DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No. 218
Honderd acht ©n fwintigste Jaargan
1926:
Aboimomentsprljs bij vooruitbetaling per 3 maanflen f2.—fr. per post f2.50. Berrijsn. 5 ct Adrertentfepr. 25 ct p. regel, grootere letters naar plAfttgEgfenfl
Brieven franco N.Y. Boek- en HandeMr. vJL Herms. Coster Zoon, Vaordam C9, TeL AdnUnlstr. *No. 3. No. 83.
VRIJDAG
10 SEPTEMBER.
Dit numraer beslaat off 2 bladen.
Directeur: G. H. KRAK.
Hoofdredacteur Tj. N. ADEMA.
Binnenland
Ernstig spoorweg-
ongeluk tusschen
Voorschoten en Leiden
Zooals wij reeds gistenniddag bulletineer-
den is tusschen Voorschoten en Leiden een
ernstig spoorwegongeluk gebeurd.
Het ongeluk geschiedde ongeveer te drie
uur, op korten afstand van de halte De Vink.
Door een nog niet opgehelderde oorzaak is
de sneltrein D. 218 van Rotterdam naar Am
sterdam, die om 2,21 u. uit Rotterdam en
2.48 u. uit Den Haag was vertrokken ter
hoogts van het wachthuis no. 59 ontspoord
.£>e locomotief, een machine van het zwaarste
'type heeft den trein klaarblijkelijk nog over
korten afstand meegetrokken, doch is daarna
vastgeloopen en gekanteld, evenals de erbij
behoorenae tender, en het op den tender vol
gende postrijtuig. Een achter het postrijtuig
gekoppelde bagagewagen, kwam dwars op de
baan te staan, evenzoo het volgende perso-
nemtjtuig, dat tevens gedeeltelijk van den
spoordijk af en in de erlangs loopende sloot
gleed.De verdere wagens van den trein ge-
raakten eveneens uit de rails, maar bleven
gelukldg rechtstandig. Het eerstvolgende der-
de klasse-rijtuig liep tegen den grooten dwars
over de baan staanden personenwagen op,
waarbij de voorste en achterste compartimen
ten van dat rijtuig in elkaar gedrukt en ge
deeltelijk versplinterd werden.
tj Dooden en gewonden.
De trein was naar de N. R. Crt. meldt, zeer
bezet. In het van den dijk gekantelde perso-
nenrijituig en wel in het eerste compartiment
zaten de heer en mevrouw Lobo-Braakensiek,
de bekende tooneelspelers, die niet alleen
zwaar gewond werden, maar ook in de sloot
te water raakten. De heer Lobo werd uit het
in tweeen gebroken compartiment tegen den
wal van de sloot geworpen. Toen men hem
ophaalde, bleek hij reeds den geest gegeven
te hebben. Mevrouw Greta Lobo kwam naast
het compartiment half in het water half op
het land terecht. Zij werd onmiddellijk aan
den wal gebracht, doch toen dit geschied was.
bemerkte men, dat zij aan het onderlijt zwaar
gewond was. Een van haar beenen was to-
taal van den romp gescheiden, het andere
hing er verbrijzeld bij. Binnen weinige oogen
blikken bezweek ook zij.
In het zwaarst geteisterde gedeelte van
den trein drie compartimenten heeft
zich voorts nog een passagier bevonden, die
eveneens over de sloot werd geworpen, maar
hoewel vrij ernstig bezeerd, toch geen noe-
menswaadige wonden bleek te hebben. Op de
locomotief bevonden zich een opzichter-ma
chinist, de heer van Rhoon uit Amsterdam, de
machinist H. Muller uit Amersfoort en de
leerling-machinist Van Ettikhoven, eveneens
uit Amersfoort. Den opzichter heeft men on-
der de kolen van den tender, die hem gedeelte
lijk hadden bedolven, levenloos te voorschijn
gehaald. Hij was door den uit de leiding van
de stoomfluit, die door den schok afbrak, ont-
snappenden stoom en het vuur van den vuur-
haari, waarin hij gevallen moet zijn, geheel
verbrand. De machinist, die aan de rechter-
zijde van de machine stond, welke boven
kwam te liggen, is geheel ongedeerd geble-
yen.
