Atkmaarsche Courant Geldkoningen. a a a a a a a a a a a a a a a a a Met Dr. Van der Sleen op reis. FEUILLETON. Brieyen nit Weenen. IB B- Ifo. 193 1926 Hondsrd Acht en Twintigste Jaargang. Woensdag 18 Augustus. TOELATING VAN LEERLINGEN TOT DE PARALLEL-EERSTE KLASSE DER GEMEENTESCHO'LEN NRS. 6 EN 9. BUR GE MEESTE'R en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene ken- nis dat de MOGELI JK'HE ID bestaat dat nog eenige leerlingen toegelaten kunnen wor- den tot ae parallel-eerste klasse der Gemeen- teschool nr. 6 aan de Snaarmanslaan, on- der te brengen in een lokaal der U. L. School voor jongens en meisjes aan de Kre- lagestraat, en tot de parallel-eerste klasse der Gemeenteschool nr. 9 aan de Bleekerskade R ochdalekwar tier Bovenstaande klassen vangen op 1 Sep tember e.k. aan. De kinderen moeten, om toegelaten te kunnen worden, uiterlijk 28 Februaxi 1927 den 6-jarigen leeftijd bereiken. Geboortebewijs (eventueel trouwboekje) en inentingsbewijs moeten worden medege- bracht. De aangifte van leerlingen uit ANDERE GEMEENTEN1 moet plaats hebben bdj het bestuur der gemeente van inwoning De aangifte tot toelating kan plaats heb ben TER GE M E ENTE-SECRETARIEaf- deeling Onderwijs, en wel op VRIJDAG 20 AUGUSTUS e.k., van des namiddags 3—5 /uur. Alkmaar, 17 Augustus 1926. S Burgemeester en Wethouders voornoemd, f A. F. THOMSEN, lo.-Burgemeester. A. KOELMA, Secretaris SLUITINGSUUR KERMIS 1926. VOOR CAFe'S ENZ. 'Als SLUITINGSUUR voor de kermis, cafe's en andere inrichtingen is vastgesteld: van 21 tot en met 27 AUGUSTUS 1926 tot des nachts 1 uur en van 28 tot en met 29 AUGUSTUS 1926 tot des nachts 2 uur. GEVONDEN VOORWERPEN. Aanwezig aan het Bureau van Politie, Langestraat, en aldaar als gevonden gedepo- neerd op 13, 14, 15 en 16 Augustus: Een R. K. kerkboekje; een sigarettenpijp een notitleboekjeeen portemonnaie; een be lastingplaatjeeen damestaschje; een vermoe delijk gouden broche; benevens diverse sleu fds, mantelbanden en hatvdschoenen. Aanwezig en te bevragen bij de navolgende ingezetenen, onderstaande voorwerpen, als gevonden aangegeven op 13, 14, 15 en 16 Augustus: Een pakje, inh. scheermes enz., P. Kes, K1 Nieuwland 5; een ceintuur, B. Meotema Langestraat 36; een poesje, Haaikman. Boter- straat; een portemonnaie met inhoud C. Slen- gers, Akerslaan 23; een portemonnaie met inhoud, A. Volgere, Keetgracht 6een rijwiel belastingmerk, P. v. d. Meer, Kweerenpad; een jonge bruine hond, J. Reijne, Snaarmans laan 109; een gouden ring (gemerkt), W. Harsevoort, Trompstraat 4; een rijwielbelas- tingmerk, F. Hink, Tuinstraat 4; een gabar dine regenmantel, C. Peperkamp, Lindegracht 43a; een zilveren rozenkrans, F. Veer, Zout- straat 2; een vulpen, S. Soup, Wagemakers- sftraat 13; een vermoed&'ijlk zilveren heeren- horloge, B. Blokdijk, Kennemerstraatweg 72; een portemonnaie met inhoud, P. Grondsma, Rapjeskuil: een rijwielbelastingmerk, C. Blee- ker, St. Jacobstraat; een rijwielbelasting- merlc, C. Koreman, Achterstraat 29 een moer van een wagen, J. Ditsel, Rochdalestraat 21 een knipmes, N. Adolf, Eikelenbergstraat 25. Wanneer men weder in het bezit is van het verloren voorwerp, wordt men verzocht hiervan kennis te geven aan helt Bureau van Politie. De Blue Band-reis maar Zwitserland. K Flflelen, 14 Aug. De leiders hebben Piet, den Schiedamschen gangmaker, een weinig tegen zichzelf in be scherming moeten nemen, Hij