Alkmaarsche Courant Een speelbal der fortuin, Brieven nit Berltjn. EiH5[SlB5t®t303SlSBB50ZSE!!IlElElH5@®O Dinsdag 19 October ®®E®®®B®E! FEU1LLET0N. No. 246 1926 Handera Acht en Twintigste Jaargang. GEVONDEN VOORWERPE'N. Aanwezig aan het Bureau van politie, Langestraat en aldaar te bevragen op alle werkdagen tusschen 11 en 1 uur, de navol- gende voorwerpen als gevonden gedeponeerd op 11, 12, 13, 14 en 15 October 1926: duim- stok, rozenkrans, collier, hondenhalsband, kerkboekje in etui, Unionsleutel, hand- schoencn. Aanwezig en te bevragen bij de navolgen- de ingezetenen, onderstaande voorwerpen, als gevonden aangeven op 11, 12, 13, 14 en 15 October 1926: Portem. met inh. Dir. Stadstram; horloge met armband, G. Mulder, Zes Wielen; knip- mes, C. Bots, Heerenstraat no. 6; zilveren kruis, E. Kevelaar, Poppelmanslaan 15; rij- wielplaatje in etui, J. Groot, Snaarmanslaan 75; rijwielplaatje, J. Stroet, Bergerweg 70; portemonnaie met inh., T. Duin, R. O. G 18; kerkboek, C. Kraakman, Westdij'k 4; zakmes, M. Kopman, Seheteldoekshaven 4; 5 Deka- gramgewicht, F. Helderman, Doelenstr 6; koperen passer, P. Verhagep, v. d. Woude- straat 27; portemonnaie met 0.04, M. B'auwboer, Ritsevoort 42; rijwielbelasting- merk, L. Bosnian, Kennemerstraatweg 79; rijwielbelastingmerk, H. Savenye, Koorstr. 8; 2 iepenplanken, D. de Louw, Voordam 14; taschje met beursje, W. de Moel, Ei'kelen- bergstraat 33; zakje inh. haarlint, J. Rade- maker. Wagenmakerstraat 15; koralen ket- ting, P. Klaver, Bierkade 10; grijze borst- rok, R. Lodder, Koningsweg 66; handschoen, 'J. Paff, Zeglis 79; sleepershaak, FH.de Munk, Ritsevoort 44; hondenhalsband, Jan Hoekmeijer, Tuinstraat 3; ceintuur, J. Hol- man, Laat 28; grijze pet, Jan Kwant, Dreb- elstraat 24; broche met steen, G. Kaai, Vo- gelenzaog 19; rozenkrans, T. Kraneburg, laat 51zilverarmbandhorloge, W. van Hardinxveld, Westerweg 62; portemonnaie, T Venneker, Laat 90; boodschappentasch, 'A. Hop, Raaksje 2; postduif, A. P. Moei=s, Kennemerstraatweg 68, Heiloo; manchet- knoop, G. Bruin, Breedstraat 49; hand schoen, J. G. Scheepmaker, Langestr. 103; gouden kettinkje, J. Keiser, Schermeerstr 4; handje, R. Helderman, Visscherslaan 10; mes, A. v. d. Kuit, Nieuwpoortslaan 133; spons en zeem, A. de Rover, Overdiestr. 64; bankbiljet, I. Lemmers, 2e Landdwarsstraat 20; gouden broche, Ch Paulie, v. Leeuwen- hoekstraat 28; knot bruin sajet, J. Molen- kamp, Westerlaantje; poes, J. v. Putten, Oudegracht 121; belastingplaatje in etui, J. Hooveling, Westerlaantje 61; herdershond J. Verwer, Baanstr.; damestasch met inh. ij. Idema, St. Jozelfstraat 9. Wanneer men weder in het bezit is van het verloren voorwerp, wordt men verzocht hiervan kennis te geven aan het Bureau van politie. De stad zonder traditie. Waar ligt de Spree? Het verwaarloosde Oud-Berlijn. Het einde van het „Kaiserhof". De onverzadigde bureaucratie. "Berlijn, eind September. Berlijn, de jongste van de Europeesche wereldsteden, ond^rscheidt zich van haar oudere zusters hierin, dat men er steeds aan het verbouwen is. Zeker ook Parijs en Lon- den en Rome ontwikkelen en veranderen zich. breiden zich uitook daai worden nieuwe wijken bijgebouwd. Maar de kern van deze steden wordt daardoor slechs wei- nig aangelast. In Berlijn is dat anders Juist het stadscentrum, de City, wordt van de ver- anderingen, die in den loop van den tijd wor den aangebracht, de dupe Berlijn heett geen traditie Het zoekt begeerig naar het nieuwe en maakt zich zonder sentimentaliteit van