DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Bet cadeau-stelsel. No. 241 Hoaderd acht en twiatigste Jaarganar 1926 ZATERDAG 16 OCTOBER Uit het Parlement Buitenland Dit numtner beslaat ui< 2 bladen. Dcze Courant wordl ELKEN AVOND, behalvc Zon- en Feestflagenuitgegeven. Abonnementsprijs bij vooruitbetaling per 3 maanden voor Alkmaar 2.—, franco door bet geheele Rijk 2.50. Afzonderlijke en bewTjsnummers 5 cents. PRAJS DER OEWONE ADVBRTENTlfiNi Per regel /0.25, bij groote contracten rabat Qroote letters naar plaaterahnfe. Brieven franco aan de N. V. Boek* en Handelsdrakkerij r/b HERMs. COSTER ft ZOOM* Voordam C 9. OireeteurG. H KRAK. Telef.nr. Administrate 3. Telef^nii^ Redaeiie 33. Postgiro 37060. Hoofdredacteuri Tj. &L ADEMA* Een van de belangrijkste vraagstukken, dat in onze middenstandsorganisaties en daarnaast in verschillende Kamers van Koophandel den laatsten tijd sterk naar vo ren is getreden, is het cadieaustelsel. Een stelsel, dat nu juist niet nieuw is te noemen, dat ook reeds meermalen op midden- standsvergaderingen, oip congressen en in tijdschriften is behandeld, maar dat desniet- tegenstaandle in den loop der laatste jaren van zoo groote beteekenis is geworden, dat men zonder overdrijving van een maatschap- pelij'k kwaad kan spreken. Het wordt inderdaad hoog tijd, dat een kraehtige actie gevoerd wordt om dit kwaad te keeren. Want het is in werkelijkheid een ondermij- nende en besmettelijke middenstandsziekte, een ziekte, die langzaam maar zeker voort- woekert, die fabriek na fabriek en winkel na (vinkel aantast en waarvan dag aan dag dleszins eerlijke handelaren het slaeht- iffer worden omdat zij eenvoudig voor de keus gesteld worden: of het cadeau-stel- sel in een of anderen vorm voor bepaalde artikelen te aanvaarden, of de vrij groote zekerheid te hebben, dat hun klanten voortaan die artikelen bij een vrijgeviger concurrent zullen koopen. Vooj wiji verdcr gaan is het noodiakelijk even na te gaan wat cr eigenlijk gebeurt wanneer in een of anderen vorm op diverse winkelwaren een betrekkelijk belangrijk cadeau wordt gegeven. Stel, dat kruidenier A. een pond so ike r en sen ipond koffie voor 1.20 verkoopt en krui- ienier B. bij dat ipond suiker en dat pond koffie nog een ons thee cadeau geeft, dan zullen talrijke huisirtoeders in deze dure tij- den hun suiker en koffie niet bij A. maar bij B. koopen Immens, zij krijgen dan een ons thee ca deau", dat zij in dien anderen winkel nog eens extra zouden moeten betalen. En nu is het groote axioma waarop het zeheele cadeau-stelsel gebaseerd is: het pu- Dliek tracht voor zijn geld steeds zoo veel mogelijk te krijgen en laat zich door een handige reclame graag om den turn leiden. Men gelooft maar al te graag, dat fabri kanten en winkeliers menschen zijn, die veel geld verdienen. Wil een bepaalde fabrikant of winkelier zijn concurrenten nu eens wat klanten af- handig maken, welnu, dan getroost hij zich eenigen tijd eens wat kleiner verdiensten of dan werkt hij desnoods eens een tijdje met verlies en het geld, dat de fabriek of de winkel daardoor minder ontvangt, komt dan het publiek in den vorm van cadeaux ten goede. Zoo redeneert men en waarom zou men van die kostbare reclame niet profiteeren? Misschien komt het inderdaad wel eens voor, dat een fabrikant, grossier of winkelier zonder verdienste werkt, wellicht zelfs eeni gen tijd geld op zijn onderneming toelegt om een concurrent te overvleugelen en de klan ten naar eigen onderneming te trekken. Maar die gevallen blijven uitzondieringen. Een fabrikant kan zijn onderneming niet staande houden door zonder winst of met verlies te werken. Zijn bedrijf is opgericht met het voorop prezette doel om winst, liefst zoo groot moge- lijke winst te maken en er zal dus al heel spoedig een tijd moeten komen, dat die fa brikant voor de keuze staat: of