zou het slacht offer van zijn eigen grappen geworden zijn; telkens, langs den weg en op de boot, vorm den zich groepjes uit de andere jongelui om hem heen en Piet scheen het miet moe te wor den hen te vermaken. Intusschen ondervonc de vrij nerveuse jonge® de zorgen van het voorrecht, onder de massa een uitblinker te zijn al is het dan maar in de grappigiheid Hij blijkt niet de eenige, die af en toe eens* geremd moet worden, al zijn de amderen te voortvarend in anderen geest: zoo'n groote troep beweegt zich naar den zin van sommi- gen wat traag; de leiders gaan niet van de gewone wandelwegen, ferwijil die voortvarenden liever de kleine paadjes zouden willen af- en Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch van E. Philips Oppenheim door W. M D. Spies—Van der Linden. £2) HOOFDSTUK XIV. Stella blijft onvermurwbaar. Littleson bereikte Stella's hotel juist op tijc om te zien, dat de hall vol stond met haar koffers en dat zijzelf, in donker reiskleeren en zwaar gesluierd, bezig was afscheid te nemen van den hotelhouder. Hij liep haastig op haar toe. „Ik schijn juist op tijd te zijn, juffrouw Duge", zei hij, „gaat u vertrekken?" „Ja, ik ga vertrekken", zeide zij, moest u me spreken Haar manier van doen bracht hem eenigszins van zijn stuk. Hij bedacht echter, dat heel wat menschen konden hooren, wat ze zeiden en dat zij er verstandig aan deed, voorzichtig te zijn. „Hebt u een oogenblik voor mij?" vroeg hij, „ergens waar we alleen zijn?" Zij bracht hem naar 'n zitkamer, waar ge- lukkig niemand was. „Nu", zeide zij, voortgaande haar hanc- tchoenen aan te trekken, „wat wenscht u, iffltnen; 3at is op 3eze vrij groole fioog- te-verschillen eenigszins gevaarlijk; daarom is deze afwijking taboedaarbij komt, dat op deze wijze voor een onervaren klimmer de tocht veel te vermoeiend zou worden op den duur. Vrijdag, toen zij op den Rigi-Kulm wa- ren geweest waar het bergspoortje hen ge- bradit had, trachtten 'n paar van 't gezel- sohap eenige malen op eigen gelegenheid de aMaling te ondernemen. Ze werden onmid- dellijk opgemerkt door den man in de achter- loede, die het signaal gaf waarmee ze met vriendelijken, doch niet af te wijzen aandrang werden uitgenoodigd zich weer bij de tro.p te voegen. Hetgeen ze dlilrect deden; de stem ming was prachtig, na het meer dan verruk- kelijke uitzicht, dat ze hadden genoten van den Rigi af en de voortreffelijke lunch in het groote hotel op den top, waar toevallig nog een ander talirijk gezelschap Hollanders werd gespijzigd. Het was een bijzondere dag, zoo helder als de Zwi+sers maar weinig ken- nen; daardoor kwam het uitzicht tot ver aeh- ter Luzern vrij, en het verloop van het heele Vierwoudstedenmeer behalve het gedeelte achter den Rigi; aan den anderen kant stond praditig tegen de blauwe lncht de besneeuw- de rug van het Bemer-Oberland. Op den te- rugtocht over het meer, van Weggis af, kon den de jongelui van de avondtinten genieten, een genoegen, dat slechts in zeer lichte mate en alleen op het eind getemperd werd door het verlangen naar tafel. Om kwart na acht werden ze opgevangen door het bedienend personeel van de vier hotels, dat de handen vol kreeg met aandragen, en dat eerst ver- laasd, maar tenslotte geamuseerd bleek door de merkwaardige hoeveelheden, die de jon gens en meisjes konden verwerken. Gisteren, Zaterdag, was allies consequent het tegenovergestelde. Met den