DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
No. m
Hoaflerd acht en twintiglfe Jaargang
1920
ft ft SBAft
ZATEBBAG
11 SEPTEMBER
m
De raadsfracties en
het kiezepscopps.
Buitenland
Dit nummer bestaaf nil 3 bfa'den.
Sm
Deze Conrant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon- en Feestdagennttgegeven.
tbonnementsprija bfj voorultbetallng per 3 maanden voor Alkmaar /2L—franco door
M geheele Rijt /2.50.
AfzonderlUke en bewqmammers 5 cents.
PRUS DER OEWONE ADVERTENTIEN:
Per regel 0.25, bfj groote confracten rabat Groote letters naar plaatsrrrfmfe.
Brieves franco aan de N. V. Boefc en HandelsdrnUierR v/h BERMs. COSTER 0 XOOlt*
Voordam CO.
Kate
mm
sammM
Telefjir. Adnibristratk 3.
tdtbwssr. Red&cfie 38.
Postgiro 37060.
Hoofdredacteun Tj, N. AOfiMA.
Er is dezer dagen een ioteressant vraag-
stnk naar voren gekomen, dat voor alle
raadsfracties van beteekenis is.
Het is een vraag, die men zich in den loop
Wa dit jaair o. a. bh'i de Hamdelsechool-
kwestie herhaaldelijk gesteld heeft en nu
zjj door toevallige omstandigheden in de ka
tholieke fractie sterfcer dan ooit op den voor-
grond is getreden, willen wij gaame van de
lefegenbeid gebruik maken haar eeos wat na-
«jer te bescfaouwen.
Het thans gereaen conflict
van een conflict kan worden
in zooverre
;esproken
Zij hebben de hoofaea bij elkaar gestoken
»n op een vergadering schijnt men, met enkele
ttemmen meerderheid, een mode te hebben
aan gen omen, waarin de verwachfing werd
uitgesproken, dat geen lid der kath. raads
fractie aan de tot standkoming van deze onge-
motiveerde en kosdyire piannen zal me ewer-
ken.
De kwestie scheen daarmee voorloopig
tan de baan, maar het is begrijpelijk, dat zij,
die wfel iets voor de wethouders-pensionnee-
ring gevoelen, en er wellicht straks zelfs hun
stem over moeten uitbrengen, met deze „be-
moeizucht" der kiezers alles behalve ingeno-
men zijn gebleken.
En nu is een mijnheer, die zich achter den
jrftiijnschen naam Civis verschuilt, de laatste
flagen druk bezig het hinderlijke blok, dat de
kiezers aan zijn been gebonden hebben, zoo
jerwoed mogelijk van zich ai te schudden.
Hij noemt zich in zijn in het N.-Holl. Dag-
blad geplaatste artikelen iemand, die buiten
4e politiek staat, maar hij blijkt wonderwel
tp de hoogte, niet alleen van alles wat er
de laatste drie jaren in den raad gebeurd is,
tnaar zelfs van wat de kath. fractie binnens-
zamers tot stand heeft weten te brengen.
Hij goochelt met Buijs en Oppenheim even
[emakkelijk als een variete-artist met biljart-
'len, hij pleit roerend voor de grootst mo-
geiijke bewegingsvrijheid der kath. raads
fractie en het vermoeden is dan ook gewet-
hgd, dat hier een jurist aan het woord is, die
wat nauwer bij die fractie betrokken is dan
iat met buitenstaanders gewoonlijk het ge-
ral is.
Evenwel, nomina sunt odiosa en het doet
er ten slotte minder toe wie zich achter het
masker van mijnheer Civis verschuilt, dan wel
wat hij betoogt en welke waarde ten slotte
tan zijn argumenten is te hechten.
En evenmin doet het er toe of het thans
ver de Handelsschool, de wethouderspensioe-
ien of een andere willekeurige kwestie gaat,
want het vraagstuk is van algemeen belang
en omvaf alle raadsfracties en alle nog ko-
mende voorstellen.
Het loont daarom de moeite er nader op in
te gaan en het is daarvoor noodzakelijk, dat
wij in het kort den inhoud van de dezer da
gen door mijnheer Civis geschreven artikelen
naar voren brengen, om daarop ten slotte
onzerzijds eenige critiek te kunnen uitoefenen.
Deze Romeinsche burger begint met te
eonstateeren, dat men in den laatsteo tijd
klanken hoort, die er op wijzen, dat de toe-
stand in de kath. partij in Alkmaar niet goed
Is.
