Rugpijn Rheumatiek
De beroemde Zwollenaar
Kippen en Konijnen.
Brieven uit Berlin.
In en om de hoofdstad.
Laat rugpijn en rheumatiek uw leven niet
vergallen. Zoek de oorzaak op! Zeer waar-
schijnlijk schuilt deze in uw nieren. Inspan-
ning of gevatte kou kan deze gevoelige or-
ganen verzwakt hebben en hen verhinderen
in hun werk om de schadelgke vergiften uit
uw bloed te filtreeren. Deze vergiften ver-
oorzaken rheumatische pijnen en veie andere
kwalen, en hoe langer gij de nierzwakte ver-
waarloost, des te erger worden uw kwalen
Nierzwakte maakt u ook zenuwachtig,
duizelig en afgematzwak, terneergesla-
gen en vermoeid, en onderhevig aan onaan
gename blaasatoornissen. Let op verschjjn
■elen al» beiinksel of land in de urine,
opgeblazenheid onder de oogen, waterauch-
tige zwellingen in ledematen, stijfheid of
ontsteking van de gewrichten.
Versterk uw nieren zonder uitstel en voor-
kom zoodoende de ontwikkeling van ernsti-
go nierkwalen. Gebruik Foster's Rugpijn
Nieren Pillen om de nieren weder krachtig
en gezond te maken. Foster's Pillen hebben
dnizenden over de geheele wereld baat ge-
geven.
Let op de verpakking in glazen flacons
met geel etiket (alom verkrijgbaar), waar-
door gij zeker zijt geen verlegen buiten-
landsch goed te ontvangen. Prije fl 1.75
per flacon.
v 6LXXXVII. j
Naarden is „vrij".
't Heeft de vorige week Vrijdagochtend zoo
maar eenvoudig-weg in de dagbiaden ver-
meld gestaan dat Konink 1 ijk Besluit, waar-
bij de vestingwerken om Naarden heen wer
den opgeheven. 't Kwam zelis zoo onver-
wacht, dat het voor het gemeentebestuur dier
stad een verrassing was, die men maar niet
dadeiijk wilde gelooven zoo'n krantenbe-
richt, en dan nog wel een van die beteekenis,
moest men „voorzichtig" mede zijnzoo
dat de burgemeester van Naarden Oorlog te
'Den Haag opschelde om te vragen of het
heusch waar was. En toen de achtbare magis-
traat der vesting Naarden de bevestiging
kieeg, liet hij de viag ontplooien van de open-
bare gebouwen en spoedig daarna vlagde
heel het stadje en er werden officieele rede-
voeringen gehouden, en men bereidt reeds een
historisdhen optocht voor, alles ter viering
van het heugelijk feit, dat Naarden geen ves
ting meer is en dat Naarden, „ontslagen van
den oorlogs-boei", zich nu verder „ontwikke-
len" kan.
Hier te Amsterdam heeft men dat alles ook
<- gelezen, maar verder is er niet veel notitie
van genomen en toch, die ontmanteling van
'Naarden heeft ook voor ons, Amsterdammers,
wfel in menig opzic'ht beteekenis; historische
beteekenis allereerst, practische beteekenis
eveneens. Want die oude stad, die .hoofd
stad" van Gooiland, heeft voor de hoofdstad
door alle eeuwen heen beteekenis gehad en
het geheele Gooi is in de laatste kwart-eeuw
voor Amsterdam steeds belangrijker gewor
den; daar zijn gemeenschappelijke belang-n
ontstaan en langzamerhand zullen die nog
wel grooter worden.
Wat heeft in onzen tijd een afstand van on-
geveer twintig kilometer, die de hoofdstad
van Naarden scheidt, te beteekenen nie-
mendal immers. In vroegere eeuwen was
zoo'n afstand beduidend genoeg, toen er geen
goede verbinding tusschen beide steden be-
stond niet dat die nu wel zou bestaan, het
is nog geenszins het geval, waarover straks,
maar in elk geval: wij kunnen nu met aller-
lei vervoermiddelen elkander binnen korte
spanne tijds bereiken. Doch reeds in die lang
vervlogen tijden had Amsterdam genoeg van
doen met het Gooi Naarden was de voor-
vesting van de'hoofdstadMuiden had zelfs
het Slot, waar eens de graven van Holland
zetelden; waar later Amsterdamsche patri
ciers slotvoogd, baljnw van het Gooi zelfs,
waren en waar onder een dier baljuws, Pieter
Cornelisz, Hooft, de Muiderkring beteekenis
kreeg. Denk erom, lezers, indien straks va-
cantie-uitstappen u dien kant uit brengen, dat
ge 'dat Muiderslot bezichtigen gaat, het is
merkwaardig genoeg om zulks niet te verzui-
men.
