Alkmaarsche Gaurant
Geldkoningen.
Indische Kroniek.
PEIIILLETON.
EEN GOED
ZAKENMAN
ADVERTEERT IN DE
ALKMAARSCHE COURANT
as
Henderd Acht en Twlntigst® Jaargang.
Binsdag 27 Juli.
XVII.
Op reis! Naar de Preanger, de
koelte en de bergen tegen'! E&i
Indisch station. Indische treinen,
hun mriohting en bevolking. Nat
en roetzwart. Geien gelegenheid
voor een tukje.
Nu de lezeres en de lezer, die onder mijn
bescheiden leiding het schoone Insulinde be-
asoeken, gedurende zestien Kronieken in de
gioote Indische stad hebben rondgeneusd, a-1
net bezienswaardige van de stad en van het
etadsfieven, al het wetenswaardige van het
Jevejj (ter Europeanen in zich hebben opgeno-
joen, beginnen zij voorzoover de hitte dat
toelaat "n beetje rustelio6 te worden en zonder
dat zij het met zooveel woorden hebben ge-
xegd, heeft de gids begrepen, dat zij nu ein-
deHjk ook eens verder willen en dan liefst als
bet kan een beetjein de koelte. En daar
om wordt er op een goeden avond krijgsraad
gdhouden in de voorgalerij en wij besluiten
cm den volgenden dag dan maar op te bre-
ben en in gToote trekken stellen wij van ons
«%angswunt Batavia nu verder onzen
iwerftocht over Java vast. Maar a'ls verstan-
dige toeristen aan geen tijd gebooden noch
aan het keurslijf van een streng programma
gpreken wij af, dat wij weliswaar de groote
lljnen in het oog zullen houden doch onze
zwerftochten zullen afbreken en voortzetten
en uitbreiden of inkrimpen naar gelaiig de
omstanchgheden, onze stemimingen en de
schoonheid of belangrijkheid van een of an
dere streek of plek dat zulilen bepalen. Dit
naar genoegen vastgestelld zijnde, drinken
wij een laatsten ijskouden whiskeysoda en
gaan vroeg naar bed. Want wie in Indie
groote reizen maakt. doet goed vroeg op te
staan, niet slechts omdat ook de Indische
oiorgenstond goud in den mond heeft, maar
yooral omdat net de koelste uren van den dag
lijn en reizen in Indie een buitengewoon
warm vermaak is.
Zoo zijn we dus (fen volgenden ochtend
reeds voor dag en' dauw present op het sta
tion Koningsplein te WeUtevrecten, waar de
express gereed staat, die ons zal brengen
tjaar Bandoeng, de hoofdstad der Preanger
Regentschappen. Want met dit prachtige
ioogland, een der schoonste streken van Ja-
iya^ zullen we onze reis beginnen. En de koel-
tf, waarmaar de nieuwbakken Indisch gasten
zoo verlangen, zullen wij er eveneens vinden,
al zal het dan ook maar een betrekkelijke,
een Incfisdie koelte blijken.
Door de goede hulp van den hotelmandoer,
is onze bagage ingeschreven en hebben wij
aslf plaatsen belegd in een eerste klas com-
partiment. En de minuten voor het vertrek
gdbrtriken we om op het perrdn op en neer te
wandelen en ons bezig te houden met het le-
.vendige schouwS'pel van een groot Indisch
station. De inlander reist verbazend graag.
