Rugpijn Rheumatiek De beroemde Zwollenaar Kippen en Konijnen. Brieven uit Berlin. In en om de hoofdstad. Laat rugpijn en rheumatiek uw leven niet vergallen. Zoek de oorzaak op! Zeer waar- schijnlijk schuilt deze in uw nieren. Inspan- ning of gevatte kou kan deze gevoelige or- ganen verzwakt hebben en hen verhinderen in hun werk om de schadelgke vergiften uit uw bloed te filtreeren. Deze vergiften ver- oorzaken rheumatische pijnen en veie andere kwalen, en hoe langer gij de nierzwakte ver- waarloost, des te erger worden uw kwalen Nierzwakte maakt u ook zenuwachtig, duizelig en afgematzwak, terneergesla- gen en vermoeid, en onderhevig aan onaan gename blaasatoornissen. Let op verschjjn ■elen al» beiinksel of land in de urine, opgeblazenheid onder de oogen, waterauch- tige zwellingen in ledematen, stijfheid of ontsteking van de gewrichten. Versterk uw nieren zonder uitstel en voor- kom zoodoende de ontwikkeling van ernsti- go nierkwalen. Gebruik Foster's Rugpijn Nieren Pillen om de nieren weder krachtig en gezond te maken. Foster's Pillen hebben dnizenden over de geheele wereld baat ge- geven. Let op de verpakking in glazen flacons met geel etiket (alom verkrijgbaar), waar- door gij zeker zijt geen verlegen buiten- landsch goed te ontvangen. Prije fl 1.75 per flacon. v 6LXXXVII. j Naarden is „vrij". 't Heeft de vorige week Vrijdagochtend zoo maar eenvoudig-weg in de dagbiaden ver- meld gestaan dat Konink 1 ijk Besluit, waar- bij de vestingwerken om Naarden heen wer den opgeheven. 't Kwam zelis zoo onver- wacht, dat het voor het gemeentebestuur dier stad een verrassing was, die men maar niet dadeiijk wilde gelooven zoo'n krantenbe- richt, en dan nog wel een van die beteekenis, moest men „voorzichtig" mede zijnzoo dat de burgemeester van Naarden Oorlog te 'Den Haag opschelde om te vragen of het heusch waar was. En toen de achtbare magis- traat der vesting Naarden de bevestiging kieeg, liet hij de viag ontplooien van de open- bare gebouwen en spoedig daarna vlagde heel het stadje en er werden officieele rede- voeringen gehouden, en men bereidt reeds een historisdhen optocht voor, alles ter viering van het heugelijk feit, dat Naarden geen ves ting meer is en dat Naarden, „ontslagen van den oorlogs-boei", zich nu verder „ontwikke- len" kan. Hier te Amsterdam heeft men dat alles ook <- gelezen, maar verder is er niet veel notitie van genomen en toch, die ontmanteling van 'Naarden heeft ook voor ons, Amsterdammers, wfel in menig opzic'ht beteekenis; historische beteekenis allereerst, practische beteekenis eveneens. Want die oude stad, die .hoofd stad" van Gooiland, heeft voor de hoofdstad door alle eeuwen heen beteekenis gehad en het geheele Gooi is in de laatste kwart-eeuw voor Amsterdam steeds belangrijker gewor den; daar zijn gemeenschappelijke belang-n ontstaan en langzamerhand zullen die nog wel grooter worden. Wat heeft in onzen tijd een afstand van on- geveer twintig kilometer, die de hoofdstad van Naarden scheidt, te beteekenen nie- mendal immers. In vroegere eeuwen was zoo'n afstand beduidend genoeg, toen er geen goede verbinding tusschen beide steden be- stond niet dat die nu wel zou bestaan, het is nog geenszins het geval, waarover straks, maar in elk geval: wij kunnen nu met aller- lei vervoermiddelen elkander binnen korte spanne tijds bereiken. Doch reeds in die lang vervlogen tijden had Amsterdam genoeg van doen met het Gooi Naarden was de voor- vesting van de'hoofdstadMuiden had zelfs het Slot, waar eens de graven van Holland zetelden; waar later Amsterdamsche patri ciers slotvoogd, baljnw van het Gooi zelfs, waren en waar onder een dier baljuws, Pieter Cornelisz, Hooft, de Muiderkring beteekenis