Rechtszaken
ESoBitenBandl
DE GEMENGD ERECHTBANK
TE SHANGHAI.
Uit Shanghai wortd gemeld, dat eea vol-
ledige overeenkomst is tot stand gekomen in-
zake Ae opheffing van de gemengde rechtbank
te Shanghai, welke sedert 1911 onder toe
zicht van buitenlandSche consulaten stond.
Pez opheffing was een van died ertien eischcn
der Chineezen, welke gesteld zijn na de ern-
stige onlusten te Shanghoi in Mei 1925.
SPOORBRUG INGESTORT.
Tengevolge van de hevige regens gedu
rend? de laatste dagen zijn de bergrivieren
zeer wild geworden. Als gevolg dlaarvan is
de spoorbrug bij St. Mortiz verwoest. Het
personal- en goederenverkeer van Italie naar
Frankrijk en omgekeerd is gestoord. Het ver-
kcer woreft over BernLoetscheberg geleidi.
SLAAPZIEKTE IN JAPAN.
Naar uit Kobe gemeld woTdt heeft een
Slaapziekte- epid'emie in de provincie Hyogo
tot on toe 83 menschenlevens geeischt. Ver-
scheidenie gevallen van deze ziekte worden
uit Osaka en Syoto gemeld.
CONGRES VOOR HET AUTERS-
RECHT.
Te Warschau is gistermiddag het interna-
fionaal congres voor het auteursreclit ge
opend. Vijf-en-dertig landen waren vertegen-
.woondiigcf. Ruskind! heeft geweigerd aan het
congres deel te nemen.
de ONTWAPENINGSCONFERENTIE.
Gister is de commissie van voorbereiding
yan de ontwapeningsconferentie onder voor-
.zitterschap van Jhr. Loudon (Nederland)
bijeengekomen. Behandeld werden de voor-
stellen van den vertegenwoordiger van Ame-
rika, Gibson, ten eerste om den arbeid der
commissie te bespoedigen, ten tweede om bij
de werkzaamheden der militaire sub-commis-
sies de politiek uit te schakelen en uitsluitend
technische aangelegenheden te behandelen
en ten derde om naast het meerderheids-
standpunt ook het minderheidsstandpunt in
de rapporten der sub-comn.issie aan de com
missie op te nemen.
De vertegenwoordiger van Italie, Demari-
nis, diende een resolutie in, waarin de com
missie als haar overtuiging te kennen geeft,
dat zij uitsluitend competent is politieke over-
wegingen te behandelen en dat zij alleen ver-
anhvoordelijk is voor den tekst van het rap
port. Diit voorstel vond ook de instemming
van den Amerikaanschen vertegenwoordiger
Gibson. Het werd met algemeene stemmen
aangenomen.
De zitting der commissie werd daarop ge-
sloten. De besprekingen zullen in het begin
van het volgend jaar worden hervat.
REVOLUTIE IN ALBANIe.
Een bericht uit Boedapest meldt, dat na
twee dagen van hevigen strijd Albaneesche
revolutionnairen de regeeringstroepen ver-
slagen en Skoetari veroverd hebben. De re-
volutie is, naar gemeld wordt, begonnen
met den opstand van eenige plaatselijke lei
ders, en heeft zich langzamerhand door het
geheele Noordelijk deel van het land uitge-
breid. De leiders trachten thans midden-
Albanie over te halen de beweging te steu-
nen. De staat van beleg is door de regeering
afgekondigd.
EEN CYCLOON BIJ HONGKONG.
Een telegram uit Hongkong meldt, dat die
stad ternauwernood aan de gevolgen van 'n
hevigen cycloon is ontkomen. Slechts enkele
„uitloopers" van den storm bereikten de stad.
Een regeeringssleepboot redde 30 Chinee
zen, die in levensgevaar verkeerden. Een in-
genieur, die naar gemeld wordt van Neder-
landsche nationaliteit is, en werkzaam
heden in de haven verrichtte, zou te water
geraakt en verdronken zijn.
GEDAALDE THERMOMETERSTAND.
In de Rocky Mountains (N.-Amerika) woe-
den geweldige sneeuwstormen. Er is groote
schade aan den oogst aangericht. In Monta
na heerschte gister 6 graden vorst.
Kouder is het nog in Zuid-Canada. In Ma
nitoba wordt de schade aan den oogst op 12
millioen dollar geschat. Vele duizenden stuks
rundvee en schapen zijn doodgevroren.
De temperatuur is ook in Engeland schern
gedaald en bedroeg Zondag 55 gr. tegen 88
gr. den vorigen Zondag. Verschillende dee-
len van Engeland zijn door hagelstormen ge-
teisterd. Het riviersstoomschip „Windsor
Castle" is op de Theems gestrand.
