De nlenwe sitoatie inzake bet Belgisch verdrag. RAADSELHOEKJE. 19 21, 22, 24/27. W. 15 sch. op: 23, 28, 30, 32, 33, 34, 36, 37. 38, 42, 43, 44, 48, 49, 50. In onze volgende rubriek geven wij de eplossing. Door J. H. DEIBEL. Het is inderdaad een nieuwc situatic sedert de verschijning van de Memorie van Ant woord van Minister Van Karnebeek. Het verdrag ze!f is weliswaar ongewijzigd geble- ven. maar we beleven het zeker merkwaardi- ge verschijnsel, dat tijdens de behandeling van het goedkeuringsvoorstel de beteekenis van enkele bepalingen verduidelijkt en zelfs veranderd werd, door een nu mede aan dat verdrag gehecht protocol van de beide regee- ringen, waarin wordt gestipuleerd, dat „het ,wef is te verstaan" dat met deze bepaling dit. en met die bepaling dat wordt bedoeld. De kritiek heeft dus voldoening. Ze heeft in deze nadere toelichting de erkenning ge- kregen, dat ze op verschillende punttti juist was. Althans wat den zakelijken inhoud van het verdrag betreft. Met den politieken kant bat het Protocol zich niet in. Daarover spreekt alleen de Memorie van Antwoord, waarop ik verderop terugkom. De wijzigin- gen hebben echter betrekking op de z.g. eco- nomische regelingen. Laat ik eerst in herinnering brengen, dat de kritiek zich in dat opzicht voornamelijk richtte tegen de volgende regelingen: a. Wat de S c h e 1 d e betreft tegenden ons opgeelgden last, zonder beperking, om de bevaaroaarheid te alien tijde te doen beaut- woorden aan de eischen van den vooruit- gang van den scheepsbouw en de toeneming van de scheepvaartde opmerking in de toe- lichtende Memorie dat de belangen van de scheepvaart „uiteraard" gaan boven de an- dere belangen, dus boven de waterschapsbe- langen; het niet stellen van grenzen aan het- geen de onderhoudsplicht van de grillige ri- vier ons zou kosten; de buitensporige macht van de nieuwe Schelde-commissie, wier be- sluiten gaan boven de verordeningec onzer eigen staatsinstellingen, en die verleggmgen en doorsnijdingen kan ordoneeren (bij „on- misbaarheid" zelfs landwaarts van de ban- dijken); en die oeverwerken van waterschap- pen kan stopzetten als ze de belangen van de scheepvaart zouden kunnen schaden. Voorts werd er geklaagd over het ingevoerd verbod om ten behoeve van private belangen (bijv. bij een schadevergoed ingseisch wegens aanvaring) beslag te doen leggen op voorbij- varende schepen; en werd als eenzijdig vei- oordeeld het voorschrift dat de loodsgelden op Antwerpen niet hooger zullen mogen zijn dan die op Rotterdam. b. Wat de door Belgie gevraagde k a n a- len betreft: tegen de daardoor vergemakke- lijke concurrentie van Antweren aan onze eigen havens van Amsterdam en Rotterdam, welke benadeeling op de route Antwerpen Dordrecht nu toch al door Belgie wordt be- vorderd door den gratis sleepdienst voor de schepen naar Straatsburg, terwijl van het ka- naal AntwerpenRuhrort gevreesd werd dat het de Limburgsche producten zou afleiden van onze eigen havens naar het dan dichter- bij gelegen Antwerpen, tot schade van de eigen kanalen, die we nu in Limburg aanieg- gen. c. Wat Terneuzen betreft werd ge klaagd, dat niet tevens van deze gelegenheid gebruik is gemaakt om voor die havenstad wecr van Belgie terug te krijgen de speciale spoorwegtarieven van voor 1914. En verder waren er nog bezwaren tegen de regeling der rechten van de Belgische visschers, over den waterafvoer, het aftap- pen van water uit de Ma as, en