Minder goed is het met den leerling-ma
chinist gegaan. Ook had hij erge brancfwon
den opgeloopen en klaagde tijdens het trans
port naar Leiden over hevige inwendige pij-
nen. In den loop van gisterenavond bereikte
ons het bericht, dat ook hij bezweken zou
zijn. Verder hebben ernstige wonden gekre
gen: mevrouw Eichstrich uit Berlijn, de heer
B. H. Hageman uit Zoetewoude. de heer J. J
Metz, Bergschestraat 226 te Rotterdam en
mej. van Schaik, Breestraat 114a te Leiden
Minder ernstig gewond zijn de 4-jarige
Christina Barthe, mevrouw van Raalte-Om-
mering uit Vlaardingen, de heer A. de Vries,
Sarphatiestraat 99, te Amsterdam, mevrouw
Schweyger-Harms, 2e Jan van der Heyden-
straat, Amsterdam en dr. Suermondt, die in
de sloot viel en een hoofdwonde kreeg.
Hulpverleening.
Er kwam onmiddellijk van vele kanten
bulp. Zeer kort na het bekend worden van
het ongeval was dr. Birkhof, de spoorweg-
arts te Voorschoten, reeds ter plaatse, even-
zoo dr. van der Stoel uit Voorschoten, die de
eerste hulp verleenden. En spoedig daarop
kwam ook de gemeentelijke geneeskundige
dienst uit Leiden, onder bevel van dr. Horst,
onmiddellijk gevolgd door den Leidschen
eersten hulpdienst onder dr. Driessen op het
terrein van de ramp. Ook in Den Haag werd
aanstonds toen men daar kennis kreeg van de
ramp de eerste hulpdienst gemobihseerd, die
met groot materiaal naar de plaats van de
ontsporing vertrok.
Terzelfder tijd had1 de afdeeling Graven-
bage van het Nederlandsche Roode Kruis
reeds een auto met eenige leden van de Haag
sche transportcolonne onder leiding van dr.
Riimke naar Voorschoten afgezonaen, terwijl
om ongeveer half vijf nog een ambulance-
trein, die op het Haagsche spoorwegemplace-
ment was samengesteld, daarheen was gedi
rigeerd.
De garage van Oostrum te's Gravenhage
stelde het hoofdbestuur van het Roode Kruis
een ziekenauto ter beschikking, die onmiddel
lijk daarop naar de Vink afreed.
Korten tijd na het ongeluk kwam de Pa
rijsche trein uit Amsterdam bij het blokhuis
no. 59 aan. Daar de weg geheel versperd
was kon hij de reis niet vervolgen, en is hij
dan ook teruggegaan. De passagiers, die in
den verongelukten trein hadden gezeten en
ongedeerd waren gebleven zijn gedeeltelijk
naar Den Haag gebracht, gedeeltelijk op
eigen gelegenheid naar Leiden verder ge
gaan. Men begrijpt, dat de consternatie on
der hen zeer groot was. Naar verluidt hadden
eenigen hunner ook nog onbeteekenende ver-
wondingen, schrammen en builen opgeloo
pen.
De lijken van de omgekomenen en de ge
wonden zijn naar het Academisch Ziekenhuis
te Leiden overgebracht.
Korten tijd na het ongeval waren het
Haagsche parket en spoorwegautoriteiten ter
plaatse.
Het vrijmaken der baan.
Uit Amsterdam, Haarlem en Den Haag
werden werktreinen afgezonden, om de baan
vrij te maken, daar het verkeer volkomen
gestremd was.
Tusschen Leiden en Den Haag nam de
N. Z. Holl. Tramweg Mij. het vervoer over.
Belangrijke treinen gaan over Gouda.
Men hoopte door de twee dwars over de
rails staande rijituigen door te branden, de
lijn heden voormiddag vrij te krijgen.
Belangstelling ter plaatse.
Met allerlei vervoermiddelen spoedde men
zich naar de plaats ^an het ongeluk.
Artilleriemanschappen en personeel van de
opleiding voor de kustwacht onder bevel van
kapitein de Jon-gh, den waarnemenden gar-
nizoenscommandant van Leiden, die onmid
dellijfc na het bekend worden van het ongeval
hulp had aangeboden en met zijn onderheb-
benden naar Voorschoten was vertrokken,
hielden hen op een afstand.