Er zijn ontevredenen, die in het geheim de
katholieke zaak emstig nadeel toebrengen,
die naar Civis betoogt intrigeeren en
op allerlei wijzen trachten de raadsfractie te
dupeeren.
Anderen zijn te goeder trouw, maar heb
ben b.v. bij het tractor-vraagstuk op dt
kiesvereeniging betreurenswaardige uitingen
gedaan.
En ten slotte is er dan de motie over de
wethouders-pensionneering geweest, wat
voor Civis de beruchte druppel was, die den
emmer van zijn geduldig zwijgen deed over-
loopen en hem tot het schrijven van een drie-
tal leerzame artikelen verleid heeft.
Wrj zien, zegt hij, eenerzijds, dat de leden
van de kiesvereeniging hun afgevaardigden
v66r de behandeling van een zaak wenschen
kenbaar te maken hoe zij stemmen moeten en
«an den anderen kant, dat de leden van de
Raadsfractie in de kiesvereeniging ier verant-
woording worden geroepen over zaken, die
met de beginselpolitiek der R. K. Staatspartij
idets te maken hebben.
Ja, zelfs betoogt hij, dat men de aangeno-
men motie, als zijnde in strijd met het Staats-
recht, niet eens in behandeling had inogen
nemen, zonder er daarbij aan te herinneren,
dat de kath. raadsfractie tot dusver geen be-
zwaar had tegen moties der kiesvereeniging,
wanneer die slechts een vertrouwen in de
raadsleden uitspraken cn een goedkeuring
yj»n hun beleid inhi^lden
Hij grondt dit alles op art. 46 der Oemeen-
tewet, luidende: „De leden stemmen elk voV
gens eed en geweten zonder last van of rug-
gespraak met hen die benoemen", welk voor-
schrift ook is vastgelegd voor de Kamer- en
Statenleden, resp. in de artikelen 86 en 131
der Grondwet en in de Prov. wet.
De verplichte eed is inmiddeis vervaTlen en
daardoor is art. 45 der Gemeeotewet in dit
opzicht verouderd, maar voor het vraagstuk
waarom het hier gaat is dat van minder be-
teekenis.
Mijnheer Civis wensdit <fe grenzen van ar-
tikel 45 zoo nauw mogelijk te trekken.
„Zie je wel", zegt hij; „dat de fractie-leden
niet door de kiesvereeniging ter verantwoor-
ding geroepen kunnen worden, noch dat zij
zicn aan eenige motie hebben te storen waar
in een bepaaWe gedragslijn door hun kiezers
wenschelijk wordt geoordeeld."
En als piece de milieu plaatst hij zich da-
delijk tusschen Prof. Oppenheim en Prof.
Buijs en laat hun verklaren, dat mijnheer
Civis volkomen gelijk heeft en dat hij zoo-
lang hij zich maar langs de lijn der kath.
staatkunde beweegt niet alleen onverschil-
lig kan blijven voor wat zijn kiezers in be-
paalde gevallen wenschelijk oordeelen, maar
dat het zelfs in strijd met het Staatsrecht
zou zijn een Jriesvereenigingsmotie in behan
deling te nemeti of er gehoor aan te geven.
Oppenheim, zegt mijnheer Civis, acht art.
45 voor de gemeenteraden nog noodiger dan
het gelijkluidende artikel voor de Staten-
Oeneraal, hoewel de kiezers niets onwettigs
eischen als van den candidaat algeheele ad-
haesie wordt verlangd aan de staatkundige
geloofsbclijdenis, die zij aankleven en zij op
het punt van beginselen het recht hebben de
algeheele onderworpenheid van den gekozene
te vragen, die overigens vrij in oordeel en
stemming moet blijven.
Het is ons niet duidelijk waarom art. 45
die algeheele onderworpenheid wel in be-
ginselkwesties en niet op andere punten zou
toestaan, maar hierop zullen wij op het
oogenblik niet verder ingaan.
Mijnheer Civis voert thans Prof. Buijs ten
tooneele.
Waar de afgevaardigden aldus prof.
Buijs hun regeeringsplichten vervullen,
oefenen zij een publiek recht uit, aan den
Staat toebehoorende en niet meer, als in de
middeleeuwen, een privaatrecht hun door de
kiezers afgestaan en voor welks richtig ge
bruik zij dezen verantwoording schuldig zou-
den zijn.
De kiezers inogen slechts aanwijzen wie de
dragers van het staatsgezag zullen zijn,
maar van lastgeving kan geen sprake zijn.
