Alkmaarsche Courant
Een speelbal der fortuin,
Brieven nit Berltjn.
EiH5[SlB5t®t303SlSBB50ZSE!!IlElElH5@®O
Dinsdag 19 October
®®E®®®B®E!
FEU1LLET0N.
No. 246 1926
Handera Acht en Twintigste Jaargang.
GEVONDEN VOORWERPE'N.
Aanwezig aan het Bureau van politie,
Langestraat en aldaar te bevragen op alle
werkdagen tusschen 11 en 1 uur, de navol-
gende voorwerpen als gevonden gedeponeerd
op 11, 12, 13, 14 en 15 October 1926: duim-
stok, rozenkrans, collier, hondenhalsband,
kerkboekje in etui, Unionsleutel, hand-
schoencn.
Aanwezig en te bevragen bij de navolgen-
de ingezetenen, onderstaande voorwerpen,
als gevonden aangeven op 11, 12, 13, 14 en
15 October 1926:
Portem. met inh. Dir. Stadstram; horloge
met armband, G. Mulder, Zes Wielen; knip-
mes, C. Bots, Heerenstraat no. 6; zilveren
kruis, E. Kevelaar, Poppelmanslaan 15; rij-
wielplaatje in etui, J. Groot, Snaarmanslaan
75; rijwielplaatje, J. Stroet, Bergerweg 70;
portemonnaie met inh., T. Duin, R. O. G 18;
kerkboek, C. Kraakman, Westdij'k 4; zakmes,
M. Kopman, Seheteldoekshaven 4; 5 Deka-
gramgewicht, F. Helderman, Doelenstr 6;
koperen passer, P. Verhagep, v. d. Woude-
straat 27; portemonnaie met 0.04, M.
B'auwboer, Ritsevoort 42; rijwielbelasting-
merk, L. Bosnian, Kennemerstraatweg 79;
rijwielbelastingmerk, H. Savenye, Koorstr.
8; 2 iepenplanken, D. de Louw, Voordam 14;
taschje met beursje, W. de Moel, Ei'kelen-
bergstraat 33; zakje inh. haarlint, J. Rade-
maker. Wagenmakerstraat 15; koralen ket-
ting, P. Klaver, Bierkade 10; grijze borst-
rok, R. Lodder, Koningsweg 66; handschoen,
'J. Paff, Zeglis 79; sleepershaak, FH.de
Munk, Ritsevoort 44; hondenhalsband, Jan
Hoekmeijer, Tuinstraat 3; ceintuur, J. Hol-
man, Laat 28; grijze pet, Jan Kwant, Dreb-
elstraat 24; broche met steen, G. Kaai, Vo-
gelenzaog 19; rozenkrans, T. Kraneburg,
laat 51zilverarmbandhorloge, W. van
Hardinxveld, Westerweg 62; portemonnaie,
T Venneker, Laat 90; boodschappentasch,
'A. Hop, Raaksje 2; postduif, A. P. Moei=s,
Kennemerstraatweg 68, Heiloo; manchet-
knoop, G. Bruin, Breedstraat 49; hand
schoen, J. G. Scheepmaker, Langestr. 103;
gouden kettinkje, J. Keiser, Schermeerstr 4;
handje, R. Helderman, Visscherslaan 10;
mes, A. v. d. Kuit, Nieuwpoortslaan 133;
spons en zeem, A. de Rover, Overdiestr. 64;
bankbiljet, I. Lemmers, 2e Landdwarsstraat
20; gouden broche, Ch Paulie, v. Leeuwen-
hoekstraat 28; knot bruin sajet, J. Molen-
kamp, Westerlaantje; poes, J. v. Putten,
Oudegracht 121; belastingplaatje in etui, J.
Hooveling, Westerlaantje 61; herdershond
J. Verwer, Baanstr.; damestasch met inh.
ij. Idema, St. Jozelfstraat 9.
Wanneer men weder in het bezit is van
het verloren voorwerp, wordt men verzocht
hiervan kennis te geven aan het Bureau van
politie.
De stad zonder traditie. Waar
ligt de Spree? Het verwaarloosde
Oud-Berlijn. Het einde van het
„Kaiserhof". De onverzadigde
bureaucratie.
"Berlijn, eind September.