De omvang der verwoesting door het on
geluk aangericht bleek nog veel en veel groo-
ter te wezen dan zich van een afstand reeds
liet vermoeden. Als een desolate ruine lag
het voorste gedeelte van den trein over de
baan. De locomotief, naar links omgeslagen,
met een zijde plat op de baan gedeeltelijk
tusschen, gedeeltelijk op de rails. Daarachter
het postrijtuig eveneens op zijn zij.
Veel erger dan deze twee waren echfer het
bagagerijtuig en het daarop volgende AB-
personenrijtuig (eerste en tweede klasse)
gehavend.
Deze twee rijiuigen hebben blijkbaar zich-
zelf tegen de door de locomotief, den tender
en het postrijtuig op de lijn gevormde barri
cade van den dijk gedrongen. Zij lagen er
dwars op, bun achterste wielen hoog boven
de ontzette rails, het voorste stuk van beide
wagens versplinterd en gedeeltelijk in het
water van de langs den dijk loopende sloot
ondergedompeld. Vooral het personenrijtuig
was als het ware gekraakt. De geheele voor-
wand was er afgerukt, het dak boven de
drie eerste compartimenten versplintercl, de
brokstukken drijvende op het water. Het
noodlot heeft gewild, dat de heer en me
vrouw Lobo-Braakensiek in het allereerste
compartiment van het AB rijtuig zaten. Zij
kwamen uit Den Haag, waar zij gerepeteerd
hadden voor een nieuw stuk, dat in het
Trianon-theater aldaar zou worden opge-
voerd.
Verschillende bijzonderheden.
Op den slootkant naast het A B rijtuig
vond kapitein de Jongh uit Leiden een boek,
dat bij nadere beschouwing Greta Lobo's
rol bleek te zijn. En op de plaats waar Lobo
gezeten moet hebben lag tragisehe ironie
van het noodlot een exemplaar van het
amusementsblad De Lach, waarmee hij zich
blijkbaar den tijd gekort had. Over Lobo's
einde wist men weinig bizonderheden te ver-
tellen. Naar het schijr.t heeft een onbekend
gebleven passagier, die in het eveneens ge-
kneusde derde klasse rijtuig en nog wel
vooraan zat, zich onmiddellijk na de ramp
bizonder verdienstelijk gemaakt door zijn
pogingen om hem aan land te brengen. De
sloot is echter zeer modderig, Lobo was naar
men aan de N. R. Crt. verzekerie evenals
zijn vrouw zwaar gewond en toen men
hem eenmaal aan land had, was het reeds te
faat. Mevrouw Lobo is terzijde van het rij
tuig op den slootkant gevallen.
Toen men haar uit het water had gehaald
bemerkte men aan het vele bloed, dat zij ver-
loor en de plekken geronnen bloed1 op haar
Weeding, dat ook zij deerlijk gekwetst was.
Toch had zij het bewustzijn nog niet geheel
verloren. Dr. Birkhof uit Voorschoten, die
reeds aanwezig was toen men haar aan den
wal bracht, deeldfe mede, dat zij hem om
water en chloroform gevraagd had. Onmid
dellijk nadat hij haar een inspuiting had ge-
gegeven was ze echter reeds overleden. In
een van de drie voorste compartimenten
schijnt ook een dr. Riimke gezeten te hebben.
Deze is te water geraakt na een zeer hard-
aankomenden schok in de zitdeelen gekregen
te hebben. Ooggetuigen hadden hem nadat
hij gered was, de sloot was nog zoo
diep, dat hij er tot de keel instond op den
kant gezien.
In het A. B.-rijtuig zaten, evenals trou-
wens in den heelen trein vele passagiers. Tot
dezen behoorden voor het grootste gedeelte
de bovengenoemde gewonden. Met groote
moeite konden de reizigers van Hbt zwaarst
gehavende rijtuig op den grond komen.
Het bericht dat ook de leerling-machinist
in den loop van den avond overleden zou zijn
is niet bevestigd. Wel werd bericht, dat een
andere zwaar gewonde zou zijn gestorven.
In het Grand Theater te Rotterdam werd
gisteravond reeds een film van het spoorweg
ongeluk vertoond.
Een alleen reizend 4-jarig kind.
