Stadsnieiiws
Hoe het publiek
„voorgelicht" wordt.
(Wat er nut de Duitsche meisjes ge-
bmd is.)
Zooals te verwachten was, heeft het Noofd-
iHoll. Dagblad gisteravond verzet tegen onze
voorstelling van het gebeurde aangeteekend.
Het doet dat onder het opsehrift .,De twee
Duitsche meisjes enhet zieke paardje" en
ichrijft dan:
De „Alkm. Crt." is vreeseldjk boos op
ons.
Waarom?
Omdat wij in het vervolg van ons laatste
raadsoverzicht
le het feit geconstateerd hej>ben, dat de
redactie sinds haar hoofdredacteur een
persoonlijke onaangenaamheid gehad heeft
met den Commissaris van politie geen
enkele gelegenheid onbenut laat om den
commissaris te becritiseeren, terwijl zij
dienzelfden commissaris tot op dat moment
steeds deor dik en dun verdedigde en hem
hulde bracht om dezelfde gedragingen, als
.waarom zij hem later heftig bestreed,
2e omdat wij, hoor en wederhoor toepas-
send, na de voorstelling van zaken in den
Raad (vooral door den heer en mevr. Wes-
♦erhof) ook in enkele woorden de voorstel
ling van zaken, zooals die,door den com
missaris gegeven wordt, weergaven.
Dat is alles!
Wij begrijpen niet, waarom de ,,Alkm.
Crt." zoo toornt over het feit, dat wij onze
bewering omtrent vermenging van persoon
lijke verhoudingen met journalistiek op
treden geuit hebben.
In haar boosaardig artikel tegen ons
In haar nummer van gisteren erkent zij
toch zelf, dat een persoonlijk verschil van
meening de oorzaak geweest is van haar
ommekeer als krant ten opzichte van den
commissaris als zoodanig.
De vroegere samenwerking in „Dieren-
bescherming" had een heel persoonlijk ka-
rakter; met die persoonlijke samenwerking
iliep het fo-ut en sinds dat moment heeft de
vroeger zoo verheerlijkte en voorgesproken
commissaris als zoodanig geen goed meer
kunnen doen.
Dat was zelfs voor buitenstaanders op-
vallend.
Hoe waar onze bewering geweest i.s, blijkt
nu uit de eigen woorden der redactie.
Het blad haalt vervolgens aan wat wij
knaangaandt gemeld hebben en vervolgt
an:
Zoo ziet men dus: de „Alkm. Crt." er
kent zelf, dat zij bij en door het geval met
het zieke paardje van koers veranderd is.
En zooiets mag in het algemeen be-
lang juist niet gebeuren.
Dat is de reden, waarom wij gemeend
hebben het geval te moeten signaleeren.
Een journalist moet alle zaken van
openbaar beleid beoordeelen naar haar
eigen merites, afgescheiden van persoon
lijke sympathieen, afgescheiden ook van
andere ^aken van openbaar beleid van
denzelfden persoon.
Men zal ons nooit kunnen verwijten, dat
wij tegen dezen regel zondigen;
wanneer wij een Mr. Bosman of een Mr.
Ledeboer eens becritiseerd hebben, dan ging
het om de zaak (tractor-ziekenhuis), welke
zij voorstonden. niet om de personen; en
het kan ons in een en hetzelfde raadsover
zicht gebeuren, dat wij eenzelfde raadslid
of eenzelfden ambtenaar prijzen om de
eene, maar laken om de andere daad.
Zoo behoort het ook.
Hoe kan de „Alkm. Crt." ons voorts ver
wijten, dat wij Mr. Bosman om zijn trac-
tortram bekampten, nu zij zelf tegen dien-
zeliden Mr-. Bosman nog kort geleden een
heel apart artikel vol persoonlijke hatelijk-
heden schreef in verband met de Handels-
schoolkwestie?
0 loos vosje, dat de passie preekt!