Dc kiezer die door lastgeving zijn vertegen-
woordiger tracht te binden, tracht zich mees-
ter te maken van een macht welke de Grond
wet niet aan hem maar aan anderen heeft
■opgedragen.
Evenwel, ook prof. Buijs acht toelaatbaar,
dat de candidaten een parfij-program onder-
schrijven, al heeft dit het gevaar, dat soms
bekwame mannen met eigen inzichten bij de
verkiezing worden buitengesloten.
Afdoende waarborgen tegen de bedreiging
der Volksvertegenwoordiging zouden alleen
de kiezers zelven kunnen leveren.
Mijnheer Civis, daarna terugkomende op
wat er in de kath. kiesvereeniging gebeurd is
acht het aannemeo van de motie inzake de
wethouders-pensioenen ontoelaatbaar.
Het was, zegt hij met het oog op het bo-
venstaande, in strijd met het staatsrecht om
den gekoZcnen een dergelijke moreele last
mee te geven.
Evenmin acht hij het geoorloofd de raads
leden tenzij in beginselkwesties op een
kiesvereeniging ter verantweording te roe
pen.
En rechtstreeks in strijd met zijn inteipre-
tatie van art. 45 der Gemeentewet voegt hij
hieraan toe, dat de kiezers er slechts over
kunnen spreken wanneer een raadslid bij
voortdurir.g onverstsndige dingen zou doen,
wat met de kath. fractie natuurlijk nimmer
het geval zal blijken.
Ten slotte wil hij de kiezers wel iets geven
waar zij eigenlijk geen recht on hebben.
Het is voor de fractie niet dcenlijk raads-
voorstellen van tevoren in een openbare ver
gadering van een kiesvereeniging te bespre-
ken.
Evenwel, men heeft een uitstekend parnj
blad. dat op de hoogte geliouden kan word-n
van belangriike zaken en over de principes
daarvan de kiezers kan voorlichten.
En bovendien kan men een studieclub op-
richten, die op bepaalde tiidon met een of
twee fractieleden vergadert, om het contact
tusschen kiezers en raadsfractie te bewaren.
Moties, waarin een of rndere verwachting
wcrdt uitgesproken, mogen daar niet gestekl
worden en hcewcl men nief altiid eensgezind
zal zijn, zullen de kiezers in 98 orocent van
de gevallen zeggen: „Ik denk er anders over,
maar kan me begrijpen, dat een ander een an-
der inzicht heeft."
Wat due eigenlijk zeggen wil, dat in 98 van
de 100 gevallen, waarWj kiezera en raads
fractie het niet eens zijn, de eersten
zich zonder meer 4*vreden hebben te stellen
met het afwjjkend inzicht van de fractieleden.
Mien z4et diat dtt ed een heel gemakkeHjke
manier is om van de lastige bemoeizucht van
de kiezers veriest te worden.
En die redactte van het N'. Ho®. Dagblad,
die op dit alles een antwoord beloofd had,
zeftt tusschen de klippen door en geeft een
politiek weerbericht oat een heldere lucht
voorspelt, maar toegeeft, dat het ook wel ka<n
gaan regenen.
Zij ontdekt, dat er van een verechil van
meening tusschen Civis en haar eigenlijk
geen sprake kan zijn, daar men het princi
pled en juridasch roerend eens is, hoewel zij
het moeiiijk acht aan te geven wat men al
dan niet ornder „last of ruggespraak" te ver-
staan heeft.
Zij verkondigt de theorie, dat er wetsover-
treding zou plaats hebben wanneer de raads
leden, in verband met de motie over de wet-
houderspensioenen, hun stem in een bepaalde
richting zouden uitbrengen.
Zoo'n motie is een „moree;e last" hoewel
deze den volksvertegenwoordigers wel meer
worden gegeven.
Zij acht dit ten slotte geoorloofd, maar het
zal afhangen van de wijze waarop het kie-
zersvolk zich uitspreekt. Brengt het kiezers-
volk zijn meening op de juiste wijze naar
voren, dan is daar niets tegen in te brengen.
De eerlijke meening der kiezers moet in *de
juiste mate en op (ten juisten toon tot uiting
komen!
Dan kan er zoo meent de redactie 't
zij door middel van de pers, door studieclubs
of door besprekingen in de kiesvereeniging,
zder wel een uitmuntende verstandhouding
tusschen kiezers en afgevaardigden ontstaan.