trein den an deren kant uit, tot Gosehenen, en vandaar door den SchoMenenschlucht, den grooten weg naar Italic langs, tusschen de hooge ber- gen door, naar Andermatt, een niet vermoei- ende klimpartij, waarbii o.a. Piet een buiten- gewone belangstelliing aan den dag legde voor allerlei soorten steenen. Op het laatst had hij een zoo wichtige verzameling, dat rij zich voor het verdere tot kijken moest be- palen. In het bijzonder voor de DuivelSbrug, waar de Reuss brulend en kokendi omlaag komt en de leikleurige bergwanden steil staan als ontzaglijke muren, waar bijna geen groen is en nog altijd de sinistere herin- nering schijnt te heerschen van dden vreese- lijke slag, waarin de Russische Generaal Su- waroff het leger van Napoleon tegenhield, zij kwamen sterk onder den indruk van het mo nument, dat in de rotsen is uitgehouwen. Als om de ver bee lding wat te hulp te komen met betrekking tot den slag zagen de jongelui op den terugweg een paar mitrailleuT-afdeelm- gen gepakt en gezakt, terugkomend van een oefening. Het weer hield zich ook Zaterdag buitenge- woon, maar vanavond moesten de jonge gas- ten wat vroeger thuis zijn, vanwege den feestavond1 in hotel Sternen. Die is goed ge slaagd, vooral wanneer men in aanmerkiog neemt, dat de jongelui zelf het programma vulden met muziek, zang en voordracht, ter- wijl er geen tijd van voorbereiding gevonden had kunnen worden; vooral de muziefcnum mers waren een verrassing. Op hun verzoek woonden enkele vreemdelingen, die dit Hol- landsche gezelschap vanmiddag in den trein had hooren zingen, den feestavond bij. Ze bleven er opzettelijk den nacht in Fliielen voor over en ze hebben zich best geamu seerd. De jongens en meisjes boden de leidsters en leiders cadeaux aan, waarbij een van hen hartelijk dankte voor de prettige dagen. Een meisje uit Apeldoom, met den weinig poeti- schen maar karakteristieken bijnaam Puck, stelde voor een telegram van dank te zenden aan de directie der N.V. van den Bergh's Fa brieken, een voorstel, dat stormachtigen bij- val uitlobte. Alls 'heritonering aan deze reis werd door den heer van Rees, reclame-chef van de firma, aan alien een artistiek door Be geer geslagen gedenfcpetming namens de fa- briek aangeboden. VI. VlucM uit Weenen. Klosternea- burg: het zwem-dorado. Paradi/s- promenade. Kermis aan den Donau, Weenen, begin Augustus. Wat Scheveningen voor den H teekent, dat is Klostemeuburg agenaar be voor den Weener. Het is wel de belangrijkste badplaats van de vele groote en kleine langs den Donau en een gezondheidsoord bij uitnemendheid, ter- wijil het tevens dengene, die oip vermaak en op „vrijagien" belust is, ten voile bevmiigen kan. Als mien> er nooit geweest is, dan kan men zich moeiliijk voorstellen hoe het er uitziet. Ik wil echter trachten u een klein beeld te mijnheer Littleson?" „U weet heel goed, wat ik wensch", ant- woordde hij snel, )?ik heb cheque-boek in mijn zak en ik ben bereid meer dan honderduizenc dollar te betalen. Als u tien minuten wilt wachten, kunt u h^t geld in bankpapier krij gen. „Hoe weet u, dat ik het stuk heb?" vroeg ze kalm. „Uw nichtje, juffrouw Virginia is op ons kantoor geweest. Zij dacht natuurlijk, dat u het bij ons gebracht had. Ik weet niet, of zi; in ernst verwachtte, dat wij het weer zouden afstaan, maar dat scheen het doel van haar bezoek te zijn. In ieder geval kwamen wij te weten, dat uw poging