Alkmaarsche Courant
Een speelbal der fortuin,
Scbaabrnbrieb.
m p
Baoiriibrieii.
Zaterdag 9 October
FEUILLETON.
1 1
No. 238
1926
Hon^ard Asiit sn Twintigste Jaargang.
Uit enze Staatsmachine.
Een en ander over en uit de Staatsbegrooting
voor 1927.
Deze week werden we door de Landsdruk-
kerij verrast met een tweetal pakken druk-
wetx We lieten ze op een nauwkeurige schaal
wegen. Het eerste woog precies drie pond en
vier en een half ons, het tweede drie pond en
dertig gram. Die pakketten bevatten de
Staatsbegrooting, welke de Minister van Fi-
nancien ieder jaar aan het begin der Kamer-
zitting aan de Kamer aanbiedt. Deze aanbie
ding geschiedt op de volgende wijze: op de
lnimsterstafel ligt de groote stapel paperas-
sen, die de Staatsbegrooiting bevat, de Minis
ter verkrijgt het woord en zegt, dat hij daar-
toe door H.M. de Koningin gemachtigd, de
eer heeft aan de Kamer de begrooting voor
het komende jaar aan te bieden, daarna komt
een bode van de Kamer en brengt den stapel
van de ministerstafel naar die van den voor-
zitter, voila tout.
Het is onze bedoeling in dit artikel en mis-
schien in volgende artikelen over de nu inge-
diende Staatsbegrooting het een en ander
mee te deelen, waarvan we verwaChten, dat
het den lezers dezer serie-artikelen intereS'
seeren kan.
Wij vonden eenigen itijd geleden een boekje
uit den jare 1908, dat geschreven was door
Mr. A. Polak, oudhoofdredacteur van „Het
Algemeen Handelsblad", onder den titel r
„Bijna tweehonderd millioen". Vergissen we
ons niet, dan was dit boekske een verzameling
van in genoemd blad verschenen artikelen
over de inkomsten en uitgaven van't Konink-
rijk der Nederlanden. De Staatsbegrooting
voor het jaar 1908 wees voor de uitgaven een
toiaalcijfer van ruim 194 millioen aan, een
record-cijfer, want vorige begrootingen had-
den dit cijfer nog niet bereikt. Mr. Polak
vond dit feit merkwaardig genoeg om er een
boekje aan te wijden en het Nederlandsche
volk eens te vertellen, waar die bijna twee
honderd millioen guldens aan besteed wer
den. Zeker heeft de schrijver niet kunnen be-
vroeden, dat een begrooting van 194 millioen
gulden een kleine itwintig jaar later als een
sprookje klinken zou, immers de begrooting
voor het komende dienstjaar 1927 vertoont
sen cijfer, waar Mr. Polak kippevel van krij-
gen zou, liefst 664.699.696.71. En wat zou
den de volksvertegenwoordigers uit den jare
1850 en van dit cijfer zeggen? In dat jaar
werd de eerste Staatsbegrooting ingediend en
deze ging over een bedrag van
f 69.576.608.77. Een verschil van liefst plus
minus zeshonderd millioen gulden. Excuse/
du peu! Waarmee we maar zeggen willen,
dat de tijdsomstandigheden en de dringende
eischen, gesteld aan de schaitkist, reusachtig
zijn toegenomen.
Nemen we aan, dat de bezuigingsinspec-
teurs nu wel langzamerhand de gaten zul-
len ontdekt en gestopt hebben, waardoor het
lieve belastinggeld te snel wegliep, dan kun
nen we vaststellen, dat ingrijpende daling
van dit cijfer wel niet meer te verwachten
zal wezen. Als er tenminste maar een einde
komt aan de stijgingen, mag het Neder-
landsch belastingbetalend publiek al dank-
baar wezen.
