1
i
1
I
|j| i;l!!i ill
1
!®l 1
aan
Deze wet brengt z.i. ten plattelande te veel
menschen, die men moet steunen.
Het pachtwezen vond spr. niet zoo be-
zwaarlijk. Slech-ts bij uitzondering komt de
slechte zijde er van naar voren. De vrije
mededinging oordeelde iiij een belaug van
den boerenstand.
De belangrijkheid van het stukloon, dat
yaak een dubbel loon brengt, stelde spr. mede
,in het licht. Het komt bijna niet voor, dat
fhet stukloon lager btijkt te zijn dan het uur-
fJoon.
•Spr. betwijfelde of door de vakvereenigin-
gen het loon zoo omhoog is gegaan.
In streken, waar het collectief contract het
jSterkst wordt toegepast (Oldambt) is het
■loon Lager, dan in streken, waar niet met
organisaties wordt gewerkt. In de laatste
streken trekken de ondernemende boeren het
toon omhoog, terwijl dezen in de eerste streken
lihet loon omlaag trekken, omdat zij wel eens
gaarne discussieeren met de vakvereenigings-
Heiders en het wel eens van dezen wilfcn
winnen.
Spr. vond het ook een voordeel, dat goede
'boeren meerdere bedrijven exploiteeren, dat
te beter dam het kapitaal, dat de boer over
iheeft, te beleggen in industrieele of Inddsche
'ondernemingen, waarvan de boer geen ver-
stand heeft.
Spr. was met de Zwitsersche landbouw
.werktuigen niet bekend. In Holland zijn ech
Ver ver^phillende werktuigen, die men alleen
jin bepaalde streken gebruikt en (tee men met
succes ook in de andere streken zou kunnen
(toepassen. Spr. toonde dit uitvoerig
f(Applaus).
De Voorzitter oordeelde, dat het ge
wenscht was, dat de drie controle landbouw-
organisaties, de door inleider gewilde com
missie zou* instelfcn en bracht den inleider
namens het congres een woord van dank.
De officieele ontvangst op het
1% stadhuis.
Om half 9 werden de congressisten door
het Stedelijk Muziekcorps, die door fakkel-
dragers van de Brandweer werden belicht.
van Hotel Proot afgehaald, vanwaar men,
ondanks den regen, onder de lustige tonen
vder muziek, naar het Stadhuis wandelde,
waar het gezelschap door den Burgemeester,
fin tegenwoordigheid van zijne echtgenoote,
de wethouders Thomsen, Ringers en Mr.
Leesberg, benevens den gemeente-secretaris.
officieel werden ontvangen.
Mr. Wendelaar verzekerde, namens
den Raad, dat Alkmaar't zich een voorrecht
•rekende, het Landhuishoudkundig congres te
ontvangen. Deze organisatie toch stelt voor
oogen het heil en den voorspoed van den
landbouw.
Alkmaar zou geen tiende zijn van wat het
is, zonder den landbouw en heeft daarom
warme belangstelling voor alles, wat de
;landbouw interesseert. Die belangstelling
geldt in het bizonder het Congres, dat op
wetenschappelijke wijze tracht, het nut van
'den landbouw te verhoogen.
Met belangstelling had spr. kennis geno-
men van de praeadviezen, die op het Congres
.worden uitgebracht. De landbouw uit de om-
i geving moge daarvan groot nut trekken.
Alkmaar staat en valt met haar omgeving en
rekent het zich' dan ook tot een groot voor
recht, dat het Congres de keuze op Alkmaar
heeft laten vallen.
Spr. richtte hierna een woord van dank-
baarheid tot het Bestuur van de Ver. tot be-
vordering van het Vreemdelingenverkeer,
zonder welks energieke hulp het niet moge-
1 ij k zou zijn geweest, in deze benarde tijden,
het Congres te ontvangen, zooals het be-
hoorde.
Spr. verzekerde, dat in den Alkmaarschen
Raad wel steeds een meerderheid zal worden
gevonden om aan den landbouw den over-
heidssteun te geven, dien deze behoeft. Hij
hoopte, dat men gelegenheid zal hebben, ken
nis te nemen van het Landbouwhuis, welke
mooie stichting niet mogelijk zou zijn ge
weest zonder de uitstekende landbouworga-
nisaties, maar die anderzijds niet in die
mate, zonder de hulp van de gemeente, tot
-stand zou zijn gekomen. Spr. zag het ge-
bouw steeds als een heugelijk bewijs van de
.samenwerking, die in Alkmaar bestaat tus-
'schen den landbouw en de gemeentelijke
overheid en eindigde, met de vergadering een
hartelijk welkom toe te roepen en met het
uitsprekcn van den wensch dat de congres
sisten ook de gelegenheid zullen hebben, zich
in Alkmaar emkele aangename uren te onder-
houden. (Applaus.)