Het zitten in een vervoermiddel, vooral een
Westersch snel vervoermiddel, is voor hem
Op zich zelf reeds een vermaak. Daarom ge-
bruikt hij niet zielden zijn spaarpenningen,
of liever gezegd het contante geld in zijn zak,
dat meestal geen spaargeld, doch zijn loon
of een voorschot daarop is, om in auto's te
■rijden of nog liever, als bruin het kan trek
ken, een treinreis te maken. Het opzoeken
van een of ander ver familielid of van een of
anderen verren vriend is hem dan aanleiding
genoeg. Deihalve is het moeilijk uit te ma-
ken, wie er onder de bonte menigte van in-
landsohe reizigers, die het perron bevolken,
een zakenreis dan wel 'een plezierreis gaat
maken. En even moeilijk is het uit te maken,
iwie onder al die bruine breeders en zusters
nu of straks in een treio zullen stappen, dan
wel zfeh uitsluitend en alleen hier bevinden
om eenige uren of desnoods een halven dag
zoek te brengen in heerlijk nietsdoen, kijkend
naar aankomst en vertrek der treinen, zich
vermoeiend in het bont gewemel van reizi
gers, kooplieden en koelies, dan wel wie hier
zijn gekomen om af te halen dan wel af-
scheid te nemen van familie of kennissen en'
daaraan eveneens eenige uren van zalig lan-
terfanten te verbinden. Maar door dit alles
biedt het overvolle perron een zeer bont en
druk schouwspel, temeer, waar vooral e'e in-
landsehe zusteren, die op reis gaan, zich in
hun fraaiste en kleurigste baadjes plegen te
kleeden.
Tusachen dit bont gewemel, en wij zullen
jw aan elk tusschenstation terug vinden, loo-
Est de kooplieden met van alles en nog wat
ng <te treinen. Hier is het de fruitverkoo-
per, die den reizenden Kromo voor het laatst
Geautoriseerde vertalling naar het Engelsch
van E. Philips Oppeitheim
door W. M D. SpiesVan der Linden.
81
Vffgkia's groote oogen gingen wijder
open dan ooit. Haar lippen gingen van el-
kaar en haar prachtige tanden werden zicht-
baar. Een blosje kleurde haar wangen.
„Is dat-.werkelijk Stella?" riep zij uit.
Haar oom knikfe en wachtte toen even, om
een voorbijloopend maitre d'hote!1 een op-
dracht te geven.
„Ja!" heimam hij, „dat is Stella en dat is
de man, terwil'le van wien zij mij bestal."
Virginia was nog vol verbaziog.
„Maar u groette haar niet, toen zij binnen
kwam!" zeide zij. U knikte tegen den man,
maar van haar nam u geen notitie!"
„Ik ben niet van plan ooit meer notitie van
haar te nemen. Ik ben een goed vader, ik ge-
loof dat ik over het geheel niet kwaad ben,
maar er zijn dkgen, die ik niet vergeef en
die Ik in iemand van mijn eigen vleesch en
Woed nog minder vergeef dan in een
vreemde."
De klcur verdween uit haar gelaat.
Het lijkt mij vreeselijk", zei zij zacht.
„Wat den man betreft", vervolgde hij, „hij
is mijn vijand, hoewel hij alleen door een
toeval gevaarlijk voor mij kan worden. Wii
nog van een hanovol zijner geliefkoosde
vruchten voorziet, daar is het een net vrouw-
tje, dat met lange uithalen haar zoetigheid
aanprijst, in den vorm van koekjes, gebakken
pisang en zoute visch, van nog een andere
gestoomde rijst fn een pisangblad, zuurzoet
en tal van onbeschrijfbare llekkernijen, welker
aanblik u reeds doet huiveren. Dan is er nog
de limonade- en stroopjes-man, die zijn buf
fet aan een zwieperiden bamboestaak torst
en u naar believen van roode, groene, gele,
blauwe, mauve en rose siropen voorziet. Hun
trekreis is voor een inlander, maar ook voor
Chineezen en Arabieren niet compleet zonder
een groot aantal victualler die henn op aan-
gename wijze den tijd korten. De hoeveelheid
handbagage, die de inlander op reis mee-
neemt, is voor onze begrippen, enorm. Dit
spruit voornaunelijk voort uit het feit, dat hij
niet op reis gaat zonder zijn heeile hebben en
houden of althans het grootste deel daar-
van, en dat hij er geen koffers op na houdt,
doch de voorkeur geeft aan ontelbare pakjes
en pakken, manden en mandjes, dichtge-
knoopte doeken en volgepropte sarongs.