andere minder gewichtige punten, waarover ik nu niet zal uitweiden. Van deze bezwaren zijn nu enkele belang- rijke weggenomen. Er is in het Protocol vcrklaard, dat met dat „uiteraard" stellen der belangen van de scheepvaart boven de andere belangen, heele- maal niet bedoeld werd dat rechtmatige be langen van de oeververdediging en de water- loozing uit het oog mogen worden verloren. Tegen gevaren voor die belangen zullen maatregelen moeten worden genomen. waar- van de kosten begrepen zullen ziin onder de kosten der Scheldewerken voor de scheep vaart. Voor de Zeeuwsche polders is deze ver- zekering van een verstrekkende geruststel- liug. E)e vroegere termen deden „uiteraard" heel wat anders vreezen Voorts is verklaard, dat de op Nederland justende lasten voor het onderhoud van de vaargeul niet onbegrensd is. Wanneer het baggerwerk meer bedraagt dan een zekere hoeveelheid in twintig jaar (neerkomend op een gemiddelde uitgave van f 100.000 per jaar), dan zal Belgie dat meer- dcre moeten betalen. Laat ik hierbij dadelijk bijvoegen. dat, niet in het Protocol, maar wel in de Memorie van Toelichting, de Minister de verzekering geeft dat het niet de bedoeling is, dat de be- staande geul moet worden behouden, maar dat daarvoor de plaats gekozen kan worden die de gunstigste voorwaarden biedt. De bij- gevoegde en nu aan de Kamer overgelegae Swart heeft geen andere bedoeling dan om aan te wijzen welke toestanden er nu zijn; in de toekomst zal het onderhoud alleen moeten dienen om „gelijkwaardige voorwaarden van veiligheid en gemak" te verschaffen voor de vaart op Antwerpen. In het Protocol wordt verder door Belgie toegezegd dat het den gratis sleepdienst zal afschaffen en ook geen andere gemakken zal geven, zoodra het kanaal naar Moerdijk in dienst is gesteld. En dan nog worden er eeni- ge verduidelijkingen in gegeven over de kos ten van waterafvoer in Z.-Vlaanderen, de hoeveelheid water die Nederland te Maas tricht uit de Maas kan tappen, over even- tueele wijzigingen van het tweede kanaalplan en over de heffing van bestaande kanaalrech- ten Dat zijn de feitelijke veranderingen, die nog kunnen worden aangevuld met de mededee- ling in de Memorie van Antwoord. dat de Belgische regeerin£ de stukken gereed heeft liggen om dc spoorwegtarieven voor Terneu zen te herstellen in den toestand van voor 1914. Daar zijn dus zeer belangrijke verbeterin- gen bij, met name de eerste drie; erkenning der Zeeuwsche polderbelangen, beperking der Nederlandsche onderhoudskosten op de Sdielde, en afsciialtiug van den gratis-sleep- dienst van Belgie. Maar als men nu nog eens hierboven het iijstje van bezwaren naleest, zal men tot het inzicht moeten komen. dat er minstens even- veel bezwaren overblijven. Speciaal wat be treft de vrijwillige bevordering van de con currentie die Antwerpen aan onze havens kan aandoen en de groote macht der Schel de-commissie. Hing hef oordeel alleen af van deze zake- lijke kwesties, dam reeds zou het lot van het nu weer naar de afdeelingen der Kamer ver- wezen verdrag onzekeT blijven, want ik be- twijfel of de uit handelskringen gerezen be zwaren tegen de gevolgen dier concurrentie door den Minister zijn weggeredeneerd in de Memorie van Antwoord. Nu komen er de politieke bezwaren bij. Daarover rept, zooals gezegd, het protocol niet. Maar zeer uitvoerig weidt de Minister er over uit In zijn Memorie van Antwoord en het moet gezegd worden, dat hij in