Scha&krjbrisk.
[MIP sT]
urn i
wJLm a 1
,iji a
m
W 5—
1148
j m±
Damrubrieb.
m m
m_ m
mm m
w m m w
IVIerkwalen by vrouwen.
m miUm
i i
i f i
*5 w ,i
m m
xV&tZ'A"-301 331351
Mjsm
g i a
mm m
in en ora de hoofdstad.
I A w m
m if
si "m
r
ffl w
'^'rw'iff
heeren het in hun hart, zoo niet steeds voor
de wereld, met hun beginselen eens zijn. Dat
is met juist. Er is altijd nog dat nuchtere in-
zicht van den gewoneti mensch. dat de dieren
ons zullen opeten indien wij de dieren uiet op-
eten.
Londen, 28 Mei 1926.
Nierkwalen bij- vrouwen treden vaak op
na de geboorte van een kind. Op zulke tijd-
stippen en ook bij vele andere lichamelijke
stoornissen, waaraan vrouwen onderhevi;
zijn, hebben de nieren veel te verdragen. Vaa
verzwakken deze overwerkte organen hier-
door, en dit veroorzaakt verschijnselen, die
licht verward worden met vrouwelijke kwa-
Ien.
Zenuwachtighcid, aanvallen van duizelig-
heid. hoofdpijn, urinestoornissen, blaaskwa-
len, pijn in den rug en de zijden, rheumatische
aandoeningen en waterzuchtige zwellingen
kunnen alle ontstaan, als de nieren het bloed
niet behoorlijk zuiveren.
Grijp in bij het eerste teeken van mer-
zwakte. Gebruik Foster's Nieren Pillen, zij
versterken de nieren. kalmeeren de blaas en
dragen zorg voor de zuivering van uw
bloed. Zoodoende worderl ernstige kwalen
als spit, ischias, rheumatiek, waterzucht,
steen en nier- en blaasontsteking overwonnen.
Doch herinner u, dat het gemakkelijker is
deze kwalen te voorkomen dan te genezen.
Tederevrouw behoorde nu en dan een dosis
Foster's Pillen te gebruiken.
Let op de verpakking in glazen flacons met
geel etiket (alom verkrijgbaar), waardoor gij
zeker zijt geen verlegen buitenlandsch goed
te ontvangen. Prijs fl 1.75 per flacon
huis; bij den huizenbouw van ouzen tijd, en
gezien het feit, dat een perceel over verschil-
lende etages verdeeld, door meerdere gezin-
nen bewoond wordt, is vlaggen hier ook niet
zoo eenvoudig raeer. De meeste vlaggen han
gen thans langs het Damrak, als de intochts
weg der vorstelijke familie en als vanouds in
de Kalverstraat, die zich door haar geringe
breedte tot het ontplooien van het dundoek
steeds aardig leer.t. Opvallend is ook, dat in
de latere jaren bij de vele vlaggen het rood
voor het oranje heeft plaats gemaakt en het
oranje-blanje-bleu als oude Prinsenvlag even
goed in trek is als hef „Wilhelmus" zulks is
geworden in de plaats van het „Wien Neer-
land's Bloed''
Maar nog eens, naar het aantal wappe:
de vlaggen mag men hier de verknochtheid
ren
CLXXXVl.
Naar aanleiding van het Koninklijk
bezoek.
Groote vraagslukkcn.
De vreemdelingen in de stad begrijpen er
niet veel van, en er zijn juist de laatste dagen
heel wat vreemdelingen van verschillende na-
tionaliteit in de hoofdstad, of ze worden er
dezer dagen verwacht. Wij hebben zoo juist
gehad het bezoek van een groot aantal leden
van Duitsche Kamers van Koophandel, alien
dus mensclieri bij handel, scheepvaart en nij-
verheid betrokken, die door ons Gemeentebe
stuur, zeer terecht, keurig ontvangen zijn en
wien men een goed denkbeeld heeft gegeven
van al datgene, dat verband houdt met onze
haven- en handels-inrichtingen en de heeren
zijn zeker vol bewondering over hetgeen
Amsterdam op dit gebied toonen kon huis-
waarts gegaan.