zijn kostbare cadeau-reclame te staken maar dan ver iest hij zijn pas verworven klanten weer of er mee door te gaan en zich op andere wijze schadeloos te stellen. Er is maar een manier waarop dit kan gebeuren. Wat hij aan cadeaux verliest moet weer op het artikel gewonnen worden. Prijsverhooging is in den concurrentie- strijd niet mogelijk. Dus: moet hij voor den z elf den prijs een minderwaardig artikel verkoopen. Hij zal moeten bezuinigen op grondstof- fen, wellicht op de bereid'ingswijze en in alle gevalle vermindert dus de kwaliteit. En nu zijn er tal van artikelen voornamelijk zeep en boter waaraan het publiek, wanneer ze maar fraai verpakt en sterk aangeprezen worden, niet spoedig be- merkt, dat de kwaliteit lets minder is dan men dat vroeger gewend' was, vooral niet wanneer de overgang in verloop van een be trekkelijk lange periode plaats grijpt. Laten wij de uitzonderingsgevallen van tijdelijk voor niets of bijna niets werkende fabrikanten en winkeliers verder buiten be- schouwing, dan is de algemeene regel bij het tadeau-stelsel dus deze: hoe grouter cadeau, hoe minder de kwaliteit van het gekochte artikel. Of nog eenvoudiger: het publiek betaalt zijn cadeaux zelf. !Hoe weinigen bedenken dit. Men laat zich zoo gaarne verblinden door den sehoonen schijn. Het publiek is als een groot kind, dat gaarne cadeautjes krijgt, dat, zonder er ver der over na te denken, alles koopt bij den winkelier, die zich niet als zijn concurrenten tot aflevering van het bestelde beperkt, maar er telkens weer bonnetjes voor dit en voor dat bijvoegt, waardoor men in enkele weken een Japansch theeservies, een schemerlamp, ja zelfs een rijwiel of een naaimaehine „cadeau" krijgt. En wanneer A. voor 1.20 een pond sui ker en een pond koffie levert en B. er boven- dien nog een ons thee bij doet, dan wil men maar al te graag gelooven, dat A. zich ten koste van zijn klanten verrijkt en B. een royale reclame maakt en dan loopen de klan ten van A. naar B. zonder te bedenken, dat B. wellicht nog meer verdient dan A. omdat het vanzelfsprekend is, dat de koffie en de suiker van B. van mindere kwaliteit moeten zijn. Dan loopen de klanten bij A. weg en dan moet A. na korter of langer tijd zijn principes voor een zoo eerlijk mogelijken handel prijs geven, dan moet de jaren geroemde kwaliteit van een oude fabriek of een oud handelshuis er aan gewaagd worden, om mee te kunnen dcen in dien dolzinnigen wedloop om de gunst van een wispelturig publiek. Dan voert ook A. het cadeau-stelsel in, dan geeft hij, in den fellen concurrentiestrijd steeds meer en steeds kostbaarder toegiften en wint zijn onkosten in dezelfde mate uit op de kwaliteit zijner artikelen. Wie om zich heen zief, wie in alle couran- ten advertenties vol schoone beloften leest, begrijpt hoe het cadeau-stelsel de laatste ja ren populair is geworden, beseft tevens hoe snel het kwaad om zich heen heeft gegrepen, hoe het vrijwel alle zaken van artikelen van dagelijksch gebruik reeds heeft aangetast. En wanneer men nu meent, dat de winke lier er een enthcusiast voorstander van is, dan gelooven wij, dat men zich zeer zou be- driegen. Immers: er is geen eenvoudiger en geen prettiger handel dan goede kwaliteit winkel waren tegen den laagst mogelijken prijs af te leveren. En al die rompslomp van bonnetjes, plaat- jes en ctiketten, die weer moeten ingewisseld worden tegen de meest verschillende cadeau tjes, geeft noodelooze moeite en maakt van een eenvoudig kruidenier tegenwoordig bo- vendien nog een handelaar in theeserviezen, lepels en vorken of wekkerklokjes. Wat ook een kant van dit veelzijdige vraagstulc is, want het is vanzelfsprekend, dat de kruidenier zoodoende, tegen wil en dank, een gevaarlijk concurrent wordt van handelaars in galanteriewaren, boekwinkels en velerlei andere zaken. Het zal er dan ook wel mee gaan