DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. No. 218 Honderd acht ©n fwintigste Jaargan 1926: Aboimomentsprljs bij vooruitbetaling per 3 maanflen f2.—fr. per post f2.50. Berrijsn. 5 ct Adrertentfepr. 25 ct p. regel, grootere letters naar plAfttgEgfenfl Brieven franco N.Y. Boek- en HandeMr. vJL Herms. Coster Zoon, Vaordam C9, TeL AdnUnlstr. *No. 3. No. 83. VRIJDAG 10 SEPTEMBER. Dit numraer beslaat off 2 bladen. Directeur: G. H. KRAK. Hoofdredacteur Tj. N. ADEMA. Binnenland Ernstig spoorweg- ongeluk tusschen Voorschoten en Leiden Zooals wij reeds gistenniddag bulletineer- den is tusschen Voorschoten en Leiden een ernstig spoorwegongeluk gebeurd. Het ongeluk geschiedde ongeveer te drie uur, op korten afstand van de halte De Vink. Door een nog niet opgehelderde oorzaak is de sneltrein D. 218 van Rotterdam naar Am sterdam, die om 2,21 u. uit Rotterdam en 2.48 u. uit Den Haag was vertrokken ter hoogts van het wachthuis no. 59 ontspoord .£>e locomotief, een machine van het zwaarste 'type heeft den trein klaarblijkelijk nog over korten afstand meegetrokken, doch is daarna vastgeloopen en gekanteld, evenals de erbij behoorenae tender, en het op den tender vol gende postrijtuig. Een achter het postrijtuig gekoppelde bagagewagen, kwam dwars op de baan te staan, evenzoo het volgende perso- nemtjtuig, dat tevens gedeeltelijk van den spoordijk af en in de erlangs loopende sloot gleed.De verdere wagens van den trein ge- raakten eveneens uit de rails, maar bleven gelukldg rechtstandig. Het eerstvolgende der- de klasse-rijtuig liep tegen den grooten dwars over de baan staanden personenwagen op, waarbij de voorste en achterste compartimen ten van dat rijtuig in elkaar gedrukt en ge deeltelijk versplinterd werden. tj Dooden en gewonden. De trein was naar de N. R. Crt. meldt, zeer bezet. In het van den dijk gekantelde perso- nenrijituig en wel in het eerste compartiment zaten de heer en mevrouw Lobo-Braakensiek, de bekende tooneelspelers, die niet alleen zwaar gewond werden, maar ook in de sloot te water raakten. De heer Lobo werd uit het in tweeen gebroken compartiment tegen den wal van de sloot geworpen. Toen men hem ophaalde, bleek hij reeds den geest gegeven te hebben. Mevrouw Greta Lobo kwam naast het compartiment half in het water half op het land terecht. Zij werd onmiddellijk aan den wal gebracht, doch toen dit geschied was. bemerkte men, dat zij aan het onderlijt zwaar gewond was. Een van haar beenen was to- taal van den romp gescheiden, het andere hing er verbrijzeld bij. Binnen weinige oogen blikken bezweek ook zij. In het zwaarst geteisterde gedeelte van den trein drie compartimenten heeft zich voorts nog een passagier bevonden, die eveneens over de sloot werd geworpen, maar hoewel vrij ernstig bezeerd, toch geen noe- menswaadige wonden bleek te hebben. Op de locomotief bevonden zich een opzichter-ma chinist, de heer van Rhoon uit Amsterdam, de machinist H. Muller uit Amersfoort en de leerling-machinist Van Ettikhoven, eveneens uit Amersfoort. Den opzichter heeft men on- der de kolen van den tender, die hem gedeelte lijk hadden bedolven, levenloos te voorschijn gehaald. Hij was door den uit de leiding van de stoomfluit, die door den schok afbrak, ont- snappenden stoom en het vuur van den vuur- haari, waarin hij gevallen moet zijn, geheel verbrand. De machinist, die aan de rechter- zijde van de machine stond, welke boven kwam te liggen, is geheel ongedeerd geble- yen. Minder goed is het met den leerling-ma chinist gegaan. Ook had hij erge brancfwon den opgeloopen en klaagde