Verder hebben wij op bezoek gehad een En
felsch politie-vaartuigliggen er een paar
weedsche oorlogsschepen in de Amster
damsche water en en is eerstdaags de aan-
komst tegemoet te zien van den reusachtigen
Amerikaanschen kruiser „Pittsburg" ge
ziet, Amsterdam felt nog mede in de wereld,
iets waarop wij zelven en alle Nederlanders
trotsch mogen zijn. Maar al die vreemdelin
gen begrijpen er niet veel van, zooals ik in
den aanvang zeide en daarmede bedoel ik,
dat het hun niet recht duidelijk is, waarom
men de komst van de Koningin en Haar ge-
zin te Amsterdam blijkbaar als iets zoo bij-
zonders beschouwt, dat men de Vorstin offi-
cieel bij Haar aankomst verwelkomt; dat Zij
in „gala" naar het Paleis op den Dam rijdt
en dat de vlaggen, Haar ter eere, van de
openbare en particuliere gebouwen worden
ontplooid.
„Waartoc dat alles," vragen zij, „is het dan
iets zoo bijzonders, dat het hoofd van den
Staat haar hoofdstad bezoekt?" En den En-
gelschen bezoeker der stad, die mii in verband
hiermede inlichtingen vroeg, kon ik slechts
met moeite doordringen van de waarheid,
dat niet Den Haag, doch Amsterdam de
hoofdstad van Nederland is; dat de Vorstin
en Haar Regeering wel is waar te Den Haag
residentie hebben, maar dat de Vorstin de tra-
ditie sedert het herstel onzer onafhankelijk-
heid in 1813 getrouw, jaarlijks een officieel
bezoek aan Haar hoofdstad brengt en dat el-
ke regeerende vorst of vorstin, die tot den
Troon wordt geroepen, nog wel volgens de
Grondwet, in een vereenigde zitting van beide
Kamers der Staten-Generaal wordt ingehul-
digd. De Engelschman vond al deze inede-
deelingen „most interesting", doch hij is, ge-
loof ik, hcengegaan onder den indriik, dat
Holland er eigenlijk „two capitals" op na-
houdt en dat Amsterdam er eigenlijk blijde
over mag zijn, dat de Koningin ook daar wel
eens een enkele maal komt en de inwoners zich
fcroepen voelen over die bijzonderheid hun
lifdschap openlijk te moeten uiten.
Nu, kwalijk neem ik het den Brit en ande-
ren vreemdelingen, die onze vaderlandsche
geschiedenis niet op hun duimpje kennen niet,
dat zij er niet veel van begrijpen, doch gelijk
hebben zij wanneer zij van meening zijn, dat
de Amsterdammers in hun overgroote meer-
derheid verheugd zijn, dat de vorstelijke fami
lie weder eenige dagen in hun midden ver-
toeft. De week, die wii nu beleven, is, gelijk
elk jaar, de Amsterdamsche week bij uitne
mendheid. De Dam is dan weder £cht de
Dam, omdat „het groote huis" gedurende
eenige dagen niet verlaten staat en daar bin
nen en daar buiten op het oude stadsplein
weder levendigheid heerschen.
De traditie getrouw vertoeft de Vorstin
wederom te midden Harer getrouwe A'dam-
mers en wanneer men aanschouwt de harte-
lijkheid, waarmede Zij wordt begrqet, wan
neer Zij in deze dagen de vastgestelde bezoe-
ken hier en daar gaat brengen, kan men het
zich niet voorstellen, dat er tijden zijn ge-
weest, waarin de Amsterdammers op "het be
zoek van een Oranje-vorst niet zoo bijster ge-
steld waren en zelfs een stalhouder'Willcm
II in het midden der 17e eeuw met lang niet
vriendelijke voornemens tegen de stad aan het
1J oprukte.
Dat is nu gansch wat anders verknoch-
ter Nederlanders dan de Amsterdammers
heeft het Oranjehuis sedert 1813 misschien
niet gekend, al willen velen Amsterdam in
onze dagen ook voor een ,,erge roode stad"
doen doorgaan en al is de vlaggentooi feite-
lijk maar zeer gering. De vlag uitsteken
scjiijnt in onze dagen niet meer zoo algemeen
te zijn tenzij het a] een heel bijzondere ge-
beurtenis geldt als in vroegere jaren het
geval was, toen ieder „goed-gezeten" burger
een vlaggestok -o zolder had en een vlag m
der Amsterdammers voor onze Koningin niet
afmeten, die blijkt duidelijker uit de wijze,
waarop men Hare Majesteit allerwege be-
groet. En daarom was de teleurstelling Zon-
6ag j.l. wel heel groot, toen de Koningin met
gemaal en dochter van den grooten rijtoer
moesten afzien, omdat het weder buitenge-
woon slecht was, zoodat in gesloten auto's en
langs den kortsten weg naar het Aquarium
werd gereden. Want, het was ditmaal weder
een „ouderwetsche" Zondag in de Koninklijke
bezoek-week: 's morgens dienst in de Nieuwe
Kerk en in den namiddag het bezoek aan „Ar-
tis", althans aan een belangrijk deel daarvan.
