Alkmaarsciie Caurant ZweecIsGhe Uneven. Met Dr. Van der Sleen op reis. Zaterdag 17 Juli. No. HJ6 1926 Hondeid Aciit en Twintigsto Jaargang, Pastorie Loves tad, Juni 1926. f Wanneer men, hoe oppervlakkig ook, ken nis maakt met het leven van een predikant in. Zweden, wordt men onmiddellijk getroffen -o;[.i03i" .rapjoippiz op p;p pq joop herder" heet een predikant letterlijk in het Zweedsch hier heel wat anders te doen heeft dan ten onzent. Ja, wanneer men bij een predikant en nu denk ik uitsluitend aan de toestanden op het land binnen- treed't, wordt men reeds dadelijk getroffen door een bordje, dat zich op de deur van de studeerkamer bevindt en waarop het woord „Pastorexpedition" staat, dat ik wel niet be- hoef te vertalen, al zal het voor Hollandsche ilezers heel onbegrijpelijk klinken. Soms vindt men deze aanwijzing buiten op de pastorie, 'met een handwijzer er bij, die aanduidt, dat men ergens anders moet zijn, wan n* or men niet als gast of als vriend komt. In dat ge- l,val heeft de Pastorexpedition" een eigen ingang en men begint reeds te begrijpen, dat studeerkamer" en „Pastorexped,ition" twee verschillende dingen zijn en dat de laatste fmeesral in de eerste is ondergehracht. In dit Maatste geval komt men d'oor de gewone „v6ordeur" binnen en men staat altijd in een t;ruim portaal cf hal, corns zelfs een ruime 'thai, op welke verschiller.de dcurcn uitkomen. •En op een van die eeurcn vir-c't men dan het bewuste berdje. Komt men als* vrcemdeling, die de toestan- dten niet kent, voor het eerst bij een predikant en zit men met hem in zijn studeerkamer te jpraten, dan is men al spoedig verrast, dat er 'geklopt word't en dat de een of andere per- soon zonder eenige aankondiging binnen komt. Ik zeg: zonder eenige aankondiging. Want dat een dienstbode niet iedereen kan aandie- nen, begint men al heel spoedig te begrijpen. Eerst denkt men aan een bezoek van een belangstellend gemeentelid. Ik herinner me nog goed de eerste maal, dat ik in Zweden was en bij een collega logeerde om de taal te ileeren spreken. De man zal liever met zijn predikant onder vier oogen spreken, dlacht ik, en ik vroeg, of ik me ook wilde verwijderen. Maar dat was in het minst niet noodig, en eerlijk gezegd vond ik het een beetje vervelend voor den bezoeker, dat ik, een vreemde, bij het onderhoud met den voorganger der ge- meente tegenwoordig was. Maar al heel spoedig begon ik te begrijpen, dat het wel niet om geestelijke dingen ging. De vreerndeling verstaat niet zoo heel spoedig de taal van de plattelandsbewoners, wat geen wonder is in een uitgestrekt land, waar de d'ialecten veel meer uiteenloopen dan in een klein landje als het onze. Maar al ver staat men eerst niet waarom het gaat, dit is spoedig duidelijk, dat het niet om geestelijke aangelegenheden gaat. De predikant haalt een groot boek te voor- cchijn, geweldig groot; soms zijn er meer noodig en ze zien er alle even gewichtig uit, enkele dragen den stempel van hoogen ouder- dom. Zoo nu en dan moet er gezocht worden. Dan komt een formulier. Dit wordt ingevuld, onderteekend, aan den bezoeker overhandigd en de gelukkige verdwijnt. Natuurlijk is men nieuwsgierig. Men vraagt wat dat nu wel voor een bezoeker was; wat dat voor bceken zijn en misschien nog meer. Maar men moet zijn nieuwsgierig- heid bedwingen, want weer wordt geklopt en weer verschijnt een bezoeker of bezoekster, die zijn wenschen bekend maakt. Nu moet men er toch wat meer van weten. En de predikant blijkt verbaasd over onze verbazing. De Zweedsche kerk is staatskerk en d4 predikant is staatsdienaar. Als zooda- nig geniet hij het voorrecht, dat hij niet al leen prediker des Evangelies is, maar ook ambttnaar van den burgerlijken