De nlenwe sitoatie inzake
bet Belgisch verdrag.
RAADSELHOEKJE.
19 21, 22, 24/27.
W. 15 sch. op: 23, 28, 30, 32, 33, 34, 36,
37. 38, 42, 43, 44, 48, 49, 50.
In onze volgende rubriek geven wij de
eplossing.
Door J. H. DEIBEL.
Het is inderdaad een nieuwc situatic sedert
de verschijning van de Memorie van Ant
woord van Minister Van Karnebeek. Het
verdrag ze!f is weliswaar ongewijzigd geble-
ven. maar we beleven het zeker merkwaardi-
ge verschijnsel, dat tijdens de behandeling
van het goedkeuringsvoorstel de beteekenis
van enkele bepalingen verduidelijkt en zelfs
veranderd werd, door een nu mede aan dat
verdrag gehecht protocol van de beide regee-
ringen, waarin wordt gestipuleerd, dat „het
,wef is te verstaan" dat met deze bepaling
dit. en met die bepaling dat wordt bedoeld.
De kritiek heeft dus voldoening. Ze heeft
in deze nadere toelichting de erkenning ge-
kregen, dat ze op verschillende punttti juist
was. Althans wat den zakelijken inhoud van
het verdrag betreft. Met den politieken kant
bat het Protocol zich niet in. Daarover
spreekt alleen de Memorie van Antwoord,
waarop ik verderop terugkom. De wijzigin-
gen hebben echter betrekking op de z.g. eco-
nomische regelingen.
Laat ik eerst in herinnering brengen, dat
de kritiek zich in dat opzicht voornamelijk
richtte tegen de volgende regelingen:
a. Wat de S c h e 1 d e betreft tegenden
ons opgeelgden last, zonder beperking, om de
bevaaroaarheid te alien tijde te doen beaut-
woorden aan de eischen van den vooruit-
gang van den scheepsbouw en de toeneming
van de scheepvaartde opmerking in de toe-
lichtende Memorie dat de belangen van de
scheepvaart „uiteraard" gaan boven de an-
dere belangen, dus boven de waterschapsbe-
langen; het niet stellen van grenzen aan het-
geen de onderhoudsplicht van de grillige ri-
vier ons zou kosten; de buitensporige macht
van de nieuwe Schelde-commissie, wier be-
sluiten gaan boven de verordeningec onzer
eigen staatsinstellingen, en die verleggmgen
en doorsnijdingen kan ordoneeren (bij „on-
misbaarheid" zelfs landwaarts van de ban-
dijken); en die oeverwerken van waterschap-
pen kan stopzetten als ze de belangen van
de scheepvaart zouden kunnen schaden.
Voorts werd er geklaagd over het ingevoerd
verbod om ten behoeve van private belangen
(bijv. bij een schadevergoed ingseisch wegens
aanvaring) beslag te doen leggen op voorbij-
varende schepen; en werd als eenzijdig vei-
oordeeld het voorschrift dat de loodsgelden
op Antwerpen niet hooger zullen mogen zijn
dan die op Rotterdam.
b. Wat de door Belgie gevraagde k a n a-
len betreft: tegen de daardoor vergemakke-
lijke concurrentie van Antweren aan onze
eigen havens van Amsterdam en Rotterdam,
welke benadeeling op de route Antwerpen
Dordrecht nu toch al door Belgie wordt be-
vorderd door den gratis sleepdienst voor de
schepen naar Straatsburg, terwijl van het ka-
naal AntwerpenRuhrort gevreesd werd dat
het de Limburgsche producten zou afleiden
van onze eigen havens naar het dan dichter-
bij gelegen Antwerpen, tot schade van de
eigen kanalen, die we nu in Limburg aanieg-
gen.
c. Wat Terneuzen betreft werd ge
klaagd, dat niet tevens van deze gelegenheid
gebruik is gemaakt om voor die havenstad
wecr van Belgie terug te krijgen de speciale
spoorwegtarieven van voor 1914.
En verder waren er nog bezwaren tegen
de regeling der rechten van de Belgische
visschers, over den waterafvoer, het aftap-
pen van water uit de Ma as, en andere minder
gewichtige punten, waarover ik nu niet zal
uitweiden.
