Alkmaarsciie Caurant
ZweecIsGhe Uneven.
Met Dr. Van der Sleen op reis.
Zaterdag 17 Juli.
No. HJ6 1926
Hondeid Aciit en Twintigsto Jaargang,
Pastorie Loves tad, Juni 1926.
f Wanneer men, hoe oppervlakkig ook, ken
nis maakt met het leven van een predikant in.
Zweden, wordt men onmiddellijk getroffen
-o;[.i03i" .rapjoippiz op p;p pq joop
herder" heet een predikant letterlijk in het
Zweedsch hier heel wat anders te doen
heeft dan ten onzent. Ja, wanneer men bij
een predikant en nu denk ik uitsluitend
aan de toestanden op het land binnen-
treed't, wordt men reeds dadelijk getroffen
door een bordje, dat zich op de deur van de
studeerkamer bevindt en waarop het woord
„Pastorexpedition" staat, dat ik wel niet be-
hoef te vertalen, al zal het voor Hollandsche
ilezers heel onbegrijpelijk klinken. Soms vindt
men deze aanwijzing buiten op de pastorie,
'met een handwijzer er bij, die aanduidt, dat
men ergens anders moet zijn, wan n* or men
niet als gast of als vriend komt. In dat ge-
l,val heeft de Pastorexpedition" een eigen
ingang en men begint reeds te begrijpen, dat
studeerkamer" en „Pastorexped,ition" twee
verschillende dingen zijn en dat de laatste
fmeesral in de eerste is ondergehracht. In dit
Maatste geval komt men d'oor de gewone
„v6ordeur" binnen en men staat altijd in een
t;ruim portaal cf hal, corns zelfs een ruime
'thai, op welke verschiller.de dcurcn uitkomen.
•En op een van die eeurcn vir-c't men dan het
bewuste berdje.
Komt men als* vrcemdeling, die de toestan-
dten niet kent, voor het eerst bij een predikant
en zit men met hem in zijn studeerkamer te
jpraten, dan is men al spoedig verrast, dat er
'geklopt word't en dat de een of andere per-
soon zonder eenige aankondiging binnen
komt.
Ik zeg: zonder eenige aankondiging. Want
dat een dienstbode niet iedereen kan aandie-
nen, begint men al heel spoedig te begrijpen.
Eerst denkt men aan een bezoek van een
belangstellend gemeentelid. Ik herinner me
nog goed de eerste maal, dat ik in Zweden
was en bij een collega logeerde om de taal te
ileeren spreken. De man zal liever met zijn
predikant onder vier oogen spreken, dlacht ik,
en ik vroeg, of ik me ook wilde verwijderen.
Maar dat was in het minst niet noodig, en
eerlijk gezegd vond ik het een beetje vervelend
voor den bezoeker, dat ik, een vreemde, bij
het onderhoud met den voorganger der ge-
meente tegenwoordig was. Maar al heel
spoedig begon ik te begrijpen, dat het wel
niet om geestelijke dingen ging.
De vreerndeling verstaat niet zoo heel
spoedig de taal van de plattelandsbewoners,
wat geen wonder is in een uitgestrekt land,
waar de d'ialecten veel meer uiteenloopen dan
in een klein landje als het onze. Maar al ver
staat men eerst niet waarom het gaat, dit is
spoedig duidelijk, dat het niet om geestelijke
aangelegenheden gaat.
De predikant haalt een groot boek te voor-
cchijn, geweldig groot; soms zijn er meer
noodig en ze zien er alle even gewichtig uit,
enkele dragen den stempel van hoogen ouder-
dom. Zoo nu en dan moet er gezocht worden.
Dan komt een formulier. Dit wordt ingevuld,
onderteekend, aan den bezoeker overhandigd
en de gelukkige verdwijnt.
Natuurlijk is men nieuwsgierig. Men
vraagt wat dat nu wel voor een bezoeker
was; wat dat voor bceken zijn en misschien
nog meer. Maar men moet zijn nieuwsgierig-
heid bedwingen, want weer wordt geklopt en
weer verschijnt een bezoeker of bezoekster, die
zijn wenschen bekend maakt.
Nu moet men er toch wat meer van weten.
En de predikant blijkt verbaasd over onze
verbazing. De Zweedsche kerk is staatskerk
en d4 predikant is staatsdienaar. Als zooda-
nig geniet hij het voorrecht, dat hij niet al
leen prediker des Evangelies is, maar ook
ambttnaar van den burgerlijken stand.