Naarden, typiscb omsloten door zijn hooge
v wallen, bleef vesting tot op den huidigen dag;
men meende altijd nog dat het, zoo ooit de
oorlog over ons land mocht komen, met de
verdedigingswerken, die er in breeden kring
omheen lagen tot bescherming van de hoofd
stad, groote waarde zou hebben. Tot de groo
te oorlog kwam, die aanvankelijk ook voor
ons land dreigend scheen. Naarden was we
der versterkt, bemand, zooals alles daarom-
heen de oude vesting zou misschien op-
nieuw groote beteekenis krijgen. De moderne
vernielingswerktuigen hebben anders ge-
leerd, getoond, dat de vesting Naarden met
al zijn mooie wallen toch maar weinig meer
te beduiden zou kunnen hebben en nadat de
oorlog uitgewoed was, gingen spoedig stem-
men op om Naaxden nu te verlossen van de
knellende banden, die de ontwikkeling der
gemeente tegen hielden.
Als stad zelve heeft Naarden uiteraard
geen aantrekkelijkheid. De nauwe straten
zijn eigenaardig, iypisch voor onzen tijd; de
oude gebouwcn, die er bewaard zijn geble-
ven, dwingen eerbied af; de Groote Kerk
heeft haar vermaardheid in den lande; de
Gooische stoomtram, die zich door het stad
je slingert, de Amsterdamsche poort in, de
Utrechtsche straat uit, heeft haar nut als ver-
bindings-object met de hoofdstad, haar be-
kendheid als antiquiteit voor onze dagen
we! te verstaan, omdat ze nog maar steeds
niet electrisch geworden is maar aantrek
kelijkheid als woonstad heeft Naarden niet.
Doch de gemeente bezit buiten de wallen
groote terreinenvoor een goed deel kweeke-
rijen, ook boschgronden, terreinen ook die
naar den kant van Bussum heen villaterrei-
nen zijn geworden, zoodat beide gemeenten
als 't ware daardoor saam zijn gegroeid
aan den eenen kant van de aan beiae zijden
bebouwde Comeniuslaan staat ge in Naar-
ftm, steekt ge de straat over, ge staat in Bus-
sum. Zonderlinge toestanden van onze da
gen!
Maar goed ontwikkelen naar buiten kon
Naarden zich ui^t, omdaf zooveel van de
gronden der gemeente gelegen waren binnen
de verboden militaire kringen, d.w.z. binnen
.♦ringen, waarin volgens de oorlogs-„wetten"
liet mocht worden gebouwd. of waar slechts 1
mochten worden gebouwd huizen van hout
oipgezet, op lagc steenen fundeeringen, zoodat
ze in geval van oorlog gemakkelijk zouden
kunnen omver gehaald worden in het be
gin van den wereldoorlog zijn tal van die ge
drdgd11 "onm^c'€llijk neerhalen" be.
Na den oorlog hoopte men, verwachtte
men, dat men aan het Ministerie van Oor
log wel spoedig begrijpen zou, dat die verbo-
dpi kringen met al hun, de ontwikkeling van
Naarden ook van Bussum aan die zijde
etgen-houdende belemmeringen geen zin meer
nadden; dat de geheele vesting Naarden
verworden. Het leek er nog niet erg op tot
mpn nu. ongeveer acht jaren na
wapenstilstand van November
het oude Naarden werkelijk
men
den
1918,
verlost heeft uit de knellende banden en de
stad zal kunnen beginnen zich naar buiten te
ontwikkelen. Buiten de wallen. Veel is daar-
van-reeds geschonden, doch 't is te hopen,
dat de verkregen vrijheid niet zal beteeke-
nen, dat ni€n daaraan nu alles maar meedoo-
genloos vernietigen zal, doch zooveel moge-
lijk zal weten te sparen, om het pittoreske
van het oude stedeke te bewaren.
