Alkmaarsche Gourant
Geldboniogen.
Gemeenteraad van Alkmaar.
Kenderd Acht en Twintlgsfe Jaargang,
trijdag 17 September
FElilLLETON.
Ko. 219
1926
VRAGEN VAN DEN HEER VAN DRU
NEN AAN DEN BURGEMEESTER
INZAKE HET PLAATSEN VAN
AUTO'S IN DE GEMEENTE.
Aan de orde was nu de hervatting van het
in een vorige raadszitting afgebroken debat,
ontstaan door de vragen van den heer Van
Drunen inzake het plaatsen van auto's in de
gemeente.
De voorzitter had het gewenscht ge-
oordeeld om de vragen, die de yorige maal
terloops waren behandeld, nog eens officieel
te behandelen.
De heer van Drunen vond, dat een
vreemdeling zijn auto voor 'n winkel, dien hij
bezoekt, moet kunnen plaatsen. Hij bedoelt
niet dat een vreemdeling zijn auto voor een
winkel mag plaatsen en dan de stad in
gaan.
Spr. herinnerde aan het geval Mooij en
deelde mede, dat ook bij hotel Proot en bij
den heer Broers in de Langestraat gasten,
die daar dineerden, hun auto moesten ver-
wijderen terwijl bij de „Toelast" wel auto's
mochten staan. Spr. had vernomen dat de
auto's alleen aan een zijde mochten staan.
Het antwoord aan de K. N. A. C. had spr.
niet bevredigd. Hoe de commissaris kan
echrijven dat de heer Duinker niet wil mede-
werken is spr. een raadsel.
De uitdrukking in het schrijven, dat men
nu niet moet denken dat Alkmaar nu eieren
ivoor zijn geld kiest, kwam volgens spr. niet
te pas.
Spr. verwees nog naar een schrijven van
28 bloembollenhandelaren, die verklaarden
Alkmaar te zullen passeeren wanneer niet
6oepeler wordt opgetreden en spr. ontkent,
dat door alle agenten soepel wordt opge
treden.
Spr. meende voorts op grond van art. 157
van de politieverordening dat de burgemees-
ter niet persoonlijk had kunnen toestaan, dat
'de auto's overal mochten staan. Dit is aan B.
en W.
Sipr. betreurde het dat de soepelheid sinds
de laatste vergadering weer was verdwenen
tegenover den heer Mooij, terwijl men auto's
aan de overzijde voor de apotheek met rust
laat
Den voorzitter deed het genoegen, dat
het grootste deel staat op hetgeen voor de
vorige vergadering gebeurd was. De agenten
hebben nu beter begrepen wat er ag gebeu-
Ten. Ten aanzien van de auto's is gezegd:
laat ze staan als het niet te lang duurt, en
mits ze inet tegelijkertijd aan beide zijden
staan. Zoowel voor de Toeiast als voor het
restaurant Proot geldt, dat de auto's er wel
mogen staan als het niet te lang duurt.
Voor het dineeren duurt het wel wat lang
en daarom mogen wij wel eischen dat een au
to naar een garage wordt gebracht.
In de Leidschestraat te Amsterdam zap;
spr. nooit auto's voor de daar bestaande eeL-
geelgenheden.
De heer G o v e r s De vorige week stond
een auto, waarin ook spr. was gezeten, er
nog twee uur.
De voorzitter. iDe is er dan zeker
doorgeslipt.
Spr. betoogde voorts, dat art. 157 der Po
litieverordening slaat op langcre zaken,
dan een auto voor een poosje ergens plaalsA.
Spr. geeft zich veel modte voor het vreem-
delingenverkeer. Het geval met de 28 bollen-
handelaars vir.dt hij hoogst onaangenaam
Met Mooi heefr hij de zaak besproken en hem
gezegd, dat het toch over de schroef gaat als
er zes auto's tegelijk voor het cafe worden ge-
plaatst, at zegde hij hun soepelheid toe voor
een enkele auto. Het pleit voor de soepelheid
van de politie, dat deze de auto's bij de apo
theek met rust laat. Ook daar is het echter
niet goed dat er auto's lang blijver. staan
De heer Van Drunen betoogde,
dat niet alleen het lagere politiepersoneel de
door hem gewraakte meening huldigt. Spr
meent, dat men voorzichtig moet zijn met net
verwjjderen van een auto van menschen die
in een restaurant een diner gebruiken. Wij
roepen de vreemdelingen naar Alkmaar en
geven daarvoor veel geld uit. Hiermede is in
strijd om de menschen zoo te behandelen Ook
spr. meent dat art. 157 niet op de zaak vaii
toepassing is, maar toch worden de menschen
op grond van dat artikel veroordeeld.