Van deze bezwaren zijn nu enkele belang-
rijke weggenomen.
Er is in het Protocol vcrklaard, dat met
dat „uiteraard" stellen der belangen van de
scheepvaart boven de andere belangen, heele-
maal niet bedoeld werd dat rechtmatige be
langen van de oeververdediging en de water-
loozing uit het oog mogen worden verloren.
Tegen gevaren voor die belangen zullen
maatregelen moeten worden genomen. waar-
van de kosten begrepen zullen ziin onder de
kosten der Scheldewerken voor de scheep
vaart. Voor de Zeeuwsche polders is deze ver-
zekering van een verstrekkende geruststel-
liug. E)e vroegere termen deden „uiteraard"
heel wat anders vreezen
Voorts is verklaard, dat de op Nederland
justende lasten voor het onderhoud van de
vaargeul niet onbegrensd is.
Wanneer het baggerwerk meer bedraagt
dan een zekere hoeveelheid in twintig jaar
(neerkomend op een gemiddelde uitgave van
f 100.000 per jaar), dan zal Belgie dat meer-
dcre moeten betalen.
Laat ik hierbij dadelijk bijvoegen. dat, niet
in het Protocol, maar wel in de Memorie
van Toelichting, de Minister de verzekering
geeft dat het niet de bedoeling is, dat de be-
staande geul moet worden behouden, maar
dat daarvoor de plaats gekozen kan worden
die de gunstigste voorwaarden biedt. De bij-
gevoegde en nu aan de Kamer overgelegae
Swart heeft geen andere bedoeling dan om
aan te wijzen welke toestanden er nu zijn; in
de toekomst zal het onderhoud alleen moeten
dienen om „gelijkwaardige voorwaarden van
veiligheid en gemak" te verschaffen voor de
vaart op Antwerpen.
In het Protocol wordt verder door Belgie
toegezegd dat het den gratis sleepdienst zal
afschaffen en ook geen andere gemakken zal
geven, zoodra het kanaal naar Moerdijk in
dienst is gesteld. En dan nog worden er eeni-
ge verduidelijkingen in gegeven over de kos
ten van waterafvoer in Z.-Vlaanderen, de
hoeveelheid water die Nederland te Maas
tricht uit de Maas kan tappen, over even-
tueele wijzigingen van het tweede kanaalplan
en over de heffing van bestaande kanaalrech-
ten
Dat zijn de feitelijke veranderingen, die nog
kunnen worden aangevuld met de mededee-
ling in de Memorie van Antwoord. dat de
Belgische regeerin£ de stukken gereed heeft
liggen om dc spoorwegtarieven voor Terneu
zen te herstellen in den toestand van voor
1914.
Daar zijn dus zeer belangrijke verbeterin-
gen bij, met name de eerste drie; erkenning
der Zeeuwsche polderbelangen, beperking
der Nederlandsche onderhoudskosten op de
Sdielde, en afsciialtiug van den gratis-sleep-
dienst van Belgie.
Maar als men nu nog eens hierboven het
iijstje van bezwaren naleest, zal men tot het
inzicht moeten komen. dat er minstens even-
veel bezwaren overblijven. Speciaal wat be
treft de vrijwillige bevordering van de con
currentie die Antwerpen aan onze havens
kan aandoen en de groote macht der Schel
de-commissie.
Hing hef oordeel alleen af van deze zake-
lijke kwesties, dam reeds zou het lot van het
nu weer naar de afdeelingen der Kamer ver-
wezen verdrag onzekeT blijven, want ik be-
twijfel of de uit handelskringen gerezen be
zwaren tegen de gevolgen dier concurrentie
door den Minister zijn weggeredeneerd in de
Memorie van Antwoord.
Nu komen er de politieke bezwaren bij.
Daarover rept, zooals gezegd, het protocol
niet. Maar zeer uitvoerig weidt de Minister
er over uit In zijn Memorie van Antwoord
en het moet gezegd worden, dat hij in ver
schillende opzichten klemmende argumenten
stelt tegenover de geopperde grieven.