ver schillende opzichten klemmende argumenten stelt tegenover de geopperde grieven. E>e vrees dat er toch nog een afzonderlijke regeling te wachten zou zijn voor de door- vaart van eventueele Belgische oorlogssche- pen van en naar een tot oorlogshaven ge maakt Antwerpen, blijkt, volgens een verze kering van den Minister, een gevolg van een minder gelukkigen zin in de Toelichtende Memorie, die constateerde, dat de tekst van het v:rdrag „niets regelde" omtrent die door- vv.rrt in tijden van oorlog of vrede. Volgens enz it Minister wordt daarmede slechts be- d dat deze materie door andere regelen beh Tscht wordt, n.l. door het international recht. la, dat maakt de zaak inderdaad an ders. Alleen vraagt men zich af; wat dan de Belgen zullen hebben aan de vergunning om van Antwerpen een oorlogshaven te ma- ken. Want een oorlogvoerend Belgie zal van ons zeker geen verlcf krijgen om door ons gebied zijn oorlogssehepen te laten varen, daar ons dit onmiddellijk met Belgie's tegen- standers in conflict zou brengen. Ook over de Wielingen staat de Minister sterk, doordat Nederland voorstellen tot op- lossing heeft gedaan, die door Belgie werden afgewezen. Maar dan rest nog de strekking van dit verdrag voor onze verhouding tot Belgie en de andere mogendheden, en daarover maakt de Minister opmerkingen die zeer zeker over- weging verdienen. Daarover in een tweede artikel. Rpchtzaken. VOOR DEN KANTONRECHTER. Zitting van 4 Juni. BARBERTJE MOEST TOCH HANGEN. Heden werd voortgegaan met de behande ling van de strafzaak betreffende overtrading der jachtwet door een strooper uit Egmond aan Zee, die de Castricumsche duinen als ope- ratieveld had uitgekozen. Hij werd betrapt, sloeg op de vlucht er, werd opnieuw aangehouden onder de ge- meente Heemskerk, die in het arrondissement Haarlem behoort. De verdachte Egmonder beweerde bij de eerste behandeling, dat hij tweemaal voor hetzelfde feit was bekeurd en reeds door den kantonrechter te Haarlem tot 10 boete was veroordeeld. Dit nu werd thans door den ambtenaar ontkend. Verdachte was te Haarlem veroor deeld wegens art. 461, het loopen over verbo- den grond, wat ook de geringe boete ver- klaarde. Nu stond hij terecht ter zake een overtredijig der jachtwet. Waar het gold een dergelijke overtreding door een recidivist vorderde het O. M. thans een geldboete van 40 subs. 20 dagen hechtenis. De rampspoe- dige visscher werd daarop veroordeeld tot 30 boete of 15 dagen. Het is dus blijkbaar niet verstandig op de grens van twee arron dissement en te stroopen. EEN UITZONDERING, DIE DEN REGEL MOET BEVESTIGEN. Het bekende spreekwoord, dat spreken zil- ver en zwijgen goud is, is zeer zeker niet van toepassing op een arbeider, die inlichtingen weigerde aan een ambtenaar van den raad van arbeid, die hem wenschte te interpellee- ren omtrent de patroons, die verplicht zijn te zijnen behoeve rentezegels te plakken. Zulks ondervond althans heden een 46-ja- rige boerenwerkman uit Bergen, die gewei- gerd had den adjunct-commies van de Vail deze voorlichting te geven. Hij mocht nu al beweren, dat hij in 1922 aan den Raad van Arbeid zijn renteboekje had toegezonden en het sindsdien niet meer had teruggezien, dit was blijkbaar geen excuus, dat door den Kantonrechter werd ge- honoreerd, althans, om in geliefkoosden dag- vaardingstijl te spreken, hij werd veroor deeld tot 5 boete of 5 dagen, als aanspo- ring om in't vervolg wat mededeelzamer te