Nu, de daling is ingetreden. Immers deze
begrooting bedraagt ruim drie en dertig mil
lioen gulden minder dan die voor 1926
Deze bezuiniging werd verkregen door een be-
snoeiing op vijf departemenien, terwijl de be
dragen voor de overige departementen ge-
schat zelfs meer zijn dan die voor 1926 uit-
getrokken waren. Gaan we even de schuldi-
gen aan deze meerdere uitgaven na. De anti-
militaristenkunnen gerust zijn; oorlog en
marine hooren er niet bij
In den loop van het volgena jaar wordt
Prinses Juliana achttien jaar en naar de ge-
woonte in de vorstelijke wereld zal ze dan een
eigen huis hebben. De kosten daarvan zijn in
de Grondwet geregeld, immers art. 28 be-
paalt't inkomen van de(n) troonsopvolgster
(ger) op 200.000, waar echter op den ove-
rigen post Huis der Koningin bezuinigd
werd, bedraagt d° stijging van genoemd
hoofdstuk niet twee ton, maar 133.888.89
Ook het volgend hoofdstuk Hooge Colle
ges van Staat en het Kabinet der Koningin
is hooger geraamd moeten worden wegens
hoogere uitgaven voor de Staten-Generaal
f 9072 en de Algemeene Rekenkamer 9700
en de Kanselarij der Nederlandsche Ridder-
orden 1100, terwijl voor den Raad van
State minder werd uitgetrokken 558 en voor
Naar het Engelsch van Rafael Sabatini.
Geautoriseerde vertaling van A. T.
9)
Het onbeteekenende bcetje goed, dat wij
»p onzen levensweg doen, is dikwijls een
zaad, waarvan wij in den tijd van onzen
eigen nood rijken oogst kunnen binnenhalen.
Dit ontdekte Holies nu. Zij stelde hem vragen
totdat zij niet alleen den toestand van zijn lot
gevallen wist, maar ook de reden van zijn te-
rugkcer naar Engeland, de verwachtingen,
die hij gekoesterd had, en dat haar eigen
echtgenoot die had teleurgesteld. Het maakte
haar woedend.
,Mijn hemel!" riep zij haar hertogelijken
hcer en meester toe, „zou je hem als een
bedelaar van de deur gestuurd hebben? Hem
Randal."
Zijn Genade, de onverschrokken, eerlijke
George Monk, die zijn geheele leven zoo vast
het rechte pad begaan had, die geen mensch
vreesde, zelfs niet den koning, dien hij ge-
maakt had, sloeg zijn trotsche, ernstige
oogen neer voor den toornigen blik van deze
fecks. Hij was een groot krijgsman, zooals
men weet. Hij alleen had eens stand gehou-
den tegen een oproerig regiment in White
hall, en had de ongehoorzaamheid bedwon-
gen door de onverschrokken overmacht van
rijn persoonlijkheid. Maar hij was bang voor
*ijn druktemakende vulgaire hertogin die
pensioenen, wachtgelden en gratificaties
f 19.227, zoodat het geheele meerdere be
drag tenslotte nog maar 218.97 is.
Buiitenlandsche Zaken eischt meer geld,
voor een deel door de aardbeving in Tokio,
die een wederopbouw van ons gezantschap
aldaar noodig maakte, daarvoor is noodig
vier ton. Dat lijbt ons veel. Over het dure
meubiliar mopperde de Rekenkamer reeds.
Ook ons lidmaatschap van den Volkenbond
eischt meer geld, n.l. 20.000. Ook de andc-
re representaties van Nederland in den
vreemde kosten meer geld. Alleen op den
post consulaten kon worden bezuinigd gelijk
het Rijkspaspoortenkantoor, dat 10 000
kostte, kon worden opgeheven. Gevolg van
een en ander is, dat Buiitenlandsche Zaken
in 1927 435.280 meer zal kosten dan voor
1926 was geraamd.
Ook Justitie vraagt meer geld, niettegen-
staande de opheffing van recbtbanken, kan-
tongerechten, gevangenissen, tuchtscholen,
opvoedingsgestichten, enz. Bezuinigd kon
worden op de rechterlijke macht 52.768, op
de Rijkspolitie en het Paspoortenkantoor op
de beperking van de grensbewaking
115.964, op de gevangenissen en Rijks-
werkinrichtingen 109.372 en op het tucht-
en opvoedingswezen wegens opneffing van
het Rijksopvoedingsgesticht te Leiden
59.465. Daarentegen stijgt de pensioenlast
met 365.700, de wachtgelden met 39.000,
terwijl het Departement zelf 5568, het on-
derhoud der gebouwen 9482 en de verschil-
lende andere uitgaven f 17.839 meer vragen
Binnenlandsche Zaken en J_andbouw
eischen ook meer. We noemen de algemeene
kosten van Binenlandsch Bestuur 19.919,
de Landbouw 315.400 en de Visscherij
5655. Daarentegen wil het Departement
zelf minder verteren, n.l. 18.177 en het
Armwezen 87.350 minder. De uitgaven van
de Staatscourant en de Handelingen der Sta
ten-Generaal zullen 13.950 minder kosten
en het bedrag der pensioenen zal ook
34.741 minder bedragen. Met dat Arm
wezen is het een merkwaardig geval. Feite-
lijk bedragen de werkelijke uitgavenn op de
begrooting meer, n.l. bijna 10.000, maar
aangezien vervallen is de post groot 97.200
tot dekking van het door den Staat geleden
verlies bij de liquidatie van de Vereeniging
Maatschappelijk Werk bij zenuwlijden en
krankzinnigheid, werd het totaal-bedrag
itoch nog iets lager.
