij de andere ambtenaren met een van de helpers dien zij hadden kunnen pakken, aankomen en spoedig zaten ze-met z'n alien in de gelag- kamer. Over de hoffelijke behandeling van den in speeteur, was hij ten zeerste te spreken, al veTheugde het hem, dat de anderen hadden weten te ontkomen. Met niet minder voldoening vertelde hij ons, dat ,,de Stormvogel" aan de vervolging van het inspectievaartuig was weten tte ont komen. Max Cordes was daar juist de schip- per voor. Niet altijd leveren de smokkelaffaires een dergelijk ongunstig resultaat op. Mijn vriend Bolt, dien ik van deze onderne ming onkundig heb gehouden, omdat hij voor enkele weken 5000 liter gesmokkeld had, zon- der mij er in te kennen, zegt altijd: „als er maar van de 10 ondernemingen een slaagt, dan komen wij nog uit. Samen hebben wij den tijd gekend, dat we 20.000 rijk waren, doch het geld raakte weer spoedig op. Vooral onze laatste onder neming, bracht ons een gevoelig verlies. 't Was 'n spiritussmokkelaffaire naar Zwe- den, waarbij wij twee nieuwe tjotters verloren met den inhoud en waarbij wij persoonlijk met een motorbootje in de fjorden konden ontko men, doordat wij de tjotters, zonder beman- ning op voile kracht zee in lieten loopen en daarbij op onze achtervolgers den indruk ves- tigden, dat wij in het motorbootje gewone vis- schers waren. Onze avontuurlijkste .tocht, was die echter van het vorig jaar, toen wij met z'n beiden Bremershaven uitvoeren met een uitneembare tank voor 1000 liter aan boord. Buitengaats werden wij gesleept door een grooten kotter, die de spiritus aan boord had. Wij namen de spiritus aan boord en deden die op een van de Duitsche wadden in de tank, die wij daar in elkander hadden gezet. De tank verzwaarden wij en verbonden wij met kettingen door een gasbuis aan het "schip. Door het slechte weer zwalkten wij 14 dagen op zee rond en waren uit gebrek aan levens- midelen genoodzaak de tank, verbonden door een boei, in zee achter te laten om op h?t eiland „Juist" levensmiddelen en brandstof op te doen. Na een paar dagen werd het weer gunstiger en Bolt wist al spoedig de tank weer te vinden. De tank werd weder nfet veel moeite onder het schip bevestigd, doch wederom werd het slecht weer, zoodat een der kettingen brak. Wij waren genoodzaakt om het stukslaan van de boot te voorkomen, de anderen te laten vieren. Wij zwalkten weer 14 dagen. De .levens middelen waren weer uitgeput en eindelijk lie- pen wij na een maand bij Nieuw Statenzijl binnen Na een nacht voor de sluis te hebben gelegen werden wij binnen gelaten en gaven wij het bootje den naam van onzen grootsten vijand, het recherche-vaartuig „De Zeehond". Ons werd medegedeeld, dat wij ons waar- schijnlij'k te Winsdioten moesten laten inkla- ren. Omdat wij onder de brug door konden, voe- ren wij door zonder de douaneformaliteiten te vervullen en juist dit werd ons noodlottig. In Zuidbroek poogden wij nog benzine op de pof te kriigen, omdat wij geen geld meer bij ons hadden, doch dit gelukte niet en toen wij terug kwamen vonden wij commiezen aan boord en uit gemis aan papieren moesten wij doorvaren naar Hoogezand. Hier was dezelfde inspeeteur gestation neerd, die ons ook thans te pakken heeft Wij moesten daar links aanleggen en tengevolge van den lagen waterstand bleek dit niet mo- gelijk, wat zeer verdacht geoordeeld werd, omdat het een kleine motorboot was. Een commies vond de ketting in de kajuit en wij verzekerden, dat dit noodig was omdat er een middenwandi onder het schip was die scheef onder het schip lag. Dit werd niet aangenomen en wij kregen de mededeeling, dat de boot de volgende morgen frouw Alva uit de macht van de Watergeuzen heeft gered. Ik vrees, zoowaar, Burleigh, dat