In het achterste gedeelte van dit rijtuig,
dan wel in het voorste gedeelte van het vol
gende 3de klasse zat een alleenreizend
4-jarig kind, een meisje. Dit is bij het ineen-
schuiven van den trein door den vloer van
het compartiment'gezakt en onder den wa-
gen gevallen. Men hoorde het om hulp gillen
en sohreeuwen. Toen men 't kon naderen,
bleek het men den rechteram onder een door
de catastrofe opgewoelden dwarsligger be-
klemd te zitten, zoodat het uitgezaagd moest
worden. De kleine was er met dat al met een
vrij onbeteekenende vleeschwonde afgekomen.
In het ineengedrukte gedeelte van den der
de klasse wagen moet ook nog een heer geze
ten hebben, die er zonder eenig letsel afge
komen is, hoewel alles rondom hem ineen-
stortte. En deze heer zou het geweest zijn, die
vlak daarop manmoedig te water ging om
het echtpaar Lobo te redden. Ook taf van
andere reizigers, die ongedeerd gebleven
waren, boden dadelijk zooveel mogelijk hulp.
Het was een groot geluk, dat er betrekke'ijk
zoo spoedig medische bijstand was om de
pijnen van de zwaargekwetsten te verlichten.
Dr. Berkhof deelde mede, dat hij vier perso-
nen had verbonden, die alien beenbreuken
hadden, waarvan geen enkele met complica-
ties.
De dood van den opzichter-machinist.
Bijzonder verschrikkelijk schijnt het einde
van den heer van Rhoon, den opzichter-ma
chinist, geweest te zijn. Hij is naar men moet
aannemen door den stoom en't vuur uit den
vuurhaard verbrand. Een kweeker, die zijn
kassen nabij de spoorlijn heeft en dadelijk
nadat de ramp was gebeurd, hulp was gaan
bieden, verteldt, dat hij met zijn perso
neel den opzichter als het ware onder de ko
len van den tender uitgegraven had. De ma
chinist, de heer Muller, heeft de tegenwoor-
digheid van geest gehad, onmiddellijk den
stoom te laten ontsnappen en het vuur te
dooven, waardoor wellicht ergere ongeluk-
ken zijn voorkomen.
De conducteur, die met den trein meerels-
de, was het eerste oogenblik, naar ooggetui
gen vertelden, het hoofd totaal kwijt. Hij
herstelde zich echter spoedig en is toen op
een draf naar Voorschoten geloopen om om
hulp te telefoneeren.
Te Leiden had men dientengevolge zeer
spoedig bericht.
De directrice van het Academisch Zieken
huis was op het oogenblik, dat de ramp ge-
beurde in Den Haag, ging echter zooara zij
er telefonisch over ingelicnt was, per auto op
weg naar Leiden en was nog tijdig voor de
aankomst van de eerste gewonden op haar
post, om maatregelen te nemen voor het re
serveeren van een zaal, die gereed was toen
de gewonden aankwamen. Voorzoover noo
dig werd hun onder leiding van prof. Zaayer
onmiddellijk chirurgische hulp verleend.
Wat is de oorzaak van het ongeval?
Wat de oorzaken van het ongeval betreft,
tast men nog in duister. De locomotief is be-
trekkelijk weinig beschadigd; er zijn geen
kenteekenen aan, dat de ontspormg aan
eenig defect van de wielen te wij ten is. De
veeren en de wielen waren intact. Toch moet
de ontsporing bij de locomotief begonnen
zijn. Was een van de rijtuigen uit de rails
geloopen, de locomotief zou niet omgevallen
wezen, op zijn hoogst was er een koppeling
gebroken. Ook kan men, gegeven de vaart
die de trein had, aannemen, dat de ontspo
ring op een vrij grooten afstand van de
plaats waar de locomotief ligt is begonnen.
Dit is trouwens duidelijk aan de groeve te
zien, die het rechterwiel van de locomotief in
de dwarsliggers heeft gemaakt, een groeve,
die over vrij grooten afstand verloopt.
Eenmaal ontspoord is de locomotief blijk
baar in de baan weggezakt. Er was althans
voor den kop ervan een aanzienlijke hoeveel-
heid van het ballastbed opgestuwd. Hoogst
eigenaardig is het hierbij met de rails ge
gaan. Een van de 18 meter lange spoorsta-
ven was tot een 8 vorm omgebogen en zat
om het voorste gedeelte van den locomotief en
dom gebogen.
