Alkmaarsche Gourant Geldboniogen. Gemeenteraad van Alkmaar. Kenderd Acht en Twintlgsfe Jaargang, trijdag 17 September FElilLLETON. Ko. 219 1926 VRAGEN VAN DEN HEER VAN DRU NEN AAN DEN BURGEMEESTER INZAKE HET PLAATSEN VAN AUTO'S IN DE GEMEENTE. Aan de orde was nu de hervatting van het in een vorige raadszitting afgebroken debat, ontstaan door de vragen van den heer Van Drunen inzake het plaatsen van auto's in de gemeente. De voorzitter had het gewenscht ge- oordeeld om de vragen, die de yorige maal terloops waren behandeld, nog eens officieel te behandelen. De heer van Drunen vond, dat een vreemdeling zijn auto voor 'n winkel, dien hij bezoekt, moet kunnen plaatsen. Hij bedoelt niet dat een vreemdeling zijn auto voor een winkel mag plaatsen en dan de stad in gaan. Spr. herinnerde aan het geval Mooij en deelde mede, dat ook bij hotel Proot en bij den heer Broers in de Langestraat gasten, die daar dineerden, hun auto moesten ver- wijderen terwijl bij de „Toelast" wel auto's mochten staan. Spr. had vernomen dat de auto's alleen aan een zijde mochten staan. Het antwoord aan de K. N. A. C. had spr. niet bevredigd. Hoe de commissaris kan echrijven dat de heer Duinker niet wil mede- werken is spr. een raadsel. De uitdrukking in het schrijven, dat men nu niet moet denken dat Alkmaar nu eieren ivoor zijn geld kiest, kwam volgens spr. niet te pas. Spr. verwees nog naar een schrijven van 28 bloembollenhandelaren, die verklaarden Alkmaar te zullen passeeren wanneer niet 6oepeler wordt opgetreden en spr. ontkent, dat door alle agenten soepel wordt opge treden. Spr. meende voorts op grond van art. 157 van de politieverordening dat de burgemees- ter niet persoonlijk had kunnen toestaan, dat 'de auto's overal mochten staan. Dit is aan B. en W. Sipr. betreurde het dat de soepelheid sinds de laatste vergadering weer was verdwenen tegenover den heer Mooij, terwijl men auto's aan de overzijde voor de apotheek met rust laat Den voorzitter deed het genoegen, dat het grootste deel staat op hetgeen voor de vorige vergadering gebeurd was. De agenten hebben nu beter begrepen wat er ag gebeu- Ten. Ten aanzien van de auto's is gezegd: laat ze staan als het niet te lang duurt, en mits ze inet tegelijkertijd aan beide zijden staan. Zoowel voor de Toeiast als voor het restaurant Proot geldt, dat de auto's er wel mogen staan als het niet te lang duurt. Voor het dineeren duurt het wel wat lang en daarom mogen wij wel eischen dat een au to naar een garage wordt gebracht. In de Leidschestraat te Amsterdam zap; spr. nooit auto's voor de daar bestaande eeL- geelgenheden. De heer G o v e r s De vorige week stond een auto, waarin ook spr. was gezeten, er nog twee uur. De voorzitter. iDe is er dan zeker doorgeslipt. Spr. betoogde voorts, dat art. 157 der Po litieverordening slaat op langcre zaken, dan een auto voor een poosje ergens plaalsA. Spr. geeft zich veel modte voor het vreem- delingenverkeer. Het geval met de 28 bollen- handelaars vir.dt hij hoogst onaangenaam Met Mooi heefr hij de zaak besproken en hem gezegd, dat het toch over de schroef gaat als er zes auto's tegelijk voor het cafe worden ge- plaatst, at zegde hij hun soepelheid toe voor een enkele auto. Het pleit voor de soepelheid van de politie, dat deze de auto's bij de apo theek met rust laat. Ook daar is het echter niet goed dat er auto's lang blijver. staan De heer Van Drunen betoogde, dat niet alleen het lagere politiepersoneel de door hem gewraakte