stand. Op het oogenblik, dat ik dit schrijf, is mijn collega uit. Het is Maandagmorgen. Eigen- lijk is hij uit voor zijn genoegen; hij is op fa- miliebezoek. Dat ging heel gemakkelijk voor hem. Hij vroeg mij eenvoudig zijn werk te doen, en omdat ik gekomen was om hem te helpen en het reeds vaak ged'aan had, sprak het ook nu van zelf, dat hij op reis ging. Gisteren preekte ik hier en in de bijgemeente, zooals ik het meer deed. En al is dat nu niet zoo gemakkelijk, en al heb ik nog wel eens de bulp van een woordenboek noodig en al raad- pleeg ik nog al eens de vrouw des huizes, die met de kinderen thuis is, het gaat'toch. Maar nu is het Maandagmorgen. We za- ten aan het ontbijt, toen er geklopt word. Hier roept men niet „kom binnen", want iedereen begrijpt, dat het geen gast is. Ik sta op en vind een man, met wien ik naar de „Pastorsexpedition" ga. Hij meet een „ouder- domsbewijs" hebben, zooals dat hier heet. Toen ik dit voor het eerst hoorde begreep ik niet wat dat kon zijn! Het is echter niets an ders dan een geboorteattest. Nu weet ik dat sedert lang, ken het klappen van de zweep, grijp gewichtig een der groote folianten grijp ook wel eens de verkeerde; maar dat doen mijn Zweedsche ambtsbroeders ook wel en zoek op. „Uw naam?" Het zou niemand in Zweden in zijn hoofd op'komen om ook tegen den allereenvoudig- sten „Je naam" te zeggen. De Zweden zijn buitengewoon beleefd. Eigenlijk spreekt men maar zelden iemand met „u" aan. Dat kan men doen in een winkel, maar zelfs daar wordt het vaak vermeden. Men heeft mij eens verteld, dat er voor jaren een „U"-ver- eeniging is opgericht; een vereeniging van menschen, die bedoelden propaganda te ma- ken voor het gebruik van het woordje „u". Wat er van die vereeniging geworden is, weet ik niet. En of die nog bestaat dan wel met, weet ik evenmin. Maar voor een paar dagen was hier mijn collega's vader op be zoek, een oude heer, die het woord „u" tot mij een keer gebruikte. Het trof mij dadelijk als iets yreemds. De beste man bedoelde het waarschijnlijk als iets vriendelijks. Men doet het nl., wanneer men elkaar beter kent. Maar i>jc" gebruikt men alleen onder zeer goede lcennissen. Nu zal men vragen hoe men dan wel |emand aanspreekt?, - M endoet dat altijd in de derde persoon. Laat ons aannemen, dat de man, die straks voor me stond, Nilsson heet en winkelier is. Dat zegt hij mij natuurlijk. Nu vraag ik wat „mijnheer Nilsso" wensoht of wat de winke lier" begeert. Ik kreeg eens een brief van een „kennis". Die brief eind'igde ongeveer al- dus. Hij hoopte, dat het „den dominee" goed ging, deed de bartelijke groeten aan „den dominee" en wanneer „de dominee" weer in Zweden kwam, ?ou „de dominee" hartelfjk welkom zijn. D'at was nu werkelijk yaa het goede te veel. Maar „de winkelier" wacht nog steeds. Hiji heeft een geboortebewijs noodig. Ik heb mijn groote boek en zoek onder de formulieren. Voor alles en nog wat. Een predikant bezit legio formulieren. Voor alles en nog wat. Met behulp van het groote boek, waarin alle gegevens opgeteekend staan, en die kloppen met wat „de winkelier" mij zegt, wordt nu een formulier ingevuld. Maar nu? Efn snugger lezer en ik be- grijp natuurlijk, dat al mijn lezers' snugger zijn begrijpt, dat het nu spaak loopt. Ik kan als buitenlander dat formulier wel in- vullen. Dat kan de vrouw van de predikant ook, en de meeste predikantsvrouwen doen dat ook als manlief afwezig is. Maar een Zweedsche pastoorske mag in het formulier niet onderteekenen. En ik als buitenlander natuurlijk heelemaal niet. Doch geen nood. Mijn collega heeft, voor- dat hij vertrok, eenige van de meest gebrui- kelijke formulieren in bianco onderteekend. Het loopt dus niet spaak. Het gaat zelfs