De Voorz., Ridder van Rappard,
herinnerde er aan, dat het Congres, voor 70
jaar, te Haarlem' bijeenkwam. Spr. had niet
kunnen denken, dat hij, als Voorzitter van
<tit Congres, in de korte nabijheid van zijn
vroegere woonplaats, de#tolk zou moeten zijn
van de dankbaarheid van het Congres voor
de gastvrije, muzikale ontvangst. Verschil
lende omstandigheden waren oorzaak, dat
het zoo king geduurd heeft, eer het CongTes
zijn tenten weer in N. Holland opsloeg. Een
^aal was het Zandvoort, dat het Congres
financieel in den steek liet. een ander maal
was het Hoorn, dat een uitnoodiging zond.
(Het Bestuur meende aan die vriendelijke uit-
.aaoodiging geen gehoor te mogen geven, om-
dat dan het Congres zou samenvallen met de
agroote tentoonsklling en de ervaring had ge-
,,'leerd dat dan de congressen niet voldoende
Hot htm recht komen. Thans vergaderen wij
rin een historische stad, een stad, die met veel
Vegenspoeden te kampen heeft gehad, maar
iwaaraan ook veel voorspoed ten deel is ge-
tyallen.
Fegenspoed was het,. toen Alkmaar, omdat
ehaar poorters met de Kabeljauwen Haarlem
■belegerden, en Medemblik en Enkhuizen ver-
-tneesterden, als straf door Filips van Bour-
fgondie in 1426 gedwongen werd, zich te
ifontvesten en wederom een open dorp te wor-
fderi. Immers, geheele of gedeeltelijke ont-
muring was toen een der grootste straf fen.
die een stad kon ondergaan, en tegenspoed
was het, toen in 1451, Alkmaar zich weder
mocht ommuren, bij vonnis van 26 Mei
(.1492, haar wallen en muren weer mbest
/slechten, omdat de poorters zich aansloten
bij het Kaas- en Broodvolk, dat N. Holland
in rep en roer had gebracht en tegenspoed
.was het, dat, tengevolge van deze ontmante-
iing. de belangrijke veste een prooi werd van
'de Gelderschen, die haar in 1517 uitplunder-
den.
Maar voorspoed was het, toen Alkmaar
in de 15dc eeuw was een belangrijke haven-
stad en handelsstadtoen zij onder haar bur-
gers telde rijke reeders en vrachtvaarders,
die een honcterd Rijn- en Koggeschepen kon
den doen uitzeilcn, waarvan de dichter zegt
„En haar gcede schippers fcrachten haar
heinde en ver." En onder haar kooplui telde
men meer dan een millionnair. Voorspoed
was het, toen in 1573 na een tijd van strijd
en tegenslag, na moeilijke dagen, voor bur
gerij en Overheid, Alkmaar de eerste stad
was, die een geregeld beleg van de Span
jaarden kon weerstaan en dezen tot den af
tocht dwong. En voorspoed was het ook,
toen overal werd rond gebazuind: Alcmaria
Victric!
Naast een historische stad is Alkmaar ook
altijd geweest een centrum van landbouw en
veeteelt. Dat een Kanaal, met er langs gek'
gen kaden, een marktplein kon vervangen,
toont ons reeds het karakteristieke beeld van
De Waag in 1675, naar een gravure van De
Hoogh. De Alkmaarsche Kaasmarkt is we-
reldberoemd, de boter-, graan- en eiermark-
ten zijn van groote beteekenis en het Land
bouwhuis, waarbij zoovele organisaties zijn
aangesloten, toont ons, dat hier het land
bouw-vereenigingsleven een hooge vlucht
heeft genomen. De landbouw in Alkmaars
omgeving is een van haar voornaamste tak
ken van bestaan en daarom doet het ons
goed, hier in Uw midden te zijn, als mannen
die de landbouwwetenschap beoefenen, want
in deze tijden is het noodig, dat in den land
bouw, theorie en practijk samengaan.