meening huldigt. Spr meent, dat men voorzichtig moet zijn met net verwjjderen van een auto van menschen die in een restaurant een diner gebruiken. Wij roepen de vreemdelingen naar Alkmaar en geven daarvoor veel geld uit. Hiermede is in strijd om de menschen zoo te behandelen Ook spr. meent dat art. 157 niet op de zaak vaii toepassing is, maar toch worden de menschen op grond van dat artikel veroordeeld. Hij oordeelde voorts, dat zelfs bij Mooi wel een zestal auto's achter elkander een poos ge- plaatst kunnen worden, nu de tractor op de Laat wacht. Voorts drong spr. er op aan om bekendheici te geven aan de te treffen fnaatregelen. De Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch van F. Philips Oppenheim door W. M D. Spies—Van der Linden. 48) „Ik heb haar eens of twee keer* gezien," antwoordde Littleson wat weifelend. „Alleen?" vroeg Phineas Duge. „Niet altijd," antwoordde Littleson. „Twee keer heb ik haar gezien met Norris Vine en twee keer met een jongen Engelschman, die op de boot was." Phineas Duge zei gedurende eenige oogen- blikken niets. Hij scheen 't menu aandachtig te bestudeeren, maar hij legde't op eens ter zijde. „Weet je misschien ook waar zij nu is?" vroeg hij. „Ik heb er niet't minste idee van," ant woordde Littleson eerlijk. „Om je de waar- heid te zeggen, was ze nu niet bepaald zoo vriendelijk tegen me, toen ik haar op de boot aansprak. Zij wilde blijkbaar zoo weinig mo- gelijk met me te doen hebben, daarom vond ik t beter me niet verder met haar te bemoei- en." »>Hoe lang is't geleden, dat je haar 't laatst zag?" vroeg Phineas Duge. ,«Zoowat een week geleden," antwoordde Littleson. uZij dineerde met Norris Vine bij krijgen ze die menschenWeS bvu dat ze aan B. en W. onf- heffing kunnen vragen. De Voorzitter: Dan niet. De heer Van Drunen: Enu heeft geen bezwaar, dat het college dit behandelt;. Waarom halsstarrig vastgehouden, terwijl de mogelijkheid geblek enis, dat het gaat? De Voorzitter vond, dat de conse quentie van het betoog van den heer Van Drunen was, dat hij veel scherper moet op treden. Dit is spr.'s bedoeling niet, omdat hij mo- menteel tevreden is. De heer Van Drunen vond dat het hetzelfde was of er een oogenblikje een auto of 6 sitonden. De Voorzitter: Het verkeer mag daar niet stop staan, omdat het algemeen be- lang een onbelemmerde passage eischt. Mr. K u s t e r s geloofde ook, dat de heer Van Drunen een scherper optreaen wil, omdat hij toestemming van B. en w. wil. Nie- mand heeft die toestemming. De heer Van Drunen wil vo6rko- men, dat de politie partijdig kan handelen en toe kan staan, dat de eene burger kan verdie nen wat den ander wordt onthouden. De Voorzitter betoogde met klem, dat daarvan geen sprake is. De politie doei niets anders dan in het algemeen belang han delen. De heer K1 a v e r betoogde, dat de politie wel eens te weinig soepel optreedt. Een gast van den heer Mooij mcest onmiddellijk zijn auto verwijdereq. Hij zette de auto aan de overzijde voor de apotheek en daar stcnd de auto 2 uur, zonder dat er verwijdering ge- vorderd werd. De voorzitter: Er wordt speciaal op den heer Mooij gelet, omdat het daar her- haaldelijk voorkomt. De heer Klaver oordeelde, dat ook bij den heer Mooij wel soepelheid betracht ken wprden. De voorzitter meende, dat het daar den laatsten tijd nogal goed gegaan is. Als regel worden daar nu de auto's aan de gracht gepiaatst ea dan behoett er op een auto die er een keer wel gepiaatst wordt, niet zoo krap