Berlijn, de jongste van de Europeesche
wereldsteden, ond^rscheidt zich van haar
oudere zusters hierin, dat men er steeds aan
het verbouwen is. Zeker ook Parijs en Lon-
den en Rome ontwikkelen en veranderen
zich. breiden zich uitook daai worden
nieuwe wijken bijgebouwd. Maar de kern
van deze steden wordt daardoor slechs wei-
nig aangelast. In Berlijn is dat anders Juist
het stadscentrum, de City, wordt van de ver-
anderingen, die in den loop van den tijd wor
den aangebracht, de dupe Berlijn heett geen
traditie Het zoekt begeerig naar het nieuwe
en maakt zich zonder sentimentaliteit van
verschillende overleveringen en gewoonten
los
Welk een rol speelt de Seine in Parijs, de
Theems in Londen! In Berlijn bekommert
zich niemand om de Spree. Ongetwijfeld zijn
de Seine en de Theems belangrijker rivieren,
maar toch ontbreekt aan de Spree noch de
beteekenis voor het zakenleven. noch de
schoonheid, welke aan het stadsbeeld zoo'n
groote bekoring verleent. Maar niemand
slaat acht op die schoonheid, die niet dage-
lijks aan haar bestaan herinnerd wordt, door-
dat zijn arbeid hem in de nabijheid van de
rivier brengt. En dat is slechts een klein per
centage van de bevolking. De kringen van
hen. die het eigenlijke ..Berlijnsche publiek"
vertegenwoordigen. weten niets van de
Spree Men" woont in het Westen Er zijn
schoolkinderen van twaalf, veertien jaar, die
in verlegenheid raken, als men ze vraagt,
waar de Spree is. Men stelle zich zooiets in
Londen of Parijs voor!
Eenzelfde gebrek aan belangstelling als de
Spree valt Oud-Berlijn te beurt, dat toch
geenszins arm is aan schilderachtige, inte-
ressante straatjes, van kostelijke oude hui-
zen, v.n. uit den tijd van Frederik den Groote
Maar ook hieraan wordt nauwelijks eenige
aandacht besteed. De oude gebouwen, deels
ware prachtstukken in barok- en rococostijl,
heeft men zoo verwaarloosd, dat ze een af-
zichtelijken aanblik opleveren. Ze zijn ver-
vuild en verrot, de versiering is afgebrokkeld,
de bekoorlijke friezen, guirlandes, gipsen
beelden, schelpen en cartouchen waarmee
men de huizen in de 18de eeuw versierde, be-
vinden zich in een treurigen staat. Om nu
nog maar te zwijgen van den inwendigen
toestand der huizen. Andere Duitsche ste
den zijn altijd in de weer dergelijke herinne-
ringen aan het historische verleden in stand
te houden, de oude huizen op te khappen en
opnieuw te verven, dikwijls in kleuren, die
naast elkaar een prachtig effect maken. In
Berlijn heeft thans eerst de noodkreet van
eenige kunst- en stadvrienden de magistraat
met moeite ertoe bewogen, zijn plichten van
pieteit te vervullen.
Terwijl aldus de oudste stadsdeelen, in de
nabijheid van de Spree, bijna een eeuw lang
op de schandelijkste wijze verwaarloosd
zijn, bedreigt thans de Westelijke, zich on-
middellijk aan het centrum aansluitende za-
ken- en handelswijken gevaar. Nog heeft de
Leipzigerstrasse de groote hoofdader van dit
kwartier, haar waardigheid weten op te hou
den. Maar Jiaar troon begint al een weinig
te wankelen. Reeds in een vorigen Berlijn-
schen brief heb ik erop gewezen, dat de meer
aan den buitenkant gelegen straten van het
Westen nieuwe hoofdwinkelstraten worden,
dat de groote zaken uit de Leipzigerstrasse
daar fiiialen openen. Deze ontwikkeling is
intusschen snel voortgeschreden. Sneller dan
men gemeend had, werkt de magnetische
kracht, die van de nieuwe gedeelten van het
Westen uitgaac
Och, zei men, de City blijft toch genoeg
aantrekkelijks houden om deze nieuwe wijken
hun verband met het overige deel der stad
niet te doen verliezen. In de eerste plaats be-
vinden zich in het centrum de groote hotels
Deze hotels zijn niet alleen de pleisterplaats
voor de voorname en welgestelde vreemde-
lingen, maar ze vormen met hun groote en
kleinere feestzalen het tooneel voor de offi-
cieele samenkomsten. de groote diners, tea's,
recepties en bals. Hier vieren de tooriaange-
vende vereenigingen, genootschappen en
overige corporaties hun lubilea. Dan zijn er
de chique restaurants, die iederen avond (de
groote toeloop komt na de schouwburgvoor-
stellingen) de menschen, die zich tot de
uitgaande wereld rekenen, tot zich trekken.