EEN REDE VAN POINCARe.
Een liclite toenadering tot
Duitschland.
Poincare, die te St.-Germain-en-Laye, op
het congres van oorlogsverminkten't woord
heeft gevoerd, verzekerde dat de gevoelens
der oud-strijders geenszins agressief of vijan-
dig zijn. daar zij de gruwelen van den oorlog
tegoed kennen om geen trouwe dienaren van
den vrede te zijn.
„De vrede", aldus Poincare, „za! voor ons
echter nooit een reden zijn om afstand te
doen van onze glorie, of de rechten te ver-
loochenen, welke wij verdedigd hebben. Toen
de centrale rijken de schrikkelijke ramp ont-
ketenden, hebben wij niet alle Duitschers
zonder onderscheid verantwoordelijk gesteld
en niet alle vijandelijke officieren en soldaten
van de in de bezette dorpen geplcegde bar-
baars-chheden beschuldigri. Wij kunnen in-
tusschen met vergeten, dat de oorlog ons
verklaard werd, op onzen eigen bodem werd
overgebracht door de schending van een neu-
tialen staat en met meedoogenlooze wreed-
heid werd gevoerd op order van den keizer-
lijken generalen staf. Indien het Duitschland
van heden openlijk eenige methoden van het
vroegere Duitschland zou desavoueeren, zou
het u gemakkelijker valleu het oog van de
nog overgebleven litteekens af te wenden en
be hand te reiken aan degenen, die u de won-
Qcn hebben toegebracht. Door u, oud-strij-
ders, heeft Frankrijk zich de bewondering
der wereld verworven. Gij waart de schep-
Pers van de onschatbare waarden, welke gij
we. wilt t-eniet laten gaan. Gij sireeft slechts
naar rust in Europa, naar de bevestiging on-
zer grenzen, naar de onafhankelijkheid onzer
uplomatieke actie en de veiligheid van uw
oagehjkSchen arbeid''.
pe geheele pars is van oordeel, dat de rede
cen toenadering begunstigt.
GRUWELIJK BANDITISME.
net hlad „China Press" meldt, dat ban-
rnten de stad Sjekitsjen in de provincie Ho-
jiah geplun'derd hebben, duizend weerlooze
inwoners in koelen bloede hebben vermoord,
de stad hebben verbrand en honderd gevan-
genen hebben meegenomen, waaronder een
zendeling; twee vrouwelijke zendelingen lie-
ten zij met rust.
SPIONNAGE.
Naar de Vize-Polizeiprasident van Berlijn,
dr. Friedenburg, Zaterdagavond in een ver-
gadering van den republikeinschen rijksbood
heeft medegedeld, is dr. Heinrich Dietz, die
indCrtijd de Prtiisische regeering heeft ge-
waarschuwd voor de Putsch-plannen van Ju-
stizrat Class en de andere rachtsradicalen,
op 2 September in alle stilte gearnsteerd,
zoogenaaind wegcns verraad van militaire ge-
heimen.
EEN FRANSCH-DUITSCH INCIDENT.
Te Germersheim heeft in den nacht van
Zondag op Maandag een Fransch officier,
die in civiel was, twee Duitsche arbeidiers na
een korte woordenwisseling doodgeschotcn.
Wat precies de aanleiding tot dit optreden is
geweest is nog niet bekend. Men neemt aan,
dat de Franschman in dromkenschap heeft
gehaodeld. Zoowel van Fransche als van
Duitsche zijde wordt een onderzoek inge-
steld.
NOG EEN REDE VAN POINCARe.
In een te Bar-le-Duc gehouden rede sprak
Poincare over den duizelingwekkenden val
van den franc. Hij bracht daarbij hulde aan
de hartelijke medewerking van de leiders der
verschillende partijen. Hij zette vervolgens
de maatregelen uiteen, die de financieele toe-
stand gebiedend noodig maakte. Ofschoon
Frankrijk geen enkele schuld had aan de be-
proeving, die het doormaakte, zoo moest hot
zich toch nieuwe offers getroosten. Het was
daarom, dat de regeering de hervorming van
die administratie had ondwriomen, teneinde
op de begrooting te bezuinigen. De regeering
zal haar lot verbinden aan dat van haar be-
sluiten, omdat men het buitenland, dat
Frankrijk met niet altijd welwilknde aan-
dacht gadeslaat, niet het schouwspel van on-
macht mag geven. Frankrijk zal geen enkelen
aanslag op zijn souvereiniteit aanvaardcn.
Het heeft nooit zijn buitenlandsche schulden
geloochend en het zou reeds meer betaiald
hebben, indien Duitschland niet zoo lang in
gebreke was gebleven met het betalen van
de sc hadevergoed ing-enGeen enkel land
neemt sedert het- teekenen van de verdragen
nauwgezetter de bepalingen ervan in acht.