Daarom heeft de derde klasse of inlander-
afdeeling van elken trek ook meer van een
bivak van etende stammen. En de tweede
klasse, die het meest wordt gevuld door Chi
neezen, Arabieren en minder goed gesitueer-
de Indo's, vertoont in mkdere mate hetzelf-
de cachet. Men kan als Europeaan van eeni
ge standing in Indie dan ook nooit tnkder
dan eerste klas reizen, en ook daarin is men
niet afltijd gevrijwaard voor het gezelsehap
van rijike Chineezen, die er op het gebied
van eten en etrkken en spuwen en keel schra-
'pen en dergelijke andere denkbeelden op na
houden dan wij.
In de Engelsche kolonies gaat het anders.
Daar is het elken coloured gentleman, al is
hij nog zoo rijk of nog zulk een potentaat on
der Be zijnen, streng verboden om in de voor
Europeanen aangewezen wagens plaats te
nemen. Doet hij het toch, dan wordt hij des
noods hardhandig verwijderd. Dit behoort
bij de eigenaardigheden der Engelsche kolo-
nisatie-methodes. Over het voor en tegen der
•Hoillandsche en Engelsche methodes wil ik
op het oogenblik niet uitweiden. De Engel
sche waarborgt k elk geval dikwijls aange-
namer reizen.
Maar het vertreksignaal is gegeven en wij
hebben onze plaatsen opgezocht en het dhs,
na onze stofmantels te hebben aangetrokken,
gemakkelijk gemaakt. Hoe noodig die stof
mantels zijn, zal straks blijken. De Indische
treinen rijden op zoogenaamd smal spoor, de
wagens zijn derhallve niet zoo breed als de
Europeesche. Dit weerspiegelt zich in hun
bouw en inrichtng. Zij hebben evenals onze
D-wagens de ingangen aan voor- en achter
einde, maar de zijgang loopt ndet langs de
compartimenten aan dyi linker- of rechter-
buitenkant, doch middendoor als bij onze
tramtreinen. Elk compartiment bestaat uit
twee tegenover elkaar zich bevindende leeren
fauteuils aan de neenen kant van den door-
fauteuils aan den eenen kant van den door-
bank of canape voor drie personen, en wordt
van het naastgelegen compartiment gesched-
den door een klapaeurtje van ongeveer an-
derhailven meter hoogte. Onder de banken en
de fauteuils is plaats voor redelijk groote kof
fers. De ramen hebben drie verschillende slui-
tingen, namelijk met zware houten zonne-
blkden of jalouzieen, glazen ruiten en hor-
ren van zeer fijo blauwachtig traliewerk. De
horretjes worden practisch het meest ge-
bruikt, de ruiten allleen in tunnels. De groote
express-treinen, die de verbdndingen over
langen afstand onderhouden, hebben alle
restauratierijtuigen. Na donker of in elk ge
val kort daarna loopt er geen enkele In
dische trein, behalve natuurlijk in geval van
vertragingen.
Uitgezonderd natuurlijk het genot dat het
schoone en vooral in bergterrein steeds wis-
sellende landschap biedt, is het reizen per
trein in Indie lang geen onverdeeld genoe-
Van een rustig zitje en van een rustig
ikje is eigendijk geen sprake, want nauwe-
lijks heeft de trek zich goed en wel in bewe-
ging gezet, of door den loopgang begint een
soort van. processde, die pas bij het einde van
de reis tot stilstand' komt. Immers de Indi
sche treinreiziger, ook de Europeaan, heeft
aldoor behoefte aan verfrissching. En de di-
rectie der spoorwegen, die ook de restauratie-
wagens xpoliteert, profiteert daarvan op
handige wijze.
