DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Bet cadeau-stelsel.
No. 241
Hoaderd acht en twiatigste Jaarganar
1926
ZATERDAG
16 OCTOBER
Uit het Parlement
Buitenland
Dit numtner beslaat ui< 2 bladen.
Dcze Courant wordl ELKEN AVOND, behalvc Zon- en Feestflagenuitgegeven.
Abonnementsprijs bij vooruitbetaling per 3 maanden voor Alkmaar 2.—, franco door
bet geheele Rijk 2.50.
Afzonderlijke en bewTjsnummers 5 cents.
PRAJS DER OEWONE ADVBRTENTlfiNi
Per regel /0.25, bij groote contracten rabat Qroote letters naar plaaterahnfe.
Brieven franco aan de N. V. Boek* en Handelsdrakkerij r/b HERMs. COSTER ft ZOOM*
Voordam C 9.
OireeteurG. H KRAK.
Telef.nr. Administrate 3.
Telef^nii^ Redaeiie 33.
Postgiro 37060.
Hoofdredacteuri Tj. &L ADEMA*
Een van de belangrijkste vraagstukken,
dat in onze middenstandsorganisaties en
daarnaast in verschillende Kamers van
Koophandel den laatsten tijd sterk naar vo
ren is getreden, is het cadieaustelsel.
Een stelsel, dat nu juist niet nieuw is te
noemen, dat ook reeds meermalen op midden-
standsvergaderingen, oip congressen en in
tijdschriften is behandeld, maar dat desniet-
tegenstaandle in den loop der laatste jaren
van zoo groote beteekenis is geworden, dat
men zonder overdrijving van een maatschap-
pelij'k kwaad kan spreken.
Het wordt inderdaad hoog tijd, dat een
kraehtige actie gevoerd wordt om dit kwaad
te keeren.
Want het is in werkelijkheid een ondermij-
nende en besmettelijke middenstandsziekte,
een ziekte, die langzaam maar zeker voort-
woekert, die fabriek na fabriek en winkel na
(vinkel aantast en waarvan dag aan dag
dleszins eerlijke handelaren het slaeht-
iffer worden omdat zij eenvoudig voor
de keus gesteld worden: of het cadeau-stel-
sel in een of anderen vorm voor bepaalde
artikelen te aanvaarden, of de vrij groote
zekerheid te hebben, dat hun klanten voortaan
die artikelen bij een vrijgeviger concurrent
zullen koopen.
Vooj wiji verdcr gaan is het noodiakelijk
even na te gaan wat cr eigenlijk gebeurt
wanneer in een of anderen vorm op diverse
winkelwaren een betrekkelijk belangrijk
cadeau wordt gegeven.
Stel, dat kruidenier A. een pond so ike r en
sen ipond koffie voor 1.20 verkoopt en krui-
ienier B. bij dat ipond suiker en dat pond
koffie nog een ons thee cadeau geeft, dan
zullen talrijke huisirtoeders in deze dure tij-
den hun suiker en koffie niet bij A. maar bij
B. koopen
Immens, zij krijgen dan een ons thee ca
deau", dat zij in dien anderen winkel nog
eens extra zouden moeten betalen.
En nu is het groote axioma waarop het
zeheele cadeau-stelsel gebaseerd is: het pu-
Dliek tracht voor zijn geld steeds zoo veel
mogelijk te krijgen en laat zich door een
handige reclame graag om den turn leiden.
Men gelooft maar al te graag, dat fabri
kanten en winkeliers menschen zijn, die veel
geld verdienen.
Wil een bepaalde fabrikant of winkelier
zijn concurrenten nu eens wat klanten af-
handig maken, welnu, dan getroost hij zich
eenigen tijd eens wat kleiner verdiensten of
dan werkt hij desnoods eens een tijdje met
verlies en het geld, dat de fabriek of de
winkel daardoor minder ontvangt, komt dan
het publiek in den vorm van cadeaux ten
goede.