Intusschen staat vast, dat de commissa
ris tot aan de geschiedenis met het zieke
paardje volgens de „Alkm. Crt." te
Alkmaar niets dan goed en daarna niets
dan kwaad gedaan heeft.
Wat daarv66r in den commissaris een
deugd heette, werd daarna een ondeugd
genoemd.
Is het redelijkerwijze denkbaar, dat de
commissaris juist op dat moment zoo ge-
heel en al veranderd zou zijn, zoo slecht
geworden?
Kom nou!
Om te bewijzen, dat de „Alkm. Crt." den
commissaris heusch niet persoonlijk treffen
wil, wijst de redactie er op, dat zij in de
dagen, dat opnieuw de salarisverhooging
van den commissaris in den Raad kwam,
geen dingen gepubliceerd heeft daartegen.
Nou, dat's nogal wiedes!
De „Alkm. Crt." is het juist geweest,
welke in dagen van dikke vriendschap in
een speciaal hoofdartikel salarisverhoo
ging bepleitte.
Zij kon zonder zich belachelijk te ma-
ken en zonder zich al te zeer in haar kaart
te laten kijken dus niet meer terug!
Haar „nobele" houding is dus nogal
verklaarbaar
En nu de zaak zelf: de behandeling der
Duitsche meisjes.
Wij hebben heel nadrukkelijk gezegd,
dat indien de voorstelling van zaken in
den Raad en in- de „Alkm. Crt." juist is
wij de eersten zullen zijn, die het voorge-
vallene ten zeerste afkeuren.
Daarvan nemen wij niets terug door
daamaast de yoorstelling van zaken door
den commissaris te vermelden, dien wij toch
ook op zijn woord moeten gelooven*
Heeft men bezwaren tegen deze laatste
voorstelling, dan moet men zich tot den
commissaris wenden.
Alleen omtrent het „kamertje" hebben
wij ons persoonlijk kunnen overtuigen.
De „Alkm. Crt." is blijkbaar niet goed
op de hoogte, anders moest zij weten, dat
sinds eenigen tijd op het politiebureau een
der cellen meer tot kamertje is ingericht,
juist met het oog op nette vreemdelingen,
welke vastgehouden moeten worden: we
vinden hier een gewoon ledikant, een tafel,
een stoel, wat lectuur; ook is er om het
cellenidee weg te werken een glazen ruit
in de deur aangebracht.
Alleen's nachts hebben de meisjes ieder
in een aparte eel (de „kamertjes" uit het
berioht van Maandag zijn nu toch al in
cellen veranderd! Red. Alkm. Crt.) gesla-
pen omdat het ledikant in het „kamertje"
voor twee personen te klein was.
Vij hebben dit fraais in zijn geheel over-
genomen om eens te laten zien hoe de
redactie van het N, Holl. Dagblad zich thans
met eenige algemeenheden van (fe zaak tracht
af te maken.
Zij volgt daarbij het systeem, dat zij de
aandacht tracht af te leiden van de zaak
waar't op aankomt en breedvoerig uitweidt
over allerlei bijkomstighedien, die met het ge
beurde niets te maken hebben.
Dat begint al in den titel: „De twee Dui-
sche meisjes en het zieke paarde." Er
zijn altijd nog wel eens menschen, die dieren-
bescherming iets bespottelijks vinden en het
N. Holl. Dagblad, dat zich op dit gebied ah
lesbehalve verdienstelijk heeft gemaakt het
pleitte met eenige „grapjes" destijds tegen
het piaatsen Van een stal op het woonwagen-
park hoopt met de uitlating „het zieke
paardje" dan ook een applaus van het sledjt-
ste deel der publieke tribune te kunnen bin-
nen halen.