verschillende overleveringen en gewoonten los Welk een rol speelt de Seine in Parijs, de Theems in Londen! In Berlijn bekommert zich niemand om de Spree. Ongetwijfeld zijn de Seine en de Theems belangrijker rivieren, maar toch ontbreekt aan de Spree noch de beteekenis voor het zakenleven. noch de schoonheid, welke aan het stadsbeeld zoo'n groote bekoring verleent. Maar niemand slaat acht op die schoonheid, die niet dage- lijks aan haar bestaan herinnerd wordt, door- dat zijn arbeid hem in de nabijheid van de rivier brengt. En dat is slechts een klein per centage van de bevolking. De kringen van hen. die het eigenlijke ..Berlijnsche publiek" vertegenwoordigen. weten niets van de Spree Men" woont in het Westen Er zijn schoolkinderen van twaalf, veertien jaar, die in verlegenheid raken, als men ze vraagt, waar de Spree is. Men stelle zich zooiets in Londen of Parijs voor! Eenzelfde gebrek aan belangstelling als de Spree valt Oud-Berlijn te beurt, dat toch geenszins arm is aan schilderachtige, inte- ressante straatjes, van kostelijke oude hui- zen, v.n. uit den tijd van Frederik den Groote Maar ook hieraan wordt nauwelijks eenige aandacht besteed. De oude gebouwen, deels ware prachtstukken in barok- en rococostijl, heeft men zoo verwaarloosd, dat ze een af- zichtelijken aanblik opleveren. Ze zijn ver- vuild en verrot, de versiering is afgebrokkeld, de bekoorlijke friezen, guirlandes, gipsen beelden, schelpen en cartouchen waarmee men de huizen in de 18de eeuw versierde, be- vinden zich in een treurigen staat. Om nu nog maar te zwijgen van den inwendigen toestand der huizen. Andere Duitsche ste den zijn altijd in de weer dergelijke herinne- ringen aan het historische verleden in stand te houden, de oude huizen op te khappen en opnieuw te verven, dikwijls in kleuren, die naast elkaar een prachtig effect maken. In Berlijn heeft thans eerst de noodkreet van eenige kunst- en stadvrienden de magistraat met moeite ertoe bewogen, zijn plichten van pieteit te vervullen. Terwijl aldus de oudste stadsdeelen, in de nabijheid van de Spree, bijna een eeuw lang op de schandelijkste wijze verwaarloosd zijn, bedreigt thans de Westelijke, zich on- middellijk aan het centrum aansluitende za- ken- en handelswijken gevaar. Nog heeft de Leipzigerstrasse de groote hoofdader van dit kwartier, haar waardigheid weten op te hou den. Maar Jiaar troon begint al een weinig te wankelen. Reeds in een vorigen Berlijn- schen brief heb ik erop gewezen, dat de meer aan den buitenkant gelegen straten van het Westen nieuwe hoofdwinkelstraten worden, dat de groote zaken uit de Leipzigerstrasse daar fiiialen openen. Deze ontwikkeling is intusschen snel voortgeschreden. Sneller dan men gemeend had, werkt de magnetische kracht, die van de nieuwe gedeelten van het Westen uitgaac Och, zei men, de City blijft toch genoeg aantrekkelijks houden om deze nieuwe wijken hun verband met het overige deel der stad niet te doen verliezen. In de eerste plaats be- vinden zich in het centrum de groote hotels Deze hotels zijn niet alleen de pleisterplaats voor de voorname en welgestelde vreemde- lingen, maar ze vormen met hun groote en kleinere feestzalen het tooneel voor de offi- cieele samenkomsten. de groote diners, tea's, recepties en bals. Hier vieren de tooriaange- vende vereenigingen, genootschappen en overige corporaties hun lubilea. Dan zijn er de chique restaurants, die iederen avond (de groote toeloop komt na de schouwburgvoor- stellingen) de menschen, die zich tot de