zijn. VRIJPOSTIGE EN ONBEZONNEN HONDEN. De bollenhandelaar Funk te Castricum wordt ten zeerste geplaagd door losloopende honden, die bij voorkeur zijn bollenland uit- kiezen als speelplaats of privaat en dan heel wat schade aanrichten in de ontluikende cro- cussen of anemonen. Het werd hem dan ook per saldo al te bar en hij nam de politie en betrouwbare getui- gen in den arm om het dierlijk vandalisme te constateeren en de eigenaars vervolgd te krij gen. Een tweetal van die hondenbezitters waren heden voor den kantonrechter gedaagd Een hunner kwam ter elfder ure per rijtuig gearri- veerd, betwijfelde of zijn hond wel tot de boos- doeners had' behoord, doch dit werd aange- toond door twee getuigen. Daar echter bleek, dat deze hond niet tot de geregelde bezoekers behoorde, kwam de eigenaar er met 5 boete of 5 dagen af. Erger was het gesteld met een aan een niet verschenen heerschap toebehoorend dier, want deze eigenaar, die al meermalen vergeefs was gewaarschuwd, werd opgeknapt met 15 boete of 8 dagen TWEE ZIELEN, EEN GEDACHTE, TWEE HARTEN EN EEN SLAG! Een 22-jarige melkslijter en zijn geliikjari- ge geliefde waren op 6 Mei eendrachtig op aen bon geslingerd, wegens het rijden zonder licht. De jongelieden stonden thans achtereenvol- gens terecht en voerden een aandoenlijk overeenstemmend verweer. Namelijk dat zij niet gereden hadden op den Schermerweg, zooals de oproeping luidde, maar op de Nbor- deivaart, aan den Oinval. Ze waren matde van hun dagtaak, bovendien was de klomp des jongelings gebarsten en ze hadden maar een heel klein eindje afgelegd op de hun ten- laste gelegde strafbare wijze. De heer Kantonrechter, die behagen schept in een arbeidzame jeugd, streek de hand over zijn nog krachtig hart en veroordeelde ieder der delinquenten tot f 1 boete of 1 dag. Gemengd Nieuws. DE COMMISSARIS VAN POLITIE TE CULEMBORG Mr. Bourlier, advocaat te 's-Gravenhage, die zich belast heeft met de behartigmg van de belangen van den commissaris van poii- tie te Culemborg, den heer Blok, heeft ondei dagteekening van gisteren tot den minister van justitie den volgenden naderen brief ge- rich t Excellence, In aansluiting aan mijn schrijven aan uwe excellentie did. 8 Mei 1926 inzake de klacht van den heer Joel Blak, commissaris van oo- litie te Culemborg, tegen mr. W. J. Hofdijk, rechter-commissaris, belast met de behande ling van de strafzaken te Tiel, meld ik u het navolgende De heer Joel Blok bovengemelde werd 31 Mei j.l. ontboden bij den procureur-generaal bij het Gerechtshof te Arnhem, die hem me- dedeelde, dat de officied van justitie bij de arrondissementsrechtbank te Tiel geen ter men vond om op grond van de feiten in de klacht van den heer Joel Blok destijds tegen mr. Hofdijk ingediend, tegen laatstgemelde een vervolging in te stellen. Het wil mij voorkomen, dat nog steeds in dezen niet ie gehandeld door den officier van justitie te Tiel, gelijk hij krachtens art. 510 van het Wetboek van strafvordering (nieuw) had behooren te doen. Het is de bedoeling van art. 510 en 511 Wetboek van Strafvordering (nieuw), dat ver- volgingen tegen rechterlijke ambtenaren worden onttrokken aan de jurisdictie van het college, waartoe voormekle rechterlijke amb tenaren behooren en dat het niet ter beoor- deeling van het Openbaar ministerie bij dat college zou staan of er al dan niet termen zijn om bedoelde rechterlijke ambtenaren te vervolgen. Dit blijkt al terstond uit art. 