als met het sluitingsuur. De mcesten zullen gaarne van dien romp slomp bevrijd worden, maar zij zijn onmach tig daartoe zoolang hun concurrenten daar aan niet tegelijkertijd een einde maken. Maar de strijd om het bestaan, envin ver- band daarmede de noodzakelijkheid om den kooplust van het publiek te prikkelen, is zoo fel, dat concurrenten hier niet spoedig tot gemeenechappelijk overleg en samenwerking zullen komen. Een der groote moeilijkheden van dit vraag- stuk is het trekken van de grens tusschen geoorloofde reclame en het verderfelijke ca deau-stelsel. In de dezer dagen gehouden bespreking van dit vraagstuk in een vereenigde verga- dering van onze Kamer van Koophandel en de middenstands-organisaties is deze moeiliik- heid eveueens naar voren gebracht. De inlcider, die het cadeau-stelsel bestreed, achtte het daarnaast volkomen natuurlijk, dat een firma b.v. kalenders, prentenboeken, potlooden, drinkglazen of aschbakkcn met zijn naam er on cadeau geeft. En de heer Englander wees er o. i. terecht op, dat wanneer hij in zijn zaak een met zijn naam beschilderde deken cadeau geeft. deze deken geschikt voor het gebruik blijft, clus een zekere handelswaarde vertegenwoordigt en daarom onder de ongeoorloofde tcegiftcn meet worden gerangschikt. De groote vraag is: waar is de grens? Reclame in betrekkelijk kleine cadeautjes, balions of prentenboeken moet mogelijk blij ven. In het algemeen zullen die cadeautjes den naam van den fabrikant of winkelier dragen en zuivcr als reclame-artikelen dus als on- vcrplichte verrassiugco beschouwd kun nen worden. En daarnaast staan dan de verplichte kost baarder geschenken, die in den regel op geen enkele wijze door aanduiding van fabrieks- of firma-naam het karakter van een zuiver re- clame-artikel dragen. Een eveneens opmerkelijke zijde van dit moeilijke vraagstuk is de wijze waarop de cadeaux in handen der consumenten komen. Men geeft ze reclitstreeks, zooals b.v. thee of cacao, bij een zeker bedrag aan winkelwa ren, men geeft ze door bonnetjes in doosjes of pakjes van een bepaald fabrikaat, waarvan een zeker aantal tegen allerlei geschenken kan worden ingewisseld, men organi&ert op ceti of andere wijze een kansspel, door b.v. letters van een bepaald woord of een firma- naam over verschillende verpakte artikelen te verdeelen en prijzen uit te loven voor wie den naam volledig inlevert. Men doet kleine speelgoed-artikelen in pak jes zeeppoeder, meel of chocolade of wel en dit is nog de beste vorm van het cadeau- stelsel, die vrijwel grenst aan geoorloofde re clame men doet als zoo vefe bekende ia- brieken en laat kunstcnaars van naam recla- me-plaatjes of boekjes ontwerpen, die verza- meld kuxmen worden tot een geheel van groo te paedagogische waarde. Ook hier is een zeer groote verscheiden- heid van uitvoering en de vraag: waar is de grens tusschen het geoorloofde en het on- toelaatbare? is zeer moeilijk te beantwoordea. Wij achten het vanzelfsprekend, d'at wan neer een winkelier zooals in Alkmaar her- haaldelijk het geval is een prijsraadsel uit- schrijft, iets uit zijn etalage laat raden of voor een beperkten tijd b.v. elken vijftigsten of honderdsten koopi 1 et besteede geld te- rug geeft, Jaarmede iets doet, dat eenvoudig onder toelaatbare reclame kan worden ge rangschikt. Immers: die winkelier maakt daar geen gewoonte van, hij doet dit onverplicht bij een bepaalde gelegenheid en voor korten tijd en het is dus heel wel mogelijk, dat die winke lier inderdaad in die dagen of weken zijn verdienste uit een'oogpunt van reclame aan het publiek ten goede doet komen. Even weinig valt er te zeggen tegen het zoo aantrebkeujk mogelijk maken van zijn ar tikelen door als b.v. de limonade-fabrieken, daaraan fraaie stoppen of in celluloid ver pakte rietjes toe te voegen, al nadert men hier weer dicht het terrein waarop met