Alkmaarsctie Courant
Geldkoningen.
Damrnbrieb.
Sohaakrobrieb.
m
m m m m
m ab a ii
m m mtp*
m..Jk il
Farijsohe Gauserieiii.
a
De papiermand g
..iiiH
HI I
■JL tl S .61
FEUILLETON.
HI
fe m WM
Honderd Acht en Twintigste iaargang.
Zaterdag 18 September
s®®®®
1 Mm M
.mm,,,., 0m. mm
No. 220
1926
RAYMOND DUNCAN.
ja hij is een broer van Isadora Duncan,
de alom bekende danseres.
En hij is een curiositeit van Parijs. Er
is geen Parijzenaar, die Raymon Duncan
niet kent, hem niet wel eens gezien heeft, of
niet wel eens over hem heeft hooren spreken.
"De meeste Parijzenaars echter halen hun
schouders op, als ze den naam Raymond
Duncan hooren: „Een aansteller"! zeggen
ze. „Een reclame-maker! Een fumiste"!
Is hij dat werkelijk?
Dat zou ik u niet kunnen zeggen.
Maar zooveel is zeker, dat hij interessant
:is, als zijnde een van de meest opvallende
yerschijningen in het bonte Parijsche leven.
Een alom bekend, en zich doen geldend
mensch. Een onuitputtelijke bron van energie
het zij men de aanwending van die ener
gie laakt dan wel prijst. En als zoodanig is
hij dan ook zeker de moeite van het kennisma-
ken waard.
Ik wil u een en ander van hem vertellen,
dan kunt u zelf oordeelen.
Hij heeft vele en velerlei stokpaardjes,
Raymond Duncan. Maar zijn meest geliefde
is dit: dat hij den mensch als Mensch" ver-
kondigt. Er wordt veel te veel nadruk gelegd
op het verschil tusschen mannen en vrouwen,
zoo vindt hij. „We zijn allemaal in de eerste
plaats menschen, zegt hij, en geen mannetjes
en wijfjes. Laten we dus alles doen wat we
kunnen om dat verschil tusscljen man en
.vrouw zooveel mogelijk te doen wegvallen".
En om daartoe het voorbeeld te geven,
kleedt hij zich zelf, en zijn discipelen, man
nen zoowel als vrouwen, in eenzelfde
Orieksch lang gewaad. Zijn haar draagt hij
lang, met een band over zijn voorhoofd bij-
eengehouden en vanachter ineengerold, zoo-
als vroeger (voor de bob- en shinglemode) de
vrouwen dat pleegden te dragen. En zijn
bloote voeten zijn geschoeid in sandalen.
In dit gewaad en met deze coiffure houdt
hij zijn lezingen, in zijn eigen theater, in de
rue du Colisee, waar in de pauze zijn discipe
len in hetzelfde gewaad thee schenken. En in
dit gewaad wandelt hij met zijn discipelen
langs de groote boulevards. Wee den voorbij-
ganger, die hem bevreemd aankijkt, en tegen
een metgezel zegt: „Kijk eens, dat type, is
dat een man of een vrouw?"Dien houdt
hij staande en antwoordt: ,,Noch man, noch
vrouw maar mensch ben ik. En in zijn En-
gelsch-Fransch predikt hij zijn evangelie van
den neutralen Menschtot de voorbijgan-
ger zich verontschuldigt, en zegt nog verder
te moeten.
Philosophische en sociale discussies orga-
niseert hij in zijn theater, waar iedereen aan
deelnemen mag. Over algemeene menschen-
liefde, anti-oorlog, anti-huichelarij, anti-
vleescheten, anti-luxe. Allemaal onderwer-
pen, die wel degelijk hun eigen actueele
waarde hebben; maar hij haalt zich den
roep van „fumiste" op den hals door het bui-
temssige van zijn verschijning, en door de
drukke reclame, die hij maakt voor zijn thea
ter, voor zijn lezingen, voor den „Exangelos"
een krantje, dat hij1 uitgeeft, voor zijn
ideeen.
Een paar jaar geleden heeft hij lezingen in
Holland gehouden, in Den Haag, had weinig
fiubliek echter wat hij toeschreef aan het
eit, dat er vooruit te weinig reclame gemaakt
was voor zijn komst. De „zusterziel" die zijn
komst daar voorbereid en geleid had, was
zeer idealistisch en enthousiast, maar in het
geheel niet practisch van aard. En practisch
moet je zijn in deze wereld, handelsgeest
moet je hebben, zoo beweert hij.