In elk geval, het opheffen der vestingwer
ken, het afschaffen der verboden kringen zal
ontegenzeggelijk beteekenen, dat Naarden als
woonplaats voor tal van Amsterdammers al-
lengs meer aantrekkelijkheid zal krijgen en
dat ook Bussum, hetwelk aan dien kant zij
ner grenzen door verboden kringen bemoei-
lijkt was, zich daar meer zal kunnen ontplooi
en. Dies heeft Amsterdam bij het Koninklijk
Besluit, hetwelk Naarden vrij heeft gemaakt,
ontegenzeggelijk veel meer belang dan de
Amsterdammer, die onverschillig het bericht
dier bevrijding gelezen heeft, wel vermoed
zal hebben. De gevolgen kunnen voor beide
steden van beteekenis zijn. In de eerste plaats
met betrekking tot de verbindingen tusschen
de hoofdstad en zijn grooten Gooischen
„tuin". Gelijk ik boven al aanstipte, laat die
verbradingf langs den hoofdverbindin-gsweg^
nog alles te wenschen de straatweg, die
van Amsterdam naar Naarden leidt, heeft in
den lande een droeve vermaardheid gekre
gen water aan den eenen kant, een stoom
tramlijn aan den anderen kant; veel te smal;
een ongelukkig plaveiselgevolg van dit alles
herhaaldelijk ongelukken, die reeds te dik-
werf menschenoffers eischten. Men is sedert
eemgen tijd aan den kant van Diemen aan
het verbreeden gegaan, doch't zal nog lang
duren voor men Muiden voorbij is en Naar-
den heeft bereikt. De plannen voor een bete
re electnsche tram zijn afgewimpeld; de
meuwe verkeersweg, die door eenige kweeke-
rijen heen gelegd zou worden^ bestaat feite-
lijk nog maar alleen op papier. Waarom zou
men er zich ook mede gehaast hebben; wie
zou er over gedacht hebben de gronden langs
dien nieuwen weg in exploit a tie te brengen,
„gehandicapt" als alles er was door verbo-
den kringen en de tegenwerkende macht van
Oorlog te Den Haag? Maar thans, nu Naar
den als vesting heeft afgedaan, zal men an
dere plannen kunnen maken; zullen de Gooi
sche gemeenten zeker krach tiger gaan aan-
dringen op verbeteringen, die te lang uitbie-
,ven; zullen allerlei vraagstukken, die er reeds
lang waren, doth waarvananen de oplossing
nog niet noodzakelijk achtte, zich op den
voorgrond dringen. De vraag of Naarden en
Bussum niet een behooren te zijn, ■zal weder
naar voren komen, in elk geval zullen beide
gemeenten meer aanleiding hebben te pogen
zich met elkander te verstaan met betrekkTng
tot allerlei verbeteringen aan hun grenzen,
die ook tot dusverre achterwege moesten blij-
ven door die lastige verboden kringen.
Dat alles raakt de hoofdstad van Amster
dam ongetwijfeld in hooge mate. De uitbrei-
ding van Amsterdam naar den Westkant,
naar den Zuidkant, over het IJ, heeft groote
beteekenis, ongetwijfeld, doch het is niet naar
die kanten in de eerste plaats dat de oogen
fericht zijn der Amsterdammers, die liever
uiten de stad zouden wonen, doch op niet te
verren afstand daarvan verwijderd. Dezul-
ken richten allereerst den blik naar 't Gooi
en voor een groot deel naar dat gedeelte van
het Gooi, hetwelk het dichtst bij Amsterdam
is gelegen en dat zijn Bussum en Naarden*
Nu Naarden, niet meer afhankelijk van mili
taire maatregelen, zich geleidelijk zal kun
nen uitbreiden als forensen-woonstad in die
gedeelten, welke op den kortsten afstand van
het spoorwegstation NaardenBussum ver
wijderd zijn, zal het allereerst aan dien kant
Amsterdammers, veel meer dan tot dusverre
mogelijk was, hebben te lokken. Daar ligt
voor de oude „hoofdstad" van het Gooi de
toekomst, die tal van mogefljkheden in zich
bergt en de oude stad zal met betrekking.tot
Amsterdam misschien in der jaren loop van
grooter beteekenis worden, in geheel anderen
zin dan zij het was in de tijden, toen zij als
vesting nog werkelijke waarde had, dan zij
ooit is geweest. Deswege is het zeer begrijpe-
lijik, dat de vlaggen hebben gewapperd in de
oude Gooische stad bij de tijaing „Naarden is
Zijn knecht, die al tens was veieoideeld
wegens een dergelijke nalatighcid tot 10
boete, moet zich bij dcz'cn brand bijzondev
onderscheiden hebben.