Laten wij hier dadelijk even constateeren,
dat het destijds een zeer erastig geval be-
trof. Wij werden gewaarschuwd door een
veearts en hebben geheel naar diens advies
gehandeld. Het betrof hier een afgejakkerd
paard, dat zoo verwond op het woonwagen-
park werd aangetroffen, dat het zoo spoedig
mogelijk afgemaakt moest worden.
Daarover valt door het N. Holl. Dagblad,
heel gemakkelijk.te spotten. Een paard, dat
hevig pijn lijdt en niet meer beter kan wor
den is in het oog harer redactie blijkbaar een
dankbaar onderwerp om grapjes over te ver
koopen.
Het is ergerlijk genoeg, dat een politie-
commissaris, die tevens voorzitter van de
plaatselijke afdeeling van „Dierenbescher-
ming" is, het ingriipen in een dergelijk geval
geheel aan particulieren ovbrlaat en boven-
dien nog tracht, hun belanglooze actie ver-
dacht te maken.
Uitvoerig wijdt het blad daarna uit over
onze verhouding tot den commissaris.
Wij hebben daarover al het een en an
der medegedceld en kunnen dienaangaande
kort zijn.
Dat wij een persoonlijke onaangenaam
heid met den commissaris Madden, is volko-
men onjuist.
Het betrof hier het optreden van dien
ambtenaar tegenover onze actie ten behoeve
van bet bedoelde oaard. Die actie is in de
courant gcvoerd en heeft met persoonlijke on-
aanger.aamheden niets te maken.
Evenzeer gdogen is, dat wij nadiengeen
gelegenheid onbenut hebben gelaten dien
commissaris te becritiseeren en dat wij hem
vroeger „hulde brachten om dezelfde gedra
gingen als waarom Wij hem later heftig be-
streden."
Immers, het ontactvolle optreden van den
commissaris tegenover onze courant had in
de eerste dagen van Januari plaats.
En onze aanval op den commissaris da-
teert van het hartje van den zomer (de plaat-
sing der auto's en de behandeling der Duit
sche dienstmeisjes).
In dien tusschentijd hebben wij ons niet
om den commissaris bekommerd.
Wij hebben hem nimmer „gezocht", maar
evenmin kan en mag men v.an ons verlangen,
dat wij zwijgen zullen wanneer er ten slotte
zulke ernstige klachten over zijn beleid
komen, dat een courant, die het algemeen
belang voorstaat, daarover niet zwijgen mag.
Dat wij hem voor dezelfde gedragingen
vroeger hulde brachten is natuurlijk onzin
en totaal onmogelijk omdat dergelijke erge-
lijke gebeurtenissen v66rdien niet hebben
plaats gevonden:
Wat er verder voor fraais volgt over sa
menwerking in Dierenbescherming laten wij
maar buiten beschouwing.
Wij zijn nooit lid van de Alkmaarsche af
deeling geweest en hebben op dit gebied dan
ook nooit persoonlijk met den commissaris
samengewerkt.
De redactie van het N. Holl. Dagblad
marr ons nu verwijten, dat wij den commissa
ris in zijn eersten moeilijken tijd wel eens ge-
steund hebben, wij zouden tot haar het ver-
wijt kunnen richten, dat zij vroeger dezen po-
litieambtenaar het leven zoo moeilijk moge
lijk gemaakt heeft.
En waar wij vanzelfsprekend thans
wantoestanden signaleeren, tracht zij ze goed
te praten.
Het is ten slotte dan nog de groote vraag
wie van ons beiden den meest natuurlijken
wesr heeft bewandeld.
Men schenkt iemand vertrouwen tot bij
dat onwaardig blijkt en niet omgekeerd.
Nog maar kort geleden toen wij de uit-
latingen van Civis weerlegd hebben heeft
de hoofdredacteur van het N. Holl. Dagblad
zich een denkbeeldige toga omgeworpen, en
zijn gezicht in een juridische plooi getrokken.
Het heette toen dat wij niet zuiver genoeg
konden onderscheiden om een juridisch debat
met ons te beginnea
Hoe zuiver hij zelve kan onderscheiden
blijkt wel uit zijn bovenstaande uitlatingen.