zij zijn vaderlandsliefde heeft in gevaar ge bracht. Als hij spreekt van zijn Spaansche juffer, kijkt heer Chester zijn soevereine aan op een wijze die de lords van het Hoogerhuis als hoogverraad zouden beschouwen." „0, uwe majesteit," antwoordt Guy, die een even goed hoveling is als zeeroover. „als liefde als hoogverraad wordt beschouwa, dan is iedere jonge man, die naar zijn soevereine kijkt, een verrader!" En zijn oogen schitteren by deze woorden die hem niet veel zelfoverwinning kosten, daar de koningin inderdaad op het hoogtepunt van haar schoonheid staat, een schoonheid die men uit haar latere portretten niet gauw zou afleiden. „En ik zal dien stoutmoedigen aanbidder straffen, hij moge dan geen verrader zijn. Geef mij uw zwaard, Guy Chester." De jonge man wil zijn zijde geweer ontges- pen. „Neen, het ontbloote zwaard, gelijk u ge- wend te tegenover mijn vijanden te gebrui ken!" Het wapen uit de schede trekkend, en op een knie zinkend, reikt Guy het zijn vorstin toe, terwijl de hoop, op een onverwachte on- derscheiding zijn hart vervult. „Hij is van ediele geboorte, niet waar Bur leigh?" „Uwe Majesteit," antwoordt Burleigh met een bulging van moeders zijde heeft hii het op de ketting zou worden gebracht Beiden bleven wij onder bewaking en er bleef ons niets anders over dan de zaak maar te bekennen met het gevolg, dat ik er drie maanden voor moest opknappen. Hoeveel het nu zou worden, zou hij maar gelaten afwachten. Voor hem was het smokkelen zoo interes- sant, dat hij het niet kon laten. Toen hij geld genoeg had, was hem dit ook niet mogelijk geweest en zeker zou hij zich ook nu wel weer in nieuwe avonturen begeven. De tijd ontbrak om het onderhoud verder voort te zetten. Uit gebrek aan plaatsruimte plaatsen wij zijn verhaal over den tocht met de motorboot, die een maand duurde, slechts zeer beknopt. De ontbeering die beiden dien tocht trot- seerden was echter waarlijk niet gering. Het slapen was slechts mogelijk op de houten bin- ten van de motorboot (feitelijk niets meer dan een sloep) terwijl dagen van een rantsoen aardappielen, die met schil en al gekookt moesten worden, geleefd moest worden. De zucht naar avonturen en dte kans om in een paar dagen eenige duizenden binnen te slepen doet deze menschen echter alles trotsee- ren. Het verhaal van Verweij had voor ons vastgesteld, dat wij geenszins met een opsnij- der te doen hadden, aangezien het in onder- deelen klopte met hetgeen de inspeeteur ons had medegfcdeeld en in het dossier bewaart de inspeeteur nog een teekening van die ver- nuftige wijze waarop de tank in Hoogezand onder de bodem van het schip bevestigd was bevonden. De constructie was n.l. een zoodanige dat met het doorknippen van de kettingen de tank gezonken zou zijn.. Door de oplettendheid van de commiezen, was het den smokkelaars echter niet gelukt daarvoor de gelegenheid te vinden. Dat de ambtenaren van dt belastingen, boven hun gewone dagtaak, vaak nachten vergeefs offeren om smokkelarijen te achterhalen, is iets wat. het groote publiek, dat vooral te vaak dtenkt, dat deze menschen met niets te doen van de staatsruif leven, niet voldoende weet. De inspeeteur en de adujnct-inspecteur die de nachtelijke tochten ten voile mede maakten, gaven hun mannei. een schitterend voorbeeld van plichtsbetracliting. Ongetwijfeld zal dte regeering voor de lage- re beambten een som beschikbaar stellen voor een douceurtje dat ze wel verdiend hebben. al was het maar voor vernieuwing van hun kleeren, die veel hebben geleden. tiemengd Nienws VAN EEN AUTO IN EEN SLOOT EN DAARNA IN DE DOOS. Dinsdagmiddag ging te Haarlem de aanne- mer S. met zija auto de Zanderijen te Ben- nebroek