uitgaande wereld rekenen, tot zich trekken. Nu echter zal uit dezen schitterenden keten een der voornaamste schakels genomen wor den: het hotel „Kaiserhof", aan den Wilhelm- platz gelegen, zal een andere bestemming krijgen. De rijksregeering wil het reusachtig gebouw aankoopen, om zijn vijfhonderd ka- mers in bureaux te herscheppen. Duitschland is wel is waar door het Verdrag van Ver sailles een flink stuk kleiner geworden, zijn aantal inwoners is in vergelijking jpet het jaar voor den oorlog met bijna tien millioen afgenomen, maar onze bureaucratie kan met haar oud, machtig paleis, niet meer „toe- komen". Zij heeft nieuwe gebouwen noodig, om zich uit te breiden. Men hoort wel van „afvloeiing van beambten" en van strenge bezuinigingsmaatregelen. Maar plotseling liggen 814 millioen mark gereed om een der- gelijk reuzengebouw aan te koopen! De verontwaardiging der bevolking is al- gemeen. De Berlijner was altijd bijzonder trotsch op zijn „Kaiserhof". Want dit was het eerste groote werkelijke eerste rangs hotel, in den stijl van de internationale hotels in andere landen, dat na de stichting van het keizerrijk het was in het jaar 1875 ge- bouwd werd. Maar men moet niet gelooven, dat het intusschen verouderd was. Het is nog kort voor den oorlog geheel verbouwd en gemoderniseerd. Omdat de rijksministers in de onmiddellijke nabijheid lagen, logeerde in Kaiserhof bij voorkeur zij, die naar Ber lijn kwamen omdat ze met de Duitsche regee- ring het een of ander te verhandelen had- den. Zoo groot is tirouwens het aantal eerste rangs-hotels in de Duitsche hoofdstad niet, dat het Berlijnsche vreemdelingenverkeer een der belangrijkste van de kleine groep zou kunnen missen. Het is dan ook niet te ver- wonderen, dat er een storm van verontwaar diging is opgestoken. Men roept den Rijks- dag te hulp: deze moet de regeering het geld voor een dergelijke reusachtige uitgave wei- geren. Maar men weet wel, hoe zoo iets gaat. Heeft de bureaucratie eenmaal op iets haar zinnen gezet, dan houdt ze daaraan vast en tenslotte wordt het een handelszaak: de toonaangevendt partijen worden op een REGELMATIG EN OP BEKWAME MANIER ADVERTEERT IN DE ALKMAARSCHE COURANT Naar het Engelsch van Rafael Sabatini. Geautoriseerde vertaling van A. T. „Deze vampyrs hebben de ingewanden ver- scheurd van betere mannen dan ik voor de- zelfde zaak, en als het ons mislukte, mogen zij de mijne ook wel hebben. Maar het zal ons niet mislukken. Onze plannen zijn slim gemaakt en reeds goed gevorderd. Er is iemand in Holland, die ze bestuurt een naam, dien ik u nog niet durf noemen, maar een naam, die dierbaar is aan alle eerlijke lieden. Het uur heeft bijna geslagen. Onze agenten zijn overal verspreid, bezig den volksgeest te kneden en in het goede kanaal te leiden. De hemel zelf is ons te hulp geko- men met deze pestziekte te zenden, die schrik brengt in de harten der menschen en hem zich zelf doet afvragen in hoe ver de ondeugden, waardoor de regeerders dit land verlagen, deze bezoekingen niet kunnen hebben uitge- lokt. Die prediker, dien gij op de trap van Paul's gehoord hebt, is een van onze agen ten, het goede werk doende, het zaad op de vruchtbare plaatsen werpend. En zeer spoe- dig nu zal de oogst komen en welk een oogst." Hij hield op, en zag zijn diep getroffen vriend aan met een oog, waarin iets van het licht der dweepzucht gloeide. „Je degen is werkeloos en je zoekt er werk voor Randal. Hier vindt ge een dienst, dien ge met eere moogt aanvaarden. Het is de dienst