Hij oordeelde voorts, dat zelfs bij Mooi wel
een zestal auto's achter elkander een poos ge-
plaatst kunnen worden, nu de tractor op de
Laat wacht.
Voorts drong spr. er op aan om bekendheici
te geven aan de te treffen fnaatregelen. De
Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch
van F. Philips Oppenheim
door W. M D. Spies—Van der Linden.
48)
„Ik heb haar eens of twee keer* gezien,"
antwoordde Littleson wat weifelend.
„Alleen?" vroeg Phineas Duge.
„Niet altijd," antwoordde Littleson. „Twee
keer heb ik haar gezien met Norris Vine en
twee keer met een jongen Engelschman, die
op de boot was."
Phineas Duge zei gedurende eenige oogen-
blikken niets. Hij scheen 't menu aandachtig
te bestudeeren, maar hij legde't op eens ter
zijde.
„Weet je misschien ook waar zij nu is?"
vroeg hij.
„Ik heb er niet't minste idee van," ant
woordde Littleson eerlijk. „Om je de waar-
heid te zeggen, was ze nu niet bepaald zoo
vriendelijk tegen me, toen ik haar op de boot
aansprak. Zij wilde blijkbaar zoo weinig mo-
gelijk met me te doen hebben, daarom vond
ik t beter me niet verder met haar te bemoei-
en."
»>Hoe lang is't geleden, dat je haar 't
laatst zag?" vroeg Phineas Duge.
,«Zoowat een week geleden," antwoordde
Littleson. uZij dineerde met Norris Vine bij
krijgen ze die
menschenWeS bvu dat ze aan B. en W. onf-
heffing kunnen vragen.
De Voorzitter: Dan
niet.
De heer Van Drunen: Enu heeft
geen bezwaar, dat het college dit behandelt;.
Waarom halsstarrig vastgehouden, terwijl de
mogelijkheid geblek enis, dat het gaat?
De Voorzitter vond, dat de conse
quentie van het betoog van den heer Van
Drunen was, dat hij veel scherper moet op
treden.
Dit is spr.'s bedoeling niet, omdat hij mo-
menteel tevreden is.
De heer Van Drunen vond dat
het hetzelfde was of er een oogenblikje een
auto of 6 sitonden.
De Voorzitter: Het verkeer mag
daar niet stop staan, omdat het algemeen be-
lang een onbelemmerde passage eischt.
Mr. K u s t e r s geloofde ook, dat de
heer Van Drunen een scherper optreaen wil,
omdat hij toestemming van B. en w. wil. Nie-
mand heeft die toestemming.
De heer Van Drunen wil vo6rko-
men, dat de politie partijdig kan handelen en
toe kan staan, dat de eene burger kan verdie
nen wat den ander wordt onthouden.
De Voorzitter betoogde met klem,
dat daarvan geen sprake is. De politie doei
niets anders dan in het algemeen belang han
delen.
De heer K1 a v e r betoogde, dat de politie
wel eens te weinig soepel optreedt. Een gast
van den heer Mooij mcest onmiddellijk zijn
auto verwijdereq. Hij zette de auto aan de
overzijde voor de apotheek en daar stcnd de
auto 2 uur, zonder dat er verwijdering ge-
vorderd werd.
De voorzitter: Er wordt speciaal
op den heer Mooij gelet, omdat het daar her-
haaldelijk voorkomt.
De heer Klaver oordeelde, dat ook bij
den heer Mooij wel soepelheid betracht ken
wprden.
De voorzitter meende, dat het daar
den laatsten tijd nogal goed gegaan is. Als
regel worden daar nu de auto's aan de
gracht gepiaatst ea dan behoett er op een
auto die er een keer wel gepiaatst wordt, niet
zoo krap gelet te worden.