Zoo redeneert men en waarom zou men
van die kostbare reclame niet profiteeren?
Misschien komt het inderdaad wel eens
voor, dat een fabrikant, grossier of winkelier
zonder verdienste werkt, wellicht zelfs eeni
gen tijd geld op zijn onderneming toelegt om
een concurrent te overvleugelen en de klan
ten naar eigen onderneming te trekken.
Maar die gevallen blijven uitzondieringen.
Een fabrikant kan zijn onderneming niet
staande houden door zonder winst of met
verlies te werken.
Zijn bedrijf is opgericht met het voorop
prezette doel om winst, liefst zoo groot moge-
lijke winst te maken en er zal dus al heel
spoedig een tijd moeten komen, dat die fa
brikant voor de keuze staat: of zijn kostbare
cadeau-reclame te staken maar dan ver
iest hij zijn pas verworven klanten weer
of er mee door te gaan en zich op andere
wijze schadeloos te stellen.
Er is maar een manier waarop dit kan
gebeuren.
Wat hij aan cadeaux verliest moet weer op
het artikel gewonnen worden.
Prijsverhooging is in den concurrentie-
strijd niet mogelijk.
Dus: moet hij voor den z elf den prijs een
minderwaardig artikel verkoopen.
Hij zal moeten bezuinigen op grondstof-
fen, wellicht op de bereid'ingswijze en in
alle gevalle vermindert dus de kwaliteit.
En nu zijn er tal van artikelen
voornamelijk zeep en boter waaraan het
publiek, wanneer ze maar fraai verpakt en
sterk aangeprezen worden, niet spoedig be-
merkt, dat de kwaliteit lets minder is dan
men dat vroeger gewend' was, vooral niet
wanneer de overgang in verloop van een be
trekkelijk lange periode plaats grijpt.
Laten wij de uitzonderingsgevallen van
tijdelijk voor niets of bijna niets werkende
fabrikanten en winkeliers verder buiten be-
schouwing, dan is de algemeene regel bij het
tadeau-stelsel dus deze: hoe grouter cadeau,
hoe minder de kwaliteit van het gekochte
artikel.
Of nog eenvoudiger: het publiek betaalt
zijn cadeaux zelf.
!Hoe weinigen bedenken dit.
Men laat zich zoo gaarne verblinden door
den sehoonen schijn.
Het publiek is als een groot kind, dat
gaarne cadeautjes krijgt, dat, zonder er ver
der over na te denken, alles koopt bij den
winkelier, die zich niet als zijn concurrenten
tot aflevering van het bestelde beperkt, maar
er telkens weer bonnetjes voor dit en voor
dat bijvoegt, waardoor men in enkele weken
een Japansch theeservies, een schemerlamp,
ja zelfs een rijwiel of een naaimaehine
„cadeau" krijgt.
En wanneer A. voor 1.20 een pond sui
ker en een pond koffie levert en B. er boven-
dien nog een ons thee bij doet, dan wil men
maar al te graag gelooven, dat A. zich ten
koste van zijn klanten verrijkt en B. een
royale reclame maakt en dan loopen de klan
ten van A. naar B. zonder te bedenken, dat
B. wellicht nog meer verdient dan A. omdat
het vanzelfsprekend is, dat de koffie en de
suiker van B. van mindere kwaliteit moeten
zijn.
Dan loopen de klanten bij A. weg en dan
moet A. na korter of langer tijd zijn principes
voor een zoo eerlijk mogelijken handel prijs
geven, dan moet de jaren geroemde kwaliteit
van een oude fabriek of een oud handelshuis
er aan gewaagd worden, om mee te kunnen
dcen in dien dolzinnigen wedloop om de
gunst van een wispelturig publiek.