kreeg. Denk erom, lezers, indien straks va- cantie-uitstappen u dien kant uit brengen, dat ge 'dat Muiderslot bezichtigen gaat, het is merkwaardig genoeg om zulks niet te verzui- men. Naarden, typiscb omsloten door zijn hooge v wallen, bleef vesting tot op den huidigen dag; men meende altijd nog dat het, zoo ooit de oorlog over ons land mocht komen, met de verdedigingswerken, die er in breeden kring omheen lagen tot bescherming van de hoofd stad, groote waarde zou hebben. Tot de groo te oorlog kwam, die aanvankelijk ook voor ons land dreigend scheen. Naarden was we der versterkt, bemand, zooals alles daarom- heen de oude vesting zou misschien op- nieuw groote beteekenis krijgen. De moderne vernielingswerktuigen hebben anders ge- leerd, getoond, dat de vesting Naarden met al zijn mooie wallen toch maar weinig meer te beduiden zou kunnen hebben en nadat de oorlog uitgewoed was, gingen spoedig stem- men op om Naaxden nu te verlossen van de knellende banden, die de ontwikkeling der gemeente tegen hielden. Als stad zelve heeft Naarden uiteraard geen aantrekkelijkheid. De nauwe straten zijn eigenaardig, iypisch voor onzen tijd; de oude gebouwcn, die er bewaard zijn geble- ven, dwingen eerbied af; de Groote Kerk heeft haar vermaardheid in den lande; de Gooische stoomtram, die zich door het stad je slingert, de Amsterdamsche poort in, de Utrechtsche straat uit, heeft haar nut als ver- bindings-object met de hoofdstad, haar be- kendheid als antiquiteit voor onze dagen we! te verstaan, omdat ze nog maar steeds niet electrisch geworden is maar aantrek kelijkheid als woonstad heeft Naarden niet. Doch de gemeente bezit buiten de wallen groote terreinenvoor een goed deel kweeke- rijen, ook boschgronden, terreinen ook die naar den kant van Bussum heen villaterrei- nen zijn geworden, zoodat beide gemeenten als 't ware daardoor saam zijn gegroeid aan den eenen kant van de aan beiae zijden bebouwde Comeniuslaan staat ge in Naar- ftm, steekt ge de straat over, ge staat in Bus- sum. Zonderlinge toestanden van onze da gen! Maar goed ontwikkelen naar buiten kon Naarden zich ui^t, omdaf zooveel van de gronden der gemeente gelegen waren binnen de verboden militaire kringen, d.w.z. binnen .♦ringen, waarin volgens de oorlogs-„wetten" liet mocht worden gebouwd. of waar slechts 1 mochten worden gebouwd huizen van hout oipgezet, op lagc steenen fundeeringen, zoodat ze in geval van oorlog gemakkelijk zouden kunnen omver gehaald worden in het be gin van den wereldoorlog zijn tal van die ge drdgd11 "onm^c'€llijk neerhalen" be. Na den oorlog hoopte men, verwachtte men, dat men aan het Ministerie van Oor log wel spoedig begrijpen zou, dat die verbo- dpi kringen met al hun, de ontwikkeling van Naarden ook van Bussum aan die zijde etgen-houdende belemmeringen geen zin meer nadden; dat de geheele vesting Naarden verworden. Het leek er nog niet erg op tot mpn nu. ongeveer acht jaren na wapenstilstand van November het oude Naarden werkelijk men den 1918, verlost heeft uit de knellende banden en de stad zal kunnen beginnen zich naar buiten te ontwikkelen. Buiten de wallen. Veel is daar- van-reeds geschonden, doch 't is te hopen, dat de verkregen vrijheid niet zal beteeke- nen, dat ni€n daaraan nu alles maar meedoo- genloos vernietigen zal, doch zooveel moge- lijk zal weten te sparen, om het pittoreske van het oude stedeke te bewaren. In elk geval, het opheffen der vestingwer ken, het afschaffen der verboden kringen zal ontegenzeggelijk beteekenen, dat Naarden als woonplaats voor tal van Amsterdammers al- lengs meer aantrekkelijkheid zal krijgen en dat ook Bussum, hetwelk aan dien kant zij ner grenzen door verboden kringen bemoei- lijkt