Zij heeft bij elken restauratiewagen een
staf van minstens een dozijn inlandsche be-
dienden k uniform, die de functie van kell-
ner vervulllen. En deze circuleeren. voortdu-
rend door den trek om bestellkgen k ont-
vangst te nemen en uit te voeren. En omi het
den reizigers nog makkelijker en de verlei-
ding nog grooter te maken, laat zij een1 deel
dezer bedienden ronddraven met groote pre-
senteerbladen vol koude dranken, zooals ijs,
sorbets, limonades, koude thee, ehz., enz.,
ook met bladen vol chocolade, hopjes, sinaas-
groeteh elkaar omdat wij vijanden zijn. Als
je wat meer ervaring hebt opgedaan, zal je
weten, dat dit de manier is waarop wij hier
ons spel spelen
Zij zweeg eenige minuten lang. Haar oom
wendde het hoofd om en oogentolikkeliik kwa-
men twee „maitres d'hotel en verscheidene
kellners toeschieten. Hij gaf even een op-
dracht en zond ze weg. Toen keek hij weer
naar zijtn nichtje, wier eetlust verdwenen
scheen.
„Vertel mij eens", zei hij, „wat scheelt er
aan, Virgkia?"
„Ik ben een beetje bang van u", zeidie zij
openhartig. Ik zou van iedereen een beetje
bang zijn, die op zoo'n manier over zijn eigen
dochter sprak."
Hij glimlachte stil.
„Je hebt de eigenschap", zei hij, „die ik
het meest k jouw sexe bewonder en die het
minste vooikomt. Je bent oprecht. Je komt
uit een kleke wereld, waar het gevoel het
leveo beheerschit. Dat is bier niet het geval.
Ik ben, geloof ik, niet kwaad, maar daarbfj
ben ik rechtvaardig. Mijn dochter bedroog.
mij en voor bedtrog ben ilk geen vergiffends.
Vind je me nu nog wreed, Virgkia?"
„Ik weet het niet", antwoord'de zij open
hartig. „Ziet u, ik heb in de kranten over u
gelezen en toen moeder me zei, dat ik naar
u toe zou gaan, was ik vreeselijk bang. Zoo-
dra ik u zag, vond ik u een heel ander
mensch, en nu ben ik weer bang!"
„Ach", zuchtte hij, „die vreeselijke pers
hier! Zij schreven zeker, dat ik hard en ge-
wetenloos ben, zonder genade, een soort geld-
appels, cigaretten, sigaren enz., enz. Dit
doorloopende verkeer wordt aangevuld door
een stroom van reizigers, die den trein door-
wandelen van en naar bekende en onbekende
doelen. Een Indisch reiziger kan bliikbaar
moeilijik stil zitten, heeft een dringende be
hoefte om zich te vertredea, wat door de lan
ge trajecten ook verklaarbaar is. Maar deze
onafgebroken stoet van voorbijgangers doet
telkens de tusscEen de verschillende compar
timenten aanwezige Singaporedeurtjes open
en dichtzwaaien, trapt u met of zonder
„pardon" op de teenen en leidt daardoor hon-
derdmaal k het uur uwe aandacht af van het
begonnen boek of erger nog stoort u
opeloos k het voorgenomen tukje.
En nu blijkt U ook alras het nut van uwen
stofmantel. Want de Indische locomotieven
worden niet gestookt met steenkool maar met
hout, en daardoor braakt de schoorsteen een
onafgebroken pdkzwarten rook van verbran-
de houtskool uit, die ook bij lange na niet door
het fijne vlechtwerk der horretjes woedt ge-
weerd. Vandaar dat de compartimenten wefl-
dra bezwangerd zijn met duizenden fijne
roetdeeltjes en ettelijke malen tijdens de reis
een treinbediende u komt storen om met een
voohtigen lap banken en fauteuils te reinigen
van de dikke roetlaag, die zich daarop heeft
vergaard. Men vergete bovendien niet, dat
het in de Indische treinen, zoodra de zon
daarop, hoe vroe,
uren heeft
welke hitte
derhalve ooit in uw leven hevig hebt getrans-
pireerd, dan doet gij het k een Indischen
trein. Gij voelt uw hemd nat worden, daarna
uw jas, daarna uw stofjas, uw zakdoek en
uw drie reserve dito's kunt ge na verloop van
tijd uitwringen en deze vochtigheid gepaard
aan den voortdurenden toevoer van houtskooll
doen grondig hun werk. Laat derhalve on-
danks uw stofjas elke illusie varen aangaan-
de uw uiterlijk, als gij het einde uwer reis
hebt bereikt. Alleen een zeer grondig bad met
heel veel zeep en de waschman kunnen dan.
verbetering brengen.
