m
Alkmaarsche Gourant
Geldkoningen.
WANNEER GIJ EEN ZAAK
GAAT BEGINNEN.
asaaa
EE0
HANDELSDRUKKERIJ
N. V. v.h. HERMS. COSTER ZOON
0
0
H3
□:onp □ppiPnoiQooiDoinin
Honderd Acht en Twintigste Jaargang.
Dinsdag 14 September
AJkmaarsche Huishoud- en
Industrieschool.
FEU1LLET0N.
Sbdsnieuws
□□□□on
lllilllll VOORDAM C 9, ALKMAAR, TEL. 3
n
slag (beperkt tot 3000.bedraagt een i
evenredig gedeelte daarvan, mits hij in vasten
dienst dezer gemeente is geweest.
De Commissie voor georganiseerd overleg,
wier advies bij de overige stukken ter inzage
ligt, kunnen zich met dit voorstel vereenigen.
In verband met het bovenstaande geven B.
en W. den Raad in overweging het desbetref-
fende besluit te nemen.
SCHOOLGELDEN LAGER
ONDERWIJS.
(VERVOLGONDERWIJS).
In bijlage No. 114 schrijven B. en W.
De Verordening, regelende het heffen van
schoolgelden veor het lager onderwijs, vast-
gesteld bij Raadsbesluit van 9 Maart 1922
en gewijzigd bij Raadsbesluiten van 5 Juli
1923 en 10 December 1925, is bij Kon. be
sluit van 3 Maart 1926, Nr. 3, goedge-
keurd tot 1 Januari 1927, zoodat die veror
dening opnieuw aan de Koninklijke goedkeu
ring zal moeten worden onderworpen.
Voor het gewoon lager-, het buitengewoon
lager- en het uitgebreid lager onderwijs zou-
den wij de tarieven onveranderd willen laten.
Dat voor het openbaar vervolgon terwijs zou-
den wij echter willen herzien. Het schoolgeld
per leerling van dat onderwijs is voor de per-
sonen met lagere inkomens hooger, in enkele
gevallen zelfs belangrijk hooger, dan het
schoolgeld per leerling aan de Handels-
avondschool, niettegenstaande het feit, dat
het onderwijs aan het vervolgonderwijs niet
^an die eischen behoeft te voldoen welke
aan het onderwijs aan de Handelsavond-
school moeten worden gesteld. Bovendien
wordt het eerste gegeven gedurende 7 maan-
den vier avonden per week telkens twee uur
van 60 minuten, terwijl het laatste 8 maan-
den duurt met 4 avonden per week telkens
3 lesuren van 50 minuten. Meermalen is het
reeds voorgekomen, dat leerlingen van het
vervolgonderwijs naar de Hgndelsavond
school overgingen, omdat het dan te betalen
schoolgeld lager zou zijn. De onjuiste ver-
houdingen zijn ontstaan doordat de beide
schoolgeldregelingen geheel los van elkander
zijn samengesteld. Die aan de Handels-
avondschool heeft tot grondslag de regeling
voor het Handelsdagonderwijs, terwijl die
aan het vervolgonderwijs is ontleend aan de
regeling voor het gewoon lager onderwijs.
De regeling aan de Gemeentelijke avond-
school voor Nijverheidsonderwijs is gelijk
aan die voor de Handelsavondschool.
Het schoolgeld voor het vervolgonderwijs
is indertijd gesteld op de helft van dat voor
het gewoon lager onderwijs. Wij zouden het
willen terugbrengen tot een derde daarvan.
Dan is naar ons voorkomt, de juiste verhou-
ding tot het overige gemeentelijke avond-
onderwijs in acht genomen. Te rekenen naar
het tegenwoordig aantal van 80 leerlingen
is op een mindere ontvangst van 40.a
45.per jaar te rekenen of 0.50 per
leerling, met welk bedrag de bijdrage per
leerling voor het bijzonder vervolgonderwijs
wordt verhoogd. Het gemiddeld aantal leer
lingen bij dat onderwijs bedroeg in 1925 156,
maakt een hoogere uitgaven van 80.
per jaar.
De Commissie van bijstand voor de Finan-
cien heeft daartegen geen bezwaar.