was, zich daar meer zal kunnen ontplooi en. Dies heeft Amsterdam bij het Koninklijk Besluit, hetwelk Naarden vrij heeft gemaakt, ontegenzeggelijk veel meer belang dan de Amsterdammer, die onverschillig het bericht dier bevrijding gelezen heeft, wel vermoed zal hebben. De gevolgen kunnen voor beide steden van beteekenis zijn. In de eerste plaats met betrekking tot de verbindingen tusschen de hoofdstad en zijn grooten Gooischen „tuin". Gelijk ik boven al aanstipte, laat die verbradingf langs den hoofdverbindin-gsweg^ nog alles te wenschen de straatweg, die van Amsterdam naar Naarden leidt, heeft in den lande een droeve vermaardheid gekre gen water aan den eenen kant, een stoom tramlijn aan den anderen kant; veel te smal; een ongelukkig plaveiselgevolg van dit alles herhaaldelijk ongelukken, die reeds te dik- werf menschenoffers eischten. Men is sedert eemgen tijd aan den kant van Diemen aan het verbreeden gegaan, doch't zal nog lang duren voor men Muiden voorbij is en Naar- den heeft bereikt. De plannen voor een bete re electnsche tram zijn afgewimpeld; de meuwe verkeersweg, die door eenige kweeke- rijen heen gelegd zou worden^ bestaat feite- lijk nog maar alleen op papier. Waarom zou men er zich ook mede gehaast hebben; wie zou er over gedacht hebben de gronden langs dien nieuwen weg in exploit a tie te brengen, „gehandicapt" als alles er was door verbo- den kringen en de tegenwerkende macht van Oorlog te Den Haag? Maar thans, nu Naar den als vesting heeft afgedaan, zal men an dere plannen kunnen maken; zullen de Gooi sche gemeenten zeker krach tiger gaan aan- dringen op verbeteringen, die te lang uitbie- ,ven; zullen allerlei vraagstukken, die er reeds lang waren, doth waarvananen de oplossing nog niet noodzakelijk achtte, zich op den voorgrond dringen. De vraag of Naarden en Bussum niet een behooren te zijn, ■zal weder naar voren komen, in elk geval zullen beide gemeenten meer aanleiding hebben te pogen zich met elkander te verstaan met betrekkTng tot allerlei verbeteringen aan hun grenzen, die ook tot dusverre achterwege moesten blij- ven door die lastige verboden kringen. Dat alles raakt de hoofdstad van Amster dam ongetwijfeld in hooge mate. De uitbrei- ding van Amsterdam naar den Westkant, naar den Zuidkant, over het IJ, heeft groote beteekenis, ongetwijfeld, doch het is niet naar die kanten in de eerste plaats dat de oogen fericht zijn der Amsterdammers, die liever uiten de stad zouden wonen, doch op niet te verren afstand daarvan verwijderd. Dezul- ken richten allereerst den blik naar 't Gooi en voor een groot deel naar dat gedeelte van het Gooi, hetwelk het dichtst bij Amsterdam is gelegen en dat zijn Bussum en Naarden* Nu Naarden, niet meer afhankelijk van mili taire maatregelen, zich geleidelijk zal kun nen uitbreiden als forensen-woonstad in die gedeelten, welke op den kortsten afstand van het spoorwegstation NaardenBussum ver wijderd zijn, zal het allereerst aan dien kant Amsterdammers, veel meer dan tot dusverre mogelijk was, hebben te lokken. Daar ligt voor de oude „hoofdstad" van het Gooi de toekomst, die tal van mogefljkheden in zich bergt en de oude stad zal met betrekking.tot Amsterdam misschien in der jaren loop van grooter beteekenis worden, in geheel anderen zin dan zij het was in de tijden, toen zij als vesting nog werkelijke waarde had, dan zij ooit is geweest. Deswege is het zeer begrijpe- lijik, dat de vlaggen hebben gewapperd in de oude Gooische stad bij de tijaing „Naarden is Zijn knecht, die al tens was veieoideeld wegens een dergelijke nalatighcid tot 10 boete, moet zich bij dcz'cn brand bijzondev onderscheiden hebben. HE! OOG WIL OOK WAT HEBBEN, Een 19-jarige geleidster