Nu echter zal uit dezen schitterenden keten
een der voornaamste schakels genomen wor
den: het hotel „Kaiserhof", aan den Wilhelm-
platz gelegen, zal een andere bestemming
krijgen. De rijksregeering wil het reusachtig
gebouw aankoopen, om zijn vijfhonderd ka-
mers in bureaux te herscheppen. Duitschland
is wel is waar door het Verdrag van Ver
sailles een flink stuk kleiner geworden, zijn
aantal inwoners is in vergelijking jpet het
jaar voor den oorlog met bijna tien millioen
afgenomen, maar onze bureaucratie kan met
haar oud, machtig paleis, niet meer „toe-
komen". Zij heeft nieuwe gebouwen noodig,
om zich uit te breiden. Men hoort wel van
„afvloeiing van beambten" en van strenge
bezuinigingsmaatregelen. Maar plotseling
liggen 814 millioen mark gereed om een der-
gelijk reuzengebouw aan te koopen!
De verontwaardiging der bevolking is al-
gemeen. De Berlijner was altijd bijzonder
trotsch op zijn „Kaiserhof". Want dit was
het eerste groote werkelijke eerste rangs
hotel, in den stijl van de internationale hotels
in andere landen, dat na de stichting van het
keizerrijk het was in het jaar 1875 ge-
bouwd werd. Maar men moet niet gelooven,
dat het intusschen verouderd was. Het is
nog kort voor den oorlog geheel verbouwd
en gemoderniseerd. Omdat de rijksministers
in de onmiddellijke nabijheid lagen, logeerde
in Kaiserhof bij voorkeur zij, die naar Ber
lijn kwamen omdat ze met de Duitsche regee-
ring het een of ander te verhandelen had-
den. Zoo groot is tirouwens het aantal eerste
rangs-hotels in de Duitsche hoofdstad niet,
dat het Berlijnsche vreemdelingenverkeer een
der belangrijkste van de kleine groep zou
kunnen missen. Het is dan ook niet te ver-
wonderen, dat er een storm van verontwaar
diging is opgestoken. Men roept den Rijks-
dag te hulp: deze moet de regeering het geld
voor een dergelijke reusachtige uitgave wei-
geren. Maar men weet wel, hoe zoo iets
gaat. Heeft de bureaucratie eenmaal op iets
haar zinnen gezet, dan houdt ze daaraan
vast en tenslotte wordt het een handelszaak:
de toonaangevendt partijen worden op een
REGELMATIG EN OP
BEKWAME MANIER
ADVERTEERT IN DE
ALKMAARSCHE COURANT
Naar het Engelsch van Rafael Sabatini.
Geautoriseerde vertaling van A. T.
„Deze vampyrs hebben de ingewanden ver-
scheurd van betere mannen dan ik voor de-
zelfde zaak, en als het ons mislukte, mogen
zij de mijne ook wel hebben. Maar het zal
ons niet mislukken. Onze plannen zijn slim
gemaakt en reeds goed gevorderd. Er is
iemand in Holland, die ze bestuurt een
naam, dien ik u nog niet durf noemen, maar
een naam, die dierbaar is aan alle eerlijke
lieden. Het uur heeft bijna geslagen. Onze
agenten zijn overal verspreid, bezig den
volksgeest te kneden en in het goede kanaal
te leiden. De hemel zelf is ons te hulp geko-
men met deze pestziekte te zenden, die schrik
brengt in de harten der menschen en hem zich
zelf doet afvragen in hoe ver de ondeugden,
waardoor de regeerders dit land verlagen,
deze bezoekingen niet kunnen hebben uitge-
lokt. Die prediker, dien gij op de trap van
Paul's gehoord hebt, is een van onze agen
ten, het goede werk doende, het zaad op de
vruchtbare plaatsen werpend. En zeer spoe-
dig nu zal de oogst komen en welk een
oogst."