Op het oogenblik, dat ik dit schrijf, is mijn
collega uit. Het is Maandagmorgen. Eigen-
lijk is hij uit voor zijn genoegen; hij is op fa-
miliebezoek. Dat ging heel gemakkelijk voor
hem. Hij vroeg mij eenvoudig zijn werk te
doen, en omdat ik gekomen was om hem te
helpen en het reeds vaak ged'aan had, sprak
het ook nu van zelf, dat hij op reis ging.
Gisteren preekte ik hier en in de bijgemeente,
zooals ik het meer deed. En al is dat nu niet
zoo gemakkelijk, en al heb ik nog wel eens de
bulp van een woordenboek noodig en al raad-
pleeg ik nog al eens de vrouw des huizes, die
met de kinderen thuis is, het gaat'toch.
Maar nu is het Maandagmorgen. We za-
ten aan het ontbijt, toen er geklopt word.
Hier roept men niet „kom binnen", want
iedereen begrijpt, dat het geen gast is. Ik sta
op en vind een man, met wien ik naar de
„Pastorsexpedition" ga. Hij meet een „ouder-
domsbewijs" hebben, zooals dat hier heet.
Toen ik dit voor het eerst hoorde begreep ik
niet wat dat kon zijn! Het is echter niets an
ders dan een geboorteattest. Nu weet ik dat
sedert lang, ken het klappen van de zweep,
grijp gewichtig een der groote folianten
grijp ook wel eens de verkeerde; maar dat
doen mijn Zweedsche ambtsbroeders ook wel
en zoek op.
„Uw naam?"
Het zou niemand in Zweden in zijn hoofd
op'komen om ook tegen den allereenvoudig-
sten „Je naam" te zeggen. De Zweden zijn
buitengewoon beleefd. Eigenlijk spreekt men
maar zelden iemand met „u" aan. Dat kan
men doen in een winkel, maar zelfs daar
wordt het vaak vermeden. Men heeft mij
eens verteld, dat er voor jaren een „U"-ver-
eeniging is opgericht; een vereeniging van
menschen, die bedoelden propaganda te ma-
ken voor het gebruik van het woordje „u".
Wat er van die vereeniging geworden is,
weet ik niet. En of die nog bestaat dan wel
met, weet ik evenmin. Maar voor een paar
dagen was hier mijn collega's vader op be
zoek, een oude heer, die het woord „u" tot
mij een keer gebruikte. Het trof mij dadelijk
als iets yreemds. De beste man bedoelde het
waarschijnlijk als iets vriendelijks. Men doet
het nl., wanneer men elkaar beter kent. Maar
i>jc" gebruikt men alleen onder zeer goede
lcennissen.
Nu zal men vragen hoe men dan wel
|emand aanspreekt?, -
M endoet dat altijd in de derde persoon.
Laat ons aannemen, dat de man, die straks
voor me stond, Nilsson heet en winkelier is.
Dat zegt hij mij natuurlijk. Nu vraag ik wat
„mijnheer Nilsso" wensoht of wat de winke
lier" begeert. Ik kreeg eens een brief van een
„kennis". Die brief eind'igde ongeveer al-
dus. Hij hoopte, dat het „den dominee" goed
ging, deed de bartelijke groeten aan „den
dominee" en wanneer „de dominee" weer in
Zweden kwam, ?ou „de dominee" hartelfjk
welkom zijn. D'at was nu werkelijk yaa het
goede te veel.
Maar „de winkelier" wacht nog steeds. Hiji
heeft een geboortebewijs noodig. Ik heb mijn
groote boek en zoek onder de formulieren.
Voor alles en nog wat.
Een predikant bezit legio formulieren. Voor
alles en nog wat. Met behulp van het groote
boek, waarin alle gegevens opgeteekend
staan, en die kloppen met wat „de winkelier"
mij zegt, wordt nu een formulier ingevuld.
Maar nu? Efn snugger lezer en ik be-
grijp natuurlijk, dat al mijn lezers' snugger
zijn begrijpt, dat het nu spaak loopt. Ik
kan als buitenlander dat formulier wel in-
vullen. Dat kan de vrouw van de predikant
ook, en de meeste predikantsvrouwen doen
dat ook als manlief afwezig is. Maar een
Zweedsche pastoorske mag in het formulier
niet onderteekenen. En ik als buitenlander
natuurlijk heelemaal niet.
Doch geen nood. Mijn collega heeft, voor-
dat hij vertrok, eenige van de meest gebrui-
kelijke formulieren in bianco onderteekend.
