Alkmaarsche Courant Een speelbal der fortuin, Scbaabrnbrieb. m p Baoiriibrieii. Zaterdag 9 October FEUILLETON. 1 1 No. 238 1926 Hon^ard Asiit sn Twintigste Jaargang. Uit enze Staatsmachine. Een en ander over en uit de Staatsbegrooting voor 1927. Deze week werden we door de Landsdruk- kerij verrast met een tweetal pakken druk- wetx We lieten ze op een nauwkeurige schaal wegen. Het eerste woog precies drie pond en vier en een half ons, het tweede drie pond en dertig gram. Die pakketten bevatten de Staatsbegrooting, welke de Minister van Fi- nancien ieder jaar aan het begin der Kamer- zitting aan de Kamer aanbiedt. Deze aanbie ding geschiedt op de volgende wijze: op de lnimsterstafel ligt de groote stapel paperas- sen, die de Staatsbegrooiting bevat, de Minis ter verkrijgt het woord en zegt, dat hij daar- toe door H.M. de Koningin gemachtigd, de eer heeft aan de Kamer de begrooting voor het komende jaar aan te bieden, daarna komt een bode van de Kamer en brengt den stapel van de ministerstafel naar die van den voor- zitter, voila tout. Het is onze bedoeling in dit artikel en mis- schien in volgende artikelen over de nu inge- diende Staatsbegrooting het een en ander mee te deelen, waarvan we verwaChten, dat het den lezers dezer serie-artikelen intereS' seeren kan. Wij vonden eenigen itijd geleden een boekje uit den jare 1908, dat geschreven was door Mr. A. Polak, oudhoofdredacteur van „Het Algemeen Handelsblad", onder den titel r „Bijna tweehonderd millioen". Vergissen we ons niet, dan was dit boekske een verzameling van in genoemd blad verschenen artikelen over de inkomsten en uitgaven van't Konink- rijk der Nederlanden. De Staatsbegrooting voor het jaar 1908 wees voor de uitgaven een toiaalcijfer van ruim 194 millioen aan, een record-cijfer, want vorige begrootingen had- den dit cijfer nog niet bereikt. Mr. Polak vond dit feit merkwaardig genoeg om er een boekje aan te wijden en het Nederlandsche volk eens te vertellen, waar die bijna twee honderd millioen guldens aan besteed wer den. Zeker heeft de schrijver niet kunnen be- vroeden, dat een begrooting van 194 millioen gulden een kleine itwintig jaar later als een sprookje klinken zou, immers de begrooting voor het komende dienstjaar 1927 vertoont sen cijfer, waar Mr. Polak kippevel van krij- gen zou, liefst 664.699.696.71. En wat zou den de volksvertegenwoordigers uit den jare 1850 en van dit cijfer zeggen? In dat jaar werd de eerste Staatsbegrooting ingediend en deze ging over een bedrag van f 69.576.608.77. Een verschil van liefst plus minus zeshonderd millioen gulden. Excuse/ du peu! Waarmee we maar zeggen willen, dat de tijdsomstandigheden en de dringende eischen, gesteld aan de schaitkist, reusachtig zijn toegenomen. Nemen we aan, dat de bezuigingsinspec- teurs nu wel langzamerhand de gaten zul- len ontdekt en gestopt hebben, waardoor het lieve belastinggeld te snel wegliep, dan kun nen we vaststellen, dat ingrijpende daling van dit cijfer wel niet meer te verwachten zal wezen. Als er tenminste maar een einde komt aan de stijgingen, mag het Neder- landsch belastingbetalend publiek al dank- baar wezen. Nu, de daling