Dat is de geschiedenis. die hier in het kort
even verteld moest worden, al zal de om-
vang van dit artikel ons thans wel noodza-
ken, onze kritek zoo beknopt mogelijk te
geven.
Allereerst dan hier een woord je over het
veel besproken art. 45 der Gemeentewet: „de
leden stemmen elk volgens eed en geweten
zonder last van of ruggespraak met hen die
benoemen."
Hoe is dit eigenlijk in de wet gekomen en
wat is ten slotte de draagwijdte van dit ar
tikel?
Het is, evenals de art. 78 en 86 der Grond
wet en de gelijksoortige artikelen der Prov.
wet, ontstaan als reactie tegen de toestamden
van de Republiek der Vereenigde Nederlan-
den, toen b.v. de leden dt belangen behartig-
den van den stand welke hen afvaardigde.
Het reageert tegen het imperatief mandaat
en wijst slechts op den nieuwen toestand van
onafhankelijkheid der leden welke ook tegen-
over den rechter in de Grondwet wordt ge-
waarborgd.
Een gelijksoortig artikel komt reeds voor
in de Schets van Van Hogendorp (art. 26)
die hierdoor uitsluitend te kennen gaf, dat
in de wijze van samenstelling der Staten
Generaal niet zou wonden terug geroepen het
karakter dat de Staten Generaal tijdens de
republiek van voor 1795 hadden.
Het artikel heeft dan ook alleen' als histo-
risch gedenkstuk waarde.
Het is volkomen .juist, dat prof. Buijs van
meening is, dat de gekozenen de zelfstandige
dragers zijn van de beginselen die de kiezers
belijden.
Maar in de practijk wordt deze theorie
van het vrije mandaat meer en meer verlaten.
En men acht dit niet in strijd met de wet
omdat deze alleen verbiedt een opdracht om-
trent de behartiging van de belangen der
kiezers en niet omtrent de wijze waarop het
algemeen belang fcehartigd zal worden.
De afgevaardigde, die zich bindt tegen-
over de kiezers van zijn partij, zegt niet, dat
hij de belangen der kiezers of van de partij
zal voorstaan, maar dat hij het algemeen
belang on een bepaalde wijze zal dienen.
Een politieke partij toch is een groep van
nersonen met in lioofdzaak dezelfde clenk-
beelden omtrent de wijze waarop het alge
meen belang moet behartigd worden.
Onderschrijft een raadslid haar program-
ma, dan is er geen enkele reden waarom die
partij haar inzicht ook niet op ondergeschik-
te punten mag kenbaar maken.
Wij willen, ter motiveering onzer overtui-
gng, tegenover de door den heer Civis aange-
haalde autoriteiten op het gebied van wets-
interpretatie enkele andere stellen.
Moet zoo vraagt mr. Laurillard, de be-
kende docent bij de studie der staatsinrich-
ting moet eene volksvertegenwoordining
zijn een zuivere afspiegeling van het volk of
komt het er meer op aan, cm die gekozenen
bekwame personen zijn?
Het antwoord op deze vraag hangt voor
een goed deel af van de beteekenis der Volks
vertegenwoordiging onder het parlementaire
stelsel.
Wanneer b.v. van het recht van initiatief,
amendement enz. een ruim gebruik moest
worden gemaakt, dan zouden hiervoor in de
eerste plaats bekwame personen noodig zijn.
Wanneer echter de Staten-Generaal meer
moeten aangeven de algemeene richting
waarin het land bestuurd zal worden en de
regeering de leiding blijft behouden, dan zul
len de Kamers meer een afspiegeling moeten
zdjn van den volksg^s/.
En als de heer Civis van Oppenheim niet
alleen geciteerd had wat in zijn kraam te pas
kwam, dan zou hij ook het volgende hebben
weergegeven:
„De onafhankelijkheid van den vertegen-
woordiger is een groote zaak. Maar verte-
genwoordiging overeenkomstig de inzichten
van het kiezersvolk is van nog meer belang.
Het impdratief mandaat is met het beginsel
van vertegenwoordiging niet in strijd. Dat
meer dan een bezwaar van zijne aanvaar-
ding moet doen afzien, schept voor den wet-
gever den plicht te zoeken naar een anderen
waarborg tot verzekering van den eisch, dat
de vertegenwoordiging zij de afspiegeling
van wat er omgaat in de natie, dat de poli
tieke homogeneiteit tusschen kiezers en ge
kozenen blijft bestaan. Dit middel kan geen
ander zijn dan een band tusschen beiden, zo<5
nauw als bestaanbaar is met het voorschrift
van grondwet of wet."