De verlaging van het schoolgeld voor het
vervolgonderwijs behoort o.i. in werking te
treden met den aanvang van den cursus op
15 September 1926.
B. en W. stellen voor vast te stellen de
desbetreffende verordeningen op het heffen
en invorderen van schoolgelden voor het ge
woon lager onderwijs, het uitgebreid lager
onderwijs, het openbaar buitengewoon lager
onderwijs en het openbaar vervolgonderwijs
in de gemeente Alkmaar.
AANKOOP GROND GROENE
LAANTJE.
Voor de verbreeding van het Groene
laantje heeft de gemeente de beschikking
noodig over een strook grond, kadastraal
bekend Sectie E, Nr. 2401, groot 98 M2.,
waarvan eigenares was mej. G. Broersma
wed. J. Timmerman Kzn alhier. Deze is in-
middels overleden, doch verklaarde zich nog
bij haar leven schriftelijk bereid den grond
aan de gemeente te verkoopen voor f 20
per M2. onder voorwaarde, dat de kosten
van overdracht ten laste der gemeente komen
en dat het perceel Sectie E, Nr. 2400 te haren
genoege van het Groene laantje wordt afge-
scheiden door een gemetselden muur, ter
wijl het bestaande hek aan de zijdeu van den
Westerweg en het Groene laantje wordt ver-
plaatst en, geheel afgewerkt, door en op
kosten der gemeente wordt opgeleverd. De
heer Jb Broersma, slager te fielder, heeft
als eenig erfgenaam geen bezwaar deze toe-
zegging gestand te doen.
fioewel de totale kosten van een en ander,
ten bedrage van rond f 2500, onze aanvan-
kelijke schatting eenigszins overtreffen, ach-
ten wij het toch gewenscht op de gestelde
voorwaarden in te gaan. Immers, alleen door
den aankoop van dezen grond zal het Groe-
nelaantje over de geheele lengte eene gelijke
breedte van 10 M. kunnen verkrijgen.
B. en W. stellen den Raad voor het desbe-
treffend besluit te nemen.
AANKOOP VAN GROND AAN DEN
WESTERWEG.
In bijlage No. 45 schrijven B. en W.:
De Vereeniging voor Volkshuisvesting
„Alkmaar" heeft de medewerking der ge
meente gevraagd voor den voorgenomen
verkoop aait derden van een deel van het
bouwterrein aan den Westerweg ten zuiden
van de C. W. Bruinvisstraat, welk terrein de
vereeniging ingevolge Raadsbesluit van 24
Mei 1917, Nr. 6, met gemeentelijk voorschot
in eigendom heeft veikregen en bouwrijp
doen maken.
Ons College heeft zich bereid verklaard de
gevraagde medewerking te verleenen, wan-
neer de Vereeniging genegen was den grond
benoodigd voor den eventueelen aanleg van
een nieuwen verkeersweg naar Bergen voor
den kostprijs aan de gemeente in eigendom af
te staan. Het Bestuur der Vereeniging heeft
zich bij brief van 4 September j.l Nr. 915
daarmede vereenigd, onder mededeeling dat
het den kooppriis voor het op dien grond
staande woonhuis meende te moeten stellen
op 7000
Wij aChten den prijs van grond met huis
billifk en geven Uwe Vergadering derhalve
in overweging het terrein op de overgelegde
teekening gearceerd aangeduid voor de ge
meente aan te koopen tegen den prijs van
f 4 per M2, en eveneens het op het terrein
staande huis met toebehooren voor den prijs
van f 7000 in koop te aanvaarden.
Kan de Raad zich daarmede vereenigen,
dan stellen B. en W. voor het desbetreffende
besluit te nemen.
PERSONEEL HANDELSONDERWIJS.
B. en W. schrijven in bijlage No. 112:
In verband met de opheffing van de Hoo
gere Handels- en Handelsdagschool en de op-
richting van een Handelsschool is het nood-
zakelijk het vast aangestelde personedl van
beide eerstgenoemde scholen te cntslaan en
bedoeld personeel te benoemen aan de nieuwe
school.