Wij zouden hem niet mogen v rwijten, dat
hij weken lang mr. Bosman terwille van de
tractortram aanviel omdat wij dezen bij de
Handelsschool-kwestie zelf onder handen
hebben genomen.
Ziet de redactie het verschil niet, begrijpt
zij niet, dat de naam van mr. Bosman er
niets toe doet, dat wij haar niet verwijten
dat zij mr. Bosman aanviel, maar dat zij het
weken lang stelselmatig deed terwille van
zoo iets vrij onbelangrijks als de tractor.
Dat was het verwijt aan iemand die van
,relletjes" durfde spreken.
Nog daargelaten, dat wij bij de Handels
school-kwestie mr. Bosman eenvoudig het
antwoord op zijn zelf ondernomen aanval op
onze Courant hebben gegeven.
Ook de salaris-kwestie van den Commis
saris schijnt niet tot de hersentjes van dezen
zoo zuiver onderscheidenden jurist" te zijn
doorgedrongen.
Wij hebben vroeger niet in 'n hoofdar
tikel maar eenvoudig bij de bespreking van
den desbetreffenden post op de gemeentebe-
grooting betoogd dat het safaris van den
Commissaris in verhouding tot dat van an
dere hoofdambtenaren, te laag was.
Het zou dwaas geweest zijn, dat later te
gen te spreken en het is ook volkomen
juist geweest, dat de Raad dit salaris ver-
hoogd heeft.
Niet over de salariskwestie hebben wij dus
gezwegen om den commissaris niet te dupee-
ren, maar wij hebben destijds ons artikel
over het piaatsen van auto's uitgesteld om
te voorkomen, dat de publicatie daarvan in-
vloed op de salaris-beslissing van den Raad
zou uitoefenen.
Dit alles juist opdat men ons niet zou
kunnen verwijten, den Commissaris persoon
lijk ,,gezocht" te hebben.
Wie eenigszins lezen kan, zal dat ook reeds
uit ons betoog van Maandagavond hebben
begrepen.
Is, het nu eindelijk ook tot de juridische
hersenen van onzen zoo logisch denkenden en
zuiver stellenden collega doorgedrongen?
Of stelt hij de zaken opzettelijk zoo ver-
keerd voor om zijn lezers op een dwaalspoor
te brengen? s
Bovenstaand uiteenzetting was even noo-
dig om de door het N. Holl. Dagblad ver-
kondigde dwaasheden recht te zetten.
Maar dat alles doet ten slotte weinig ter-
zake en wij zullen na het bovenstaande dan
ook niet meer de moeite nemen daarop verder
in te gaan.
Dat alles is niets anders dan een poging
om de aandacht van den kern van deze ge
schiedenis af te wenden.
Het doet er niets toe noe op het oogenblik
de verhouding tusschen ons en den commis
saris is, want al was die nog zoo voortreffe-
lijk, dan is het duidelijk, dat wij er nooit toe
mee zouden werken, wantoestanden onopge-
merkt en onbesproken te laten.
Niemand zal ons kunnen verwijten, dat wij
om persoonlijke redenen zwijgen waar het
algemeen belang bespreking van ernstige
fouten eischt.
De vrijheidsberooving der Duitsche dienst
meisjes heeft met de verhouding tusschen den
commissaris cn ons absoluut niets te maken.
Hoewel het N. Holl. Dagblad aan die ver
houding bijna een kolom ruimte wijdt, tracht
zijn redactie de geschiedenis der Duitsche
dienstmeisjes in enkele regels daaronder weg
te mcffelen.
Men heeft het.eerst laten voorkomen alsof
men het meest betrouwbare onderzoek gaf
door „ook den commissaris te hooren" en
was daarbij blijkbaar vergeten, dat wij in
Juli, bij de publicatie van het gebeurde, ge-
lijktijdig de opinie van den commissaris heb
ben weergegeven.