best. Ik viel in, mijn collega draagt de verantwoor- ding, want zijn naam staat onder het docu ment. Maar zijn verantwoording is niet grooter dan, wanneer hij zelf alles invult. Ik heb goedi gekeken. En „de winkelier" gaat heen met het bewij-s, dat hij geboren is. Het spijt me haast, dat i'k het niet mocht onderteekenen. Te getuigen, dat.iemand geboren is! PRaST. XIII. a Massana. De havenstad van Eritrea* Een rij van statige gebouwen langs de kade, alle even hoog, alle twee verdiepingen, alle met een galarij beneden, zoodat men in de schaduw loopen kan, alle met een terras boven over de geheele lengte van het huis. Natuurlijik overal de Moorsche boog, vaak ook de mooie kolommen met bewerkte kan- teelen. Meest zijn het cafe's restaurants, hotels, een bank, agentschap, scheepsprovian- deerders en wat er meer bij een haven hoort. Het begin ziet er dus goed uit. Maar daar- achter: een puinhoop. De he lit der stad ligt nog niet zoo als de vreeselijke aardbeving van 1921 ze achtergelaten heeft. Men is aan het opruimen of het gisteren gebeurd is. Hier en daar is een complex lage inlandsche huis- jes blijven staan, eigenlijk blijven hangen, wat bijgewerkt, met balken gestut, dwars over de straat, waar men nederig bukkend onderdoor moet gaan. DaartussChen we melt het van de begeerige koopers, die elkaar ver- dringen in de nauwe straatjes, waar ieder met zijn koopwaar buiten zit, omzwermd door millioenen vliegen. Vele straatjes zijn overdekt, soms met steengewelf, soms met houtbouwsels net als in Geddah. En het is een merkwaardig volkje dat hier ronddwarrelt. Lalen wij beginnen aan de kade. De Europeaan? Ja, die ziet er ook an ders uit als op het Damrak. Tenue is lange witte broek en wit hemd. Geen jas, geen das. Meest loop je echter in khaki voetbalbroekje, wit schillerhemd met korte mouwen, witte sokken en lage schoenen. En dan natuurlijk helmhoed, die als de zon op 't hoogst staat een groot deel van het lichaam beschaduwt en vaak donkere bril. Over het weinige dat de dames dragen zal ik maar niet spreken, mij dunkt nog minder dan op een gymnasium- bal in Holland (mijn adres is American Ex press Hornby Road, Bombay). De meeste zeelui, koopvaarders, vissehers en parelvisschers zijn Arabieren oi Abyssi- niers. Ik geloof. dat die alleen verschillen in kleur, althans de mannen. Ze noemen zich ook Arabe. De meesten hebben een kroeskop, vele een dun baardje, maar het is niet meer de scherp gesneden bedouinenkop van den overkant. Ze zijn ronder, smeuiger, gladder in taal, beweging en uiterlijk. Kleeding tw e beddelakens of zoo, het onderstc of te wel lendenkleed vaak rood, liefst Schotsch, de schoudierlap soms als gordel, soms als tul- band, soms als alma-viva, maar altijd sierlijk en schild.erachtig. De meesten diragen een stok, liefst achter den nek, met beide handen vastgehouden, een leuke'houding. De sjou- werlui dragen natuurlijk van alles, afgedank- te Europeanenkleeding meest. En nu de beau- monde! Lange wijde witte broek, aan de en- kels dichtgebonden, zoo iets als de souspan- talon van onze boeren. Een hemd, hoe rijker de baas, hoe langer zijn hemd, dat dan meest buiten de broek gedragen wordt en emdelijk in langen, wit geborduurden kaftan over- gaat. Daarover heen vaak een- loshangend Europeesch vest en het geheel gekroond door een slappe grijze deukhoed, model 1803, Types om uit te schilderen bij tienfallen. Een ander keer een reus van een kerel, heelemaal in t wit tot den tulband aan toe, git-zwarte kop, op een vrceselijk klein ezeltje, zijn bee- nen recht uitstekend om den grond niet te raken. En nu de vrouwen, dat is altijd een teer punt, maar iedereen is het er over eens, dat de juffrouw van het postzegelloket