Een merkwaardig bezoek der week was dat
door de Koningin gebracht aan het gebouw
der ..Joodsche Invalide" aan de Nieuwe Ach-
tergracht, de nieiiwste der Hefdadigheidsin-
stellingen in de hoofdstad en die ongetwijfeld
bekendheid heeft gekregen door de volhar-
ding, waarmede d° bestuurders dier inrich-
ting bij het publiek jaren lang, schier dag
in, dag uit, de aandacht vestigden op het d'oel
dat zij voor oogen hadden: een passend ge
bouw oprichten, waar eenige honderden Jood
sche ouden van dagen een kommerloozen le-
vensavond zouden kunnen hebben. Onver-
moeid werd elken dag in de bladen in een
klein rijmpje voor dat doel gevraagd en ten
slotte werd door een groote loterij het bedrag,
dat voor den bouw der stichting noodig was,
bijeen gekregen. Als ooit bewezen is wat een
goed doorgezette dagblad-redame te betee-
kenen heeft, dan is zulks door de bestuurders
der „Joodsche Invalide" gedaan iedereen,
te Amsterdam althans, weet nu wat zij is en
wil en nu het gebouw er eenmaal staat, houdt
men nog niet op het onder de aandacht te
brengen van het Amsterdamsche publiek; de
bloempjesverkoopdag in deze wetk was er het
bewijs voor, en hoewel wij in de hoofdstad
met dergelijke coliecten wel wat al te veel
.geplaagd" worden, zoodat menigeen daar-
voor wat minder goedgeefsch gaat worden,
bleek de Joodsche Invalide" toch gerust een
beroep op de beurzen der Amsterdammers
te kunnen doen, want men zag heel wat men-
schen loopen met het uitwendig „teeken,"
dat zij, Jood of geen Jood, voor deze volhar-
dende ijveraars voor een liefdadig doel wat
over hadden gehad. En nu, zoo kort na de
opening der nieuwste stichting, de kroon
daarop gezet door het geluk, een bezoek van
de landsvrouwe te mogen ontvangen in-
derdaad, de Israelietische bevolking van de
hoofdstad kan tevreden zijn.
De burgemeester van Amsterdam is echter
nog niet tevreden. In zijn rede, die hij deze
week tegenover de Koningin uitsprak, toen
het gemeentebestuur in audientie werd ont
vangen, heeft de heer De Vlugt verklaard,
dat hij den toestand van Amsterdam gaarne
gunstiger zou zien, omdat de toestanden op
het gebied van handel, scheepvaart en nijver-
heid. voor een goed deel ten gevolge van de
moeilijkheden in ons omringende landen, de
ontwikkeling der genoemde drie factoren,
waarop de welvaart der hoofdstad steunt,
nog steeds belemmeren. Het indirecte gevolg
daarvan is natuurlijk, dat het Amsterdamsch
gemeentebestuur de oplossing van zoo talrijke
problemen, die in deze stad zoo noodig is,
niet zoo krachtig ter hand kan nemen als het
zou wenschen.
Het hoofd van ons gemeentebestuur ge-
waagde daarbij uit den aard der zaak ook
van de steeds toenemende uitbreiding van de
hoofdstad; van de eischen, die het moderne
verkeer hoe langer hoe meer stelt en die zeker
dagelijks meer hoofdbrekers kosten en des te
moeilijker op te lossen zijn, omdat niet uit een
ten boorde voile gemeentelijke schatkist kan
gegrepen worden, waardoor de oplossing cte-
zer vraagstukken langzaam gaat.