tijdens het trans port naar Leiden over hevige inwendige pij- nen. In den loop van gisterenavond bereikte ons het bericht, dat ook hij bezweken zou zijn. Verder hebben ernstige wonden gekre gen: mevrouw Eichstrich uit Berlijn, de heer B. H. Hageman uit Zoetewoude. de heer J. J Metz, Bergschestraat 226 te Rotterdam en mej. van Schaik, Breestraat 114a te Leiden Minder ernstig gewond zijn de 4-jarige Christina Barthe, mevrouw van Raalte-Om- mering uit Vlaardingen, de heer A. de Vries, Sarphatiestraat 99, te Amsterdam, mevrouw Schweyger-Harms, 2e Jan van der Heyden- straat, Amsterdam en dr. Suermondt, die in de sloot viel en een hoofdwonde kreeg. Hulpverleening. Er kwam onmiddellijk van vele kanten bulp. Zeer kort na het bekend worden van het ongeval was dr. Birkhof, de spoorweg- arts te Voorschoten, reeds ter plaatse, even- zoo dr. van der Stoel uit Voorschoten, die de eerste hulp verleenden. En spoedig daarop kwam ook de gemeentelijke geneeskundige dienst uit Leiden, onder bevel van dr. Horst, onmiddellijk gevolgd door den Leidschen eersten hulpdienst onder dr. Driessen op het terrein van de ramp. Ook in Den Haag werd aanstonds toen men daar kennis kreeg van de ramp de eerste hulpdienst gemobihseerd, die met groot materiaal naar de plaats van de ontsporing vertrok. Terzelfder tijd had1 de afdeeling Graven- bage van het Nederlandsche Roode Kruis reeds een auto met eenige leden van de Haag sche transportcolonne onder leiding van dr. Riimke naar Voorschoten afgezonaen, terwijl om ongeveer half vijf nog een ambulance- trein, die op het Haagsche spoorwegemplace- ment was samengesteld, daarheen was gedi rigeerd. De garage van Oostrum te's Gravenhage stelde het hoofdbestuur van het Roode Kruis een ziekenauto ter beschikking, die onmiddel lijk daarop naar de Vink afreed. Korten tijd na het ongeluk kwam de Pa rijsche trein uit Amsterdam bij het blokhuis no. 59 aan. Daar de weg geheel versperd was kon hij de reis niet vervolgen, en is hij dan ook teruggegaan. De passagiers, die in den verongelukten trein hadden gezeten en ongedeerd waren gebleven zijn gedeeltelijk naar Den Haag gebracht, gedeeltelijk op eigen gelegenheid naar Leiden verder ge gaan. Men begrijpt, dat de consternatie on der hen zeer groot was. Naar verluidt hadden eenigen hunner ook nog onbeteekenende ver- wondingen, schrammen en builen opgeloo pen. De lijken van de omgekomenen en de ge wonden zijn naar het Academisch Ziekenhuis te Leiden overgebracht. Korten tijd na het ongeval waren het Haagsche parket en spoorwegautoriteiten ter plaatse. Het vrijmaken der baan. Uit Amsterdam, Haarlem en Den Haag werden werktreinen afgezonden, om de baan vrij te maken, daar het verkeer volkomen gestremd was. Tusschen Leiden en Den Haag nam de N. Z. Holl. Tramweg Mij. het vervoer over. Belangrijke treinen gaan over Gouda. Men hoopte door de twee dwars over de rails staande rijituigen door te branden, de lijn heden voormiddag vrij te krijgen. Belangstelling ter plaatse. Met allerlei vervoermiddelen spoedde men zich naar de plaats ^an het ongeluk. Artilleriemanschappen en personeel van de opleiding voor de kustwacht onder bevel van kapitein de Jon-gh, den waarnemenden gar- nizoenscommandant van Leiden, die onmid dellijfc na het bekend worden van het ongeval hulp had aangeboden en met zijn onderheb- benden naar Voorschoten was vertrokken, hielden hen op een afstand. De omvang der verwoesting door het on geluk aangericht bleek nog veel en veel groo- ter te wezen dan zich van een afstand reeds liet vermoeden. Als een desolate ruine lag het voorste