Hij hield op, en zag zijn diep getroffen
vriend aan met een oog, waarin iets van het
licht der dweepzucht gloeide.
„Je degen is werkeloos en je zoekt er werk
voor Randal. Hier vindt ge een dienst, dien
ge met eere moogt aanvaarden. Het is de
dienst van de oude republiek, waaraan ge
in den ouden tijd trouw waart, een dienst die
tegen de vijanden gericht is, welke aan man
nen als gij een plaats zouden willen weige-
ren. Je handelt niet alleen voor je zelf, maar
voor duizenden in dezelfde omstandigheden.
En je land zal het niet vergeten. Wij hebben
behoefte aan degens als die van jou. Ik bied
je tegelijk een zaak en een loopbaan aan.
Albemarle scheept je af met beloften van be-
noemingen, waarbij dagelijks de voorkeur
wordt gegeven aan de slechte vrienden van
de schepsels aan het lichtzinnig hof van Ka-
rel Stuart. Ik heb mijn hart eerlijk en vrij
voor je open gelegd, zelfs met eenig,gevaar.
Wat heb je mij te antwoorden?"
Holies stond op, zijn besluit was genomen,
zijn gelaat stond vastberaden.
„Wat ik in het begin gezegd heb. Ik ben
een huurling. Ik maak geen regeeringen. Ik
dien ze. Er is geen zaak in de geheele wereld,
die me thans geestdriftig kan stemmen."
„Toch kwam je thuis; om Engeland in
zijn nood te helpen."
„G>mdat ik niet wist, waar anders heen te
gaan."
„Heel goed. Ik neem je aan volgens je
eigen schatting, Randal niet, dat ik je ge-
loof, maar om de argumenten niet te ver-
warren. Nu je hier bent, vindt je de deuren,
waardoor je gerekend had, binnen te komen,
of andere wijze door groofe en kleine fege-
moetkomingen op een ander gebied tot in-
williging van den eisch gebracht. De ambte-
naren denken: op den duur zal de openbare
meening zich wel aan de gedachte, die haar
nu nog vreemd voarkomt, gewennen. En
helaas hebben ze daarin meestal gelijk.
Vermoedelijk zal dus een der voornaam
ste elementen van het groote maatschappelijke
leven wel spoedig uitgeschakeld worden. De
Beplijnsche city verliest op die wijze lang-
zamerhand haar oude positie. Ik zou alleen
wel eens willen weten, wat er /an de ele
gante, rijfc versierde feestzalen en salons van
het „Kaiserhof" zal worden. Of hier de re-
geeringsraden, de geheimraden, kanselarij-
raden, gezantschapsraden en „geheime expe-
dierende secretare" zullen ontbijten en tot
besluit van den arbeid een dansje zullen ar-
rangeeren? Mogelijk is alles.
Dr. MAX OSBORN.
Provinciaal nieuws
VIE RBONDSVE RG ADE RING.
Den 16en dezer vergaderde in het „Land-
bouwhuis" te Alkmaar de besturen der vei-
lingsvereenigingen te Broek op Langendijk,
Noordscharwoude. Warmenhuizen en Obdam,
samen vormende den z.g. „Vierbond".
Daar de uitnoodiging was uitgegaan van
Warmenhuizen, had de heer Slot, voorzitter
dier vereeniging de leiding. In zijn openings-
woord deed spr. uitkomen, dat een tweetal
belangrijke zaken in behandeling zouden wor
den genomen, n.l. het vaststellen van mini-
mum-prijzen voor kooluitschot en het z.g
bonnenstelsel. Met den wensch, dat de bespre-
kingen een vriendschappelijk karakter zou
den mogen dragen, verklaarde spr. de verga-
dering voor geopend en "werden door den heer
Klant de notulen gelezen der vorige vergade-
ring, waarin deze punten reeds waren bespro-
ken door de afgevaardigden der genoemde
vereenigingen, terwijl thans vrijwel de volle-
dige besturen aanwezig waren.
De notulen werden onder dankzegging
goedgekeurd.