Het loopt dus niet spaak. Het gaat zelfs best.
Ik viel in, mijn collega draagt de verantwoor-
ding, want zijn naam staat onder het docu
ment. Maar zijn verantwoording is niet
grooter dan, wanneer hij zelf alles invult. Ik
heb goedi gekeken. En „de winkelier" gaat
heen met het bewij-s, dat hij geboren is.
Het spijt me haast, dat i'k het niet mocht
onderteekenen.
Te getuigen, dat.iemand geboren is!
PRaST.
XIII. a
Massana. De havenstad van Eritrea*
Een rij van statige gebouwen langs de
kade, alle even hoog, alle twee verdiepingen,
alle met een galarij beneden, zoodat men in
de schaduw loopen kan, alle met een terras
boven over de geheele lengte van het huis.
Natuurlijik overal de Moorsche boog, vaak
ook de mooie kolommen met bewerkte kan-
teelen. Meest zijn het cafe's restaurants,
hotels, een bank, agentschap, scheepsprovian-
deerders en wat er meer bij een haven hoort.
Het begin ziet er dus goed uit. Maar daar-
achter: een puinhoop. De he lit der stad ligt
nog niet zoo als de vreeselijke aardbeving
van 1921 ze achtergelaten heeft. Men is aan
het opruimen of het gisteren gebeurd is. Hier
en daar is een complex lage inlandsche huis-
jes blijven staan, eigenlijk blijven hangen,
wat bijgewerkt, met balken gestut, dwars
over de straat, waar men nederig bukkend
onderdoor moet gaan. DaartussChen we melt
het van de begeerige koopers, die elkaar ver-
dringen in de nauwe straatjes, waar ieder
met zijn koopwaar buiten zit, omzwermd
door millioenen vliegen. Vele straatjes zijn
overdekt, soms met steengewelf, soms met
houtbouwsels net als in Geddah.
En het is een merkwaardig volkje dat hier
ronddwarrelt. Lalen wij beginnen aan de
kade. De Europeaan? Ja, die ziet er ook an
ders uit als op het Damrak. Tenue is lange
witte broek en wit hemd. Geen jas, geen das.
Meest loop je echter in khaki voetbalbroekje,
wit schillerhemd met korte mouwen, witte
sokken en lage schoenen. En dan natuurlijk
helmhoed, die als de zon op 't hoogst staat
een groot deel van het lichaam beschaduwt
en vaak donkere bril. Over het weinige dat
de dames dragen zal ik maar niet spreken,
mij dunkt nog minder dan op een gymnasium-
bal in Holland (mijn adres is American Ex
press Hornby Road, Bombay).
De meeste zeelui, koopvaarders, vissehers
en parelvisschers zijn Arabieren oi Abyssi-
niers. Ik geloof. dat die alleen verschillen in
kleur, althans de mannen. Ze noemen zich ook
Arabe. De meesten hebben een kroeskop, vele
een dun baardje, maar het is niet meer de
scherp gesneden bedouinenkop van den
overkant. Ze zijn ronder, smeuiger, gladder
in taal, beweging en uiterlijk. Kleeding tw e
beddelakens of zoo, het onderstc of te wel
lendenkleed vaak rood, liefst Schotsch, de
schoudierlap soms als gordel, soms als tul-
band, soms als alma-viva, maar altijd sierlijk
en schild.erachtig. De meesten diragen een
stok, liefst achter den nek, met beide handen
vastgehouden, een leuke'houding. De sjou-
werlui dragen natuurlijk van alles, afgedank-
te Europeanenkleeding meest. En nu de beau-
monde! Lange wijde witte broek, aan de en-
kels dichtgebonden, zoo iets als de souspan-
talon van onze boeren. Een hemd, hoe rijker
de baas, hoe langer zijn hemd, dat dan meest
buiten de broek gedragen wordt en emdelijk
in langen, wit geborduurden kaftan over-
gaat. Daarover heen vaak een- loshangend
Europeesch vest en het geheel gekroond door
een slappe grijze deukhoed, model 1803,
Types om uit te schilderen bij tienfallen. Een
ander keer een reus van een kerel, heelemaal
in t wit tot den tulband aan toe, git-zwarte
kop, op een vrceselijk klein ezeltje, zijn bee-
nen recht uitstekend om den grond niet te
raken.