van een kinderca- cantiekoloniehuis te Egmond aan Zee was op 5 Juni zoo vrijpostig geweest onder den ver boden tunnel bij den Bergerweg door te fieri sen. De jonge dame erkende haar tekortkoming. Zij had het waarschuwingsbord niet opge- merkt. Hoewel dergelij'ke overtredingen aan ongeceviliseerde polderwerkers en onbehou- wen slagersjongens gewoonlijk op 10 ko men te staan, werd deze aanmimiige ver- dachte op voorstel van den ambtenaar f, 7 boete of 7 dagen gev. opgelegdl Hony soit qui rnal y pense. BANG OM TE LAAT TE KOMEN. Een chauffeur van den autobusdienst Alk- maarSpanbroek, die op 2 Maart een pas- sagier moest afleveren aan het station te Alk- maar, was bevreesd, dat die reiziger den trein niet zou halen en reed er op zulk een onbehouwen manier op los, dat de agent Wijnberg hem sommeerde te stoppen. Niette- min reed hij nog een 40 Meters verder tot hij het station bereikt had en keerde toen met groote vaart terug naar zijn standplaats bij de Friesche Brug, zonder zich verder om den agent te bekommeren. Het publiek anders niet geneigd tot over- matige medewerking. toonde zich veronri waardigd en een autobusbestuurder bood Wijnberg zelf de beschikking over zijn auto aan, om den wegmisbruiker te achtervolgen. Van dit aanbod werd dankbaar gebruik ge maakt en Wijnberg kreeg alsnog gelegenheid het roekelooze jcfcge mensch over zijn daden te onderhouden. Een heel vriendelijk onthaal vond Wijn berg niet, maar dat kwam vandaag wel te- recht met de huur. De chauffeur, thans terecht staande we gens overtreding. van artikel 15 en 16 der Rijwiel- en Motorwet, sloeg nu een heel wat billijker toon aan. Als verontschuldiging voerde hij aan, dat hij te laat in Alkmaar was gearriveerd door onbekendheid met den weg en bandenpech en hij zich bijzonder had moeten haasten om den treinpassagier op tijd aan het station te brengen. Hij had nu zijn betrekking als auto bus-chauffeur opgezegd en kwam in dienst van een verhuurgarage voor luxe auto's Uithoom. De verdaehte werd veroordeeld tot 2 20 boete of 2 X 10 dagen hecht., be- nevens ontzegging van zijn rijbevoegdheid voor den tijd van 3 maanden. 'N ADVOCAATJE MET 15 PROCENT. Heden werden ook behandeld de overtre dingen van de Drankwet, waarin de heer H J. F. Wanna een deskundig rapport zou uitbrengen omtrent de alcoholsterkte -van de in beslag genomen dranken. Om te beginnen kregen we den advocaat, gemerkt: „de leggende hen", in consumptie gebracht door een winkelier in fijne vleesch waren en comestibles. De heer Wanna rapporteerde dat deze leg gende hen 15 procent alcohol bevatte, precies dus nog het toelaatbare gehalte voor verlof- localiteiten, zooals bleek uit ae vrijspraak die gerequireerd en bekrachtigd werd. DE VOORBURG WAS PITTIGER Minder gelukkig dan zijn voorganger was een in den omtrek van het Waaggebouw wo- nend verlofhouder. Bij hem was in beslag genomen z.g. „Voorburg", hi „zachf borrel- tje, dat tegenwoordig bijzonder populair is en reeds aan verschillende dames roode neu- zen heeft bezorgd. Deze „Voorburg"', waarvan het geleibiljet getuigde, dat het gehalte alcohol 17 procent was, bleek te bevatten 20.7 alcohol en were dus onherroepelijk als sterken drank gekwali- ficeerd. De verlofhouder werd veroordeelc tot f 20 boete of 10 dagen hechtenis met last tot vernietiging van de in beslag genomen dranken en flesschen. Thorbecke begon zijn staatkundige Ioopbaan is 1844, toon hij behoorde tot de 9 Ieden der Tweede Ea rner, die een voorstel tot Grond- wetsherziening indienden. Van hem is afkomstig hetgevleugeld woord: wMaak iets af." Dit devies heeft hij in zijn eigen werk zoo consequent doorgevoerd, dat de wetten, die door zijn arbeid in het Staatsblad zijn