HE! OOG WIL OOK WAT HEBBEN,
Een 19-jarige geleidster van een kinderca-
cantiekoloniehuis te Egmond aan Zee was op
5 Juni zoo vrijpostig geweest onder den ver
boden tunnel bij den Bergerweg door te fieri
sen.
De jonge dame erkende haar tekortkoming.
Zij had het waarschuwingsbord niet opge-
merkt. Hoewel dergelij'ke overtredingen aan
ongeceviliseerde polderwerkers en onbehou-
wen slagersjongens gewoonlijk op 10 ko
men te staan, werd deze aanmimiige ver-
dachte op voorstel van den ambtenaar f, 7
boete of 7 dagen gev. opgelegdl
Hony soit qui rnal y pense.
BANG OM TE LAAT TE KOMEN.
Een chauffeur van den autobusdienst Alk-
maarSpanbroek, die op 2 Maart een pas-
sagier moest afleveren aan het station te Alk-
maar, was bevreesd, dat die reiziger den
trein niet zou halen en reed er op zulk een
onbehouwen manier op los, dat de agent
Wijnberg hem sommeerde te stoppen. Niette-
min reed hij nog een 40 Meters verder tot
hij het station bereikt had en keerde toen
met groote vaart terug naar zijn standplaats
bij de Friesche Brug, zonder zich verder
om den agent te bekommeren.
Het publiek anders niet geneigd tot over-
matige medewerking. toonde zich veronri
waardigd en een autobusbestuurder bood
Wijnberg zelf de beschikking over zijn auto
aan, om den wegmisbruiker te achtervolgen.
Van dit aanbod werd dankbaar gebruik ge
maakt en Wijnberg kreeg alsnog gelegenheid
het roekelooze jcfcge mensch over zijn daden
te onderhouden.
Een heel vriendelijk onthaal vond Wijn
berg niet, maar dat kwam vandaag wel te-
recht met de huur.
De chauffeur, thans terecht staande we
gens overtreding. van artikel 15 en 16 der
Rijwiel- en Motorwet, sloeg nu een heel wat
billijker toon aan.
Als verontschuldiging voerde hij aan, dat
hij te laat in Alkmaar was gearriveerd door
onbekendheid met den weg en bandenpech
en hij zich bijzonder had moeten haasten om
den treinpassagier op tijd aan het station te
brengen. Hij had nu zijn betrekking als auto
bus-chauffeur opgezegd en kwam in dienst
van een verhuurgarage voor luxe auto's
Uithoom.
De verdaehte werd veroordeeld tot 2
20 boete of 2 X 10 dagen hecht., be-
nevens ontzegging van zijn rijbevoegdheid
voor den tijd van 3 maanden.
'N ADVOCAATJE MET 15 PROCENT.
Heden werden ook behandeld de overtre
dingen van de Drankwet, waarin de heer H
J. F. Wanna een deskundig rapport zou
uitbrengen omtrent de alcoholsterkte -van de
in beslag genomen dranken.
Om te beginnen kregen we den advocaat,
gemerkt: „de leggende hen", in consumptie
gebracht door een winkelier in fijne vleesch
waren en comestibles.
De heer Wanna rapporteerde dat deze leg
gende hen 15 procent alcohol bevatte, precies
dus nog het toelaatbare gehalte voor verlof-
localiteiten, zooals bleek uit ae vrijspraak
die gerequireerd en bekrachtigd werd.
DE VOORBURG WAS PITTIGER
Minder gelukkig dan zijn voorganger was
een in den omtrek van het Waaggebouw wo-
nend verlofhouder. Bij hem was in beslag
genomen z.g. „Voorburg", hi „zachf borrel-
tje, dat tegenwoordig bijzonder populair is
en reeds aan verschillende dames roode neu-
zen heeft bezorgd.
Deze „Voorburg"', waarvan het geleibiljet
getuigde, dat het gehalte alcohol 17 procent
was, bleek te bevatten 20.7 alcohol en were
dus onherroepelijk als sterken drank gekwali-
ficeerd. De verlofhouder werd veroordeelc
tot f 20 boete of 10 dagen hechtenis met last
tot vernietiging van de in beslag genomen
dranken en flesschen.
Thorbecke begon zijn staatkundige
Ioopbaan is 1844, toon hij behoorde
tot de 9 Ieden der Tweede Ea
rner, die een voorstel tot Grond-
wetsherziening indienden. Van hem
is afkomstig hetgevleugeld woord:
wMaak iets af."