De heer G e e 1 s oordeelde met de heeren
Klaver en van Drunen, dat de politie wel
eens te straf optrad. Hij sprak den wensch
uit, dat de menschen diie met een auto ko-
men, geen hinder ondervinden wanneer ze uit
de stad iets willen betrekken.
De Voorzitter had geen klachten
van andere leveranciers. Het gaat om enkele
cafe's. Er zijn ook klachten dat de neerge
zette auto's het verkeer beletnmeren.
Getracht wordt de menschen te helpen als
dit eenigszins mogelijk is. De geheele bevol-
king voldoen zal echter wel niet gaan
De heer Van Drunen zou wel
willen zien dat er tegen het snelle rijden werd
opgetreden.
De Voorzitter oordeelde dit niet
aan de orde en sloot de interpellatie.
VRAGEN VAN MEVR. WESTERHOF
KOOPAL AAN DEN BURGEMEESTER
INZAKE HET OVER DE GRENS
ZETTEN VAN 2 DUITSCHE
MEISJEa
Aan Mevr. Westerhof werd thans de in de
vorige raadszitting ontbrekende gelegenheid
gegeven over het boveostaande eenig-.- vragen
te stellen.
Mevrouw Westerhof las de door ons gepu
bliceerde vragen.
Aan de meisjes had, zoo betoogde zij, op
een andere wijze onderdak verieend kunnen
worden. Beter was het ze desnoods in een
logement onder te brengen. Er was echter
niets tegen ze bij de werkster te laten, aan-
gezien dat een net mensch is.
Het eene meisje was bovendien niet opge-
eischt. Spr. oordeelde dat een meisje, dat een
diienst zoekt wel in Alkmaar moet kunnen
blijven. Spr. oordeelde dat de commissaris
onbehoorlijk was opgetreden en protesteerde
tegen mr. Leesberg die zat te lachen en voeg-
de hem toe dat zijn dochter maar eens uit
Duitschland gezet moest worden. De lach
zou hem dan wel benomen worden. Sipr. voel-
de dat het noodig was te protesteeren tegen
de behandeling deze proletarische meisjes
aangedaan.
De voorzitter gaf gaarne inlichtin-
gen, ook over de politie, mits hij er wat mede
te maken heeft. De politie doet echter ook
werk op rijks last waar spr. volkomen bui-
ten staat en dit is met den vreemdelingen-
dienst het geval. De vreemdelingenwet scha
kelt te dien aanzien den burgemees^er uit.
Spr. mag zich er niet mede bemoeien.
Van het geval weet spr. Diets anders dan
hij in de courant las. Hij kan de vragen niet
beantwoorden en ook niet toezeggen dat het
niet meer zal gebeuren omdat hij er buiten
staat.
Mevrouw Westerhof vond dat een
gek geval en betoogde aan de hand van de
Luigi. Ik weet, dat 't me verbaasde, haar
met hem samen te zien. Hij schijnt een soort
aantrekkingskracht voor je familie te heb
ben."
Phineas Duge wierp een koelen blik op
den spreker en Littleson voelde, dat hij op
de een of andere manier iets verkeerds ge
zegd had. Hij begon met veel vertooning
aan het eerste gerecht.
„Vertel me precies," zei Phineas Duge
een oogenblik later, „hoe je gehandeld hebt,
wat dien Vine betreft."
Littleson keek voorzichtig om zich heen.
„Ik heb hem gesproken", zei hij. „Ik heb
de zaak van alle kanten met hem berede-
neerd. Ik moet je zeggen, dat er niets met
hem aan te vangen ishij wil op geen enkele
voorwaarde met ons onderhandelen. Ik vrees,
dat hij alleen 't goede oogenblik afwacht.
Iederen dag lees je in de bladen, dat de op-
winding toeneemt en ik geloof werkelijk, dat
wij allemaal als de wet er door komt, feitelijk
misdadigers zijn. Ik denk, dat Norris Vine
het oogenblik afwacht, dat hij't grootst mo
gelijk dramatisch effect bereikt, om in zijn
verwetischte krant een woordelijke copy van
dat stuk te publiceeren."
„Dat zou voor jou en Weiss en de anderen
buitengewoon onplezierig zijn," merkte Phi
neas Ouge op.