gelukt is". Stella was bezig met den laatsten vinger van haar handschoen. „Ja, *t is mij gelukt", zeide zij. „Het was een schiandelijke daad en ik zal het mijzel:: nooit vergeven, maar ik kreeg het stuk. „Nu?" zeide hij. „Nu?" antwoordde zij kalm. Een verschrikkelijk vermoeden kwam in hem op. „U hebt het todi niet weggegeven??' vroeg hij. „U hebt het toch niet aan uw vader terug gegeven?" „Ik heb het niet aan mijn vader gegeven", zeide zij, „maar in mijn bezit heb ik net ook niet meer. Honderdduizend dollar is heel wai: geld, mijnheer Littleson, maar ik pleegde geen diefstal terwille van u en uw vrienden" „Wat meent u?" vroeg hij heesch. „Precies wat ik zeg", antwoordde zij. geven van 3e genletingen, "die dit oord biedt. Men begrijpt hoe de Weeners de geheele week verlangend uitzien naar hun week end" als je zoo dag in, dag uit's morgens in een voile tram naar het bureau jakkert, op de zooveelste etage de uren gebogen over het papier moet doorbrengen, terwijl de meedoo- genlooze zonnestralen de kamer op broeikas- temperatuur brengen en's avondls de terug- tocht ondernoxnen wordt in hetzelfde tram- metje, dat nu meer dan ooit doet den ken aan een kommetje met naar lucht happende vis- schen (hier voorwaar geen goudvisechen!), dan beteekent de Zaterdag cfe dag der ein- delijke bevrijding, de dag, die de mogelijk- heid opent, de lichtelijk verzuurde ademha- lingsorganen op peil te brengen. Maar ter zake! Ik zou u naar Klostemeu burg voeren en we nemen daartoe een van de tallooze open taxitjes, die als vliegen door Weenen zwermen en die hun passagiers voor een luttel bedrag een heel stuk vervoeren We stappen in en het volgende oogenblik schieten we langs eenige angstig wegbeenen- de voorbijgangers en scheren langs de tram; de chauffeurs staan hier voor niets, rijdien met een ongelooflijke handigheid, houden steeds links en zouden in Niederland de grootste onheilen aanrichten. Al spoedig zijn we uit de grootste drukte en we suizen langs de Donau-oevers. Het is een gloeiend heete dag en het zal in Kloster- neuburg wel stampvol zijn, temeer omdat er vandaag een groot kunstenaarsfeest is: ver- sieringen, boks- en gymkhana-wedstrijden, ballet, cabaret, waaraan vele Weensche groofheden medewerken, goochelaars, jazz- band, fox-trott en Charleston, vuurwerk en nog tal van heerlijkheden meer. Een vol pro gramma, van's morgens acht uur af tot mid- dernacht, en daartusschen in zwemmen en blakeren in de zon! Het belooft wat voor vandaag. We vliegen al langs eenige kleinere zwem- pulaatsen en we zien gebruinde naaktloopers en in het water kano's en drijvende hoofden. We stuiven door Nuszdorfdan gaat het den grooten weg naar Klostemeuburg op; voor ons een volgepropte autobus, die er took al zoo'n duivelsche vaart op na houdt. De men schen schudden door elkaar wanneer de bus een weinig uitwijkt: een wonder, dat op deze drukke dagen nooit een ongeluk gebeurt. Na een kwartier zijn we er: nu een entree van drie shilling gekocht, maar het is van daag wegens het groote feest al totaal uit- verkocht, ook de entree's voor de cabinetjes. Natuurlijk is alles weer in handen van de opkoopersals er wat belangrijks gebeurt op opera- of comediegebied of wat dan ook, dan hebben deze heeren zich dikwijls al van den geheelen voorraa-d meester gemaakt. Te Weenen bestaat een heel legioen van deze iparasieten, die onder elkaar hun betrekkin gen