De voorzitter stelde daarna het eerste punt
aan de orde, verklarende, met genoegen reeds
kennis genomen te hebben van de verslagen
van verschillende vergaderingen der aange-
sloten afdeelingen, waar het voorstel om kool
uitschot, dat ter veiling geen hoogeren prijs
dan 60 cts. per 100 K.G. te vergoeden.
Namens de L. G. C. verklaarde de heer P.
Slot, dat het voorstel door de L. G. C. was
aangenomen, terwijl daar de vraag was op-
geworpen, of nog geen stap verder gegaar.
kon worden. Met genoegen deelde spr. mede,
dat in deze richting ook een besluit was geno
men betreffende bloemkool.
Door den heer Brugman werd meegedeeld.
dat ook de N. M. Bond het voorstel heeft
aanvaard, terwijl de heer Bakker, voorzitter
van de veilingsvereeniging te Obdam te ken-
nen gaf, dat men zich ook daar had uitge-
sproken voor het beginsel in het voorstel
neergelegd, doch niet accepteeren kon de
voorwaarde, dat het minderwaardige produc4
dan voor den halven prijs door het veilings-
bestuur wordt overgenomen. Niettemin ligt
het ook daar in te bedoeling het product te
onttrekken aan de consumptie.
De voorzitter, wiens vereeniging deze zaak
het eerst ter spyake heeft gebracht, verheugde
zich ten zeerste over deze eenstemmigheid en
meende, dat de onderdeelen aan de veilings-
besturen dienen te worden overgelaten.
De heer S. de Boer kon zich hiermede niet
vereenigen, overtuigd dat dan toch nog weer
getracht zou worden bij eenige pcijsstijging
met het zelfde product weer ter veiling te ko
men.
Een zeer breedvoerige discussie was hier
van 't gxrvolg, waaruit wel zeer duidelijk bleek
dat men algemeen van gevoelen was, dat het
minderwaardige product in geen geval bij
zoo lage prijzen in consumptie moet worden
gebracht. Bij de opmerking, dat bij het weer
afstaan van het product aan den aanvoerder,
dit nog meer aan z.g. pikeniers verkocht zou
kunnen worden, werd er met nadruk op ge
wezen, dat dit volgens de statuten strafbaar
was.
Ten slotte werd het voorstel aangenomen
met de bepalipg, dat het product aan de con
sumptie moet worden onttrokken. Het besluit
zal geldend zijn met ingang van 25 Oct.
Naar aanleiding der voorgelezen notulen
merkte de heer Jac. Groen (N.M.B.) op, dat
ook de vraag besproken zou worden of door
de Prov. Commissie nu niet deze zaak in hare
algemeene vergadering aan de orde kon wor
den gesteld.
Door den voorzitter der Prov. Commissie
werd voorgesteld haar in de komende week te
bespreken in een vergadering van den kring
der veilingen elders, b.v. te Hoorn.
Dit werd algemeen toegejuicht, terwijl nog
besloten werd in dezen de medewerking te
vragen van „Koophandel".
De voorzitter was van oordeel, dat met dit
alle gesloten en gegrendeld. Wat gal je nu
doen? Je zegt, dat je een huurling bent, diat
je doel alleen is, zielloos dienst te doen voor
de hand die je huurt. Ik stel je een vrij^evig
meester voor; iemand, die je rijkeiijk zal be-
loonen. Daar ieder dienst je gelijk is, laat de
huurling me dan nu antwoorden."
Hij was ook opgestaan en hield zijn hand
als in beroep op. De kolonel keek hem even
ernstig aan, toen glimlachte hij.
„Wat is er een advocaat in jou verloren ge-
gaan, Ned!" zei hij. „Je houdt je aan het
punt zeker, maar je laat het ook gemakke-
lijk los. Een huurling dient bestaande regee
ringen; de dienst voor mogelijke regeeringen
is voor enthousiastenen ik heb sedert meer
dan tien jaar geen enthdusiasme gekend. Ves-
tig je regeering, en je kunt met genoegen
mijn degen huren. Maar vraag mij niet, mijn
hoofd te wagen bij het spel om haar te vesti-
gen; want dit hoofd is de eenige bezitting,
die mij overblijft."
„Als je geen slag wilt doen uit liefde, wil
je er dan geen doen uit haat; tegen den
Stuart wiens wraakzucht je belet je brood te
verdienen?"