verschenen, thans nog bijna ongewijzigd van kracht zijn. Blijvend succes is alleen te ver- krijgen, wanneer men zijn werk zoo heeft voltooid, dat er in ieder op- zichtniets meer aan ontbreekt: eerst dan kan men zeggen, dat het „aP' is. Onvoldoende fabricatie en minder- waardige samenstelling kunnen bij pepermunt verooraaken, dat deze scherp of bitter smaakt. Hoe geheel anders is het bij King-pepermunt. Aan de samenctelling en fabricatie van King-pepermnnt ontbreekt niets die zjjn „af", zooals deakundigen getuigen. De heerlijke smaak en geur van King-pepermunt zijn daar- om ook niet te evenaren. In ieder tablet staat KING EXTRA STRONG. Engros bijJ.F. VAN LIESHOUT, Alkmaar. G. KUIPER, Alkmaar. te X vnf SI'NH SANA. Rechtzaken. VOOR DEN KANTONRECHTER. Zitting van 11 Juni. D'E GEBROKEN BRANWEERMAN. In de gemeente Koedijk genieten de manne- lijke bewoners vanaf hun 16e tot bun 50ste iaar de eer te zijn aangewezen als vrijwil- lige brandweerlieden. Op 20 Mei brak een felle brand, uit, die eenige woningen in de asch legde en nu aan de brandweerplichtige ingezetenen de gele- gaiheid gaf hun prestaties ten toon te sprei- den. Een groot aan tal menschenredders bleef echter in gebreke, waaronder een tuinder, die heden terecht stond. Hij bleek juist dien dag iarig te zijn en werd door den kantocrechter hartelijk gefeliciteerd. De jubileerende verdaehte, het feit erken- nende, beweerde echter dat hier geen onwil in het spel was. Maar hij laboreert aan een breuk, die evenals vele dienstmeisjes, wel eens „uit" wil gaan. Dit was op het oogenblik van het uitbreken van den brand eveneens het geval en toen kon verdaehte onmogelijk zijn medewerking verleenen. Hij had natuurlijk beter gedaa«i om hier- van direct aan den brandmeester kennis te geven, maar omdat rekening werd gehouden met de omstandighedeo, kwam hij1 er zeer goedkoop af met cen boete van 3 of 3 da gen hecnt OOK „HALF OM HALF" GEDISQUA- LIFICEERD. Tot slot van deze drankzuchtige zaken moest een verlofhouder, wonende aan de Voonneer, het ontgelden. Bij hem was in beslag genomen z.g. ,jialf om half", welke volgens cfe analyse van den deskundige 16l/>> procent alcohol bevatte. Daar 13 procent als norm was aangehou- den. werd ook het tappen van ,dit „half om half" buiten een vergunningslocaliteit straf- baar geacht en de verdaehte veroordeeld1 tot 20 boete of 10 dagen hecht., met vernieti ging van de in beslag genomen drank. OVERTREDING BOTERWET. Een winkelier uit de Leeghwaterstraat. die in zijn £talage onvoldoende had aangekon- digd de aanwezigheid van margarine, werd schuldig verklaard, doch er werd geen straf op hem toegepasf. Het is echter noodig, dat het woord Mar garine" op het winkelruit is bevestigd. Losse garine" op de winkelruit is bevestigd. Losse besliste de kantonrechter. Uit onze Staatsmachine. Het Wegenfonds. Aan de Tweede Kamer werd toegezonden een ontwerp van wet betreffende het heffen van eene belasting en het treffen van verdere voorzieningen ten behoeve van openbare ver- koerswegen te land. In het eerste hoofdstuk wondt gesproken over den grondslag en het bedrag der We- genbeslasting. Daaruit blijkt, dat in de we- gen beslating zal moeten betaald worden door alien, die met moterriytulgen den open- baren weg berijden, terwijl onder moterrijtul- gen worat verstaan ieder rij- of yoertuig be- stemd ora uitsluitend of mede door eene me- chanische kracht, op of aan het rij- of voer- tuig zelf aanwezig anders dan langs spoor- staven te worden voortbewogen. De groote der belasting varieert van 3 voor een rij wiel waaraan of waarop een hulpmotor is tot zeer hooge bedragen, die varieeren mar dat al of niet een motorrijtuig bestemd is om andere rij* of