En nu de vrouwen, dat is altijd een teer
punt, maar iedereen is het er over eens, dat
de juffrouw van het postzegelloket een snoes-
je is. Europeesch gekleed. Europeesch kapsel,
maar inlandsch mooie oogen en mooi figuur-
tje. Maarde stakker kan niet vermeniig-
vuldigen. Stei u voor, aan een postzegel
loket! en als het nu nog was 27 zegels van
3714 cent, maar neen, tien zegels van 5 cente-
simi, ken rig opgeteld, 5, 10, 15 enz. 10 X 10
dito. Ik had medelijden met de stakkerd. Maar
ze braeht het klaar, vol trots.
Daar bij de post krijg je van alles te zien.
Vele Abyssinische dames hebben de Euro-
peesche haardracht aangenomen. De inland
sche is ook wel heel merkwaardig. Boven
het voorhoofd een rij vlechtjes, dan een kam
van kroeshaar midden op't hoofd, aan weers-
kanten een groote pick kaalgeschoren en dan
weer tien tali en vlechtjes. Merkwaardig, dat
de Abyssinische man vrijwel het Arabieren-
type heeft behouden, terwijl de vrouw in ge-
laat en gestalte veel meer tot de negers na-
hppe^, plattp nyus, tot
vet worden, enz.
En dan de Mary's, de echte negervrouwen,
altijd haast in het rood, een dock om de
heupen en vaak een om de schouders. De
ouderen laten die thuis. Ze sdhijnen wel te
behooren tot de armste klassen. Ze vegen
langs de haven de gemorste gierstkorrels en
linzen bijeen en warmen en zeven uit den
treure, den heelen dag door om dan des
avonds met een paar pond eetwaar huis-
waarts t* keeren. Treurige gestalten zijn het
meest. Mager, gebogen, misvormd, maar, een
zilveren knoop in den neus, een bloedkoralen-
ketting over de verschrompelde borst, bree-
de ringen om de enkels of glazen kra.en om
den boveharm, en bovendien merkwaardige
en aard'ige amuletten, meest groene of blau-
we platte steenen met eigenaardige karakter-
teekens er ingegrift. Soms is er een jongere
vrouw bij met een kind op den rug gebon-
den, het leuke zwarte 'kopje alleen boven den
dock uit.
In de soekh, in de wimkelstraat, ziet men ze
hier en daar ook zittcn, om met een paar
doorboorde 9chelpjes en steentjes de toe-
komst te voorspellen. Enkelen verkoopen er
den inhoud: van hun kannetje koffie.
De winkels in den soekh zijn weer gildege-
wijs gerangschikt, alle pottebakkiers bijeen, 6
geidwisselaars op een rijtje, een heele straat
met voor el'ke deur een man aan de naai-
machine, want dat is hier mannenwerk, niet
alleen het dfaaien, zooals wij ook wel eens
moeten doen, maar de heele stikkerij. En ze
doen het netjes en goed. Verder wordt erg
veel zoetigheid aangeboden, veel1 besneden
parelmoerschelpen, bordjes, waaiers en mand-
jes van vlechtwerk, en natuurlijk halskettin-
gen en armbanden van de allergoedkoopste
soorten. Even verder de groote bazaars van
de Klingaleezen, Britsch-Indiers met een be
gin van een chineezensl'aartje, bij wie je alles
koopen kunt, voor de helft van den prijs die
ze eerst vragen.
Dat is de stad. Als voorsteden liggen daar-
bij een Abyssinier- en negerdorp, waarover
een volgenden keer.
Dr. W. G. N. VAN DER SLEEN.
Reehtzaken.
VOOR DEN AMSTERDAMSCHE
POLITIERECHTER.
In de zitting van Donderdag werden o. m.
dc volgende zaken behandeld
'n Oevaarlijk crediteur.
Indien een debiteur in gebreke blijft, is '1
een heel gewone zaak dat de crediteur hem
figuurlijk gesproken „eens aanport". Maar
als die crediteur 'n zoodanige handelwijze let
terlijk opvat en z'n slachtoffer ettelijke tan-
den uit den mond beukt, is de kans groot, dat
de politic en later de rechter er aan te pas
komcn.
Zoo gescihedde althans met een 25-jarig
los werkman, die als gevolg van eenige mani-
pulaties met een fiets de somma van 20 te
vorderen had van een 52-jarig machinist en
dat geld niet ,,k>s kon krijgen".
Weshalve hij den man op aange-
haalde wijze plaats der handeling: Ka-
dijksplein „murw" maakte en zich des-
wege hedenmiddag voor den politierechter,
mr. Servatius, te verantwoorden had.