Wij vragen alleen een beveiliging voor ons
definitief herstelde gror.dgebied en geregelde
betaling van de schadevergoedingen. Frank-
rijkk heeft nooit geweigerd loyaal met
IDuitschland te praten en in weerwil van de
wcttigheid van onze grieven uit het verleden,
is het niet van plan tegenover onze vroegere
tegenstanders een politiek van haat en ran-
cune toe te passen. Het blijft bereid, te stre-
ven naar toenadering in het kader van de
verdragen en zijn bondgenootschapptumits
de vcrantwoordelijkheid van de rijksregeering
in den oorlog niet in twijfel wordt getrok-
ken en wij van te vorcn net besliste bewijs
hebben van de moreele en materieele omtwa-
pening van onze buren. Wij zijn bereid al het
mogelijke te doen om de menischheid e-cn
minder sombere toekomst te bezorgen, doch
onzeker als wij zijn over den ctag van morgen,
zal niemand er zich over verwonderen, dat
wij geen cnkel coitractucel recht opgeven en
onze wankzaamheid niet stopzetten.
ALKMAARSCHE EXPORTVEILING.
ALKMAAR, 27 September 1926. In de
heden gehouden veilingen werd betaald voor:
Bloemkool le soort per 100 st. 12.60—
17.70, 2e soort 48, Roode kool per
100 K.G. 1.50—/ 3.30, Gele kool per 100
K.G. 0.902.20, Wortel^n per 100 bos
1.80—/ 6.40, Uien per 100 K.G. 1.80—
2.40, Enkele Slaboonen per 100 K G.
4.60—/ 17.90, Dubbele slaboonen per 100
K.G. 4.3015.80, Andijvie per 100 st.
0.502.30, Augurken per 100 K.G.
1574, Kropsla per 100 stuks 0.90
3.40, Komkommers per 100 stuks 3.10
11.70, Pieterselie per 100 bos 11.70,
Postelein per bakje (5 K.G.) 0.40—/ 0.90,
Snijboonen per 100 K.G. 12.60—/ 50.80,
Spruiten per 100 K.G. 12—/ 22, Spinazie
per bakje (2% K.G.) 0.20—/ 0.46, Selde-
rie per 100 bos 26.20, Tomaten per 100
K.G. 314, Appelen per 100 K G. 5
tot 23, Peren per 100 K.G. 427,
Druiven per K.G. 0.50—/ 0.84.
PURMEREND, 28 Sept. Op de heden ge
houden inarkt waren aangevoerd: 18 st. klei-
ne Fabriekskaas 42, met merle 45, 55 st.'
kieine Boerenkaas met merk 43.50, 2 st.
Goudschs kaas met merk 41, 732 K.G. bo-
ter 2.152.25, 740 Runderen, w. o. 430
vette 0.650.95, 278 melk- en gelde-
koeien 125375, liandel stug; 32 stie-
ren; 31 paarden 100—/ 200, handel stug;
45 vctte kalveren 1.301.45, hanoel
malig; 232 nuchtere kalveren v. d. s!acht/S
tot 32, v. d. fok 1023, handel vlug;
418 vette varkens v. d. zout 0.660.70,
v. d. slacht 0.710.75, handel matig; 61
magcre varkens 24—/ 44, handel stug;
225 blggen 1222, handel stug; 1224
schapen, vette 25—/ 32, 1047 lammeren
14f 22, handel slug; 114 bokken, kip-
peneieren 910, cenceieren 5.75, piep-
l.uikens 0.302, groote hanen 2.50—
3, 150 zak en 250 mand peren 1—/ 5.
Eierveiling: 6759 eeiideieren a 6.30—
6.60, 32 eendeieren b 4.80, 9212 kippen-
eicren a 9.4010.40, 231 kippeneieren b
5,40—/ 7.10.
ZAANDAM, 27 Sept. 1926. Veiling „De
Zaanstrcek". Postelein 40—70 ct. p kl. kist,
Spinazi-e 8096 ct. p. kl. kist, Andijvie 38
70 ct. p. kist, Sla 36—62 ct. p. kist, Peen 9—
16% ct. p. bos, Slaboonen 61% ct. p. p.,
Snijboonen I 1620 ct. p. p., Gele Kool 4
5 ct. p. stuk, Roode Kool 5%7 ct. p. stuk,
Selderie 14 ct. p. bos, Groene Kool 48%
ct. pfr stuk, Handpeer 913 Vz ct. p. p.,
Stoofpercn 4H7 'A ct. p. p., Druiven 32
33 ct. p. p., Bieten 5—6K- ct. p bos, Boeren-
kool 5060 ct. per kist, Prei 99 'A ct. per
bos, Zure appelen 4'ATA ct. p. p., Zoete
Appelen 77 'A ct. p. p., Maagdeperen 78
ct. per pond
BROEK OP LANGENDIJK (Langedij-
ker Grcentenveiling), 27 Sept.