hebben en waar een gewoon sterveling eenvoudig niets tegen kan uitrichten. Ook de overheid schijnt er niets tegen te kunnen of te willen doen. Dan maar naar een van deze snuiters, die ons met een beminnelijk gezicht afzet en we mogen het nog als een gunst opvatten, dat hij een kaart voor ons gereserveerd heelt. Want zoo stelleni ze de zaak gewoonlijk nog voor ook. Eindelijk zijn we dan toch binnen: in het Weensche zwem-dorado! En nu is het vrij moeilijk u zoo opeens een goed beeld hiervan te geven, want zooals dikwijls: men kan een zaak van twee kanten bekijken. Zoo ook nu Je ziet hier dingen, waarvan de een zal zeg- gen, dat het net het koninkrijk van Satan is (en dan kan hij soms wel een beetje gelijk hebben), maar een ander, die er anders over denkt of zich doordrongen voelt van de waarde voor den mensch van het gezonde openiuchtleven, zonder zware kleerenbedek- king, vindt dat het noga-1 meevalt. De heeren in een zwembroekje, de lieftal- lige dames (en er zijn vandaag heel wat snoezige aetrieetjes onder!) in zwemcostuums van een dikwijls geraffineerde coquetterie en veel schitterende kleurmengeling, waarmede ze den armen mannen maar het hoofd op hoi brengen, zie je er genoeglijk gearmd door elkander wriemelen en rondom de tafeltjes op het caf6terras zit het publiek ook zoo ongeveer in neglig^. Als degelijk Nederlandier zijn er in het be gin nog wel eenige remmen, die je weerhou- den ook maar zoo dadelijk je colbertje en wat dies meer zij voor het ontegenzeggelijk veel luchtiger aaamscostuum te verwisselen. Maar je hebt nu eenmaal het nummertje van je cabine en je verdwijnt er dus maar gauw in om het volgende oogenblik meer in harmo- nie met de anderen ook aan deze paradijs promenade deel te nemen. Achter het groote restaurant liggen de straten met de cabinetjes, groote en kleine: in de eersten, die je voor een heel seizoen huren kunt, is het mogelijk den nacht over te Mijven en ze zien er uit als keurige kleine slaapkamertjes met een divan en een wasch- lE sc „Het stuk is veilig bewaard; u zult waar- ihijnlijk binnenkort hooren, wie het heeft" Littleson was sprakeloos. Alle mogelijke vreeselijke angsten benauwden hem. „U moet mij zeggen, waar het is, wie het heeft! drong hij met schorre stem aan. „Dit is schandelijk!" Wel, als ik u niet verteld had „Dan zou ik nergens van geweten hebben", viel zij hem in de rede. ,.Volkomen waar. Eigenlijk hoorde ik u te bedanken. Hoe dan ook, het stuk is, zooals ik zeg, in veilige handen, maar niet in die van mijn vader. U zult er waarschijnlijk binnen kort van hooren. .Juffrouw Duge, vertel me wie het heeft!" smeekte hij. „U kunt niet begrijpen, wat dit voor ons beteekent. Wij waren dwazen om onze handteekening te zetten, ik weet het; maar uw vader drong er op aan en wij had den, denk ik, een zwak oogenblik. Per slot van rekening is het niet zoo iets vreeselijks. Wi; hebben het redit ons zelf te verdedigen, wij Trustmannen, of wij gelijk hebben of niet". „Precies, erkende zij. „Ongetwijfeld zal er een proces van komen. Stel dat het ergste gebeurt, dan vrees ik, dat u de publieke opi- nie niet op uw hand zult hebben. De roeeste dingen zijn in dit land te koop. Ik weet nog niet precies hoe het Amedkaansche publiek het op zal nemen, dat men getracht heeft't geweten van hun staatlieden om te koopen. Misschien zal het u voor een tijdje wat on- popidair maken een trip naar