m Alkmaarsche Gourant Geldkoningen. WANNEER GIJ EEN ZAAK GAAT BEGINNEN. asaaa EE0 HANDELSDRUKKERIJ N. V. v.h. HERMS. COSTER ZOON 0 0 H3 □:onp □ppiPnoiQooiDoinin Honderd Acht en Twintigste Jaargang. Dinsdag 14 September AJkmaarsche Huishoud- en Industrieschool. FEU1LLET0N. Sbdsnieuws □□□□on lllilllll VOORDAM C 9, ALKMAAR, TEL. 3 n slag (beperkt tot 3000.bedraagt een i evenredig gedeelte daarvan, mits hij in vasten dienst dezer gemeente is geweest. De Commissie voor georganiseerd overleg, wier advies bij de overige stukken ter inzage ligt, kunnen zich met dit voorstel vereenigen. In verband met het bovenstaande geven B. en W. den Raad in overweging het desbetref- fende besluit te nemen. SCHOOLGELDEN LAGER ONDERWIJS. (VERVOLGONDERWIJS). In bijlage No. 114 schrijven B. en W. De Verordening, regelende het heffen van schoolgelden veor het lager onderwijs, vast- gesteld bij Raadsbesluit van 9 Maart 1922 en gewijzigd bij Raadsbesluiten van 5 Juli 1923 en 10 December 1925, is bij Kon. be sluit van 3 Maart 1926, Nr. 3, goedge- keurd tot 1 Januari 1927, zoodat die veror dening opnieuw aan de Koninklijke goedkeu ring zal moeten worden onderworpen. Voor het gewoon lager-, het buitengewoon lager- en het uitgebreid lager onderwijs zou- den wij de tarieven onveranderd willen laten. Dat voor het openbaar vervolgon terwijs zou- den wij echter willen herzien. Het schoolgeld per leerling van dat onderwijs is voor de per- sonen met lagere inkomens hooger, in enkele gevallen zelfs belangrijk hooger, dan het schoolgeld per leerling aan de Handels- avondschool, niettegenstaande het feit, dat het onderwijs aan het vervolgonderwijs niet ^an die eischen behoeft te voldoen welke aan het onderwijs aan de Handelsavond- school moeten worden gesteld. Bovendien wordt het eerste gegeven gedurende 7 maan- den vier avonden per week telkens twee uur van 60 minuten, terwijl het laatste 8 maan- den duurt met 4 avonden per week telkens 3 lesuren van 50 minuten. Meermalen is het reeds voorgekomen, dat leerlingen van het vervolgonderwijs naar de Hgndelsavond school overgingen, omdat het dan te betalen schoolgeld lager zou zijn. De onjuiste ver- houdingen zijn ontstaan doordat de beide schoolgeldregelingen geheel los van elkander zijn samengesteld. Die aan de Handels- avondschool heeft tot grondslag de regeling voor het Handelsdagonderwijs, terwijl die aan het vervolgonderwijs is ontleend aan de regeling voor het gewoon lager onderwijs. De regeling aan de Gemeentelijke avond- school voor Nijverheidsonderwijs is gelijk aan die voor de Handelsavondschool. Het schoolgeld voor het vervolgonderwijs is indertijd gesteld op de helft van dat voor het gewoon lager onderwijs. Wij zouden het willen terugbrengen tot een derde daarvan. Dan is naar ons voorkomt, de juiste verhou- ding tot het overige gemeentelijke avond- onderwijs in acht genomen. Te rekenen naar het tegenwoordig aantal van 80 leerlingen is op een mindere ontvangst van 40.a 45.per jaar te rekenen of 0.50 per leerling, met welk bedrag de bijdrage per leerling voor het bijzonder vervolgonderwijs wordt verhoogd. Het gemiddeld aantal leer lingen bij dat onderwijs bedroeg in 1925 156, maakt een hoogere uitgaven van 80. per jaar. De Commissie van bijstand voor de Finan- cien heeft daartegen geen