recht ge- vraagd mag worden of de kwaliteit op den duur niet de nadeelige gevolgen van te royale aflevering zal ondervinden. Het vraagstuk is zoo veelzijdig, dat wij onwillekeurig in de verleidimg komen, het van nog andere kanten te bekijken, maar de ge- bruikelijke omvang van dit artikel maakt het noodzakelijk ons te bekorten. De kwestie waar het ten slotte op neer- komt is deze: erkent men het cadeau-stelsd als een kwaad, dat tot noodelooze uitgaven prikkelt en ziet men de noodzakelijkheid, dat kwaad te beteugelen en zoo mogelijk^uit te roeien, om weer tot een gezonder en'norma- ler handelsleven te komen, wat is dan de beste en snelste wijze om er een eind aan te maken? In sommige landed, als Belgie en Denemar ken, is de regeering tusschenbeiden gekomen, maar men heeft daarvan nog weinig gunsti ge resultaten kunnen ontdekken. Wij zijn bij het vraagstuk der verplichte winkelsluiting hebben wij het uitvoerig doen uitkomen alles behalve bewonderaars van regeeringsvoorschriften, die'van den vrijeti Hollander langzamerhand een in alle opzich- ten afhankelijk en bereglementeerd wezen maken. Laat de regeering er zoo lang mogelijk bui ten en tracht het kwaad met eigen middelen te bestrijden. Niet in de eerste plaats bij fabrikanten en winkeliers, al zouden zij in negentig van de honderd gevallen niets liever willen dan uit dien maalstroom bevrijd te worden. Tast het kwaad in den wortel aan, dat is in het publiek zelf. Open allereerst de oogen van de gedach tenloozen, die werkelijk meencn, dat het de royaliteit van den winkelier is, dat zij een ons thee voor niets krijgen of tien procent korting cn fraaie cadeaux op bonnetjes in cntvangst kunnen nemen. Maakt de menschen duidelijk, dat zij hun cadeaux zelf betalen. Heeft men d6 groote massa daarvan goed doordrongen, dan zal er een tijd kunnen ko men, dat zooals de heer De Raat reeds a! wenschelijk naar voren bracht zelfstand gc winkeliers reclame vocr hun waren kunncr maken door er op te wijzen, dat zij geen cc deaux geven. Pan zal or hopelijk een concurrentifistrr ontstaan in het geven van geen cadeaux maar in het daarnaast bewij^en hpeveej yoedzamer. doelmatiger, duurzamer en daardoor kost baarder de voor dezelfde prijzen afgeleverde artikelen kunnen worden. Reeds is het vraagstuk in verschillende Ka mers van Koophandel ter sprake gekomen, hebben werkgeversvereenigingen het in stu- die genomen en heeft zich een landelijk be- strijdingscomite gevormd, dat voortgekomen is uit de middenstandsorganisaties. Men denkt er over tegen een firma, die van over bading der loterijwet verdacht wordt, een proefproces uit te lokken, men wil, zooals de heer Mollerus in de Kamer van Koophandel hier ter stede reeds deed uitkomen, in ver schillende plaatsen anti-cadeau-weken organi- seeren en men overweegt een uitgebreide re clame tegen het cadeau-stelsel. Ook in onze courant heeft men de vorige week reeds een waarschuwing in dichtvorm kunnen aantreffen en het is te verwachten, dat de eentrale organisaties den strijd tegen het steeds voortwoekerend kwaad zoo krach- tig mogelijk ter hand zullen nemen. Hopelijk zal men langzamerhand gaan be grijpen, dat de consument de cadeautjes be taalt. Dat hij in vele gevallen aan kwaliteit van zijn verbruiksartikelen te kort komt, wat hij aan allerlei prullaria als toegift mee naar huis neemt. Dan zal een gezond handelsleven weer mo gelijk worden en zal men opnieuw kunnen be reiken, wat zoowel voor producent als voor consument als hoogste wet moet gelden: de beste waren leveren voor de laagste prijzen. ten hoogste 100 te bedreigen. Dat was ietwat mal en de commissie van rapporteurs had het denkbeeld aan de hand gedaan om de bevoorrechten kortweg te noemen tand- meester, dus met den ouden titel van voor 1013 te voorzien. Maar er zijn nog vele tand- artsen, die krachtens de vroegere