Ter afwiseling van de reis en omdat een
Indischman nu eemmaal altijd eet en drinkt
ails hij er kans toe ziet, laat ge ook den res-
taurantiewagen niet onbezocht en daar con-
sumeert ge den traditoneelen Indischen trein-
kost, namelijk massi goreng met veel spece-
rijen plus een of meerdere flesschen ijskoud
bier. Daarna transpireert ge in een tempo,
dat ver de maximumsnelheid overschrijdit en
beter als „druipen" kan worden betiteld.
Maar dit alles zijn zeer materieele bijzon-
derheden en ik dien niet te vergeten, dat ik
op reis ben met de geachte lezeres en den ge-
achten lezer, die voor het eerst Insullinde
aanschouwen en die zich noch door hitte
noch door houtskool noch door ijskoud bier
van meer idefiele belangstelling laten af-
houden.
Daarom in een volgende Koniek het een en
ander over wat er buiten den voortsnelilenden
trein valt op te merken, het Indische land, de
geweldige tropische natuur. D. B
Gemengd Nienws
DOOR DE MACHINE GEDOOD.
Vrijdagavond omstreeks 11 uur is k de fa-
briek der firma Jannkk, Haaksberger-
straat te Enschede, de arbeider Langkamp
dood bij een machke gevonden. Hij had een
gapende wonde aan het hoofd. De ongeluk-
loge is met de machine in aanraking gekomen
en tengevoflge daarvan gedood.
EEN DOLLE STIER.
Vrijdagavond holde op den Stationsweg te
Roosendaal een stier, die uit een weide was
losgebroken. Met den kop omlaag stormde't
dier op een kkderwagen toe, welke omver
werd geworpen, waardoor het kind op de
straat terecht kwam. Gelukkig echter bleven
moeder en kind ongedeerd. Vervolgens rende
het beest naar het Stationsplein, waar het
publiek een heenkomen zocht door in allerijl
op en over de hekken van de spoorbaan te
klimmen. Het geluk wilde nu, dat er een boer
aankwam met een koe, die men in de nabij-
heid van het woeste beest wist te brengen,
dat nu wat tot kallmte kwam en zich ten slotte
door zijn begeleidera Het vangen..
OVERREDEN.
Gisternriddag is in het Gem. Ziekenhuis te
Amsterdam overleden een 76-jarige dame, die
Zondagmiddag j.l. in de Valeriustraat tenge-
volge van onvoorzichtig oversteken van den
weg, door de tram overreden was.
DE PARAATHEID ON1ZER RUITERIJ.
Het Tweede-Kamerlid, dr. De Visser, heeft
aan den mkister van Oorlog het volgende ge-
vraagd.:
Is er grond voor de k de pers vermelde ge-
ruchten over een aanstaande verzwakking
van de vredessamenstelling der cavalerie met
200 paarden?
Indien deze berichten juist zijn, is dan een
zoo belangrijke vermindering van de paraat-
maakmachine en zoo meer. Vind je dat ik er
zoo uitzie, Virgkia?"
„Heelemaal niet", antwoordde zij.
„Je zult me na een jaar zoowat, dienk ik,
beter kenmen", zei hij. „Als je goede vrien-
den met mij wilt blijven, zijn er twee dkgen,
waar je aan moet deniken en die ik van je ver-
wacht. Het eene is volkomen, onvoorwaarde-
lijke gehoorzaamheid en het andere is vol
komen, onkreukbare eeriijkheid. Je zult nooit,
denk ik, reden hebben je over mij te bekla-
gen, als je die twee dkgen onthoudt."
„Ik zal het probeeren", zeide zij zacht.