van de oude republiek, waaraan ge in den ouden tijd trouw waart, een dienst die tegen de vijanden gericht is, welke aan man nen als gij een plaats zouden willen weige- ren. Je handelt niet alleen voor je zelf, maar voor duizenden in dezelfde omstandigheden. En je land zal het niet vergeten. Wij hebben behoefte aan degens als die van jou. Ik bied je tegelijk een zaak en een loopbaan aan. Albemarle scheept je af met beloften van be- noemingen, waarbij dagelijks de voorkeur wordt gegeven aan de slechte vrienden van de schepsels aan het lichtzinnig hof van Ka- rel Stuart. Ik heb mijn hart eerlijk en vrij voor je open gelegd, zelfs met eenig,gevaar. Wat heb je mij te antwoorden?" Holies stond op, zijn besluit was genomen, zijn gelaat stond vastberaden. „Wat ik in het begin gezegd heb. Ik ben een huurling. Ik maak geen regeeringen. Ik dien ze. Er is geen zaak in de geheele wereld, die me thans geestdriftig kan stemmen." „Toch kwam je thuis; om Engeland in zijn nood te helpen." „G>mdat ik niet wist, waar anders heen te gaan." „Heel goed. Ik neem je aan volgens je eigen schatting, Randal niet, dat ik je ge- loof, maar om de argumenten niet te ver- warren. Nu je hier bent, vindt je de deuren, waardoor je gerekend had, binnen te komen, of andere wijze door groofe en kleine fege- moetkomingen op een ander gebied tot in- williging van den eisch gebracht. De ambte- naren denken: op den duur zal de openbare meening zich wel aan de gedachte, die haar nu nog vreemd voarkomt, gewennen. En helaas hebben ze daarin meestal gelijk. Vermoedelijk zal dus een der voornaam ste elementen van het groote maatschappelijke leven wel spoedig uitgeschakeld worden. De Beplijnsche city verliest op die wijze lang- zamerhand haar oude positie. Ik zou alleen wel eens willen weten, wat er /an de ele gante, rijfc versierde feestzalen en salons van het „Kaiserhof" zal worden. Of hier de re- geeringsraden, de geheimraden, kanselarij- raden, gezantschapsraden en „geheime expe- dierende secretare" zullen ontbijten en tot besluit van den arbeid een dansje zullen ar- rangeeren? Mogelijk is alles. Dr. MAX OSBORN. Provinciaal nieuws VIE RBONDSVE RG ADE RING. Den 16en dezer vergaderde in het „Land- bouwhuis" te Alkmaar de besturen der vei- lingsvereenigingen te Broek op Langendijk, Noordscharwoude. Warmenhuizen en Obdam, samen vormende den z.g. „Vierbond". Daar de uitnoodiging was uitgegaan van Warmenhuizen, had de heer Slot, voorzitter dier vereeniging de leiding. In zijn openings- woord deed spr. uitkomen, dat een tweetal belangrijke zaken in behandeling zouden wor den genomen, n.l. het vaststellen van mini- mum-prijzen voor kooluitschot en het z.g bonnenstelsel. Met den wensch, dat de bespre- kingen een vriendschappelijk karakter zou den mogen dragen, verklaarde spr. de verga- dering voor geopend en "werden door den heer Klant de notulen gelezen der vorige vergade- ring, waarin deze punten reeds waren bespro- ken door de afgevaardigden der genoemde vereenigingen, terwijl thans vrijwel de volle- dige besturen aanwezig waren. De notulen werden onder dankzegging goedgekeurd. De voorzitter stelde daarna het eerste punt aan de orde, verklarende, met genoegen reeds kennis genomen te hebben van de verslagen van verschillende vergaderingen der aange- sloten afdeelingen, waar het voorstel om kool uitschot, dat ter veiling geen hoogeren prijs dan 60 cts. per 100 K.G. te vergoeden. Namens de L. G. C. verklaarde de heer P. Slot, dat het voorstel door de L. G. C. was