gelet te worden. De heer G e e 1 s oordeelde met de heeren Klaver en van Drunen, dat de politie wel eens te straf optrad. Hij sprak den wensch uit, dat de menschen diie met een auto ko- men, geen hinder ondervinden wanneer ze uit de stad iets willen betrekken. De Voorzitter had geen klachten van andere leveranciers. Het gaat om enkele cafe's. Er zijn ook klachten dat de neerge zette auto's het verkeer beletnmeren. Getracht wordt de menschen te helpen als dit eenigszins mogelijk is. De geheele bevol- king voldoen zal echter wel niet gaan De heer Van Drunen zou wel willen zien dat er tegen het snelle rijden werd opgetreden. De Voorzitter oordeelde dit niet aan de orde en sloot de interpellatie. VRAGEN VAN MEVR. WESTERHOF KOOPAL AAN DEN BURGEMEESTER INZAKE HET OVER DE GRENS ZETTEN VAN 2 DUITSCHE MEISJEa Aan Mevr. Westerhof werd thans de in de vorige raadszitting ontbrekende gelegenheid gegeven over het boveostaande eenig-.- vragen te stellen. Mevrouw Westerhof las de door ons gepu bliceerde vragen. Aan de meisjes had, zoo betoogde zij, op een andere wijze onderdak verieend kunnen worden. Beter was het ze desnoods in een logement onder te brengen. Er was echter niets tegen ze bij de werkster te laten, aan- gezien dat een net mensch is. Het eene meisje was bovendien niet opge- eischt. Spr. oordeelde dat een meisje, dat een diienst zoekt wel in Alkmaar moet kunnen blijven. Spr. oordeelde dat de commissaris onbehoorlijk was opgetreden en protesteerde tegen mr. Leesberg die zat te lachen en voeg- de hem toe dat zijn dochter maar eens uit Duitschland gezet moest worden. De lach zou hem dan wel benomen worden. Sipr. voel- de dat het noodig was te protesteeren tegen de behandeling deze proletarische meisjes aangedaan. De voorzitter gaf gaarne inlichtin- gen, ook over de politie, mits hij er wat mede te maken heeft. De politie doet echter ook werk op rijks last waar spr. volkomen bui- ten staat en dit is met den vreemdelingen- dienst het geval. De vreemdelingenwet scha kelt te dien aanzien den burgemees^er uit. Spr. mag zich er niet mede bemoeien. Van het geval weet spr. Diets anders dan hij in de courant las. Hij kan de vragen niet beantwoorden en ook niet toezeggen dat het niet meer zal gebeuren omdat hij er buiten staat. Mevrouw Westerhof vond dat een gek geval en betoogde aan de hand van de Luigi. Ik weet, dat 't me verbaasde, haar met hem samen te zien. Hij schijnt een soort aantrekkingskracht voor je familie te heb ben." Phineas Duge wierp een koelen blik op den spreker en Littleson voelde, dat hij op de een of andere manier iets verkeerds ge zegd had. Hij begon met veel vertooning aan het eerste gerecht. „Vertel me precies," zei Phineas Duge een oogenblik later, „hoe je gehandeld hebt, wat dien Vine betreft." Littleson keek voorzichtig om zich heen. „Ik heb hem gesproken", zei hij. „Ik heb de zaak van alle kanten met hem berede- neerd. Ik moet je zeggen, dat er niets met hem aan te vangen ishij wil op geen enkele voorwaarde met ons onderhandelen. Ik vrees, dat hij alleen 't goede oogenblik afwacht. Iederen dag lees je in de bladen, dat de op- winding toeneemt en ik geloof werkelijk, dat wij allemaal als de wet er door komt, feitelijk misdadigers zijn. Ik denk, dat Norris Vine het oogenblik afwacht, dat hij't grootst mo gelijk dramatisch effect bereikt, om in zijn verwetischte krant een woordelijke copy van dat stuk te publiceeren." „Dat zou voor jou en Weiss en de anderen buitengewoon