Het komt ons tevens gewenscht voor de be-
Vo. 216 1926
AAVOIFTE voor de volgende opleidingen
en wintercursussen WOENSDAG 911 en
uur, DONDERDAG, 16 September
in—3Vt uuj
Vaccinebewijs overleggen.
Opleiding Akte Nuttige Handwerken 50
per cursus.
Opleiding Akte Fraaie Handwerken 75
per jaar.
Opleiding Akte Na. (leerares Linnen- en
Cost, naaien) f 150 per jaar.
Knipcursus ONDERKLEEDING: 8 avond-
lessen 1^0, leeftijd minstens 16 jaar, ver-
Elicht te volgen vo6r cursus naaien Onder-
leeding 20 lessen 4.
Knipcursus BOVENKLEED1NG: 12
tvondleseen f 2.50, verpl. voor 30 cost, les
sen 5.—.
Cursus COSTUUMNAAIEN overdag 40
lessen f 35, 2 lessen per week.
Cursus KOKEN en VOEDINGSLEER, 20
lessen 35, 2 lessen per week overdag.
Cursus (VERVOLG) FIJNE KEUKEN,
20 lessen 25.—.
Cursus KOKEN, 20 avondlessen f 6 voor
dienstboden15 voor anderen.
Cursus DEKKEN, DIENEN, TAFEL-
VERSIEREN, enz. 6 lessen 10, 1 les per
Cursus LINNENN. en VERSTELLEN,
overdag, 1 les per week, f 5.—, 2 lessen per
week f 8.75, 3 lessen per week 11.25 per
3 maanden.
Cursus FRAAIE HANDWERKEN, Woens-
dags 912 uur, voor leerlingen M. O. in-
richtingen Maandags 46 uur f 6.25 per
3 maandem
Cursus TEEKENEN, Woensdags 1 Yi334
uur, 7.50 per 3 maanden.
Cursus weven, Kantklossen, Egyptisch
vlechten.
Prospectus op aanvrage.
Inlichtingen worden gaarne verstrekt door
Be Directrice,
J. F. BEUMER.
GEVONDEN VOORWERPEN.
Aanwezig aan het Bureau van Politie,
Langestraat, eil aldaar te bevragen op alle
werkdagen tuschen 11 en 1 uur, de navol-
gende voorwerpen, als gevonden gedeponeerd
op 8, 9, 10, 11 en 12 September:
Zilveren kruis, belastingmerk in etui, trek-
veer ,sleutels, kinderzakdoekje met geld,
hondenpenning le klas No. 505, rozenkrans.
Aanwezig en te bevragen bij de navolgende
ingezetenen, onderstaande voorwerpen, als
gevonden aangegeven op 8, 9, 10, 11 en 12
September
3 Schooiboekjes, C. Kieft, v. d. Woude-
straat 54; belastingplaatje, S. Krom, Wiihel-
minalaan 3; autoped, J. van Berkem, Ver-
dronkenoord 90; rijwielbelastigmerk, J. Bos,
Drebbelstraat 20; boekje met lesrooster,
S. Koster, Laat 105; oilespuit, Groothuizen,
Oudegracht 163; meisiestaschje, J. de Munck,
Koningsweg 18; rijwielbelastingmerk, mej.
Beers, Gr. Nieuwland 62; bankbiljetten. mej.
M. de Groot, Hekelstraat 20; dameshand-
schoen, D. Erkamp, Lindelaan 11; autoped,
J. Koot, Kl. v. 't Veerstraat 21portemonnaie
met inhoud, C. Denneman, v. d. Woudestraat
55; portemonnaie met inhoud, N. Kraakman,
Landstraat 34: belastingmerk in etui, J. Ploe-
ger, Fnidsen 75; rijwielbelastingmerk, G.
Punt, Westerkolkstraat 16; bankbiljet, W. v.
Hanegem, Tulpstraat 18a; bxil in etui, J. P.
Oorthuyze. Kinheimstraathondenpenning
No. 744, G. Soecker,'Langestraat 39; notitie-
boekje, Telegraafkantoor; bovenstuk Bully-
lantaarn, Dirk Albers, St. Antoniusstraat 19;
paar glace handschoenen. W. Bottemanne,
Snaarmanslaan 60; pakje, inh. witte stof, H.