Europa misschien of iets van dien aard. No, ik BEKWAME MANIER rtEGELMATIG EN OP ADVERTEERTIN DE ALKMAARSCHE COURANT tafel en men kan ze geheel naar eigen smaak inrichten en versieren. Aan den an deren kant liggen zelfs kleine bruinhouten chalets met een verandaije er om heen, waar- op potten geraniums A andere bloemen in bonte mengeling door elkander. En de menschen bakken in hun ligstoelen, turnen of springen en kronkelen zich onder de talrijke aan den rand van het water opge- richte douches. Maar het gekke van dit zwemoord is, dat Slechts enkele sportievelingen den sprong in het water wagen. Vooral de dames achten het minder voordeelig voor haar uiterlijk zich on der te dompelen en geven er de voorkeur aan zich even haastig bij de douche te reinigen. Dan trekken ze maar weer gauw haar ver- leidelijk badcostuum aan en spoeden zich dan snel naar den tuin in het midden met de witte banken en de muziekkapel, die in de middaguren wals-, foxtrott- en charlestonlief hebbers een overdadig menu jazzband-melo- dieen voor zet. En het is een wonderlijk ge zicht al deze zonverbrande Adams en Eva's zich vroolijk lachend of ook weer hoog em- stig (wat nu eenmaal onvermijdelijk bij de moderne dansen schijnt te behooren) te zien overgeven aan godin Terpsichore, onver- moeid en bruin bakkend onder de felle zon nestralen. Er zijn er, die blootsvoets hun danspassen op het harde grint uitvoeren: hun voetzolen moeten wel zeer gehard zijn Maar er is vandaag nog zooveel meer te zien: daar op een groot vlot, drijvend in het water, dansen de bekoorlijke en gracieuse meisjes van het Bodenwieser ballet; het vol gende oogenblik zwemt een van de beroemd- ste boksers uit Weenen een paar duizend me ter met gebonden handen en voeten, luide toegejuicht door zijn tallooze vereersters, en boven op het dak van een van de cafetjes staat Larette, de beroemde kaartengooche- laar,. die de laatste jaren ook in Nederland een liitbundig succes had en met zijn ver wqg vliegende kaart-en zulk een prachtige recla me voor sigareten maakte. Dan begint om vijf uur het cabaret en wanneer daar iemand als de bekende Ween sche komiek van het „Theater an der Wien", Hans Moser, die in de operette „Die Zirkus- prinzessin" zijn toehoorders lachkrampen weet te bezorgen terwijl hij zelf onverstoor- baar voor zich uit blijft kijken, conferencier is, dan begrijpt men, dat de tuin en de tafel tjes dicht bezet zijn. Zelfs het dak van het restaurant is bezaaid met een krioelende bad- pakkenmassa. Maar hier krijgen we ook ernstige kunst te hooren: artisten van de groote Weensche schouwburgen werken mee, sommigen van hen draaien ook al hun repertoire in een badpakje af. Het is onmogelijk om alles te volgen wat er gebeurt; als we het cabaret uitgaan zijn ze daar in de verte al weer bezig met de schoon'heidswedstrijden-prijzen voor de schoonste dame en heer, voor de juffrouw met de mooiste beenen en met de bekoorlijkste pyjama. De sollicitanten voor de prijzen staan op een hooge stellage en een kerel met een omroeper schreeuwt hoeveel stemmen Mizzi of Daisy al veroverd hebben. De be- wuste dames lonken met hun aanminnigste lachjes naar de heeren, om nog maar meer stembiljetjes te veroveren, tervvijl ze elkaar in een onbewaakt oogenblik gauw even venijnig beloeren. Als getatoueerde Indianen-opperhoofden rein wandelen, dan is ook daar de pret in vollen gang. Hier zie je den