Aikmaarsche Courant Em speelbal der fortuin. Dinsdajy 2 November Londensch aaateekenboefe. KKl I I.I.ETON. No. 25» 1926 Honfleiu Acht en Twlntigst? Jaargang. Van onzen Londenschen Correspondent. Rubber en de rijweg. Een paar dagen geleden kwam ik in een verslag van een vergedering van ingenieurs de mededeeling tegen, dat de rubber-industrie haar hooge vlucht te danken heeft aan de ontwikkeling van de automobiel, en dat de rubber-productie van de wereld in den loop der laatste zeventien jaren verdertigyoudigd is. Dit is een indrukwekkende vermenigvuldi- ging. Men weet, dat de planters en produ- centcn best in staat zijn geweest aan de toe- nemende vraag te voldoen, zoo zelfs dat men in Engeland zich beducht toonde voor over produce en uitputting van de boomen in de aanplantingen in Indie, met het gevolg iat de Engelsche planters, gevolg gevend aan officieele bepalingen, tot beperking in de voortbrenging overgingen. Dat is gelijk bekend een heele kwestie geworden tus- schen Nederlandsche en Engelsche planters, want de Nederlaqders wilden niet meedoen aan de beperking. Dit terloops. De teeke- ner. wijzen er op dat zelfs nu nu de auto met grootere sprongen dan ooit de gemeen- schap verovert de rubber zoo ruim be- schikbaar kan vvorden gesteld, dat men er al- lerlei ander gebruik (dan dat voor de moder- ne transportwielen) voor zoekt. De vereenig- de ruhber-handelaren van Brittannie maken b.v. druk reclame met boekjes, die in groote oplagen worden verspreid, waarin wordt ver- teld met tekst en plaatjes waar rubber zoo al voor kan worden aangewend en waar in tevens bet publiek wordt uitgenoodigd nieuwe denkbeelden voor rubbergebruik aan de hand te doen. Die rubber-propaganda zal misschien niet meer noodig zijn wanneer een proef van straataanleg, die men thans in Londen neemt, succes zal hebben en tot alge- meene toepassing zal leiden. Ik heb het oog op de bestrating van een deel van New Brid ge Street (een drukken verbindingsweg in de City, van Blackfriars Bridge naar het Noor- den) met rubber. Wanneer men in Londen straatmakers bezig ziet en dat komt nog al eens voor nu geleidelijk alle straten van de stad worden versterkt en geschikt gemaakt voor het moderne verkeer, voor zoover het de versteviging van het rijvlak betreft krijgt men den indruk, dat de rijweg het troetelkind van den tijd is. Het is leerzaam de werkers bezig te zien en voor Londenaars kent straat aanleg geen geheimen meer. De fundeering van de nieuwste Londensche straat is een laag beton van een 40 c.M. dikte. Dan volgt een laagje cement om het oppervlak ruw- glad te maken. Op dat vlak worden terdege gecreosoteerde houten blokken gelegd, die te- saam een houtlaag vormen van meer dan een decimeter dikte; en voor de afwerking komt er dan nog een laagje cement over, dat de houten blokken vastlegt. In New Bridge Street nu is men nog wat verder gegaan in kostbaren straataanleg. De houten blokken hebben bovenop een laag rubber van een 2 c.M. dikte, zoodat het straatdek bijna even elastisch en schokwerend wordt als de wielen der motorwagens, die er overheen gaan. Als rubber op rubber rijdt, wordt de geruisch- loosheid voorbeeldig gediend. De dreun van wielen vermengt zich in New Bridge Street, op dat speciale gedeelte, niet meer met het gebrom der motoren. Deze rijweg van rub ber is uiteraard zeer kostbaar, maar men be- weert dat de levensduur er mee verveelvou- digd wordt en dat practisch gesproken de eerste kosten de laatste zijn, omdat er geen onderhoudskosten meer aan zijn. Indien het motorverkeer nu ook van onder af rubber krijgt, zal de productie van dit heilzaam gocdje spoeuL, nog eens verdertigvoudigd worden. De' kousenband. „Honi <=oit qui mal y pense", de spreuk van h«t Engelsche wapen, heeft alle beteeke- nis verlorcn in een tijd, waarin kousenban- den, vrouwelijke kousenbanden aan echte beenen, zonder blikken of blozen aan de openbaameid worden prijsgegeven. De spreuk dankte imtnc-rs haar bestaan aan een incident op een bal van het Engelsche Hof, in een ver verleden, toen Fduard III een kou