een snoes- je is. Europeesch gekleed. Europeesch kapsel, maar inlandsch mooie oogen en mooi figuur- tje. Maarde stakker kan niet vermeniig- vuldigen. Stei u voor, aan een postzegel loket! en als het nu nog was 27 zegels van 3714 cent, maar neen, tien zegels van 5 cente- simi, ken rig opgeteld, 5, 10, 15 enz. 10 X 10 dito. Ik had medelijden met de stakkerd. Maar ze braeht het klaar, vol trots. Daar bij de post krijg je van alles te zien. Vele Abyssinische dames hebben de Euro- peesche haardracht aangenomen. De inland sche is ook wel heel merkwaardig. Boven het voorhoofd een rij vlechtjes, dan een kam van kroeshaar midden op't hoofd, aan weers- kanten een groote pick kaalgeschoren en dan weer tien tali en vlechtjes. Merkwaardig, dat de Abyssinische man vrijwel het Arabieren- type heeft behouden, terwijl de vrouw in ge- laat en gestalte veel meer tot de negers na- hppe^, plattp nyus, tot vet worden, enz. En dan de Mary's, de echte negervrouwen, altijd haast in het rood, een dock om de heupen en vaak een om de schouders. De ouderen laten die thuis. Ze sdhijnen wel te behooren tot de armste klassen. Ze vegen langs de haven de gemorste gierstkorrels en linzen bijeen en warmen en zeven uit den treure, den heelen dag door om dan des avonds met een paar pond eetwaar huis- waarts t* keeren. Treurige gestalten zijn het meest. Mager, gebogen, misvormd, maar, een zilveren knoop in den neus, een bloedkoralen- ketting over de verschrompelde borst, bree- de ringen om de enkels of glazen kra.en om den boveharm, en bovendien merkwaardige en aard'ige amuletten, meest groene of blau- we platte steenen met eigenaardige karakter- teekens er ingegrift. Soms is er een jongere vrouw bij met een kind op den rug gebon- den, het leuke zwarte 'kopje alleen boven den dock uit. In de soekh, in de wimkelstraat, ziet men ze hier en daar ook zittcn, om met een paar doorboorde 9chelpjes en steentjes de toe- komst te voorspellen. Enkelen verkoopen er den inhoud: van hun kannetje koffie. De winkels in den soekh zijn weer gildege- wijs gerangschikt, alle pottebakkiers bijeen, 6 geidwisselaars op een rijtje, een heele straat met voor el'ke deur een man aan de naai- machine, want dat is hier mannenwerk, niet alleen het dfaaien, zooals wij ook wel eens moeten doen, maar de heele stikkerij. En ze doen het netjes en goed. Verder wordt erg veel zoetigheid aangeboden, veel1 besneden parelmoerschelpen, bordjes, waaiers en mand- jes van vlechtwerk, en natuurlijk halskettin- gen en armbanden van de allergoedkoopste soorten. Even verder de groote bazaars van de Klingaleezen, Britsch-Indiers met een be gin van een chineezensl'aartje, bij wie je alles koopen kunt, voor de helft van den prijs die ze eerst vragen. Dat is de stad. Als voorsteden liggen daar- bij een Abyssinier- en negerdorp, waarover een volgenden keer. Dr. W. G. N. VAN DER SLEEN. Reehtzaken. VOOR DEN AMSTERDAMSCHE POLITIERECHTER. In de zitting van Donderdag werden o. m. dc volgende zaken behandeld 'n Oevaarlijk crediteur. Indien een debiteur in gebreke blijft, is '1 een heel gewone zaak dat de crediteur hem figuurlijk gesproken „eens aanport". Maar als die crediteur 'n zoodanige handelwijze let terlijk opvat en z'n slachtoffer ettelijke tan- den uit den mond beukt, is de kans groot, dat de politic en later de rechter er aan te pas komcn. Zoo gescihedde althans met een 25-jarig los werkman, die als gevolg van eenige mani- pulaties met een fiets de somma van 20 te vorderen had van een 52-jarig machinist en dat geld niet ,,k>s kon krijgen". Weshalve hij den man op aange- haalde wijze plaats der handeling: Ka- dijksplein „murw" maakte en zich des- wege hedenmiddag voor den politierechter, mr. Servatius, te