Reclame-maken dat is het halve werk!
vindt hij. Elke gelegenheid daartoe grijpt hij
dan ook aan. Zijn zoon Menelaus was eens
weggeloopen van de Grieksche gewaden en
het vegetarische dieet; was geschaakt zeiden
anderen. Toen liet Raymond op alle muren
van Parijs groote aanplakbiljetten hechten,
waarop door hemzelf met zijn eigen pers, en
in zijn eigen opvallende lettervormen gedrukt
was: „Mijn zoon Menelaus is weg helpt
mij hem terugvinden. Raymond Duncan."
Naar een tentoonstelling der „Onafhanke-
lijken" had hij een groot sehilderij ingezon-
den (Raymond Duncan schildert namelijk
ook!). Dat sehilderij stelde voor de geboorte
van een kind en werd door een prefect van
politie veroordeeld als onzedelijk, en Duncan
werd gesommeerd het weg te Jaten nemen.
Een prachtige reclame-gelegenheid voor
Oeautoriseerde vertaling naar het Engelsch
van E. Philips Oppenheim
door W. M D. SpiesVan der Linden.
49)
„Ik ben bang," mijnheer Duge," zei de
gezant, „dat ik u niet het gezag kan toeken-
nen, dat het gebruik van t woordje moet
rechtvaardigt. Het is mijn gewoonte om te
doen wat mij recht en billijk lijkt."
Phineas Duge knikte.
„Ik wil u alleen herinneren, mijnheer Dea-
ne," zei hij, „aan't geval, dat leidde tot de
terugroeping van onze gezanten in Lissabon,
Parijs en Weenen. Ik ben niet trotsch op dte
macht die ik ongetwijfeld in de holte van mijn
rechterhand houd. Aan den anderen kant zou
ik een dwaas zijn, als ik u in een tijd als deze
niet aan die dingen herinnerde. Ik vroeg u
alleen om onzijdig te blijven. Op dtie manier
bespaart u uzelf last en als u mocht denken
dat het klimaat van Parijs u of mevrouw
Deane beter zou voegen, dan is't maar een
kwestie van enkele maanden maar u moet
in de andere richting adviseeren."
De gezant was blijkbaar niet op zijn ge-
mak. Duge zag zijn verwarring en haastte
zich verder te spreken.
„Ik vraag u geen antwoord, mijnheer
Deane," zei hij, „vraag zelfs niet naar uw
meening. Ik heb alles gezegd, waar ik voor
kwam. Afgescheiden van het belang, dat ik-
zelf bij de zaak heb, kan ik u verklaren als
een man, die alles even duidelijk ziet als zijn
Duncan natuurlijk! En waar hij druk ge
bruik van maakte. Hij ging in hooger beroep
en schreef artikel op artikel; de heele Parij
sche pers ging er zich mee bemoeien, heel
Parijs praatte over dat veroordeelde sehilde
rij van Duncan; en ten slotte kreeg Dun
can nog gelijk ook. „Het sehilderij was niet
onzedelijk, zoo was de einduitspraak, niet on
zedelijk, alleen maar leelijk". Een blama-
;e voor dien prefect, en een triomf (een ge-
leeltelijke triomf ten minste) voor Duncan,
maar vooral weer: een pracht-reclame!
En zoo dient hem alles tot reclame. Waar-
om zou een kunstenaar en filosoof niet van
dat middel om bekend te worden, en zijn
ideeen te verspreiden, gebruik mogen maken,
en een handelsman wel? zoo vindt hij. Maar
wat daarvan zij in elk geval: het publiek,
al weet het nu door al die reclame van zijn
bestaan af, en van zijn ideeen, het gelooft
et in hem, en juist door die reclame-makerij.
Hij heeft nog een anderen handels-kant,
Raymond Duncan. Hij is werkgever. Hij heeft
een atelier ook al weer in dat theater van
de rue du Colisee. Daar worden zijden doe-
ken beschilderd volgens door hem ontworpen
teekeningen en decoraties. Er werken meis-
jes, vrouwen en jonge mannen op dat atelier.
Ze werken er vooreen schijntje, voor een
krats voor het allerlaagste atelier-loon,
dat de minste prutsfabriek zou durven uitbe-
talen. Het zijn allemaal arme stakkers, veel
buitenlanders er bij, die geen ander werk
konden vinden in het groote Parijs, en 4iever
zich dan nog maar zoo laten exploiteeren,
dan doodhongeren.