Den eersten dag, dat wij onze intrede de-
den in deze veste, zagen wij reeds, dat h-t
Gemeentebestuur een open oog heeft voor de
belangen van den landbouw, dat het beseft,
dat altijd Alkmaars glorie en bloei te danken
is aan een krachtigen boerenstand.
Moge steeds stad en platteland elkander
leeren waardeeren en niet elkander kleinee-
ren, zooals dikwijls geschiedt. Het is daarom
voor ons een voorrecht, in Uw midden te zijn.
En als ik dan aan een woord van dank
voor Uwe gastvrije ontvangst een wensch
mag koppelen, dan zal het deze zijn, dat Alk
maar tot in lengte van dagen, mijnheer de
Burgemeester, onder Uw leiding, moge
groeien en bloeien en dat steeds de harmonL
sche samenwerking tusschen de stad en de
bevolking van de omgeving zal mogen blijven
bestaan opdat Alkmaars glorie en poorten
blijven rusten op het fundament waarop de
landbouw gevestigd moge blijven!
Dat is mijn innige en oprechte wensch.
(Applaus.)
Hierna werd de champagne rondgediend,
waarna onder leiding van den Burgemeester
het stadhuis werd bezichtigd.
Na afloop hiervan trok men, onder bege-
leiding van de muziek, naar de Harmonie.
De tweede dag.
Het congres ving hedenmorgen aan met
een inleiding van den he'er P. D ij k h u i s
te Groningen over het onderwerp:
,,/s het wenschelijk een vergelii-
kend onderzoek in te stellen naar
den invloed van het groote stads-
leven en het leven ten plattelarute op
den mensch, zulks zoowel in geeste-
lijk, psychologisch, moreel als in
lichamelijk opzicht beschouwd en is
het mogelijk het resultant van een
dergelijk onderzoek dienstbaar te
rnnken aan een streven, dat een ge*
zonde en hartnonische ontwikkeling
van onze samenleving zoekt te be-
vorderen?"
De mensch is, zoo betoogde spr., een ge-
zelligheidswezen en deze eigenschap heeft
steeds geleid en zal misschien ook steeds
leiden tot de vorming van steden en groote
steden, zoodra de bevolking van een land
toeneemt en de welvaart een hoogte bereikt,
waarbij de eischen van den mensch uitgaan
boven de allereerste levensbehoeften.
Ieder land is oorspronkelijk landbouwland
en de bewoners staan in nauwe betrekking
met den grond, met de natuur en onder den
invloed van de meest ongekunstelde levens-
verhoudingen. i
Dan komt langzamerhand meerdere be
schaving en ontwikkeling en als gevolg
daarvan meer arbeidsverdeeling, steden-
bouw, ten slotte industrie en techniek, welke
vooral in onze dagen een ongekende vlucht
leeft genomen.
De oorspronkelijke geest van den land
bouwer treedt terug onder den spannenden
invloed van het groote stads'even, welker
omvang vooral in dezen tijd jaarlijks op on-
rustbarenden wijze toeneemt en volgens vele
schrijvers en denkers een nadeeligen invloed
dreigt te hebben op de geheele samenleving.
Daarom doemen vele vragen op, die drin-
gend oi^ antwoord roepen. Maar voorloopig
het de bedoeling een vraag scherp naar
voren te brengen, dezelfde, die wij hierboven
reeds hebben gesteld n.l.
_„Is het mogelijk een streng wetenschappe-
lijk vergelijkend onderzoek in te stellen naar
den geestelijken, phsychologischen, moreelen
en lichamelijken toestand van de bewoners
van de stad en van het platteland?"
Het aantal schrijvers, welke het landleven
verre boven het stadsleven hebben gesteld
zijn velen en stellig behooren zij tot de meest
beroemden. Wij zouden in dit verband namen
kunnen noemen als: Goethe, Ruskin, Grundt-
vig. Nietsche, Sprenglen e. a.
Toch hebben wij hier m. i. te doen met
meeningen, die minder op grondig en streng
wetenschappelijk onderzoek berusten dan wel
op appreciate en intentief gevoeL
Nu zal men allerminst de waarde van in-
tuitieve waarneming mogen onderschatten.