onplezierig zijn," merkte Phi neas Ouge op. „We kunnen niet uitgeleverd worden, ant woordde Littleson en ik zal er wel voor op- passen, de zee over te steken voor 't zaakje uitgebloeid is." „Als dat ooit't geval is," merkte Duge vreemcfelingenwet, 'dat de meisjes recfit ffad- den in het land te mogen blijven. Zij las hierna de volgende artt. uit de wet Art. 10. Toegelaten vreemdelingen kunnen niet over de grenzen worden gebracht, dan op bevel van den kantonrechter der plaats, waar zij zich ophouden, of op onzen last. Art. 11. De kantonrechter kan geen uit- zetting bevelen dan wegens gemis der ver eischten in art. 1 omschreven en na den vreemdeling te hebben gehoord, of nadat deze daartoe behoorlijk is opgeroepen. Van dit verhoor wordt proces-verbaal opgemaakt. De kantonrechter heeft de meisjes niet uit- gewezen. De commissaris heeft dus ook in strijd met de wet gehandeld. De Voorzitter stond buiten de zaak. Mevrouw Westerhof geloofde, dat op last van Mr. Ledeboer zoo is gehandeld. Waarom mochten de meisjes wel bij hem ver- blijven en niet bij een ander? De heer Veen oordeelde, dat met een middenstander niet zoo gehandeld zou zijn. De Voorzitter vond het een verdacht- making. De heer Veen nam die voor zijn rekening. De heer Westerhof had verwacht, dat ook de Voorzitter in verontwaardiging was gekomen over het meer dan schandelijke ge val. Als gentleman had J)f>r. verwacht, dat de voorzitter gezegd had: „Ik vind hel schandelijk, maar ik kan er niets aan doen." Hij oordeelde, dat de commissaris het tot zijn gewoonte heeft gemaakt ontactvol op te treden. De Voorzitter kon den heer Wester hof niet zoo toelaten. De commissaris kan zich niet verdedigen. Spr. verzocht den heer Westerhof zich tot hem te richten. De heer Westerhof sprak den wensch uit dat de voorzitter in deze bouding conse- kwent zal zijn. Spr. nam de gewraakte woor- den terug en betoogde, dat de commissaris de wet had overtreden, omdat alleen de Kan tonrechter in dit geval het recht had gehad het meisje uit te wijzen. Het meisje is weer terug en nu in dienst bij het Stadsziekenhuis. Spr. zal zorgen dat de regeering op ae hoogte komt, dat de commissaris de wet heeft overtreden. Hij oordeelde dat het de plicht van den voorzitter was geweest de rijksauto- riteiten daarmede in kennis te stellen. Het gold hier meisjes waarop niets te zeg gen viel. Dat die in het arrestantenhok heb ben moeten verblijven vond spr. schandelijk en hij oordeelde dat de voorzitter den com missaris duidelijk had moeten maken, dat Alkmaar het niet wenscht. Voor den smaad, spr's klasse aangedaan, protesteerde hij ook tegen den voorzitter, die althans den commissaris duidelijk had moeten maken, dat hij verkeerd liandelde. Hij zou dan hebben geweten, dat hij in dit optreden niet gedekt wordt door den burge- meester. De voorzitter zeide, dat mevr. Wes terhof de zaak te bevoegder plaatse aan de oordeelde nooit zonder twee kanten te heb ben gehoord. Hij vertrouwde, dat wat ge beurd is verdedigd kan worden. Spr. vond het verstandig, dat de heer Wes terhof de zaak ter bevoegder plaatse aan de orde zal stellen. Spr. interesseerde het den loop van de zaak te vememen. De heer Westerhof constateerde, dat de voorzitter het niet wenschte af te keuren, dat de meisjes in het arrestantenlokaal zijn ondergebracht. Spr. zal zich tot den minister van justitie wenden. A1 krijgt de commissaris gelijk, dan heeft hij dit nog niet, omdat wij hier in Ne- derland een klasse