En de zijden doeken, die in dat atelier be
schilderd worden, die worden duur, heel
duur verkocht door Duncan; aan rijke parti-
culieren, die zijn atelier uit curiositeit komen
bezoeken, en aan luxe-winkels genre-Liber
ty want ze zijn werkelijk heel mooi, die
doeken uit Duncans atelier, zoowel wat kleur
als wat teekening betreft. En hij, hij alleen is
de ziel van dat atelier, al vertoeft hij er wei
nig.
Over dat atelier echter, en het eigenaardige
leven daar, vertel ik u een volgenden keer.
M. DE ROVANNO.
Parijs, Sept. 1926.
Aan de Dammers!
In onze vorige rubriek gaven wij ter op-
lossing probleem no. 929.
Stand.
Zw. 14 sch. op: 2, 4, 6/10, 12, 13, 14, 18,
19, 20, 24.
W. 12 sch. op: 16, 21, 27, 30, 32, 33, 35, 37,
40,45, 46,47. ^1.
Oplossing.
1. 3(3—28 1. 20—25?
De opgave was: Waarom is deze zet van
Zwart tout?
2. 28—22 2. 25 34
3. 40 20 3. 14 25
4. 21—17 4. 1221
5. 16—11 5. 6:28
6. 321 6. 21 41
7. 1 5 7. 4r-10
8. 58 8. 213
9. 46 37
Ons Damblad.
Ons Damblad is het officieel: orgaan voor
de leden van den Ned. R. K. Bond. Het ver-.
schijnt maandelijks ander hoofdiredactie van
H. Regouw te Rotterdam en telt 8 biz. Gelijk
ons uit enkele proefnummers blijkt, worden
de partijen en standen er in op zorgvuldige
wijze bewerkt en bieden zeer veel leerzaams.
Ook de problemen zijn interessant, terwijl de
nieuwe speelwijze (systeem Hoogland, waar-
bij een dam een dam ook verticaal en hori-
zontaal mag slaan) ook de voile belangstel
ling der redaotie heeft.
Op goed papier gedrukt, is dit maandblad
te verkrijgen a 1.75 per jaar bij den admi-
nistrateur J. Jansen, Rauwenhoffstraat 6,
Rotterdam.
Wij zullen nog wel gelegenheid hebben op
interessante standen uiit dit tijdschrift terug
«te komen.
Eindspel.
De volgende eindstand is zeer leerzaam,
Zw. 2 sch. op: 30 en 34.
buurman, dat u er geen goed maar heel veel
kwaad mee sticht door Norris Vine te raden,
die mannen aan de bespotting en verachting
van de wereld prijs te geven. Hij zou mis-
schien een oplaag van een millioen van zijn
krant verkoopen, maar hij zou zich een vij-
andschap op den hals halen, die ten slotte
zijn onoergang zou zijn. Mevrouw Deane
maakt het, hoop ik, goed?"
„Zij maakt het uitstekend," antwoordde
de gezant. „Wat kan ik voor u doen, zoolang
u hier bent? U weet zeker wel, dat aan elk
verlangen van u voldaan kan worden, want
u vertegenwoordigt hier een ongekroond ko-
ningschap. Wilt u aan't hof gepresenteerd
worden?"
„Ik niet," antwoordde Duge. „Ik ben geen
man voor zulke dingen. Er was nog een
vraag, die ik u wilde doen. Ik heb een nicht-
je, dat hier kwam voor een dwaze onder-
neming, juffrouw Virginia Longworth. Hebt
u ook iets van haar gezien of gehoord?"_
„Niets," antwoordde de gezant: „dat is te
zeggen niets persoonlijk. Ik zal er mijn se-
cretaris naar vragen."
Hij verliet voor enkele minuten de kamer
en kwam terug, het hoofd schuddend.
„Er is niets over haar bekend," verklaar-
de hij.
„Indien zij zich hier mocht vervoegen,"
zei Duge, opstaande en zijn handschoenen
aantrekkend, „wees haar dan in elk opzicht
van dienst en zend mij onmidde'lijk bericht.
Zij kon wel gebrek aan geld krijgen," ver-
volgde hij. „U kunt haar elke som, die zij
vraagt, voorschieten, ik ben er goed voor.'
Phineas wandlede naar buiten in't zon-
licht en read weg in zijn auto. Was 't het
sterke licht, vroeg hij zich af, de geur van de
W. 4 sch. op: 27, 28, 33, 49.
Wit speelt 4944, waarop zwairt 3035
moet spelen, want op 34—39 volgt 28—22
en 4440, dus:
1. 49—44 1. 30-35.