Gelijk ik reeds vroeger schreef zal men in
deze nu een nieuwen stap zetten door over
te gaan tot verbreeding van het tot dusverre
nog oude gedeelte der Vijzelstraat tusschen
Keizers- en Prinsengrachten. De onteige-
nings-kwesties daarover zijn van de baan,
maar met de afbraak der huizen aan
de noordzijde is toch nog niet be-
gonnen; er schijnen erfpachts-moeilijkheden
te bestaan met betrekking tot den alsdan vrij
komenden grond. Toch is het zeer te hopen,
dat in dat stadsgedeelte de verbreeding een
feit za! zijn geworden voor het belangrijke
jaar 1928 voor Amsterdam zal zijn opge-
gaaJJ want het verkeersprobleem wordt hier
bij oen dag moeilijker. Knappe „koppen"
peinzen zich er steeds het hoofd moede over
en laten hun licht er over schijnen, maar tot
dusverre schieten we daarmede betrekkelijk
maar heel weinig op. De Rokin-kwestie zal nu
wel spoedig aan de orde moeten komen en
hoewel er nog steeds zijn, die meenen, dat
deze gracht tusschen Dam en Muntplein dient
te blijven wat zij is, althans van dempen geen
sprake zal mogen zijn, is bijna niet aan te
nemen dat zij hun zin zullen krijgen het
behoud van die gracht althans tot het Spui
lijkt niet wel mogelijk.
In verbqnd met die geheele stadsuitbrci-
ding en verkeersverbetering is belangrijk een
vanwege het ,,Nederlandsch Instituut voor
Yolkshuisvesting" onlangs uitgegeven rap
port betreffende ..Amsterdam's toekomstige
ontwikkeling." De ingenieur W. G. Witteveen
geeft daarin zijn denkbeelden over de ontwik
keling van Amsterdam West, terwijl de heer
H. Cleyndert Azn. beschouwingen geeft over
het stedebouwkundig probleem van Amster
dam's binnenstad. Het geheel is hoogst merk-
waardige lectuur voor alien, die belang stel-
len in groote-stads bouw, voornamelijk die van
de zich zoo reusachtig uitbreidende hoofdstad
des lands en ik behoud mij voor te zijner tiid
uit dit rapport, met name wat betreft de op-
merkingen van den heer Cleyndert, nog eens
een en ander onder de oogen der lezers van
dit blad te brengen.
SINI SANA.
De Siciliaansche partij.
I.
Het zwarfe overwiefct in het cen
trum en hoe er gebruik van gemaakt
wordt. Enkele fypische manoeuvres.
Systemen van verdediging voor Wit.
Is 1. e2e4 van theoretisch stand-
punt beschouwd juist?
Dr. Max Euwe schrijft in de Nieuwe Rott.
Courant:
De statistieken van de groote tournooien
van de laatste jaren leeren, dat verreweg de
meeste partijen, die Siciliaansch geopend
worden, een voor Zwart gunstig beloop
krijgen.
Vindt dit zijn oorzaak in een minder juiste
behandeling van Wit's kant, of moeten we in-
deidaad de Siciliaansche partij als voordeelig
voor Zwart beschouwen?
Dit is een vraag van beteekenis, want de
waarde van den zet 1. e2e4 hangf er van
af; het is wel omwaarschijnlijk, dat we er ten
slotte toe zullen overgaan, de koningspion-
opening als minder sterk te kwalifioeeren
maar geheel onmogelijk is dit niet. De zet 1
e2e4 verzwakt het veld d4 en het ant
woord c5 profiteert van deze verzwakking.
Wit kan nu niet meer d2d4 spelen, zonder
in het centrum in het nadeel te komen. Na de
gebruikelijke voortzetting 1. e2c4 c7—c5, 2
Pgl—f3 Pb8—c6, 3. d2—d4 c5Xd4, 4. Pf3X
d4 heeft Zwart twee pionnen in het midden
en Wit slechts een. Op deze omstandigheic
heeft Julius Breyer, de geniale voorganger
van de neo-romantici, het eerst de aandacht
gevestigd.
Daartegenover staat voor Wit meer vrijheic
van beweging en een gemakkelijker en natuur
lijker ontwikkeling. Het voordeel van Zwart
de meerderheid in het centrum, is van meer
latenten aard, terwijl de vrije c-lijn boven
dien de mogelijkheid opent tot een aanval op
den witten koninginnevleugei. Wit mag daar
om niet afwachten, hij moet het initiatief ne
men, gebruik maken van zijn grootere ter-
reinvrijheid, anders is het gevaar niet denk
beeldig, dat zijn stelling langzaam maar
zeker te gronde gaat. Daarin ligt de groote
krac thvan de Siciliaan. Wit moet tegenover
de vrij solide opstelling van de zwarte stuk
ken wat ondernemen. een zeer moeilijke op
gave, die menigeen doet struikelen. Zwart
kan zich in deze varianten zoo noodig de
weelde van een afwachtende houding ver
oorloven.