Onderwijs is een hoofdstuk, dat ieder jaar
meer vraagt (wat moeten-de Nederlandsche
kindertjejs toch knap worden). Totaal wordt
meer geraamd 2.890.755. Alleen de afdee-
ling onverziene posten kon verminderd wor
den met 1.543.000, maar het Hooger On
derwijs vraagt 692.792 meer, het Middel-
baar Onderwijs 481.606, het Nijverheids-
onderwijs 298.147, het Handelsonderwijs
554.077, het Lager Onderw. 2.663.261,
Kunsten en Wetenschappen 67.599 en
wachtgelden enz. 154.659 meer. De vraag
is zeker wel gewettigd of er niet op de een
of andere wijze een einde gemaakt kan wor
den aan de voortdurende stijgingen op deze
overigens zeer nuttige diensten. Vergissen
wij ons niet, dan heeft men nimmer kunnen
denken, dat de nieuwe onde^wijswetten zulk
een som zouden verslinden als ze nu doen
Het is het jongste en duurste departement
van ons algemeen bestuur, van de geheele
geraamde som der uitgaven groot ruim 646
mill, vraagt het voor zich alleen
144.915.307. Men speelt graag met cijfers
voor Oorlog en Marine, doch deze bedra
gen smamen nog heen honderd millioen. Re-
kenen we het aantal Nederlanders op zeven
millioen, dan betaalt ieder gemiddeld voor
het onderwijs ruim 20 en voor de weer-
macht van zijn land 14.
De Marine bezuinigt en wel met ruim drie
millioen gulden. Dat komt omdat op het ma-
terieel, de zeemacbt en het personeel daarvan
te zamen bezuinigd werd 3.171.760, en
voor het Loodswezezn 371.300 minder
werd uitgetrokken, terwijl daarentegen an
dere uitgaven vermeerderd werden met ruim
vier millioen gulden, die bijna uitsluitend den
gepensioneerden ten goede zullen komen.
(Wordt vervolgd).
Zooals men weet, is Dr. M. Euwe schaak-
kampioen van Nederland. Evenwel is David
son gansch niet overtuigd, dat Euwe sterker
is dan hij en wellicht enkelen met hem. Toen
nu 't bestuur van den N. S. B. in den voor-
bijen zomer opnieuw een wedstrijd om 't
kampioenschap van Nederland uitschreef en
de eerste partij door Euwe te spelen, liet
voorafgaan aan den voor den wedstrijd be-
paalden tijd, teekende Davidson daartegen
protest aan en stelde den eisch, dat die partij
werd overgespeeld, omdat ze buiten weten
bangheid was waarschijnlijk grooter dan de
angst, waarjj^ eenig man bij hem vandaan
gegaan was.
„Ja, ziet ge, lieve vrouw, volgens mijn op-
vattingen begon hij onrustig.
„Uw opvattingen!" riep zij verachtelijk.
„Het zijn mooie opvattingen, George, als ze
je beletten een vriend te helpen."
„Ik zou hem aan de galg kunnen helpen,"
antwoorde hij. „Wees nu geduldig, en laat
ik het uitleggen."
„Ik zal wel geduld noodig hebben, dat
weet God. Nu man?'
Hij glimlachte vriendelijk, als om te too-
nen, dat hij vriendelijk was, omdat hij geen
lust had, zijn meesterschap te toonen. Zoo
goed mogelijk, maar niettemin telkens onder-
broken door een stroom van minachtende uit-
roepen, maakte hij den toestand duidelijk,
zooals hij dit al voor Holies gedaan had.
„Nu, George!" zeide ze, toen hij uitge-
sproken had, en haar dik, rood gezicht stond
verbaasd. „Je wordt oud. Je bent de man
niet meer, die je waart. Jij, de maker van een
koning! Ha!" zij striemde hem met haar min-
achting. Waar is het verstand, dat Karel
Stuart weer op den troon hielp? In die da-
gen werd je niet door een eerste belemmering
afgeschrikt. Wat zou je zonder mij zijn,
vraag ik mij af. Je hebt mij noodig, om je te
doen zien, hoe je een vriend kunt helpen, zon
der de aandacht op hem te vestigen van hen,
die hem kwaad zouden kunnen doen."