Mr. Van Poelfe erkerrt in zijn werk ,,De
Nederlandsche gemeente", dat de verhoucfing
van het gemeentebestuur tot de burgerij niet
meer dezelfde kan zijn als in 1851.
De vraag van wie of wien op een bepaald
tijdstip in een bepaalde gemeente op den
gang van zaken de grootste invloed uit-
gaat, kan niet beantwoord worden, zonder
dat aan allerlei factoren van persoonlijken of
plaatselijken aard voile aandacht wordt ge-
schonken.
Beslist is, zegt mr. Van Poelje, dat het
regeeringsbeleid in den staat en zijne onder-
deelen in overeenstemming moet zijn met de
op de een of andere wijze tot uitdrukking ge-
brachte inzichten der geheele bevolking of
van hare meerderheid.
De raden zijn geworden lichamen waarin
de politieke partijen samentreffen om te ver-
zekeren, dat de richting van het gemeen-
telijk bestuursbeleid zal beantwoorden aan
de wenschen waaromtrent zij tot overeen
stemming kwamen. Het individu verdwijnt
meer en meer in de green waartoe hij behoort.
En verder: Dikwijls in bijzonderheden af-
dalende programma's zijn het reisplan waar-
aan ieder raadslid zich heeft te houden ook
al zou hij, naar persoonlijk inzicht hande-
lend, aan een anderen koers de voorkeur ge
ven. Als lid eener bepaalde groep gekozen,
heeft'hij zich bij hare inzichten neer te leg-
gen of heen te gaan wanneer de tegenstel-
ling tusschen zijn individueele overtuiging en
het programma van zijn groep al te scherp
mocht worden.
Uit dergelijke uitspraken blijkt wel, welk
een groote waarde door de volksvertegen-
woordigers aan de opinie hunner kiezers
moet worden gehecht.
In Zwitserland kent men het referendum
waarbij het volk zelf zich in bepaaldie geval
len mag uitspreken.
In landen geregeerd volgens het parlemen
taire stelsel is dit referendum eigenlijk het
ontbindingsrecht dat helaas niet voor de ge
meenteraden bestaat.
De tijd zegt Prof. Krabbe is een Gids-
artikel van 1906 waarin het hoogste ge-
zag te zoeken was bij het parlement waarvan
de leden zooals Buijs nog leerde de
zelfstandige dragers zijn van de beginselen
der kiezers, die tijd ligt reeds achter ons.
Bij de keus der vertegenwoordigers spreekt
het volk zijne reehtsovertuigingen ongelou-
terd uit en onbepaald, zoodat het volstrekt
niet zeker is of de gekozene bij het beoord'ea-
len van concrete voorstellen den juisten maat-
staf aanlegt. Zijn kiezers kunnen op dit be
paalde punt geheel anders denken. Bij het
referendum krijgen we te zien de gelouterde
rechtsovertuiging omtrent een bepaald om-
schreven kwestie. Daarom juist heeft het zulk
een hooge waarde voor de rechtsvorming.
Wij zullen het bij deze uitspraken laten.
Er blijkt voldoende uit welke groote waar
de aan het oordeel der kiezers zelve moet
toegekend worden.
En niets is minder juist dan wanneer men
betoogt dat wetsschennis zou plaats hebben
als een raadslid zich door de duidelijk uit
gesproken meening zijner kiezers in 't bepa-
len van zijn stem laat beinvloeden.
Hoeveef honderden adressen gaan er jaar-
lijks niet naar de Kamerleden waarin aller«
lei lichamen om velerlei redenen vragen eer
bepaalde wet aan te nemen of te verwerpen.
Zou er steeds wetsschennis plaats vinder.
als de Kamerleden zich daardoor laten be
invloeden?
Men mag zooals dat ook bij het Han
delsschoolvraagstuk het geval was met
verheffing van stem betoogen, dat men den
zuiveringseed afgelegd heeft, maar dat waar-
borgt allerminst dat men een goed vertegen-
woordiger is als men tegelijkertijd volkomen
de duidelijk uitgesproken opinie van de meer
derheid zijner kiezers negeert.
En nu is er zeker een correctief in het al
dan niet herkiezen van raadsleden. maar de
raad kan niet ontbonden worden en waar de
zittingstijd zijner leden 4 jaren duurt, zou
men, bij ontkenning van den band tusschen
raadsleden en kiezers jaren lang machteloos
tegen een willekeurig optreden zijner afge
vaardigden staan.