sdiilder, die de menschen mooier (maar het resultaat is m. i. leelijker) tracht te maken dan ze zijn. Hij be- schildert ze met fantastische roode, groene of blauwe strepen en toovert op je borst of ergens anders bloemboupuetten of een rossig wensch u het beste ermee en nu moet ik wer- kelijk gaan. Als het er van komt, dat u in allerijl over moet steken, mijnheer Littleson, dan treffen we elkaar misschien nog in Pa- rijs. „Gaat u naar Europa?" vroeg hij stom verbaasd. „Met de boot van morgenochtend," ant woordde zij. „Ik zend mijn koffers nu naar de boot en logeer vannacht bij vrienden." „Kom tenminste even mee naar Bardsley en Weiss," smeekte hij. „Ik zal er u in mijn auto brengen; het zal u geen vijf minuten ophouden." Zij schudde het hoofd. ,Ik kan er in't minst't nut niet van inzien om uw vrienden te gaan opzoeken. Ik heb werkelijk volkomen afstand van het stuk ge- daan en degene, aan wien ik het gegeven heb, zal ongetwijfeld van zich laten hoo ren." „Zip naam?" vroeg Littleson. „U moet mij zijn naam zeggen. „Dien weiger ik te noemen," antwoordde zij, „maar ik wed, als u gauw naar het kan toor van mijnheer Weiss gaat, dat u daar wel iets hooren zult. Kijkt u niet zoo boos, wij hebben alien ons eigen spel te spelen, mijnheer Littleson. Ik moet toegeven, dat ik niet heel netjes tegenover u gehandeld heb, maar ziet u, ik moest met mezelf rekening houden en u weet, wat dat in New York zeg gen wil. Au revoir! Ik heb idee, dat ik u nog wel eens in Europa zal ontmoeten." Zij verliet Littleson, die de „bar" van het vlammenvuur. maar vandaag heerscht, een pracht-uitvin- verlaten de menschen hun tent en zij laten een tot vijf schilling in het laatje achter, al naar de hoeveelheid verf, die hij op hun lichaam gesmterd heeft. Een tamelijk onsma- kende geschiedenis! Of je ziet de menschen met ballen gooien naar een zwarte stip boven een jongen, die op een bankje in de lucht zweeft: als je de zwarte plek raakt, splitst het bankje zich en de jongen valt met een oorverdoovend la- waai, gelukkig op een stel zachte kussens, naar beneden. Toch zal hij's avonds na a! die valpartijen wej hoofdpijn hebbe* Er zijn hier nog veel meer van die kinder- lijke genoegens, die echter gauw vervelen. Maar als je dan door een klein laantje wat verder doorloopt dan sta je plotseling weer bij den prachtigen Donau-oever en je geniet van de stilte en de rust en van het zachtijkab- belende water en je ziet de kleine versierde bootjes, kano's en gondeltjes, en daar in de verte liggen de donkere bergen en de oude ruines en je komt weer even op adem na al de herrie van daar straks. Je gaat languit liggen in het hooge gras en je voelt je na zoo'n heelen dag in de Dui- tenlucht zonder den knellenden boord en de warme kleeren zoo heerlij-k gezond. En je vindt dat Klostemeuburg, dat door zijn een- voudigheid toch eigenlijk maar zoo bitter weinig aan luxe oorden als Deauville en Monte Carlo doet denken, afgezien van het kermisgedoe, dat er trouwens ook alleen maar vandaag heerscht, een prachtijuitvin- ding is! TH. J. H. xvii. DE REUZENVLAKTEN VAN BRITSCH- INDIe EN DE MOGULPALE1ZEN. Voort rolt de trein weer uren achtereen door de felle zon beschenen vlakte. Uren? Neen dagen en steeds hetzelfde dor kale land- schap, in afwachting van den regen. Enorme uitgestrektheden zijn het waar Indus, Canges en andere groote rivieren hun zand en grind hebben