Het is o.i. waarschijnlijk dat op den duur
zal worden vastgesteld, dat Wit door goec
spel het voordeel van den voorzet kan be-
houden, maar zoover is het nog lang niet. De
Sieiilaansche opening in den vortn van heden
dateert reeds van de jaren 1860—1870; aan
den bekenden schaakmeester Louis Paulsen
heeft het systeem zijn naam te danken. Er zijn
slechts een paar wijzigingen gekomen; de
voornaamste zijn:
a. het uitstellen van a7a6; b. niet te lang
wachten met de zwarte rochade; c. de ont
wikkeling van het zwarte paard naar c6 i. p.
v. naar d7.
Bogoljubov paste de ouderwetsche behan
deling in enkele partijen toe, maar het schijnt,
dat de tegenwoordige methode scherper is en
daarom gevaarlijker voor Wit.
Hier volgen een paar partijen, waarin de
voordeelen van de moderne speelwijze goed
tot hun recht komen.
Een aantal typische manoeuvres zijn: Ta8
c8, Pc6a5c4 en b7b5 als inleiding tot
den aanval op den koninginnevleugei; Dc7 en
d6d5 als centrum-actie.
K. HromadkaF. Samisch. Fistyan 1922
1. e2e4 c7—c5. 2. Pgl— f3 c7—e6, 3.
d2—d4 c5Xd4, 4. Pf3Xd4 a7a6 (Samisch
volgt in deze partij grootendeels het Paulsen-
systeem; het middenspel, dat ontstaat, is
echter modern Siciliaansch), 5. Pblc3 (Ster-
ker is c4; vgl. de partij OpocenskySamisch
in dit artikel), 5Dd8c7, 6a g2g3
Pg8f6, 7. Rfl— g2 d7d6 8. 0—0 Rc8—d7,
9. Tfl—el RfSe7, 10. Ddl—e2 PbS—c6, 11.
Rcle3 Ta8—c8. 12. Tal—dl ,0-0, 13.
Pd4Xc6 (om Pc6a5c4 te verhinderen),
13Rd7Xc6, 14. Re3—d4 b7—b5! 15.
a2a3 Dc7—b7, 16. Pc3—a2 a6—a5,
Rd4c3 Tc8—a8, 18. Pa2—cl b5—b4!,
a3Xb4 a5Xb4, 20. Rc3—d-2 d6-d51,
e4-<5 Pf6e4. 22. Rd2—e3 Tf8—c8,
Re3d4 Rc6—a4, 24. b2—b3 Ra4—b5,
Pel—d3 Pe4c3, 26. Rd4Xc3 Tc8Xc3, 27.
Tdld2 Ta8a2, 28. De2—dl Db7—c7, 29.
Rg2fl Tc3Xc2 en Zwart won na een paar
zetten. De aanval op den koninginnevleugei
heeft gezegevierd.
J. H. BlakeM. Euwe, Hastings 1923:
1. e2e4 c7—c5, 2. Pgl—f3 PbS—c6, 3.
d2d4 c5Xd4. 4. Pf3Xd4 Pg8—f6. 5. Pbl—
c3 d7d6, 6. Rfl—e2 e7—e6, 7. 0—0 RfS—
e7, 8. Rclc3 00 (Dit is het gewone ver-
loop van het moderne Siciliaansch, zie
diagram).
Al onze Itoffers
zijn waterdicht e.i voorzien van koperen
montuur en sloten
L. Frankenborg, Alkinaar.
17.
19.
21.
23.
25.
8
t
9. Ddl—d2 a7a6, 10. h2—h3 Dd8-c7, 11.
f2f4 Pc6a5!, 12. Dd2d3 (om Pc4 te ver
hinderen), 12b7—b5, 13. Re213 Rc8—
b7, 14. a2a4 b5—b4, 15. Pc3—e2 d6—d51,
16. Pe2—g3 (of e5, Pe4!) d5Xe4, 17. Pg3X
c4 Pf6d5, 18. g2g3 Pd5Xe3. 19. Dd3X
e3 Pa5c4, 20. De3—cl Ta8—d8, 21. c2—
c3 Rb7Xe4, 22. Rf3Xe4 Re7—c5, 23. Tfl—
dl Dd7—a7, 24. Kgl—g2 Rc5Xd4, 25. c3Xd4
Td8Xd4 en Zwart won.