verantwoorden had. „Jij gaat in de kist en ik in de gevange- nis" -T- had verdachte den verbouwereertlen debiteur nog toegevoegd. Het O. M., mr. Van Lier, „vond dit geen manier om te trachten het geld te innen" en eischte 25 obete of 10 dagen hechtenis. En mr. Servatius veroordeelde conform den eisch. „Beloonde" weldaad. Een 20-jarig jongmensch, dat werkloos was en thuis „niet te eten kreeg", was zoo dank- baar ,toen hij door 'n vriend in diens woning in de Kleine Kattenburgerstraat „gespij- zigd" werd, dat-ie 'n week later „nag cs aanliep" en 't briefje van 'n beleenden gou- den ring van den schoorsteen stal, waarop hij 't voorwerp voor 3 inloste, 't vcrvol- gens bij 'n particuliere bank beleende voor f 4, waarna hij 't nieuwe briefje aan 'n ken- nis verkocht. En zich waarschijnlijk ,,'n heele Piet" voelde. Maar het O. M. bracht verdachte 't on- dankbare van z'n handelwijze onder de oogen en vorderde daarop 8 dagen gevangehis- straf. De politierechter vend verdaclite's daad ,,'n gemeene streek", maar wilde dit kt?r nog geen, gevangenisstraf opleggen. Zcodat't jongmensch 'r met 25 boete of 10 dagen hechtenis afkwam. 't Bedrag zal-ie met 'n week werken kunnen betaien, want hij heeft nu een baas gevonden. Alleen diens naam wist-ie niet Wraak en weerwraak. In "n Amsterdamsche modezaax, waar ver- schiiknde mcisjes werkzaam zijn, Was het tusschen de eigenaresse en d'r dienstbode niet bepaald pais en vree. Als de dienst- maagd „de aardappelen opzette", zette me- vrouw ze ,af, met als gevolg stagnatie in 't bereiden van den middagpot, zoodat „beide partijen" op't nuttigen van louter brood als avondmaal aangewezen waren. De politierechter zou -deze jeremiade en nog vele andere, door de dienstbode in lange vol- zinnen geuit, waarschijnlijk nimnier aange- hoord hebben, ware het niet dat mevrouw op zekeren dag in Juni in dolle woede ontstak; d'r dieostbare hard aan de haren trok, bij d'r keel greep en die keel met eenige bloedige krabben „teekende". Weerwraak van me vrouw op de wraak der dienstbode. Want deze had aan de arbeids-inspectie geschreven, dat mevrouw de meisjes in de modezaak overwerk liet verrichten. Bij 'n onverwacht bezoek van 'n arbeidsinspectrice werd mevrouw schuldig bevonden; in tegenwoordigheid van de triom- feerende dienstmaagd, wier houding bij deze gelegenheid't mevrouwtje dol maakte en haar tot beschreven misliandeling dreef. Daar het O. M. van oordeel was dat van een patroon 't goede voorbeeld tegenover de ondergeschikte moet uitgaan en mevrouw „precies andersom" had gehandeld, meende "hij een flinke geldboete te moeten vorderen. Eisch: 30 boete of 15 dagen hechtenis. Mr. Servatius noemde de houding der dienstbode in deze kwestie „akelig". Dat ze. omdat ze 't niet met haar patrones kon vin- den, de Arbeidsinspectie waarschuwt, is een laffe wraakneming. Dat iemand het Open- baar Gezag van een strafbare handeling in kennis stelt, is altijd goed; maar de wijze waarop de dienstbode dit deed, is zeer te la- ken, oordeelde hij. Doch ook mevrouw heeft wa yer&ad getwadelden verdient straf. Alleen het bedrag der boete vond de politie rechter in dit geval te hoog, weshalve hij het verminderde tot 10 boete of 5 dagen hech tenis. Oemengd nieuws. AFSCHAFFING VAN DE SPEELKAARTENBELASTING. Een wetsontwerp is ingediend tot afschaf- fing van de speelkaartenbelasting. Blijkens de Memorie van Toelichting is de met 1 Mei 1920 in werking getreden belas- ting op speelkaarten in menig opzicht tegen- gevallen. De opbrengst, die de Memorie van Toelichting op 100.000's jaars meende te mogen ramen, is geweest: in 1920 136.341.75; in 1921 75.140.25; jn 1922 76.049.91; in 1923 88.793.33; in 1924 107.046.26; in 1925 97.106.83; alzoo