510, 2e lid, Wetboek van Strafvordering (nieuw), dat be- paald, dat alleen spoedeischende maatregelen van de vervolgingen, die aan de rechtsgeding vooraf gaan, door dat rechtscollege worden genomen. Daaruit vloeit voort, dat het openbaar mi nisterie bij de arrondissements-rechtbank te Tiel zonder zich eenig oordeel te mogen vor- men over de al of niet gefundeerdheid van de klacht. over de al of niet waarschijnlijkheid dat de feiten in die klacht vermeld zullen worden bewezen, enz. enz., niets anders had te doen en nog heeft te doen dan zich bij ver- zoekschrift te wenden tot den Hoogen Raad der Nederlanden, opdat deze raad een andere rechtbank dan de rechtbank te Tiel aanwijze, voor de welke de vervolging en het rechtsge ding der zaak zal plaats hebben en dan zal de officier van justitie bij dat, door den Hoo gen Raad aan te wijzen college, conform arti kel 9 van het Wetboek van strafvordering (nieuw) te vervullen hebben de faak, die tot op heden het openbaar ministerie bij de ar rondissements-rechtbank'te Tiel zich heeft aangematigd. Op bovengemelde gronden heb ik nogmaals de eer, mij te wenden tot uwe excellence met beleefd verzoek den heer officier van justitie bij de arrondissements-rechtbank te Tiel te gelasten, zich met verzoekschrift te wenden tot den Hoogen Raad der Nederlanden, opdat dit laatstgemeld college in staat worde ge steld te handelen, zooals artikel 510 Wetboek van Strafvordering (nieuw) het gebiedt. Tjjdschriften. Het Juni nummer van hctMaandblad voor benefiting en reclasseering van volwassenen en kinderen is ditmaal grootendeels gewijd aan de jeugdgevangenissen. Wij laten hieronaer het voorwoord van de Redactie volgen: „Het woord klinkf niet mooi, want wij heb-. ben het gevoel dat jeugd en gevangenis niet bij elkaar hooren. Maar voor de aankomende jongens en meisjes, die geen kinderen meer zijn en nog niet volwassen, moei juist het woord en het insCtuut gevangenis een heel andere beteekenis gaan krijgen dan de naar- geestige beteekenis die het tot op heden in ons gevoel heeft. Tot op heden. En dus morgen niet meer, hopen wij en althans overmor- gen niet n .r. Het Genootschap heeft een bij- eenkomst belegd waar belangrijke praeadvie- zen over dit onderwerp zullen worden behan- deld: het Genootschap wil de spoedige invoe- ring van de Jeugdgevangenis in ons land be- vorderen, een beroep doen op alien, die wil- len dat aan die jonge menschen die diwalen ver gedwaald zijn, dikwijls hoop en moed en richting hergeven wordt in plaats van lou- ter tuehtiging, die, alleen, den weg niet doet vinden, die alleen de kracht niet geeft voor de reis noch het verlangen naar het doel. Wij nemen artikelen op, die het den lezer voor oogen brengen, dat alom speciale inrieh- Cngen bestaan voor de half-volwassenen die met den strafrechter in aanraking gekomen zijn: bij al onze buren maar in ons land niet. Wij geven geen artikel over de Duitsche Jeugdgevangenissen omdat die voor ons vol- komen levend gemaakt zullen worden door Dr. Bondy (Hamburg) die ter vergadering van het Genootschap zelf zijn praeadvies komt toelichten. Maar wij nemen met groote voldoening op het artikel over de jeugdgevan genis in onze eigen Oost die dus het Moeder- land den weg en de wijsheid leert. Respect voor onzen Oost en voor degenen, die wij ken- nen, en die daar van dit werk de stuwende kracht zijn. M'oge de actie, die door het Genootschap is ondernomen en die wij met