Linders, 2e Landdwarsstraat 17zwarte por
temonnaie, wed. Hoogeboom, Egelburgerlaan
8; zak metknikkers, P. Joon, Laat 32; bri",
B. Hulskamp, Ropjeskuil 36; bruine porte
monnaie met inhoud, K. v. Veen, Uitenbosch-
straat 4; pakje, inh. lichte kousen, A. Danen-
berg, Doorntjes 46. Bergen; schoenhaakje en
broche, S. v. d. Pol, Heerhugowaarddouble
armband, K. Klugt. Liefdelaan 27kinderbre-
tels, G. fiuiberts, Kl. Nieuwland 37halsket-
ting, N. Blauw, Ritsevoort 37; rijwielbelas
tingmerk, Reyer Kok, Landstraat 10; auto-
slinger, A. Rasch, Visscherslaan 23.
Wanneer men weder in het bezit is van
het verloren voorwerp, wordt men verzocht
hiervan kennis te geven aan het Bureau van
Politie.
Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch
van E. Philips Oppenheim
door W. M D. Spies—Van der Linden.
46)
„Je bent een Amerikaansche, is 't niet,
kind?" vervolgde zij. „Je hebt heel weinig
accent, maar ik dacht, dat ik 't toch even
hoorde en zulke oogen als de jouwe zien we
hier in Engeland niet.
„Ja, ik ben een Amerikaansche, Lady Med
lincourt," antwoordde Virginia.
„Wie zijn je ouders dan?" vroeg Lady
Medlincourt. „Waar heb je elkaar ontmoet?
Wie heeft je voorgesteld? Zit elkaar niet als
een paar dwazen aan te kijken. Denk er aan,
dat al klinken mijn vragen wat op den man
af, dit dingen zijn, die ik weten moet, als ik
jullie van dienst wil zijn.
Virginia werd een beetje bleek.
„Lady Medlincourt," zeide zij, „het spijt
me, maar ik kan nu nog op geen enkele vraag
antwoorden."
Lady Medlincourt ging wat dieper in haar
atoel zitten; zij keek het meisje in stomme
verbazing aan.
„Wat!" riep zij uit. Tv
Guy leunde wat naar voren.
,,Lieve tante," zei hij, „gaat u alsjeblieft
met denken, dat we allebei gek zijn, maar ik
heb Virginia beloofd, dat zij voor een kort
VERKCXDP VAN GROND AAN DEN
KENNEMERSTRAATWEG.
B. en W. schrijven in bijlage No. 108:
De heer A. Hoekmeijer alhier heeft ons be-
richt voor zich of zijne lastgevers te willen
koopen een perceel bouwterrein, kadastraal
bekend Sectie F Nr. 2559, gelegen aan den
Kennemerstraatweg, met een frontbreedte
van pl.m. 28.45 M. en eene diepte van pl.m.
32 M., ter oppervlakte van pl.m. 910 M2.,
voor den prijs van 15.per M2. Adres-
sant stelt hierbij de voorwaarde, dat het ter
rein, voorzoover het op de ter inzage gelegde
teekening met 3 en 4 is aangeduid, alsnog in
bebouwbaren toestand wordt gebracht, waar-
onder uitsluitend is te verstaan het dempen
van een deel der in dit terrein liggende ^loot;
de kosten van deze detnping, die van gemeen-
tewege zal worden uitgevoerd, zijn reeds in
den na te noemen kostprijs van den grond be-
grepen.
Ten behoeve van den toegang tot de ach-
terzijde van het onder 4 aangeduid perceel is
het voorts noodig langs de geheele diepte
van dat perceel een trottoir te maken. Adres-
sant heeft zich bereid verklaard de kosten
van dat trottoir. ad. 250.—, aan de ge
meente te vergoeden en zich overigens ver-
bonden om den aanleg van de aan de Zuid-
zijde van het terrein ontworpen straat niet te
vorderen, zoolang de gemeente dien straat-
aanleg nog niet noodig oordeelt.
De Commissie van bijstand voor het
Grondbedrijf heeft, evenmin als wij, tegen
den verkoop van dezen grond onder de ge
stelde voorwaarde bezwaar, weshalve B. en
W. voorstellen het desbetreffende besluit te
nemen.