justitie hebben. De Voorzitter oordeelde dit een groot woord en sloot de interpellatie. WIJZIGING GEMEENTEBEGROOTING VOOR 1926. B. en W. stellen voor de volgnummers 528 en 532 der begrooting voor W26 te schrap- pen en de uitgaaf van 11000 (betaling en terugontvangst van den erfpachtscanen voor de Cadettenschool) nader te regelen bij sup- pletoire begrooting, zoodra dit in verband met de tusschen het Rijk en gemeente te tref fen regeling zal behooren te geschicden. Conform besloten. „ROCHDALE". BOUW 58 WONINGEN. In bijlage No. 107 schrijven B. en W.: Uwe Vergadering stelde op 26 Februari 1925 in handen van ons College om bericht en raad een verzoek van het bestuur der Ar- beiderswoningbouwvereeniging „Rochdale" tot het verkrijgen van de benoodigde gelden voor den bouw van een plan van 100 wonln- gen, in het betreffende verzoek nader om schreven. Nadat de Commissie van Bijstand voor de Publieke Werken (wier gevoelen wij hebben gevraagd toen ons uit een door den Directeur van het Bouw- en Woningtoezicht inmiddels naar den stand van het vraagstuk der wo- ningvoorziening ingesteld onderzoek aan het eind van 1925 was gebleken, dat het tijd- stip scheen aangebroken om het verzoek van kalmpjes op. „Wel, ga vender met Norris Vine." Littleson keek nog eens de kamer rond. „Je weet dat Dan Prince hier is?" vroeg hij zachtjes. Duge knikte. „Tot nog toe," merkte hij op, „schijnt zijn aanwezigheid nog geen verandering in de situatie gebracht te hebben." „Hij heeft een pogihg gedaan," fluistende Littleson. „Hij kwam bij hem binnen en had als zeker gehoord, dat Vine dien avond thuis zou komen. Of hij gewaarschuwd is of niet, dat kan niemand zeggen, maar hij kwam niet. Ze hebben hem een paar avonden gele den „Trafalgat Square" over gevolgd en hoopten dat hij naar de „Embankment" zou gaan, maar hij nam een taxi en reed naar zijn club. Zij volgden hem en wachtten tot hij er uit zou komen, maar er stond een politie- agent aan den ingang, geen halve meter van hen af. Dit is New York niet, Duge. Je kan er hier niet op rekenen, dat de kust vrij is voor een zaakje als dit en Prince wil niets riskeeren. Hij is op zijn manier rijk en hij wil leven om pleizier van zijn geld te hebben. Hij is handig genoeg in zijn soort, al is het hem hier twee keer mislukt. Ik dlenk, dat hij wat anders op het oog heeft." „En intusschen loopen we de kans morgen in de krant te lezen, dat we gerulneerd zijn." „Dat kan natuurlijk," zei Littleson, „en toch geloof ik't niet. Hij kan geen voet ver- zetten, zonder dat hij gevolgd wordt en hij heeft geen telegranrfornmlier ingevuld, zon- „R6chUaIe" in ovSWeging fe nemeti) fi haar advies d.d. 22 Maart 1926 te kenmen gaf, zich met het technische gedeelte te kunnen vereenigen, doch omtrent de vraag van het aantal der te bouwen woningen zich van een oordeel te moeten onthouden, hebben wij me de in overleg met de Commissie van Bijstand voor de Financien, de vraag overwogen in hoeverre en in welke mate de finaucieele me de werking van de gemeente bij dezen bouw gerechtvaardigd zou zijn. Die overweging heeft ons tot de slotsom geleid, dat die medewerking alleen dan ge rechtvaardigd zou zijn, wanneer de plannen werden beperlct tot een complex van 58 wo ningen. Het Bestuur van ..Rochdale" heeft daarop onder dagteekening van 20 Augustus j.l. bij Uw Vergadering nieuwe plannen crp den aangegeven voet ingediend Wij meenen U daarop spoedshalve aan- stonden van praeadvies te kunnen dienen. De te bouwen