Dan voert ook A. het cadeau-stelsel in, dan
geeft hij, in den fellen concurrentiestrijd
steeds meer en steeds kostbaarder toegiften
en wint zijn onkosten in dezelfde mate uit op
de kwaliteit zijner artikelen.
Wie om zich heen zief, wie in alle couran-
ten advertenties vol schoone beloften leest,
begrijpt hoe het cadeau-stelsel de laatste ja
ren populair is geworden, beseft tevens hoe
snel het kwaad om zich heen heeft gegrepen,
hoe het vrijwel alle zaken van artikelen van
dagelijksch gebruik reeds heeft aangetast.
En wanneer men nu meent, dat de winke
lier er een enthcusiast voorstander van is,
dan gelooven wij, dat men zich zeer zou be-
driegen.
Immers: er is geen eenvoudiger en geen
prettiger handel dan goede kwaliteit winkel
waren tegen den laagst mogelijken prijs af te
leveren.
En al die rompslomp van bonnetjes, plaat-
jes en ctiketten, die weer moeten ingewisseld
worden tegen de meest verschillende cadeau
tjes, geeft noodelooze moeite en maakt van
een eenvoudig kruidenier tegenwoordig bo-
vendien nog een handelaar in theeserviezen,
lepels en vorken of wekkerklokjes.
Wat ook een kant van dit veelzijdige
vraagstulc is, want het is vanzelfsprekend,
dat de kruidenier zoodoende, tegen wil en
dank, een gevaarlijk concurrent wordt van
handelaars in galanteriewaren, boekwinkels
en velerlei andere zaken.
Het zal er dan ook wel mee gaan als met
het sluitingsuur.
De mcesten zullen gaarne van dien romp
slomp bevrijd worden, maar zij zijn onmach
tig daartoe zoolang hun concurrenten daar
aan niet tegelijkertijd een einde maken.
Maar de strijd om het bestaan, envin ver-
band daarmede de noodzakelijkheid om den
kooplust van het publiek te prikkelen, is zoo
fel, dat concurrenten hier niet spoedig tot
gemeenechappelijk overleg en samenwerking
zullen komen.
Een der groote moeilijkheden van dit vraag-
stuk is het trekken van de grens tusschen
geoorloofde reclame en het verderfelijke ca
deau-stelsel.
In de dezer dagen gehouden bespreking
van dit vraagstuk in een vereenigde verga-
dering van onze Kamer van Koophandel en
de middenstands-organisaties is deze moeiliik-
heid eveueens naar voren gebracht.
De inlcider, die het cadeau-stelsel bestreed,
achtte het daarnaast volkomen natuurlijk,
dat een firma b.v. kalenders, prentenboeken,
potlooden, drinkglazen of aschbakkcn met
zijn naam er on cadeau geeft.
En de heer Englander wees er o. i. terecht
op, dat wanneer hij in zijn zaak een met zijn
naam beschilderde deken cadeau geeft. deze
deken geschikt voor het gebruik blijft, clus
een zekere handelswaarde vertegenwoordigt
en daarom onder de ongeoorloofde tcegiftcn
meet worden gerangschikt.
De groote vraag is: waar is de grens?
Reclame in betrekkelijk kleine cadeautjes,
balions of prentenboeken moet mogelijk blij
ven.
In het algemeen zullen die cadeautjes den
naam van den fabrikant of winkelier dragen
en zuivcr als reclame-artikelen dus als on-
vcrplichte verrassiugco beschouwd kun
nen worden.
En daarnaast staan dan de verplichte kost
baarder geschenken, die in den regel op geen
enkele wijze door aanduiding van fabrieks- of
firma-naam het karakter van een zuiver re-
clame-artikel dragen.
Een eveneens opmerkelijke zijde van dit
moeilijke vraagstuk is de wijze waarop de
cadeaux in handen der consumenten komen.