De. democratische gedachte van dezen tijd
eischt medezeggenschap der kiezers bij alle
vraagstukken welke hen in het bijzonder blij
ken te interesseeren.
Ten slotte zijn de raadsleden er voor hun
kiezers en niet de kiezers voor de onaantast-
bare leden der diverse fracties.
En in dit licht bezien mag de door de kath.
kiesvereeniging aangenomen motie inzake de
wethouderspensioenen een mote die uit
spreekt dat men het algemeen belang door
het toekennen dier pensioenen niet gediend
acht niet zonder meer als onwettig wor
den gekenschetst.
De kiezers van dezen tijd1 laten zich niet
langer als quantite negligeable beschouwen.
HET ENGELSCHE VAKVERBOND.
Het cougres van het Engelsche Vakverbond,
dat gster te Bournemouth hervat werd, nam
met groote meerderheid van stemmen een
resolutie aan, waarin er bij den algemeenen
raad op wordt aangedrongen, zijn pogingen
voort te zetten tot het in het leven roepen
van een vakvereenigingsinternatiooale. -
i 4
DE REVOLUTIONNAIRE BEWEGING
IN GRIEKENLAND.
Een bericht uit Berlijn d.d. gster zegt: Het
gevecht was hevig. Geheel Athene dreunde
onder de salvo's der kanonnen en der tanks.
De regeering is de situatie weer geheel
meester. Zestig man werden gedood en 200
gewond.
Toen de garde zich reeds had overgege-
ven, begonnen in Athene plotseling straatge-
vechten. De menigte wilde het ministerie
van marine bestormen. In de Stadionstraat
vielen veel dooden en gewonden. Op de be-
weging van rechts volgde er klaarblijkelijk
een van links. 's Avonds' was alle verkeer
op straat verboden-. Kondilis heeft blijkbaar
met de fascisten in zijn land afgerekend
DE SPOORWEGAANSLAG IN
HANNOVER.
Gistermorgen had de confrontatie van 'de
beide daders van den spoorvvegaanslag bij
Leiferde plaats. Behalve Willy Weber en
Schlesinger werden ook nog de zich in hech-
tenis bevindende broer van Willy Weber,
Walter, en eerstgenoemde bij elkaar gebracht.
Daarbij kwam het tot dramatische scenes;
Walter Weber brak in snikken uit en kon
eerst geen woord uitbrengen. In tegenwoor-
digheid van zijn broer en Schlesinger vertelde
Walter vervolgens, dat hij van het plan tot
den aanslag had afgeweten.
DE TYPHUS IN DUITSCHLAND.
Officieel wordt medeedeeld, dat het aantal
typhusgevallen in Hannover, met inbegrip
van die der kinderen, 140 bedraagt. Vooral in
het stadsdeel Linden, waar voornamelijk de
arbeidersbevolking woont, grijpt de ziekte
om zich heen.
De epidemie in Hamburg neemt geweldie
toe. Gister zijn 150 gevallen vastgesteld,
waarvan drie met doodeljjken afloop. De ge
vallen zijn meestal zeer gevaarlijk. De artsan
vreezen thans dat men nog pas aan het be
gin staat. Men vermoedt. dat de schuld toch
in besmet drinkwater te zoeken is.
EEN DUBBELGANGER.
Maandag vond de Londensche politic
iemand stervend op straat liggen; hij was
vermoedelijk overeden. Bij aankomst in een
ziekenhuis bleek hij overleden te zijn. Men
meende in hem een postambtenaar te herkep-
nen en een politie-beambte ging naar het
huis van den vermeenden doode. Een buur-
meisje vertelde den politieman, dat hij uit
was, waarop de man der wet antwoordde,
dat zij hem wel nooit zou terugzien.
Later herkende een zuster van de verloofde
van den postambtenaar het lijk, maar toen de
verloofde zelf er van hoorde, zeide zij, dat (het
was de volgende avond) juist bij hem van-
daan kwam! Ten overvloede ging de dood-
gewaande zelf naar het lijkenhuis. Sedert
de overledene door zijo weduw# herkepd.
GODRANT.
£wiii> vv liwif vtu^L T^»w^^ene kden der
katholieke idesvereenfgmg mrn of meer ge-
Kbrokken zijn toen zij gdezen hebben welke
tnnen er oestaan ten aanzien van de wet-
,u<terapensionn«eriiig te dezer stede.
"fM;r
- m