is ingetreden. Immers deze begrooting bedraagt ruim drie en dertig mil lioen gulden minder dan die voor 1926 Deze bezuiniging werd verkregen door een be- snoeiing op vijf departemenien, terwijl de be dragen voor de overige departementen ge- schat zelfs meer zijn dan die voor 1926 uit- getrokken waren. Gaan we even de schuldi- gen aan deze meerdere uitgaven na. De anti- militaristenkunnen gerust zijn; oorlog en marine hooren er niet bij In den loop van het volgena jaar wordt Prinses Juliana achttien jaar en naar de ge- woonte in de vorstelijke wereld zal ze dan een eigen huis hebben. De kosten daarvan zijn in de Grondwet geregeld, immers art. 28 be- paalt't inkomen van de(n) troonsopvolgster (ger) op 200.000, waar echter op den ove- rigen post Huis der Koningin bezuinigd werd, bedraagt d° stijging van genoemd hoofdstuk niet twee ton, maar 133.888.89 Ook het volgend hoofdstuk Hooge Colle ges van Staat en het Kabinet der Koningin is hooger geraamd moeten worden wegens hoogere uitgaven voor de Staten-Generaal f 9072 en de Algemeene Rekenkamer 9700 en de Kanselarij der Nederlandsche Ridder- orden 1100, terwijl voor den Raad van State minder werd uitgetrokken 558 en voor Naar het Engelsch van Rafael Sabatini. Geautoriseerde vertaling van A. T. 9) Het onbeteekenende bcetje goed, dat wij »p onzen levensweg doen, is dikwijls een zaad, waarvan wij in den tijd van onzen eigen nood rijken oogst kunnen binnenhalen. Dit ontdekte Holies nu. Zij stelde hem vragen totdat zij niet alleen den toestand van zijn lot gevallen wist, maar ook de reden van zijn te- rugkcer naar Engeland, de verwachtingen, die hij gekoesterd had, en dat haar eigen echtgenoot die had teleurgesteld. Het maakte haar woedend. ,Mijn hemel!" riep zij haar hertogelijken hcer en meester toe, „zou je hem als een bedelaar van de deur gestuurd hebben? Hem Randal." Zijn Genade, de onverschrokken, eerlijke George Monk, die zijn geheele leven zoo vast het rechte pad begaan had, die geen mensch vreesde, zelfs niet den koning, dien hij ge- maakt had, sloeg zijn trotsche, ernstige oogen neer voor den toornigen blik van deze fecks. Hij was een groot krijgsman, zooals men weet. Hij alleen had eens stand gehou- den tegen een oproerig regiment in White hall, en had de ongehoorzaamheid bedwon- gen door de onverschrokken overmacht van rijn persoonlijkheid. Maar hij was bang voor *ijn druktemakende vulgaire hertogin die pensioenen, wachtgelden en gratificaties f 19.227, zoodat het geheele meerdere be drag tenslotte nog maar 218.97 is. Buiitenlandsche Zaken eischt meer geld, voor een deel door de aardbeving in Tokio, die een wederopbouw van ons gezantschap aldaar noodig maakte, daarvoor is noodig vier ton. Dat lijbt ons veel. Over het dure meubiliar mopperde de Rekenkamer reeds. Ook ons lidmaatschap van den Volkenbond eischt meer geld, n.l. 20.000. Ook de andc- re representaties van Nederland in den vreemde kosten meer geld. Alleen op den post consulaten kon worden bezuinigd gelijk het Rijkspaspoortenkantoor, dat 10 000 kostte, kon worden opgeheven. Gevolg van een en ander is, dat Buiitenlandsche Zaken in 1927 435.280 meer zal kosten