Men geeft ze reclitstreeks, zooals b.v. thee
of cacao, bij een zeker bedrag aan winkelwa
ren, men geeft ze door bonnetjes in doosjes
of pakjes van een bepaald fabrikaat, waarvan
een zeker aantal tegen allerlei geschenken
kan worden ingewisseld, men organi&ert op
ceti of andere wijze een kansspel, door b.v.
letters van een bepaald woord of een firma-
naam over verschillende verpakte artikelen te
verdeelen en prijzen uit te loven voor wie den
naam volledig inlevert.
Men doet kleine speelgoed-artikelen in pak
jes zeeppoeder, meel of chocolade of wel
en dit is nog de beste vorm van het cadeau-
stelsel, die vrijwel grenst aan geoorloofde re
clame men doet als zoo vefe bekende ia-
brieken en laat kunstcnaars van naam recla-
me-plaatjes of boekjes ontwerpen, die verza-
meld kuxmen worden tot een geheel van groo
te paedagogische waarde.
Ook hier is een zeer groote verscheiden-
heid van uitvoering en de vraag: waar is de
grens tusschen het geoorloofde en het on-
toelaatbare? is zeer moeilijk te beantwoordea.
Wij achten het vanzelfsprekend, d'at wan
neer een winkelier zooals in Alkmaar her-
haaldelijk het geval is een prijsraadsel uit-
schrijft, iets uit zijn etalage laat raden of
voor een beperkten tijd b.v. elken vijftigsten
of honderdsten koopi 1 et besteede geld te-
rug geeft, Jaarmede iets doet, dat eenvoudig
onder toelaatbare reclame kan worden ge
rangschikt.
Immers: die winkelier maakt daar geen
gewoonte van, hij doet dit onverplicht bij een
bepaalde gelegenheid en voor korten tijd en
het is dus heel wel mogelijk, dat die winke
lier inderdaad in die dagen of weken zijn
verdienste uit een'oogpunt van reclame aan
het publiek ten goede doet komen.
Even weinig valt er te zeggen tegen het
zoo aantrebkeujk mogelijk maken van zijn ar
tikelen door als b.v. de limonade-fabrieken,
daaraan fraaie stoppen of in celluloid ver
pakte rietjes toe te voegen, al nadert men hier
weer dicht het terrein waarop met recht ge-
vraagd mag worden of de kwaliteit op den
duur niet de nadeelige gevolgen van te
royale aflevering zal ondervinden.
Het vraagstuk is zoo veelzijdig, dat wij
onwillekeurig in de verleidimg komen, het van
nog andere kanten te bekijken, maar de ge-
bruikelijke omvang van dit artikel maakt het
noodzakelijk ons te bekorten.
De kwestie waar het ten slotte op neer-
komt is deze: erkent men het cadeau-stelsd
als een kwaad, dat tot noodelooze uitgaven
prikkelt en ziet men de noodzakelijkheid, dat
kwaad te beteugelen en zoo mogelijk^uit te
roeien, om weer tot een gezonder en'norma-
ler handelsleven te komen, wat is dan de
beste en snelste wijze om er een eind aan te
maken?
In sommige landed, als Belgie en Denemar
ken, is de regeering tusschenbeiden gekomen,
maar men heeft daarvan nog weinig gunsti
ge resultaten kunnen ontdekken.
Wij zijn bij het vraagstuk der verplichte
winkelsluiting hebben wij het uitvoerig doen
uitkomen alles behalve bewonderaars van
regeeringsvoorschriften, die'van den vrijeti
Hollander langzamerhand een in alle opzich-
ten afhankelijk en bereglementeerd wezen
maken.
Laat de regeering er zoo lang mogelijk bui
ten en tracht het kwaad met eigen middelen
te bestrijden.
Niet in de eerste plaats bij fabrikanten en
winkeliers, al zouden zij in negentig van de
honderd gevallen niets liever willen dan uit
dien maalstroom bevrijd te worden.
Tast het kwaad in den wortel aan, dat is
in het publiek zelf.