gedeelte van den trein over de baan. De locomotief, naar links omgeslagen, met een zijde plat op de baan gedeeltelijk tusschen, gedeeltelijk op de rails. Daarachter het postrijtuig eveneens op zijn zij. Veel erger dan deze twee waren echfer het bagagerijtuig en het daarop volgende AB- personenrijtuig (eerste en tweede klasse) gehavend. Deze twee rijiuigen hebben blijkbaar zich- zelf tegen de door de locomotief, den tender en het postrijtuig op de lijn gevormde barri cade van den dijk gedrongen. Zij lagen er dwars op, bun achterste wielen hoog boven de ontzette rails, het voorste stuk van beide wagens versplinterd en gedeeltelijk in het water van de langs den dijk loopende sloot ondergedompeld. Vooral het personenrijtuig was als het ware gekraakt. De geheele voor- wand was er afgerukt, het dak boven de drie eerste compartimenten versplintercl, de brokstukken drijvende op het water. Het noodlot heeft gewild, dat de heer en me vrouw Lobo-Braakensiek in het allereerste compartiment van het AB rijtuig zaten. Zij kwamen uit Den Haag, waar zij gerepeteerd hadden voor een nieuw stuk, dat in het Trianon-theater aldaar zou worden opge- voerd. Verschillende bijzonderheden. Op den slootkant naast het A B rijtuig vond kapitein de Jongh uit Leiden een boek, dat bij nadere beschouwing Greta Lobo's rol bleek te zijn. En op de plaats waar Lobo gezeten moet hebben lag tragisehe ironie van het noodlot een exemplaar van het amusementsblad De Lach, waarmee hij zich blijkbaar den tijd gekort had. Over Lobo's einde wist men weinig bizonderheden te ver- tellen. Naar het schijr.t heeft een onbekend gebleven passagier, die in het eveneens ge- kneusde derde klasse rijtuig en nog wel vooraan zat, zich onmiddellijk na de ramp bizonder verdienstelijk gemaakt door zijn pogingen om hem aan land te brengen. De sloot is echter zeer modderig, Lobo was naar men aan de N. R. Crt. verzekerie evenals zijn vrouw zwaar gewond en toen men hem eenmaal aan land had, was het reeds te faat. Mevrouw Lobo is terzijde van het rij tuig op den slootkant gevallen. Toen men haar uit het water had gehaald bemerkte men aan het vele bloed, dat zij ver- loor en de plekken geronnen bloed1 op haar Weeding, dat ook zij deerlijk gekwetst was. Toch had zij het bewustzijn nog niet geheel verloren. Dr. Birkhof uit Voorschoten, die reeds aanwezig was toen men haar aan den wal bracht, deeldfe mede, dat zij hem om water en chloroform gevraagd had. Onmid dellijk nadat hij haar een inspuiting had ge- gegeven was ze echter reeds overleden. In een van de drie voorste compartimenten schijnt ook een dr. Riimke gezeten te hebben. Deze is te water geraakt na een zeer hard- aankomenden schok in de zitdeelen gekregen te hebben. Ooggetuigen hadden hem nadat hij gered was, de sloot was nog zoo diep, dat hij er tot de keel instond op den kant gezien. In het A. B.-rijtuig zaten, evenals trou- wens in den heelen trein vele passagiers. Tot dezen behoorden voor het grootste gedeelte de bovengenoemde gewonden. Met groote moeite konden de reizigers van Hbt zwaarst gehavende rijtuig op den grond komen. Het bericht dat ook de leerling-machinist in den loop van den avond overleden zou zijn is niet bevestigd. Wel werd bericht, dat een andere zwaar gewonde zou zijn gestorven. In het Grand Theater te Rotterdam werd gisteravond reeds een film van het spoorweg ongeluk vertoond. Een alleen reizend 4-jarig kind. In het achterste gedeelte van dit rijtuig, dan wel in het voorste gedeelte van het vol gende 3de klasse zat een alleenreizend 4-jarig kind, een meisje. Dit is bij