In deze partij gaf de actie in het centrum
den doorslag.
^D. Janovsky—dr. E. Lasker, New-York
(Van het diagram af) 9. Ddl—d2 a7—a6
10. Tal—dl Dd8c7, 11. Pd4—b3 b7—b5
12. f2- -f3 Tf8d8, 13. Ddl—el Pc6—e5, 14.
Delf2 Ta8b8, 15. Re2d3 Pe5c4, 16.
Rel—cl Rc8—b7 en Zwart wist zijn positic-
voordeel spoedig in materieel yoordeel pm te
zetten.
Het veld bO is een zwakte in het zwarte
spel, waarvan Wit in sommige gevallen partij
kan b-ekken odor de opstelling Df2, Re3 en
daarna Rb6. Reti kwam daarom op het denk
beeld, den zet a7a6 niet te spelen, welk
idee door Euwe uitgewerkt werd in onder-
staande partij:
E. Snosko-BorovskyM. Euwe, Londen
1922:
1. e2e4 c7-c5, 2. Pgl— f3 Fb8—c6, 3.
d2d4 c5Xd4, 4. Pf3Xd4 Pg8—f6, 5. Pbl—
c3 d7d6, 6. Rfl—e2 e7—e6, 7. 0—C Rf8—
e7, 8. Kgl—hi 0—0, 9. Rcl—e3 Rc8—d7, 10.
f2f4 Dd8- c7, 11. Re2f3 TaS-cS. 12.
Pd4b5 (Wit bezwijkt voor de verleiding en
wil op deze wijze van het achterwege laten
van a7a6 gebruik maken. De zet leidt ech
ter tot tempoverlies), 12Dc7b8 (Hier
staat de koningin ten minste even goed als op
c7), 13. e4—e5? (Eeii incorrect pionnenoffer),
13d6Xe5, 14. f4Xe5 Db8Xe5 (PXe5,
Rf4), 15. Tfl—el De5b8, 16. Ddl—d2
Tf8d8, 17. Re3—f4 e6—e5, 18. Rf4—g3 a7~
a6, 19. Pb5a3 Rd7—g4, 20. Dd2—e3
Rg4Xf3, 21. g2Xf3 Re7Xa3, 22. b2Xa3 en
Zwart staat overwegend. (Een minder goede
verdere behandeling deed Zwart deze partij
verliezen).
Wit kan Zwart als volgt tot a7—a6 dwin-
gen: (van het diagram af) 9. Ddld2! en nu
9a7a6, want op 9Dd8c7 volgt
10. Pd4—b5 Dc7—b8, 11. Tal-dl Tf8—
d8e 12. Re3f4! e6—e5, 13. Rf4—g5 met
overwegend spel voor Wit.
Maar afgezien van deze mogelijkheid heeft
het achterwege laten van a7a6 toch dit be-
zwaar dat Zwart niet kan komen ot b7b5,
een van de belangrijkste onderdeelen van het
plan van aanval op den witten koninginne
vleugei.
Komen wij thans tot de door Wit te treffen
afweermaatregelen. In de eerste plaats komt
vroeg of laat de zet c2c4 in aanmerking;
deze zet immers belet zoowel de centrumactie
dfid5 als den aanval b7b5. Vgl. de par
tij Opocensky—Samisch, Pistyan 1922:
1. e2e4 e7—c5, 2. Pgl—f3 e7—e6, 3.
d2d4 c5Xd4, 4. Pf3Xd4 a7—a6?, 5. c2—
c4! Dd8c7, 6 Pbl—c3 Pg8—f6, 7. Rfl
e2 b7b6, 8. Rcl—e3 Rc8—b7, 9. f2— f3
d7d6, 10. Ddl—d2 Pb8—d7, 11. 0—0
Rf8—e7, 12. Tfl—dl 0—0, 13. Tal—cl Ta8
c8, 14. Re2—fl Dc7—b8, 15. Dd2—f2 en
Wit staat schitterend. Door deze voortzetting
is eigenlijk de oude Paulsen-variant weerlegd.