Te Voorschoten werd beweerd dat zij slap
was. Maar het ballastbed op het stuk van de
baan, waar 't ongeluk heeft plaats gehad,
was nieuw, evenals de dwarsliggers en de
rails.
Eenige personen uit Voorschoten beweren
dat er in den nacht van Woensdag op Don-
derdag aan den weg gewerkt is en dat deze
juist toen vernieuwd zou zijn.
Dit zou wellicht een aanwijzing kunnen
vormen voor de oorzaak van het ongeval, die
dan deze zou zijn dat de baan na een re-
cente behandeling zich nog niet voldoende
had kunnen zetten en onder het zware ge-
wicht van den trein uitgeweken is.
Het verhaal van een passagier van den
Parljschen trein.
Onze trein, zoo vertelde eeo reiziger van
den na-komenden Parijschen trein, stopte nog
geen kilometer voorbij de halte De Vink en
toen moesten wij alien uitstappen, langs de
spoorbaan verder loopen, voorbij den veron
gelukten trein, en daar wachten op een ex
tra trein, die uit Den Haag gezonden zou
worcjen om ons op te hale^
Wat wij dien tijd zagen was ontzettend.
De locomotief lag dwars over den weg; uit
de cabme hing het lichaam van een der ver
ongelukten, vermoedelijk den hoofdopzichter,
die op deze machine was meegereden. Het
eerste rijtuig, een postwagen, lag rechts van
de spoorbaan in een sloot, de tweede wagen-,
een bagagewagen, was naar links omgevallen
en de derde wagen, een personenrijtuig eerste
en tweede klasse, was daaf boven op geloo
pen.
De ernstig gewonde en de gedoode reizi
gers hebben in dit rijtuig, dat naar ik hoorde
niet bijzonder vol geweest is, gezeten. De ove
rige wagens van aen trein raoeten stampvol
geweest zijn.
Op het oogenblik, dat ik ter plaatse was,
was het ongeluk nog maar heel kort geleden
gebeurd. Het toeval wilde, dat noch in den
verongelukten, noch in onzen trein een dok
ter aanwezig was, maar voorzoover ik het
gezien heb, is het wonderlijk, zoo snel er
hulp kwam opdagen. Geneesheeren' waren uit
Leiden per auto naar de plaats van de ramp
getrokken. Dwars door de velden kwamen
de auto's aanrijden. Ik begrijp nog niet,
hoe zij over al die slooten en greppels den
weg hebben kunnen vinden.
Terwijl ik stond te kijken, werd een van
de omgekomen reizigers op een baar langs
gedragen. Het was het stoffelijk overschot
van den bekenden acteur Lobo. Ook hoorde ik
nog, dat van een bejaard echtpaar uit Maas
tricht, dat in den trein gezeten heeft, de man
een been en de vrouw beide beenen gebroken
heeft.
De ruine aan het spoorwegmateriaal en
aan den weg. was heel groot.
Toen ik langs kwam, was men druk bezig,
gewondein uit te zagen. Het was een vreese-
lijke aanblik, dien ik nimmer zal vergeten.
Het verhaal van dr. Riimke.
Dr. Rumke, mede-passagier van den veron
gelukten trein, vertelde aan „Het Vaderland"
hoe hij plotseling te water geworpen werd.
Toen ik op den kant geklauterd was, aldus
dr. Riimke, heb ik nog geroepen en gezocht
naar onze medepassagiers, den heer en me
vrouw LoboEen eind verier lag me
vrouw. Mijn indruk was, dat ze niet meet bij
kennis is geweestHaar polsslag was
heel slecht en ze reageerie niet meer op het-
geen ik zeide.
Terwijl de heer Lobo opvallend bleek was,
ontbloede lippen had en ook een zeer slechte
pols, meen ik te kunnen zeggen, dat hij mis
schien nog even bij kennis is geweest.
Zij waren er het slechtst aan toe.
Een twaalftal andere gewonden heb ik bij
na alien den pols gevoeld en over het alge-
meen heb ik: wachten tot er hulp is, aange-
raden. t
Dat heeft men ook gedaan. Er heerschte
geen paniekDe meesten waren, de om
standigheden in aanmerking genomen, zeer
rustig.