dan voor 1926 was geraamd. Ook Justitie vraagt meer geld, niettegen- staande de opheffing van recbtbanken, kan- tongerechten, gevangenissen, tuchtscholen, opvoedingsgestichten, enz. Bezuinigd kon worden op de rechterlijke macht 52.768, op de Rijkspolitie en het Paspoortenkantoor op de beperking van de grensbewaking 115.964, op de gevangenissen en Rijks- werkinrichtingen 109.372 en op het tucht- en opvoedingswezen wegens opneffing van het Rijksopvoedingsgesticht te Leiden 59.465. Daarentegen stijgt de pensioenlast met 365.700, de wachtgelden met 39.000, terwijl het Departement zelf 5568, het on- derhoud der gebouwen 9482 en de verschil- lende andere uitgaven f 17.839 meer vragen Binnenlandsche Zaken en J_andbouw eischen ook meer. We noemen de algemeene kosten van Binenlandsch Bestuur 19.919, de Landbouw 315.400 en de Visscherij 5655. Daarentegen wil het Departement zelf minder verteren, n.l. 18.177 en het Armwezen 87.350 minder. De uitgaven van de Staatscourant en de Handelingen der Sta ten-Generaal zullen 13.950 minder kosten en het bedrag der pensioenen zal ook 34.741 minder bedragen. Met dat Arm wezen is het een merkwaardig geval. Feite- lijk bedragen de werkelijke uitgavenn op de begrooting meer, n.l. bijna 10.000, maar aangezien vervallen is de post groot 97.200 tot dekking van het door den Staat geleden verlies bij de liquidatie van de Vereeniging Maatschappelijk Werk bij zenuwlijden en krankzinnigheid, werd het totaal-bedrag itoch nog iets lager. Onderwijs is een hoofdstuk, dat ieder jaar meer vraagt (wat moeten-de Nederlandsche kindertjejs toch knap worden). Totaal wordt meer geraamd 2.890.755. Alleen de afdee- ling onverziene posten kon verminderd wor den met 1.543.000, maar het Hooger On derwijs vraagt 692.792 meer, het Middel- baar Onderwijs 481.606, het Nijverheids- onderwijs 298.147, het Handelsonderwijs 554.077, het Lager Onderw. 2.663.261, Kunsten en Wetenschappen 67.599 en wachtgelden enz. 154.659 meer. De vraag is zeker wel gewettigd of er niet op de een of andere wijze een einde gemaakt kan wor den aan de voortdurende stijgingen op deze overigens zeer nuttige diensten. Vergissen wij ons niet, dan heeft men nimmer kunnen denken, dat de nieuwe onde^wijswetten zulk een som zouden verslinden als ze nu doen Het is het jongste en duurste departement van ons algemeen bestuur, van de geheele geraamde som der uitgaven groot ruim 646 mill, vraagt het voor zich alleen 144.915.307. Men speelt graag met cijfers voor Oorlog en Marine, doch deze bedra gen smamen nog heen honderd millioen. Re- kenen we het aantal Nederlanders op zeven millioen, dan betaalt ieder gemiddeld voor het onderwijs ruim 20 en voor de weer- macht van zijn land 14. De Marine bezuinigt en wel met ruim drie millioen gulden. Dat komt omdat op het ma- terieel, de zeemacbt en het personeel daarvan te zamen bezuinigd werd 3.171.760, en voor het Loodswezezn 371.300 minder werd uitgetrokken, terwijl daarentegen an dere uitgaven vermeerderd werden met ruim vier millioen gulden, die bijna uitsluitend den gepensioneerden ten goede zullen komen. (Wordt vervolgd). Zooals men weet, is Dr. M. Euwe