AFLOSSING GELDLEENING 1920.
In bijlage No. 46 schrijven B. en W.:
Op 1 November a.s. zal het mogelijk zijn
de 7 oCt. geldleening van 1920 groot
500.000 te converteeren.
Na aftrek van de in 1926 verschuldigde af-
lossing bedraagt het restant dier leening
398.G00.
Het is gewenscht dit bedrag op genoem-
den datum af te lossen.
Ter besparing van kosten zouden wij
daartoe geen beroep op de geldmarkt willen
doen, doCh liever gebruik maken van de con-
tante imddelen, waarover de gemeente thans
de beschikking heeft.
Die middelen bestaan:
a. %in de uitkeering der provincie terzake
van de waterleiding, waarvan wij het
kapitaalsbestanddeel op f 271.000 hebben
berekend;
b. in een gedeelte van het kapitaal van het
Gemeentelijk Pensioenfonds, voor zoo-
ver dit a deposito is uitgezet, ten be
drage van 170.000.
Zooals boven reeds is gezegd, moet
f 398.000 worden afgelost. fiiervan kan uit
belegde gelden 20.000 worden bijgedragen
door het electriciteitsbedrijf als aflossing van
het restant van het in 1920 aan dat bedrijf
verstrekt voorschot van f 50.000. Ter aflos
sing van het overige bedrag van 378.000
zouden wij over het waterleidingkapitaal
van 271.000 geheel en over het kapitaal van
het Pensioenfonds tot een bedrag van
f 107.000 wenschen te beschikken.
Om administratieve redenen is het noodig
de op te nemen gelden te beschouwen als te
zijn geleend, zoodat de aflossing daarvan,
overeenkomstig het oorspronkelijke leenings-
plan evenals de rente, in de begrooting zul-
len voorkomen. Een evenredig deel daarvan
komt jaarlijks aan het Pensioenfonds toe,
terwijl de aflossing en de rente van het Water-
leidingskapitaal in het Reservefonds voor
bijzondere doeleinden dienen te worden ge-
stort teneinde hieruit ieder jaar tot en met
1985 het jaar van eindiging der oorspron
kelijke concessie een annui'teitsuitkeering
aan de gemeentekas te kunnen doen.
De Commissie van Bijstand voor het Ge
meentelijk Pensioenfonds heeft ons bij brief
van 6 Februari j.l., nr. 87, bericht, dat zij te
gen eene leening van ten hoogste 150.000
bij het fonds geen bezwaar heeft. De Com
missie stelt daarbij tevens voor den rente-
voet te bepalen op 5 pCt. Wij vertrouwen
echter, dat, in verband met den tegenwoor-
digen rentestand tegen 434 pCt. geen be
zwaar zal bestaan. Met de overige door de
Commissie voorgestelde voorwaarden heb
ben wij in onderstaand besluit rekening ge-
houden.
Het advies der Commissie van bijstand
voor de financien zullen wij mede bij de
stukken voegen.
Met het oog op de bepaling in de leenings-
voorwaarden 1920, dat van vervroegde af
lossing ten minste een maand te voren
derhalve v6or 1 October a.s. openbare
kennisgeving moet worden gedaati, stellen
B. en W. voor omtrent het bovenstaande
thans eene besli'Sing te nemen.
tijdje niet met vragen lastig gevallen zal
worden. Ik ontmoette haar op de boot, toen
we van Amerika kwamen en dat is alles wat
ik u op't oogenblik vertellen kan."
Lady Medlincourt keek van den een naar
den ander. Zij was meer dan een klein beetje
verbijsterd.
„Hoor me dien jongen!" riep zij uit. „Dat
noemt hij met vragen lastig vallen! Zij kan
me toch over haar familie vertellen, kan ze
niet?"
„Haar familie," antwoordde hij ferm, „zal
ook mijn familie worden."
Lady Medlincourt zaf met open mond.
„Dus je kent haar sedert drie weken?"
vroeg zij.
„Ik ken haar lang genoeg om te beseffen,
dat zij't meisje is, waar ik mijn heele leven
op gewacht heb."