controleeren. Teen hij zijn wagen een oogenblik onbeheerd had laten staan om naar zijn arbeiders te gaan, bemerkte hij dat twee jonge mannen in den auto stapten en wegre- uen. De eigenaar zette een achtervolging in, geholpen door de arbeiders. Doordat de weg opengetjroken was, konden dte dieven niet verder, zij wilden temgkeeren, maar konden den wagen niet meer in beweging krijgen. Zij namen die vlucht en holden over weilanden in dte richting van de Leidsche Vaart. Ten einde raad sprongen de jongens in de Leidsche Vaart. Zij werden, toen zij weer op den kant wilden kruipen, door den heer S. gegrepen. Het waren de 18-jarige v. B. en de 17-jarig? v. d. B. Zij werden te Overveen in arrest ge- steld en aan de Haarlemsche Justitie overge- leverdl GEVAARLIJK GEVAL. Gisterochtend werd de politie te Amster dam gewaarschuwd dat de top van den gevel van het gebouw hoek O. Z. Achterburgwal en Rusland dreigde naar beneden te komen. De politie achtte na enderzoek gevaar aanwe- zig; zij zette de gracht voor het rijverkeer af en waarsc.huwde de brandweer. Deze heeft toen een paar groote versieringsstukken van den top van den gevel, die uit 1673 dateert, weggenomen. De geheele gevel en het dak zijn zer bouwvallig. Bouw- en woningtoe- zict heeft een nader endterzoek ingesteld. De bovenverdiepingen zijn reeds geruimen tijd onbewoond. SCHAPEN ALS DIJKMEESTERS Uit Reiderwolderpolder wordt aan de Telg. gemeld: De Provinciate Waterstaat in Groningen acht het wenschelijk, dat de nieuwe zeedijk van den Caret Coenraadpolder wordt geweid met schapen en hebben daarorn Gedeputeerde Staten in dien geest eene aanschrijving ge- richtgian de eigenaren. Thans zijn reeds meer dan u)00Q lammeren en schapen aangekocht, waarvan door de gemeente Groningen onge- veer 450 stuks en zullen nog beduidend meer dieren bij den dijk worden geweid. De ge meente Groningen heeft haren dijk afgeschei- den; ook de eigenaren van den Johannes kerk- hovenpolder hebben eene scheiding op den bloed van lord Stanhope van Harrington in zijn aderen. Zijn vader is een neef van de Stanley's en hij is opperschout van Cheshire. Zijn grootvadter was op het slagveld tot rid- der geslagen." „Dan zal," vervolgt de Koningin, „ook hij tot ridder geslagen worden!" En met vaardi- ge hand geeft zij hem den ridderslag, waama zij tot hem zegt:'„Sta op, Sir Guy Chester!" Maar sir Guy staat niet op zonder eerst hulde bewezen te hebben aan de schoone hand, die hem zooeven tot ridder heeft gesla gen en hij doet dat op een wijze die de konin gin het bloed naar de wangen stuwt en haar doet uitroepen: „Dat Spaansche deerntje heeft hem vast en zeker een nieuwe manier van handkus geleerd." Nadat de jonge man weder opgestaan is, reikt zij hem zijn zwaard toe, het bij de punt vasthoudend, zoodat hij het bij het gevest kan aangrijpen en zegt: „gebruik dit als ridder gelijk ge het vroeger gebruikte tot schrik en ontzetting van de vijanden van Engeland, vooral tegen Alva, spaar hem niet terwille van zijn dochter." „Neen", antwoordt Guy, „vast niet, want elke slag, dien ik den vader toebreng, voert me dichter tot de dochter." „MaaT m'n lieve menschen!" roept de ko ningin lachend uit, „wat denkt die jonge wind- buil van een Chester uit te voeren met de dochter van een Spaansche hertog?" „Haar trouwen, met Gods wil en oorlof .van uwe majesteit," antwoordt Guy, en hij 0 N.V. vh. Herms.Coster&Zn. 0 Voordam C 9 - Alkmaar. m dijk geplaatst, doen de overige eigenai® koo- pen en weiden de .dieren voor gemeenschap- pelijke rekening en hebben dus geene schut- tingen ter afscheiding hunner eigendommen geplaatst. Sommige eigenaren waren voornemens, de eejste snede gras te verkoopen en daarna. wolvee aan te