„Jij gaat in de kist en ik in de gevange-
nis" -T- had verdachte den verbouwereertlen
debiteur nog toegevoegd.
Het O. M., mr. Van Lier, „vond dit geen
manier om te trachten het geld te innen" en
eischte 25 obete of 10 dagen hechtenis.
En mr. Servatius veroordeelde conform
den eisch.
„Beloonde" weldaad.
Een 20-jarig jongmensch, dat werkloos was
en thuis „niet te eten kreeg", was zoo dank-
baar ,toen hij door 'n vriend in diens woning
in de Kleine Kattenburgerstraat „gespij-
zigd" werd, dat-ie 'n week later „nag cs
aanliep" en 't briefje van 'n beleenden gou-
den ring van den schoorsteen stal, waarop
hij 't voorwerp voor 3 inloste, 't vcrvol-
gens bij 'n particuliere bank beleende voor
f 4, waarna hij 't nieuwe briefje aan 'n ken-
nis verkocht. En zich waarschijnlijk ,,'n heele
Piet" voelde.
Maar het O. M. bracht verdachte 't on-
dankbare van z'n handelwijze onder de oogen
en vorderde daarop 8 dagen gevangehis-
straf.
De politierechter vend verdaclite's daad
,,'n gemeene streek", maar wilde dit kt?r nog
geen, gevangenisstraf opleggen.
Zcodat't jongmensch 'r met 25 boete of
10 dagen hechtenis afkwam. 't Bedrag zal-ie
met 'n week werken kunnen betaien, want
hij heeft nu een baas gevonden. Alleen diens
naam wist-ie niet
Wraak en weerwraak.
In "n Amsterdamsche modezaax, waar ver-
schiiknde mcisjes werkzaam zijn, Was het
tusschen de eigenaresse en d'r dienstbode
niet bepaald pais en vree. Als de dienst-
maagd „de aardappelen opzette", zette me-
vrouw ze ,af, met als gevolg stagnatie in 't
bereiden van den middagpot, zoodat „beide
partijen" op't nuttigen van louter brood als
avondmaal aangewezen waren.
De politierechter zou -deze jeremiade en nog
vele andere, door de dienstbode in lange vol-
zinnen geuit, waarschijnlijk nimnier aange-
hoord hebben, ware het niet dat mevrouw op
zekeren dag in Juni in dolle woede ontstak;
d'r dieostbare hard aan de haren trok, bij d'r
keel greep en die keel met eenige bloedige
krabben „teekende". Weerwraak van me
vrouw op de wraak der dienstbode. Want deze
had aan de arbeids-inspectie geschreven, dat
mevrouw de meisjes in de modezaak overwerk
liet verrichten. Bij 'n onverwacht bezoek van
'n arbeidsinspectrice werd mevrouw schuldig
bevonden; in tegenwoordigheid van de triom-
feerende dienstmaagd, wier houding bij deze
gelegenheid't mevrouwtje dol maakte en haar
tot beschreven misliandeling dreef.
Daar het O. M. van oordeel was dat van
een patroon 't goede voorbeeld tegenover de
ondergeschikte moet uitgaan en mevrouw
„precies andersom" had gehandeld, meende
"hij een flinke geldboete te moeten vorderen.
Eisch: 30 boete of 15 dagen hechtenis.
Mr. Servatius noemde de houding der
dienstbode in deze kwestie „akelig". Dat ze.
omdat ze 't niet met haar patrones kon vin-
den, de Arbeidsinspectie waarschuwt, is een
laffe wraakneming. Dat iemand het Open-
baar Gezag van een strafbare handeling in
kennis stelt, is altijd goed; maar de wijze
waarop de dienstbode dit deed, is zeer te la-
ken, oordeelde hij. Doch ook mevrouw heeft
wa yer&ad getwadelden verdient straf.
Alleen het bedrag der boete vond de politie
rechter in dit geval te hoog, weshalve hij het
verminderde tot 10 boete of 5 dagen hech
tenis.
Oemengd nieuws.
AFSCHAFFING VAN DE
SPEELKAARTENBELASTING.
Een wetsontwerp is ingediend tot afschaf-
fing van de speelkaartenbelasting.
Blijkens de Memorie van Toelichting is de
met 1 Mei 1920 in werking getreden belas-
ting op speelkaarten in menig opzicht tegen-
gevallen. De opbrengst, die de Memorie van
Toelichting op 100.000's jaars meende te
mogen ramen, is geweest: in 1920
136.341.75; in 1921 75.140.25; jn 1922
76.049.91; in 1923 88.793.33; in 1924
107.046.26; in 1925 97.106.83; alzoo
veel minder dan men zich had voorgesteld.