16000 stuks Bloemkool le soort 9.60
16.50, 2e soort 1.10—/ 2 per 100 st.,
5300 Kg. Wortelen 1.40—/ 1.70, 73000
K.G. Roode kool le soort l—f 4.10, 31000
K.G. Gele kool le soort 0.302 30,
97000 K G. Witte kool (vroege) 0.60
1, 10500 K.G. Uien: Uien 2.10—/ 2.30,
Drielingen 1.70—/ 1.80,, Nep 2.50—
2.70, 1000 K.G. Slaboonen 3.10—/ 11,
3800 K.G. Bieten 1.20—/ 1.30, 700 K.G.
Rammenas 1.102, alles per 100 K.G.
PURMEREND, 27 Sept. „Afslagvereeni-
ging Beemster, Punnerend en Omstreken."
Aardappelen 1.01—/ 1.13 per zak (25
K.G.), Slaboonen 0.90^/ 2.10 per zak
(15 K.G.), Snijboonen 1.70—/ 5.70 per
zak (15 K.G.), Komkommers 3.50—/ 7.50
100, Tomaten 0.100.17 per K.G.,
loemkool 313.50 per 100, Roode kool
5.50 per 100 Savoye kool 5 per 100,
Spruitkool 1.55—/ 2.05 per 15 K.G., Spi
nazie 0.160.63 per mand (5 K.G.),
Postelein 0.100.13 per K.G., Andijvie
1.403.80 ped 100 krop, Peterselie
2.90 per 100 bos, Rabarber 2 per 100
bos, Bieten 8.50 per 1000, Wortelen
8.50—/ 14 per 100 bos, Uien 0.55—
0.68 per 25 K.G., Druiven 0.650 77
per K.G. Appels: Wetslandsche Bellefleur
0.10—/ 0.12, Bismarck-appel 0.09
0.14, Bramley Seedling 0.110.16,
Winter Calville 0.150.17, Groninger
Kroon 0.110.16, Luntersche Pippe-
ling 0.100.16, Present van Engeland
0.110.21, Reinette, goud 0.18
0.20, Reinette, zoete grauwe 0.12
/*0.17, Transparante de Cronsels 0.23
0.30 per K.G. Peren: Beurre Clairgeau
0.050.12, Beurre de Merode 0.07
0.09, Beurre Diel 0.060.08, BeurrS
Hardy 0.160.28, Beurre Lebrun 0 07
tot 0.13, Beurre Superfin 0 070.09,
Boerengroen 56.80 per 100 pond, Con-
seiller de la Cour 0.10—/ 0.12, Doyenn£
du Cornice 0.280.30, Dr. Jules Guyot
0.12—/ 0.18, Durandeau 0.06—/ 0.12,
Duchess Williams 0.060.16, Gieser
Wildeman 6.8010.60 per 10 K.G., St.
Germain peer f 66.70 per 100 Kg., Kam-
perveen 4.50—-f 5.80 per 10 Kg., Louisse
Bonne f 0.160.27, Maagdenpeer f 0.08
f 0.15, Nouveau Poiteau 0.060.10,
Soldat Laboureur 0.10f 0.15, Triomphe
de Vienne f 0.20—/ 0.24 per Kg.
AFLOOP VAN VERKOOPINGEN.
Maandag 27 September is te den Burg op
Texel, ten overstaan van den notaris Mr. A.
P. H. de Lange te Alkmaar, geveildi de zoo
o dlgaeluwseni
goed als nieuwgebouwde huismanswoning,
genaaoid Bertha's Hoeve", met schuur, stal
ling ,arbeiderswoning cn eenige perceelen
weiland, aan den Wagenangerweg en Post-
weg, in den polder Eijerland, op Texel, te za-
men groot 22.11.04 H.A., eigendom van en
bewoond' door den heer B. A. Westgeest.
Dep erceelen werden te zamen ia opbod ge-
bracht op 15800.
De afslag en combination blijven bepaald
op Maandag 4 October 1926, des morgens elf
uur precies, in het hotel „Texel", te den Burg
op Texel.
KANTONGERECHT TE ALKMAAR.
Mondelinge uitspraak van 24 September.
C. B. te St. Maarten, overtreding Spoor-
wegwet, 6 boete of 3 dagen hecht.
Th. M. en G. B. te Castricum, overtreding
Jachtwet, de le 12 boete of 6 dagen hechi,
de 2e 8 boete of 2 weken tuchtschool.
P. O te Alkmaar, overtreding Vleeschkeu-
ringswet, primair 60 boete of 30 dagen
hecht., secondo vrijspraak.