(op 34—39 volgt '44—40 en 40-34)
3. 44—39 3. 40—45
4. 27—21 4. 45—50 A. U
5. 33—28 5. 50:33
6. 28 39 6. 35—40
7. 21—17 7. 4045
8. 17—11 8. 45—50
9. 22—17 9. 50:33
10. 11—6 10. 33:11
11. 6:17
A. Speelt zwart eerst 3540, dan wil eerst
2117 en verder als in de variant hierboven.
De combinatie hieronder is van den heer
D. Kleen te Winkel.
Zw. 11 sch. op: 4, 8, 10, 11, 12, 13, 15, 21,
22, 27, 40.
W. 11 sch. op: 19, 23, 29, 32, 34, 36, 37, 38,
43, 45, 48.
1. 36—31 1. 13:42
2. 43—39 2. 40 18
3. 32—28 3. 22 44
4. 31 2 4. 42 :31
5. 27 en wint.
Ter oplossing voor deze week:
Probleem 930 van P. Kleute Jr., den Haag.
Zw. 6 sch. op: 18, 22,23, 25, 31, 32 en dam
op 29.
W. 8 sch. op: 11, 12, 34, 39, 40, 41, 46, 49.
In onze volgende rubriek geven wij de op
lossing.
Correspondents.
D. K. te W. Dank voor de door U gezon-
den combinaties.
SPAANSOHE PARTI J.
Gespeeld in de Ladzer Schaakclub.
Wit: S. Fakitor. Zw.: Regedzmski.
1. e4 e5
2. Pf3 Pc6
3. Lb5 Dit is Spaanseh.
3a6
4. La4 Pf6
5. 00 Pe4 Sinds de beroemde match
Lasker-Tarrasch om't wereld-
kampioenscahp geliefd gewor-
den. Immers Tarrasch verloor
tegen Lasker na 5Pe4
terwijl T. in zijn leerboek de-
zen ziet sterk afgekeurd had.
6. d4 b5 :v .d;
7. Lb3 d5
8. de5 Le6
9. c3 Le7 - -F
10. Pbd2 Pc5
11. Lc2 0—0
12. TeH d'4!
13. cd)4 Pd4
14. Pd4 Dd4
15. Dh5 Pd3! (Beter dan 15.g6
want wit krijgt met Pf3 en Pg5
een geweldigen aanval, terwijl
15h6 ook den konings-
vleugel verzwakt.
16. Pe4? Beter is 16. Ld3 Dd3 17. Pe4
Td8 18. Lg5 Lg5 19. Dg5 h6
IS UW SCHRIJPMACHINE DEFECT
Bel no. 150 op I
Wjj helpen U direct.
L. FRANKENBERG - ALKMAAR.
bloemen, de kenteekenen overal van een ge-
makkelijker en mnider ingespannen leven, die
oorzaak waren van een zekere gedruktheid,
een vermindering van belangstelling, die
hij dien middag ongetwijfeld voelde, terwijl
hij naar zijn hotel terug reed. Als hij later
zijn gedachten weer had kunnen oproepen,
zou hij ze bespot hebben, zooals een volwas-
sene zou lachen bij 't zien van 't speelgoed
van een idioot. Toch is't een feit, dat hij in'
gedachte de leege plaats naast zich meer dan
eens ingenomen zag gedurende zijn korte rit.
Hij keek in 't gelaat van de vrouwen en meis-
jes, die langs hem gingen met een soort gre-
tige belangstelling, alsof hij verwachtte een
bekend gezicht onder haar te vinden, een
bleek, smal gelaat, met trillende lippen en
schitterende, smeekende oogen oogen, die
den laatsten tijd meer keeren in zijn gedach
ten waren gekomen, dan hij zou willen beken-
nen.
„'t Is die verduivelde reis!" zei hij bij' zich
zelf, toen hij uit de uato stapte en 't hotel
binnen ging. Is niet mogelijk aan behoor-
lijlce dingen te denken, als er geen marconi-
grammen zijn."
Hij kocht een ^Igaar aan t statletje en
ging toen kijken naar de beursnoteeringen.
Het was een drukke middag en de berichten
uit Amerika kwamen snel aether elkaar. Hij
knikte, terwijl hij zich afwendde. Weiss en de
anderen waren door schade en schande wijs
geworden. Zij hielden zkh nu ten minste aan
de afspraak.
HOOFDSTUK XVI.
In de vol.