„Als je dat kan doen, lieve
„Of ik dat kan? Als ik het niet kon, had
ik mijn hersens wel kunnen laten braden
voor het avondeten. Heb je geen andere com
mando's te vergeven dan die hier in bet
van de meeste kampioenwedstrijd-epelers
was gespeeld.
't Bestuur ging hiermede niet accoord; (ons
inziens was de eisch ook veel te zwaax, hoe-
wel een protest zeer zeker op zijn plaats
was), Davidson trok zidi nu terug.
Dit vond schaaklievend Nederland zeer te
bejammeren, daar de weg tot de zege nu
voor Euwe stellig geen hinderpalen meer
bood. Immers van de kandidaten voor de
eerste plaats was alleen Dr. Olland nog over.
We misten meerdere sterke spelers om de
match belangrijk te doen zijn. Euwe werd
dan ook ongeslagen kampioen met een flin-
ken voorsprong op No. 2.
Toen nu 't V. A. S. een 6-kamp voothe
re idde, stelde Davidson zijn deelname afhan-
kelijk van den eisch, dat hij eerst in een match
met Euwe wilde uitgemaakt_ zien, dat Euwe
werkelijk sterker was dan hij.
Euwe heeft hierin bewilligd.
Onder toezicht van twee andere V. A. S.-
spelers had deze match plaats.
Euwe heeft Davids nu eens voor goed de
illusde ontnomen, dat deze even sterk is als
hij; met 3 gewonnen, 0 verloren, 2 remises,
werd D. „ingemaakt".
Voorwaarden waren: hoogstens 10 par-
tijen remises tellen niet mee en wie't eerst
drie punten heeft, is winnaar.
Hier volgen de 5 partijen, geknipt uit het
Handelsblad.
Eerste matchpartij.
Wit: dr. M. Euwe. Zwart: J. Davidson.
1. c2c4, e7e5; 2. g2g3, Pb8c6; 3.
Lflg2, Pg8f64. Pgl—f3, Lf8-c5; 5.
e2e3, 0—0; 6. 0—0, d7—d5; 7. d2—d4,
e5Xd4; 8. e3Xd4, Lc5—e7; 9. Pf3—e5, Pc6-
b8!10. Pblc3, d5Xc4; 11. d4-d5, PbS-
d7; 12. Pe5Xc4, Pd7—b6; 13. Pc4—e3.
Noodzakelijk om d5 te dekken en Lc8g4
te verhinderen.
13a7e6; 14. b2—b3, Le7—c5; 15.
Lcl—b2, Tf8—c8; 16. Ddl—f3, Dd8—d6;
17. Tal—el, Te8—e7; 18. a2—a4, Lc5—a3;
19. Lb2Xa3.
Op Lb2al volgt La3Xb4!
19Dd6Xa3; 20. Pe3—c2, Da3—d6;
21. TelXe7, Dd6Xe7; 22. Tfl—el, De7—
,d8; 23. a4a5, Pb6—d7; 24. Pc2—e3, Pd7-
e5; 25. Df3—e2, Ta8—b8.
Een voorzorgsmaatregel tegen een moge-
lijke dreiging van d5d6 met verlies van de
pionnen b7 en a6 of een sterke vrijpion voor
Wit.
26. f2f4, Pe5g6; 27. Pe3—c4, Lc8—f5;
28. h2—h3, Dd8f8; 29. Pc4—e3, Tb8—e8;
30. De2c4, Df8—e7; 31. Pe3—c2, De7—
d7; 32. TelXe8f, Pf6Xe8; 33. Dc4-e2!,
Pe8f634. Kgl—h2, Lf3Xc2.
Hier kwam h7h5 in aanmerking met
moeilijk spel voor Wit.
35. De2Xc2, h7—h6; 36. Dc2—e2, Dd7—
d6; (Hier weigerde Wit het remise-aanbod).
37. De2c4, h6—h5; 38. Pc3—e4, Pf6Xe4;
39. Dc4Xe4, (en hier sloeg Zwart het remise-
aanbod af), h5h4; 40. De4e8f, Pg6f8;
41. De8—e5, h4Xg3f; 42. Kh2Xg3, Dd6—
d8. Remise op voorstel van Zwart. Een in-
gewikkelde partij.
Tweede matchpartij.