veel minder dan men zich had voorgesteld. Teleurstellend is het geweest, dat na 1922, toen de voor de invoering der wetx dooi het publiek opgedane voorraden verbruikt ge- raakten, de opbrengst niet sterker is toegeno- men. Toch zou dit voor den Minister op zich zelf nog geen reden zijn, een ontwerp tot afschaf- fing dezer belasting in te dienen, zoo niet ge- durende den jongsten tijd een verschijnsel was ingetreden dat ingrijpen van den wetge- ger hetzij in de eene, hetzij in de andere rich- ting gebiedend noodzakelijk maakt. De frauduleuzc invner van ongestempelde spellen kaarten heeft allengs zulke afmenn- gen aangenomen en een in die mate onbeud- baren toestand geschapen, dat men slechts de keuze heeft tusschen afschaffing der belas ting of verscherping der bepalingen uie hare heffing kunnen verzekeren. Tot in onze groote steden toe worden thans de gesmokkelde on gestempelde kaarten min of meer openlijk rondgevent. In een der provinciesteden zijn in een kort tijdbestek ongeveer 6000 ongestem pelde spellen kaarten in beslag genomen, en het is bekend, dat tc Amst. de heimelijke ver- koop zulk een omvang heeft aangenomen, dat door winkeliers over sterken achteruitgang van hun debiet wordt geklaagd. Verscherping der bepalingen, die de toepas- sing der wet kunnen verzekeren, heeft een ernstig punt van overweging uitgemaakt, doch het denkbeeld is losgelaten, omdat hei onjuist voorkwam, voor een ten slotte niet groot financieel belang bepalingen in het le- ven te roepen van een zoodanige scherpte, als hier noodig zouden zijn; daaronder zouden voorkomen uitbreiding van het recht van visi- tatie der ambtenaren tot de tot woning die- nende gedeelen van hotels, herbergen en an dere in artikel 13 der wet bedoelde inrichtin- gen, visitatie van marktstalletjes en kramen, verbod van vervoer van ongestempelde spel len kaarten zonder begeleidend document, dit alles niet enkel in het terrein van toezicht langs de grenzen, maar in het geheele land, Handhaving van deze bepalingen zou bo vendien of de ambtenaren van nuttiger werk afhouden, 6f leiden tot aanstelling van nieu we ambtenaren, wat in beide gevallen een gel- delijk offer zou vergen, al zou dit waarschijn- lijksche opbrengst der speelkaartenbelasting opbrengst der belasting. De inningskosten der belasting zouden daardoor echter tot «en percentage van hare opbrengst stijgen dat ab- normaal is. Het is den Minister daarom voorgekomen dat het beter is de heffing te staken, al moet de schatkist dientengevolge zoowel de jaar- als die van het daarmede samenhangend hoo- gere invoerrecht op speelkaarten missen. Indien dit laatste tot een recht van 8 pCt. ad valorem wordt teruggebracht, laat zich het voor de schatkist nadeelige verschil berekenen op pl.m. 21000's jaars, zoodat met inbe- grip van circa 100.000 aan speelkaartenbe lasting de maatregel ongeveer 121.000 's jaars zal kosten. In artikel 3 wordt bepaald dat de wet met ingang van 1 Juli 1927 in werking zal tre- den. In de toelichting op dit artikel wordt ge zegd: Daar het tot te veel omslag zou leiden in dien bij de afschaffing van de belasting, voor ongebruikte, doch reeds gestempelde spellen de betaalde belasting moest worden terugge- ven, wordt een voorstel in die richting niet gedaan. In verband daarmede is intusschen voor de afschaffing een termijn genomen z6o ruim, dat de handel gelegenheid zal hebben zich van voorraden gestempelde spellen te ontdoen, voordat die afschaffing een feit wordt. DE BEGRAFENIS VAN J. KLOOTSEMA. Onder groote belangstellmg had gister te Doetinchem de ter aardebestelling plaats van den heer J. Klootsema, in leven directeur van het R. O. G. De Kruisberg te Doetinchem. Te half twaalf werd