„We kunnen niet uitgeleverd worden, ant
woordde Littleson en ik zal er wel voor op-
passen, de zee over te steken voor 't zaakje
uitgebloeid is."
„Als dat ooit't geval is," merkte Duge
vreemcfelingenwet, 'dat de meisjes recfit ffad-
den in het land te mogen blijven.
Zij las hierna de volgende artt. uit de wet
Art. 10. Toegelaten vreemdelingen kunnen
niet over de grenzen worden gebracht, dan
op bevel van den kantonrechter der plaats,
waar zij zich ophouden, of op onzen last.
Art. 11. De kantonrechter kan geen uit-
zetting bevelen dan wegens gemis der ver
eischten in art. 1 omschreven en na den
vreemdeling te hebben gehoord, of nadat
deze daartoe behoorlijk is opgeroepen. Van
dit verhoor wordt proces-verbaal opgemaakt.
De kantonrechter heeft de meisjes niet uit-
gewezen. De commissaris heeft dus ook in
strijd met de wet gehandeld.
De Voorzitter stond buiten de zaak.
Mevrouw Westerhof geloofde, dat op
last van Mr. Ledeboer zoo is gehandeld.
Waarom mochten de meisjes wel bij hem ver-
blijven en niet bij een ander?
De heer Veen oordeelde, dat met een
middenstander niet zoo gehandeld zou zijn.
De Voorzitter vond het een verdacht-
making.
De heer Veen nam die voor zijn rekening.
De heer Westerhof had verwacht, dat
ook de Voorzitter in verontwaardiging was
gekomen over het meer dan schandelijke ge
val. Als gentleman had J)f>r. verwacht, dat
de voorzitter gezegd had: „Ik vind hel
schandelijk, maar ik kan er niets aan doen."
Hij oordeelde, dat de commissaris het tot
zijn gewoonte heeft gemaakt ontactvol op te
treden.
De Voorzitter kon den heer Wester
hof niet zoo toelaten. De commissaris kan
zich niet verdedigen. Spr. verzocht den heer
Westerhof zich tot hem te richten.
De heer Westerhof sprak den wensch
uit dat de voorzitter in deze bouding conse-
kwent zal zijn. Spr. nam de gewraakte woor-
den terug en betoogde, dat de commissaris
de wet had overtreden, omdat alleen de Kan
tonrechter in dit geval het recht had gehad
het meisje uit te wijzen. Het meisje is weer
terug en nu in dienst bij het Stadsziekenhuis.
Spr. zal zorgen dat de regeering op ae
hoogte komt, dat de commissaris de wet heeft
overtreden. Hij oordeelde dat het de plicht
van den voorzitter was geweest de rijksauto-
riteiten daarmede in kennis te stellen.
Het gold hier meisjes waarop niets te zeg
gen viel. Dat die in het arrestantenhok heb
ben moeten verblijven vond spr. schandelijk
en hij oordeelde dat de voorzitter den com
missaris duidelijk had moeten maken, dat
Alkmaar het niet wenscht.
Voor den smaad, spr's klasse aangedaan,
protesteerde hij ook tegen den voorzitter,
die althans den commissaris duidelijk had
moeten maken, dat hij verkeerd liandelde.
Hij zou dan hebben geweten, dat hij in dit
optreden niet gedekt wordt door den burge-
meester.
De voorzitter zeide, dat mevr. Wes
terhof de zaak te bevoegder plaatse aan de
oordeelde nooit zonder twee kanten te heb
ben gehoord. Hij vertrouwde, dat wat ge
beurd is verdedigd kan worden.
Spr. vond het verstandig, dat de heer Wes
terhof de zaak ter bevoegder plaatse aan de
orde zal stellen. Spr. interesseerde het den
loop van de zaak te vememen.
De heer Westerhof constateerde, dat
de voorzitter het niet wenschte af te keuren,
dat de meisjes in het arrestantenlokaal zijn
ondergebracht.
Spr. zal zich tot den minister van justitie
wenden. A1 krijgt de commissaris gelijk, dan
heeft hij dit nog niet, omdat wij hier in Ne-
derland een klasse justitie hebben.
De Voorzitter oordeelde dit een
groot woord en sloot de interpellatie.