aangenomen, terwijl daar de vraag was op- geworpen, of nog geen stap verder gegaar. kon worden. Met genoegen deelde spr. mede, dat in deze richting ook een besluit was geno men betreffende bloemkool. Door den heer Brugman werd meegedeeld. dat ook de N. M. Bond het voorstel heeft aanvaard, terwijl de heer Bakker, voorzitter van de veilingsvereeniging te Obdam te ken- nen gaf, dat men zich ook daar had uitge- sproken voor het beginsel in het voorstel neergelegd, doch niet accepteeren kon de voorwaarde, dat het minderwaardige produc4 dan voor den halven prijs door het veilings- bestuur wordt overgenomen. Niettemin ligt het ook daar in te bedoeling het product te onttrekken aan de consumptie. De voorzitter, wiens vereeniging deze zaak het eerst ter spyake heeft gebracht, verheugde zich ten zeerste over deze eenstemmigheid en meende, dat de onderdeelen aan de veilings- besturen dienen te worden overgelaten. De heer S. de Boer kon zich hiermede niet vereenigen, overtuigd dat dan toch nog weer getracht zou worden bij eenige pcijsstijging met het zelfde product weer ter veiling te ko men. Een zeer breedvoerige discussie was hier van 't gxrvolg, waaruit wel zeer duidelijk bleek dat men algemeen van gevoelen was, dat het minderwaardige product in geen geval bij zoo lage prijzen in consumptie moet worden gebracht. Bij de opmerking, dat bij het weer afstaan van het product aan den aanvoerder, dit nog meer aan z.g. pikeniers verkocht zou kunnen worden, werd er met nadruk op ge wezen, dat dit volgens de statuten strafbaar was. Ten slotte werd het voorstel aangenomen met de bepalipg, dat het product aan de con sumptie moet worden onttrokken. Het besluit zal geldend zijn met ingang van 25 Oct. Naar aanleiding der voorgelezen notulen merkte de heer Jac. Groen (N.M.B.) op, dat ook de vraag besproken zou worden of door de Prov. Commissie nu niet deze zaak in hare algemeene vergadering aan de orde kon wor den gesteld. Door den voorzitter der Prov. Commissie werd voorgesteld haar in de komende week te bespreken in een vergadering van den kring der veilingen elders, b.v. te Hoorn. Dit werd algemeen toegejuicht, terwijl nog besloten werd in dezen de medewerking te vragen van „Koophandel". De voorzitter was van oordeel, dat met dit alle gesloten en gegrendeld. Wat gal je nu doen? Je zegt, dat je een huurling bent, diat je doel alleen is, zielloos dienst te doen voor de hand die je huurt. Ik stel je een vrij^evig meester voor; iemand, die je rijkeiijk zal be- loonen. Daar ieder dienst je gelijk is, laat de huurling me dan nu antwoorden." Hij was ook opgestaan en hield zijn hand als in beroep op. De kolonel keek hem even ernstig aan, toen glimlachte hij. „Wat is er een advocaat in jou verloren ge- gaan, Ned!" zei hij. „Je houdt je aan het punt zeker, maar je laat het ook gemakke- lijk los. Een huurling dient bestaande regee ringen; de dienst voor mogelijke regeeringen is voor enthousiastenen ik heb sedert meer dan tien jaar geen enthdusiasme gekend. Ves- tig je regeering, en je kunt met genoegen mijn degen huren. Maar vraag mij niet, mijn hoofd te wagen bij het spel om haar te vesti- gen; want dit hoofd is de eenige bezitting, die mij overblijft." „Als je geen slag wilt doen uit liefde, wil je er dan geen doen uit haat; tegen den Stuart wiens wraakzucht je belet je brood te verdienen?" „Je stelt de zaak te erg voor. Al moge veel van wat je van hem gezegd hebt, waar zijn, toch wil ik nog niet wanhopen aan de hulp van Albemarle." „Nu, verblinde