Integendeel, ik voor mij acht deze soort ken
nis in vele opzichten belangrijker dan het
scherpe analiseeren en streng onderzoek,
dat gepaard gaat met een zuiver wetenschap
pelijk onderzoek, maar toch mag deze laatste
niet worden verwaarloosd.
Beide soorten van kennis moeten elkaar
aanvullen, waar de eerste steeds de belang
rijke voorlooper blijft en de tweede onder
haar zorgvuldige hoede er op uit moet zijn
feitenmateriaal bijeen te brengen, dat dien-
stig kan zijn bij een verder en dieper indrin-
gen in het vraagstuk dat nader bestudeerd
zal worden.
Stad en land dringt m. i. een heel belang-
njk vraagstuk aan ons op en de allerknapste
koppen zijn er stellig niet te goed voor om
zich daarmee bezig te houden.
Een woord van waardeering komt zeker
wel toe aan een man als Prof. Casimir e. a.
dat zij belang stellen in dit vraagstuk en
dat zij zoo onbevooroordeeld mogelijk de
voor- en nadeelen naar voren brengen.
Zou het niet gewercscht zijn, dat meer
doelbewuste studie werd gemaakt en dat de
mentaliteit van beide groepen van bevolking
in zoo ruim mogelijken zin in studie werd
genomen en zooveel mogelijk feitenmateriaal
werd verzameld om cen klaar inzicht te krij-
gen in de geestesgesteldh'cid beider groepen?
Met deze studie begint echter de moeilijk-
heid en zal het in ieder geval goed zijn over-
leg te plegen met wetenschappelijk geschool-
dc menschen, die gewoon zijn zicir op dit ter-
rein te bewegen. Als voorbeeld zou kunnen
worden aangehaald het werk van Prof. Heij-
mans over de psychologie der vrouwen cen
soortgelijke studie op ons terrein over-
gebracht zou misschien tot het ge-
wenschte resultant kunnen leiden. Speciale
psychologie noemt Prof. Heijmans deze we-
tenschap omdat ze scherp analyseerend
tracht uit te vinden, het bijzondere en onder-
scheidende in het menschelijk bewustzijn of
menschelijke persoonlijkheid. Deze weten
schappelijke studie heeft in de laatste 20 jaar
een geweldige vooruitgang genomen en de
psycho-techniek, welke de laatste jaren zulke
enorme diensten bewijst bij de keuze van het
personeel om de verschillende werkzaamhe-
den in groote ondernemingen, is misschien te
beschouwen als een onderdeel van deze weten-
schap.
Het komt mij voor, dat deze zelfde weten-
sehap enorme diensten kan bewijzen bij een
juiste waardeering en beoordeeling van de
stedelijke en landelijke bevolking onderling
en ook velen de oogen kan optenen voor ver-
dientelijke zijden van andere groepen van be
volking die np misschien nog heel verkeerd
worden begrepen.
Aldus beschouwt kojnt het mij voor, dat
het een dringende eisclV des tijds is om deze
aangelegenheid eens grondig te, overwegen.
Wij zullen daardoor inzicht verwerven waar
thans nog duisternis heerscht, en niet onmo-
gelijk is het zelfs, dat in het staatkundig le
ven de gunstige invloed van dit meerder
inzicht zal tot uiting komen.
Ofschoon ik hier niet al te veel in techni-
sche biizonderheden wil treden, zal ik toch
ter verduidelijking nog eens aangeven hoe de
stof zou kunnen worden ingedeeld. Het on
derzoek zou bijv. kunnen worden ingesteld
voor:
1. Lichamelijke gesteldheid. Uithoudings-
vermogen. Lichaamskracht. Lichamelijke
weerstand enz.
2. Geestelijke gesteldheid. Verstand. Oor-
deel. Associatievermogdn, enz.
3. Gesteldheid ten opzichte van economi-
sche waarden, levenseischen, spaarzin, enz.
4. Moreele gesteldheid, eeriijkheid, waar-
heidlievendheid, trouw, enz.
Bovenstaand lijstje is natuurlijk maar te
beschouwen als een proeve, want er is al
heel wat kennis van zaken noodig om de
juiste keuze te krijgen van de te onderzoeken
punten, maar eenmaal goed ingezet geloof ik
toch, dat bet werk zeer wel uitvoerbaar zal
zijn.