schaak- kampioen van Nederland. Evenwel is David son gansch niet overtuigd, dat Euwe sterker is dan hij en wellicht enkelen met hem. Toen nu 't bestuur van den N. S. B. in den voor- bijen zomer opnieuw een wedstrijd om 't kampioenschap van Nederland uitschreef en de eerste partij door Euwe te spelen, liet voorafgaan aan den voor den wedstrijd be- paalden tijd, teekende Davidson daartegen protest aan en stelde den eisch, dat die partij werd overgespeeld, omdat ze buiten weten bangheid was waarschijnlijk grooter dan de angst, waarjj^ eenig man bij hem vandaan gegaan was. „Ja, ziet ge, lieve vrouw, volgens mijn op- vattingen begon hij onrustig. „Uw opvattingen!" riep zij verachtelijk. „Het zijn mooie opvattingen, George, als ze je beletten een vriend te helpen." „Ik zou hem aan de galg kunnen helpen," antwoorde hij. „Wees nu geduldig, en laat ik het uitleggen." „Ik zal wel geduld noodig hebben, dat weet God. Nu man?' Hij glimlachte vriendelijk, als om te too- nen, dat hij vriendelijk was, omdat hij geen lust had, zijn meesterschap te toonen. Zoo goed mogelijk, maar niettemin telkens onder- broken door een stroom van minachtende uit- roepen, maakte hij den toestand duidelijk, zooals hij dit al voor Holies gedaan had. „Nu, George!" zeide ze, toen hij uitge- sproken had, en haar dik, rood gezicht stond verbaasd. „Je wordt oud. Je bent de man niet meer, die je waart. Jij, de maker van een koning! Ha!" zij striemde hem met haar min- achting. Waar is het verstand, dat Karel Stuart weer op den troon hielp? In die da- gen werd je niet door een eerste belemmering afgeschrikt. Wat zou je zonder mij zijn, vraag ik mij af. Je hebt mij noodig, om je te doen zien, hoe je een vriend kunt helpen, zon der de aandacht op hem te vestigen van hen, die hem kwaad zouden kunnen doen." „Als je dat kan doen, lieve „Of ik dat kan? Als ik het niet kon, had ik mijn hersens wel kunnen laten braden voor het avondeten. Heb je geen andere com mando's te vergeven dan die hier in bet van de meeste kampioenwedstrijd-epelers was gespeeld. 't Bestuur ging hiermede niet accoord; (ons inziens was de eisch ook veel te zwaax, hoe- wel een protest zeer zeker op zijn plaats was), Davidson trok zidi nu terug. Dit vond schaaklievend Nederland zeer te bejammeren, daar de weg tot de zege nu voor Euwe stellig geen hinderpalen meer bood. Immers van de kandidaten voor de eerste plaats was alleen Dr. Olland nog over. We misten meerdere sterke spelers om de match belangrijk te doen zijn. Euwe werd dan ook ongeslagen kampioen met een flin- ken voorsprong op No. 2. Toen nu 't V. A. S. een 6-kamp voothe re idde, stelde Davidson zijn deelname afhan- kelijk van den eisch, dat hij eerst in een match met Euwe wilde uitgemaakt_ zien, dat Euwe werkelijk sterker was dan hij. Euwe heeft hierin bewilligd. Onder toezicht van twee andere V. A. S.- spelers had deze match plaats. Euwe heeft Davids nu eens voor goed de illusde ontnomen, dat deze even sterk is als hij; met 3 gewonnen, 0 verloren, 2 remises, werd D. „ingemaakt". Voorwaarden waren: hoogstens 10 par- tijen remises tellen niet mee en wie't eerst drie punten heeft, is winnaar. Hier volgen de 5 partijen, geknipt uit het Handelsblad. Eerste matchpartij. Wit: dr. M. Euwe. Zwart: J. Davidson. 