bezwaar. De verlaging van het schoolgeld voor het vervolgonderwijs behoort o.i. in werking te treden met den aanvang van den cursus op 15 September 1926. B. en W. stellen voor vast te stellen de desbetreffende verordeningen op het heffen en invorderen van schoolgelden voor het ge woon lager onderwijs, het uitgebreid lager onderwijs, het openbaar buitengewoon lager onderwijs en het openbaar vervolgonderwijs in de gemeente Alkmaar. AANKOOP GROND GROENE LAANTJE. Voor de verbreeding van het Groene laantje heeft de gemeente de beschikking noodig over een strook grond, kadastraal bekend Sectie E, Nr. 2401, groot 98 M2., waarvan eigenares was mej. G. Broersma wed. J. Timmerman Kzn alhier. Deze is in- middels overleden, doch verklaarde zich nog bij haar leven schriftelijk bereid den grond aan de gemeente te verkoopen voor f 20 per M2. onder voorwaarde, dat de kosten van overdracht ten laste der gemeente komen en dat het perceel Sectie E, Nr. 2400 te haren genoege van het Groene laantje wordt afge- scheiden door een gemetselden muur, ter wijl het bestaande hek aan de zijdeu van den Westerweg en het Groene laantje wordt ver- plaatst en, geheel afgewerkt, door en op kosten der gemeente wordt opgeleverd. De heer Jb Broersma, slager te fielder, heeft als eenig erfgenaam geen bezwaar deze toe- zegging gestand te doen. fioewel de totale kosten van een en ander, ten bedrage van rond f 2500, onze aanvan- kelijke schatting eenigszins overtreffen, ach- ten wij het toch gewenscht op de gestelde voorwaarden in te gaan. Immers, alleen door den aankoop van dezen grond zal het Groe- nelaantje over de geheele lengte eene gelijke breedte van 10 M. kunnen verkrijgen. B. en W. stellen den Raad voor het desbe- treffend besluit te nemen. AANKOOP VAN GROND AAN DEN WESTERWEG. In bijlage No. 45 schrijven B. en W.: De Vereeniging voor Volkshuisvesting „Alkmaar" heeft de medewerking der ge meente gevraagd voor den voorgenomen verkoop aait derden van een deel van het bouwterrein aan den Westerweg ten zuiden van de C. W. Bruinvisstraat, welk terrein de vereeniging ingevolge Raadsbesluit van 24 Mei 1917, Nr. 6, met gemeentelijk voorschot in eigendom heeft veikregen en bouwrijp doen maken. Ons College heeft zich bereid verklaard de gevraagde medewerking te verleenen, wan- neer de Vereeniging genegen was den grond benoodigd voor den eventueelen aanleg van een nieuwen verkeersweg naar Bergen voor den kostprijs aan de gemeente in eigendom af te staan. Het Bestuur der Vereeniging heeft zich bij brief van 4 September j.l Nr. 915 daarmede vereenigd, onder mededeeling dat het den kooppriis voor het op dien grond staande woonhuis meende te moeten stellen op 7000 Wij aChten den prijs van grond met huis billifk en geven Uwe Vergadering derhalve in overweging het terrein op de overgelegde teekening gearceerd aangeduid voor de ge meente aan te koopen tegen den prijs van f 4 per M2, en eveneens het op het terrein staande huis met toebehooren voor den prijs van f 7000 in koop te aanvaarden. Kan de Raad zich daarmede vereenigen, dan stellen B. en W. voor het desbetreffende besluit te nemen. PERSONEEL HANDELSONDERWIJS. B. en W. schrijven in bijlage No. 112: In verband met de opheffing van de Hoo gere Handels- en Handelsdagschool en de op- richting van een