Thans tracht de redactie van het N. Holl.
Dagbl. zich achter den commissaris te ver-
schuilen.
Nu wij aangetoond hebben hoe onzinnig
haar raadsoverzicht geweest is, deelt zij
mede, dat de commissaris op zijn woord ge-
loofd moest worden en dat, als men bezwa
ren tegen den voorgestelden gang van zaken
heeft, men zich maar tot den commissaris
moet wenden.
Dus: haar geheele publicatie berust op
een mededeeling van den commissaris.
Waarom heeft zij dan niet de moeite geno
men „ook de betrokkenen" eens te gaan hoo
ren?
Het gaat niet op, thans alle schuld op den
commissaris te schuiven. De redactie heeft
diens mededeelingen volkomen tot de hare
gemaakt. Zij heeft het geval, „schromelijk
overdreven" genoemd en ten slotte, na aller
lei dwaasheden verkondigd te hebben, nog
uitgeroepen: „ziedaar de zaak in haar juiste
proporties".
Dat ontneemt haar het recht zich thans
achter den commissaris te verschuilen.
Hoe allerdwaast zij haar lezers de zaak
in haar juiste" proporties voorgesteld heeft,
hoe onbetrouwbaar haar journalistieke voor-
lichting geweest is, hoe belachelijk haar ver-
haal van mooi kamertjes, die open bleven,
van een vriendelijke behandeling waarvoor
de meisjes dankbaar waren, van een vrijheid
om buiten of binnen te mogen zitten of loo-
pen, moge thans uit het volgendie Hijken.
Laten wij allereerst constateeren, dat uit
de gegevens, die ons dezer dagen bereiken
blijkt, dat de zaak nog veel emstiger geweest
is dan wij tot dusver hebben kunnen vermoe-
den.
Bij wat nu volgt houde men in het oog, dat
het hier meisjes van 19 en 20 jaar betrof,
die niets misdadigs gedaan hadden. Nette,
ontwikkelde meisjes, die een behoorlijk tehuis,
voldoende geld voor levensonderhoud en goe-
de vooruitzichten hadden, spoedig een nieuwe
betrekking te krijgen.
En tevens djit een der meisjes die nog
over 16 en voldoende bagage o.a. een
fiets kon beschikken, niet door haar fami-
lie teruggeroepen was en een behoorlijken
pas had.
Men toonde ons heden van verschillende
zijden brieven, die het eene, thans nog in
Duitschland verblijvende meisje aan kennis-
sen in Alkmaar heeft gezonden.
Daarin wordt gesproken over haar vroe
gere betrekking en over alles wat zich bij
hare gevangdnneming op het politiebureau
heeft afgespeeld.
Begin Juli hebben de meisjes haar betrek
king opgezegd en vrijwillig verlaten en en
kele dagen later heeft zich de scene op het
politie-bureau afgespeeld.
Het gaat hier slechts om het laatste en wij
nemen daarvoor de volgende passage over
die wij, woordelijk vertaald, hier laten vol-
gen:
Van de politie kan ik U slechts dit be-
richten, dat zij met haar ruw optreden
geen eer kan inleggen. Ik ben den geheelen
nacht in een ce! opgesloten. Men had ons
beloofd, dat wij in dte wachtkamer den
nacht mochten doorbrengen. Evenwel
kwam een zeer brutale man's avonds half
elf en sloot ons elk in een eel op, dus Lie-
sel alleen en ik.
Liesel kreeg door het huilen een hevigen
aanval en de politiemannen haalden haar
na ongeveer een V? uur in de wachtkamer
waar zij den nacht doorbracht.
.Veel erger was het met mij gesteld. Ik
moest den geheelen nacht in een stinkende
eel zitten, hoewel de politiemannen wel-
licht 10 maal aan den commissaris ge-
vraagd hebben of ik er ook niet uitmocht.