Wit: J. Davidson.
Zwart: Dr. M. Euwe.
1. d2d4, Pg8-f6; 2. Pgl-f3, g7-g6;
3. Pbl—c3, d7—d5;
Op direct Lf8g7 volgt e2e4 met over-
wegend spel van Wit.
4. Lclg5, Lg8g7; 5. e2e3, 00; 6.
Lflf3, c7c6; 7. 0—0, Dd8—b6; 8. Tal—
bl (Beter lijkt b2—b3), Lc8—g4!; 9. h2—h3,
Lg3Xf3; 10. DdlXf3, Pb8—d7; 11. Lg5—
f4, Tf8e8; 12. Df3—dl, e7—e5; 13. d4Xe5;
Pd7Xe5; 14. Lf4Xe5, Te8Xe5; 15. Pc3-e2,
Pf6e4; 16. Ld3Xe4, Te5Xe4; 17. c2—c3,
Ta8e8; 18. Ddl—c2, h7—h5; 19. Tbl—dl,
h5h4; 20. Pe2-d4, Db6—c7; 21. Pd4—f3,
Dc7e722. Dc2—e2, Lg7—f6; 23. a2—a3,
Kg8—g7; 24. Tflel, De7—c5; 25. Dc2-c2,
Lf6d3; 26. Tdl—d4, Te4Xd4; 27. e3Xd4,
TeSXelf; 28. Pf3Xel, Dc5e7; Remise.
Derde matchpartij.
Wit: dr. M. Euwe.
Zwart: J. Davidson.
1. d2d4, Pg8f6; 2. Pgl-43, e7—e6; 3
e2e3; b7—b6; 4. Lfl-d3, Lc8—b7; 5.
Pbld2, d7d5; 6. 0-0, Pb8—d7; 7. Ddl-
e2, Lf8e78. Ld3—a6, Lb7Xa6; 9. De2X
a6, 0-0; 10. b2—b3, c7—c5; 11. Lcl—b2,
c5Xd4; 12. e3Xd4, Dd8—c7; 13. Tal—cl,
Dc714; 14. Da6e2, Ta8c8; (Veiliger
was eerst Df4—d6) 15. Pf3—e5, Pd7Xe5;
16. d4Xe5, Pf6—d7; 17. c2—c4, d5Xc4; 18.
TclXc4, Tc8Xc4; 19. Pd2Xc4, Pd7—c5;
De beslissende foutzet; beter is 19
Tf8d8, waarop na 20. Tfl—dl, Pd7—f3
enz. zou kunnen volgen met houdbaar spel.
20. Tfldl, Tf8—d821. TdlXd8f, Le7
Xd8; 22. Pc4—d6!, Ld8—e7; 23. g2—g3.
Op 23. Pd6c8, Le7—f8, 24. Pc8Xa7 zou
land?"
Hij trok zijn wenkbrauwen op, alsof iets
in zijn geest op haar woorden antwoordde.
„Zijn er geen kolonien van het koninkrijk
Engeland? Hoe staat het met Oost- en West-
Indie? Ik weet, dat er een deel van Indie is,
waarheen officieren voor goed gezonden
worden. Wie zou zich om Randal's naam of
geschiedenis bekommeren, als hij daar een-
maal was?"
„Bij God! Dat is een idee!"
De Hertog keek Holies aan met schitteren-
de oogen.
„Wat zou je daarvan zeggen, Randal?"
„ls daar plaats voor me?" vroeg de kolo-
nel gretig.
„Op dit oogenblik niet. Maar er komen
dikwijls vacatures. De mannen sterven in die
afgelegen streken, of hebben genoeg van het
leven, of vinden het klimaat onverdragelijk
en keeren terug. Er zijn gevaren aan verbon-
den, natuurlijk, en
Holies viel hem vol vuur in de rede.
„Ik heb gezegd, dat ik van gevaren geleefd
heb. En zij zullen minder zijn, dan die ge
zegt, dat mij hier wachten, als ik thuis blijf.
O, ik wil met vreugde de kans wagen. En
ik heb weinig reden om zoo aan de oude
wereld gehecht te zijn, dat ik ze niet voor de
nieuwe zou willen ruilen."
„Nu, wij zullen dus zien. Een weinig ge
duld en misschien kan ik je een plaats daar
geven."
„Geduld," zei Holies, en zijn mond zakte
weer.
„Ja zeker, zulke plaatsen groeien maar
niet als appels. Houd me op de hoogte, waar
ge woont, en ik zal je bericht zenden, als de
Pc5e4 met tegenkansen volgen.