koopen, doch kunnen nu aan' dit voornemen geen gevolg geven. De buitenzijde van den dijk werd indertijd belegd met zoden, de binnenzijde bezaaid met gras- en klaverzaad. De dieren worden aan gekocht in hoofdzaak om den dijk te trappen. LANDBOUW. Vrijdag is te Leeuwarden een algemeene vergadering gehouden van de Friesche Maatschappij van Landbouw, onder leiding van den heer J. Wuite Jzn. te Huizum. De Friesche Maatschappij van Landbouw is tegen het verbindend verklaren van het collec- tief arbeidscontract. Besloten is in 1927 een provinciate landbouwtentoonstelling te orga- nisecren. Gerekend wordt op pl.m. 100.000 om alle kosten te dekken. Ir. Joustra sprak over de kans van uitvoer van paarden naar Duitschland. DR. C. A. M. VAN WAYENBURG Na een kortstondige ongesteldheid is te Amsterdam op 63-jarigen leeftijd, overleden de bekende medicus dr. C. A. M. van Wayen- burg. De correspondent van de N. R. Ct. schrijft over den overledene: Dr. van Wayenburg is een zeer bijzondere i persoonlijkheid geweest. Als een wervelwind van enthousiasme is hij door dit leven ge gaan, voortbewogen door zijn goede, nobele hart, dat zijn sterke motor is geweest, ey ge- leid door zijn levendigen geest. Hij was zeer veelzijdig. In de eerste plaats bewoog hij zich po neurologisch gebteti en speciaal op dat van de kinderpsychologle. Voor dit studievak was hij ook privaat-docent aan de universiteit van Amsterdam. De laat ste jaren kwam hij tot practisch resultaat in het psycho-technisch laboratorium van den geneeskundigen- en gezondheidsdienst, in- gericht om de gemeenteambtenaren te keuren voor hunne aanstelling, en daardoor vaak zij- ne zorgen uitstreki<end over jeugdige werk- krachten. In dit opzicht werkte hij samen met het gemeentelijk bureau voor beroeps- keuze bij het onderzoek van de vraag wat er van kinderen te maken was, naar hunne nei-, gingen en capaciteiten. Een tweede terrein waarop dr. van Wayen- tiiVi kii. vertrekt met lord Burleigh, de koningin recht ingenomen achterlatend met haar nieuwen ridder. Maar hoewel Chester de man is aan wien zij haar leven te danken heeft, betracht de koningin, hoe voortreffelijk zij ook het land moge besturen, een wonderlijke zuinigheid daarbij, en hoe Guy er ook om moge vragen, worden hem de middelen onthouden om zijn schip weer op te knappen en de bemanning te betalen. Daar hij echter niets liever ver- langt dan om zoo spoedig mogelijk weer naar de Nederlanden terug te keeren, gebruikt hij de honderd dubloemen, het geschenk van zijn aangebedene, om zijn schip weer zeewaardig te maken voor den strijd tegen haar vader. De helft ervan besteedt hij aan de verfraaiing van de hutten van „Het Meisje van Dover," en de kajuit laat hij zoo mooi betimmeren en meubileeren, dat Harry Dalton, zijn eerste liutenant, uitroept: „Bij alle mooie meisjes van Plymouth, je zou gaan gelooven, dat hij van plan is er een huwelijksreis mede te gaan maken!" Doch trots die honderd dubloenen is Ches ter al ras ontbloot van de noodige middelen om levensmiddelen in 1c slaan en zijn schip geheel zeilklaar te maken, en hij begeeft zich van Sandwich naar Londen om voor het laatst nog een poging^e doen om van zijn al te zuinige vorstin het noodige geld los te krij gen. Wordt vervolgd. 1 ji] u meestaJ een niet ij bedoelde bergpteata voor drnkurerk, dat men aao r*n Idanten doet toekomcn. Ooed altgevoerd zal bet niet too gauw weggedaan worden, als drukwerk, dat een slecbt verzocg- den. elordlgen In druk maakt. Over de resultaten ran aw tankondi- gingen. prospect!, en al aw orerige drukwerken. zalt ge tevredeo zijn. wan neer gl) ze laat ge- reed maken hii de:

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1926 | | pagina 5