„Je stelt de zaak te erg voor. Al moge veel
van wat je van hem gezegd hebt, waar zijn,
toch wil ik nog niet wanhopen aan de hulp
van Albemarle."
„Nu, verblinde dwaas, ik zeg je ik
zweer je da binnen zeer kort Albemarle
niemand meer zal kunnen helpen, niet eens
zich zelf meer."
Holies wilde spreken, toen Tucker zijn
besluit een stap in de goede richting was ge
daan en hoopte, dat het tot gunstige resulta-
ten zou mogen leiden. Veryolgens stelde de
voorzitter het 2e punt aan de orde, het z.g
„bonnenstelsel". De voorzitter gaf hierover
gaarne het woord aan den N. M. Bond, op
wiens verzoek dit punt op de agenda was ge-
plaatst.
De voorzitter van den N. M. Bond wees er
op, wat aanvankelijk de bedoeling was ge-
weest van het verstrekken van bonnen door
den veilingleider, waarop de leden recht heb
ben de daarop vermelde hoeveelhcden onder
hands aan een handelaar te verkcopen.
Werd in den beginne slechts een matig ge
bruik hiervan gemaakt, om den handelaar in
staat te stellen een bestelling op korten ter-
mijn volledig te kunnen uitvoeren, naar het
oordeel van den N. M. B. werden die bonnen
thans in veel te ruime mate verstrekt, wat af-
breuk doet aan de veiling. Naar spr. verno-
men had, werd aan de veiling van de L. G. C.
volgens een verslag, soms 20 pet. op bonnen
verhandeld. Met bennen van het eene vei-
lingsbestuur kwam de handelaar soms bij le
den van een andere veiling. Vandaar de roep
in den N. M: B. om ten aanzien van het bon
nenstelsel beperking vast te stellen.
Door den voorzitter van de L. G. C. werd
gevraagd .of de N. M. B. in dezen geen be-
paald voorstel had, waarop ontkennend werd
geantwoord, doch dat het in de bedoeling lag,
door onderlinge gedachtenwisseling te komen
tot meer eenheid van handelen.
Door den heer Kliffen, secretaris van den
N. M. B. werd verder op de zaak ingegaan,
er op wijzende, dat er gebrek aan eenheid
heerschte, niet alleen in handelen, doch ook in
inzicht, niet alleen bij de veilingsbesturen,
doch ook in de vereenigingen zelf. Spr. noem-
de het verkoopen "op bon als't ware een mis-
daad tegenover ver van de veiling afwonen-
den en meende, dat de idee van alles veilen
door het bonnenstelsel zeer werd verzwakt,
wat z i. den verkeerden kant uitging.
Door den voorzitter werden beide sprekers
geantwoord, terwijl hij van oordeel was, dat
bij geen voldoenden aanvoer het bonnenstel
sel niet gemist kon worden, daarbij o.a. wij
zende op de afname door Amerika tijdens het
vorige veilingsseizoen.
Door den heer S. de Boer werd gezegd, dat
de cijfers, door den heer Brugman genoemd.
evenals verschillende andere geruchten ver
bezijden de waarheid zijn. Spr. gaf de zuive-
re cijfers, waaruit bleek, dat het gemiddelde
cijfer voor de bonnen door de L. G. C. ver
strekt op 91/2 pet. komt, het hoogste cijfer
voor een maand was 1814 pet.
De heeren Brugman en Kliffen achtten dat
veel te hoog, het gemiddelde cijfer voor den
N. M. B. was ongeveer 2 pet.
De heer Molenaar van Warmenhuizen was
van oordeel, dat het bonnenstelsel niet gemist
kon worden, het is gegroeid met den aanwas
van den voorraad. Spr. gaf eenige voorbeel-
den, waarbij ontvangen orders niet uitge-
voerd hadden kunnen worden, indien geen
bonnen waren verstrekt.
Beweerd werd, dat de uitvoer naar Ameri
ka zoo'n vlucht heeft kunnen nemen door het
bonnenstelsel. Algemeen werd afgekeurd de
houding van tuinders, die niet presenteeren
op de veiling, doch niettemin als 't ware om
de handelaars heendraaien in de hoop op een
bon te kunnen verkoopen. Het debat werd in
den breede voortgezet, waarbij men elkaar
niet kon overtuigen.