voile overtui gdng en warmte steunen, spoedig rijpe vruch- ten dragen. En moge onze Landsregeering bereid zijn die vrucht te plukken." Onder het opschrift „Twee jubiiea" vinden wij in dit nummer nog de volgende waardee- rende beschouwing over het levenswerk van onzen oud-stadgenoot den heer Klootsema. „Hoenderloo jubileert en Klootsema jubi- leert. Hoenderloo is wat ouder, al 75 jaar, en Klootsema heeft 25 jaar zijn werk gedaan. Hoenderloo is een prachCg voorbeeld van wat het particulier initiatief vermag. Ik denk daarbii b.v. aan het eothousiasme van den bekenJen Zwilscischen gevangenisleider Kel- lerhals Jr. toen die een paar'jaar geleden ons laud bezoclit en over sommige instellingen niet te spreken was. Maar Hoenderloo haalde hij aan als voorbeeld hoe het wtL moest zijn. En Klootsema is een prachtig voorbeeld van wat een rijksambtenaar vermag. Wie Kloot sema ziet, van binnen en van buiten, zou niet gemakkelijk tot de conclusie komen met een rijksambtenaar te doen te hebben. Dat komt omdat sommigen onzer gewoon zijn een rijks ambtenaar te beschouwen als iets dat vele ja- ren op een bureau zit en dat geen hart heeft. Maar gelukkig zijn er velen en tot hen behoort Klootsema in de allereerste plaats die onweerlegbaar bewijzen, dat die ongunsti- ge beschouwing in haar algemeenheid zeker on juist is. Als er iemand een hart heeft voor zijn werk en voor veel buiten zijn werk dan is het deze jubilaris. En nog een andere tegen- stelling weet Klootsema in zich te verzoenen: de tegenstelling, die sommigen zien tusschen de wetenschappelijke opvatting van het op- voedingswerk en die andere opvatting, die in liefde en toewijding alleen de kracht en heer- lijkheidi van dat werk zoekt. Want Klootsema kent de theorie als geen ander en hij geeft zijn voile en groote liefde aan zijn werk. Wij geven van harte onze gelukwenschen en onze voile waardeering aan deze beide voortreffe- lijke voorbeeld en van particuliere en van ambtelijke werkzaamheid. De Wereldpost geeft een zeer fraaie foto van een bezoek van het Engelsche Konings- paar aan de bloemententoonstelling te Chel sea. Bij de kiekjes van hier en in den vreemde treffen wij behoorlijke danseressen in bevalli- ge houdingen aan benevens de foto van een mijnheer die 402 pond weegt en er toch nog in slaagt een acrobatische toer te verrichten. Bij de foto's van heind-e en verre o.a. een momentje uit de film .,De kleine Voddcn- baas" waarin Jackie Coogan de hoofdrol speelt. De „Man van beteekenis" is ditmaal Lord Robert Cecil. Een dubbeie fotopagina geeft interessante afbeeldingen van het werk van den beeldhou- wer Anton Fortuijn. Wij ontvingfen een gratis gidsje met kaart over „Mooi Schoorl", een uitgave van de vereenigingen tot bevordering van het Vreem delingenverkeer te Schoorl, Groet en Cam- perduin. Het gidsje bevat tal van gegevens, die voor hen die zich tijdelijk- of permanent in deze streek vestigen, van waarde zijn. Vooral het kaartje kan groote diensten bewijzen. Met de uitgave van dit werkje deden de be treffende V. V. V.'s zeker een goed werk. Het Juni-nummer van het maandblad ,.Ons Eigen Tijdschrift", uitgave aer firma C. J. van Houten en Zn. te Weesp, dat onder lei- ding staat van den heer Gerh. van Dijk, is wederom goed verzorgd. Het kunstbijvoegsel bestaat ditmaal uit een reproductie van een „Brug te Mechelen", naar een houtsnede van den kunstenaar W O. J. Nieuwenkamp. A. Hallema publiceert een