woningen zullen aan de bei de door deze vereeniging reeds gebouwde complexen ten Z. O. daarvan aansluiten. De daartoe benoodigde bouwgrond ter opper- vlakte van 5400 M2. wenscht de vereeniging tegen een prijs van f 7.70 per M2. van ce gemeente in eigendom te verkrijgen. Voor dezen prijs blijkt de gemeente overeenkomstig de dienaangaande door de Directeuren van Gemeentewerken en van het Grondbedrijf verstrekte gegevens, in staat den grond van- wege de gemeente bouwrijp gemaakt, te kun nen opleveren. De aankoop der vereeniging blijft beperkt tot de bouwblokken. Het bouw rijp maken vanwege de gemeente strekt zich uiteraard uit tot het geheele terrein met in- begrip derhalve van de straten. Een en ander leidt tot een grondvoorschot van 43.100- (overdrachtkosten en afronding inbegrepen). Het bouwvoorschot dient geraamd te wor den op 158.000.—. De plannen zijn opgezet op tie basis van een sluitende exploitatierekening. Deze sluit op 15899.Hierdoor is het noodig dat de 51 woningen van type A en B. een wekelijk- sche huur opbrengen van 5.35, de 7 wonin gen van type C en D van 4.70. De opzet is voorts gebasseerd op een af- lossing van het grondvoorschot in 50, van het bouwvoorschot in 75 jaar, en op een ren- tetype van 4s/« bij een koers van uitgifte van 100, welk rentetype ons in verband met den stand der geldmarkt, wel aannemeljjk schijnt. Naar aanleiding van het bovenstaande stellen B. en W. voor het betreffende besluit te nemen. Mr. S 1 u i s betoogde, dat de financieele commissie verdeeld was. De gemeente is al met 3 millioen bij den Woningbouw betrok- ken. Spr. is van dat cijfer geschrokken en vindt het verstandig, dat de daarvoor hypo- thecair verbonden panden eens getaxeerd worden. De financien staan er niet rooskleu- rig voor, waarom hij voorstelde de bijlage zoolang aan te houden. Do heer Ringers vond de vraag, die cok al door den wethouder van financien gedaan was, naief. De rekening is vastgelegd in an- nui'teiteu. Het wordt ieder jaar beter. Er is nog geen vereeniging, die niet aan haar ver- plichtingen voldcet. Mr. S1 u i s hield vol, dat het op d^n duur een toer zal wezen de hooge huren te innen. Het was z.i. wel gewenscht, dat de ge meente de oogenblikkelijke waarde van de panden weet. Hij handhaafde zijn voorstel. De heer T h o m s e n drukte zijn spijt er over uit, dat zijn vraag in het college niet be- sproken is. Hij steunde het voorstel Mr Sluis. Mr. Leesberg behoorde ten deze ook tot een ninderheid in het college, die bestaat uit den heer Thomsen en spr., waarom hij 't voorstel Mr. Sluis ondersteunde. De heer Westerhof deelde mede, dat in de 2 jaren, dat de huizen verhuurd worden, 't aantal huurweken schuld op alien slechts 16 is. Er is dus geen huurschuld. Voor hetgeen gebouwd is, verstrekte ook het rijk eenigen steun. Voor hetgeen nu ge vraagd wordt, verstrekt noch het Rijk, noch de gemeente eenig.geld a fonds perdu. Hij erkent, dat er eenige risico is, doch die is ge- ring. Particuliere bewoners krijgen van wo ningen beneden 200 M3 inhoud f 300 van de gemeente. Spr. ziet met.vertrouwen, dat voor deze aanvrage in verband met de voor- gestelde huur feitelijk geen risico aanwezig is, waarom hij dn raad uitnoodigde, zijn medewerking aan het voorstel te verleenen. Op grond van gegevens van het Bouw- en Woningtoezicht betoogde spf., dat de wo- ningnood wel zoo groot is, dat de bouw noodig is. In de gemeente zijn nog 12 pak- huizen bewoond en 188 huizen dubbel