E>e vrees dat er toch nog een afzonderlijke
regeling te wachten zou zijn voor de door-
vaart van eventueele Belgische oorlogssche-
pen van en naar een tot oorlogshaven ge
maakt Antwerpen, blijkt, volgens een verze
kering van den Minister, een gevolg van een
minder gelukkigen zin in de Toelichtende
Memorie, die constateerde, dat de tekst van
het v:rdrag „niets regelde" omtrent die door-
vv.rrt in tijden van oorlog of vrede. Volgens
enz it Minister wordt daarmede slechts be-
d dat deze materie door andere regelen
beh Tscht wordt, n.l. door het international
recht. la, dat maakt de zaak inderdaad an
ders. Alleen vraagt men zich af; wat dan
de Belgen zullen hebben aan de vergunning
om van Antwerpen een oorlogshaven te ma-
ken. Want een oorlogvoerend Belgie zal van
ons zeker geen verlcf krijgen om door ons
gebied zijn oorlogssehepen te laten varen,
daar ons dit onmiddellijk met Belgie's tegen-
standers in conflict zou brengen.
Ook over de Wielingen staat de Minister
sterk, doordat Nederland voorstellen tot op-
lossing heeft gedaan, die door Belgie werden
afgewezen.
Maar dan rest nog de strekking van dit
verdrag voor onze verhouding tot Belgie en
de andere mogendheden, en daarover maakt
de Minister opmerkingen die zeer zeker over-
weging verdienen. Daarover in een tweede
artikel.
Rpchtzaken.
VOOR DEN KANTONRECHTER.
Zitting van 4 Juni.
BARBERTJE MOEST TOCH HANGEN.
Heden werd voortgegaan met de behande
ling van de strafzaak betreffende overtrading
der jachtwet door een strooper uit Egmond
aan Zee, die de Castricumsche duinen als ope-
ratieveld had uitgekozen.
Hij werd betrapt, sloeg op de vlucht er,
werd opnieuw aangehouden onder de ge-
meente Heemskerk, die in het arrondissement
Haarlem behoort.
De verdachte Egmonder beweerde bij de
eerste behandeling, dat hij tweemaal voor
hetzelfde feit was bekeurd en reeds door den
kantonrechter te Haarlem tot 10 boete was
veroordeeld.
Dit nu werd thans door den ambtenaar
ontkend. Verdachte was te Haarlem veroor
deeld wegens art. 461, het loopen over verbo-
den grond, wat ook de geringe boete ver-
klaarde. Nu stond hij terecht ter zake een
overtredijig der jachtwet. Waar het gold een
dergelijke overtreding door een recidivist
vorderde het O. M. thans een geldboete van
40 subs. 20 dagen hechtenis. De rampspoe-
dige visscher werd daarop veroordeeld tot
30 boete of 15 dagen. Het is dus blijkbaar
niet verstandig op de grens van twee arron
dissement en te stroopen.
EEN UITZONDERING, DIE DEN
REGEL MOET BEVESTIGEN.
Het bekende spreekwoord, dat spreken zil-
ver en zwijgen goud is, is zeer zeker niet van
toepassing op een arbeider, die inlichtingen
weigerde aan een ambtenaar van den raad
van arbeid, die hem wenschte te interpellee-
ren omtrent de patroons, die verplicht zijn
te zijnen behoeve rentezegels te plakken.
Zulks ondervond althans heden een 46-ja-
rige boerenwerkman uit Bergen, die gewei-
gerd had den adjunct-commies van de Vail
deze voorlichting te geven.
Hij mocht nu al beweren, dat hij in 1922
aan den Raad van Arbeid zijn renteboekje
had toegezonden en het sindsdien niet meer
had teruggezien, dit was blijkbaar geen
excuus, dat door den Kantonrechter werd ge-
honoreerd, althans, om in geliefkoosden dag-
vaardingstijl te spreken, hij werd veroor
deeld tot 5 boete of 5 dagen, als aanspo-
ring om in't vervolg wat mededeelzamer te
zijn.
VRIJPOSTIGE EN ONBEZONNEN
HONDEN.
De bollenhandelaar Funk te Castricum
wordt ten zeerste geplaagd door losloopende
honden, die bij voorkeur zijn bollenland uit-
kiezen als speelplaats of privaat en dan heel
wat schade aanrichten in de ontluikende cro-
cussen of anemonen.