Haar gedachten vlogen plotseling terug
naar haar klek, armelijk tehuis, vanv/aar zij
met zulke hooge verwachtkgee hier gekomen
was. Zij d'acht aan de opwkding, die de
brief van haar oom veroorzaakt had, de
hoop, die haar uitgeputte, overwerkte vader
er dp gebouwd had, de ploteelinge, bijna
siddorende vreugd, die op het suiale, afge-
tobde gezicht van haar moeder was verSche-
nen. Haar eerste proefje van weelde-leven
bracht haar plotseling dien onafgebroken
sfcrijd om het bestaan voor oogen, onopge-
smukt k al zijn erbarmelijke wreedheid en
het scheen haar opeens toe, of zij er daar-
ginds nooit uit loskwamen, jaar-in, jaar-uit.
Zij huiverdfe even, terwijl zij aan hen alien
daarginds dlacht, huiverdte van angst, dat
zij niet slagen zou, nu de kans haar geboden
werd, hen te kunnen helpen. Volkomen ge
hoorzaamheid, volkomen eeriijkheid! Als er
niets andere van haar verlangd weidi dan
deze beide, zou zij het volbrengen, daar was
zij zeker van.
STELT ALLES IN HET WERK OM ZIJN
OMZET STEEDS HOOGER OP TE VOE
REN.-ZEER ZEKER ZAL Hid DE PUBLI-
CITEIT VAN EEN ZEER VEEL GELEZEN
DAGBLAD ONONTBEERLIJK WETEN. -
NEEMT DIT EENS IN OVERWEGING EN
SLUIT EEN REGELCONTRACT BIJ DE
ALKMAARSCHE COURANT. DIE IN ALLE
KRINGEN HAAR LEZERS TELT.
=sas±=3H£
heid van onze ruiterij gegrond op de instem-
ming van de legerautoriteiten en getoetst aan
de eischen van eventueel te verleenen militai-
ren bijstand?
Is, eveneens in de verondersteliing, dat de
genoemde geruchten in hoofdzaak juist zijn,
de minister van Oorlog bereid, in verband
met de door hem in de Tweede Kamer gedane
toezegging, geen uitvoering, hetzij organiek,
hetzij budgetair, aan een zoo belangrijke wij-
gizing te geven, voordat de Volksvertegen-
woordiging er van heeft kunen kennis nemen
en er haar oordeel over heeft kunnen uitspre-
ken?
BRANDSTICHTING.
De reehtbank te Assen veroordeelde M. W
van H., verpleegde te Veenhuizen, thans gede-
tineerd, wegens brandstichting tot een jaar
gevangenisstraf, met aftrek der preventieve
hechtenis. De eischvan het O. M. was 2 jaar
gevangenisstraf.
„DE STER IN H'ET OOSTEN".
Men schrijft uit Ommen aan het Hbl.:
Nadat Zaterdagmiddag de heer Krisna-
murti enthousiast ingehaaild was in het
kamp, was Zondagmorgen alles in gereed-
heid gebracht voor de ontvangst van den
stroom van bezoekers, die verwacht werd
wegens de rede van dr. Annie Besant. De
toeloop van niet-leden van het congres viel
echter tegen.
Dr. Annie Besant hield in het Engelsch
haar rede in de' groote vergadertent. De
eereplaats op het podium nam Krishnamurti
in. Ondanks veler verwachting sprak hij
niet. De bisschop van de Lib. Katholieke
Kerk Wedgewood woond-e in ambtsgewaad
de bijeenkomst bij.
Aan het einde van haar redevoering sprak
mevr. Besant ongeveer als volgt:
Laat de menschheid bedenken dat er in
werkelijkheid niets is, dat ons innerlijk inder-
daad treft, dat werkelijk hartbrekend is;
niets dat het leven kan vernietigen. Er be
staat slechts een kracht, de vereeniging van
Wijsheid en Liefde. Heeft de mensch den top
van den ladder bereikt, dan voelt hij dat de
Christus in hem geboren is, en voelt hij dat
het leven de gTootste zegen is, dien zelfs
God kan geven.
De rede werd in het Fransch, Duitsch en
Nederlandsch vertaald. Voor de bezoekers
was het een groote teleursteiliing, dat het
eigenlijke 'kamp niet voor hen toegankelijk
was. Vooral interessant is hierirl het z.g.
kampvuur. Binnen in een groote open ruimte
is een groote vuurplaats, waarom heen tien
rijen banken, vervaardigd uit gekloofde den-
nenstammen, waardoor een amphitheater
ontstaat van een dertig meter middenlengte.