Handelsschool is het nood- zakelijk het vast aangestelde personedl van beide eerstgenoemde scholen te cntslaan en bedoeld personeel te benoemen aan de nieuwe school. Het komt ons tevens gewenscht voor de be- Vo. 216 1926 AAVOIFTE voor de volgende opleidingen en wintercursussen WOENSDAG 911 en uur, DONDERDAG, 16 September in—3Vt uuj Vaccinebewijs overleggen. Opleiding Akte Nuttige Handwerken 50 per cursus. Opleiding Akte Fraaie Handwerken 75 per jaar. Opleiding Akte Na. (leerares Linnen- en Cost, naaien) f 150 per jaar. Knipcursus ONDERKLEEDING: 8 avond- lessen 1^0, leeftijd minstens 16 jaar, ver- Elicht te volgen vo6r cursus naaien Onder- leeding 20 lessen 4. Knipcursus BOVENKLEED1NG: 12 tvondleseen f 2.50, verpl. voor 30 cost, les sen 5.—. Cursus COSTUUMNAAIEN overdag 40 lessen f 35, 2 lessen per week. Cursus KOKEN en VOEDINGSLEER, 20 lessen 35, 2 lessen per week overdag. Cursus (VERVOLG) FIJNE KEUKEN, 20 lessen 25.—. Cursus KOKEN, 20 avondlessen f 6 voor dienstboden15 voor anderen. Cursus DEKKEN, DIENEN, TAFEL- VERSIEREN, enz. 6 lessen 10, 1 les per Cursus LINNENN. en VERSTELLEN, overdag, 1 les per week, f 5.—, 2 lessen per week f 8.75, 3 lessen per week 11.25 per 3 maanden. Cursus FRAAIE HANDWERKEN, Woens- dags 912 uur, voor leerlingen M. O. in- richtingen Maandags 46 uur f 6.25 per 3 maandem Cursus TEEKENEN, Woensdags 1 Yi334 uur, 7.50 per 3 maanden. Cursus weven, Kantklossen, Egyptisch vlechten. Prospectus op aanvrage. Inlichtingen worden gaarne verstrekt door Be Directrice, J. F. BEUMER. GEVONDEN VOORWERPEN. Aanwezig aan het Bureau van Politie, Langestraat, eil aldaar te bevragen op alle werkdagen tuschen 11 en 1 uur, de navol- gende voorwerpen, als gevonden gedeponeerd op 8, 9, 10, 11 en 12 September: Zilveren kruis, belastingmerk in etui, trek- veer ,sleutels, kinderzakdoekje met geld, hondenpenning le klas No. 505, rozenkrans. Aanwezig en te bevragen bij de navolgende ingezetenen, onderstaande voorwerpen, als gevonden aangegeven op 8, 9, 10, 11 en 12 September 3 Schooiboekjes, C. Kieft, v. d. Woude- straat 54; belastingplaatje, S. Krom, Wiihel- minalaan 3; autoped, J. van Berkem, Ver- dronkenoord 90; rijwielbelastigmerk, J. Bos, Drebbelstraat 20; boekje met lesrooster, S. Koster, Laat 105; oilespuit, Groothuizen, Oudegracht 163; meisiestaschje, J. de Munck, Koningsweg 18; rijwielbelastingmerk, mej. Beers, Gr. Nieuwland 62; bankbiljetten. mej. M. de Groot, Hekelstraat 20; dameshand- schoen, D. Erkamp, Lindelaan 11; autoped, J. Koot, Kl. v. 't Veerstraat 21portemonnaie met inhoud, C. Denneman, v. d. Woudestraat 55; portemonnaie met inhoud, N. Kraakman, Landstraat 34: belastingmerk in etui, J. Ploe- ger, Fnidsen 75; rijwielbelastingmerk, G. Punt, Westerkolkstraat 16; bankbiljet, W. v. Hanegem, Tulpstraat 18a; bxil in etui, J. P. Oorthuyze. Kinheimstraathondenpenning No. 744, G. Soecker,'Langestraat 39; notitie- boekje, Telegraafkantoor; bovenstuk Bully- lantaarn, Dirk Albers, St. Antoniusstraat 19; paar glace handschoenen. W. Bottemanne, Snaarmanslaan 60; pakje, inh. witte stof, H. Linders, 2e Landdwarsstraat 17zwarte por temonnaie, wed. Hoogeboom, Egelburgerlaan 8; zak metknikkers, P. Joon, Laat 32; bri", B. Hulskamp, Ropjeskuil 36; bruine porte monnaie met inhoud, K. v. Veen, Uitenbosch- straat 4; pakje, inh. lichte kousen, A. Danen- berg, Doorntjes 46. Bergen; schoenhaakje en broche, S. v. d. Pol, Heerhugowaarddouble armband, K. Klugt. Liefdelaan 27kinderbre- tels, G. fiuiberts, Kl. Nieuwland 37halsket- ting, N. Blauw, Ritsevoort 37; rijwielbelas tingmerk, Reyer Kok, Landstraat 10; auto- slinger, A. Rasch, Visscherslaan 23. Wanneer men weder in het bezit is van het verloren voorwerp, wordt men verzocht hiervan kennis te geven aan het Bureau van Politie. Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch van E. Philips Oppenheim door W. M D. Spies—Van der Linden. 46) „Je bent een Amerikaansche, is 't niet, kind?" vervolgde zij. „Je hebt heel weinig accent, maar ik dacht, dat ik 't toch even hoorde en zulke oogen als de jouwe zien we hier in Engeland niet. „Ja, ik ben een Amerikaansche, Lady Med lincourt," antwoordde Virginia. „Wie zijn je ouders dan?" vroeg Lady Medlincourt. „Waar heb je elkaar ontmoet? Wie heeft je voorgesteld? Zit elkaar niet als een paar dwazen aan te kijken. Denk er aan, dat al klinken mijn vragen wat op den man af, dit dingen zijn, die ik weten moet, als ik jullie van dienst wil zijn. Virginia werd een beetje bleek. „Lady Medlincourt," zeide zij, „het spijt me, maar ik kan nu nog op geen enkele vraag antwoorden." Lady Medlincourt ging wat dieper in haar atoel zitten; zij keek het meisje in stomme verbazing aan. „Wat!" riep zij uit. Tv Guy leunde wat naar voren. ,,Lieve tante," zei hij, „gaat u alsjeblieft met denken, dat we allebei gek zijn, maar ik heb Virginia beloofd, dat zij voor een kort VERKCXDP VAN GROND AAN DEN KENNEMERSTRAATWEG. B. en W. schrijven in bijlage No. 108: De heer A. Hoekmeijer alhier heeft ons be- richt voor zich of zijne lastgevers te willen koopen een perceel bouwterrein, kadastraal bekend Sectie F Nr. 2559, gelegen aan den Kennemerstraatweg, met een frontbreedte van pl.m. 28.45 M. en eene diepte van pl.m. 32 M., ter oppervlakte van pl.m. 910 M2., voor den prijs van 15.per M2. Adres- sant stelt hierbij de voorwaarde, dat het ter rein, voorzoover het op de ter inzage gelegde teekening met 3 en 4 is aangeduid, alsnog in bebouwbaren toestand wordt gebracht, waar- onder uitsluitend is te verstaan het dempen van een deel der in dit terrein liggende ^loot; de kosten van deze detnping, die van gemeen- tewege zal worden uitgevoerd, zijn reeds in den na te noemen kostprijs van den grond be- grepen. Ten behoeve van den toegang tot de ach- terzijde van het onder 4 aangeduid perceel is het voorts noodig langs de geheele diepte van dat perceel een trottoir te maken. Adres- sant heeft zich bereid verklaard de kosten van dat trottoir. ad. 250.—, aan de ge meente te vergoeden en zich overigens ver- bonden om den aanleg van de aan de Zuid- zijde van het terrein ontworpen straat niet te vorderen, zoolang de gemeente dien straat- aanleg nog niet noodig oordeelt. De Commissie van bijstand voor het Grondbedrijf heeft, evenmin als wij, tegen den verkoop van dezen grond onder de ge stelde voorwaarde bezwaar, weshalve B. en W. voorstellen het desbetreffende besluit te nemen. AFLOSSING GELDLEENING 1920. In bijlage No. 46 schrijven B. en W.: Op 1 November a.s. zal het mogelijk zijn de 7 oCt. geldleening van 1920 groot 500.000 te converteeren. Na aftrek van de in 1926 