voertuigen voort te bewegen en- naar dat het zwaaraer of lichter eigen ge- wicht heeft, enz. We laten deze belastingvra- gen hier verder rusten om te komen tot de bespreking van het wegenfonds. Uit de Memorie van Toelichting biijikt dui- delijk, dat deze wet almee het gevolg is van het in 1925 gehouden Wegencongres, van den onvennoeiden 'arbeid van de Wegqnpom- missie der A.N.W.B., Toeristenbond voor Ne- derland; bovendien heeft ook een Staatscom- missie de zaak in den breede onderzocht en een rapport opgesteld, dat zeer veel overeen- komst had met dat van het Wegencongres. De even snelle als sterke ontwikkeling van liet verkeer over de openbare wegenin hoofdzaak toe te schrijven aan de vermeer- dering van het aantal motorrijtuigen van al lerlei soort, dus schrijft de Minister heeft tot gevolg, dat die wegen ,over het algemeeu genomen, niet voldoen aan de eischen van dat verkeer. Een groot aantal van die wegen, over welke het snelverkeer en het zwaar ver keer met motorrijten in de eerste plaats zich dienen te bewegen. is, zooal niet over de ge heele lengte, dan toch hier en daar, te smal; heeft vele hinderlijke en zelfs gevaarlijke bochiten bevat bruggen van onvoldoende sa- mensteling of afmeting, terwijl de overgan- gen over de groote rivieren zelfs gebrekkig moet worden genoemd. Vele van die wegen dienen omvangrijke verbeteringen te onaer- gaan, anderen zullen geheel of gedeeltelijk omgelegd dienen fe worden, terwijl hier of daar verbetering van het veer of de vervan- ging van het veer door een brug niet lang meer kan uitblijven. Van de meeste dier we gen zal de verharding verbreed of uit andere bestanddeelen opgebouwd moeten worden Bovendien zullen enkele nieuwe wegen aan- gelegd moeten worden. Bij dit alles komt nog, dat het onderhoud van het geheele sa menstel der nieuw aangelegde, der verbeter- de en der thans in voldoenden staat verkeer- ende wegen meer uitgaven vorderen zal dan thans het geval is. Hoeveel zal een en ander kosten? Daarvan is een berekening opgemaakt, waaruit blijkt, dat alleen voor den aanleg van nieuwe en voor gedeeltelijke omlegging en verbetering van bestaande wegen een som vereischt za worden van 300 millioen, terwijl bovendien eenzelfde bedrag noodig zal wezen voor min der omvangrijke verbeteringen en herstellin- gen. In deze sommen zijn ook begrepen de kostem vocir de verbetering der rivierovergan- gen. De finandeele medewerking van andere bclanghebbenden zal verbonden worden aan dit wegenplan. Gerekend wordt op 9if, millioen voor gewoon onderhoud en op 10 a 12 millioen gulden voor aanleg jaarlijks, sa- men ongeveer 21 milioen. Dit bedrag denkt de Minister aldus te vinden: uit de rijwielbe- lasting 6 millioen, uit de nieuwe wegenbe- lasting eveneens zes millioen gulden, daarbij wordt gevoegd het bedrag, dat het Rijk uit andere middelen daaraan ten koste leggen zal (4K millioen), terwijl aan bijdragen van de andere onderhoudsplichtigen op 5 millioen wordt gerekend, maakt samen juist de benoo- digde som. Als de werkelijkheid deze bere kening maar dekt. Uit de vermelde bronnen van inkomsten volgt, dat de staat evenals tot dusverre telken jare op de begrooting zal brengen een som voor het.onderhoud der we gen. Die som was gemiddeld over de laatste jaren ongeveer 4H millioen gulden (zie bo- ben), men is dus van plan het bedrag van de wegenbelasting te laten dienen voor de kos ten van beter onderhoud dan tot dusverre het geval was en verder tot v e r b e t e r i n- g e n opg root ereschaal. Ook aan de rijwiel belasting, die tot nu toe in de groote kas vloeide, wordt een afzonderlijke bestem- ming gegeven. Ook haar opbrengst vloeit in het wegenfonds. Overmits de staat nu, we gens