Teleurstellend is het geweest, dat na 1922,
toen de voor de invoering der wetx dooi het
publiek opgedane voorraden verbruikt ge-
raakten, de opbrengst niet sterker is toegeno-
men.
Toch zou dit voor den Minister op zich zelf
nog geen reden zijn, een ontwerp tot afschaf-
fing dezer belasting in te dienen, zoo niet ge-
durende den jongsten tijd een verschijnsel
was ingetreden dat ingrijpen van den wetge-
ger hetzij in de eene, hetzij in de andere rich-
ting gebiedend noodzakelijk maakt.
De frauduleuzc invner van ongestempelde
spellen kaarten heeft allengs zulke afmenn-
gen aangenomen en een in die mate onbeud-
baren toestand geschapen, dat men slechts de
keuze heeft tusschen afschaffing der belas
ting of verscherping der bepalingen uie hare
heffing kunnen verzekeren. Tot in onze groote
steden toe worden thans de gesmokkelde on
gestempelde kaarten min of meer openlijk
rondgevent. In een der provinciesteden zijn in
een kort tijdbestek ongeveer 6000 ongestem
pelde spellen kaarten in beslag genomen, en
het is bekend, dat tc Amst. de heimelijke ver-
koop zulk een omvang heeft aangenomen, dat
door winkeliers over sterken achteruitgang
van hun debiet wordt geklaagd.
Verscherping der bepalingen, die de toepas-
sing der wet kunnen verzekeren, heeft een
ernstig punt van overweging uitgemaakt,
doch het denkbeeld is losgelaten, omdat hei
onjuist voorkwam, voor een ten slotte niet
groot financieel belang bepalingen in het le-
ven te roepen van een zoodanige scherpte, als
hier noodig zouden zijn; daaronder zouden
voorkomen uitbreiding van het recht van visi-
tatie der ambtenaren tot de tot woning die-
nende gedeelen van hotels, herbergen en an
dere in artikel 13 der wet bedoelde inrichtin-
gen, visitatie van marktstalletjes en kramen,
verbod van vervoer van ongestempelde spel
len kaarten zonder begeleidend document, dit
alles niet enkel in het terrein van toezicht
langs de grenzen, maar in het geheele land,
Handhaving van deze bepalingen zou bo
vendien of de ambtenaren van nuttiger werk
afhouden, 6f leiden tot aanstelling van nieu
we ambtenaren, wat in beide gevallen een gel-
delijk offer zou vergen, al zou dit waarschijn-
lijksche opbrengst der speelkaartenbelasting
opbrengst der belasting. De inningskosten
der belasting zouden daardoor echter tot «en
percentage van hare opbrengst stijgen dat ab-
normaal is.
Het is den Minister daarom voorgekomen
dat het beter is de heffing te staken, al moet
de schatkist dientengevolge zoowel de jaar-
als die van het daarmede samenhangend hoo-
gere invoerrecht op speelkaarten missen.
Indien dit laatste tot een recht van 8 pCt.
ad valorem wordt teruggebracht, laat zich het
voor de schatkist nadeelige verschil berekenen
op pl.m. 21000's jaars, zoodat met inbe-
grip van circa 100.000 aan speelkaartenbe
lasting de maatregel ongeveer 121.000
's jaars zal kosten.
In artikel 3 wordt bepaald dat de wet met
ingang van 1 Juli 1927 in werking zal tre-
den. In de toelichting op dit artikel wordt ge
zegd:
Daar het tot te veel omslag zou leiden in
dien bij de afschaffing van de belasting, voor
ongebruikte, doch reeds gestempelde spellen
de betaalde belasting moest worden terugge-
ven, wordt een voorstel in die richting niet
gedaan. In verband daarmede is intusschen
voor de afschaffing een termijn genomen z6o
ruim, dat de handel gelegenheid zal hebben
zich van voorraden gestempelde spellen te
ontdoen, voordat die afschaffing een feit
wordt.
DE BEGRAFENIS VAN J. KLOOTSEMA.
Onder groote belangstellmg had gister te
Doetinchem de ter aardebestelling plaats van
den heer J. Klootsema, in leven directeur van
het R. O. G. De Kruisberg te Doetinchem.