verschuldigde af- lossing bedraagt het restant dier leening 398.G00. Het is gewenscht dit bedrag op genoem- den datum af te lossen. Ter besparing van kosten zouden wij daartoe geen beroep op de geldmarkt willen doen, doCh liever gebruik maken van de con- tante imddelen, waarover de gemeente thans de beschikking heeft. Die middelen bestaan: a. %in de uitkeering der provincie terzake van de waterleiding, waarvan wij het kapitaalsbestanddeel op f 271.000 hebben berekend; b. in een gedeelte van het kapitaal van het Gemeentelijk Pensioenfonds, voor zoo- ver dit a deposito is uitgezet, ten be drage van 170.000. Zooals boven reeds is gezegd, moet f 398.000 worden afgelost. fiiervan kan uit belegde gelden 20.000 worden bijgedragen door het electriciteitsbedrijf als aflossing van het restant van het in 1920 aan dat bedrijf verstrekt voorschot van f 50.000. Ter aflos sing van het overige bedrag van 378.000 zouden wij over het waterleidingkapitaal van 271.000 geheel en over het kapitaal van het Pensioenfonds tot een bedrag van f 107.000 wenschen te beschikken. Om administratieve redenen is het noodig de op te nemen gelden te beschouwen als te zijn geleend, zoodat de aflossing daarvan, overeenkomstig het oorspronkelijke leenings- plan evenals de rente, in de begrooting zul- len voorkomen. Een evenredig deel daarvan komt jaarlijks aan het Pensioenfonds toe, terwijl de aflossing en de rente van het Water- leidingskapitaal in het Reservefonds voor bijzondere doeleinden dienen te worden ge- stort teneinde hieruit ieder jaar tot en met 1985 het jaar van eindiging der oorspron kelijke concessie een annui'teitsuitkeering aan de gemeentekas te kunnen doen. De Commissie van Bijstand voor het Ge meentelijk Pensioenfonds heeft ons bij brief van 6 Februari j.l., nr. 87, bericht, dat zij te gen eene leening van ten hoogste 150.000 bij het fonds geen bezwaar heeft. De Com missie stelt daarbij tevens voor den rente- voet te bepalen op 5 pCt. Wij vertrouwen echter, dat, in verband met den tegenwoor- digen rentestand tegen 434 pCt. geen be zwaar zal bestaan. Met de overige door de Commissie voorgestelde voorwaarden heb ben wij in onderstaand besluit rekening ge- houden. Het advies der Commissie van bijstand voor de financien zullen wij mede bij de stukken voegen. Met het oog op de bepaling in de leenings- voorwaarden 1920, dat van vervroegde af lossing ten minste een maand te voren derhalve v6or 1 October a.s. openbare kennisgeving moet worden gedaati, stellen B. en W. voor omtrent het bovenstaande thans eene besli'Sing te nemen. tijdje niet met vragen lastig gevallen zal worden. Ik ontmoette haar op de boot, toen we van Amerika kwamen en dat is alles wat ik u op't oogenblik vertellen kan." Lady Medlincourt keek van den een naar den ander. Zij was meer dan een klein beetje verbijsterd. „Hoor me dien jongen!" riep zij uit. „Dat noemt hij met vragen lastig vallen! Zij kan me toch over haar familie vertellen, kan ze niet?" „Haar familie," antwoordde hij ferm, „zal ook mijn familie worden." Lady Medlincourt zaf met open mond. „Dus je kent haar sedert drie weken?" vroeg zij. „Ik ken haar lang genoeg om te beseffen, dat zij't meisje is, waar ik mijn heele leven op gewacht heb." Lady Medlincourt haalde de schouders op. „Je heele leven! riep zij