Het werd hem dan ook per saldo al te bar
en hij nam de politie en betrouwbare getui-
gen in den arm om het dierlijk vandalisme te
constateeren en de eigenaars vervolgd te krij
gen.
Een tweetal van die hondenbezitters waren
heden voor den kantonrechter gedaagd Een
hunner kwam ter elfder ure per rijtuig gearri-
veerd, betwijfelde of zijn hond wel tot de boos-
doeners had' behoord, doch dit werd aange-
toond door twee getuigen. Daar echter bleek,
dat deze hond niet tot de geregelde bezoekers
behoorde, kwam de eigenaar er met 5 boete
of 5 dagen af. Erger was het gesteld
met een aan een niet verschenen heerschap
toebehoorend dier, want deze eigenaar, die
al meermalen vergeefs was gewaarschuwd,
werd opgeknapt met 15 boete of 8 dagen
TWEE ZIELEN, EEN GEDACHTE,
TWEE HARTEN EN EEN SLAG!
Een 22-jarige melkslijter en zijn geliikjari-
ge geliefde waren op 6 Mei eendrachtig op
aen bon geslingerd, wegens het rijden zonder
licht.
De jongelieden stonden thans achtereenvol-
gens terecht en voerden een aandoenlijk
overeenstemmend verweer. Namelijk dat zij
niet gereden hadden op den Schermerweg,
zooals de oproeping luidde, maar op de Nbor-
deivaart, aan den Oinval. Ze waren matde
van hun dagtaak, bovendien was de klomp
des jongelings gebarsten en ze hadden maar
een heel klein eindje afgelegd op de hun ten-
laste gelegde strafbare wijze.
De heer Kantonrechter, die behagen schept
in een arbeidzame jeugd, streek de hand over
zijn nog krachtig hart en veroordeelde ieder
der delinquenten tot f 1 boete of 1 dag.
Gemengd Nieuws.
DE COMMISSARIS VAN POLITIE TE
CULEMBORG
Mr. Bourlier, advocaat te 's-Gravenhage,
die zich belast heeft met de behartigmg van
de belangen van den commissaris van poii-
tie te Culemborg, den heer Blok, heeft ondei
dagteekening van gisteren tot den minister
van justitie den volgenden naderen brief ge-
rich t
Excellence,
In aansluiting aan mijn schrijven aan uwe
excellentie did. 8 Mei 1926 inzake de klacht
van den heer Joel Blak, commissaris van oo-
litie te Culemborg, tegen mr. W. J. Hofdijk,
rechter-commissaris, belast met de behande
ling van de strafzaken te Tiel, meld ik u het
navolgende
De heer Joel Blok bovengemelde werd 31
Mei j.l. ontboden bij den procureur-generaal
bij het Gerechtshof te Arnhem, die hem me-
dedeelde, dat de officied van justitie bij de
arrondissementsrechtbank te Tiel geen ter
men vond om op grond van de feiten in de
klacht van den heer Joel Blok destijds tegen
mr. Hofdijk ingediend, tegen laatstgemelde
een vervolging in te stellen.
Het wil mij voorkomen, dat nog steeds in
dezen niet ie gehandeld door den officier van
justitie te Tiel, gelijk hij krachtens art. 510
van het Wetboek van strafvordering (nieuw)
had behooren te doen.
Het is de bedoeling van art. 510 en 511
Wetboek van Strafvordering (nieuw), dat ver-
volgingen tegen rechterlijke ambtenaren
worden onttrokken aan de jurisdictie van het
college, waartoe voormekle rechterlijke amb
tenaren behooren en dat het niet ter beoor-
deeling van het Openbaar ministerie bij dat
college zou staan of er al dan niet termen
zijn om bedoelde rechterlijke ambtenaren te
vervolgen.
Dit blijkt al terstond uit art. 510, 2e lid,
Wetboek van Strafvordering (nieuw), dat be-
paald, dat alleen spoedeischende maatregelen
van de vervolgingen, die aan de rechtsgeding
vooraf gaan, door dat rechtscollege worden
genomen.