Te half twaalf werd in de kapel van het ge-
sticht een samenkomst met de verpleegden ge-
houden, waar het overlijden van den directeur
op passende wijze werd herdacht.
Te ruim half een zette de stoet zich in bewe-
weging, waarbij een rondgang werd gemaakt
over het plein voor het gesticht. Hier stonden
alle verpleegden opgesteld om hun directeur
een laatsten groet te brengen.
Op het kerkhof merkten wij o.m. op de hee-
ren mr. C. Scheltus, rgferendaris van het de
partement van justitie en chef van het Opvoe-
dingswezen; het geheele college van B. en W
van Doetinchem en verschillende raadsleden,
het college van toezicht op het gesticht De
Kruisberg, provisoren van het Gasthuisfonds,
geestelijken van alle gezindten.
Nadat de kist in de groeve was neergelaten
en een deputatie van verpleegden de vele
bloemstukken hierop had neergevlijd, trad
allereerst mr. Scheltus naar voren om na-
mens den Minister van Justitie hulde te bren
gen aan den arbeid van KlootSema, in wien
ons land een man van groote gaven en een
warm hart verliest.
Achtereenvolgens werd nog het woord ge-
voerd door de heeren: W. P. J. Duval Slot-
houwer, burgemeester van Doetinchem, na-
mens het gemeentebestuur en den raad van
toezicht op „De Kruisberg", W. J. Beek, ad-
junct-directeur namens het personeel, G. H
Honing van Amsterdam namens de Vereeni
ging van Directeuren aan Rijks- en Particu
liere Opvoedingsgestichten, namens Pro Ju-
ventute en namens de Centrale Vereeniging
van Chr. Phil. Instellingen; G. J. Wind, oud-
adjunct-directeur; H. P. J. Wensten, adjunct-
directeur, namens het Ned. Genootschap tot
zedelijke verbetering van gevangenen en na-
meas de verpleegden; J, B. Smeets, directeur
der fuchtschooi te Nmmegen; G. Pieters, ou3-
adjunct-directeur te Alkmaar en Doetinchem;
dr. G. W. Francken uit Zutfen namens de
hoogere graden der vrijmetselarij.
De heer Backer, uit Groningen, zwager
van den overledene, dankte voor de laatste
eer, den doode bewezen.
DE KONINGIN.
De Koningin zal Dinsdagmiddag a.s. 12
uur 35 te Den Haag terugkeeren.
VALSCHE BELASTINGMERKEN. T
Donderdag hebben twee Rotterdamscht
agenten een tweetal jongens aangehouden,
die valsche rijwielbelastingplaatjes op hun
fietsen hadden. De jongens zijn medegenomen
naar de Centrale Recherche, waar zij wisten
te vertellen, dat zij de plaatjes van een oom
hadden gekregen; deze op zijn beurt vertelde,
dat hij de belastingmerken door bemiddeling
van een kennis had ontvangen. Deze kennis
zou de plaatjes van een loodgieter uit de Al-
mondestraat hebben gekocht.
Een onderzoek in de loodgieterswerkplaate
had tot resultaat, dat een groote hoeveelhei#
koper-afval, blijkbaar afkomstig van vei^
vaardigde valsche R. W. B.-plaatjes werd ge
vonden. Ten overvloede werd nog een aantal
niet-bewerkte plaatjes in ae werkplaats ge
vonden.
Plaatjes en afval, benevens de pers, waar-
mede de plaatjes werden vervaardigd, zijn in
beslag genomende loodgieter werd in verze-'
kerde bewaring gesteld. Bij zijn verhoor be-
kende de aangehoudene, R. W. B.-plaatjes
voor 1925 en 1926 te hebben vervaardigd,
maar het zouden er slechts een paar honderd
geweest zijn. Later gaf hij echter toe, over de
beide jaren een paar duizend plaatjes te heb
ben gefabriceera.
Bij het onderzoek is ook aan het licht geko
men, dat een slager, die aan de Zaagmolen-
straat zijn zaak drijft, voor den loodgieter
plus minus 800 plaatjes heeft verkocht. Eeni-
gen tijd geleden is deze slager als verdacbt
van het verkoopen van valsche R. W. B.-
plaatjes in het Huis van Bewaring ingeslo
ten geweest; hij moest echter wegens gebrel
aan bewijs worden vrijgelaten. Thans is hij
wederom in bewaring gesteld. Uit zijn verkla-
ringen is bovendien gebleken, dat de loodgie
ter voor hem een goedkeuringsstempel voor
vleesch zou hebben vervaardigd.