K. K te Amsterdam, dromkenschap, 2
boete of 1 dag hecht
C. G. Bz. en C. V- Cz. te Egmond aan Zee,
overtreding Vogelwet, ieder 4 boete of 4 da
gen hecht.
G. L B. te Noordscharwoude, P S. te Alk
maar, overtreding Arbeidswet, de le 2 X
5 boete of 2 X 3 dagen hecht., de 2e vrij-
spnisk
C. B. te Uitgeest, H. G te Schoorl, C. H. te
Amsterdam, overtreding Bouwverordiening,
de le 1 boete of 1 dag hecht., de 2e 12
boete of 8 dagen hecht., de 3e 8 boete of 4
diagen hecht.
S. J. de G. te Haarlem, C. J. P. te Rotter
dam, F. A. K. te Alkmaar, J. L. te Oterleek,
J. P. te Sassenheim, overtreding Politieveror-
dening, de le en 5e ieder 10 boete of 5 da
gen hecht.. de 2e 2 bcefe of 2 dagen hecht
de 3e 5 boete of 1 week tuchtschool, de 4e
3 boete of 3 dagen hecht.
J. ten B. te Wimmenum, K. K., H. H. K.,
W. K.. P. J. A. H. en M. de N. te Alkmaar,
J. de B. te St. Pancras, A P. W. G. te Brcek
op Langendijk, S. B. te Noordscharwoude,
C. F., T. L 'H. P. K. en M. B.' te Jisp,
N. v. O. te Rotterdam, J. P. K. te Spanbroek,
overtreding Motor- en Rijwielwet, de le 6
boete of 3 dagen hechtde 2e, 6e, 7e, 8e, 9e,
10c, lie, 12e en 13e ieder 4 boete of 4 da
gen hecht.. do 3e 6 en 3 boete of 4 en 2
dagen hecht., do 4e vrijspraak, de 5e en 15e
ieder 5 boete of 3 dagen hecht., de 14e 10
boete of 5 dagen hecht.
Werkjongelje tol4 nog
xoo giraag.
Schets door Ben Jeroen.
Het werk stond ten wijlc stil, want het was
middagschaftuur. De paarden liepen, geknie-
b^nd, aan den wegberm te grazep. Hun dik-
ke, lange, glanzende staarten waren onop-
houdelijk in beweging om de lasti^e v'iegen
te verjagen. Die gonsden in een zwerm om do
bezweete paardenlijven heen wanneer de
staart ze verjaagd had, maar dadelijk daar
op zetten zij zich op een ander plaatsje wecr
neer. De paarden stampten met de pooten en
trokken de huidspieren samen en wendden
den kop naar den l.ant waar de plagers za-
ten, doch slaagden er niet in ze blijvend ie
verjagen.
De zandkarren stonden leeg, aan den kant
van den weg en in hun schaduw lagen werk-
lieden te slapen. De middagzon deed het
schoone zand hel glinsteren, zoodat de oogen
er pijn van deden. De boomen met hun besto-
ven loof stonden zwaar en stil op de boeren-
erven en de blauwe dakpannen van een boe-
renplaats blikkerden fel in de heete middag
zon.
De schoppen lagen achteloos hier cn daar
weggeworpen, en het stuk van den steel, dat
geregeld door de handen schoof b'< het arbei-
aen, glom alsof het gepoliist was
De rechte slooten, tusschen de weiden die
rood zagen van de bloeiende zuring, lagen
rimpelloos en aan hun kanten lagen de koe-
beesten te herkauwen.
De zon stoofde den witten weg, en het g le
zand en de tasscn steenen, die zich vol warm-
te hadden gezogen, broeiden die hitte veer
uit. Hier en daar op schaduwplekjes lagen
werklieden met het hoofd op een bundeltje
kleeren, en sliepen. Sommigen lagen plat op
den rug, de armen en beenen wijd uitsrespreid,
zoodat de moeheid er uit kon druipen.
Het werkjongetje was ook gaan liggen
toen hij ziin brood op had, maar slapen dead
hij niet. Hij wachtte er op dat de anderen
zouden ingedut zijn. Twee, drie meal had hij
zich al opgericht en om zich heen gekeken.
Schijnbaar keek hij naar de paarden, maar
't was om te zien of Jan de Haan en de
Draaier en vooral Kees Nat, of die al slie
pen. Hij vertrouwde het niet al te best, 't Kon
wel wezen dat ze zoo maar een beetje la^en tc
soezen en heelemaal niet sliepen. En dan zou
den ze hem natuurlijk uitlachen. Eerst zou
den ze hem stilletjes laten gaan en als hij
goed en wel bezig was, dan zou hij ineens
hun geschater hooren.