Toen er assistentie kwam, ben ik zoo gauw
moelijk weggegaan. Ik heb me niet met de
aankomeaden in verbinding gesteld
Goed af geloopen.
Naar het Vad. verder vernam, zaten ook
inevr. Zillessen uit den Haag, de echtgenoote
van den griffier der Eerste Kamer, en haar
dochter in den trein. Zij zijn echter ongedeerd
gebleven. De dames zaten in een coupe eerste
klasse en de dochter had, toen zij voorgevoel-
de, dat er iets ernstigs gebeurde, de tegen-
woordigheid van geest, haar moeder toe te
roepen, de beenen van den vloer te tillen, het-
geen mej. Zillessen zelf ook deed. Mevr. Z.
viel door de onverwachte beweging of den
schok op den vloer van de coupe, maar be
zeerie zich niet, althans niet noemenswaari
Hun wagen was boven de sloot blijven han-
gen en met eenige hulp konden de dames de
coupe verlaten en zoo spoedig doenlijk naar
den Haag terugkeeren.
De dienstregeling in de war.
Op het station Delftsche Poort te Rotter
dam heerschte uit den aari der zaak gisteren
wel eenige verwarring. Het eerste perron
stond af en toe opgepropt met reizigers, die
op de doorgaande treinen stonden te wach
ten, welke uit de richting Amsterdam hadden
moeten komen.
In vliegenden haast heeft men voor deze
treinen, die nu niet via Leiden konden rijden
een oplossing moeten vinden.
Ook in Den Haag en Amsterdam werden
daarvoor maatregelen genomen.
Een toonbeeld van verwoesting.
De verongelukte trein bood naar de Telg
meldt een troosteloozien aanblik, een toon
beeld van verwoesting, een chaos van vernie-
ling; de locomotief gekanteld, zwaar bescha
digd, een der rails als een reusachtigen hoe-
pel om zich heen gebogen, de tender achter
zich, eveneens gekanteld. Direct daarop het
omgeslagen postrijtuig. De goederenwagen
en het daarop volgende personenrijhiig
stonden dwars over die spoorbaan,
de voorste gedeelten van beide wagens afhel-
lend naar de sloot. Van het personenrijtuig
bestonden feitelijk de eerste coupe's niet meer.
De banken en bagagenetten versplinterd, de
zijwanden als het ware stukgescneurd; een
deel van het dak afgereten, verbrijzeld, ver-
nielde stangen en staven, verwrongen en
verbogen. Het voorschot van dit rijtuig was
er van afgescheurd en lag ergens in het wei-
land.
De volgende rijtuigen waren niet minder
flrastig besdudigd. Hoofdpkeljjk waren d?
voorste en achterste gedeelten der rijtuigen
beschadigd, doordat de wagens tegen elkaar
inschoven.
Ook het verbrijzelde voorste gedeelte van
het derde klasse personenrijtuig was op de
eerste en tweede klasse wagens geloopen en
vormde een chaos van vernieling en verwoes
ting.
De rails waren zooals vanzelf spreekt.
over een flink gedeelte van de spoorbaan ver
wrongen, en tal van dwarsliggers waren be
schadigd of versplinterd.
Het verhaal van den heer Kwast.
De bekende vliegtuigconstructeur, de heer
Kwast, vertelde aan de Telegr.
Wij zaten met z'n vijven in den wagon, de
heer en mevrouw Lobo en nog een paar pas
sagiers, die ik niet kende.
De trein reed tamelijk snel, doch het viel
mij op, dat wij vrij sterk heen en weer ge-
schommeld werden, zoo erg zelfs, dat ik na
eenigen tijd mijn courant neerlegde, omdat ik
die niet lezen icon.
Op een gegeven oogenblik voelde ik een
korten schok, onmiddellijk gevolgd door een
tweeden. Toen voelde ik, dat de remmen wer
den aangezet. Instinctmatig voelde ik dat er
iets niet in orde was, en ik trok mijn beenen
op.
Op hetzelfde oogenblik helde ons comparti
ment naar voren en trok het plafond boven
mij weg.