1. c2c4, e7e5; 2. g2g3, Pb8c6; 3. Lflg2, Pg8f64. Pgl—f3, Lf8-c5; 5. e2e3, 0—0; 6. 0—0, d7—d5; 7. d2—d4, e5Xd4; 8. e3Xd4, Lc5—e7; 9. Pf3—e5, Pc6- b8!10. Pblc3, d5Xc4; 11. d4-d5, PbS- d7; 12. Pe5Xc4, Pd7—b6; 13. Pc4—e3. Noodzakelijk om d5 te dekken en Lc8g4 te verhinderen. 13a7e6; 14. b2—b3, Le7—c5; 15. Lcl—b2, Tf8—c8; 16. Ddl—f3, Dd8—d6; 17. Tal—el, Te8—e7; 18. a2—a4, Lc5—a3; 19. Lb2Xa3. Op Lb2al volgt La3Xb4! 19Dd6Xa3; 20. Pe3—c2, Da3—d6; 21. TelXe7, Dd6Xe7; 22. Tfl—el, De7— ,d8; 23. a4a5, Pb6—d7; 24. Pc2—e3, Pd7- e5; 25. Df3—e2, Ta8—b8. Een voorzorgsmaatregel tegen een moge- lijke dreiging van d5d6 met verlies van de pionnen b7 en a6 of een sterke vrijpion voor Wit. 26. f2f4, Pe5g6; 27. Pe3—c4, Lc8—f5; 28. h2—h3, Dd8f8; 29. Pc4—e3, Tb8—e8; 30. De2c4, Df8—e7; 31. Pe3—c2, De7— d7; 32. TelXe8f, Pf6Xe8; 33. Dc4-e2!, Pe8f634. Kgl—h2, Lf3Xc2. Hier kwam h7h5 in aanmerking met moeilijk spel voor Wit. 35. De2Xc2, h7—h6; 36. Dc2—e2, Dd7— d6; (Hier weigerde Wit het remise-aanbod). 37. De2c4, h6—h5; 38. Pc3—e4, Pf6Xe4; 39. Dc4Xe4, (en hier sloeg Zwart het remise- aanbod af), h5h4; 40. De4e8f, Pg6f8; 41. De8—e5, h4Xg3f; 42. Kh2Xg3, Dd6— d8. Remise op voorstel van Zwart. Een in- gewikkelde partij. Tweede matchpartij. Wit: J. Davidson. Zwart: Dr. M. Euwe. 1. d2d4, Pg8-f6; 2. Pgl-f3, g7-g6; 3. Pbl—c3, d7—d5; Op direct Lf8g7 volgt e2e4 met over- wegend spel van Wit. 4. Lclg5, Lg8g7; 5. e2e3, 00; 6. Lflf3, c7c6; 7. 0—0, Dd8—b6; 8. Tal— bl (Beter lijkt b2—b3), Lc8—g4!; 9. h2—h3, Lg3Xf3; 10. DdlXf3, Pb8—d7; 11. Lg5— f4, Tf8e8; 12. Df3—dl, e7—e5; 13. d4Xe5; Pd7Xe5; 14. Lf4Xe5, Te8Xe5; 15. Pc3-e2, Pf6e4; 16. Ld3Xe4, Te5Xe4; 17. c2—c3, Ta8e8; 18. Ddl—c2, h7—h5; 19. Tbl—dl, h5h4; 20. Pe2-d4, Db6—c7; 21. Pd4—f3, Dc7e722. Dc2—e2, Lg7—f6; 23. a2—a3, Kg8—g7; 24. Tflel, De7—c5; 25. Dc2-c2, Lf6d3; 26. Tdl—d4, Te4Xd4; 27. e3Xd4, TeSXelf; 28. Pf3Xel, Dc5e7; Remise. Derde matchpartij. Wit: dr. M. Euwe. Zwart: J. Davidson. 1. d2d4, Pg8f6; 2. Pgl-43, e7—e6; 3 e2e3; b7—b6; 4. Lfl-d3, Lc8—b7; 5. Pbld2, d7d5; 6. 0-0, Pb8—d7; 7. Ddl- e2, Lf8e78. Ld3—a6, Lb7Xa6; 9. De2X a6, 0-0; 10. b2—b3, c7—c5; 11. Lcl—b2, c5Xd4; 12. e3Xd4, Dd8—c7; 13. Tal—cl, Dc714; 14. Da6e2, Ta8c8; (Veiliger was eerst Df4—d6) 15. Pf3—e5, Pd7Xe5; 16. d4Xe5, Pf6—d7; 17. c2—c4, d5Xc4; 18. TclXc4, Tc8Xc4; 19. Pd2Xc4, Pd7—c5; De beslissende foutzet; beter is 19 Tf8d8, waarop na 20. Tfl—dl, Pd7—f3 enz. zou kunnen volgen met houdbaar spel. 20. Tfldl, Tf8—d821. TdlXd8f, Le7 Xd8; 22. Pc4—d6!, Ld8—e7; 23. g2—g3. Op 23. Pd6c8, Le7—f8, 24. Pc8Xa7 zou land?" Hij trok zijn wenkbrauwen op, alsof iets in zijn geest op haar woorden antwoordde. „Zijn er geen kolonien van het koninkrijk Engeland? Hoe staat het met Oost- en West- Indie? Ik weet, dat er een deel van Indie is, waarheen officieren voor goed gezonden worden. Wie zou zich om Randal's naam of geschiedenis bekommeren, als hij daar een- maal was?" „Bij God! Dat is een idee!" De Hertog keek Holies aan met schitteren- de oogen. „Wat zou je daarvan zeggen, Randal?" „ls daar plaats voor