dwaas, ik zeg je ik zweer je da binnen zeer kort Albemarle niemand meer zal kunnen helpen, niet eens zich zelf meer." Holies wilde spreken, toen Tucker zijn besluit een stap in de goede richting was ge daan en hoopte, dat het tot gunstige resulta- ten zou mogen leiden. Veryolgens stelde de voorzitter het 2e punt aan de orde, het z.g „bonnenstelsel". De voorzitter gaf hierover gaarne het woord aan den N. M. Bond, op wiens verzoek dit punt op de agenda was ge- plaatst. De voorzitter van den N. M. Bond wees er op, wat aanvankelijk de bedoeling was ge- weest van het verstrekken van bonnen door den veilingleider, waarop de leden recht heb ben de daarop vermelde hoeveelhcden onder hands aan een handelaar te verkcopen. Werd in den beginne slechts een matig ge bruik hiervan gemaakt, om den handelaar in staat te stellen een bestelling op korten ter- mijn volledig te kunnen uitvoeren, naar het oordeel van den N. M. B. werden die bonnen thans in veel te ruime mate verstrekt, wat af- breuk doet aan de veiling. Naar spr. verno- men had, werd aan de veiling van de L. G. C. volgens een verslag, soms 20 pet. op bonnen verhandeld. Met bennen van het eene vei- lingsbestuur kwam de handelaar soms bij le den van een andere veiling. Vandaar de roep in den N. M: B. om ten aanzien van het bon nenstelsel beperking vast te stellen. Door den voorzitter van de L. G. C. werd gevraagd .of de N. M. B. in dezen geen be- paald voorstel had, waarop ontkennend werd geantwoord, doch dat het in de bedoeling lag, door onderlinge gedachtenwisseling te komen tot meer eenheid van handelen. Door den heer Kliffen, secretaris van den N. M. B. werd verder op de zaak ingegaan, er op wijzende, dat er gebrek aan eenheid heerschte, niet alleen in handelen, doch ook in inzicht, niet alleen bij de veilingsbesturen, doch ook in de vereenigingen zelf. Spr. noem- de het verkoopen "op bon als't ware een mis- daad tegenover ver van de veiling afwonen- den en meende, dat de idee van alles veilen door het bonnenstelsel zeer werd verzwakt, wat z i. den verkeerden kant uitging. Door den voorzitter werden beide sprekers geantwoord, terwijl hij van oordeel was, dat bij geen voldoenden aanvoer het bonnenstel sel niet gemist kon worden, daarbij o.a. wij zende op de afname door Amerika tijdens het vorige veilingsseizoen. Door den heer S. de Boer werd gezegd, dat de cijfers, door den heer Brugman genoemd. evenals verschillende andere geruchten ver bezijden de waarheid zijn. Spr. gaf de zuive- re cijfers, waaruit bleek, dat het gemiddelde cijfer voor de bonnen door de L. G. C. ver strekt op 91/2 pet. komt, het hoogste cijfer voor een maand was 1814 pet. De heeren Brugman en Kliffen achtten dat veel te hoog, het gemiddelde cijfer voor den N. M. B. was ongeveer 2 pet. De heer Molenaar van Warmenhuizen was van oordeel, dat het bonnenstelsel niet gemist kon worden, het is gegroeid met den aanwas van den voorraad. Spr. gaf eenige voorbeel- den, waarbij ontvangen orders niet uitge- voerd hadden kunnen worden, indien geen bonnen waren verstrekt. Beweerd werd, dat de uitvoer naar Ameri ka zoo'n vlucht heeft kunnen nemen door het bonnenstelsel. Algemeen werd afgekeurd de houding van tuinders, die niet presenteeren op de veiling, doch niettemin als 't ware om de handelaars heendraaien in de hoop op een bon te kunnen verkoopen. Het debat werd in den breede voortgezet, waarbij men elkaar niet kon overtuigen. Van de zijde van den handel werd door den heer Wagenaar, als vertegenwoordiger