ongeduldig uit. „Acht en twintig dwaze jaren. Heb jullie geen van beiden iets anders tegen me te zeg- gen, dan dit alles? Is't in ernst je bedoeling, deze hoogst beminnelijke jonge dame hier te brengen en me te vragen, haar te ontvangen als je verloofde, zonder een enkel woord tot verklaring van haar familierelatie, wie zij is of waar zij vandaan komt?" Virginia stond op. „Guy," zeide zij, „zich tot hem keerend, „we hadden hier nooit moeten komen. Lady Medlincourt heeft volkomen 't recht, deze vragen te stellen. We hooren weg te gaan, totdat we ze beantwoorden kunnen." Guy. nam haar hand in de zijne. GEMEENTELIJKE WACHTGELD- REGELING IN VERBAND MET DE PENSIOENWET 1922 (Stbl. 240). B. en W. schrijven in bijlage No. 133: Door het bepaalde bij de artikelen XLII, XLI1I en XLIV der wet van 28 Mei 1925 (Stbl. 216) tot wijziging van de Pensioenwet 1922 (Stbl. 240) zijn met ingang van 1 Juli 1925 uit laatstgenoemde wet vervallen de be- palingen, welke inhielden, dat weduwen en minderjarige wettige of gewettigde kinderen van overleden op wacbtgeld gestelde ambte- naren aanspraak op weduwen en weezen- pensioen konden doen gelden, zonder dat daarvoor eenige premie in het fonds behoefde te worden gestort. Artikel 43 (nieuw) der Pensioenwet 1922 (Stbl. 240) en artikel LXXXIII van genoem- de wijzigingswet daarentegen bieden thans aan de wachtgelders de gelegenheid om het uitzicht op pensioen voor hunne na te laten betrekkingen te behouden tegen betaling eener bij algemeen maatregel van bestuur vast te stellen jaarlijksche bijdrage, welke voor hen niet hooger mag worden gesteld dan 534% van den laatsten pensioensgrond- slag of van de som der laatste pensioens- gondslagen,- met dien verstande, dat, indien de pensioensgrondslag of de som der pen- sioensgrondslagen een bedrag van 3000.— overschrijdt het percentage naar f 3000. berekend wordt. Bovendien heeft de wijzigingswet een an der belangrijk financieel nadeel voor de wachtgelders medegebracht, door artikel 56 litt. D der Pensioenwet 1922 (Stbl. 240), zooals deze voor 1 Juli 1925 luidde, te laten vervallen, hetgeen tot gevolg heeft, dat de jaren op wachtgeld doorgebracht niet meer als diensttijd voor de berekening van pen sioen in aanmerking komen, zoolang de wachtgelder althans niet opnieuw ambte- naar wordt in den zin der Pensioenwet. Eerdergenoemde wijzigingen nu staan in direct verband met de verordening houdende bepalingen betreffende het toekennen van wachtgelden en uitkeeringen aan ambtenaren en werklieden in vasten dienst. (Gem. blad 965). Deze verordening welke voor 1 Juli 1925 tot stand is gekomen stelt o.a. vast, dat als laatstgenoten jaarwedde voor de bere kening van het wachtgeld wordt aangemerkt de jaarlijksche bezoldiging die op den laat sten dag, dat de ambtenaar in zijn dienst- betrekking was, genoten werd na aftrek van de pensioensbijdragen, die hij ingevolge de op aien dag geldende bepalingen per jaar verschuldigd was en met inbegrip van de bij- slagen en toelagen of emolumenten, voorzoo ver deze bij de berekening van den pensioens grondslag in aanmerking komen. Sedert de wijziging van 1925 staat der halve vast, dat aan gehuwde wachtgelders, die wenschen verzekerd te zijn van pensioen voor hunne eventueele weduwen en weezen, de bijdrage daarvoor