Dit devies heeft hij in zijn eigen
werk zoo consequent doorgevoerd,
dat de wetten, die door zijn arbeid
in het Staatsblad zijn verschenen,
thans nog bijna ongewijzigd van
kracht zijn.
Blijvend succes is alleen te ver-
krijgen, wanneer men zijn werk zoo
heeft voltooid, dat er in ieder op-
zichtniets meer aan ontbreekt: eerst
dan kan men zeggen, dat het „aP' is.
Onvoldoende fabricatie en minder-
waardige samenstelling kunnen bij
pepermunt verooraaken, dat deze
scherp of bitter smaakt. Hoe geheel
anders is het bij King-pepermunt.
Aan de samenctelling en fabricatie
van King-pepermnnt ontbreekt niets
die zjjn „af", zooals deakundigen
getuigen. De heerlijke smaak en
geur van King-pepermunt zijn daar-
om ook niet te evenaren. In ieder
tablet staat
KING EXTRA STRONG.
Engros bijJ.F. VAN LIESHOUT,
Alkmaar. G. KUIPER, Alkmaar.
te
X
vnf
SI'NH SANA.
Rechtzaken.
VOOR DEN KANTONRECHTER.
Zitting van 11 Juni.
D'E GEBROKEN BRANWEERMAN.
In de gemeente Koedijk genieten de manne-
lijke bewoners vanaf hun 16e tot bun 50ste
iaar de eer te zijn aangewezen als vrijwil-
lige brandweerlieden.
Op 20 Mei brak een felle brand, uit, die
eenige woningen in de asch legde en nu aan
de brandweerplichtige ingezetenen de gele-
gaiheid gaf hun prestaties ten toon te sprei-
den.
Een groot aan tal menschenredders bleef
echter in gebreke, waaronder een tuinder, die
heden terecht stond. Hij bleek juist dien dag
iarig te zijn en werd door den kantocrechter
hartelijk gefeliciteerd.
De jubileerende verdaehte, het feit erken-
nende, beweerde echter dat hier geen onwil
in het spel was. Maar hij laboreert aan een
breuk, die evenals vele dienstmeisjes, wel eens
„uit" wil gaan. Dit was op het oogenblik
van het uitbreken van den brand eveneens het
geval en toen kon verdaehte onmogelijk zijn
medewerking verleenen.
Hij had natuurlijk beter gedaa«i om hier-
van direct aan den brandmeester kennis te
geven, maar omdat rekening werd gehouden
met de omstandighedeo, kwam hij1 er zeer
goedkoop af met cen boete van 3 of 3 da
gen hecnt
OOK „HALF OM HALF" GEDISQUA-
LIFICEERD.
Tot slot van deze drankzuchtige zaken
moest een verlofhouder, wonende aan de
Voonneer, het ontgelden.
Bij hem was in beslag genomen z.g. ,jialf
om half", welke volgens cfe analyse van den
deskundige 16l/>> procent alcohol bevatte.
Daar 13 procent als norm was aangehou-
den. werd ook het tappen van ,dit „half om
half" buiten een vergunningslocaliteit straf-
baar geacht en de verdaehte veroordeeld1 tot
20 boete of 10 dagen hecht., met vernieti
ging van de in beslag genomen drank.
OVERTREDING BOTERWET.
Een winkelier uit de Leeghwaterstraat. die
in zijn £talage onvoldoende had aangekon-
digd de aanwezigheid van margarine, werd
schuldig verklaard, doch er werd geen straf
op hem toegepasf.
Het is echter noodig, dat het woord Mar
garine" op het winkelruit is bevestigd. Losse
garine" op de winkelruit is bevestigd. Losse
besliste de kantonrechter.
Uit onze Staatsmachine.
Het Wegenfonds.
Aan de Tweede Kamer werd toegezonden
een ontwerp van wet betreffende het heffen
van eene belasting en het treffen van verdere
voorzieningen ten behoeve van openbare ver-
koerswegen te land.