Daaruit vloeit voort, dat het openbaar mi
nisterie bij de arrondissements-rechtbank te
Tiel zonder zich eenig oordeel te mogen vor-
men over de al of niet gefundeerdheid van
de klacht. over de al of niet waarschijnlijkheid
dat de feiten in die klacht vermeld zullen
worden bewezen, enz. enz., niets anders had
te doen en nog heeft te doen dan zich bij ver-
zoekschrift te wenden tot den Hoogen Raad
der Nederlanden, opdat deze raad een andere
rechtbank dan de rechtbank te Tiel aanwijze,
voor de welke de vervolging en het rechtsge
ding der zaak zal plaats hebben en dan zal
de officier van justitie bij dat, door den Hoo
gen Raad aan te wijzen college, conform arti
kel 9 van het Wetboek van strafvordering
(nieuw) te vervullen hebben de faak, die tot
op heden het openbaar ministerie bij de ar
rondissements-rechtbank'te Tiel zich heeft
aangematigd.
Op bovengemelde gronden heb ik nogmaals
de eer, mij te wenden tot uwe excellence met
beleefd verzoek den heer officier van justitie
bij de arrondissements-rechtbank te Tiel te
gelasten, zich met verzoekschrift te wenden
tot den Hoogen Raad der Nederlanden, opdat
dit laatstgemeld college in staat worde ge
steld te handelen, zooals artikel 510 Wetboek
van Strafvordering (nieuw) het gebiedt.
Tjjdschriften.
Het Juni nummer van hctMaandblad voor
benefiting en reclasseering van volwassenen
en kinderen is ditmaal grootendeels gewijd
aan de jeugdgevangenissen.
Wij laten hieronaer het voorwoord van de
Redactie volgen:
„Het woord klinkf niet mooi, want wij heb-.
ben het gevoel dat jeugd en gevangenis niet
bij elkaar hooren. Maar voor de aankomende
jongens en meisjes, die geen kinderen meer
zijn en nog niet volwassen, moei juist het
woord en het insCtuut gevangenis een heel
andere beteekenis gaan krijgen dan de naar-
geestige beteekenis die het tot op heden in ons
gevoel heeft. Tot op heden. En dus morgen
niet meer, hopen wij en althans overmor-
gen niet n .r. Het Genootschap heeft een bij-
eenkomst belegd waar belangrijke praeadvie-
zen over dit onderwerp zullen worden behan-
deld: het Genootschap wil de spoedige invoe-
ring van de Jeugdgevangenis in ons land be-
vorderen, een beroep doen op alien, die wil-
len dat aan die jonge menschen die diwalen
ver gedwaald zijn, dikwijls hoop en moed
en richting hergeven wordt in plaats van lou-
ter tuehtiging, die, alleen, den weg niet doet
vinden, die alleen de kracht niet geeft voor de
reis noch het verlangen naar het doel.
Wij nemen artikelen op, die het den lezer
voor oogen brengen, dat alom speciale inrieh-
Cngen bestaan voor de half-volwassenen die
met den strafrechter in aanraking gekomen
zijn: bij al onze buren maar in ons land niet.
Wij geven geen artikel over de Duitsche
Jeugdgevangenissen omdat die voor ons vol-
komen levend gemaakt zullen worden door
Dr. Bondy (Hamburg) die ter vergadering
van het Genootschap zelf zijn praeadvies
komt toelichten. Maar wij nemen met groote
voldoening op het artikel over de jeugdgevan
genis in onze eigen Oost die dus het Moeder-
land den weg en de wijsheid leert. Respect
voor onzen Oost en voor degenen, die wij ken-
nen, en die daar van dit werk de stuwende
kracht zijn.
M'oge de actie, die door het Genootschap
is ondernomen en die wij met voile overtui
gdng en warmte steunen, spoedig rijpe vruch-
ten dragen. En moge onze Landsregeering
bereid zijn die vrucht te plukken."
Onder het opschrift „Twee jubiiea" vinden
wij in dit nummer nog de volgende waardee-
rende beschouwing over het levenswerk van
onzen oud-stadgenoot den heer Klootsema.