23Df4—b4; 24. De2—f3, f7—f5; 25.
Lb2—c3, Db4—a3; 26. Df3—a8f; Le7—f8;
27. Da8e8!, h7-h6; 28. Lc3—d4.
Op 28. De8f7f, KgS—h7, 29. Df7Xf8
wint Zwart met Da3—elf het stuk terug.
228Da3Xa2; 29. De8—f7f, Kg8—
h7; 30. Df7Xf8, Da2-c2!; 31. Ld4Xc5, b6X
c5; 32. Df8—a8.
Voorkomt iedere remise-mogelijkheid door
eeuwig schaak.
32De2Xe5; 33. Pd6-e8!, De5—
elf; 34. Kgl—g2, Del—e5; 35. Da8c6,
De5—d5f;
Op 35Kh7g6 volgt 36. Pe8-c7—
a6 met winst van den c-pion
36. Dc6Xd5, e6Xd5; 37. Kg2—f3, c5—c4;
38. b3—b4, d5—d4; 39. Pe8-d6, c4—c3; 40.
Kf3e2, Kh7g641. Ke2—d3, a7—a6; 42.
Pd6b7, Kg6—f6; 43. PbV—c5, Kf6e5;
44. Pc5Xa6, Ke5-d5; 45. Pa6—c5, g7—g5;
46. Pc5—b3, c3c2; 47. Kd3Xc2, Kd5—c4;
48. b4—b5, d4d3f; 49. Kc2—d2 en Zwart
geeft op.
Vierde matchpartij.
Wit: J4 Davidson.
Zwart: Dr. M. Euwe.
1. Pglf3, c7—c5; 2. c2—c4, g7—g6; 3.
g2-g3, Lf8-g7; 4. Lfl-g2, Pb8-c6; 5.
0—0, Pg8h6; 6. d2-d4.
De kiem van het Verlies der partij; sterker
was e2—e3, 6c5Xd4; 7. LclXh6,
7Xh6; 8. Pf3Xd4, Lh6—g7!; 9. Dd4X
d7Xc6!.
Uitstekend gespeeld!
10. Ddl—b3.
Na Dameruil gaat de witte c- of b-pion ver
loren.
100—0; 11. Pbl—c3, DdSc7; 12.
a2a4.
Ook Pc3e4 is onbevredigend wegens
DdS—b8.
12Dc7b6; 13. Db3—a3, LcS—
e6!; 14. c4-c5, Db6—b3; 15. a4-a5, Db3X
a3; 16. TalXa3, Le6—c4; 17. b2—b4, a7—
a6; 18. Lg2—f3, Ta8—d8; 19. Tfl—cl,
Td8—d720. Pc3—dl, Lc4—e6; 21. Tel—
bl, Tf8d8; 22. Pdl—e3, Td7—d2; 23.
b4—b5.
Een wanhoopsoffer; Wit is verloren.
23Td2—b2); 24. TblXb2, Lg7X
b2; 25. Ta3d3, Td8Xd3; 26. e2Xd3, a6X
b5; 27. a5a6, b7Xa6; b7XXa6; 28.
Lf3Xe6, Lb2d4; 29. Lc6—b7, Ld4Xc5;
30. Lb7Xa6, Lc5Xe3; 31. f2Xe3, b5—b4;
32. d3—d4, Le6f5!; en Wit kan het door-
loopen van den b-pion niet meer voorko-
men.
Vijfde matchpartij.
Wit: dr. M. Euwe.
ZwaiU; J. Davidson.
1. d2d4, Pg8f62. Pgl—f3, d7—d5;
3. e2e3, e7—e6; 4. Lfl—d3, c7—c5; 5.
b2—b3, c5Xd4; .6. e3Xd4, Pb8-c6; 7.
0—0, Lf8e78. Lcl—b2, 0—0; 9. a2—a3,
b7b610. Pbl—d?, Lc8—b7; 11. Ddl—
e2, Ta8c812. Pf3—e5, Pc6Xe5; 13.
d4Xe5, Pf6d714. c2—c4, d5Xc4; 15.
Pd2Xc4, Pd7c5; 16. Ld3—c2, Lb7—d5;
17. Tfl—dl, Dd8c718. Tdl—d4. g7—
g6; 19. Tal—cl, Dc7—b8!; 20. Tel—dl,
Tf8—d8; 21. b3—b4, Ld5Xc4;
Wel het beste; Wit dreigde met Pc4e3
het Paard naar den Koningsvleugel over te
brengen.