Maar hij zou wachten tot er niet een meer
wakker was, ze hadden er niets mee te maken
Als die Kees Nat maar vast snurkte. Hij
hoorde zijn gezaag nog niet. Dan sliep hij
ook nog niet. Jan ae Haan wel, kijk maar, die
lag met ziin mond wijd open, je kon zijn tong
tusschen zijn twee eenige tanden zien liggen.
Of zou hij maar niet tollen en stilletjes
gaan slapen, net als de anderen?
Maar hij deed't zoo graag zie je. Het was
zoo fijn den tol tusschen duim en voorsten
vinger te houden, den zwaai met je har.te
maken, en den tol suizend op den grond te
werpen. Het snoer hield je goed vast, trok het
met een rukje terug en dan voelde je de tol er
afloonen. Even was je in spanning of hij zou
draaien dan wel of het mis was. Maar neen
hoor, daar stond ie. Eerst draaide hij een
paar keer in een kring rond, brommend en
zoemend als een drukke hommel, maar dan
ging hij stilstaan, doodstil, zoodat je niet
zien kon of hij draaide of niet.
Kees Nat slaapt. Hij snurkt zoo hard dat
je hem wel een kwartier ver hooren kunt.
Zou hij nu gaan tollen? Wel ja. als h" het
nu niet deed, straks is het schaftuur om en
dan meet hij weer met de kar weg. Oei, hij
mag wel even naar den Grooten Bruin gaan.
Die loopt veel te ver weg. Kan hij strain een
uur loopen om hem op te halen en dan krijgt
hii herrie met den baas. Hoe heeft dat paard
nu zijn knieband losgekregen? Zeker niet
goed vastgeknoopt. Zou hij hem terugroepen?
Maar dan worden ze wakker en dan kan hij
heelemaal niet tollen. Gauw maar even op
een drafje achter het paard aan. He! hij hijgt
er van, is dat loopen.
„Kom Bruin, je mag zoover niet weggaan
hoor. Hier met je kop zeg ik je! Zoo, vast is
het weer, en ga nu maar den anderen kant
op he! Ja, alle anderen slapen, en wij tweeen
zijn alleen maar wakker. Wij verslapen on
zen tijd niet, wat?
Nou moet je nie1 meer wegloopen hoor,
Groote Bruin, anders kan ik niet tollen. Hier
staat immers gras genoeg voor je, je hoeft
toch niet heel naar dien dijk te gaan".
He. 't Koord glijdt er af, de tol is zeker te
glad. Hij zit ook al van vanmorgen vier uur
af in zijn zak. Stilletjes is hij onder de bed-
stee gekropen. Daar staat zijn bergkist met
zijn dingen. Zijn atlas die hij bijna van b,ui-
ten kende is daarin, en ook bewaart hij daar
zijn tabak en zijn pijp. Heel onderin lag zijn
tol. Die tol dacht dat hij niet meer draaien
mocht omdat zijn baasje werkjongen gewor
den was, maar dat had die tol mis. Want hij
is maar voor een poosje werkjongen, tol. Als
de weg opgehoogd is en de winter komt, gaat
je baas weer naar school en dan wordt a.ies
weer gewoon zooals het was. D. mag ja
weer araaien tusschen de andere tollen en er
naar luisteren als de jongers zingen van „ko-
perslager vuur en vlam".
Maar nu kan hij er niet bij zingen want
anders worden de anderen wakker e.. dan
houden ze hem voor den gek. Jawel, hij kan
toch wel zineen. maar zachtjes weet je,
zoo'n beetje neurign door den neus. He nee,
niet door zijn neus, dan lijkt hij precies Kaes
Nat.
Zoo stilletjes zingen, zoodat hijzelf het al
leen hoor hoort, dat kan wel.
Hij zal even aan zijn tol moeten likken,
want het koord wil er niet om blijven zitten.
Telkens als hij bijna tot het dikste eind is,
schuift het koord terug over de punt heen cn
hangt als een klein mandje onder aan den tol.
Nu gaat het beter, 't zit er stevig omheen ge-
wonden. Zachtjes zingen nou. „Koperslager,
vuur en vlam, wie het langste tollen kan,
van een, twee drie!" Daar rolde de tol fijn
uit het koord los en stond op den weg en
draaide in cirkels rond als een haan die zijn
kippetjes het hof maakt en zoemde en bromde
er bij. Al kleiner werden de kringen, al klei-
ner en na een oogenblikje stond hij zoo stil
en zoo recht als een kaars. Er was geen be
weging in te zien en als je niet geweten had
dat hij draaide zou je het niet geloofd heb
ben.
Ja, hij kon het nog wel, die ouwe tol, hij
was het nog niet vergeten.