In het eerste hoofdstuk wondt gesproken
over den grondslag en het bedrag der We-
genbeslasting. Daaruit blijkt, dat in de we-
gen beslating zal moeten betaald worden
door alien, die met moterriytulgen den open-
baren weg berijden, terwijl onder moterrijtul-
gen worat verstaan ieder rij- of yoertuig be-
stemd ora uitsluitend of mede door eene me-
chanische kracht, op of aan het rij- of voer-
tuig zelf aanwezig anders dan langs spoor-
staven te worden voortbewogen. De groote
der belasting varieert van 3 voor een rij
wiel waaraan of waarop een hulpmotor is
tot zeer hooge bedragen, die varieeren mar
dat al of niet een motorrijtuig bestemd is om
andere rij* of voertuigen voort te bewegen en-
naar dat het zwaaraer of lichter eigen ge-
wicht heeft, enz. We laten deze belastingvra-
gen hier verder rusten om te komen tot de
bespreking van het wegenfonds.
Uit de Memorie van Toelichting biijikt dui-
delijk, dat deze wet almee het gevolg is van
het in 1925 gehouden Wegencongres, van
den onvennoeiden 'arbeid van de Wegqnpom-
missie der A.N.W.B., Toeristenbond voor Ne-
derland; bovendien heeft ook een Staatscom-
missie de zaak in den breede onderzocht en
een rapport opgesteld, dat zeer veel overeen-
komst had met dat van het Wegencongres.
De even snelle als sterke ontwikkeling van
liet verkeer over de openbare wegenin
hoofdzaak toe te schrijven aan de vermeer-
dering van het aantal motorrijtuigen van al
lerlei soort, dus schrijft de Minister heeft
tot gevolg, dat die wegen ,over het algemeeu
genomen, niet voldoen aan de eischen van
dat verkeer. Een groot aantal van die wegen,
over welke het snelverkeer en het zwaar ver
keer met motorrijten in de eerste plaats zich
dienen te bewegen. is, zooal niet over de ge
heele lengte, dan toch hier en daar, te smal;
heeft vele hinderlijke en zelfs gevaarlijke
bochiten bevat bruggen van onvoldoende sa-
mensteling of afmeting, terwijl de overgan-
gen over de groote rivieren zelfs gebrekkig
moet worden genoemd. Vele van die wegen
dienen omvangrijke verbeteringen te onaer-
gaan, anderen zullen geheel of gedeeltelijk
omgelegd dienen fe worden, terwijl hier of
daar verbetering van het veer of de vervan-
ging van het veer door een brug niet lang
meer kan uitblijven. Van de meeste dier we
gen zal de verharding verbreed of uit andere
bestanddeelen opgebouwd moeten worden
Bovendien zullen enkele nieuwe wegen aan-
gelegd moeten worden. Bij dit alles komt
nog, dat het onderhoud van het geheele sa
menstel der nieuw aangelegde, der verbeter-
de en der thans in voldoenden staat verkeer-
ende wegen meer uitgaven vorderen zal dan
thans het geval is.
Hoeveel zal een en ander kosten? Daarvan
is een berekening opgemaakt, waaruit blijkt,
dat alleen voor den aanleg van nieuwe en
voor gedeeltelijke omlegging en verbetering
van bestaande wegen een som vereischt za
worden van 300 millioen, terwijl bovendien
eenzelfde bedrag noodig zal wezen voor min
der omvangrijke verbeteringen en herstellin-
gen. In deze sommen zijn ook begrepen de
kostem vocir de verbetering der rivierovergan-
gen. De finandeele medewerking van andere
bclanghebbenden zal verbonden worden aan
dit wegenplan. Gerekend wordt op 9if,
millioen voor gewoon onderhoud en op 10 a
12 millioen gulden voor aanleg jaarlijks, sa-
men ongeveer 21 milioen. Dit bedrag denkt
de Minister aldus te vinden: uit de rijwielbe-
lasting 6 millioen, uit de nieuwe wegenbe-
lasting eveneens zes millioen gulden, daarbij
wordt gevoegd het bedrag, dat het Rijk uit
andere middelen daaraan ten koste leggen zal
(4K millioen), terwijl aan bijdragen van de
andere onderhoudsplichtigen op 5 millioen
wordt gerekend, maakt samen juist de benoo-
digde som. Als de werkelijkheid deze bere
kening maar dekt. Uit de vermelde bronnen
van inkomsten volgt, dat de staat evenals tot
dusverre telken jare op de begrooting zal
brengen een som voor het.onderhoud der we
gen. Die som was gemiddeld over de laatste
jaren ongeveer 4H millioen gulden (zie bo-
ben), men is dus van plan het bedrag van de
wegenbelasting te laten dienen voor de kos
ten van beter onderhoud dan tot dusverre
het geval was en verder tot v e r b e t e r i n-
g e n opg root ereschaal. Ook aan de
rijwiel belasting, die tot nu toe in de groote
kas vloeide, wordt een afzonderlijke bestem-
ming gegeven. Ook haar opbrengst vloeit in
het wegenfonds. Overmits de staat nu, we
gens ovememing in beheer en onderhoud,
geld ontvangen zal van de provincies, de
gemeenten, polderbesturen, particulieren enz.,
maar daartegenover de onderhoudsplicht op
zich neemt, spreeict het van zelf, dat ook dit
geld zijn weg naar het wegenfonds vindt.