Mr. A. P. H. d e L a n g e Alkmaar,
betuigde^zijn instemming met de inleiding en
herinnerde aan een vroeger onderzoek door
een paar geleerden gedaan, waarbij vast
kwam te staan, dat ae ten plattelande vocruit-
gegane elementen in drie generaties in de
stad achteruitgaan.
Met het oog op de modeme verhuismidde-
len en de toegenomen hygiene, is het echter
de vraag of de schadelijke invloed van de
stad op de plattelanders than^ nog zoo groot
is als voor 25 jaar het onderzoek van F.
Amnon en A. de Lapouge leerde.
De Voorzitter bracht den inleider
dank en heette den inspecteur van den land
bouw, den jieer Kakebeeke en den heer Dek-
leer, voorzitter van den A.V.L.T.B., welkom
Spr. uitte den wensch, dat binnen niet al t.*
langen tijd de wensch van den heer Dijkhuis
in vervulling zal gaan. (Applaus).
hoogte zijnde arbeidcrs afkwamen, de uit-
breiding van cultuurgrond meteen .-top zou
staan. Voorloopig zullen uitbrciding van
cultuurgrond en bestrijding der wcrklcos-
heid nog wel ffecombinetu. 'ot ae staatszeig
blijven oehooren. Een krachtige aangepakte
uitbreiding van cultuurgrond biedt naar
mijn meening evenwel een middel om van de
werkloosheidszorg af te komen. Als vol
doende groote werken worden aangepakt
zullen de nu werklooze arbeiders werk
kunnen vinden. Aan hen zelf dient
te worden overgelaien om dat werk
te vinden. Niet langer dient de ge
meente of het Rijk aan te wijzen
waar zij moeten werken. Het eerste recht en
een bijzondere verlicliting van de etalages.
De v oorzitter was van meenin0,
dat ook met een speciale winkelverlichting de
coinmicsie ten zeerste ingenomen zou zijn.
De heer G. Geus meende, dat de 8-
Octcbervereeniging op een slecht tijdstip met
dit idee komt. Men is legenwoordigf daar het
een slechte tijd is, niet licht geneigd om geld
uit te geven voor dergelijke dingen.
De heer D e R a a t meende, dat een
goede etalagcversiering ook veel geld kost
De kwestie raakte echter de vereeniging als
zoodanig niet .en men kon het dan ook beter
overlaten aan de leden persoonlijk.
De Voorzitter was het hiermede
- a ii eensi doch wekte de leden op om op S October
Het belangrijkste agendapunt kwam hier-
ken, om voor zijn gezin, de kost te verdienen
dient weer in eere hersteld. Niets werkt ver-
slappender dan dat de arbeider het gevoel
krijgt, dat de Overheid wel werk voor hem
zoekt. Misschien dat de door mij voorgestel-
de weg tijdelijk duurder is dan de nu bewan-
delde, maar deze geeft op den duur uitkomst,
terwijl nu het gevaar dreigt, dat deze werk-
loosheidsvoorzorg een voorwerp van perma-
nente Staatszorg blijft.
Het streven moet dan in de.tcekomst niet
zijn werkverschaffing, met als bijkomstig
voordeel, uitbreiding der cultuurgronden,
ncen, het doel is uitbreiding van den cul
tuurgrond, met als bijkomstig voordeel op-
heffing van werkloosheid en vooral van de
tegenwoordige Staatszorg op dit gebied.
Uitbreiding van cultuurgrond moot ge-
schieden volgens een goed opgezc-t p'an
zooals boven gezegd. Hierbij dient de leid'n
uit te gaan van een centrale organisatie cn
na aan de orde. Het luidde: Belasting-ver-
hooging met 15 pCt. waarschijnlijk. Kan
Alkmaars middenstand dat dragen?
De Voprzitter zeide, dat het bestuur
niet met een voorstel kwam, doch gaarne de
meoning van de vergadering vernam.
De heer M e ij e r betoogde, dat de ge
meente niet meer moet uitgeven, dan zij ont-
vangt. Dan komt zij ook niet voor tekorten
te staan.
De heer W o 1 z a k sloot zich hierbij aan.
Verschillende winkeliers kunnen aantoonen,
dat er eerder belastingverlaging van 25 pCt.
moet plaats hebben dan verhooging van
15 pCt.