het ineen- schuiven van den trein door den vloer van het compartiment'gezakt en onder den wa- gen gevallen. Men hoorde het om hulp gillen en sohreeuwen. Toen men 't kon naderen, bleek het men den rechteram onder een door de catastrofe opgewoelden dwarsligger be- klemd te zitten, zoodat het uitgezaagd moest worden. De kleine was er met dat al met een vrij onbeteekenende vleeschwonde afgekomen. In het ineengedrukte gedeelte van den der de klasse wagen moet ook nog een heer geze ten hebben, die er zonder eenig letsel afge komen is, hoewel alles rondom hem ineen- stortte. En deze heer zou het geweest zijn, die vlak daarop manmoedig te water ging om het echtpaar Lobo te redden. Ook taf van andere reizigers, die ongedeerd gebleven waren, boden dadelijk zooveel mogelijk hulp. Het was een groot geluk, dat er betrekke'ijk zoo spoedig medische bijstand was om de pijnen van de zwaargekwetsten te verlichten. Dr. Berkhof deelde mede, dat hij vier perso- nen had verbonden, die alien beenbreuken hadden, waarvan geen enkele met complica- ties. De dood van den opzichter-machinist. Bijzonder verschrikkelijk schijnt het einde van den heer van Rhoon, den opzichter-ma chinist, geweest te zijn. Hij is naar men moet aannemen door den stoom en't vuur uit den vuurhaard verbrand. Een kweeker, die zijn kassen nabij de spoorlijn heeft en dadelijk nadat de ramp was gebeurd, hulp was gaan bieden, verteldt, dat hij met zijn perso neel den opzichter als het ware onder de ko len van den tender uitgegraven had. De ma chinist, de heer Muller, heeft de tegenwoor- digheid van geest gehad, onmiddellijk den stoom te laten ontsnappen en het vuur te dooven, waardoor wellicht ergere ongeluk- ken zijn voorkomen. De conducteur, die met den trein meerels- de, was het eerste oogenblik, naar ooggetui gen vertelden, het hoofd totaal kwijt. Hij herstelde zich echter spoedig en is toen op een draf naar Voorschoten geloopen om om hulp te telefoneeren. Te Leiden had men dientengevolge zeer spoedig bericht. De directrice van het Academisch Zieken huis was op het oogenblik, dat de ramp ge- beurde in Den Haag, ging echter zooara zij er telefonisch over ingelicnt was, per auto op weg naar Leiden en was nog tijdig voor de aankomst van de eerste gewonden op haar post, om maatregelen te nemen voor het re serveeren van een zaal, die gereed was toen de gewonden aankwamen. Voorzoover noo dig werd hun onder leiding van prof. Zaayer onmiddellijk chirurgische hulp verleend. Wat is de oorzaak van het ongeval? Wat de oorzaken van het ongeval betreft, tast men nog in duister. De locomotief is be- trekkelijk weinig beschadigd; er zijn geen kenteekenen aan, dat de ontspormg aan eenig defect van de wielen te wij ten is. De veeren en de wielen waren intact. Toch moet de ontsporing bij de locomotief begonnen zijn. Was een van de rijtuigen uit de rails geloopen, de locomotief zou niet omgevallen wezen, op zijn hoogst was er een koppeling gebroken. Ook kan men, gegeven de vaart die de trein had, aannemen, dat de ontspo ring op een vrij grooten afstand van de plaats waar de locomotief ligt is begonnen. Dit is trouwens duidelijk aan de groeve te zien, die het rechterwiel van de locomotief in de dwarsliggers heeft gemaakt, een groeve, die over vrij grooten afstand verloopt. Eenmaal ontspoord is de locomotief blijk baar in de baan weggezakt. Er was althans voor den kop ervan een aanzienlijke hoeveel- heid van het ballastbed opgestuwd. Hoogst eigenaardig is het hierbij met de rails ge gaan. Een van de 18 meter lange spoorsta- ven was tot een 8 vorm omgebogen