WIJZIGING GEMEENTEBEGROOTING
VOOR 1926.
B. en W. stellen voor de volgnummers 528
en 532 der begrooting voor W26 te schrap-
pen en de uitgaaf van 11000 (betaling en
terugontvangst van den erfpachtscanen voor
de Cadettenschool) nader te regelen bij sup-
pletoire begrooting, zoodra dit in verband
met de tusschen het Rijk en gemeente te tref
fen regeling zal behooren te geschicden.
Conform besloten.
„ROCHDALE". BOUW 58 WONINGEN.
In bijlage No. 107 schrijven B. en W.:
Uwe Vergadering stelde op 26 Februari
1925 in handen van ons College om bericht
en raad een verzoek van het bestuur der Ar-
beiderswoningbouwvereeniging „Rochdale"
tot het verkrijgen van de benoodigde gelden
voor den bouw van een plan van 100 wonln-
gen, in het betreffende verzoek nader om
schreven.
Nadat de Commissie van Bijstand voor de
Publieke Werken (wier gevoelen wij hebben
gevraagd toen ons uit een door den Directeur
van het Bouw- en Woningtoezicht inmiddels
naar den stand van het vraagstuk der wo-
ningvoorziening ingesteld onderzoek aan het
eind van 1925 was gebleken, dat het tijd-
stip scheen aangebroken om het verzoek van
kalmpjes op. „Wel, ga vender met Norris
Vine."
Littleson keek nog eens de kamer rond.
„Je weet dat Dan Prince hier is?" vroeg
hij zachtjes.
Duge knikte.
„Tot nog toe," merkte hij op, „schijnt zijn
aanwezigheid nog geen verandering in de
situatie gebracht te hebben."
„Hij heeft een pogihg gedaan," fluistende
Littleson. „Hij kwam bij hem binnen en had
als zeker gehoord, dat Vine dien avond
thuis zou komen. Of hij gewaarschuwd is of
niet, dat kan niemand zeggen, maar hij kwam
niet. Ze hebben hem een paar avonden gele
den „Trafalgat Square" over gevolgd en
hoopten dat hij naar de „Embankment" zou
gaan, maar hij nam een taxi en reed naar
zijn club. Zij volgden hem en wachtten tot hij
er uit zou komen, maar er stond een politie-
agent aan den ingang, geen halve meter
van hen af. Dit is New York niet, Duge. Je
kan er hier niet op rekenen, dat de kust vrij
is voor een zaakje als dit en Prince wil niets
riskeeren. Hij is op zijn manier rijk en hij wil
leven om pleizier van zijn geld te hebben.
Hij is handig genoeg in zijn soort, al is het
hem hier twee keer mislukt. Ik dlenk, dat hij
wat anders op het oog heeft."
„En intusschen loopen we de kans morgen
in de krant te lezen, dat we gerulneerd zijn."
„Dat kan natuurlijk," zei Littleson, „en
toch geloof ik't niet. Hij kan geen voet ver-
zetten, zonder dat hij gevolgd wordt en hij
heeft geen telegranrfornmlier ingevuld, zon-
„R6chUaIe" in ovSWeging fe nemeti) fi haar
advies d.d. 22 Maart 1926 te kenmen gaf,
zich met het technische gedeelte te kunnen
vereenigen, doch omtrent de vraag van het
aantal der te bouwen woningen zich van een
oordeel te moeten onthouden, hebben wij me
de in overleg met de Commissie van Bijstand
voor de Financien, de vraag overwogen in
hoeverre en in welke mate de finaucieele me
de werking van de gemeente bij dezen bouw
gerechtvaardigd zou zijn.
Die overweging heeft ons tot de slotsom
geleid, dat die medewerking alleen dan ge
rechtvaardigd zou zijn, wanneer de plannen
werden beperlct tot een complex van 58 wo
ningen.
Het Bestuur van ..Rochdale" heeft daarop
onder dagteekening van 20 Augustus j.l. bij
Uw Vergadering nieuwe plannen crp den
aangegeven voet ingediend
Wij meenen U daarop spoedshalve aan-
stonden van praeadvies te kunnen dienen.