Lady Medlincourt haalde de schouders op.
„Je heele leven! riep zij ongeduldig uit.
„Acht en twintig dwaze jaren. Heb jullie
geen van beiden iets anders tegen me te zeg-
gen, dan dit alles? Is't in ernst je bedoeling,
deze hoogst beminnelijke jonge dame hier te
brengen en me te vragen, haar te ontvangen
als je verloofde, zonder een enkel woord tot
verklaring van haar familierelatie, wie zij is
of waar zij vandaan komt?"
Virginia stond op.
„Guy," zeide zij, „zich tot hem keerend,
„we hadden hier nooit moeten komen. Lady
Medlincourt heeft volkomen 't recht, deze
vragen te stellen. We hooren weg te gaan,
totdat we ze beantwoorden kunnen."
Guy. nam haar hand in de zijne.
GEMEENTELIJKE WACHTGELD-
REGELING IN VERBAND MET DE
PENSIOENWET 1922 (Stbl. 240).
B. en W. schrijven in bijlage No. 133:
Door het bepaalde bij de artikelen XLII,
XLI1I en XLIV der wet van 28 Mei 1925
(Stbl. 216) tot wijziging van de Pensioenwet
1922 (Stbl. 240) zijn met ingang van 1 Juli
1925 uit laatstgenoemde wet vervallen de be-
palingen, welke inhielden, dat weduwen en
minderjarige wettige of gewettigde kinderen
van overleden op wacbtgeld gestelde ambte-
naren aanspraak op weduwen en weezen-
pensioen konden doen gelden, zonder dat
daarvoor eenige premie in het fonds behoefde
te worden gestort.
Artikel 43 (nieuw) der Pensioenwet 1922
(Stbl. 240) en artikel LXXXIII van genoem-
de wijzigingswet daarentegen bieden thans
aan de wachtgelders de gelegenheid om het
uitzicht op pensioen voor hunne na te laten
betrekkingen te behouden tegen betaling
eener bij algemeen maatregel van bestuur
vast te stellen jaarlijksche bijdrage, welke
voor hen niet hooger mag worden gesteld
dan 534% van den laatsten pensioensgrond-
slag of van de som der laatste pensioens-
gondslagen,- met dien verstande, dat, indien
de pensioensgrondslag of de som der pen-
sioensgrondslagen een bedrag van 3000.—
overschrijdt het percentage naar f 3000.
berekend wordt.
Bovendien heeft de wijzigingswet een an
der belangrijk financieel nadeel voor de
wachtgelders medegebracht, door artikel 56
litt. D der Pensioenwet 1922 (Stbl. 240),
zooals deze voor 1 Juli 1925 luidde, te laten
vervallen, hetgeen tot gevolg heeft, dat de
jaren op wachtgeld doorgebracht niet meer
als diensttijd voor de berekening van pen
sioen in aanmerking komen, zoolang de
wachtgelder althans niet opnieuw ambte-
naar wordt in den zin der Pensioenwet.
Eerdergenoemde wijzigingen nu staan in
direct verband met de verordening houdende
bepalingen betreffende het toekennen van
wachtgelden en uitkeeringen aan ambtenaren
en werklieden in vasten dienst. (Gem. blad
965). Deze verordening welke voor 1 Juli
1925 tot stand is gekomen stelt o.a. vast,
dat als laatstgenoten jaarwedde voor de bere
kening van het wachtgeld wordt aangemerkt
de jaarlijksche bezoldiging die op den laat
sten dag, dat de ambtenaar in zijn dienst-
betrekking was, genoten werd na aftrek van
de pensioensbijdragen, die hij ingevolge de
op aien dag geldende bepalingen per jaar
verschuldigd was en met inbegrip van de bij-
slagen en toelagen of emolumenten, voorzoo
ver deze bij de berekening van den pensioens
grondslag in aanmerking komen.
Sedert de wijziging van 1925 staat der
halve vast, dat aan gehuwde wachtgelders,
die wenschen verzekerd te zijn van pensioen
voor hunne eventueele weduwen en weezen,
de bijdrage daarvoor tweemaal in rekening
wordt gebracht.