22. Td4Xc4, TdSXdlf; 23. Lc2Xdl,
Pc5—d7; 24. f2—f4, Tc8Xc4; 25. De2Xc4,
Db8—dS! 26. Ldl—f3, Pd7—b8; 27. Lb2—
d4!
Wit heeft thans uitstekend spel, staat ech
ter voor de moeilijke keus, of hij zijn actie op
den Dame- dan wel op den Koningsvleugel
moet beginnen. Zwart daarentegen kan niets
aanvangen, moet afwachten, wat zijn tegen-
stander zal doen. De lichte zwarte officieren
hebben een lastige taak, zij moeten beide vleu-
gels tegelijk dekken. Gaat het Paard naar
f8, dan worden de a- en b-pionnen verzwakt;
moet de verdediging dezer pionnen door dtn
Looper geschieden, dan volgt de aanval op
den zwarten Koning, zooals in de partij ge
schiedt. Euwe speelt het vervolg zeer fijn
27 Kg8-g7; 28. g2-g3, h7-h5;
29. Kgl—g2, Kg7—f8; 30. Ld4—e3, Kf8—
g731. a3a4, a7—a5; 32. b4Xa5, b6X
a5; 33. Kg2—h3!, Le7—b4.
De Looper moet de bescherming van den
Koningsvleugel opgeven, ter verdediging
van den a-pion. Thans volgt de beslissende
doorbraak.
34. f4—f5!
Een schitterend pionoffer, waardoor de
Zwarte pionnenstelling ontwricht wordt en de
witte Loopers bes'lissend kunnen inrgijpen.
34e6Xf5;35. e5—e6, gb-g5; 36.
Lf3Xh5, f7—f6.
Zwart mocht thans DdSh8 niet spelen,
wegens 37. Le3—d4f, f7f6; 38. Ld4Xf6t,
Kg7Xf6; 39. Dc4d4f en wint de Dame.
37. Dc4b5, DdSh838. Db5—b7f,
gelegenheid zich voordoet.
„En als hij niet gauw bericht zendt, kom
mij dan weer eens opzoeken, Randal," zei
Haar Genade, „we zullen hem wat vlugger
maken. Hij is wel goed; maar hij wordt oud,
en zijn geest werkt langzaam
En de groote man, wiens oog legers ver-
schrikt had, glimlachte zachtmoedig tegen
zijn feeks.
HOOFDSTUK IV.
- Kersenbloesmes.
Kolonel Holies knielde op het kozijn van
het open raam van zijn zitkamer in Paul's
Head. Hij scheen naar den kleinen zonnigen
tuin te zien met de twee kersenboomen, waar-
aan nog enkele bloesems hingen. Hij dacht
aan kersenbloesems, maar niet aan die daar
voor hem. De twee boomen van deze oase in
de stad Lo'nden hadden zich vermenigvul-
digd tot een kersenboomgaard in Devon uit
de jaren, die onherroepelijk voorbij waien.
Het verschijnsel was niet nieuw voor hem.
Kersenbloesems hadden altijd dien invloed
op hem. Hun aanblik gaf hem altijd weer het
visioen, dat zich nu ook voor zijn peinzende
oogen ontrolde. De kleine tuin van juffrouw
Quinn was een uitgestrekte, bloeiende boom-
gaard geworden. Boven de boomen op den
achtergrond verhief zich aan de rechterhand
een toren met een windwijzer in den vorm
van een visch waarvan hij vaag wist, dat
het het zinnebeeld van het Christendom was.
Door een opening links zag hij -?cr .v-»t
klimop bekleeden muur, die boven aan afbrok-
kelde. Hier klom een jongen stil over -• eer.
jongen met lange beenen en golvend blond
Kg7—h6; 39. Db7—f7, Dh8—g7; 40. Df7—
eS, Pb8c6; 41. Lh5—43 en Zwart geeft op,
daar hij stukverlies niet verhinderen kan.
(Analyses ten deele naar opmerkingen der
beide spelers).
Opl. eindspel 122 (Kotov).
1. Kc7 (dreigt 2. Ta7 en 3. Ta2 mat).
1a6 2. Ta6f bad 3. Tb8| Ka7 4.
Tb7 Ka8 5. Kb6 g2 6. Tg7 en wint.
Oplossing probleem 119 van
G Guidelli (G. C.).
Wit: Kh2 DdS Tb7 en g5 Pb2 Le6 pi a3.