De te bouwen woningen zullen aan de bei
de door deze vereeniging reeds gebouwde
complexen ten Z. O. daarvan aansluiten. De
daartoe benoodigde bouwgrond ter opper-
vlakte van 5400 M2. wenscht de vereeniging
tegen een prijs van f 7.70 per M2. van ce
gemeente in eigendom te verkrijgen. Voor
dezen prijs blijkt de gemeente overeenkomstig
de dienaangaande door de Directeuren van
Gemeentewerken en van het Grondbedrijf
verstrekte gegevens, in staat den grond van-
wege de gemeente bouwrijp gemaakt, te kun
nen opleveren. De aankoop der vereeniging
blijft beperkt tot de bouwblokken. Het bouw
rijp maken vanwege de gemeente strekt zich
uiteraard uit tot het geheele terrein met in-
begrip derhalve van de straten. Een en ander
leidt tot een grondvoorschot van 43.100-
(overdrachtkosten en afronding inbegrepen).
Het bouwvoorschot dient geraamd te wor
den op 158.000.—.
De plannen zijn opgezet op tie basis van
een sluitende exploitatierekening. Deze sluit
op 15899.Hierdoor is het noodig dat de
51 woningen van type A en B. een wekelijk-
sche huur opbrengen van 5.35, de 7 wonin
gen van type C en D van 4.70.
De opzet is voorts gebasseerd op een af-
lossing van het grondvoorschot in 50, van
het bouwvoorschot in 75 jaar, en op een ren-
tetype van 4s/« bij een koers van uitgifte
van 100, welk rentetype ons in verband met
den stand der geldmarkt, wel aannemeljjk
schijnt.
Naar aanleiding van het bovenstaande
stellen B. en W. voor het betreffende besluit
te nemen.
Mr. S 1 u i s betoogde, dat de financieele
commissie verdeeld was. De gemeente is al
met 3 millioen bij den Woningbouw betrok-
ken. Spr. is van dat cijfer geschrokken en
vindt het verstandig, dat de daarvoor hypo-
thecair verbonden panden eens getaxeerd
worden. De financien staan er niet rooskleu-
rig voor, waarom hij voorstelde de bijlage
zoolang aan te houden.
Do heer Ringers vond de vraag, die cok
al door den wethouder van financien gedaan
was, naief. De rekening is vastgelegd in an-
nui'teiteu. Het wordt ieder jaar beter. Er is
nog geen vereeniging, die niet aan haar ver-
plichtingen voldcet.
Mr. S1 u i s hield vol, dat het op d^n duur
een toer zal wezen de hooge huren te innen.
Het was z.i. wel gewenscht, dat de ge
meente de oogenblikkelijke waarde van de
panden weet. Hij handhaafde zijn voorstel.
De heer T h o m s e n drukte zijn spijt er
over uit, dat zijn vraag in het college niet be-
sproken is. Hij steunde het voorstel Mr Sluis.
Mr. Leesberg behoorde ten deze ook
tot een ninderheid in het college, die bestaat
uit den heer Thomsen en spr., waarom hij 't
voorstel Mr. Sluis ondersteunde.
De heer Westerhof deelde mede, dat in
de 2 jaren, dat de huizen verhuurd worden, 't
aantal huurweken schuld op alien slechts 16
is.
Er is dus geen huurschuld.
Voor hetgeen gebouwd is, verstrekte ook
het rijk eenigen steun. Voor hetgeen nu ge
vraagd wordt, verstrekt noch het Rijk, noch
de gemeente eenig.geld a fonds perdu. Hij
erkent, dat er eenige risico is, doch die is ge-
ring. Particuliere bewoners krijgen van wo
ningen beneden 200 M3 inhoud f 300 van
de gemeente. Spr. ziet met.vertrouwen, dat
voor deze aanvrage in verband met de voor-
gestelde huur feitelijk geen risico aanwezig
is, waarom hij dn raad uitnoodigde, zijn
medewerking aan het voorstel te verleenen.
Op grond van gegevens van het Bouw- en
Woningtoezicht betoogde spf., dat de wo-
ningnood wel zoo groot is, dat de bouw
noodig is. In de gemeente zijn nog 12 pak-
huizen bewoond en 188 huizen dubbel be-
woond.
Uitvoerig stelde spr. den woningnood in de
gemeente nog nader in het licht.