be- woond. Uitvoerig stelde spr. den woningnood in de gemeente nog nader in het licht. Ook voor de andere woningen wordt de risi co niet grooter. Mr. Sluis hield vol, dat de raad niet der dat er iemand over zijn scbouder keek.' „Dus zoo staan de zaken, zoover je weet?" vroeg Duge. „Ja," antwoordde Littleson. „Meer kan ik je niet vertellen." Duge beeindigde zijn lunch en teekende de rekening. Daama sprak hij met Littleson af, om samen te dineeren en bestelde een auto; toen deze kwam, liet hij zich naar de Ame- rikaansche Legatie rijden. Bij't hooren van zijn naam beijverde ieder zich daar voor hem en binnen een paar minuten bevond hij zich in de tegenwoordigheid van den gezant. „Het doet me genoegen, u weer te ontmoe- ten, mijnheer Duge," zei deze. „Ik denk dat u't wel vergeten zult zijn, maar wij wa ren eens samen op een banket in New York zoowat vier jaar geleden." ,,Ik herinner't me heel goed," antwoordde Phineas. Het was een saaie geschiedenis, maar we praatten over de Aziatische kwes- tie en amuseerden ons daarmee. U ziet dat alles, wat ik toen gezegd heb, is uit gekomen. Deane glimlachte. „Dat, zeggen ze, is met u altijd het ge val,'] antwoordde hij. „Duge de onfeilbare" heb ik u eens door een effecten-makelaar hoo ren noemen." „Nu", zei Duge, „als ik mij uw politiek goed herinner, en ik geloof wel, dat ik dat doe, dan gaat u probeeren mij die betiteling af te_nemen. U hoort immers bij degenen, die zich opgeworpen hebben, om den stroom te doen keeren?" Deane schudde wa' stijfjes het hoofd. j in sfaat Is een goed oordeel te vormen over het voorstel. Hij bleef dus op een deskun- dig oordeel aandringen en bleef het zonder en onverantwoordelijk oordeelen zoo door te gaan. Hij handhaafde dan ook zijn voorstel. De heer Ringers wees er op, dat als de omstandigheden vorderen, dat de huren la ger worden, de annuiteiten gewijzigd kunnen worden. Mr. Sluis bleef op meer gegevens aan dringen. Zijn voorstel tot aannouding werd aangenomen met 10 tegen 9 stemmen. Tegen de soc.-dem., de vrijz.-dem. en de hee. ren Ringers en Vogelaar. A Conform besloten. VERKOOP VAN GROND AAN DEN KENNEMERSTRAATWEG. B. en W stellen voor het desbetreffende be sluit te nemen. Mr. Leesberg deed mededeeling van een verzoek van den heer Geels om een slukjt grond aan de Zocherstraat van 18 vierk. M. aan te koopen voor f 30 per vierk. M. De heer Ringers vond het bedrag te kort. Het is de sfeutel voor het terrein. Hij stelde aanhouding voor. Mr. Leesberg zeide, dat die gemeente nooit hooger dan voor 30 per vierk. Meter verkocht. Ook op plaatsen waar wel onkosr ten gemaakt waren. De toesitand knapt op. Spr. toonde dit op de kaart aan en handhaaf de zijn voorstel. Mi. B o s m a n steunde het voorstel van den heer Ringers. Hij kan op een kaar- tje niet zien waarover het gaat. Mr. Leesberg begreep er niets van. Hij wees nog eens op de prijzen die de gemeente elders gemaakt had. De heer Ringers bleef den prijs in dit verband te laag oordeelen. Mr. B o s m a n had tegen den prijs geen bezwaar, maar wel tegen het feit, dat men hier steeds staat tegenover voorstellen, die men niet kan beoordeelen. Mr. Sluis was het met Mr. Leesberg eens, doch was terwille van anderen voor aanhouding. Hierna werd tot aanhouding besloten. Mr. Leesberg bracht hierna nog den verkoop van een stuk grond aan de Paarden- markt ter tafel voor een prijs van 13,50. Conform besloten. De heer van Drunen sprak den wensch uit, dat men nu eens niet meer komt met