me?" vroeg de kolo- nel gretig. „Op dit oogenblik niet. Maar er komen dikwijls vacatures. De mannen sterven in die afgelegen streken, of hebben genoeg van het leven, of vinden het klimaat onverdragelijk en keeren terug. Er zijn gevaren aan verbon- den, natuurlijk, en Holies viel hem vol vuur in de rede. „Ik heb gezegd, dat ik van gevaren geleefd heb. En zij zullen minder zijn, dan die ge zegt, dat mij hier wachten, als ik thuis blijf. O, ik wil met vreugde de kans wagen. En ik heb weinig reden om zoo aan de oude wereld gehecht te zijn, dat ik ze niet voor de nieuwe zou willen ruilen." „Nu, wij zullen dus zien. Een weinig ge duld en misschien kan ik je een plaats daar geven." „Geduld," zei Holies, en zijn mond zakte weer. „Ja zeker, zulke plaatsen groeien maar niet als appels. Houd me op de hoogte, waar ge woont, en ik zal je bericht zenden, als de Pc5e4 met tegenkansen volgen. 23Df4—b4; 24. De2—f3, f7—f5; 25. Lb2—c3, Db4—a3; 26. Df3—a8f; Le7—f8; 27. Da8e8!, h7-h6; 28. Lc3—d4. Op 28. De8f7f, KgS—h7, 29. Df7Xf8 wint Zwart met Da3—elf het stuk terug. 228Da3Xa2; 29. De8—f7f, Kg8— h7; 30. Df7Xf8, Da2-c2!; 31. Ld4Xc5, b6X c5; 32. Df8—a8. Voorkomt iedere remise-mogelijkheid door eeuwig schaak. 32De2Xe5; 33. Pd6-e8!, De5— elf; 34. Kgl—g2, Del—e5; 35. Da8c6, De5—d5f; Op 35Kh7g6 volgt 36. Pe8-c7— a6 met winst van den c-pion 36. Dc6Xd5, e6Xd5; 37. Kg2—f3, c5—c4; 38. b3—b4, d5—d4; 39. Pe8-d6, c4—c3; 40. Kf3e2, Kh7g641. Ke2—d3, a7—a6; 42. Pd6b7, Kg6—f6; 43. PbV—c5, Kf6e5; 44. Pc5Xa6, Ke5-d5; 45. Pa6—c5, g7—g5; 46. Pc5—b3, c3c2; 47. Kd3Xc2, Kd5—c4; 48. b4—b5, d4d3f; 49. Kc2—d2 en Zwart geeft op. Vierde matchpartij. Wit: J4 Davidson. Zwart: Dr. M. Euwe. 1. Pglf3, c7—c5; 2. c2—c4, g7—g6; 3. g2-g3, Lf8-g7; 4. Lfl-g2, Pb8-c6; 5. 0—0, Pg8h6; 6. d2-d4. De kiem van het Verlies der partij; sterker was e2—e3, 6c5Xd4; 7. LclXh6, 7Xh6; 8. Pf3Xd4, Lh6—g7!; 9. Dd4X d7Xc6!. Uitstekend gespeeld! 10. Ddl—b3. Na Dameruil gaat de witte c- of b-pion ver loren. 100—0; 11. Pbl—c3, DdSc7; 12. a2a4. Ook Pc3e4 is onbevredigend wegens DdS—b8. 12Dc7b6; 13. Db3—a3, LcS— e6!; 14. c4-c5, Db6—b3; 15. a4-a5, Db3X a3; 16. TalXa3, Le6—c4; 17. b2—b4, a7— a6; 18. Lg2—f3, Ta8—d8; 19. Tfl—cl, Td8—d720. Pc3—dl, Lc4—e6; 21. Tel— bl, Tf8d8; 22. Pdl—e3, Td7—d2; 23. b4—b5. Een wanhoopsoffer; Wit is verloren. 23Td2—b2); 24. TblXb2, Lg7X b2; 25. Ta3d3, Td8Xd3; 26. e2Xd3, a6X b5; 27. a5a6, b7Xa6; b7XXa6; 28. Lf3Xe6, Lb2d4; 29. Lc6—b7, Ld4Xc5; 30. Lb7Xa6, Lc5Xe3; 31. f2Xe3, b5—b4; 32. d3—d4, Le6f5!; en Wit kan het door- loopen van den b-pion niet meer voorko- men. Vijfde matchpartij. Wit: dr. M. Euwe. ZwaiU; J. Davidson. 1. d2d4, Pg8f62. Pgl—f3, d7—d5; 3. e2e3, e7—e6; 4. Lfl—d3, c7—c5; 5. b2—b3, c5Xd4; .6. e3Xd4, Pb8-c6; 7. 0—0, Lf8e78. Lcl—b2, 0—0; 9. a2—a3, b7b610. Pbl—d?, Lc8—b7; 11. Ddl— e2, Ta8c812. Pf3—e5, Pc6Xe5; 13. d4Xe5, Pf6d714. c2—c4, d5Xc4; 15. Pd2Xc4, Pd7c5; 16. Ld3—c2, Lb7—d5; 17. Tfl—dl, Dd8c718. Tdl—d4. g7— g6; 19. Tal—cl, Dc7—b8!; 20. Tel—dl, Tf8—d8; 21. b3—b4, Ld5Xc4; Wel het beste; Wit dreigde met Pc4e3 het Paard naar den Koningsvleugel over te brengen. 