Het komt ons billijk voor den wachtgelders
die in vasten dienst dezer gemeente zijn ge
weest en in het zooeven genoemde geval ko
men te verkeeren eene tegemoetkoming te
waarborgen, omdat naar wij meenen te mo-
gen aannemen, de gemeente met bovenge-
noemde in de Pensioenwet 1922 (Stbl. 240)
aangebrachte wijzigingen zeker rekening
zou hebben gehouden, indien deze reeds bij
de vaststelling der wachtgeldverordening
waren tot standgekomen. Dit geeft ons aan-
leiding U voor te stellen aan de gewezen
ambtenaren en werklieden in vasten dienst
die ten laste der gemeente op wachtgeld zijn
of worden gesteld en die van de bij de arti
kelen XX of LXXXIII der wet van 28 Mei
1925 (Stbl. Nr 216) tot wijziging van de
Pensioenwet 1922 (Stbl. 240) gegeven be-
voegdheid om uitzicht op pensioen voor hun
ne na te laten betrekkingen te verzekeren, ge
bruik maken, een gedeelte van de door die
wachtgelders aan net Algemeen Burgerlijk
Pensioensfonds te storten bijdragen te ver
goeden. Dit gedeelte zouden wij overeenkom
stig de door de Provincie Noord-Holland
voor het provincial personeel getroffen rege
ling wenschen bepaald te zien op 3% van
den laatsten pensioensgrondslag of som der
pensioensgrondslagen beperkt op den voet
van artikel 98 der Pensioenwet 1922 (Stbl
240), tefwijl in die gevallen, waarin de jaar
lijksche storting minder dan 5%% van den
laatsten pensioensgrondslag of som der pen
sioensgrondslagen bedraagt, de vergoeding
een evenredig gedeelte n.l. 3/534 of 6/11 van
de verschuldigde storting zou kunnen bedra-
gen.
Ieder op wachtgeld gesteld gehuwd ambte
naar die bij het Algemeen Burgerlijk Pen
sioenfonds bijdragen voor weduwen- en wee-
zenpensioen stort, ontvangt dus van de ge
meente onverschillig welk percentage v66r
zijn ontslag op hem werd verhaald een tege
moetkoming van 3 pet. of indien de storting
minder dan 5 pet. van zijn pensioensgrontf-
„Tante," zei hij, ..kunt u niet een beetje
op mijn oordeel vertrouwen? Kijkt u haar
eens aan? Zij is't meisje, dat ik liefheb en
dat ik mijn naam ga toevertrouwen. Kunt u
daar voor 't oogenblik geen genoegen mee
nemen?"
„Neen Guy, dat kan ik niet," antwoordde
zij. „En als je geen onnoozele dwaas was,
zou je me dat met vragen. De toekomstige
Hertogin van Nowbray moet zeggen, wie ze
is, 't zij dat ze een edelvrouw is of een korist-
je. Er wordt haar tegenwoordig heel wat
speling gelaten. Zij mag zoowat alles zijn,
wat ze wil, maar ze moet tenminste iemand
zijn. Denk niet, dat ik een bruut ben, lieve,"
vervolgde zij, zich niet onvriendelijk tot Vir
ginia wendend. „Je staat me heel erg aan en
ik geloof, dat we vrienden zouden kunnen
zijn. Maar als je wenscht hier ontvangen te
worden als de toekomstige vrouw van mijn
neef, dan moet je niet vergeten, dat de plaats
in de maatschappij, die mijn neef je aanbiedt,
zijn verplichtingen heeft, zoowel als zijn ge-
noegens. Je moet dien aardigen, kleinen
mond van je open doen, anders ben ik bang,
dat ik je niet van dienst kan zijn."
Virginia keerde zich naar Guy.
„Je tanfe heeft volkomen gelijk," zeide zij.
„Ik weet, dat het heel dwaas moet klinken,
maar ik kwam hierheen met een bepaald
doel, waar ik op't oogenblik nog niets over
kan vertellen."