van Koophandel in de L. G. C. verklaart, dat in 't algemeen de handel het liefst koopt op de veiling. De handelaars hebben zich geheei ingericht op aankoop op de veilingen, doch de tuinders hebben zich nog niet ten voile hierbij leeren aanpassen. In de maanden, wanneer hand ophief, om hem tegen te houden. „Antwoord mij nu niet. Laat, wat ik ge zegd heb, bij je bezinken. Denk er over. Het komt hierbij niet op een paar dagen aan. Overweeg mijn woorden, en wanneer de da gen voorbij gaan en geen verder bericht voor je komt van Whitehall geen vervulling van deze holle belofte misschien dat je de dingen dan anders ziet, en gaat begrijpen, waar je belang in werkelijkheid ligt. Denk er dan aan, dat wij bekwame militairen noo dig hebben als aanvoerders van onze bewe- ging, en dat je zeker kunt zijn van een harte- lijk welkom. Denk er ook aan dit geldt den huurling, zooals je je zelf noemt dat deleiders van nu ook de leiders zullen zijn, als de taak volbracht is, en dat hun beloo- ning blijvend zal zijn. Intusschen, Randal, is de flesch nog niet half leeg. Ga dus weer zitten, en laten we over iets anders praten." Toen de kolonel tegen de schemering naar huis ging, werden zijn gedachten het meest in beslag genomen door de gevaarlijke open- hartigheid van Tucker, om aan hem, een man in zijn wanhopigen toestand zulk een geheim toe te vertrouwen op niets anders dan zijn gegeven woord en wat Tucker zich van hem in den aanzienlijken stand herinnerde, waar- van hij reeds sedert lang vervallen was. Bij inzien verminderde zijn verbazing echter. Tucker had geen feiten genoemd, waarvan de openbaarmaking de samenzweerders ern stig zou kunnen benadeelen. Hij had geen na- men genoemd; hij had slechts vaag gezin- speeld op een leidend hoofd in Holland: de' eerste kwaliteit producten geplaatst kunnen worden, komt men er niet mee ter veiling. Zoolang dit niet anders wordt, zullen de bon nen niet gemist kunnen worden. De heer Gootjes, Sint Pancras, achtte het niet onmogelijk het bonnenstelsel door iets anders te vervangen. Diens idee kwam hierop neer, dat na afloop der veiling deze werd voortgezet in omgekeerde richting. De hande laar geve op, waaraan hij op dat moment nog behoefte heeft, terwijl de bezitter van dat product afstaat (als tegenovergestelde van af/nijnt) op den prijs, waarvoor hij op dat moment wil leven. Hierop antwoordde de heer Klant, dat dit vrijwel reeds in toepassing kwam door het z g. naveilen op de veiling te Warmenhuizen. Spr. merkte nog op, dat het verplicht veilen wellicht op grootere veilingen sireng doorge- voerd kon worden; op kleinere achtte spreker dit uitgesloten. Ook de voorzitter was deze meening toege- daan en stelde voor ditmaal niet verder op de zaak in te gaan. Spr. meende uit de discussie de conclusie te moeten trekken, dat althans voorloopig het bonnenstelsel niet afgeschaft zou kunnen worden, zij het dan, dat het zoo beperkt mogelijk worde toegepast. Hierna sluiting. UIT NOORDSCHARWOUDE. D e M a r k t. Als we over de afgeloopen week het verloop der markt nagaan, is er in het algemeen ge nomen wel eenige verbetering in de prijzen gekomen. Dit houdt voor de komende week cen goed belofte in, vooral omdat de laatste dagen de prijzen het hoogst waren en ook geeft het wel eenig bewijs dat in het afzetge- bied nog wel eenig leven voor onze produc ten is. Wel is de hoofdaanvoer witte kool, die voor iiet grootste deel naar de fabriekai verhuist, doch het overige '/a van de aanvoer is nog belangrijk genoeg om