Aan eene zijde is deze ring van banken on-
Een boodschappen-jongen werd binnen
gela>ten en gaf een brief aan haar oom.
Hij las hem en verscheurde hem onmiddel-
I'ijk daarop.
„Er is geen antwoord", zei hij.
De jongen protesteerde.
„Ik moest op antwoord wachten. Die me-
neer zei dat het d'ringend was. Ik moest u
zoeken tot ik u vond en in ieder geval een
antwoord meebrengen."
„Hoeveel", vroeg Phineas E>uge, „zou je
krijgen als je een antwoord' meebracht?"
„Die meneer beloofde me een dollar",
antwoordde de jongen.
Duge stak zijn hand in zijn zak.
„Hier heb je er twee", zei hij, „ga nu da-
delijk heen. Er is geen antwoord en daar-
mee uit. Je kunt aan Mr. Hamilton vertellen
dat ik dat gezegd heb."
De jongen ging weg. Phineas keek naar
Virginia en gl'imlachte.
„Dat is de manier, waarop wij ons voor
fcleine ergernissen moeten vrijwaren", zei hij.
„Het is altijd maar hetzelfde dollars, dol
lars, dollars! Die jongen heeft het handig
fctaargespeeld' om binnen te komen. Als wij
hier weggaan, zal je zien dat er minstens
een half aozijn liu staan te wachten om mij
te spreken te krijgen. Er zal naar verschil
lende plaatsen in d:e stad getelefoneerd zijn,
dat ik vanavond hier dineer. Ik kan hiervan-
daar twee reporters bij den uitgang zien
staan. Zij wachten op mij."
Zij keek vol belangstelling naar hem.
„Maar waarom?" vroeg zij verlegen.
„0, dat is alleen van wege de geldmarkt,
derbroken, en uit zware boomstammen is
daar een troon gebouwd. Electrische lichtlei-
dingen loopen naar dezen troon en naar twee
platvormen ter weerszijden daaiwan.
's Avonds ontsteken Hindoos op de Vuur
plaats een groot kampvuur. Onder gezang,
begeleid door een piano, nemen hier de con-
gressisten 's avonds plaats om bij de fan-
tastische verlichting.van het vuur en de lich-
ten te luisteren naar de toespraken, die iede-
ren avond door de leiders gehouden worden
Het voornaamste congreswerk bestaat uit be-
sprekingen der verschillende landelijke com-
missien en der onder-afdeelingen zooals voor
geheel-onthouding, dierenbescherming, enz.
De congressisten die hieraan geen deel heb
ben, vullen hun dag met zwemmen, wandelen
en andere sport.
DIEFSTAL OP K'LAARLICHTEN DAG.
Bij den heer D. aan de Bakkerswagenlaan
te Wassenaar is, op klaarlichten dag, terwijl
de bewoners afwezig waren, ingebroken. De
dieven hebben daartoe een ruit uitgesneden
en door het omdraaien van de espagnolet de
achterkamerdeur geopend. Alle kasten en la
den werden overhoop gehaald Er werd ver-
mist een portemonnaie met 110, een stel
zilveren lepels en vorken, een gouden hor
loge en eenige andere voorwerpen van goud
en zilver.
RUPSENPLAAG IN AMST'ERDAM.
De iepeboomen langs Heerengracht en
Keizersgracht bij de N. Spiegelstraat te Am
sterdam zijn voor een groot deel van hun
bladertooi beroofd. Men ziet de voorbijgan
gers met een meewarigen blik naar de bla-
derlooze kruinen kijken en sommigen mom-
pelen met eenige aarzeling iets van iepen-
ziekte, niets aan te doen.