ovememing in beheer en onderhoud, geld ontvangen zal van de provincies, de gemeenten, polderbesturen, particulieren enz., maar daartegenover de onderhoudsplicht op zich neemt, spreeict het van zelf, dat ook dit geld zijn weg naar het wegenfonds vindt. Doch niet ieder jaar vooral de eerste ja ren niet zal de opbrengst dezer bronnen van inkomsten gelijk ziin asto de vereischte uitgaven, vandaar dat de mogelijkheid ge- schapen wordt van voorschotten door het rijk aan dit fonds te doen tier latere a freke ning. Ziedaar de bronnen van inkomsten van het nieuwe fonds, dat feitelijk hetzelfde sy- steem huldigt als het oude tolstelsel, om namelijk het onderhoud van de wegen naar rato te doen betalen door d-egenen, die den weg gebruiken en zwaardere eischen aan den weg stellen. Niemand zal daartegen een be- z^vaar kunnen laten gelden, juist omdat de zware vrachtaato's een grooter aanslag krii- gen dan de motorrijwielen en de lichte ford- ics. Uit de dus bijeengegaarde som worden betaald de uitgaven voor aanleg, onderhoud of verbetering der bij het Rijk in onderhoud zijnde wegenverder de uitkeeringen aan de provincial, die varieerende zijn van 30 tot 45 pet. van het totaal bedrag der wegen- en rij- wielbelastingdan uitkeeringen voor dezelfde oorzaken aan anderen, die ook wegen in on derhoud hebbendan vergoedicgen aan hen. die van he' rijk wegen in cnderljoud overne- men; vervolgt-us de rente en de aflossing van de voorschotten en de afkoopsommen van wegtollen, die nu nog octrooi of concessie hebben. Volgens een bepaald plan wordt nu met de verbetering, den aanleg, enz. te werk ge gaan. In overleg met de Gedeputeerde Sta- ten wordt een Rijkswegenplan vastgesteld, bevattende de bestaande en de aan te leggen. wegen, welke hoofdverbindingen zullen vor- men voor doorgaand verkeei- met motorrij tuigen. Dit plan, dat allerlei bijzonderheden bevat, wordt eens in de lien jaren herzien en in de Staatscourant gepubliceerd. Bovendien. wordt door de Staten van iedere provincie eeu provinciaal wegenplan opgesteld, dat ver- meldt de bestaande en aan te leggn wegen, welke naast de eerstgenoemde wegen in de provincie noodig zijn als verbindingen voor doorgaand verkeer met motorrijtuigen en ver der de wegen, die vermoedelijk eerlang voor het algemeen verkeer van beteekenis zullen worden. Dit plan behoeft de Kornnklijke goedkeuring. Voor ieder jaar wordt vastge steld, een werkplan en een staat van de we gen, die in goede toestand veckeeren en die nog in aanleg zijn. Eveneens stellen Gedeputeerde Staten van iedere provincie een provinciaal wegenplan vast, dat bevat de bestaande en aan te leg gen wegen, welke naast de wegen, voorko- mende op het rijkswegenplan, in de provincie noodig zijn als verbindingen voor doorgaand verkeer met motorrijtuigen en de wegen, die voor het algemeen verkeer eerlang beteekenis zullen krijgen. Verder bevat dit plan, behalve een toelichtende kaart, een aanduiding om trent den eigendom, het beheer en het onder houd en de wiize der eventueele verbeterin gen en aanleg. Ook dit plan behoeft de Ko- ninklijke goedkeuring. Uit het wegenfonds genieten, gelijk we reeds opmerkten, de provincies een bepaald deel. dat aldus wordt berekend: de helft der tot dit doel op de begrooting gebrachte gel den wordt verdeeld onder de verschillende provincies naar gelang van de lengte van het wegennet in de betrokken provincie; de an dere helft wordt verdeeld naar de opbrengst van de belasting in iedere provincie vermenig- vuldigd met de verhouding van delengte der in aanmerking komende wegen tot de totale lengte der in die provincie gelegen wegen, die in goeden staat verkeeren of in aanleg zijn zoowel bij hei Rijk als bij de