Toen zag ik eensklaps veel licht. Wat er
verder gebeurde, weet ik niet meer. Op een
gegeven oogenblik zag ik nog een stuk hout
en een stuk van een deur. Ik greep er naar,
en voelde, dat ik in het water weri geslin-
gerd, dicht bij den wal.
Als een ha as kroop ik naar voren en reode
het weiland op.
Ik zag nog hoe het laatste gedeelte van den
•trein in beweging was, en op den eersten wa
gen inschoof. Toen ik eenigszins tot bezin-
ning was gekomen, zag ik de locomotief
dwars over de rails liggen met de rails dwars
omgebogen. De eerste twee goederenwagens
waren geheel in elkaar geschoven en hadden
een vreeselijke verwoesting aangericht.
Mijn eigen wagen lag tot aan de derde
coupe schuin in de sloot. De eerste coup6 be-
stond zelfs niet meer. Naast mij ontdekte ik
dr. Rumke, die tegenover mij had gezeten,
eveneens ongedeerd. Tevens zag ik in mijn
onmiddellijke nabijheid een damesschoen, wel
ke bleek toebehoord te hebben aan mevrouw
Lobo. Het lichaam van mevrouw Lobo lag
aan de andere zijde van de sloot. Verder zal
ik u de vreeselijke bijzonderheden besparen.
Ik zou ze trouwens niet meer kunnen naver-
tellen.
Ik besefte alleen dat ik wederom door een
wonder was gered.
Zooals men zich zal herinneren, zegt d?
Telegr., maakte de heer Kwast nu twee
weken geleden met een Pander-vliegtuig een
reis naar Duitschland. Op het vliegveld
Dortmund ruilde hij echter even zijn plaats
om met een daar wonenden vriend. Vijf mi-
nuten later viel de machine naar beneden
waarbij, zooals bekend, de piloot, de heer Rei-
ber, en de passagier om het leven kwamen.
Een andere passagier De Clercq roemde in
het bijzonder het flinke optreden van den
machinist Mulder uit Amersfoort, die direct
alle pogingen in het werk stelde, om het vuur
te blusschen en den stroom af te slui-ten. He-
laas, men kon den opzichter-machinist Van
Rhoon niet meer redden, daar hij de voile
laag vlammen en stoom over zich heen had
gekregen en geheel verkoold weri.
Een duitendief. f If
Het was tragisch te zien, dat men zich niet
ontzag deze ramp als een vermakelijkheid tf
exploiteeren.
Een boer, wiens weiland vlak bij het terrein
van de ramp gelegen is, liet alien, die over
zijn erf liepen, geld betalen en alle auto's
driedubbel tarief.
Nu het spoorwegverkeer geheel stil lag tus
schen Leiden en Den Haag, werden de elec-
trische trams tusschen beide plaatsen be-
stormd en kon men in Den Haag zelfs queue
zien maken.
De toestand der gewonden. f
Hedennacht om half twee is bij het 'Acade
misch Z-iekenhuis te Leiden gei'nformeerd naar
den tofstand van de opgenomen gewonden.
Men deelde mede, dat bij geen der gewonden
wijzigingen in den toestand hadden plaats
gevonden.
De heer en mevrouw Lobo-Braakensiek
Met den heer en mevrouw Lobo-Braken-
siek zijn twee onzer beste artisten heenge-
gaan.
De heer Lobo is Ieerling van de Tooneel-
school geweest en behoort in zekeren zin tot
de acteurs van den „ouden" tijd. Geruimen
tijd is hij verbonden geweest aan het gezel-
schap van Heyermans. Bekend is o.m. zijn
optreden in „De Verzonken Klok" van
Gerhard Hauptmann. Later maakte hij deel
uit van Rooyaard's gezelschap. In 1906 weri
hij geengageerd door het Kon-. Ver. Ned.
Tooneel. Op 1 Januari 1907 trad hij op den
voorgrond in de rol van de Arend in „Gys-
brecht van Aemstel. Verder is hij bij verschil-
lende tooneelgezelschappen opgetreden, o.a.
bij „Comoedia".
E>e heer Lobo is 42 jaar oud geworden.
Mevr. Greta Lobo-Braakensiek betrad
reeds op haar 4de jaar de planken; toen zij
nog geen 30 jaar oud was, vierde zij haar
25-jafii> tooneeliufeileum. Vogr bet eerst trad
LKMAARSCHE COORANT.