Doch niet ieder jaar vooral de eerste ja
ren niet zal de opbrengst dezer bronnen
van inkomsten gelijk ziin asto de vereischte
uitgaven, vandaar dat de mogelijkheid ge-
schapen wordt van voorschotten door het
rijk aan dit fonds te doen tier latere a freke
ning. Ziedaar de bronnen van inkomsten van
het nieuwe fonds, dat feitelijk hetzelfde sy-
steem huldigt als het oude tolstelsel, om
namelijk het onderhoud van de wegen naar
rato te doen betalen door d-egenen, die den
weg gebruiken en zwaardere eischen aan den
weg stellen. Niemand zal daartegen een be-
z^vaar kunnen laten gelden, juist omdat de
zware vrachtaato's een grooter aanslag krii-
gen dan de motorrijwielen en de lichte ford-
ics. Uit de dus bijeengegaarde som worden
betaald de uitgaven voor aanleg, onderhoud
of verbetering der bij het Rijk in onderhoud
zijnde wegenverder de uitkeeringen aan de
provincial, die varieerende zijn van 30 tot 45
pet. van het totaal bedrag der wegen- en rij-
wielbelastingdan uitkeeringen voor dezelfde
oorzaken aan anderen, die ook wegen in on
derhoud hebbendan vergoedicgen aan hen.
die van he' rijk wegen in cnderljoud overne-
men; vervolgt-us de rente en de aflossing
van de voorschotten en de afkoopsommen van
wegtollen, die nu nog octrooi of concessie
hebben.
Volgens een bepaald plan wordt nu met
de verbetering, den aanleg, enz. te werk ge
gaan. In overleg met de Gedeputeerde Sta-
ten wordt een Rijkswegenplan vastgesteld,
bevattende de bestaande en de aan te leggen.
wegen, welke hoofdverbindingen zullen vor-
men voor doorgaand verkeei- met motorrij
tuigen. Dit plan, dat allerlei bijzonderheden
bevat, wordt eens in de lien jaren herzien en
in de Staatscourant gepubliceerd. Bovendien.
wordt door de Staten van iedere provincie
eeu provinciaal wegenplan opgesteld, dat ver-
meldt de bestaande en aan te leggn wegen,
welke naast de eerstgenoemde wegen in de
provincie noodig zijn als verbindingen voor
doorgaand verkeer met motorrijtuigen en ver
der de wegen, die vermoedelijk eerlang voor
het algemeen verkeer van beteekenis zullen
worden. Dit plan behoeft de Kornnklijke
goedkeuring. Voor ieder jaar wordt vastge
steld, een werkplan en een staat van de we
gen, die in goede toestand veckeeren en die
nog in aanleg zijn.
Eveneens stellen Gedeputeerde Staten van
iedere provincie een provinciaal wegenplan
vast, dat bevat de bestaande en aan te leg
gen wegen, welke naast de wegen, voorko-
mende op het rijkswegenplan, in de provincie
noodig zijn als verbindingen voor doorgaand
verkeer met motorrijtuigen en de wegen, die
voor het algemeen verkeer eerlang beteekenis
zullen krijgen. Verder bevat dit plan, behalve
een toelichtende kaart, een aanduiding om
trent den eigendom, het beheer en het onder
houd en de wiize der eventueele verbeterin
gen en aanleg. Ook dit plan behoeft de Ko-
ninklijke goedkeuring.
Uit het wegenfonds genieten, gelijk we
reeds opmerkten, de provincies een bepaald
deel. dat aldus wordt berekend: de helft der
tot dit doel op de begrooting gebrachte gel
den wordt verdeeld onder de verschillende
provincies naar gelang van de lengte van het
wegennet in de betrokken provincie; de an
dere helft wordt verdeeld naar de opbrengst
van de belasting in iedere provincie vermenig-
vuldigd met de verhouding van delengte der
in aanmerking komende wegen tot de totale
lengte der in die provincie gelegen wegen, die
in goeden staat verkeeren of in aanleg zijn
zoowel bij hei Rijk als bij de provinden. Over
de uitkeering dezer bedragen hebben Ged.