Open allereerst de oogen van de gedach
tenloozen, die werkelijk meencn, dat het de
royaliteit van den winkelier is, dat zij een
ons thee voor niets krijgen of tien procent
korting cn fraaie cadeaux op bonnetjes in
cntvangst kunnen nemen.
Maakt de menschen duidelijk, dat zij hun
cadeaux zelf betalen.
Heeft men d6 groote massa daarvan goed
doordrongen, dan zal er een tijd kunnen ko
men, dat zooals de heer De Raat reeds a!
wenschelijk naar voren bracht zelfstand
gc winkeliers reclame vocr hun waren kunncr
maken door er op te wijzen, dat zij geen cc
deaux geven.
Pan zal or hopelijk een concurrentifistrr
ontstaan in het geven van geen cadeaux maar
in het daarnaast bewij^en hpeveej yoedzamer.
doelmatiger, duurzamer en daardoor kost
baarder de voor dezelfde prijzen afgeleverde
artikelen kunnen worden.
Reeds is het vraagstuk in verschillende Ka
mers van Koophandel ter sprake gekomen,
hebben werkgeversvereenigingen het in stu-
die genomen en heeft zich een landelijk be-
strijdingscomite gevormd, dat voortgekomen
is uit de middenstandsorganisaties. Men
denkt er over tegen een firma, die van over
bading der loterijwet verdacht wordt, een
proefproces uit te lokken, men wil, zooals de
heer Mollerus in de Kamer van Koophandel
hier ter stede reeds deed uitkomen, in ver
schillende plaatsen anti-cadeau-weken organi-
seeren en men overweegt een uitgebreide re
clame tegen het cadeau-stelsel.
Ook in onze courant heeft men de vorige
week reeds een waarschuwing in dichtvorm
kunnen aantreffen en het is te verwachten,
dat de eentrale organisaties den strijd tegen
het steeds voortwoekerend kwaad zoo krach-
tig mogelijk ter hand zullen nemen.
Hopelijk zal men langzamerhand gaan be
grijpen, dat de consument de cadeautjes be
taalt.
Dat hij in vele gevallen aan kwaliteit
van zijn verbruiksartikelen te kort komt, wat
hij aan allerlei prullaria als toegift mee naar
huis neemt.
Dan zal een gezond handelsleven weer mo
gelijk worden en zal men opnieuw kunnen be
reiken, wat zoowel voor producent als voor
consument als hoogste wet moet gelden: de
beste waren leveren voor de laagste prijzen.
ten hoogste 100 te bedreigen. Dat was
ietwat mal en de commissie van rapporteurs
had het denkbeeld aan de hand gedaan om
de bevoorrechten kortweg te noemen tand-
meester, dus met den ouden titel van voor
1013 te voorzien. Maar er zijn nog vele tand-
artsen, die krachtens de vroegere wetgeving
den naam van tandmeester dragen, zoodat
verwarring niet zou kunnen uitblijven.
Waarom de heer Duys met een vurige speech
aan kwam zetten met het voorstel cm de door
de wet van 1925 bevoorrechte tandtechnici
kort maar krachtig tandheelkundige te noe-
emn. Minister Slotemaker de Bruine, die het
ontwerpje met lofwaardige handigheid tegen
den heer Marchant verdedigde, verklaarde
daartegen geen bezwaar te hebben en daarop
is ten slotte het voorstel zonder stemming
goedgekeurd.
Dinsdag komen nu de belastingontwerpen
aan de orde.
Den Haag 15 October 1926.