„Hoenderloo jubileert en Klootsema jubi-
leert. Hoenderloo is wat ouder, al 75 jaar,
en Klootsema heeft 25 jaar zijn werk gedaan.
Hoenderloo is een prachCg voorbeeld van wat
het particulier initiatief vermag. Ik denk
daarbii b.v. aan het eothousiasme van den
bekenJen Zwilscischen gevangenisleider Kel-
lerhals Jr. toen die een paar'jaar geleden ons
laud bezoclit en over sommige instellingen
niet te spreken was. Maar Hoenderloo haalde
hij aan als voorbeeld hoe het wtL moest zijn.
En Klootsema is een prachtig voorbeeld van
wat een rijksambtenaar vermag. Wie Kloot
sema ziet, van binnen en van buiten, zou niet
gemakkelijk tot de conclusie komen met een
rijksambtenaar te doen te hebben. Dat komt
omdat sommigen onzer gewoon zijn een rijks
ambtenaar te beschouwen als iets dat vele ja-
ren op een bureau zit en dat geen hart heeft.
Maar gelukkig zijn er velen en tot hen
behoort Klootsema in de allereerste plaats
die onweerlegbaar bewijzen, dat die ongunsti-
ge beschouwing in haar algemeenheid zeker
on juist is. Als er iemand een hart heeft voor
zijn werk en voor veel buiten zijn werk dan is
het deze jubilaris. En nog een andere tegen-
stelling weet Klootsema in zich te verzoenen:
de tegenstelling, die sommigen zien tusschen
de wetenschappelijke opvatting van het op-
voedingswerk en die andere opvatting, die in
liefde en toewijding alleen de kracht en heer-
lijkheidi van dat werk zoekt. Want Klootsema
kent de theorie als geen ander en hij geeft
zijn voile en groote liefde aan zijn werk. Wij
geven van harte onze gelukwenschen en onze
voile waardeering aan deze beide voortreffe-
lijke voorbeeld en van particuliere en van
ambtelijke werkzaamheid.
De Wereldpost geeft een zeer fraaie foto
van een bezoek van het Engelsche Konings-
paar aan de bloemententoonstelling te Chel
sea.
Bij de kiekjes van hier en in den vreemde
treffen wij behoorlijke danseressen in bevalli-
ge houdingen aan benevens de foto van een
mijnheer die 402 pond weegt en er toch nog
in slaagt een acrobatische toer te verrichten.
Bij de foto's van heind-e en verre o.a. een
momentje uit de film .,De kleine Voddcn-
baas" waarin Jackie Coogan de hoofdrol
speelt. De „Man van beteekenis" is ditmaal
Lord Robert Cecil.
Een dubbeie fotopagina geeft interessante
afbeeldingen van het werk van den beeldhou-
wer Anton Fortuijn.
Wij ontvingfen een gratis gidsje met kaart
over „Mooi Schoorl", een uitgave van de
vereenigingen tot bevordering van het Vreem
delingenverkeer te Schoorl, Groet en Cam-
perduin.
Het gidsje bevat tal van gegevens, die voor
hen die zich tijdelijk- of permanent in deze
streek vestigen, van waarde zijn. Vooral het
kaartje kan groote diensten bewijzen.
Met de uitgave van dit werkje deden de be
treffende V. V. V.'s zeker een goed werk.
Het Juni-nummer van het maandblad ,.Ons
Eigen Tijdschrift", uitgave aer firma C. J.
van Houten en Zn. te Weesp, dat onder lei-
ding staat van den heer Gerh. van Dijk, is
wederom goed verzorgd.
Het kunstbijvoegsel bestaat ditmaal uit een
reproductie van een „Brug te Mechelen",
naar een houtsnede van den kunstenaar W
O. J. Nieuwenkamp.
A. Hallema publiceert een artikel met drie
afbeeldingen over „Geheimschrift en Tee-
kens van Misdadigers".
Nelly Kruize gaf als bijdrage een Egyp-
tisch sprookje, getiteld „De Wondervogel".
Van Jan van Campen bevat het nummer
een artikel met zes foto's over Umhausen in
Tirol.
Ar. Kwink schreef een goed verhaaltje van
iemand,/die na een tijd in de stad te hebben
gestudeerd, weer eens een poosje thuis in zijn
dorpje is en de heerlijkheid van de rust aldaar
ervaart.