Van de zijde van den handel werd door den
heer Wagenaar, als vertegenwoordiger van
Koophandel in de L. G. C. verklaart, dat in
't algemeen de handel het liefst koopt op de
veiling. De handelaars hebben zich geheei
ingericht op aankoop op de veilingen, doch de
tuinders hebben zich nog niet ten voile hierbij
leeren aanpassen. In de maanden, wanneer
hand ophief, om hem tegen te houden.
„Antwoord mij nu niet. Laat, wat ik ge
zegd heb, bij je bezinken. Denk er over. Het
komt hierbij niet op een paar dagen aan.
Overweeg mijn woorden, en wanneer de da
gen voorbij gaan en geen verder bericht voor
je komt van Whitehall geen vervulling
van deze holle belofte misschien dat je de
dingen dan anders ziet, en gaat begrijpen,
waar je belang in werkelijkheid ligt. Denk
er dan aan, dat wij bekwame militairen noo
dig hebben als aanvoerders van onze bewe-
ging, en dat je zeker kunt zijn van een harte-
lijk welkom. Denk er ook aan dit geldt
den huurling, zooals je je zelf noemt dat
deleiders van nu ook de leiders zullen zijn,
als de taak volbracht is, en dat hun beloo-
ning blijvend zal zijn. Intusschen, Randal,
is de flesch nog niet half leeg. Ga dus weer
zitten, en laten we over iets anders praten."
Toen de kolonel tegen de schemering naar
huis ging, werden zijn gedachten het meest in
beslag genomen door de gevaarlijke open-
hartigheid van Tucker, om aan hem, een man
in zijn wanhopigen toestand zulk een geheim
toe te vertrouwen op niets anders dan zijn
gegeven woord en wat Tucker zich van hem
in den aanzienlijken stand herinnerde, waar-
van hij reeds sedert lang vervallen was. Bij
inzien verminderde zijn verbazing echter.
Tucker had geen feiten genoemd, waarvan
de openbaarmaking de samenzweerders ern
stig zou kunnen benadeelen. Hij had geen na-
men genoemd; hij had slechts vaag gezin-
speeld op een leidend hoofd in Holland: de'
eerste kwaliteit producten geplaatst kunnen
worden, komt men er niet mee ter veiling.
Zoolang dit niet anders wordt, zullen de bon
nen niet gemist kunnen worden.
De heer Gootjes, Sint Pancras, achtte het
niet onmogelijk het bonnenstelsel door iets
anders te vervangen. Diens idee kwam hierop
neer, dat na afloop der veiling deze werd
voortgezet in omgekeerde richting. De hande
laar geve op, waaraan hij op dat moment
nog behoefte heeft, terwijl de bezitter van dat
product afstaat (als tegenovergestelde van
af/nijnt) op den prijs, waarvoor hij op dat
moment wil leven.
Hierop antwoordde de heer Klant, dat dit
vrijwel reeds in toepassing kwam door het
z g. naveilen op de veiling te Warmenhuizen.
Spr. merkte nog op, dat het verplicht veilen
wellicht op grootere veilingen sireng doorge-
voerd kon worden; op kleinere achtte spreker
dit uitgesloten.
Ook de voorzitter was deze meening toege-
daan en stelde voor ditmaal niet verder op de
zaak in te gaan. Spr. meende uit de discussie
de conclusie te moeten trekken, dat althans
voorloopig het bonnenstelsel niet afgeschaft
zou kunnen worden, zij het dan, dat het zoo
beperkt mogelijk worde toegepast.
Hierna sluiting.
UIT NOORDSCHARWOUDE.
D e M a r k t.
Als we over de afgeloopen week het verloop
der markt nagaan, is er in het algemeen ge
nomen wel eenige verbetering in de prijzen
gekomen. Dit houdt voor de komende week
cen goed belofte in, vooral omdat de laatste
dagen de prijzen het hoogst waren en ook
geeft het wel eenig bewijs dat in het afzetge-
bied nog wel eenig leven voor onze produc
ten is.
Wel is de hoofdaanvoer witte kool, die voor
iiet grootste deel naar de fabriekai verhuist,
doch het overige '/a van de aanvoer is nog
belangrijk genoeg om invloed op de porte-
monnnaie der tuinders uit te oefenen.