in de kapel van het ge- sticht een samenkomst met de verpleegden ge- houden, waar het overlijden van den directeur op passende wijze werd herdacht. Te ruim half een zette de stoet zich in bewe- weging, waarbij een rondgang werd gemaakt over het plein voor het gesticht. Hier stonden alle verpleegden opgesteld om hun directeur een laatsten groet te brengen. Op het kerkhof merkten wij o.m. op de hee- ren mr. C. Scheltus, rgferendaris van het de partement van justitie en chef van het Opvoe- dingswezen; het geheele college van B. en W van Doetinchem en verschillende raadsleden, het college van toezicht op het gesticht De Kruisberg, provisoren van het Gasthuisfonds, geestelijken van alle gezindten. Nadat de kist in de groeve was neergelaten en een deputatie van verpleegden de vele bloemstukken hierop had neergevlijd, trad allereerst mr. Scheltus naar voren om na- mens den Minister van Justitie hulde te bren gen aan den arbeid van KlootSema, in wien ons land een man van groote gaven en een warm hart verliest. Achtereenvolgens werd nog het woord ge- voerd door de heeren: W. P. J. Duval Slot- houwer, burgemeester van Doetinchem, na- mens het gemeentebestuur en den raad van toezicht op „De Kruisberg", W. J. Beek, ad- junct-directeur namens het personeel, G. H Honing van Amsterdam namens de Vereeni ging van Directeuren aan Rijks- en Particu liere Opvoedingsgestichten, namens Pro Ju- ventute en namens de Centrale Vereeniging van Chr. Phil. Instellingen; G. J. Wind, oud- adjunct-directeur; H. P. J. Wensten, adjunct- directeur, namens het Ned. Genootschap tot zedelijke verbetering van gevangenen en na- meas de verpleegden; J, B. Smeets, directeur der fuchtschooi te Nmmegen; G. Pieters, ou3- adjunct-directeur te Alkmaar en Doetinchem; dr. G. W. Francken uit Zutfen namens de hoogere graden der vrijmetselarij. De heer Backer, uit Groningen, zwager van den overledene, dankte voor de laatste eer, den doode bewezen. DE KONINGIN. De Koningin zal Dinsdagmiddag a.s. 12 uur 35 te Den Haag terugkeeren. VALSCHE BELASTINGMERKEN. T Donderdag hebben twee Rotterdamscht agenten een tweetal jongens aangehouden, die valsche rijwielbelastingplaatjes op hun fietsen hadden. De jongens zijn medegenomen naar de Centrale Recherche, waar zij wisten te vertellen, dat zij de plaatjes van een oom hadden gekregen; deze op zijn beurt vertelde, dat hij de belastingmerken door bemiddeling van een kennis had ontvangen. Deze kennis zou de plaatjes van een loodgieter uit de Al- mondestraat hebben gekocht. Een onderzoek in de loodgieterswerkplaate had tot resultaat, dat een groote hoeveelhei# koper-afval, blijkbaar afkomstig van vei^ vaardigde valsche R. W. B.-plaatjes werd ge vonden. Ten overvloede werd nog een aantal niet-bewerkte plaatjes in ae werkplaats ge vonden. Plaatjes en afval, benevens de pers, waar- mede de plaatjes werden vervaardigd, zijn in beslag genomende loodgieter werd in verze-' kerde bewaring gesteld. Bij zijn verhoor be- kende de aangehoudene, R. W. B.-plaatjes voor 1925 en 1926 te hebben vervaardigd, maar het zouden er slechts een paar honderd geweest zijn. Later gaf hij echter toe, over de beide jaren een paar duizend plaatjes te heb ben gefabriceera. Bij het onderzoek is ook aan het licht geko men, dat een slager, die aan de Zaagmolen- straat zijn zaak drijft, voor den loodgieter plus minus 800 plaatjes heeft verkocht. Eeni- gen tijd geleden is deze slager als verdacbt van het verkoopen van valsche R. W. B.