Ottc van Tussenbroek leverde een interes
sante bijdrage „Over oude en nieuwe behang-
selpapieren", waarin het samengaan van
kunst en industrie in onzen tijd terecht een
verblijdend teeken wordt genoemd.
J. Nooitgedagt gaf als bijdrage „de Ge-
heimzinnige geschiedenis van een Chineesch
beeldje".
Johan Briede gaf een lezenswaardige bij
drage met artistieke illustraties over „De oud-
ste bewoners van het Gooi".
Voorts bevat het nummer gedichten van
Ian J. Zeldenthuis, Helena Swarth, L. Franco
Mendes, Jet de Boer-van Strien, Peuke de
Belg, W. G. Zwaan, een mooie houtsnede van
A. van Eck en een goed verzorgde rubriek
voor onze kinderen, waarvan vooral het ver
haaltje over „Jaab" door Stella Mare ge-
voelvol en het leven begrijpend is geschre-
yen.
Boeken.
PRAE-ADVIEZEN.
Verschenen zijn de prae-adviezen over
jeugdgevangenissen (Borstal-inrichtingen),
uitgegeven door het genootschap tot zedelij-
ke verbetering der gevangenen.
De bijeenkomst waar ze zullen worden be-
handeld vindt plaats op 10 Juni 1926 te half
twee in het American Hotel te Amsterdam.
Door mr. Muller te Alkmaar worden op
verzoek gratis bewijzen van toegang toege
zonden. Het Hoofdbestuur van het Neder-
landsch Genootschap tot Zedelijke Verbete
ring der Gevangenen zoo lezen wij in de
inleiding tot deze prae-adviezen meent,
dat het oogcnblik daar is om door een krach-
tige actie de invoering van de Jeugdgevan
genis in Nederland te bevorderen. Die actie
behoeft alleen daarin te bestaan, dat de zaak
der Jeugdgevangenis aan ons volk wordt dui-
delijk gemaakt: de zaak vindt dan vanzelf
haar weg. Niemand zal het goedkeuren, wan
neer hij daar eenmaal over is gaan denken,
dat aankomende jongens en meisjes van 18
tot 23 jaar, wanneer hun leven in verkeerde
banen is geraakt, uitsluitend met neerdruk-
kende straf worden behandeld. En ieder zal
het toejuichen (men kijke eens naar de eigen
kinderen van dien leeftijd) als voor de groep
van die nog niet of hoogstens ten halve vol
wassenen, pogingen zullen worden gedaan
hun door krachtige Ieiding en begrijpende op-
voeding den moed en de kracht en de evenwich
tigheid te hergeven, die zij behoeven voor het
beginnen van een nieuw en beter maatschap-
pelijk en pcrsoonlijk leven. In alle landen om
ons heen en in onze eigen Oost bestaat de
Jeugdgevangenis reeds. Deze prae-adviezen
en het Juni-nummer van het Maandblad
voor Berechting en Reclasseering leggen
daarvan getuigenis af. Moge de behandeling
van de prae-adviezen, die het Hoofdbestuur
hierbij uitzendt, zo6 groote belangstelling in
de Jeugdgevangenis doen ontsjaan, dat .wij
spoedig, (zeer spcedig!) dit nieuwe instituot
in onze gevangenisorganisatie zulien mogen
begroeten: teeken van een komenden beterer.
tijd, die straft maar niet neerdrukt, die on-
voedt en opheft.-
Mr. N. Muller, Kennemerpark 29 verzoekt
te melden, dat deze prae-adviezen tegen foe-
zending van 0.70 bij hem verkrijgbaar zijn.