invloed op de porte- monnnaie der tuinders uit te oefenen. De roode kool, die Maandag hoogstens 2,40 opbracht, liep Zaterdag tot 3,80, terwijl Zaterdag de laagste noteering 1,80 was. Witte kool is beneden 60 cents niet ver kocht, bracht meestal ten minste 80 cents op en kon ten hoogste 1,40 noteeren. De gele kool, die de eerste dagen nog als minimum voor 20 cetis verkocht werd, bracht de laatste dagen minstens 80 cents op, terwijl Zaterdag zelfs een partijtie voor 4,10 ver kocht werd. Boswortelen bleven vrij gelijk en brachten ten hoogste 3,50 op. De aanvoer hiervan wordt steeds minder. Ook de bloemkoolaanvoer vermindert meer en meer, doch de prijs houdt zich uitstekend. Ook deze week is nog een partijtje voor 15,10 verkocht, terwijl de laagste noteering meestal om en boven de 6,50 was. De 2de soort, die met uitschot gelijk te stellen is, brengt weinig op. De prijs van de aardappelen was, voor zoo- ver het de Schotsche muizen als hoofdaanvoer betreft, even hooger, meestal om de 4,50. De overige so or ten bleven vrij gelijk. Spercieboonen zagen we nog eenmaal; maar dit zullen de laatste wel zijn. Uien had slechts de halve aanvoer van de vorige week. Mogelijk daardoor is de prijs wat opgeloopen. We bereikten nu de 3,60, terwijl ze beneden 2,80 niet verkocht zijn. Drielingen brachten ten hoogste 3 en nep ten hoogste 2,90 op. De prijs van de peen was belangrijk hoo ger. Was de vorige week de hoogste notee ring f 2, nu zijn ze beneden de 2 bijna niet verkocht, terwijl een der aanvoerders zelfs 3,40 bereikte. Verder was er nog eenige aanvoer van ram- kolonel vermoedde, dat dit Algernon Sidney was, die buiten het bcreik der Stuarts stond. Wat had hij hem overigens verteld? Dat er een ernstig beweging aan dm gang was, om de dynastic der Stuarts omver te werpen en de republiek te hersellen. Als Holies met dat verhaal naar de overheid ging, wat zou er dan gebeuren? Hij kon geen an<teren naam noemen dan Tucker; en alks wat hij van Tucker kon zeggen, was, dat deze hem die zaken verteld had. Voor den rechter zou Tuc ker's woord evenveel waard zijn als dat van Holies. Op het punt van reputatie, zouden de antecedenten van Holies aan een on ler- zoek onderworpen worden, en dc openbaring er van zou op gevaar voor hem alleen uit- loopen. Tucker was niet zoo mededeelzaam en ver- trouwelijk geweest als hij eerst gemeend had. Hi] lachte zich zelf even uit om zijn eigen onnoozelheid. Toen lachte hij weer bij het herclenken van het voorstel, dat Tucker hem gedaan had. Hij mocht wanhopig zijn, maar hij was niet wanhopig genoeg ciaarvoor nog niet. Hij streek liefkoozend over zijn hals. Hij had geen lust er een touw strak om heen te voelen. Hij wilde ook nog niet wanh<K)pen door hetgeen Tucker, grooten- deels in't belang van zijn eigen zaak, vac Albemarle had gezegd. Hoe meer hij er over nadacht, nu hij van Tucker weg was. hot overtaigder hij was van de oprechtheid en goede bedoelingen van Albemarle. (Wordt vervoliJ4* 1 moet gi| advorteeren, Indien ge wenscht dat het publiek uwzaak zal verkiezen boven die van uw collega's. Als gij er prijs op stelt dat uw zaak steeds meer en meer be- kend wordt, is er ook maar een middel: ADVERTEEREN. En wanneer gij eens een bijzon- dere advertentle wilt plaatsen of een speciale reclame-cam- pagne wilt beginnen en ge zijt het niet met uzelf eens, hoe te handelen, wendt u dan eens tot ons, we zullen u gaarne van advies dienen. HBO 17) -"71

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1926 | | pagina 5