P.hineas Duge trok zorgvuldig zijn hand
□(□□iniapppqpog
jU
N.V. vh. Herms.Coster Zn.
Voordam C 9 Alkmaar.
20. Del Ld5 21. Te3 Dd4? 22.
Pf6f. Opgeg. (Uit een consul-
tatiepartij dezer beide spelers
tegen Riubensitein).
16.
g6 Na 16. De5 volgt 17.
Lg5 met direiging 18. Pf6 en
19. Dh7) en na 16. De5
17. Lg5 Pel? volgt ook 18.
-
Pf6 en 19. Dh7.
17.
Ddl.
Na 17. Dh6 volgt Pel en De5.
17.
Pelgeeft 2 Torens«n L. voor
Dame.
18.
Dd4
Pc2
19.
Dd2
Pal
20.
Dh6.
f6 Na f5 volgt 21. Pg5
Lg5 22. Lg5 en nu wordt 23.
h4 zeer onaangenaam.
21.
LdQ
Pc2
22.
Lc3
Tad8 Tempowinst.
23.
h4
Pd4 Verspert den weg voor
den gevaarlijken L.
24.
ef6
Lf6
25.
Pf6
Tf6
26.
Dg"5!
Kf7 anders komit h5.
27.
De3
c5. 27Pf5 28. De5!
28.
b4
Lf5! Zie den volgenden zet.
29.
bc4
Te6!
30.
Dg5
Td7
31.
Kh2
h5
32.
Tc6
33.
Dh6
'Kg8
34.
Df4
Pe6
35..
De5
Tc5
36.
Dh8
Kf7.
37.
hg4
38.
fg4
M?
39.
Df6.
Ke8
40.
ff5 if
bc3
41.
fe6
Tc7
42.
Dg6
Ke7
43.
Df7
Kd6
44.
Df6
Te7.
45.
Dd4
Kc6
46.
De4
Kb5
47.
Dd3
Ka5
48.
Dd6
ec7! Op 48Tcc7 volgt
49. a3 Kb5 50. Db4 Kc6 en
51. Dc3.
49.
e7
c2
50.
Ddi2f
Tc3
51.
e8D
clD.
52.
Dc5f
Ka4
53.
Dd4t
T7c4
54.
Dd7f
Tc6
55.
Dd4f
Ka3
56.
Del
TcL
57.
Dd5
T6c3. Stelt een valletje op.
-58.
Da5
KB2
59.
Da6? Wit had op remise behooren te
spelen.
59.
Tlc2f
60.
Kgl1
Kbl
61.
Dg6
pent den T.
61.
Tc6
62.
De4
T6c4
63.
Dd3
Tb4
64.
a4
T4b2
65.
a5
Ka2
66.
Dd5t
Kal. Zw. wint't zij met den
eenen, 't zij met den anderen
Torei wordt Schaak gegeven
met Damewinst of mat.
schoenen uit en legde ze in zijn hoed. Hij
weigerde echter een stoel en bleef staan voor
den man, dien hij was komen bezoeken.
„Ik kan me werkelijk niet begrijpen, mijn
heer Duge," zei Vine, „wat u hier komt doen.
Onze vroegere relaties waren nu niet van
zoo aangenamen aard, dat ze een bezoek van
u verklaren."
„Ik wil toegeven," zei Phineas Duge koel,
„dat ik niet het minste belang in u stel.
Maar desondanks zijn er een paar dingen,
die mij tot een bezoek nopen, in zoover een
gesprek van een paar minuten aanspraak
op dien naam kan maken. In de eerste plaats
wil ik weten, of u gebruik zult maken van het
stuk, dat mijn dochter stal en dat u zoo laag
was van haar aan te nemen. In de tweede
plaats wil ik weten, wat of hoeveel u in ruil
verlangt voor dat stuk. En ten derde wil ik
weten, wat u gedaan hebt met mijn nichtje
Virginia Longworth."
„Uwnichtje Virginia Longworth?" her-
haalde Norris Vine nadenkend, „spreekt u in
ernst, mijnheer?"
„In volkom enernst," antwoordde Duge.
„Ik moet u zeggen, dat ik niets met haar
gedaan heb," verklaarde Vine. „Ik weet niet,
waar zij is. Ik ebgrijp niet waarom u mij
dit vraagt."
„U liegt!" zei Phineas Duge rustig, „maar
daarover niet. Dat hoort bij uw vak. Ik
kwam hier, ofn u in de gelegenheid te stel-
len vragen te beantwoorden, ik verwachtte
nauwelijks zelf, dat zoo'n eenvoudige wijze
van doen vrucht zou dragen."