en zat om het voorste gedeelte van den locomotief en dom gebogen. Te Voorschoten werd beweerd dat zij slap was. Maar het ballastbed op het stuk van de baan, waar 't ongeluk heeft plaats gehad, was nieuw, evenals de dwarsliggers en de rails. Eenige personen uit Voorschoten beweren dat er in den nacht van Woensdag op Don- derdag aan den weg gewerkt is en dat deze juist toen vernieuwd zou zijn. Dit zou wellicht een aanwijzing kunnen vormen voor de oorzaak van het ongeval, die dan deze zou zijn dat de baan na een re- cente behandeling zich nog niet voldoende had kunnen zetten en onder het zware ge- wicht van den trein uitgeweken is. Het verhaal van een passagier van den Parljschen trein. Onze trein, zoo vertelde eeo reiziger van den na-komenden Parijschen trein, stopte nog geen kilometer voorbij de halte De Vink en toen moesten wij alien uitstappen, langs de spoorbaan verder loopen, voorbij den veron gelukten trein, en daar wachten op een ex tra trein, die uit Den Haag gezonden zou worcjen om ons op te hale^ Wat wij dien tijd zagen was ontzettend. De locomotief lag dwars over den weg; uit de cabme hing het lichaam van een der ver ongelukten, vermoedelijk den hoofdopzichter, die op deze machine was meegereden. Het eerste rijtuig, een postwagen, lag rechts van de spoorbaan in een sloot, de tweede wagen-, een bagagewagen, was naar links omgevallen en de derde wagen, een personenrijtuig eerste en tweede klasse, was daaf boven op geloo pen. De ernstig gewonde en de gedoode reizi gers hebben in dit rijtuig, dat naar ik hoorde niet bijzonder vol geweest is, gezeten. De ove rige wagens van aen trein raoeten stampvol geweest zijn. Op het oogenblik, dat ik ter plaatse was, was het ongeluk nog maar heel kort geleden gebeurd. Het toeval wilde, dat noch in den verongelukten, noch in onzen trein een dok ter aanwezig was, maar voorzoover ik het gezien heb, is het wonderlijk, zoo snel er hulp kwam opdagen. Geneesheeren' waren uit Leiden per auto naar de plaats van de ramp getrokken. Dwars door de velden kwamen de auto's aanrijden. Ik begrijp nog niet, hoe zij over al die slooten en greppels den weg hebben kunnen vinden. Terwijl ik stond te kijken, werd een van de omgekomen reizigers op een baar langs gedragen. Het was het stoffelijk overschot van den bekenden acteur Lobo. Ook hoorde ik nog, dat van een bejaard echtpaar uit Maas tricht, dat in den trein gezeten heeft, de man een been en de vrouw beide beenen gebroken heeft. De ruine aan het spoorwegmateriaal en aan den weg. was heel groot. Toen ik langs kwam, was men druk bezig, gewondein uit te zagen. Het was een vreese- lijke aanblik, dien ik nimmer zal vergeten. Het verhaal van dr. Riimke. Dr. Rumke, mede-passagier van den veron gelukten trein, vertelde aan „Het Vaderland" hoe hij plotseling te water geworpen werd. Toen ik op den kant geklauterd was, aldus dr. Riimke, heb ik nog geroepen en gezocht naar onze medepassagiers, den heer en me vrouw LoboEen eind verier lag me vrouw. Mijn indruk was, dat ze niet meet bij kennis is geweestHaar polsslag was heel slecht en ze reageerie niet meer op het- geen ik zeide. Terwijl de heer Lobo opvallend bleek was, ontbloede lippen had en ook een zeer slechte pols, meen ik te kunnen zeggen, dat hij mis schien nog even bij kennis is geweest. Zij waren er het slechtst aan toe. Een twaalftal andere gewonden heb ik bij na alien den pols gevoeld en over het alge- meen heb ik: wachten tot er hulp is, aange- raden. t Dat heeft men ook gedaan. Er heerschte geen paniekDe meesten waren, de om standigheden in aanmerking