tweemaal in rekening wordt gebracht. Het komt ons billijk voor den wachtgelders die in vasten dienst dezer gemeente zijn ge weest en in het zooeven genoemde geval ko men te verkeeren eene tegemoetkoming te waarborgen, omdat naar wij meenen te mo- gen aannemen, de gemeente met bovenge- noemde in de Pensioenwet 1922 (Stbl. 240) aangebrachte wijzigingen zeker rekening zou hebben gehouden, indien deze reeds bij de vaststelling der wachtgeldverordening waren tot standgekomen. Dit geeft ons aan- leiding U voor te stellen aan de gewezen ambtenaren en werklieden in vasten dienst die ten laste der gemeente op wachtgeld zijn of worden gesteld en die van de bij de arti kelen XX of LXXXIII der wet van 28 Mei 1925 (Stbl. Nr 216) tot wijziging van de Pensioenwet 1922 (Stbl. 240) gegeven be- voegdheid om uitzicht op pensioen voor hun ne na te laten betrekkingen te verzekeren, ge bruik maken, een gedeelte van de door die wachtgelders aan net Algemeen Burgerlijk Pensioensfonds te storten bijdragen te ver goeden. Dit gedeelte zouden wij overeenkom stig de door de Provincie Noord-Holland voor het provincial personeel getroffen rege ling wenschen bepaald te zien op 3% van den laatsten pensioensgrondslag of som der pensioensgrondslagen beperkt op den voet van artikel 98 der Pensioenwet 1922 (Stbl 240), tefwijl in die gevallen, waarin de jaar lijksche storting minder dan 5%% van den laatsten pensioensgrondslag of som der pen sioensgrondslagen bedraagt, de vergoeding een evenredig gedeelte n.l. 3/534 of 6/11 van de verschuldigde storting zou kunnen bedra- gen. Ieder op wachtgeld gesteld gehuwd ambte naar die bij het Algemeen Burgerlijk Pen sioenfonds bijdragen voor weduwen- en wee- zenpensioen stort, ontvangt dus van de ge meente onverschillig welk percentage v66r zijn ontslag op hem werd verhaald een tege moetkoming van 3 pet. of indien de storting minder dan 5 pet. van zijn pensioensgrontf- „Tante," zei hij, ..kunt u niet een beetje op mijn oordeel vertrouwen? Kijkt u haar eens aan? Zij is't meisje, dat ik liefheb en dat ik mijn naam ga toevertrouwen. Kunt u daar voor 't oogenblik geen genoegen mee nemen?" „Neen Guy, dat kan ik niet," antwoordde zij. „En als je geen onnoozele dwaas was, zou je me dat met vragen. De toekomstige Hertogin van Nowbray moet zeggen, wie ze is, 't zij dat ze een edelvrouw is of een korist- je. Er wordt haar tegenwoordig heel wat speling gelaten. Zij mag zoowat alles zijn, wat ze wil, maar ze moet tenminste iemand zijn. Denk niet, dat ik een bruut ben, lieve," vervolgde zij, zich niet onvriendelijk tot Vir ginia wendend. „Je staat me heel erg aan en ik geloof, dat we vrienden zouden kunnen zijn. Maar als je wenscht hier ontvangen te worden als de toekomstige vrouw van mijn neef, dan moet je niet vergeten, dat de plaats in de maatschappij, die mijn neef je aanbiedt, zijn verplichtingen heeft, zoowel als zijn ge- noegens. Je moet dien aardigen, kleinen mond van je open doen, anders ben ik bang, dat ik je niet van dienst kan zijn." Virginia keerde zich naar Guy. „Je tanfe heeft volkomen gelijk," zeide zij. „Ik weet, dat het heel dwaas moet klinken, maar ik kwam hierheen met een bepaald doel, waar ik op't oogenblik nog niets over kan vertellen." „Dat is natuurlijk aan jezelf, om bes'is sen, zei Lady