22. Td4Xc4, TdSXdlf; 23. Lc2Xdl, Pc5—d7; 24. f2—f4, Tc8Xc4; 25. De2Xc4, Db8—dS! 26. Ldl—f3, Pd7—b8; 27. Lb2— d4! Wit heeft thans uitstekend spel, staat ech ter voor de moeilijke keus, of hij zijn actie op den Dame- dan wel op den Koningsvleugel moet beginnen. Zwart daarentegen kan niets aanvangen, moet afwachten, wat zijn tegen- stander zal doen. De lichte zwarte officieren hebben een lastige taak, zij moeten beide vleu- gels tegelijk dekken. Gaat het Paard naar f8, dan worden de a- en b-pionnen verzwakt; moet de verdediging dezer pionnen door dtn Looper geschieden, dan volgt de aanval op den zwarten Koning, zooals in de partij ge schiedt. Euwe speelt het vervolg zeer fijn 27 Kg8-g7; 28. g2-g3, h7-h5; 29. Kgl—g2, Kg7—f8; 30. Ld4—e3, Kf8— g731. a3a4, a7—a5; 32. b4Xa5, b6X a5; 33. Kg2—h3!, Le7—b4. De Looper moet de bescherming van den Koningsvleugel opgeven, ter verdediging van den a-pion. Thans volgt de beslissende doorbraak. 34. f4—f5! Een schitterend pionoffer, waardoor de Zwarte pionnenstelling ontwricht wordt en de witte Loopers bes'lissend kunnen inrgijpen. 34e6Xf5;35. e5—e6, gb-g5; 36. Lf3Xh5, f7—f6. Zwart mocht thans DdSh8 niet spelen, wegens 37. Le3—d4f, f7f6; 38. Ld4Xf6t, Kg7Xf6; 39. Dc4d4f en wint de Dame. 37. Dc4b5, DdSh838. Db5—b7f, gelegenheid zich voordoet. „En als hij niet gauw bericht zendt, kom mij dan weer eens opzoeken, Randal," zei Haar Genade, „we zullen hem wat vlugger maken. Hij is wel goed; maar hij wordt oud, en zijn geest werkt langzaam En de groote man, wiens oog legers ver- schrikt had, glimlachte zachtmoedig tegen zijn feeks. HOOFDSTUK IV. - Kersenbloesmes. Kolonel Holies knielde op het kozijn van het open raam van zijn zitkamer in Paul's Head. Hij scheen naar den kleinen zonnigen tuin te zien met de twee kersenboomen, waar- aan nog enkele bloesems hingen. Hij dacht aan kersenbloesems, maar niet aan die daar voor hem. De twee boomen van deze oase in de stad Lo'nden hadden zich vermenigvul- digd tot een kersenboomgaard in Devon uit de jaren, die onherroepelijk voorbij waien. Het verschijnsel was niet nieuw voor hem. Kersenbloesems hadden altijd dien invloed op hem. Hun aanblik gaf hem altijd weer het visioen, dat zich nu ook voor zijn peinzende oogen ontrolde. De kleine tuin van juffrouw Quinn was een uitgestrekte, bloeiende boom- gaard geworden. Boven de boomen op den achtergrond verhief zich aan de rechterhand een toren met een windwijzer in den vorm van een visch waarvan hij vaag wist, dat het het zinnebeeld van het Christendom was. Door een opening links zag hij -?cr .v-»t klimop bekleeden muur, die boven aan afbrok- kelde. Hier klom een jongen stil over -• eer. jongen met lange beenen en golvend blond Kg7—h6; 39. Db7—f7, Dh8—g7; 40. Df7— eS, Pb8c6; 41. Lh5—43 en Zwart geeft op, daar hij stukverlies niet verhinderen kan. (Analyses ten deele naar opmerkingen der beide spelers). Opl. eindspel 122 (Kotov). 1. Kc7 (dreigt 2. Ta7 en 3. Ta2 mat). 1a6 2. Ta6f bad 3. Tb8| Ka7 4. Tb7 Ka8 5. Kb6 g2 6. Tg7 en wint. Oplossing probleem 119 van G Guidelli (G. C.). Wit: Kh2 DdS Tb7 en g5 Pb2 Le6 pi a3. Zwart: Ka5 Tc7 Lb8 en b5 pi a7 a6 en b3, 1. 1. 1. 1. 