Ik was zoo radeloos, dat ik mij de pols-
aderen wilde open maken om maar uit de
eel te komen. Maar men heeft voortdurend
gecontroleerd wat ik deed. In zijn rade-
loosheid doet men veel. Een uur voor het
yertrek van den trein mocht ik de arres-
tantencel verlaten. Slapen konden wij niet
en die twee dagen reizen. het maakte ons
zoo kapot, dat wij vol'komen gebroken naar
lichaam en ziel hier aankwamen
Dit meisje, wier keurig handsehrift haar
ontwikkeling verraadf, is thans te Frankfort
in een zaak werkzaam als steno-typiste en
cassiere.
-
Het andere meisje, dat na haar ongemoti-
veerde uitzetting weer naar Alkmaar terug-
gekomen is, heeft ons, verontwaardigd over
de door het N. Holl Dagblad verspreide
leugens gisteren een bezoek gebracht en
de volgende verklaring afgelegd.
„Mijn vriendin en ik zijn's morgens half
tien op het politiebureau ontboden. Wij
moesten een half uur wachien bij de agenten
en daarna nog drie kwartier in een wacht
kamer.
Wij dachten dat het een formaliteit was en
vonden het vervelend, dat het zoo lang
duurde omdat wij op de fiets naar zee wil-
den.
Plotseling werd ons bevolen in een eel te
gaan. Het was een zeer klein vertrekje, dat
een bed met een stroozak, een tafel en een
stoel bevatte.
Het was toen bijna 11 uur en wij werden
zorgvuldig opgesloten. Er gingeu sloten
van boven en beneden dicht en er werd nog
een dwarsbalk voor de deur geschoven.
Tevergeefs riepen wij om losgelaten te
worden, omdat wij niets kwaads gedaan
hadden.
De „toilet-gelegenheid" was in de vieze
eel en wij konden ten slotte de lucht niet
meer uithouden.
Men wilde ons eten geven, maar wij kon
den niet eten.
Om half drie gaf men eindelijk aan ons
smeeken gehoor. De deur werd open ge
maakt en wij mochten in de buitenlucht zit
ten.
Een uur later kwam de commissaris, die
op barschen toon zeide, dat wij dadelijk in
de cellen terug moesten, omdat wii vreem-1
delingen zonder middel van bestaan waren,
hoewel ik nog f 16 aan geld had.
Vijf of zes maal hebben wij dien middag
gevraagd den commissaris te spreken, maar
deze liet zeggen, dat hij niet te spreken was,
daar het onderhoud toch geen doel zou heb
ben.
Slechts even hebben wij in de wachtkamer
wat water mogea drinken.
Men had ons beloofd. dat wij daar den
nacht mochten doorbrengen en wij kregen
er om 8 uur brood met koffie. Maar tegen
10 uur of half elf werden wij door een poli-
tieman op barsche wijze naar de cellen ge-
jaagd en ik smeekte hem tevergeefs te mogen
blijven.
Wij wilden weer samen in de grootste eel
gaan, maar dat werd ons op ruwen toon
verboden. Barsch werd ons bevolen te doen,
wat er gezegd werd. Ik kreeg de grootste
eel en mijn vriendin kreeg een vies hok met
een 6troozak op den grond, terwijl de deuren
werden afgesloten.
In een ander cachot tegenover ons was een
dronken kerel opgesloten, die vreeselijk te
keer ging.
Al ons smeeken, er uit gelaten te worden,
was tevergeefs Ik kreeg tweemaal een
gebracht en polsen en gezicht met koud
zenuwaanval door het huilen. Mijn gezicht
zwol op, en ik lag op den grond, toen ik er
uit gehaald ben en kon niet meer loopen.
Men heeft mij toen naar de wachtkamer
water gewasschen. Men liet mij drinken en
ik mocht dien nacht verder aan tafel zitten,
maar als ik zou slapen, moest ik weer naar
de cel.