artikel met drie afbeeldingen over „Geheimschrift en Tee- kens van Misdadigers". Nelly Kruize gaf als bijdrage een Egyp- tisch sprookje, getiteld „De Wondervogel". Van Jan van Campen bevat het nummer een artikel met zes foto's over Umhausen in Tirol. Ar. Kwink schreef een goed verhaaltje van iemand,/die na een tijd in de stad te hebben gestudeerd, weer eens een poosje thuis in zijn dorpje is en de heerlijkheid van de rust aldaar ervaart. Ottc van Tussenbroek leverde een interes sante bijdrage „Over oude en nieuwe behang- selpapieren", waarin het samengaan van kunst en industrie in onzen tijd terecht een verblijdend teeken wordt genoemd. J. Nooitgedagt gaf als bijdrage „de Ge- heimzinnige geschiedenis van een Chineesch beeldje". Johan Briede gaf een lezenswaardige bij drage met artistieke illustraties over „De oud- ste bewoners van het Gooi". Voorts bevat het nummer gedichten van Ian J. Zeldenthuis, Helena Swarth, L. Franco Mendes, Jet de Boer-van Strien, Peuke de Belg, W. G. Zwaan, een mooie houtsnede van A. van Eck en een goed verzorgde rubriek voor onze kinderen, waarvan vooral het ver haaltje over „Jaab" door Stella Mare ge- voelvol en het leven begrijpend is geschre- yen. Boeken. PRAE-ADVIEZEN. Verschenen zijn de prae-adviezen over jeugdgevangenissen (Borstal-inrichtingen), uitgegeven door het genootschap tot zedelij- ke verbetering der gevangenen. De bijeenkomst waar ze zullen worden be- handeld vindt plaats op 10 Juni 1926 te half twee in het American Hotel te Amsterdam. Door mr. Muller te Alkmaar worden op verzoek gratis bewijzen van toegang toege zonden. Het Hoofdbestuur van het Neder- landsch Genootschap tot Zedelijke Verbete ring der Gevangenen zoo lezen wij in de inleiding tot deze prae-adviezen meent, dat het oogcnblik daar is om door een krach- tige actie de invoering van de Jeugdgevan genis in Nederland te bevorderen. Die actie behoeft alleen daarin te bestaan, dat de zaak der Jeugdgevangenis aan ons volk wordt dui- delijk gemaakt: de zaak vindt dan vanzelf haar weg. Niemand zal het goedkeuren, wan neer hij daar eenmaal over is gaan denken, dat aankomende jongens en meisjes van 18 tot 23 jaar, wanneer hun leven in verkeerde banen is geraakt, uitsluitend met neerdruk- kende straf worden behandeld. En ieder zal het toejuichen (men kijke eens naar de eigen kinderen van dien leeftijd) als voor de groep van die nog niet of hoogstens ten halve vol wassenen, pogingen zullen worden gedaan hun door krachtige Ieiding en begrijpende op- voeding den moed en de kracht en de evenwich tigheid te hergeven, die zij behoeven voor het beginnen van een nieuw en beter maatschap- pelijk en pcrsoonlijk leven. In alle landen om ons heen en in onze eigen Oost bestaat de Jeugdgevangenis reeds. Deze prae-adviezen en het Juni-nummer van het Maandblad voor Berechting en Reclasseering leggen daarvan getuigenis af. Moge de behandeling van de prae-adviezen, die het Hoofdbestuur hierbij uitzendt, zo6 groote belangstelling in de Jeugdgevangenis doen ontsjaan, dat .wij spoedig, (zeer spcedig!) dit nieuwe instituot in onze gevangenisorganisatie zulien mogen begroeten: teeken van een komenden beterer. tijd, die straft maar niet neerdrukt, die on- voedt en opheft.