wetgeving den naam van tandmeester dragen, zoodat verwarring niet zou kunnen uitblijven. Waarom de heer Duys met een vurige speech aan kwam zetten met het voorstel cm de door de wet van 1925 bevoorrechte tandtechnici kort maar krachtig tandheelkundige te noe- emn. Minister Slotemaker de Bruine, die het ontwerpje met lofwaardige handigheid tegen den heer Marchant verdedigde, verklaarde daartegen geen bezwaar te hebben en daarop is ten slotte het voorstel zonder stemming goedgekeurd. Dinsdag komen nu de belastingontwerpen aan de orde. Den Haag 15 October 1926. De Tweede Kamer is heden begonuc;. met verwerping van de motie van den heer Cra mer, waarbij de Kamer als haar oordeel zou uitspreken, dat de Indische regeering zich strikt moet onthouden-van steun aan eenige politieke partij. De waarheid die er in lag opgesloten, was natuurlijk niet te weerspre- ken. Toch heeft de motie maar 29 voorstem- mers tegen 51 tegenstemmers gekregen, om dat, blijkens de door leden afgelegde verkla- ringen, men eensdeels de motie overbodig vond, anderdeels vreesde, dat zij in Indie een ongewenscht ongunstigen indruk zou maken De rest van de vergadering van gister is besteed geweest aan het ontwerpje tot wijzi- ging van de wet van 29 Juni 1925 betreffen- de de toelating van technici tot de tandheel- kunde. Men weet, dat er nog al wat te doen is geweest over de uitvoering der wet van 1925 De bedoeling daarvan was de tandtechnici, die reeds in 1913 het bedrijf van tandtechni cus uitoefenden, als tandheelRmdigen toe t< laten. Maar in de uitvoering der wet door het departement van Arbeid is het tot mallighe den gekomen. Wie de ware schuldige is, weet de outsider nog steeds niet, maar een feit is het, dat personen, die in 1913 nog in de korte broek liepen, dus voorwaar het bedrijf van tandtechnicus niet konden uitoefenen, niette- min onder het ministerschap van mr. Koolen een fiat verwierven om het tandheelkundig bedrijf uit te oefenen. Toen dat bekend werd, werd er allerwege, in de eerste plaats door de tandartsen, die de zaak toch al met leede oogen hadden aangezien, alarm geslagen en het slot is geweest, dat de huidige regeering met een wetje bij de Kamer kwam om het reeds gestichte kwaad zooveel mogelijk onge- daan te maken. Voorgeschreven wordt daar bij onder meer, dat wie reeds vergunning had gekregen om, hoewel slechts techniker, toch de tandheelkunde uit te oefenen, opnieuw een visum op zijn acte van toelating zou moeten aanvragen. Dan zal er opnieuw, niet door de ambtenaren der regeering maar door een soort van jury, beslist worden, of de betrokke nen, reeds in 1913 het beroep van techniker uitoefende. Zoo niet, dan krijgt hij geen nieuw visum en zal hem dus de vroeger ver- leende bevoegdheid ontnomen wordeh Een doodeenvoudige regeling,. maar als er toch een geheele vergadering mede ge mceid is geweest, is dit in de eerste plaats toe te schrijven aan juridische bezwaren, welke in het bijzonder de heer Marchant met de aan hem eigen levendigheid te berde bracht Er was voorzeker wat waars in de juridische grieven door hem ontwikkeld. In theorie is ook wel wat,te zeggen voor het door hem ge- opperde denkbeeld, dat de regeering kortweg had kunnen declareeren, dat de door haar ten onrechte verleende visa geschrapt zouden worden, doch het voorgedragen on twerp zou minder draconisch tot het zelfde resultaa leiden en de overgrcote meerderheid der Ka mer heeft dan ook geweigerd met den heer Marchant mee te gaan. In de tweede plaats is lang, men kan ook eggen veel te lang, gepraat over de vraag, :oe men die tot aandcelhoudkundige gepro- noveerdc technici zou moeten noemen. De i regeering had voorgestdd den naam van I ...tandheelkundige (wet van 29 Juni 1925 j Stbl. 282)" en het acbtertvege laten van do mspede tusschen haakies met een boete van FRANKRIJK'S FINANCIEELE