- plaatjes in het Huis van Bewaring ingeslo ten geweest; hij moest echter wegens gebrel aan bewijs worden vrijgelaten. Thans is hij wederom in bewaring gesteld. Uit zijn verkla- ringen is bovendien gebleken, dat de loodgie ter voor hem een goedkeuringsstempel voor vleesch zou hebben vervaardigd. Omtrent de ontdekking van de rijwielplaat- jesfabriek kan nog het volgende gemeld wor den: De moeder van de gearresteerde jongens vervoegde zich gister bij de recherche en ver-. telde, dat haar jongens geen valsche rijwiel belastingplaatjes op hun rijwielen hadden, want dat ze zelf de plaatjes op het postkan- toor aan den Goudschen singel gekocht had. Dit blijkt echter niet juist te zijn. Nog kunnen wij melden, dat de plaatjes vrij goed nage- maakt zijn door den graveur de H. MINISTER KAN TE BRUSSEL De Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw, mr. J. B. Kan, bracht gister te Brussel een bezoek aan het FIolland-Huis waar hij een ontmoeting ha.d met den Belgi- schen Minister van Landbouw,- den heei Baels, met wien hij in deze Nederlandsche instelling het noenmaal gebruikte. INBRAAK. Donderdagavond is in het pakhuis en het kantoor van een wijnfirma aan de Wijnhaven te Rotterdam ingebroken. De dieven hebben zich waarschijnlijk latm insluiten. Uit het kantoor werd f 300 vermist. DE SOEBAN AJAM-ZAAK. Bij de behandeling van de zaak tegen den administrateur van de Soeban A jam, van der Stok, zegt de heer Wiltraut, oud-assistent van Kali Padang, dat de contractanten soms als straf naakt te werk moesten worden gesteld. Hij mo'est eens op last van bekl. toezicht hou- den op mannen en vrouwen, die naakt werk- ten Bekl. ontkent dit. Get. weet niet, of bekl. de ontkleeding ge- lastte. Hij bevestigt ook het geval, dat vier vrouwen en een man gedurende 14 dagen naakt in de wagenkamer werden opgesloten. Hij weet echter niet of bekl. dit Moesa ge- lastte. Bekl. herinnert zich de ontkleeding en de bewuste opsluiting niet. Bij de voortzetting van de behandeling ver- klaarde de heer Wiltraut nog, dat hij eens een kcelie op den grond vond liggen en bekl., die uit dezelfde richting kwam, had hem gezegd: „Ik heb niet hard geslagen, Hasim echtet wel." De reden waarom die koelie was gesla gen, was dat hij gedrost was, in welk geval steels het ranselsysteem werd toegepast, be- halve toen alle koelies gedrost waren. De pre sident merkte toen op, dat waarschijnlijk bij die gelegenheid handen te kort kwamen om te si aan DE VERDWIJNENDE MOLENS. De groote watermolen in den Brekkenpol- der, £elegen tusschen Lemmer en Sloten, is deze week afgebroken, en heeft zijn plaats moeten ruimen voor electrische drijfkracht. In het wijde Friesche landschap doet het thans ietwat vreemd aan dezen wachter teve- geefs te zoeken. Het levendige is er geheel door weggenomen en de omgeving ontsierd. EEN HEUSCHE STOOMBOOT. "1 Het Hbl. schrijft: Dondredagmiddag, bijna half twee voer een boot, volgeladen met kinderen van naar schat- ting 12 a 15 jaar door de Keizersgracht te Amsterdam Toen de boot onder de brug doorgleed, ging het zoo zacht, alsof er stoommachine noch motor in zat. Maar tal van broekjes rookten lustig hun sigaretje, maar men kan ook wijzen op de enquetes over rooken door kinderen en het afkeuren dat de gelieders er niet voor waken, dat de kinderen zitten te dampen. Elk zijn meug. Maar we dachten, dat men tegenwoordig het rooken door kinderen nogal 3fkeUrt- :.,J 'Ailfc i VERDRONKEN. Te Venlo verdronk Donderdagavond bij Kef baden in de Maas ter hoogte van Genooi een 18-jarige arbeider. OfsCboon de drenkeling onmiddellijk op het droge werd gebracht en uren lang kunstmatige ademhaling toegepast werd, mocht men er niet in slagen de levens- geesten op te wekken. VOORLOOPIG MUZIEK GENOEO. T: Uit een verhuisboel, welke op den Haarlem* merdijk stond zijn tijdens het afladen ong* .veer 1.25 gramophoonplaten ge&tolen. w

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1926 | | pagina 9