Ook voor de andere woningen wordt de risi
co niet grooter.
Mr. Sluis hield vol, dat de raad niet
der dat er iemand over zijn scbouder keek.'
„Dus zoo staan de zaken, zoover je weet?"
vroeg Duge.
„Ja," antwoordde Littleson. „Meer kan
ik je niet vertellen."
Duge beeindigde zijn lunch en teekende de
rekening. Daama sprak hij met Littleson af,
om samen te dineeren en bestelde een auto;
toen deze kwam, liet hij zich naar de Ame-
rikaansche Legatie rijden. Bij't hooren van
zijn naam beijverde ieder zich daar voor hem
en binnen een paar minuten bevond hij zich
in de tegenwoordigheid van den gezant.
„Het doet me genoegen, u weer te ontmoe-
ten, mijnheer Duge," zei deze. „Ik denk
dat u't wel vergeten zult zijn, maar wij wa
ren eens samen op een banket in New York
zoowat vier jaar geleden."
,,Ik herinner't me heel goed," antwoordde
Phineas. Het was een saaie geschiedenis,
maar we praatten over de Aziatische kwes-
tie en amuseerden ons daarmee. U ziet dat
alles, wat ik toen gezegd heb, is uit gekomen.
Deane glimlachte.
„Dat, zeggen ze, is met u altijd het ge
val,'] antwoordde hij. „Duge de onfeilbare"
heb ik u eens door een effecten-makelaar hoo
ren noemen."
„Nu", zei Duge, „als ik mij uw politiek
goed herinner, en ik geloof wel, dat ik dat
doe, dan gaat u probeeren mij die betiteling
af te_nemen. U hoort immers bij degenen,
die zich opgeworpen hebben, om den stroom
te doen keeren?"
Deane schudde wa' stijfjes het hoofd. j
in sfaat Is een goed oordeel te vormen over
het voorstel. Hij bleef dus op een deskun-
dig oordeel aandringen en bleef het zonder
en onverantwoordelijk oordeelen zoo door te
gaan. Hij handhaafde dan ook zijn voorstel.
De heer Ringers wees er op, dat als
de omstandigheden vorderen, dat de huren la
ger worden, de annuiteiten gewijzigd kunnen
worden.
Mr. Sluis bleef op meer gegevens aan
dringen. Zijn voorstel tot aannouding werd
aangenomen met 10 tegen 9 stemmen.
Tegen de soc.-dem., de vrijz.-dem. en de hee.
ren Ringers en Vogelaar. A
Conform besloten.
VERKOOP VAN GROND AAN DEN
KENNEMERSTRAATWEG.
B. en W stellen voor het desbetreffende be
sluit te nemen.
Mr. Leesberg deed mededeeling van een
verzoek van den heer Geels om een slukjt
grond aan de Zocherstraat van 18 vierk. M.
aan te koopen voor f 30 per vierk. M.
De heer Ringers vond het bedrag te
kort. Het is de sfeutel voor het terrein. Hij
stelde aanhouding voor.
Mr. Leesberg zeide, dat die gemeente
nooit hooger dan voor 30 per vierk. Meter
verkocht. Ook op plaatsen waar wel onkosr
ten gemaakt waren. De toesitand knapt op.
Spr. toonde dit op de kaart aan en handhaaf
de zijn voorstel.
Mi. B o s m a n steunde het voorstel
van den heer Ringers. Hij kan op een kaar-
tje niet zien waarover het gaat.
Mr. Leesberg begreep er niets van. Hij
wees nog eens op de prijzen die de gemeente
elders gemaakt had.
De heer Ringers bleef den prijs in dit
verband te laag oordeelen.
Mr. B o s m a n had tegen den prijs geen
bezwaar, maar wel tegen het feit, dat men
hier steeds staat tegenover voorstellen, die
men niet kan beoordeelen.
Mr. Sluis was het met Mr. Leesberg
eens, doch was terwille van anderen voor
aanhouding.
Hierna werd tot aanhouding besloten.
Mr. Leesberg bracht hierna nog den
verkoop van een stuk grond aan de Paarden-
markt ter tafel voor een prijs van 13,50.
Conform besloten.
De heer van Drunen sprak den wensch
uit, dat men nu eens niet meer komt met der-
gelijke voorstellen ter vergadering.