TOESTAND. Omtrent den financieelen toestand wordt bericht dat het overvloedig binnenkomen der belastiogen het de regeering heeft mogelijk gemaakt het Morgan-fonds geheel te recon- stitueeren. Dat bovendien volgens den laat sten bankstaat 650 mihioen aan de Banque de France kon worden terugbetaald bewijst dat de toestand reeds zeer veel verbeterd is. Aangaande de plannen der regeering in- zake de accoorden van Washington en Lon don weet Hutin in de „Echo de Paris" mee te deelen dat de verdeeldheid tusschen de ver schillende ministers omtrent de noodzakelijk heid te ratificeeren, zooals te verwachten was, volstrekt nog niet is opgeheven. Daarover zal, alvorens de Kamers bijeenkomen (Hutin meent dat dit misschien eerst 11 November gebeuren zal, inplaats 4) nog een langdurige discussie worden gehouden en de regeering heeft dienaangaande nog geen definitieve be- slissing genomen. Het is dus mogelijk dat de ratificatie vooreerst nog geheel niet aan de orde komt en de Kamer begint met de be spreking der bezuinigingsdecreten en ont- werp-begrooting. LABOUR EN DE BRITSCHE - BUITENLANDSCHE POLITIEK. Op de Donderdag gehouden zitting der Labourconferentie werden verschillende reso- luties aangenomen betreffende de buiten- landsche politiek. Verwelkomd werd de toetreding van Duitschland tot den Volkenbond. Het ver- langen werd uitgedrukt naar een nieuwe ont- wapeningsconferentie, waartoe ook Rusland zal worden uitgenoodigd en hervatting van de politieke besprekingen op de basis van het protocol van Geneve. Verder wordt er bij de Britsche regeering op aangedrongen, gebruik te maken van de aankomst van Krassin in Engeland voor hervatting der onderhandelin- gen met Rusland, ten einde tot een overeen- komst te komen in zake de hervatting der politieke en economische betrekkingen met Rusland op een normale basis. Betreffende China werd een resolutie aan genomen, waarin geprotesteerd wordt tegen het bombardement van Wanhsien door de Engelsche marine, welk optreden echter on- vermijdelijk is, aldus de resolutie, zoolang de Britsche regeering niet erkent, dat de tijd' van imperialistische inmenging in Chineesche zaken voorbij is. De national'istisehe en democratische stroo- mingen onder de Chineezen worden met in- stemming begroet en de Britsche regeering wordt aangemaand, de meest strikte neutra- liteit in acht te nemen. den invoer van wa- pens en oorlogsmaterieel door Engelsche on- derdanen in China te beletten en ellce gele genheid te baat te nemen, zich in verbinding te stellen met welke regeering in China ook gezag moge bezitten, ten einde tot onder- handelingen te komen over de herziening der Britsch-Chineesche verdragsrelaties, inclusief de afsehaffing der exterritoriale voorrechten. DE OOM UIT AMERIKA. Een Fransch ipostbeambte, te Bone in Al giers werkzaam, zekere Antoine Rossi, een vader van negen kinderen, heeft een onge- hoorde buitenkans. Zijn oom, die op 98-jari- gen leeftijd ergens in den Amerikaanschen staat Missisippi is gestorven, heeft hem tot eenige erfgenaam benoemd, zoodat hem ten deel valt de kleinigheid van 15 millioen dol lar oftewel 525 millioen francs, ongeacht nog een bloeiende katoenspinnerij. EEN OESTER-MONUMENT TE TOKIO. Een der eigenaardigste monuimenten zal te Tokio verrijzen: daar, waar immers de i parelindustrie een groote rol speelt, gaat men een fraaien toren fcouwen, waarin 19000 oarels zullen worden aangebracht. De firma Mikimoto bouwt dit monument. De inwijding van den toren gaat gepaard met een reli gious feest, waarbij o.m. een mis voor de Zie- len der doodle oesters zal worden opgedragen. Ook de ivoorsnijders lazen kort geleden te Tokio een mis ve<>r de olifanten die om nun arbeid en brood te verschaffen, het teyen moesten laten. ALRMAiRSCHB GOURANT itj 1C3W m I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1926 | | pagina 1