„Uw wijze van doen tenminste," zei Vine,
naar de bel gaande, „is er een, die ik niet
van plan ben in mijn eig enappartementen te
dulden." - - - >-• -v-h- v, a.
Eindspel No. 117.
(Schiitte).
mi i mb, a wb. m
MM MM
b c d e
Wit speelde:
1. iTbl Ld6? (Gedwongen).
2. LclDbl.
3. La6f Kb8
4. Pc6f Ka8
5. Da5t Dclf?
6. Lf 11 Kb?
7. Da6 mat.
Eindspel no. 118.
(Tritzky.)
g h
Wit speelt en maakt remise: alzoo:
1. Lf3 Kb2 2. Kb4 Kc2 3. Kc4 Kd2 4.
Kd4 Kel 5. Ke3 Kfl 6. Le2f Kel. 7. Lf3
remise.
Eindspel no. 119.
(Daniel).
8
Wit geeft in 4 zetten mat.
Oplossing probleem No. 116 van F. B. H.
Bottger f (le publicatie).
Wit: Kb8 Dd7 Ta4 Pe5 en e3 Lg8 en f4
pi a6, d6 en g5.
Zwart: Ke4 Dd4 pi a7 en g6.
1. P3c4.
1. Kf4: 2. Dg4 mat.
1. Db6t 2. Pb6 mat.
1. Dd6f. 2. Pd6: mat.
1. Db2f 2. Pb2: mat.
1. Dc5: 2. Pe5: mat.
1. Dc4: 2. Tc4: mat.
1. D. anders2. Pd2 mat.
•De dame wordt door den sleutelzet onti
pent en schept dan de verschillende varian-
ten.. Aardig bedacht en mooi van uitvoering.
Goede oplossing ontvangen van den heer
D. de Boer.
Probleem 118 van L. A. Le Mieux
i f) G. C. 1916.
Zwart (9)
wb. wMi
WB
m, wmv.w.
a b c do 1'
Wit (10).
Wit geeft mat in 2 zetten.
hij
Phineas Duge strekte de hand uit.
„Een oogenblik, mijnheer Vine," zei
Vine stond stil.
„Nu?" vroeg hij.
„Ik kom weer op de vraag over mijn nicht
je," zei Phineas Duge. „Wat die anc'A
kwestie betreft, die kunnen voorloopig ru^JEn,
als u niet van plan bent ze met me te be-
■spreken. U zult wel merken, dat ik zelfs in
dit land niet zonder macht ben. Maar wat
mijn nichtje betreft, sta ik er cp, dat u mij
een verklaring geeft."
„Een verklaring, waarvan?" vroeg Vine.
„Toen zij een paar maanden geleden New
York verliet," vervolgde Phineas" Duge, wa
ren zij en u vreemden voor elkaar. Toegege-
ven, dat zij hier kwam voor een onzinirige
onderneming, dan nog was 't niet gehcci
haar fout en zij was slechts een eenvoudig
kind, dat nooit toestemming had mogen krij
gen, om Amerika te verlaten."
„Wat dat punt betreft, mijnheer Duge,"
zei Vine, „ben ik't geheel met u eens."
„Zij maakte op de een of andere manier
kennis met u, vervolgde Phineas Duge, „e.n
u werd met haar in verschillende restaurants
gezien; eens, geloof ik, bij een cpenbare,
vermakelijkheid. Zij verliet haar boarding
house en nam kamers hier in dit gebouw.
Haar kamer, merk ik, was aan den overkant
van de gang, maar een paar meters van de
uwe. Wat is er tusschen u en mijn nichtje,
Norris Vine?"
Vine leunde tegen de tafel en er gleed een
flaiiwe "jim'iadi over zijn gezicht.
(Wordt vc
XWordt vervolgd)
2 2811 1 3440
ia meestal een niet
bedoelde bergpluta
voor drnlcwerk, dat
Ben aan r*n klantca
doet toekomen.
Ooed nltgevoerd nl
bet niet too genw
weggedaan worden,
■la drokwerk, dat
een alecbt rerzorg-
den, alordigen in-
drnk maakt.
Over de reaulteten
van nw aankondi*
gingen, prospect!,
en al nw overlge
drnkwerken, suit ge
tevreden rijn. wan-
neer gij ze la at ge.
reed maken bij de:
a
g4. i
m m u
8
MB, W4WZ WW, WM-.'
S