Hetgeen een ietwat al te sombere diagnose
is, want deze boomen zijn niet aangetast door
de onnaspeurlijke iepenziekte, welks beeld
trouwens geheel anders is, doch ze worden
of zijn kaalgevreten door de vraatzuchtige
ringelrups, welks vlinders bij honderden
haar eitjes legt, waardoor de bestrijding van
dit ongedierte n.l. door het groote aantal
buitengewoon moeilijk is in de practijk
Het beste is en „Beplantingen" legt zich
daar ook op toe om de rupsen voor hun
metamorphose tot pop, te vernietigen, er ko
men dan geen vlinders en dus geen eitjes en
nieuwe rupsen.
Deze vernietiging wordt bewerkstelligd
door krachtige bespuiting, maar niemand
kan er natuurlijk voor zorgen, dat geen
enkele in leven blijft.
De boomen zien er voor *t oogenbli'k wel
troosteloos-kaal uit, maar reden tot ongerust-
heid over hun voortleven bestaat er niet. Het
regeneratievermogen der iepen is wel zoo
groot, dat ze er gemakkelijk overheen komen
DE GEVOLGE'N VAN ONWEER
Te Smallebrugge onder Woudsend is de
boerderij, bewoond door U. van der Kooi,
door den bliksem getroffen en afgebrand.
Te Oudega werd een poldermolen door het
hemelvuur getroffen en brandde af.
Op Roodhuis onder Oosterend is de boer
derij, bewoond door Fr. de Boer, door den
blilcserfi getroffen en afgebrand.
Te Medemblik is Zaterdagavohd de blik-
.sem ingeslagen in het pas nieuwgebouwde
huis van H. Geusebroelc, terwij'l het gezin
van vier personen Juist aan tafel zat. Het
perceel beliep groote schade, de schoorsteen
werd verbrijzeld en vele dakpannen kwamen
naar omlaag; de achtermuur scheurde van
een. De bewoners bleven gespaard en er ont-
stond geen brand.
Tijdens een onweder is Zaterdag de blik
sem in een tramrijtuig van lijn 3 te Utrecht
geslagen. Er ontstond een begin van brand,
dat spoedig gebluscht werd.
Mijn manipulaties van de laatste dagen be-
■grijpen de menschen niet. Zij weten niet, hoe
zij het met mij hebben en de Pers kan mijn
handelwijze niet verklaren; daarom, zooals
je ziet, houden zij mij in het oog. Je hoorde,
wat ik zei", vroeg hij plotseling, „over die
twee dingen, gehoorzaamheid en eeriijk
heid?"
„Ja", antwoordde zi,.
„Men zegt", hernam hij, „dat een wijs
mensch niemand vertrouwt, Ik ben het daar
niet mee eens. Er zijn tijden, dat men iemand
noodig heeft, die men vertrouwen kan. Je
moeder en je vader waren zoo eerlijk als een
mensch zijn kan, wat ook hun andere gebre-
ken waren. Jouw gezicht bevalt mij. Ik ge
loof dat jij ook eerlijk bent."
„U moet bedenken", zei zij lachend, „daf
ilk nooit in de verzoeking geweest ben."
„Zij zouden je geen bod voor je eeriijk
heid kunnen doen, waar ik niet boven kon
bieden. Ik ben van plan je te vertrouwen, Vir
ginia. Ik ben soms gevikkeld in transacties,
waar zelfs mijn secretarissen niets van af
weten. Jij alleen zult in het vervolg mijn ver
trouwen hebben. Ik denk mijn kind, dat wij
goed met elkaar op zullen kunnen schieten.
Ik ben niet van plan, je een groote sorn geld
te geven, omdat je niet zoudt weten, wat je
er mee moest doen, maar zoo lang je hier
blijft en mij van dienst bent op de wijze, die
ik zal aangeven, wil ik je familie in Wellham
steunen, iets, wat ik eigenlijik al lang had
moeten dcen.
(Wordt vervolgd)
No. 174
1926
r 11 'f s
hebt U reeds na 1 ol Z maai met de
heerlyk verfrisschende CblorOdODt
Tandpasta gepoetst te hebben.
Eischt verpakking met
rood-wit-blauwen band
I gr. tnbe 50 cent, kl. tnbe 30 cent. I
»n«\