Daar begon hij even te wankelen. Even
was het maar, nu stond hij weer stil, maar je
kon toch zien dat hij zoo hard niet meer
draaide, want je kon het knopje er op ondcr-
scheiden en dat kon je straks niet zien.
Hij wankelt weer, hij gaat slingeren.
Het zal niet lang meer duren met je, tol, of
je valt. Kijk hij zwabberen, 't lijkt Kees Nat
wel, als die over de zandbakken springt van
den eenen naar den anderen kant.
Oei, wat maakte hij daar een schuiver. Ja.
maar dat was het laatste wat je kon doen,
want nu lig je daar zoo dood als een pier.
Moet ik je zeker weer helpen he! Kom dan
maar, ouwe tol, dan zal ik je weer laten
draaien. Moet ik dan zingen? Ja, maar zie je,
dat durf ik niet hoor. Vindt je dat flauw? Jij
bent ook geen zandrijder, zooals je baasje.
Weet je wel dat je baas al een beetje pruimen
kan; wist je dat nog niet? En je hebt den
heelen morgen in mijn zak gezeten naast mijn
tabaksdoos. Dacht je soms dat het een doos
met dropjes was of met pepermunt? Nee hoor,
dit was echte tabak, tabak om te pruimen.
Rooken kan hij ook al een beetje, maar dat
mag niet op het werk. Pruimen wel, dat hin-
dert niet zegt de baas, maar rooken houdt te
veel tijd op met pijpen stoppen, aansteken en
uitkloppen en zoo.
Alleen 's morgens vroeg als hij naar
't werk gaat rookt hij een pijpje. Daar heeft
de baas niets mee te maken. Als hij maar 5
zorgt om vljf uur met de paarden klaar te
zijn.
Maar dat rooken onderweg bevalt niet erg.
Hij wordt er wel niet missel ijk van, o neen,
maar hij krijgt toch een raar draaierig gevoel.
Zijn hoofd wordt een beetje licht en hij moet
telkens zijn speeksel uitspuwen omdat het zoo
bitter smaakt. Niks lekker is het. Eigenlijk
had hij veel liever een stuk zoethout om op te
kouwen. Nu, dat doet hij ook wel hoor. Als
hij denkt dat niemand van de ploeg hem ziet,
Kees Nat vooral niet, dan slipt hij wel eens
even het winkeltje van Aagt binnen en snoept
een cent zoethout. Dat wisselt hij dan af met
de pruimtabak.
Als de boterhammen op zijn en de mannen
een versche achter de kiezen steken, doet hij
dat ook; hij hoort immers bij ze. Maar ai, die
tabak is zoo scherp he, en er komt zoo erg
veel speeksel in zijn mond. Hij heeft nooit ge
weten dat er zoo veel vocht onder zijn tong
zat. Er komt geen eind aan. Telkens moet hij
spugen. En hij doet dat net als de mannen
het doen. Hij maakt een tuitje van zijn lippen
en perst daar het bruine sap in een straaltje
door, zoodat het ver weg spuit. Soms doet hi|
net als Jan de Haan, maar dat vindt hij eec
beetje vies. Jan de Haan kan niet goea met
een straaltje spuwen omdat hij maar twee
tanden meer heeft. Zijn lippen vallen daar-
door naar binnen en ze hebben geen kracht
genoeg er voor. 't Straaltje valt uit elkaar als
bij een sproeier en de fijne druppeltjes vliegen
overal heen. Daardoor zit zijn baardje altijd
vol met kieine fijne bruine spatjes pruimen-
sap.
t Heeft lang geduurd eer hij het ook zoo
kon, maar nu gaat het. Hij kan zijn lippen
zoo houden dat het straaltje zoodra het zijn
mond verlaat in honderd kieine fijne spatjes
en stof jes uiteen waaiert en overal heen
sproeit. Maar hij vindt het vies, want steeds
moet hij denken aan het baardje van Jan de
Haan en daarom doet hij het bijna nooit, al
leen maar af en toe om te zien of hij nog wel
kan.
Dikke Ap doet het weer anders. Ap steekt
's morgens als hij van huis gaat een klein
half ons tabak achter zjjn kiezen. Zijn wang
bolt er heelemaal van op. Spugen doet hij
maar een enkelen keer. Alaar daardoor kan
hij ook bijna niet praten. Hij zwijgt altijd, niet
zoozeer omdat hij niets te zeggen heeft als
wel omdat hij zijn mond niet open maken kan
zonder dat de pruimensap er uitloopt. Hij za-
inelt het net zoolang op tot er niet meer bij
kan. Dan gaat hij even wijdbeens staan, buigt
zijn hoofd voorover, doet zijn lippen met een
smak van elkaar en plast een klodder op den
grond. Steevast zegt hij dan: „zoo doen bij
ons de eksters". Zijn ppruim komt den heelen
dag zijn mond niet uit, ook niet wanneer hij
bij een van de boeren een kom heete koffie
krijgt of een borrel. Hij slokt alles wat dun is
naar binnen, langs zijn pruim heen. Alleen
met schaften legt hij hem in zijn pet. Een
frissche pruim nemen doet hij nooit. Wel
propt hij na elke schaft een nieuwe hoe- eel-
heia tabak bij de oude in zijn mond. Hoe ver-
der de dag vordert, hoe dikker de wang van
Ap wordt. Je kunt hem zoo'n beetje als klok
gebruiken. Tegen den avond heeft hij een
wang als een klein kaasje.