Wij hebben herhaaldelijk gezegd, dat wij
geen misdadigsters waren en dat Hollanders,
die bij ons in Duitschland komen zoo niet
behandeld zouden worden. Wij hebben tever
geefs gevraagd naar ons pension te mogen
gaan waar wij slapen konden.
Men heeft geantwoord, dat wij bij de poli
tie waren en zwijgen moesten. als wij nog
niet veel strenger wilden behandeld wor
den.
Mijn vriendin had papier en potlood in
haar taschje. Zij teekende de eel uit, met het
doel die teekening mee naar Duitschland te
nemen. Zij schreef er over haar toestand op
en vroeg een politieman het mij te geven. Hij
deed dit, maar een ander pakte het mij af en
zeide, dat als ik niet stil was, er krasser zou
op.getreden worden.
Mijn vriendin wilde 'met een schaartje in
haar pols snijden, maar zij werd voortdu
rend bewaakf.
Enkele agenten hadden medelijden. Een
zeide het verschrikkelijk. te vinden, als zijn
kind zoo in het buitenland behandeld zou
worden en had tranen in de oogen.
De cellen waren vies en vuil. Ik kan niet
afschilderen, hoe het er uitgezien heeft.
Half vijf werd mijn vriendin meer dood
dan levend uit het vieze cachot bevrijd. Wij
mochten ons wasschen en kammen in de
wachtkamer, maar men zeide ons, dat de
commissaris het niet weten mocht.
Ons geld is ons afgenomen en onze bagage
werd nagezocht. Men wilde hebben, dat ik
mijn fiets zou verkoopen, maar ik begreep,
dat ik het geld niet in handen zou krijgen en
weigerde. De fietsenmaker die de fiets bracht,
kocht het belastingplaatje voor iets minder
dan 3, omdat ik het in Duitschland toch
niet zou kunnen gebruiken. Het geld moe9t
ik dadelijk afgeven.
Door twee politiemannen in burger zijn
wij tot de grens gebracht. Daar hebben wij
de rest van ons geld teruggekregen.
De reis naar huis kosie 27 Mark en wij
hadden geen geld genoeg meer om iets te
kunnen koopen. -
Hafschi!
Hatschoe!
Kou gevat?|
Onmtddellljk maotregelen nemen
en
Aspirin-tabletten&iy*
In origineele verpokklng met den
orenjen band gebruiken. Daarna
onder de wol en fllnk cweeten!
loo blijfi een
metucfa geeond
Wij konden niets dan water drinken en
hebben's nachts op een station geslapen.
In Frankfort hadden wij niets meer om de
tram naar huis te kunnen betalen.
Mijn moeder is al 4 jaar ziek en is erg ge-
schrokken van mijn thuiskomst.
Zij gelooft na al het gebeurde, dat ik mij
aan een ernstig misdrijf 9chuldig gemaakt
heb, en ik heb er haar niet van kunnen over
tuigen, dat ik heelemaal niets gedaan heb.
Niemand heeft het recht mij terug te zen-
den en ik heb een pas aangevraagd en mijn
fiets verpand om reisgeld te krijgen en naat
Alkmaar terug te gaan, wat men niet heeft
kunnen verhinderen.
Wij behoeven aan het bovenstaande weinig
toe te voegen.
Men begrijpt nu, welke waarde er te hech-
ten is aan de publicaties van het Noord-
Hollandsch Dagblad, dat na een bezoek aan
den contmissaris van nette kamertjes met open
deuren, van een vriendelijke behandeling en
tevreden meisjes spreekt.
Zelden is het publiek zoo brutaal om den
tuin geleid.
En al moge de redactie thans trachten, zich
op unfaire wijze achter den commissaris te
verschuilen, het feit alleen al, dat zij deze
zaak eenzijdig onderzochf, dat zij het geval,
na onze sobere mededeeling, schromelijk
overdreven durfde noemen en het „tot de
juiste proporties" terugbracbt, dat alles is
voldoende, om te doen uitkomen, dat zij het
door haar medegedeelde volkomen voor
haar rekening heeft te nemen.