De Tweede Kamer is heden begonuc;. met
verwerping van de motie van den heer Cra
mer, waarbij de Kamer als haar oordeel zou
uitspreken, dat de Indische regeering zich
strikt moet onthouden-van steun aan eenige
politieke partij. De waarheid die er in lag
opgesloten, was natuurlijk niet te weerspre-
ken. Toch heeft de motie maar 29 voorstem-
mers tegen 51 tegenstemmers gekregen, om
dat, blijkens de door leden afgelegde verkla-
ringen, men eensdeels de motie overbodig
vond, anderdeels vreesde, dat zij in Indie een
ongewenscht ongunstigen indruk zou maken
De rest van de vergadering van gister is
besteed geweest aan het ontwerpje tot wijzi-
ging van de wet van 29 Juni 1925 betreffen-
de de toelating van technici tot de tandheel-
kunde. Men weet, dat er nog al wat te doen is
geweest over de uitvoering der wet van 1925
De bedoeling daarvan was de tandtechnici,
die reeds in 1913 het bedrijf van tandtechni
cus uitoefenden, als tandheelRmdigen toe t<
laten. Maar in de uitvoering der wet door het
departement van Arbeid is het tot mallighe
den gekomen. Wie de ware schuldige is, weet
de outsider nog steeds niet, maar een feit is
het, dat personen, die in 1913 nog in de korte
broek liepen, dus voorwaar het bedrijf van
tandtechnicus niet konden uitoefenen, niette-
min onder het ministerschap van mr. Koolen
een fiat verwierven om het tandheelkundig
bedrijf uit te oefenen. Toen dat bekend werd,
werd er allerwege, in de eerste plaats door
de tandartsen, die de zaak toch al met leede
oogen hadden aangezien, alarm geslagen en
het slot is geweest, dat de huidige regeering
met een wetje bij de Kamer kwam om het
reeds gestichte kwaad zooveel mogelijk onge-
daan te maken. Voorgeschreven wordt daar
bij onder meer, dat wie reeds vergunning had
gekregen om, hoewel slechts techniker, toch
de tandheelkunde uit te oefenen, opnieuw een
visum op zijn acte van toelating zou moeten
aanvragen. Dan zal er opnieuw, niet door de
ambtenaren der regeering maar door een
soort van jury, beslist worden, of de betrokke
nen, reeds in 1913 het beroep van techniker
uitoefende. Zoo niet, dan krijgt hij geen
nieuw visum en zal hem dus de vroeger ver-
leende bevoegdheid ontnomen wordeh
Een doodeenvoudige regeling,. maar als
er toch een geheele vergadering mede ge
mceid is geweest, is dit in de eerste plaats toe
te schrijven aan juridische bezwaren, welke
in het bijzonder de heer Marchant met de
aan hem eigen levendigheid te berde bracht
Er was voorzeker wat waars in de juridische
grieven door hem ontwikkeld. In theorie is
ook wel wat,te zeggen voor het door hem ge-
opperde denkbeeld, dat de regeering kortweg
had kunnen declareeren, dat de door haar ten
onrechte verleende visa geschrapt zouden
worden, doch het voorgedragen on twerp zou
minder draconisch tot het zelfde resultaa
leiden en de overgrcote meerderheid der Ka
mer heeft dan ook geweigerd met den heer
Marchant mee te gaan.
In de tweede plaats is lang, men kan ook
eggen veel te lang, gepraat over de vraag,
:oe men die tot aandcelhoudkundige gepro-
noveerdc technici zou moeten noemen. De
i regeering had voorgestdd den naam van
I ...tandheelkundige (wet van 29 Juni 1925
j Stbl. 282)" en het acbtertvege laten van do
mspede tusschen haakies met een boete van
FRANKRIJK'S FINANCIEELE
TOESTAND.
Omtrent den financieelen toestand wordt
bericht dat het overvloedig binnenkomen der
belastiogen het de regeering heeft mogelijk
gemaakt het Morgan-fonds geheel te recon-
stitueeren. Dat bovendien volgens den laat
sten bankstaat 650 mihioen aan de Banque
de France kon worden terugbetaald bewijst
dat de toestand reeds zeer veel verbeterd is.