„Dat is natuurlijk aan jezelf, om bes'is
sen, zei Lady Medlincourt opstaande, „maar
ik zou maar oppassen als ik jou was. Ik
moet me gaan verkleeden, want er komen een
paar menschen bridgen. Als je haar 't huis
eens liet zien, Guy en als ik dan terug kom,
zijn jullie misschien tot andere gedachten
gekomen en valt er beter met je te redenee-
ren.
„Vergeet niet," vervolgde zij tegen Virgi
nia, „dat het de volkomen ernst is, wat ik
zeg. fiet zal me heel veel genoegen doen, om
de toekomstige vrouw van mijn liefsten neef
zooveel mogelijk van dienst te zijn, maar er
moeten geen geheimen wezen. Ik haat gehei-
men, vooral als't vrouwen betreft. Als je
vader een groenteman i6, dan is't uitstekend,
als je maar precies kan zeggen, wie je bent
en waar je vandaan komt; maar niet iets
geheimzinnigs. Praat er met haar over, Guy.
Ik kom nog even terug als ik klaar ben."
Zij gaf een kort, maar niet onvriendelijk
knikje en stevende op de deur af, die Guy
voor haar op&i hield en daarna sloot. Toen
kwam hij langzaam terug en, zijn arm om
Virginia's middel slaand, kuste hij haar.
„Je hebt zeker geen lust om 't huis te
zien?" vroeg hij.
„Niet in 't minst," antwoordde zij. „Ik
geloof, dat't beste is, dat we weggaan."
„Daar is geen haast bij," antwoordde hij
langzaam. We kunnen net zoo goed blijven
en er nog eens over praten. Als je er goed
over denkt, is't een heel iets voor de oude
dame, vind je niet? Laten we nog eens even
alles precies nagaan. Misschien valt ons iets
in."
Virginia leunde achterover tegen de kus-
sens.
„Ujt8tekend," zeide zij. ,,Jij somt op en1
ik luister."
„Goed," antwoordde Guy. „Ik ontmoette
je dus voor't eerst, 't doet er niet toe hoe
lang geleden, op de boot, toen we van Ame
rika kwamen. Je was heelemaal alleen, zon
der gezelschap, zonder geleide. Dat is op
zichzelf al, dat weet je natuurijk, een buiten
gewoon iets. Maar je zult toegeven, dat 't
me niet afschrikte. We werden nu, erge
goede vrienden, werden we niet?"
„Ik meen van wel," stemde zij toe.
„Naderhand," vervolgde hij, „ontmoetten
we elkaar weer in Restaurant Luigi. Daar
trof ik je weer alleen, in een restaurant,
waar een vrouw, die weet wat ze doet, niet
over zou denken heen te gaan zonder behoor-
lijk geleide. Vergeef me, maar ik wilde, dat
je preces in zag, hoe de zaak in elkaar zit.
Ik zag daar natuurlijk, hoe 't je hinderde,
dat bijna iedere man, die binnen kwam, naar
je keek en op de keurigste manier, die ik be-
denken kon, ging ik naar je toe en deed je
een voorstel."
Virginia zuchtte.
„Je deed het in de puntjes," zei ze zacht.
„Ik vlei me er heusch mee," zei hij, „dat
ik 't met beleid deed. Ik vroeg eenvoudig,
of ik aan je tafeltje mocht komen zitten.
Voor we klaar waren met eten, had ik je voor
den tweeden keer gevraagd, om met me te
trouwen."
„Dat was ontegenzeglijk voortvarend," ver
klaarde zij.
(Wordit vervolgd).
IN BOVENOENOEMD OEVAL HEBT OIJ WELLICHT
ORUKWERK NOODIQ. VOOR ALLES BEHOORT DIT
TE OETUIOEN VAN SMAAKVOLLE, NETTE AFWER.
KING. IMMERS, BE EERSTE INDRUK IS OIKWIJLS
BESLISSEND, DOOR GOED UITGEVOERO ORUKWERK
KRIJGT GIJ EEN CLIENTELE. DIE GUNSTIG OVER
UW ZAAK DENKT EN ER VERTROUWEN IN STELT.
AAN U, DIT LAATSTE NIET BESCHAAMD TE MA.
KEN; HET EERSTE (HET ORUKWERK DUS), VERZOR.
GEN WIJ VOOR U. VLUG, NETJES EN BILLIJK.