Omtrent de ontdekking van de rijwielplaat-
jesfabriek kan nog het volgende gemeld wor
den:
De moeder van de gearresteerde jongens
vervoegde zich gister bij de recherche en ver-.
telde, dat haar jongens geen valsche rijwiel
belastingplaatjes op hun rijwielen hadden,
want dat ze zelf de plaatjes op het postkan-
toor aan den Goudschen singel gekocht had.
Dit blijkt echter niet juist te zijn. Nog kunnen
wij melden, dat de plaatjes vrij goed nage-
maakt zijn door den graveur de H.
MINISTER KAN TE BRUSSEL
De Minister van Binnenlandsche Zaken en
Landbouw, mr. J. B. Kan, bracht gister te
Brussel een bezoek aan het FIolland-Huis
waar hij een ontmoeting ha.d met den Belgi-
schen Minister van Landbouw,- den heei
Baels, met wien hij in deze Nederlandsche
instelling het noenmaal gebruikte.
INBRAAK.
Donderdagavond is in het pakhuis en het
kantoor van een wijnfirma aan de Wijnhaven
te Rotterdam ingebroken. De dieven hebben
zich waarschijnlijk latm insluiten. Uit het
kantoor werd f 300 vermist.
DE SOEBAN AJAM-ZAAK.
Bij de behandeling van de zaak tegen den
administrateur van de Soeban A jam, van der
Stok, zegt de heer Wiltraut, oud-assistent van
Kali Padang, dat de contractanten soms als
straf naakt te werk moesten worden gesteld.
Hij mo'est eens op last van bekl. toezicht hou-
den op mannen en vrouwen, die naakt werk-
ten Bekl. ontkent dit.
Get. weet niet, of bekl. de ontkleeding ge-
lastte. Hij bevestigt ook het geval, dat vier
vrouwen en een man gedurende 14 dagen
naakt in de wagenkamer werden opgesloten.
Hij weet echter niet of bekl. dit Moesa ge-
lastte. Bekl. herinnert zich de ontkleeding en
de bewuste opsluiting niet.
Bij de voortzetting van de behandeling ver-
klaarde de heer Wiltraut nog, dat hij eens een
kcelie op den grond vond liggen en bekl., die
uit dezelfde richting kwam, had hem gezegd:
„Ik heb niet hard geslagen, Hasim echtet
wel." De reden waarom die koelie was gesla
gen, was dat hij gedrost was, in welk geval
steels het ranselsysteem werd toegepast, be-
halve toen alle koelies gedrost waren. De pre
sident merkte toen op, dat waarschijnlijk bij
die gelegenheid handen te kort kwamen om te
si aan
DE VERDWIJNENDE MOLENS.
De groote watermolen in den Brekkenpol-
der, £elegen tusschen Lemmer en Sloten, is
deze week afgebroken, en heeft zijn plaats
moeten ruimen voor electrische drijfkracht.
In het wijde Friesche landschap doet het
thans ietwat vreemd aan dezen wachter teve-
geefs te zoeken. Het levendige is er geheel
door weggenomen en de omgeving ontsierd.
EEN HEUSCHE STOOMBOOT. "1
Het Hbl. schrijft:
Dondredagmiddag, bijna half twee voer een
boot, volgeladen met kinderen van naar schat-
ting 12 a 15 jaar door de Keizersgracht te
Amsterdam
Toen de boot onder de brug doorgleed,
ging het zoo zacht, alsof er stoommachine
noch motor in zat. Maar tal van broekjes
rookten lustig hun sigaretje, maar men kan
ook wijzen op de enquetes over rooken door
kinderen en het afkeuren dat de gelieders er
niet voor waken, dat de kinderen zitten te
dampen.
Elk zijn meug. Maar we dachten, dat men
tegenwoordig het rooken door kinderen nogal
3fkeUrt- :.,J 'Ailfc i
VERDRONKEN.
Te Venlo verdronk Donderdagavond bij Kef
baden in de Maas ter hoogte van Genooi een
18-jarige arbeider. OfsCboon de drenkeling
onmiddellijk op het droge werd gebracht en
uren lang kunstmatige ademhaling toegepast
werd, mocht men er niet in slagen de levens-
geesten op te wekken.
VOORLOOPIG MUZIEK GENOEO. T:
Uit een verhuisboel, welke op den Haarlem*
merdijk stond zijn tijdens het afladen ong*
.veer 1.25 gramophoonplaten ge&tolen. w