Staten het zeggenschap, maar op hen rust de
plicht toe ie zien, dat hot uitgekeerde geld:
ook inderdaad ten voile voor de wegen wordt
besteed, voor aanleg, verbetering of onder
houd.
Wij meenen in het bovenstaande voldoende
fe hebben weergegeven de oorzaak, het doel
en de werking van dit fonds, waaraan, naar
het ons voorkomen wil, de bezitters van mo
torrijtuigen enz. gaame zullen bijdragen.
juist omdat de opbrengst geheel besteed
wordt ten hunnen gerieve.
HELP U ZELF!
Niet aliijd loopt het karretje op een wegji
van asphalt; soms ontstaan er kleine moei-
lijkheden met ons pluimvee ondanks alle goe
de behandeling. Dan kan het voorkomen dat
een haan of hen, groot of klein van stuk ope-
ratief behandeld moet worden bijv. aan den
kop of aan de beenen. Terwijl dan deze be
handeling plaats heeft houdt een tweede per-
soon het dier goed vast en men is dan spoe
dig met het werkje klaar.
Niet altijd is die tweede persoon handig en
geschikt het dier goed vast te houden en ook
met altijd is een dergelijke hulp aanwezig.
Om nu echer zonder hulp van een ander
zelfs de lastigste operatie te kunnen verrich-
ten moet men het zo6 aanleggen, dat het dier
zich niet kan bewegen. Daartoe heeft men
dan noodig een finken doek, ruim een hand-
breed opgevouwen en van eeh behooriijke
lengte. In dezen doek wordt de haan of de
hen goed ingebakerd. Men legt den doek vlak
uitgespreid, plaatst den ogel op zij gehouden
aan het eene eind erop en rolt hem nu stevig
eenige malen er in met den kop vrij en de
pooten recht uitgestrekt naar achteren even
eens buiten den doek. Men speldt nu de rol
goed vast of bindt het geheel dicht. Zoodoen
de ligt de vogel voor u totaal buiten staat een
vin te verroeren en daardoor de behandeSng
te bemoeilijken of te vertragen. Nemen w e
als voorbeeld het verwijderen van een zij-
prankje op het blad van een Leghorn-kam.
Men rolt den haan op de voorgeschreven
wijs behoorlijk in den opgevouwen doek. Met
een schaartje of scherp mesje wordt nu het
overtollige kamdeeitje verwijderd en vooraf
heeft men een boutje of een mes goed warm
bij de hand, tikt daarbij oogenblikkelijk na
het wegknippen de wond maar even aan en er
zal als t ware geen bloed te zien zijn. Zoo-
dra men den haan uit den doek bevrijd heeft,
loopt hij meestal kraaiend rond alsof er niets
gebeurd was. Terloops zij opgemerkt, dat de
fenoemde operatie alleen tot verfraaiing van
et dier zelf iets uitmaakt en niet voor zijn
nakomelingen.
Zoo kan een enkel perscon aan pooten, na;
gels of sporen alles verrichten zonder het
dier noemenswaardig te hinderen en vrij van
gevaar, dat het dier zich beweegt op het kri-
tieke moment, of zich losrukt uit de hand van
den helper.
De „vliegende Fin." Geeut en
sport. Gerhard Hauptmann en de
Kunstacademie. Hoe moet de rijks-
vlag er uitzien? Gravin Bothmet
als zedepreekster. De „zomerkonin-
gin van Berlijn."
Berlijn, begin Juni.
Komen wij, die ons met kunsten en weten-
schappen bezighouden en ons wijsmaken daar
m:-ae indruk op onze tijdgenooten te maken,
iets verder met al onze beste bedoelingen?
Wij willen ons niets voorliegen, maar beken-
nen eerlijk, dat al deze ingetwijfeld zeer mooie
er. edele zaken weggespoeld worden door de
ongeboorde belangsfelling der massa voor de
sport, voor de groote daden van lichamelijk
kunnen, voor de wedstrijden om eervolle pnj-
zen en wereldkampioenschappen. Laten wij
eerujk zijn: de geest staat in dezen tijd, ten-
minste in Duitschland, niet op een zeer hoog
peil; hii is, in het algemeen gesproken, vol-
komen verdrongen door de Uchacjelij^c ygen.
No. 1290