genomen, zeer rustig. Toen er assistentie kwam, ben ik zoo gauw moelijk weggegaan. Ik heb me niet met de aankomeaden in verbinding gesteld Goed af geloopen. Naar het Vad. verder vernam, zaten ook inevr. Zillessen uit den Haag, de echtgenoote van den griffier der Eerste Kamer, en haar dochter in den trein. Zij zijn echter ongedeerd gebleven. De dames zaten in een coupe eerste klasse en de dochter had, toen zij voorgevoel- de, dat er iets ernstigs gebeurde, de tegen- woordigheid van geest, haar moeder toe te roepen, de beenen van den vloer te tillen, het- geen mej. Zillessen zelf ook deed. Mevr. Z. viel door de onverwachte beweging of den schok op den vloer van de coupe, maar be zeerie zich niet, althans niet noemenswaari Hun wagen was boven de sloot blijven han- gen en met eenige hulp konden de dames de coupe verlaten en zoo spoedig doenlijk naar den Haag terugkeeren. De dienstregeling in de war. Op het station Delftsche Poort te Rotter dam heerschte uit den aari der zaak gisteren wel eenige verwarring. Het eerste perron stond af en toe opgepropt met reizigers, die op de doorgaande treinen stonden te wach ten, welke uit de richting Amsterdam hadden moeten komen. In vliegenden haast heeft men voor deze treinen, die nu niet via Leiden konden rijden een oplossing moeten vinden. Ook in Den Haag en Amsterdam werden daarvoor maatregelen genomen. Een toonbeeld van verwoesting. De verongelukte trein bood naar de Telg meldt een troosteloozien aanblik, een toon beeld van verwoesting, een chaos van vernie- ling; de locomotief gekanteld, zwaar bescha digd, een der rails als een reusachtigen hoe- pel om zich heen gebogen, de tender achter zich, eveneens gekanteld. Direct daarop het omgeslagen postrijtuig. De goederenwagen en het daarop volgende personenrijhiig stonden dwars over die spoorbaan, de voorste gedeelten van beide wagens afhel- lend naar de sloot. Van het personenrijtuig bestonden feitelijk de eerste coupe's niet meer. De banken en bagagenetten versplinterd, de zijwanden als het ware stukgescneurd; een deel van het dak afgereten, verbrijzeld, ver- nielde stangen en staven, verwrongen en verbogen. Het voorschot van dit rijtuig was er van afgescheurd en lag ergens in het wei- land. De volgende rijtuigen waren niet minder flrastig besdudigd. Hoofdpkeljjk waren d? voorste en achterste gedeelten der rijtuigen beschadigd, doordat de wagens tegen elkaar inschoven. Ook het verbrijzelde voorste gedeelte van het derde klasse personenrijtuig was op de eerste en tweede klasse wagens geloopen en vormde een chaos van vernieling en verwoes ting. De rails waren zooals vanzelf spreekt. over een flink gedeelte van de spoorbaan ver wrongen, en tal van dwarsliggers waren be schadigd of versplinterd. Het verhaal van den heer Kwast. De bekende vliegtuigconstructeur, de heer Kwast, vertelde aan de Telegr. Wij zaten met z'n vijven in den wagon, de heer en mevrouw Lobo en nog een paar pas sagiers, die ik niet kende. De trein reed tamelijk snel, doch het viel mij op, dat wij vrij sterk heen en weer ge- schommeld werden, zoo erg zelfs, dat ik na eenigen tijd mijn courant neerlegde, omdat ik die niet lezen icon. Op een gegeven oogenblik voelde ik een korten schok, onmiddellijk gevolgd door een tweeden. Toen voelde ik, dat de remmen wer den aangezet. Instinctmatig voelde ik dat er iets niet in orde was, en ik trok mijn beenen op. Op hetzelfde oogenblik helde ons comparti ment naar voren en trok het plafond boven mij weg. Toen zag ik eensklaps veel licht. Wat er verder gebeurde, weet ik niet meer. Op een gegeven