In de moderne varianten komt Wij echter niet
tot c2c4. Vgl. 1. e2c4 c7—e5, 2. Pgl—f3
PbS—c6, 3. d2d4 c5Xd4, 4. Pf3Xd4 Pg8
f61, 5. Pblc3 (ongeveer gedwongen) of
ook 4... ele6, 5. c2c4 Dd8h4(In de
parij e Kolstedr. Tartakover, Baden-Baden
1925, geschiedde hier minder sterk Pg8f6),
6. Pbl—c3 Rf8b4, 7. Ddl—d3 Pg8—f6
enz. Zie de theoretische beschouwingen van
Aljochin over het tornooi te Baden.
In ditzelde artikel beveelt Aljechin het fian-
chetto van den koninginneraadsheer aan. Na
1. e2e4 c7—e5, 2. Pgl—f3 PbS—co, 3.
d2—d4 c5Xd4 4. Pf3Xd4 Pg8—f6, 5. Pbl
c3 d7—d6, 6. Rfle2 e7—e6. 7. 0—0
RfS—e7, 8. b2—b3 0—0, 9. Rcl—b2 a7—a6
staat Wit volgens Allechin uitstekend, daar
de zwakte van het veld c4 verdwenen is en
Zwart dus niet meer tot de manoeuvre Pc6
a5c4 komt. Daartegenover staat o.i., dat
ook Zwart een zwakte kwijt raakt, n.l. b6 (dit
veldl is immers alien zwak als de raadsheer
op e3 staat) en daar komt bij dat pion c2 van
Wit op den duur een punt van aanval voor
Zwart wordt, wat des te erger is, omdat bij
een normale verdere ontwikkeling de witte c-
pion zich nergens veilig kan opstellen.
Vgl. MichellMaroczy, Hastings 1923.
1. e2e4 c7—c5, 2. Pgl—f3 Pb8—c6.
d2d4 c5Xd4, 4. Pf3Xd4 Pg8—f6, 5. Pbl
c3 d7d6, 6. Rfl—e2 e7—e6, 7. 0—0
Rf8e7. 8. b2b3 0—0. 9. Rcl—b2 a7—a6
10. g2-g3 Dd8—c7, 11. Re2-f3 Rc8—d7
12. Pc3e2 b7b5 (beiet c4), 13. Tal—cl
Pc6e5, 14. Rf3g2 Dc7—b6, 15. h2h3
Ta8—c8, 16. f2—f4 Pe5—c6. 17. Kgl—h2
d6d5, 18. e4Xd5 Pf6Xd5, 19. Rg2Xd5
e6Xd5, 20. f4—fj Re7—g5, 21. Pe2—f4
Pe2—f4 Pc6Xd4, 22. Rb2Xd4 Db6—h6. 23
Ddl—d3 Tf8c8, 24. Tel—dl g7—g6!, 25
f5Xg6 h7Xg6, 26. c2—c3 Te8—e4, 27. Dd3
f3 Tc8e8. 28. Pf4Xd5 Dh6Xh3f en
Zwart won.
De Siciliaansche opening door een pionnen
storm op den koningsvleugel te weerleggen,
mislukte in de partij Shories—Euwe, Wiesba
den 1925:
1. e2e4 c7—c5. 2. Pgl—f3 PbS—c6. 3
d2—d4 c5Xd4, 4. Pf3Xd4 Pg3—f6. 5. Pbl
c3 d7—d6, 6. Rfl—e2 e7—e6, 7. 0—0 RfS
e7, 8. Kgl—hi O-O, 9. \2—f4 Rc8—d7, 10
Pd4b3 Ta8c8, 11. Rcl—e3 Dd8—c7 12.
Re2—f3 Pc6a5, 13. Fb3Xa5 Dc7Xa5, 14
Ddl—d2 b7b6, 15. a2—a3 Tf8—d8, 16. Dd2
d3 b6— b5, 17. Ffl—cl a7—a6, 18. Dd3—
d2 Da5d7, 19. Dd2—f2 Tc8—b8, 20. g2—
f4 Rd7—c6, 21. g4g5 Pf6d7, 22. h2—
h4 Dc7—b7, 23. h4—h5 f7f5124. Df2—g2
Pd7—c5, 25. Re3Xc5 d6X-c5, 26. Tel—el b5-
64, 27. a3Xb4 c5Xb4, 28. Pc3—dl Re7—
66!, 29. Dg2g3 f5Xc4. 30. Rf3—g4 Td8—
fS, 31. Dg3b3 Rd6Xf4, 32. Db3Xe6f KgS-
h8, 33. h5h6 g7Xh6, 34. De6Xh6 e4—e3f
35. Khl—gl Rc6—f3, 36. Rg4Xf3 Db7Xf3,
Probleeir Nc. 109
v. H. W. Bettman
G. C. 1921
Zwart (8)
j m
mm m
Wit (10)
Wtt geeft in 2 zetten mat.