De heer Nordeman had gedacht, dat
het bestuur wel een gevestigde meening zou
hebben. Als er eventueel geageerd wordt
deze belasting-verhooging, dan dient
niet van allerlei instellingen en commiss-es men tech goed voorbereid te zijd.
zooals thans. Dan dient verder bij deze zaak
de directie van den landbouw met haar schit-
terende outillage van geretourneerde in den
lande bekende ambtenaren een leidende rol te
vervulien en niet als tot nog toe een zeer on-
beteekende of in het geheel geen.
(Applaus).
(Zie vervolg in het hoofdblad.).
HANDELDR1JVENDE EN INDUS-
TRIEELE MIDDENSTAND.
De Alkmaarsche vereeniging voor den
Handeldrijvenden en Industrieelen Midden
stand vergaderde gisteravond in cafe „Cen
tral", Hofplein, onder voorzitterschap van
den heer A. Burger, die een woord van wel
kom uitsprak. Het leden-aantal "is stijgende,
naar spr. dankbaar constateerde. Voorts me-
moreerde de voorzitter datgene wat de konin-
gin in haar laatstgehouden troonrede gezegd
heeft over een w^ttelijke regeling van het
handelsonderwijs. Dit, aldus spr., zal er ho-
pelijk toe leiden, dat het handelsonderwijs
niet meer zoo stiefmoederlijk zal bedeeld
zijn.
De heer A. Englander stelde voor
een telegram aan den minister van onderwijs
te zenden, waarin de middenstandsvereeni-
ging adhaesie betuigt aan het voornemen van
de regeering betreffende het handelsonder
wijs.
De heer H. d e R a a t meende, dar
men niet al te optimistisch moet staan tegen-
over de resultaten van de reorganisatie van
rnge-
het handelsonderwijs. Spr. stelde voor, dat de
igi"£f (in plaats van het voorgestelde
„De organisatie der uitbreiding
van cultuurgrond met steun der
overheid
was het onderwerp, dat door den heer Ir. S.
L. L o u w e s te Zwolle werd ingeleid.
In de laatste jaren, zoo ving spr. aan,
trekt de uitbreiding van cultuurgrond met
steun der Ove'rheid voortdurend meer de aan-
dacht. Deze heeft practisch een zeer groote
beteekenis, mede door de bestrijding der
werkloosheid. In de toekomst zal door de
Zuiderzeewerken deze beteekenis nog veel
grooter worden. Het valt daarom zeer sterk
op, dat in dezen, hoewel het Rijk grootendeels
voor alle pl.annen de financien verschaft, een
goed opgezet plan, een eenheid in organisatie
ontbreekt.
Daarom blijft het meer of minder aan het
toeval overgelaten hoeveel gronden gereed
komen en zal van de verworven ervaring on-
voldoende worden geprofiteerd.
Een dergelijke meer of minder ongeregelde
uitbreiding van den cultuurgrond is toeiaat-
baar, als de ontginning geheel door particu-
lieren geschiedt, wijl dan het financieele ver-
lies op den duur voldoende zal zijn. Bij ont
ginning enz. met overheidssteun, ontbreekt
tot op zekere hoogte deze rem, daarom kan
hier een wel opgezet plan niet gemist wor
den, temeer waar het hier over zulke groote
complexen gaat als door particulier initiatief
wel nimmer zullen worden aangepakt.
Het is niet zonder gevaar in eens groote
complexen aan den koop te brengen. Dat is
niet alleen naaeelig voor den verkooper, maar,
kan dit ook zijn voor andere eigenaren en
kan, als de grondmarkt eenigszins verzadigd
zou worden, fataal worden voor met zware
hypotheek belaste grondbezitters.
Nog een ander bezwaar is, dat bij aanbod
van veel grond de lust bij boerenzoons om
boer te wofden, teveel wordf geprikkeld en
dat daardoor een gedeelte van de plattelands-
bevolking, die van een dicht bevolkt platte
land als het onze, naar de stad moet af-
vloeien, op het bedrijf blijft. Houdt dan piot-
seling het aanbod op, hetgeen gebeuren zal,
dan staat men weer voor denzelfden land-
honger.
Regelir.aaf in de uitbreiding van cultuur
grond is een eerste vereischte. Tenjinde dit
te bereiken is noodig een goed opgezet plan.