1. Lf5 Lc6 (c4) 2. Dd2 mat. Ld7(d8)2. Ld7: mat. La4 2. Pc4 mat. Ld3 2. Ld3: mat. Le2 (fl) 2. Ld3 mat. De aandachtige oplosser heeft opgemerkt, dat de gegeven stelling een pat-stelling is, die door Wit wordt opgeheven. Dit opheffen van een patstand, de z.g. In- dische idee, werd in meerzettige problemen vaak schitterend uitgewerkt. Ook boven- staand probleem is zeer verdienstelijk. Men lette op de interferentie door den L (na en Lc4!) 1. Dd2 wordt weeriegd door Tc3f! Vandaar de L' op b8. Probleem No. 121 van E. Kubbel (G. C. '15). Zwart (11) Lc6 m VMl Wm. mm 1 a b c d e f g h Wit (7) Wit geeft mat in 2 zetten. Eindspel eener in 1912 te Lemberg gespeelde partij. Zwart: Dr. S. Au^bach. mm m mm Wm abc d e f g h Wit: N. Wisniowiecki. Er volgde: 1. Tel—dl Tc4c2 Een aardig valletje, waar Wit netjes inlopot. 2. Dd2Xd5? Tc2—elf!, en Wit verliest de Dame en de partij. AAN DE DAMMERS! In onze vorige rubriek gaven wij ter op lossing: probleem 932 (auteur M. Raymond) Stand. Zw. 11 sch. op: 8, 11, 12, 13, 14, 19, 23,' 24, 29, 36, 45 en dam op 25. W. 14 sch. op: 26, 27, 31, 32, 34, 37, 38, 39, 40, 43, 44, 46, 47, 50. Oplossing. 1. 47—41 1. 36:47 2. 26—21 2. 47 33 3. 39 28 3. 25 26 4. 46—41 4. 45 34 5. 32—28 5. 23 21 6. 31—27 6. 26 r39 7. 27 20 7. 25 15 S. 44 2! De beide laatste simultaanseances door den heer P. Kleute Jr. te Antwerpen en Zwijndrecht gegeven, waren voor hem een groot succes. In Antwerpen 25 deelnemers, 13 gew. 11> remise, 1 verl. In Zwijndrecht 27 deelnemers 23 gew3 remise, 1 verl. Het volgende probleempje van ir. W. Vrij- landt te Dordrecht was opgedragen aan den heer Kleute. haar, in wiens trekken de zijne te herkennen waren, als men van deze laatste de scherpe lijnen wegdacht, die de jaren cn een moeilijk leven er in gegroefd hadden. Zacht en vlug als een kat liet hij zich aan de andere zijde op den grond vallen, en daar stond hij half gebogen een glimlach om zijn jonge lip- pen, en een lach in zijn grijze oogen. Hij keck naar een meisje, dat geheel onbewust van zijn aanwezigheid heen en weer zwaaide op een schommel, gemaakt van een touw tusschen twee boomen. Zij was geen kind meer, maar had een vol- wassen, slanke bevalligheid, waardoor de menschen haar ouder schatten, dan de vijf- den jaren, die zij werkelijk telde. Haar gc laatskleur was niet die van rozen en leiien. Zij had een gezonde, verbrande tint, die ver kregen wordt door een leven in de open lucht, ver van de steden. Maar e6n blik in de langwerpige diepblauwe oogen, die de roem van haar lief gezichtje waren, was voldoende om u te zeggen, dat zij niet eenvoudig was, al was zij landelijk. Zij had een groot deel van die vrouwelijke slimheid, die het erf- deel van Moeder Eva voor haar liefste doch- ters is. Als men een man en wijs was, moest men het voorzichtigst zijn, als zij het zedigst was. Onder het schommelen, was haar bruin haar losgeraakt en viel als een wolk om haar heen. Zooveel mogelijk in de maat met het schommelen zong zij: „He, jonge liefde! Ho, jonge Ssfde! Waar blijft ge? Terwijl ik hier op it wacht Gereed om te trouwen. „He. ionffe liefde! Ho, jonge (Wordt vcrvolgdX r/// 4mm?,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1926 | | pagina 5