Aangaande de plannen der regeering in-
zake de accoorden van Washington en Lon
don weet Hutin in de „Echo de Paris" mee te
deelen dat de verdeeldheid tusschen de ver
schillende ministers omtrent de noodzakelijk
heid te ratificeeren, zooals te verwachten was,
volstrekt nog niet is opgeheven. Daarover
zal, alvorens de Kamers bijeenkomen (Hutin
meent dat dit misschien eerst 11 November
gebeuren zal, inplaats 4) nog een langdurige
discussie worden gehouden en de regeering
heeft dienaangaande nog geen definitieve be-
slissing genomen. Het is dus mogelijk dat de
ratificatie vooreerst nog geheel niet aan de
orde komt en de Kamer begint met de be
spreking der bezuinigingsdecreten en ont-
werp-begrooting.
LABOUR EN DE BRITSCHE -
BUITENLANDSCHE POLITIEK.
Op de Donderdag gehouden zitting der
Labourconferentie werden verschillende reso-
luties aangenomen betreffende de buiten-
landsche politiek.
Verwelkomd werd de toetreding van
Duitschland tot den Volkenbond. Het ver-
langen werd uitgedrukt naar een nieuwe ont-
wapeningsconferentie, waartoe ook Rusland
zal worden uitgenoodigd en hervatting van
de politieke besprekingen op de basis van het
protocol van Geneve. Verder wordt er bij de
Britsche regeering op aangedrongen, gebruik
te maken van de aankomst van Krassin in
Engeland voor hervatting der onderhandelin-
gen met Rusland, ten einde tot een overeen-
komst te komen in zake de hervatting der
politieke en economische betrekkingen met
Rusland op een normale basis.
Betreffende China werd een resolutie aan
genomen, waarin geprotesteerd wordt tegen
het bombardement van Wanhsien door de
Engelsche marine, welk optreden echter on-
vermijdelijk is, aldus de resolutie, zoolang de
Britsche regeering niet erkent, dat de tijd' van
imperialistische inmenging in Chineesche
zaken voorbij is.
De national'istisehe en democratische stroo-
mingen onder de Chineezen worden met in-
stemming begroet en de Britsche regeering
wordt aangemaand, de meest strikte neutra-
liteit in acht te nemen. den invoer van wa-
pens en oorlogsmaterieel door Engelsche on-
derdanen in China te beletten en ellce gele
genheid te baat te nemen, zich in verbinding
te stellen met welke regeering in China ook
gezag moge bezitten, ten einde tot onder-
handelingen te komen over de herziening der
Britsch-Chineesche verdragsrelaties, inclusief
de afsehaffing der exterritoriale voorrechten.
DE OOM UIT AMERIKA.
Een Fransch ipostbeambte, te Bone in Al
giers werkzaam, zekere Antoine Rossi, een
vader van negen kinderen, heeft een onge-
hoorde buitenkans. Zijn oom, die op 98-jari-
gen leeftijd ergens in den Amerikaanschen
staat Missisippi is gestorven, heeft hem tot
eenige erfgenaam benoemd, zoodat hem ten
deel valt de kleinigheid van 15 millioen dol
lar oftewel 525 millioen francs, ongeacht
nog een bloeiende katoenspinnerij.
EEN OESTER-MONUMENT TE TOKIO.
Een der eigenaardigste monuimenten zal
te Tokio verrijzen: daar, waar immers de
i parelindustrie een groote rol speelt, gaat
men een fraaien toren fcouwen, waarin 19000
oarels zullen worden aangebracht. De firma
Mikimoto bouwt dit monument. De inwijding
van den toren gaat gepaard met een reli
gious feest, waarbij o.m. een mis voor de Zie-
len der doodle oesters zal worden opgedragen.
Ook de ivoorsnijders lazen kort geleden te
Tokio een mis ve<>r de olifanten die om nun
arbeid en brood te verschaffen, het teyen
moesten laten.
ALRMAiRSCHB GOURANT
itj
1C3W
m
I