Het is natuurlijk een heele kunst om zoo ta
kunnen pruimen als Ap. Het werkjongetja
heeft het wel geprobeerd, maar't ging r.iet al
te best. Met een borrel nog heelemaal niet,
dat spreekt, maar met een heete kom koffie
toch ook nog niet.
Alleen het spugen, dat ging. De heele ploeg
lachte als hij na de klodder zei, ret als Ap:
„Zco doon de eksters bij ens". Was dat effies
wat, als de heele ploeg lachte?
Maar als hij weer uit hun oog was en met
den Grooten Bruin op weg, dan maakte hij
gauw zijn mond leeg, spoelde hem terdege uit
en begon op zijn zoethout te knabbelen. Dat
smaakte toch maar beter. Hoefde je niet van
te spugen, maar kon je lekker het zoete vocht
doorslikken. Niet dadelijk doorslikken natuur
lijk, eerst van de eene wang naar de andere,
dan tot heel achter weer terughalen om het
nog eens te proeven. Hoe verder het in je keel
kwam hoe lekkerder het smaakte. Eindelijk
was het zoover dat je het niet meer terug kon
halen, maar vanzelf, zonder dat je het wilde,
doorslikte. O, dat was toch anders dan tabak.
Maar als Kees Nat het eens zag. Neen, 't kon
met anders dan stiekum.
Als Kees Nat nu maar het tollen niet ziat.
't Gaat net zoo fijn. Kijken of hij hem op-
scheppen kan. Daar moet je den slag van
hebben. Doe je het wat hardhandig, dan gooi
je hem uit, en gaat het niet kwiek genoeg dan
vang je hem ook niet. Je moet het precies af-
inikken. Het beste is om het te doen als je
hem pas opgegooid hebt, dan heeft hij nog
zijn vollen gang.
Ja, het gaat. Wat draait hij lekker op de
hand. Zoo hard draait ie dat de plek waar de
punt steunt begint te gloeien. Aai, het brandt.
Maar daar-bedankt hij voor, ga dan maai
weer op den g staan draaien, jij sloeber.
Wat denk je wel? Kijk hij nu slingeren en
swabberen. Zeker eentje te veel op lie? Nou,
nmar dan ben jij er vroeg bij, 't is nog geen
Zaterdagavond hoor. Wat duurt het nog
lang, he tol. voor het Zaterdagavond is. Za
terdagavond zeven uur. Maar jij hebt het wel
lekker zie je, al duurt de dag wat lang. Jij zit
lekker in mijn broekzak en als je slaap hebt
ga je fijn maffen. Je baas niet hoor, die moet
wakker blijven. En 's morgens, zeg tol, hoor
je me opstaan 's morgens? Weet ]e hoe laat
het dan nog maar is? Ja, je hebt het vanoch-
tend gezien he, vier uur. Dan lig jij daar nog
lekker te maffen bij phjn atlas in het kistje
onder de bedstee. Moet ik zingen? „Kopersla-
ger vuur en vlam, wie het langste tollen kan,
van een, twee, drie". Nou je kan het nog hoor.
Draaien maar.
Werd hij geroepen. Allemachies ja, daar
stonden ze ailemaal al klaar. Jan de Haan en
Kees Nat en Ap en Barend en Jan de Draai
er. Ja, ja, hij kwam, maar eerst zijn tol op-
pakken en in zijn zak bergen! O, he, daar is
die Groote Brum toch weer een eind afge-
dwaald. En hij had hem al ingespannen moe
ten hebben. Nu wachten ze ailemaal op hem.
Niemand kan voort want er is geen zand.
Als de baas nu eens kwam. Wat een ge-
schreeuw daar. Ja, hii kwam wel. Op een
drafje t paard halen. Ah! gelukkig, 't is ge-
willig, het komt hem al tegemoet. Het buigt
den kop voor het hoofdstel. Lieve Groote
Bruin. Ja, schreeuw jullie niet zoo, dadelijk
komt hij. Als ze maar niets van het tollen
gezien hebben. Maar dat zal wel niet, anders
hicld Kees Nat hem wel voor den gek.
Hij is weer de voerman. w
Het werk gaat zijn gang.