Aan de Dammers!
In onze vorige rubriek gaven wij ter op
lossing probleem No. 914.
(Auteur P. Kleute Jr.)
Stand.
23, 24, 29, 34.
W. 12 sch. op: 28, 32, 33, 37, 38, 42, 43,
44, 45, 47, 48, 49.
Oplossing.
1. 28—22
2. 37—31
47—41
32—27
38 27
33—28
43—38
48 30
49—43
45 1!
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
15
27
36
21
47
23
32
24
16
27
36
47
32
16
32
43
35
40
In den kampioenswedstrijd van de Haar
lemsche Damclub kwamen de heeren J. B.
Sluiter en J. W. van Dartelen gelijk uit
spelen thans een match van 3 partijen om den
titel van kampioen.
De eerste partij werd de vorige week ge
speeld en gewonnen door den Seer J. W. v,
Dartelen. Hier volgt het slot der partij.
(H. Dagblad).
Stand na den 45en zet van zwart.
26.
Zw. 9 sch. op: 9, 11, 12, 13, 16, 19, 23, 24,
W. 9 sch. op: 25, 27, 28, 32, 35, 38, 39, 40,
42.
Zooals men ziet is de stand precies
metrisch.
Het spel verliep als volgt:
sytn
enz.
Oplossing eindspel 104 (Ortmans).
Stand:
Wit: Kd2 Th4 Pel Lg4 p. d4 f5 g2 g6 en
h3.
Zwart: Kf4 Dh2 Tal Pg5 Lg7 p. b3 b4
1. Pe2f Ke4 2. Lh5f Kf5 3. g4f Ke4 en Wit
staat pat.
Oplossing probleem No. 107
(L. F. Beach. G. C. 1917).
Wit: Kf8 Dhl Tg6 Pd5 en g5, Le7 pi e6,
e4 en g2.
Zwart: Ke5 Da6 Te2 Pc8 Lh7 pi a3, c2,
d4, f4 en f2.
1. g4 (dreigt Pf7!)
1.Lb6 (g8) 2.
1, Te4: 2.
1. De6: 2.
1. Pd6 2.
1. d3 2.
1. f3 2.
Een bijzondere dreiging. Inhoud juist vol-
doende. Toch is de rol der zwarte dame wat
erg bescheiden!
Dh8 mat
De4: mat
Te6: mat
I.f6 mat
Dal! mat
Dh2 mat
46.
47.
48.
49.
50.
51.
52.
53.
54.
40—34
38—33?
34 23
23 12
27 36
12 21
28—22
22—17
46.
9—14
47.
23—29!
48.
12—18
49.
26—31
50.
12—17
51.
16 47
52.
47 29
53.
29— 7
3933. De eenigste want op 363i
volgt 14—20.
54. 13-18
Wit meende nu nog remise te kunnen ma
ken doch jammer voor hem loopt alles juis*
zoo. dat hij net op tempo verloren is.
55. 35—30 55. 24 35
56. 25—20 56. 14 25
57. 17—12 57. 25—301!
58. 12 14 58. 7—29
59. 33 24 59. 30 10
en schijf 35 is juist zooveel eerder op dam om
36 van dam te houden.
Een prachtig partij-einde.
De tweede partij tusschen deze spelers
werd remise.
In den volgenden stand is een aardige dam-
zet mogelijk.
'fM W
op: 1, 3, 5/12, 14, 16, 17, 19,
Zw. 17 sch.
20, 24, 29.
Wit speelt:
28-22 l.
2.
3.
4.
5.
1.
2.
3.
5.
6.
43 23
30 19!
38—33
40—34
35: 2!
17
19
14
28
39
39
28
23
39
30
(Schager Courant).
Ter oplossing voor deze week:
Probleem 915 van P. Kleute Jr.,
Den Haag.
W. IPP
Zw, 15 sch. op: 3, 7, 8, 9,12, U
Vi
90 °P; 4' 8' 9' l3' 18' 19' 21'
Cld eo fo.