der- gelijke voorstellen ter vergadering. Mr. Leesberg was hiertoe bereid. Met het verkoopen van grond was het hier echter gebruikelijk. Spr. vroeg een uitspraak van am raad De heer Westerhof oordeelde in dit geval geen reden voor aanhouding aanwe zig. SCHOOLGELDEN VERVOLGONDERWIJS. In verband met de motiveering vastgelegd in de dezer dagen door ons gepubliceerde bijlage (No, 114) stellen B en W. voor, vast te stellen gewijzigde verordeningen op't hef- fen en invorderen van schoolgelden voor het gewoon lager ondenvijs, het uitgebreid lager onderwijs, het openbaar buitengewoon lager onderwijs en het openbaar vervolgondcrwijs in de gemeente Alkmaar. De heer Sietsma wenschte een clausule uit de bijlage. Hij had een onderzoek inge steld en hem was gebleken, dat het tot de hooge uitzonderingen heeft behoord, dat iemand om de hooge kosten van het Vervolg- onderwijs naar het Handelsavondschoolonder- wijs ging. Spr. was gebleken, dat bij de aangifte voor het Handelsavondschoolonderwijs uit gebrek aan ruimte 7 leerlingen waren afgewezen. De voorzitter oordeelde het laatste buiten de orde. De heer Sietsma zou er bij de begroo ting op terug komen. De heer Westerhof zou gaarne zien, dat ock het laatste niet aan de orde kwam. Spr. gaf toe, dat de door den heer Sietsma gewraakte zin der bijlage geen sterk argu ment vormde en wel gemist had kunnen wor den. Het voorstel werd hierop aangenomen AANKOOP VAN GROND AAN DEN WESTERWEG. In bijlage No. 115 schrijven B. en W.: De Vereeniging voor Volkshuisvesting „Alkmaar" heeft de medewerking der ge meente gevraagd voor den voorgenomen verkoop aan derden van een deel van het bouwterrein aan den Westerweg ten zuiden van de C. W. Bruinvisstraat, welk terrein de vereeniging ingevolge Raadsbesluit van 24 Mei 1917, Nr. 6, met gemeentelijk voorschot in eigendom heeft verkregen en bouwrijp doen maken. Ons College heeft zich bereid verklaard de gevraagde medewerking te verleenen, wan neer de Vereeniging genegen was den grond benoodigd voor den eventueelen aanleg van een nieuwen verkeersweg naar Bergen voor „In diplomatieken dienst doen we niet aan politiek," zei hij. „Misschien komt u er toch wel eens mee in aanraking," mompelde Duge. „Ik zou, bijvoorbeeld, graag willen weten, welken raad u van plan bent Norris Vine te geven aan- gaande de publicatie van een zeker stuk, dat in zijn bezit is." Deane's gezicht betrok. „Ik ben bang," zei hij, „dat ik u op die vraag geen antwoord kan geven." i „Indien u hem raad geeft, in welke rich- ting dan ook, handelt u in strijd met uw - eigen verklaring, dat er in de diplomatic geen plaats is voor politiek. Uw raad zal uitmaken voor welke Zijde u partij kiest." „Ik heb nog geen enkel advies gegeven," antwoordde Deane. „En u moet het ook niet doen," zei Phineas Duge vriendelijk genoeg. „Het is heelemaal uw zaak niet, mijnheer Deane. Ik twijfel niet aan uw kunde en uw scherpzinnigheid, zelfs niet aan uw gezond verstand, maar alle drie zijn academisch. Zij houden geen direct ver band met de dingen in't werkelijke leven. Rijkdom is (ten van de machten, waar een krachtige hand voor vereischt wordt; een stroom, dien men mogelijk kan afleiden, maar niet kan keeren. Ik zou u dit willen zeggen, mijnheer Deane, dat, als u Norris Vine raad geeft, u hem moet zien te bewegen, dat stuk te verbranden of terug te geven "aan dengeen van wien het gestolen is." r (Wordt vervolgd)'.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1926 | | pagina 5