Op het oogenblik is uitbreiding van
cultuurgrond meestal een gevolg van
de werkverschaffing. Deze opzet is
;outief. Uitbreiding van cultuurgrond
voor ons dicht bevolkt land is van vol
doende belang om zonder bijkomstigheden
een onderwerp van Staatszorg te zijn. Nu
dreigt ook nog het gevaar, dat, mocht het ge-
luk ons beschoren zijn, dat we door of ander
economische wijziging eens plotseling van
de werkloosheid der met grondwerken op die
vereeniging (in plaats van het
telegram) een request richtte tot den minis
ter, waarin men, wijzende op wat in Alkmaar
gebeurd is, den minister verzoekt, de handels-
scholen te brengen onder het toezicht van de
kamers van koophandel, als vertegenwoordi-
gende den handel.
De heer De J a g e r Jr., las de no-
tulen, die onveranderd werden goedgekeurd.
Ingekomen was o.m. een schrijven van den
Middenstandsbond, waarin gezegd werd, dat
zooveel mogelijk getracht wordt, om de prae
adviezen iijdig- in het bezit te stellen der af-
deeiingen. Veel hangt hierbij echter^ af van
de houding de prae-adviseurs. De bond staat
zelf vrijwel machteloos hiertegenover. (Hier-
over was in de vorige vergadering geklaagd.
Verslagg.)
De Kamer van Koophandel zond een
schrijven, waarin de vereeniging verzocht
wordt een tweetal afgevaardigden te benoe-
men voor de gecombineerde vergadering der
middenstandsvereenigingen in Nrd.-Hollands
Noorderkwartier en de Kamer van Koophan
del, welke vergadering op 13 October plaats
heeft. Het bpstuur zal deze afgevaardigden
aan wijzen.
De heer Jb. C 1 o e c k bracht daarna
verslag uit van het gehouden middenstands-
congres te Bussum.
De Voorzitter bracht onder ap
plaus der vergadering een woord van dank
en hulde voor het uitgebreide en nauwkeurige
verslag van het congres.
De heer D e R a at bestreed de mee
ning van den heer Cloeck omtrent de werk-
tijdregeliing.
De heer Cloeck antwoordde daarop,
betoogende dat het werktijdbesluit in het be
lang van de groote zaken is, doch fnuikend
voor de kleinen. Spr. zou zich altijd blijven
verzetten tegen een wet op de winkelsluiting,
doch gaarne zou hij een regeling van den
werktijd voor het personeel zien ingevoerd.
De heer D e R a a t verklaarde zich
pertinent tegenstander, ook van het werktij
denbesluit. Dit dringt de zaken omlaag. Spr.
vroeg vrijheid in de zaak en geen nieuwe wet-
ten en verordeningen.
Het volgende agendapunt luidde: Anti-
cadeau-aotie. Deze actie is. door de drie groo
te middenstandsbonden uit het land ingezet
Het comite uit die bonden zond aan de afdee
lingen een werkprogram, hetgeen door den
secretaris werd voorgelezen.
Dit program beoogt een grootsch opgezette
reclame op allerlei wijze.
Het bestuur stelde voor een spreker te
doen komen op een binnenkort uit te schrijven
vergadering, teneinde daarna een besluit te
nemen. Aldus goedgekeurd. Tevens werd be-
sloten de gelegenheid om deze vergadering
te bezoeken voor zooveel mogelijk belangstel-
lenden open te stellen.
Aan de orde was een schrijven van de 8-Oc-
tobervereeniging inzake gevelversiering
Daarin werd den winkeliers verzocht zooveel
mogelijk medewerking te willen verleenen bij
deze versiering. De electrische stroom wordt
voor buitenversiering door de gemeente
g r a t i s geleverd.
De heer Cloeck was van meening,
dat men dit verzoek niet aan de winkeliers
had moeten doen. Gevelversiering vestigt de
aandacht op den gevel en niet op de artike-
len, die men verkoopt. Wel zou spr. zijn voor
De heer E te begreep eigeiilijk niet, dat
m n iels zou kunnen doen om deze verhoo
ging te on j in. Er blijft niets over dan te
betalen. als die verhooging wordt
voerd.
De heer D e R a a t kon en mocht niefs
meer zeggen van het gerucht, dat hem ter
oore was gekomen, doch dat alleszins be-
trouwbaar is. Wat betreft de opmerking van
den heer Elte zeide spr., dat op de convo-
catie een vraagstuk geplaatst was achter den
zin: Kan Alkmaar's Middenstand dat
dragen
Indien blijkt dat men dit niet kan, dan kan
men desnoods een studiecommissie benoe-
men of iets dergelijks.