oogenblik zag ik nog een stuk hout en een stuk van een deur. Ik greep er naar, en voelde, dat ik in het water weri geslin- gerd, dicht bij den wal. Als een ha as kroop ik naar voren en reode het weiland op. Ik zag nog hoe het laatste gedeelte van den •trein in beweging was, en op den eersten wa gen inschoof. Toen ik eenigszins tot bezin- ning was gekomen, zag ik de locomotief dwars over de rails liggen met de rails dwars omgebogen. De eerste twee goederenwagens waren geheel in elkaar geschoven en hadden een vreeselijke verwoesting aangericht. Mijn eigen wagen lag tot aan de derde coupe schuin in de sloot. De eerste coup6 be- stond zelfs niet meer. Naast mij ontdekte ik dr. Rumke, die tegenover mij had gezeten, eveneens ongedeerd. Tevens zag ik in mijn onmiddellijke nabijheid een damesschoen, wel ke bleek toebehoord te hebben aan mevrouw Lobo. Het lichaam van mevrouw Lobo lag aan de andere zijde van de sloot. Verder zal ik u de vreeselijke bijzonderheden besparen. Ik zou ze trouwens niet meer kunnen naver- tellen. Ik besefte alleen dat ik wederom door een wonder was gered. Zooals men zich zal herinneren, zegt d? Telegr., maakte de heer Kwast nu twee weken geleden met een Pander-vliegtuig een reis naar Duitschland. Op het vliegveld Dortmund ruilde hij echter even zijn plaats om met een daar wonenden vriend. Vijf mi- nuten later viel de machine naar beneden waarbij, zooals bekend, de piloot, de heer Rei- ber, en de passagier om het leven kwamen. Een andere passagier De Clercq roemde in het bijzonder het flinke optreden van den machinist Mulder uit Amersfoort, die direct alle pogingen in het werk stelde, om het vuur te blusschen en den stroom af te slui-ten. He- laas, men kon den opzichter-machinist Van Rhoon niet meer redden, daar hij de voile laag vlammen en stoom over zich heen had gekregen en geheel verkoold weri. Een duitendief. f If Het was tragisch te zien, dat men zich niet ontzag deze ramp als een vermakelijkheid tf exploiteeren. Een boer, wiens weiland vlak bij het terrein van de ramp gelegen is, liet alien, die over zijn erf liepen, geld betalen en alle auto's driedubbel tarief. Nu het spoorwegverkeer geheel stil lag tus schen Leiden en Den Haag, werden de elec- trische trams tusschen beide plaatsen be- stormd en kon men in Den Haag zelfs queue zien maken. De toestand der gewonden. f Hedennacht om half twee is bij het 'Acade misch Z-iekenhuis te Leiden gei'nformeerd naar den tofstand van de opgenomen gewonden. Men deelde mede, dat bij geen der gewonden wijzigingen in den toestand hadden plaats gevonden. De heer en mevrouw Lobo-Braakensiek Met den heer en mevrouw Lobo-Braken- siek zijn twee onzer beste artisten heenge- gaan. De heer Lobo is Ieerling van de Tooneel- school geweest en behoort in zekeren zin tot de acteurs van den „ouden" tijd. Geruimen tijd is hij verbonden geweest aan het gezel- schap van Heyermans. Bekend is o.m. zijn optreden in „De Verzonken Klok" van Gerhard Hauptmann. Later maakte hij deel uit van Rooyaard's gezelschap. In 1906 weri hij geengageerd door het Kon-. Ver. Ned. Tooneel. Op 1 Januari 1907 trad hij op den voorgrond in de rol van de Arend in „Gys- brecht van Aemstel. Verder is hij bij verschil- lende tooneelgezelschappen opgetreden, o.a. bij „Comoedia". E>e heer Lobo is 42 jaar oud geworden. Mevr. Greta Lobo-Braakensiek betrad reeds op haar 4de jaar de planken; toen zij nog geen 30 jaar oud was, vierde zij haar 25-jafii> tooneeliufeileum. Vogr bet eerst trad LKMAARSCHE COORANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1926 | | pagina 1