provinden. Over de uitkeering dezer bedragen hebben Ged. Staten het zeggenschap, maar op hen rust de plicht toe ie zien, dat hot uitgekeerde geld: ook inderdaad ten voile voor de wegen wordt besteed, voor aanleg, verbetering of onder houd. Wij meenen in het bovenstaande voldoende fe hebben weergegeven de oorzaak, het doel en de werking van dit fonds, waaraan, naar het ons voorkomen wil, de bezitters van mo torrijtuigen enz. gaame zullen bijdragen. juist omdat de opbrengst geheel besteed wordt ten hunnen gerieve. HELP U ZELF! Niet aliijd loopt het karretje op een wegji van asphalt; soms ontstaan er kleine moei- lijkheden met ons pluimvee ondanks alle goe de behandeling. Dan kan het voorkomen dat een haan of hen, groot of klein van stuk ope- ratief behandeld moet worden bijv. aan den kop of aan de beenen. Terwijl dan deze be handeling plaats heeft houdt een tweede per- soon het dier goed vast en men is dan spoe dig met het werkje klaar. Niet altijd is die tweede persoon handig en geschikt het dier goed vast te houden en ook met altijd is een dergelijke hulp aanwezig. Om nu echer zonder hulp van een ander zelfs de lastigste operatie te kunnen verrich- ten moet men het zo6 aanleggen, dat het dier zich niet kan bewegen. Daartoe heeft men dan noodig een finken doek, ruim een hand- breed opgevouwen en van eeh behooriijke lengte. In dezen doek wordt de haan of de hen goed ingebakerd. Men legt den doek vlak uitgespreid, plaatst den ogel op zij gehouden aan het eene eind erop en rolt hem nu stevig eenige malen er in met den kop vrij en de pooten recht uitgestrekt naar achteren even eens buiten den doek. Men speldt nu de rol goed vast of bindt het geheel dicht. Zoodoen de ligt de vogel voor u totaal buiten staat een vin te verroeren en daardoor de behandeSng te bemoeilijken of te vertragen. Nemen w e als voorbeeld het verwijderen van een zij- prankje op het blad van een Leghorn-kam. Men rolt den haan op de voorgeschreven wijs behoorlijk in den opgevouwen doek. Met een schaartje of scherp mesje wordt nu het overtollige kamdeeitje verwijderd en vooraf heeft men een boutje of een mes goed warm bij de hand, tikt daarbij oogenblikkelijk na het wegknippen de wond maar even aan en er zal als t ware geen bloed te zien zijn. Zoo- dra men den haan uit den doek bevrijd heeft, loopt hij meestal kraaiend rond alsof er niets gebeurd was. Terloops zij opgemerkt, dat de fenoemde operatie alleen tot verfraaiing van et dier zelf iets uitmaakt en niet voor zijn nakomelingen. Zoo kan een enkel perscon aan pooten, na; gels of sporen alles verrichten zonder het dier noemenswaardig te hinderen en vrij van gevaar, dat het dier zich beweegt op het kri- tieke moment, of zich losrukt uit de hand van den helper. De „vliegende Fin." Geeut en sport. Gerhard Hauptmann en de Kunstacademie. Hoe moet de rijks- vlag er uitzien? Gravin Bothmet als zedepreekster. De „zomerkonin- gin van Berlijn." Berlijn, begin Juni. Komen wij, die ons met kunsten en weten- schappen bezighouden en ons wijsmaken daar m:-ae indruk op onze tijdgenooten te maken, iets verder met al onze beste bedoelingen? Wij willen ons niets voorliegen, maar beken- nen eerlijk, dat al deze ingetwijfeld zeer mooie er. edele zaken weggespoeld worden door de ongeboorde belangsfelling der massa voor de sport, voor de groote daden van lichamelijk kunnen, voor de wedstrijden om eervolle pnj- zen en wereldkampioenschappen. Laten wij eerujk zijn: de geest staat in dezen tijd, ten- minste in Duitschland, niet op een zeer hoog peil; hii is, in het algemeen gesproken, vol- komen verdrongen door de Uchacjelij^c ygen. No. 1290

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1926 | | pagina 8