Wij bekiagen de lezers, die op een derge
lijke treurige „voorhchting" zijn aange-
wezen.
442ste STAATSLOTERIJ.
Trekking van Woensdag 22 September.
5de klassc 3de lijst.
Prijzen van 70,
213
55S 807 89$
1023
1176
1195
1199
1467
1766
1828
1928
2012
2100
2429
2524
2762
2934
2987
3257
3399
3478
3503
3639
3678
3710
3712
3782
3869
3875
4569
4633
4681
4768
4802
4834
5034
5229
5311
5360
5516
5549
5750
5843
6080
6091
,6188
6328
6342
6417
6440
6481
6520
6522
6533
6603
6616
6727
6970
7066
7140
7170
7208
7508
7550
7663
7896
8067
8077
8416
8466
8527
8589
8643
8785
8839
8895
9192
9387
9423
9483
9498
9568
9796
9802
9830
9837
9842
9866
10042
10086
10302
10470
10672
10689
10859
11050
11382
11399
11500
11652
11684
11904
22017
12069
12460
12620
12813
12914
13003
13062
13118
13168
13552
13656
13685
13851
13872
13881
13937
14107
14120
14127
14195
14218
14458
14651
14908
14909
15147
15223
15248
15484
15530
15648
15825
15934
16243
16287
16406
16412
16789
16844
16992
17274
17286
17457
17476
17699
18041
18099
18321
18458
18616
18659
18710
18829
18948
19029
19204
19225
19353
19396
19533
19600
19734
19771
19772
20200
20254
20275
20326
20449
20529
20572
20866
20973
Nie
20987
ten.
26
46
89
101
107
139
157
241
265
334
348
f 375
390
413
428
519
597
p 700
710
746
809
825
839
941'
891
958
1028
1084
1128
1184
1227
1266
1272
1287
1288
1387
1388
1390
1391
1439
1440
1519
1545
1611
1628
1632
1641
1662
1726
1770
1803
18l0
1853
1940
1943
1956
2065
2154
2228
2264
2356
2366
2392
2427
2437
2470
2482
2542
2559
2562
2583
2604
2711
2712
2724
2757
2772
2870
2995
3027
3066
3093
3104
3124
3150
3184
3200
3218
3224
3343
3352
3359
3371
3381
3382
3421
3447
3484
3608
3633
3643
3660
3684
3706
3716
3726
3730
3776
3788
3817
3898
3913
4002
4020
4256
4272
4276
4327
4335
4362
4405
4453
4469
4557
4594
4627
4685
4693
4729
4772
4829
4847
4849
4860
4937
4992
5030
5046
5116
5153
5235
5257
5298
5325
5348
5359
5370
5393
5509
5525
5539
5577
5578
5588
5607
5645
5757
5804
5862
6002
6087
6135
6159
6196
6203
6228
6263
6275
6301
6334
6348
6400
6423
6463
6551
6590
6625
6632
6696
6714
6716
6726
6750
6765
6800
6845
6882
6902
6935
6958
6984
7035
7065
7073
7080
7109
7134
•7173
7328
7381
7436
7467
7513
7537
7549
7604
7649
7669
7702
7848
7850
7859
7869
7878
7924
7926
7928
7945
7988
8012
8060
8085
8139
8140
8149
8154
8226
8324
8329
8332
8474
8491
8495
8497
8557
8585
8598
8689
8719
8790
8815
8828
8860
8884
8970
9134
9137
9205
9218
9310
9321
9335
9340
9349
9403
9421
9455
9457
9621
9636
9697
9701
9709
9731
9856
9881
9931
9990
10152
10203
l 1 JJ&ull V Oil J 1 vj
T j