Medlincourt opstaande, „maar ik zou maar oppassen als ik jou was. Ik moet me gaan verkleeden, want er komen een paar menschen bridgen. Als je haar 't huis eens liet zien, Guy en als ik dan terug kom, zijn jullie misschien tot andere gedachten gekomen en valt er beter met je te redenee- ren. „Vergeet niet," vervolgde zij tegen Virgi nia, „dat het de volkomen ernst is, wat ik zeg. fiet zal me heel veel genoegen doen, om de toekomstige vrouw van mijn liefsten neef zooveel mogelijk van dienst te zijn, maar er moeten geen geheimen wezen. Ik haat gehei- men, vooral als't vrouwen betreft. Als je vader een groenteman i6, dan is't uitstekend, als je maar precies kan zeggen, wie je bent en waar je vandaan komt; maar niet iets geheimzinnigs. Praat er met haar over, Guy. Ik kom nog even terug als ik klaar ben." Zij gaf een kort, maar niet onvriendelijk knikje en stevende op de deur af, die Guy voor haar op&i hield en daarna sloot. Toen kwam hij langzaam terug en, zijn arm om Virginia's middel slaand, kuste hij haar. „Je hebt zeker geen lust om 't huis te zien?" vroeg hij. „Niet in 't minst," antwoordde zij. „Ik geloof, dat't beste is, dat we weggaan." „Daar is geen haast bij," antwoordde hij langzaam. We kunnen net zoo goed blijven en er nog eens over praten. Als je er goed over denkt, is't een heel iets voor de oude dame, vind je niet? Laten we nog eens even alles precies nagaan. Misschien valt ons iets in." Virginia leunde achterover tegen de kus- sens. „Ujt8tekend," zeide zij. ,,Jij somt op en1 ik luister." „Goed," antwoordde Guy. „Ik ontmoette je dus voor't eerst, 't doet er niet toe hoe lang geleden, op de boot, toen we van Ame rika kwamen. Je was heelemaal alleen, zon der gezelschap, zonder geleide. Dat is op zichzelf al, dat weet je natuurijk, een buiten gewoon iets. Maar je zult toegeven, dat 't me niet afschrikte. We werden nu, erge goede vrienden, werden we niet?" „Ik meen van wel," stemde zij toe. „Naderhand," vervolgde hij, „ontmoetten we elkaar weer in Restaurant Luigi. Daar trof ik je weer alleen, in een restaurant, waar een vrouw, die weet wat ze doet, niet over zou denken heen te gaan zonder behoor- lijk geleide. Vergeef me, maar ik wilde, dat je preces in zag, hoe de zaak in elkaar zit. Ik zag daar natuurlijk, hoe 't je hinderde, dat bijna iedere man, die binnen kwam, naar je keek en op de keurigste manier, die ik be- denken kon, ging ik naar je toe en deed je een voorstel." Virginia zuchtte. „Je deed het in de puntjes," zei ze zacht. „Ik vlei me er heusch mee," zei hij, „dat ik 't met beleid deed. Ik vroeg eenvoudig, of ik aan je tafeltje mocht komen zitten. Voor we klaar waren met eten, had ik je voor den tweeden keer gevraagd, om met me te trouwen." „Dat was ontegenzeglijk voortvarend," ver klaarde zij. (Wordit vervolgd). IN BOVENOENOEMD OEVAL HEBT OIJ WELLICHT ORUKWERK NOODIQ. VOOR ALLES BEHOORT DIT TE OETUIOEN VAN SMAAKVOLLE, NETTE AFWER. KING. IMMERS, BE EERSTE INDRUK IS OIKWIJLS BESLISSEND, DOOR GOED UITGEVOERO ORUKWERK KRIJGT GIJ EEN CLIENTELE. DIE GUNSTIG OVER UW ZAAK DENKT EN ER VERTROUWEN IN STELT. AAN U, DIT LAATSTE NIET BESCHAAMD TE MA. KEN; HET EERSTE (HET ORUKWERK DUS), VERZOR. GEN WIJ VOOR U. VLUG, NETJES EN BILLIJK.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1926 | | pagina 5