Mr. Leesberg was hiertoe bereid. Met
het verkoopen van grond was het hier echter
gebruikelijk. Spr. vroeg een uitspraak van
am raad
De heer Westerhof oordeelde in dit
geval geen reden voor aanhouding aanwe
zig.
SCHOOLGELDEN
VERVOLGONDERWIJS.
In verband met de motiveering vastgelegd
in de dezer dagen door ons gepubliceerde
bijlage (No, 114) stellen B en W. voor, vast
te stellen gewijzigde verordeningen op't hef-
fen en invorderen van schoolgelden voor het
gewoon lager ondenvijs, het uitgebreid lager
onderwijs, het openbaar buitengewoon lager
onderwijs en het openbaar vervolgondcrwijs
in de gemeente Alkmaar.
De heer Sietsma wenschte een clausule
uit de bijlage. Hij had een onderzoek inge
steld en hem was gebleken, dat het tot de
hooge uitzonderingen heeft behoord, dat
iemand om de hooge kosten van het Vervolg-
onderwijs naar het Handelsavondschoolonder-
wijs ging.
Spr. was gebleken, dat bij de aangifte voor
het Handelsavondschoolonderwijs uit gebrek
aan ruimte 7 leerlingen waren afgewezen.
De voorzitter oordeelde het laatste
buiten de orde.
De heer Sietsma zou er bij de begroo
ting op terug komen.
De heer Westerhof zou gaarne zien,
dat ock het laatste niet aan de orde kwam.
Spr. gaf toe, dat de door den heer Sietsma
gewraakte zin der bijlage geen sterk argu
ment vormde en wel gemist had kunnen wor
den.
Het voorstel werd hierop aangenomen
AANKOOP VAN GROND AAN DEN
WESTERWEG.
In bijlage No. 115 schrijven B. en W.:
De Vereeniging voor Volkshuisvesting
„Alkmaar" heeft de medewerking der ge
meente gevraagd voor den voorgenomen
verkoop aan derden van een deel van het
bouwterrein aan den Westerweg ten zuiden
van de C. W. Bruinvisstraat, welk terrein de
vereeniging ingevolge Raadsbesluit van 24
Mei 1917, Nr. 6, met gemeentelijk voorschot
in eigendom heeft verkregen en bouwrijp
doen maken.
Ons College heeft zich bereid verklaard de
gevraagde medewerking te verleenen, wan
neer de Vereeniging genegen was den grond
benoodigd voor den eventueelen aanleg van
een nieuwen verkeersweg naar Bergen voor
„In diplomatieken dienst doen we niet
aan politiek," zei hij.
„Misschien komt u er toch wel eens mee
in aanraking," mompelde Duge. „Ik zou,
bijvoorbeeld, graag willen weten, welken raad
u van plan bent Norris Vine te geven aan-
gaande de publicatie van een zeker stuk, dat
in zijn bezit is."
Deane's gezicht betrok.
„Ik ben bang," zei hij, „dat ik u op die
vraag geen antwoord kan geven." i
„Indien u hem raad geeft, in welke rich-
ting dan ook, handelt u in strijd met uw -
eigen verklaring, dat er in de diplomatic
geen plaats is voor politiek. Uw raad zal
uitmaken voor welke Zijde u partij kiest."
„Ik heb nog geen enkel advies gegeven,"
antwoordde Deane.
„En u moet het ook niet doen," zei Phineas
Duge vriendelijk genoeg. „Het is heelemaal
uw zaak niet, mijnheer Deane. Ik twijfel niet
aan uw kunde en uw scherpzinnigheid, zelfs
niet aan uw gezond verstand, maar alle drie
zijn academisch. Zij houden geen direct ver
band met de dingen in't werkelijke leven.
Rijkdom is (ten van de machten, waar een
krachtige hand voor vereischt wordt; een
stroom, dien men mogelijk kan afleiden,
maar niet kan keeren. Ik zou u dit willen
zeggen, mijnheer Deane, dat, als u Norris
Vine raad geeft, u hem moet zien te bewegen,
dat stuk te verbranden of terug te geven "aan
dengeen van wien het gestolen is."
r
(Wordt vervolgd)'.