Wij ontvingen een ex. van den „Gids voor
schoolreizen 1926", die evenals vorige ja*»
gratis en franco wordt verspreid, ditmaal m
een oplage van 12.000 exemplaren. De
menstellers teekenen hierbij aan:
Het is merkwaardig, hoe het schoolrei*we»
zen zich de laatste jaren heeft uitgebreid
Van 1923 zijn geen gegevens bekend. In
1924 vervoerden de Ned. Spoorwegen
222.000 kinderen, in 1925 niet minder dan
419.491. Als men daarbij bedenkt, dat ook
trams, booten en autobuseen duizendec
schoolkinderen vervoeren, mag worden am-
genomen, dat het vorig jaar wO.OOO kinde
ren een schoolreis maakten. Naar sehatting
werd aan deze reizen een bedrag van min
stens Wi millioen gulden beste^L Het is de
verdienste van den Gids voor Schoolreizen,
die jaarlijks gratis en franco wordt toege
zonden aan alle scholen en alle personen die
met kinderen reizen, dat hij aan die uitbrei-
ding van het schoolreiswezen zooveel heeft
bijgedragen.
Het is dan ook niet te verwonderen, dat, no
de schoolreizen beteekenis krijgen voor het
vreemdelingenverkeer, verschillende gemeea-
tebesturen en Vereenigingen van Vreemdelin-
genverkeer belangstelling voor het werk via
den „Gids voor Schoolreizen" gaan toon en.
OPLOSSINGEN DER RAADSELS UIT '7
VORIGE NUMMER.
Voor grooteren.
2. Bark, krab. "N
3. Sinaasappel. Napels, pil, lans, pas, pan,
4. Melk, weg; Melkweg (sterrenbeeld).
Voor kleineren.
1. Blaar. klaar.
2. Dam, bord; dambord.
3. Kom Otto, ik sta al een kwartier te wach
ten. (st'.al).
De vrouw haalde de zuurkool uit het vat
in den kelder. (tin).
Ik keek dadelijk op; Ernst was echter
reeds verdwener.. (koper).
Tante had geen zin, Koen, om zoo laat
naar bed te gaan. (zink).
Ik heb niet graag ouden rommel op
zolder. (goud).
4. Merel, (em) mer, (sp) el (d.).
OM OP TE LOSSEN.
Voor grooteren. ->
1. Kruisraadsel.
Op de beide kruisieslijnen komt de naau»
van een stad in Zuid-Hoiland.
X X X X
1°
2°
3°
4°
X
X
X
X
X
X X
X
X
X
X
X
X X X X x
w
6°
7°
8°
9°
10°
11°
den
den
ma
in
3.
4.
4.
rij een medekliuker.
een boomsoort.
een tijdsverloop.
een voorwerp, daf men aan
voet draagt en dat velen in
winter genot verschaft.
een werkwoord, dat gekheid
ken bcteekent.
't gevraagde woord.
een bewoner van een eiland
Zuid-Europa.
een stad in Noord-Holland.
een diersoort.
een lichaamsdeel van een dier.
een medeklinker.
Welk zoetwater-visch wordt een stad in
Rusland, zoodra men de eerste letter
wegneemt?
Mijn geheel wordt met 10 letters geschre-
ven en in vrijwel alle gemeenten van
ons land aangetroffen.
6, 8, 9, 7 is een drank.
'en 1, 8, 9, 10 is een heel licht vaar-
tuigje.
10, 2, 4 vindt men tusschen't koren.
2, 5, 3 wordt door visschers gebruikf.
1, 7, 2, 3 wordt door sommige dieren g<»
geten.
10, 2. 7, 8, 1 beteekent zuinig.
Wat kun je maken van:
schst Kgr neee k
Voor kleineren.
Welke boom wordt gevormd door een
kliuker en een persoonlijk voornaam-
woord?
Welke overeenkom-t bestaat er tusachefl
een rivkr en een kanon?
Welke stad in Limburg krijgt men, wan
neer men een roofvogel, een voeg-
woord en een kasteel samenvoegt?
Ladderraadsel. 11
X
X
X
X
X
X
X
1° (bovenste) sport gebak.
2° sport een landbouwpro-
duct.
het tegenoverge-
stelde van groot.
een verzamehng
vee.
een groote roof
vogel.
de naam van een
tnaand.
een fraai dotp
de prov. Utrecht,
een deel yan je
been.
alle uit 5 letters en
be-
4°
6°
8°
De woorden bestaan
de middelste vormen van boven naar
neden gelezen een jongeaeaaam. -
D
E
E
N
E
B
R
O
E
R
W
T
N
0
T
A
I