De heer Rentenaar uitte zijn misnoe-
gen over de voorgenomen pensionneering
der wethouders. Dergelijke dingen drijven de
uitgaven op.
De Voorzitter meende te mogen zeg
gen, dat die pensionneering niet zal door-
gaan.
De heer Englander zeide, dat
er
groote uitgaven gedaan zijn (asphalteering
Langestraat, trottoirs aan de Laat). Dit ge-
schiedde met instemmxng ook van den mid
denstand. Dit heeft geld gekost en de midden
stand keurde deze uitgaven zelf goed, dus hij
kan nu niet daarover mopperen.
De Voorzitter zette uiteen, dat deze
uitgaven noodzakelijk waren. De asphaltee
ring in de Langestraat en de trottoirs van
de Laat zijn geen overbodige weelde en over
de uitgaven daarvoor behoeft men geen cri-
tiek uit te oefenen.
De heer D e R a a t zeide, dat het er om-
ging of men wel voldoende vertrouwen kon
hebben in het inzicht van de gemeente in de
financien. Als er tekort is, moeten we beta
len, maar men dient voorzichtig te zijn en
uitstekend op de hoogte te zijn. Men dient te
kunnen zeggen: Daar zit de font. Men dient
wel-omschreven voor den dag te komen.
De heer Elte vroeg wat het bestuur met
dit agendapunt bedoelde. Was het om een
debat uit te lokken of heeft het reeds een
plan?
De Voorzitter zette uiteen, dat het
bestuur wilde mededeelen, dat belasting-
verhooging inderdaad waarschijnlijk is en
daartegen wilde hec bestuur waarschuwen.
De heer Cloeck meende, dat door den
middenstand de belastingverhooging het al
le rbeste kan gedragen worden. Niet echter
door den arbeider, noch door ambtenaar,
noch door den rentenier, omdat het geld in
waarde zooveel is aehteruitgegaan.
Maar het ergste is, dat Alkmaar door
zijn hooge belasting in de toekomst zal ge-
meden worden door vreemdelingen. Of de
belasting te dragen is ot met, kan buiten
beschouwing blijven, doch het is een abso
lute tegenwerking van de Alkmaarsche be
langen.
Spr. geloofde niet, dat op het oogenblik
belastingverhooging noodzakelijk is. Ze is
niet aanhangig, omdat er nu zoo'n groot
tekort is, doch de bestudeering van de be-
grooting heeft het vermoeden doen ont-
staan, dat belastingverhooging in het vol-
gend jaar wel noodzakelijk zal zijn.
Spr. was van meening, dat belans-maken
een goocheltoer is, dech het opmaken van
begrootingen is dat evenzeer, als men na-
gaat, dat een begrooting een aaneenschake-
ling is van vergissingen. Immers uitgaven of
inkomsten, geraamd op een zeker bedrag,
overschriiden vaak dit bedrag of blijven er
even vaak niet minder ver onder.
Het eenige, wat men in deze kwestie van
belastingverhooging kan doen is vragen:
Waarom doet men dit? Wat zit er achter?
Men doet het best om het zaakje nog even
aan te zien. Misschien valt het mee.
De oorlogsleeningen zijn bijna afgelost.
Misschien is er dan plaats voor belastmf-
verhging.
De heer D e R a a t bracht den heer Cloeck
hulde Voor zijn uiteenzetting. Spr. stelde
voor, dat men een commissie zou benoemen,
ter bestudeering van- dij vraagstuk. Spr ver
zocht den heer Cloeck deel te willen uitffli-
ken van deze commissie.
De heer Cloeck verzekerde er niet aan
te denken, daaraan mede te doen. Sf»r. wilde
zich niet meer in de politiek begeven, waar
van hij zijn buik vol heeft. Als hij daarmede
begint, komt hij te land bij den wethouder
van financien en tegen hem wit hij niet
vechten.
Er is gegoocheld met de begrooting, naar
uit de cijfers blijkt, gezien de ramingen en
daarnaast de uitkomsten.
De heer D e R a a t verzocht den heer
Cloeck zijn talenten in dienst te stellen van
den middenstand en niet in dienst van de po
litiek. (Applaus).
De heer Cloeck zeide nogmaals er niet
aan te denken.
Men kwam tenslotte tot de volgende car
I k