Zwart: Ka5 Tc7 Lb8 en b5 pi a7 a6 en b3,
1.
1.
1.
1.
1.
Lf5
Lc6 (c4) 2. Dd2 mat.
Ld7(d8)2. Ld7: mat.
La4 2. Pc4 mat.
Ld3 2. Ld3: mat.
Le2 (fl) 2. Ld3 mat.
De aandachtige oplosser heeft opgemerkt,
dat de gegeven stelling een pat-stelling is,
die door Wit wordt opgeheven.
Dit opheffen van een patstand, de z.g. In-
dische idee, werd in meerzettige problemen
vaak schitterend uitgewerkt. Ook boven-
staand probleem is zeer verdienstelijk. Men
lette op de interferentie door den L (na
en Lc4!)
1. Dd2 wordt weeriegd door Tc3f!
Vandaar de L' op b8.
Probleem No. 121 van
E. Kubbel (G. C. '15).
Zwart (11)
Lc6
m VMl
Wm. mm 1
a b c d e f g h
Wit (7)
Wit geeft mat in 2 zetten.
Eindspel
eener in 1912 te Lemberg gespeelde partij.
Zwart: Dr. S. Au^bach.
mm m
mm Wm
abc d e f g h
Wit: N. Wisniowiecki.
Er volgde:
1. Tel—dl Tc4c2
Een aardig valletje, waar Wit netjes inlopot.
2. Dd2Xd5? Tc2—elf!,
en Wit verliest de Dame en de partij.
AAN DE DAMMERS!
In onze vorige rubriek gaven wij ter op
lossing: probleem 932 (auteur M. Raymond)
Stand.
Zw. 11 sch. op: 8, 11, 12, 13, 14, 19, 23,'
24, 29, 36, 45 en dam op 25.
W. 14 sch. op: 26, 27, 31, 32, 34, 37, 38,
39, 40, 43, 44, 46, 47, 50.
Oplossing.
1. 47—41 1. 36:47
2. 26—21 2. 47 33
3. 39 28 3. 25 26
4. 46—41 4. 45 34
5. 32—28 5. 23 21
6. 31—27 6. 26 r39
7. 27 20 7. 25 15
S. 44 2!
De beide laatste simultaanseances door
den heer P. Kleute Jr. te Antwerpen en
Zwijndrecht gegeven, waren voor hem een
groot succes.
In Antwerpen 25 deelnemers, 13 gew. 11>
remise, 1 verl.
In Zwijndrecht 27 deelnemers 23 gew3
remise, 1 verl.
Het volgende probleempje van ir. W. Vrij-
landt te Dordrecht was opgedragen aan den
heer Kleute.
haar, in wiens trekken de zijne te herkennen
waren, als men van deze laatste de scherpe
lijnen wegdacht, die de jaren cn een moeilijk
leven er in gegroefd hadden. Zacht en vlug
als een kat liet hij zich aan de andere
zijde op den grond vallen, en daar stond hij
half gebogen een glimlach om zijn jonge lip-
pen, en een lach in zijn grijze oogen. Hij keck
naar een meisje, dat geheel onbewust van zijn
aanwezigheid heen en weer zwaaide op een
schommel, gemaakt van een touw tusschen
twee boomen.
Zij was geen kind meer, maar had een vol-
wassen, slanke bevalligheid, waardoor de
menschen haar ouder schatten, dan de vijf-
den jaren, die zij werkelijk telde. Haar gc
laatskleur was niet die van rozen en leiien.
Zij had een gezonde, verbrande tint, die ver
kregen wordt door een leven in de open
lucht, ver van de steden. Maar e6n blik in de
langwerpige diepblauwe oogen, die de roem
van haar lief gezichtje waren, was voldoende
om u te zeggen, dat zij niet eenvoudig was,
al was zij landelijk. Zij had een groot deel
van die vrouwelijke slimheid, die het erf-
deel van Moeder Eva voor haar liefste doch-
ters is. Als men een man en wijs was, moest
men het voorzichtigst zijn, als zij het zedigst
was.
Onder het schommelen, was haar bruin
haar losgeraakt en viel als een wolk om haar
heen. Zooveel mogelijk in de maat met het
schommelen zong zij:
„He, jonge liefde! Ho, jonge Ssfde!
Waar blijft ge?
Terwijl ik hier op it wacht
Gereed om te trouwen.
„He. ionffe liefde! Ho, jonge
(Wordt vcrvolgdX
r/// 4mm?,