De roode kool, die Maandag hoogstens
2,40 opbracht, liep Zaterdag tot 3,80,
terwijl Zaterdag de laagste noteering 1,80
was.
Witte kool is beneden 60 cents niet ver
kocht, bracht meestal ten minste 80 cents op
en kon ten hoogste 1,40 noteeren.
De gele kool, die de eerste dagen nog als
minimum voor 20 cetis verkocht werd, bracht
de laatste dagen minstens 80 cents op, terwijl
Zaterdag zelfs een partijtie voor 4,10 ver
kocht werd.
Boswortelen bleven vrij gelijk en brachten
ten hoogste 3,50 op. De aanvoer hiervan
wordt steeds minder.
Ook de bloemkoolaanvoer vermindert meer
en meer, doch de prijs houdt zich uitstekend.
Ook deze week is nog een partijtje voor
15,10 verkocht, terwijl de laagste noteering
meestal om en boven de 6,50 was. De 2de
soort, die met uitschot gelijk te stellen is,
brengt weinig op.
De prijs van de aardappelen was, voor zoo-
ver het de Schotsche muizen als hoofdaanvoer
betreft, even hooger, meestal om de 4,50.
De overige so or ten bleven vrij gelijk.
Spercieboonen zagen we nog eenmaal;
maar dit zullen de laatste wel zijn.
Uien had slechts de halve aanvoer van de
vorige week. Mogelijk daardoor is de prijs
wat opgeloopen. We bereikten nu de 3,60,
terwijl ze beneden 2,80 niet verkocht zijn.
Drielingen brachten ten hoogste 3 en
nep ten hoogste 2,90 op.
De prijs van de peen was belangrijk hoo
ger. Was de vorige week de hoogste notee
ring f 2, nu zijn ze beneden de 2 bijna niet
verkocht, terwijl een der aanvoerders zelfs
3,40 bereikte.
Verder was er nog eenige aanvoer van ram-
kolonel vermoedde, dat dit Algernon Sidney
was, die buiten het bcreik der Stuarts stond.
Wat had hij hem overigens verteld? Dat er
een ernstig beweging aan dm gang was,
om de dynastic der Stuarts omver te werpen
en de republiek te hersellen. Als Holies met
dat verhaal naar de overheid ging, wat zou
er dan gebeuren? Hij kon geen an<teren naam
noemen dan Tucker; en alks wat hij van
Tucker kon zeggen, was, dat deze hem die
zaken verteld had. Voor den rechter zou Tuc
ker's woord evenveel waard zijn als dat van
Holies. Op het punt van reputatie, zouden
de antecedenten van Holies aan een on ler-
zoek onderworpen worden, en dc openbaring
er van zou op gevaar voor hem alleen uit-
loopen.
Tucker was niet zoo mededeelzaam en ver-
trouwelijk geweest als hij eerst gemeend had.
Hi] lachte zich zelf even uit om zijn eigen
onnoozelheid. Toen lachte hij weer bij het
herclenken van het voorstel, dat Tucker hem
gedaan had. Hij mocht wanhopig zijn, maar
hij was niet wanhopig genoeg ciaarvoor
nog niet. Hij streek liefkoozend over zijn
hals. Hij had geen lust er een touw strak
om heen te voelen. Hij wilde ook nog niet
wanh<K)pen door hetgeen Tucker, grooten-
deels in't belang van zijn eigen zaak, vac
Albemarle had gezegd. Hoe meer hij er over
nadacht, nu hij van Tucker weg was. hot
overtaigder hij was van de oprechtheid en
goede bedoelingen van Albemarle.
(Wordt vervoliJ4* 1
moet gi| advorteeren, Indien ge
wenscht dat het publiek uwzaak
zal verkiezen boven die van uw
collega's.
Als gij er prijs op stelt dat uw
zaak steeds meer en meer be-
kend wordt, is er ook maar een
middel: ADVERTEEREN.
En wanneer gij eens een bijzon-
dere advertentle wilt plaatsen
of een speciale reclame-cam-
pagne wilt beginnen en ge zijt
het niet met uzelf eens, hoe te
handelen, wendt u dan eens tot
ons, we zullen u gaarne van
advies dienen.
HBO
17)
-"71