- Mr. N. Muller, Kennemerpark 29 verzoekt te melden, dat deze prae-adviezen tegen foe- zending van 0.70 bij hem verkrijgbaar zijn. Wij ontvingen een ex. van den „Gids voor schoolreizen 1926", die evenals vorige ja*» gratis en franco wordt verspreid, ditmaal m een oplage van 12.000 exemplaren. De menstellers teekenen hierbij aan: Het is merkwaardig, hoe het schoolrei*we» zen zich de laatste jaren heeft uitgebreid Van 1923 zijn geen gegevens bekend. In 1924 vervoerden de Ned. Spoorwegen 222.000 kinderen, in 1925 niet minder dan 419.491. Als men daarbij bedenkt, dat ook trams, booten en autobuseen duizendec schoolkinderen vervoeren, mag worden am- genomen, dat het vorig jaar wO.OOO kinde ren een schoolreis maakten. Naar sehatting werd aan deze reizen een bedrag van min stens Wi millioen gulden beste^L Het is de verdienste van den Gids voor Schoolreizen, die jaarlijks gratis en franco wordt toege zonden aan alle scholen en alle personen die met kinderen reizen, dat hij aan die uitbrei- ding van het schoolreiswezen zooveel heeft bijgedragen. Het is dan ook niet te verwonderen, dat, no de schoolreizen beteekenis krijgen voor het vreemdelingenverkeer, verschillende gemeea- tebesturen en Vereenigingen van Vreemdelin- genverkeer belangstelling voor het werk via den „Gids voor Schoolreizen" gaan toon en. OPLOSSINGEN DER RAADSELS UIT '7 VORIGE NUMMER. Voor grooteren. 2. Bark, krab. "N 3. Sinaasappel. Napels, pil, lans, pas, pan, 4. Melk, weg; Melkweg (sterrenbeeld). Voor kleineren. 1. Blaar. klaar. 2. Dam, bord; dambord. 3. Kom Otto, ik sta al een kwartier te wach ten. (st'.al). De vrouw haalde de zuurkool uit het vat in den kelder. (tin). Ik keek dadelijk op; Ernst was echter reeds verdwener.. (koper). Tante had geen zin, Koen, om zoo laat naar bed te gaan. (zink). Ik heb niet graag ouden rommel op zolder. (goud). 4. Merel, (em) mer, (sp) el (d.). OM OP TE LOSSEN. Voor grooteren. -> 1. Kruisraadsel. Op de beide kruisieslijnen komt de naau» van een stad in Zuid-Hoiland. X X X X 1° 2° 3° 4° X X X X X X X X X X X X X X X X x w 6° 7° 8° 9° 10° 11° den den ma in 3. 4. 4. rij een medekliuker. een boomsoort. een tijdsverloop. een voorwerp, daf men aan voet draagt en dat velen in winter genot verschaft. een werkwoord, dat gekheid ken bcteekent. 't gevraagde woord. een bewoner van een eiland Zuid-Europa. een stad in Noord-Holland. een diersoort. een lichaamsdeel van een dier. een medeklinker. Welk zoetwater-visch wordt een stad in Rusland, zoodra men de eerste letter wegneemt? Mijn geheel wordt met 10 letters geschre- ven en in vrijwel alle gemeenten van ons land aangetroffen. 6, 8, 9, 7 is een drank. 'en 1, 8, 9, 10 is een heel licht vaar- tuigje. 10, 2, 4 vindt men tusschen't koren. 2, 5, 3 wordt door visschers gebruikf. 1, 7, 2, 3 wordt door sommige dieren g<» geten. 10, 2. 7, 8, 1 beteekent zuinig. Wat kun je maken van: schst Kgr neee k Voor kleineren. Welke boom wordt gevormd door een kliuker en een persoonlijk voornaam- woord? Welke overeenkom-t bestaat er tusachefl een rivkr en een kanon? Welke stad in Limburg krijgt men, wan neer men een roofvogel, een voeg- woord en een kasteel samenvoegt? Ladderraadsel. 11 X X X X X X X 1° (bovenste) sport gebak. 2° sport een landbouwpro- duct. het tegenoverge- stelde van groot. een verzamehng vee. een groote roof vogel. de naam van een tnaand. een fraai dotp de prov. Utrecht, een deel yan je been. alle uit 5 letters en be- 4° 6° 8° De woorden bestaan de middelste vormen van boven naar neden gelezen een jongeaeaaam. - D E E N E B R O E R W T N 0 T A I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1926 | | pagina 7