neergevleid. Af en toe een paar berg- resten, granietklompen meestal, die duidelijk de sporen van een vroegere ijsbedekking ver- raden. En thans 110 graden in de schaduw. En toch is er steeds wat te zien. Daar sluipt een vos weg, ginds een jakhals, een lcudde springbokken"(black buek) staat naar den trein te staven. Papegaaien zitten op de telefoondraden, en vaak stapt een.prachtige pauw rustig voort. Daar holt een groote grij- ze aap een eind mee, even verder zitten er twee in de boomen, en op een station is een troep van een 25 stuks druk bezig. Door heel Britsch Indie is de aap een heilig dier, en in dezen staat wordt nooit geschoten. Er is een wagen met linzen geladen, waarbij natuur lijk menig korreltje viel, en die zitten ze nu op te rapen. Ik kom te dichtbij. Een luid kefferi. De jongen rennen naar moeder toe en een paar oude mannetjcs komen met dreigende gebaren en tandenknarsend naar voren Dan komt de stationschef vragen of de Sahib klaar is en moeten we weer voort, voort en voort. Breede rivierbeddingen „meest drooglig- gend", andere met hier en daar een plas wa ter, waar vrouwen logge karbouwen rond- wentelen in de modder. Dan weer trekt een dorp onze aandacht, hutten van zongebakken leemsteenen of bijen- korfachtig van stroo en takken. Massa' naaic- te kindertjes komen aanhollen, de knappe vrouwengestalten met de koperen waterkan- en gaan weer af en aan bij de bron. Groote ruwe karren, meest door twee karbouwen of zebra's getrokken, hobbelen over wat men eer. hotel opzocht en een stevig glas dronk. Daarna stak hij een cigaret op en keerde naar zijn auto terug. „Kom," mompelde hij, terwijl hij zijn auto in de richting van de stad deed zwenken, „ik kan net zoo goed teruggaan en het gevaar onder de oogen zien." Het kantoor van Weiss was vol menschen, toen Littleson tergkwam. Er heerschte een opgewonden stemming op de beurs, em ploye's renden heen en weer, overal ging de telefoon. Weiss stond met zijn jas uit mid den van dit alles, gaf bevelen, luisterde naar de telefoon en wisselde haastig een enkel woord met ontelbare bezoekers. Hij had een groote, onaangestoken sigaar in zijn mond, waar hij, zonder ophouden, op kauwde. Hij duwde Littleson in zijn privekantoor, maar volgde hem de eerste oogenblikken niet. Toen hij eindelijk binnen kwam, was het lawaai daarbuiten aan't verminderen. Het was vijf uur en de zaken waren voor dien dag ge- daan. Weiss ging naar een klein buffet en nam er een flesch whiskey en eenige glazen uit. Voor hij een woord sprak, had hij een glas naar binnen geslagen „Drukke dag?" vroeg Littleson werktuige- lijk. „Een duivelsche dag," steunde Weiss. Wij zitten er nu tot over onze ooren in, wij allemaal, jij en ik, Bardsley en Heggins. Weet je, dat Phineas Duge al dien tijd, dien hijzoogenaamd ziek te bed lag, bezig was op de beurs van Chicago te koopen?" - - rWordit vervolgd). moet gij adverteeren, Indian ge wenscht dat het publiek uwzaak zal verkiezen boven die van uw collega's, Als gij er prijs op stelt dat uw zaak steeds meer en meer be- kend wordt, is er ook maar een middel: ADVERTEEREN. En wanneer gij eens een bijzon dere advertentie wilt plaatsen of een speciale reclame-cam- pagne wilt beginnen en ge zijt het niet met uzeli eens, hoe te handelen, wendt u dan eens tot ons, we zullen u gaarne van advies dienen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1926 | | pagina 5