senband, door een der dames verloren, op- raapte en aan een zijner beenen onder de knie vasthcchtte. Zoo gaai tenminste het po pulate vcrhaal. En ..honi soit qui mal y pense", indien ik dit fcit eens aanteeken en mijn bijdrage lever over de zeden van mijn vrouwelijke tijdgenooten in Engeland. De vrouw van dezen tijd maakt geen geheim meer van haar kouseu noch van h»ar kou senbanden, zelfs~al „liggen" deze boven de knie. De openbare kousenband heeft ons ge- meenzaam gemaakt met dit artikel en het greintje onbehoorlijkheid, dat men er aan verbond, is geheel verdwenen. Wij mannen, die opschieten in jaren en de vrouw-zonder- beenen zoo goed hebben gekend, kunnen ons niet gemakkelijk losmaken van dat idee, dat het onbehoorlijk is van een vrouw haar kou senbanden te toonen. Maar hoe eerder wij dat ouderwetsche idee kwijtraken, hoe beter het is. Wanneer ik hier naar sportgebeurte- nissen ga of naar het dansen ga kijken in een der vele, gezellige gelegenheden van het West End, dan schitteren de kousenbanden in grooten getale voor mijn oogen; en ik heb nu geleerd ze niet anders te beschouwen dan als schoenen of armbanden of pagehaar, als ver- sierselen, die eenvoudig bij het vrouwelijk toilet behooren. Geneeskundige voorlichting. In deze brieven heb ik wel eens eenige woorden gewijd aan de stelsellooze en ver- warrende wijze, waarop het publiek in de pers medische voorlichting ontvangt, een voorlichting, waaraan het niets heeft, omdat de mededeelingen er in elkaar zoo vaak te- genspreken. De zaak van medische voorlich ting in de peis is nu een groote kwestie ge worden, waarin o.a. ook al de beroepseer der dokters is betrokken. Van medischen kant er- kent men nu, dat er iets moet worden gedaan om den toestand voor alle partijen, publiek, dokters en peis, bevredigender te maken. Een vermaard geneeshet^. Sir Thomas Horder, heeft in een vergadcring van een Londensche afdee'ing van het Britsch Geneeskundig Ver bond voorgesteld, dat een commissie van des- kundigen en leeken controle zou uitoefenen (censuur dus) op alle dagbladartikelen, kor- te mededeelingen en populaire boeken, die de geneeskunde tot onderwerp hebben. Bij de toe!ichHng van zijn voorstel verklaarde hij, dat hii voor aanmoediging was van het ver- strekken van inlichtingen over alle dingen, die met ziekte en gczondheid verband houden. Het was hem gebleken, dat het publiek een warcn honger had voor dit soort lectuur en die honger moest dan maar worden bevre- digd. De dagbladlezer wilde lezen over zijn lever cn zijn longen, over de ziekten, waar- fian hi] leed, waaraan zijn vrienden en ver- wanten leden en het meest over de ziekten, die hi] vreesde te kunnen krijgen. Zijn idee was dat regels voor persoonlijke hygiene ge- ring in aantal en kort moesten zijn, dat zij algemeene beginselen moesten uitdrukken en bijzonderheden achterwege moesten laten. Men kon nimmer in bijzonderheden gaan, omdat jongen en ouden, dikken en mageren, gezonden en ongezonden, angstigen en on- verschilligen, kortom het gansche mengsel van het menschdom, de regels order oogen kreeg. Uitvindingen? In de Central Hall, in Westminster, die geregeld wordt gebruikt voor kleine tentoon- 'stellingen, is nu een „show" ingericht van nieuwe uitvindingen. Er blijkt uit, dat uit- vinden een bezigheid is, waarin vrouwen niet minder dan mannen uitblinken. Twintig per cent van de tentoongestelde uitvindingen zegt een prospectus, dat men mij in de hand stopte zijn uit vrouwelijke breinen gespro- ten. Maar eigenaardig is, dat een hygienische poederdoos, die men er kan zien, -de uitvin- ding is van een man. Het schijnt een feit te zijn, dat nog geen tien percent van uitvin dingen, die worden gedaan, practisch toepas sing kunnen vinden of handelswaarde eb- ben. Deze tentoonstelling gaf den indruk dat de menschen hun ingenieusheid te weinig spitsen op de meest voor de hand liggende behoeften. 1k zag er een ontvangtoestelletje voor draadlooze programma's, van de groot- te van een pillendoosje, en aan den anderen kant een reusachtige machine, die groote bouwstecnen maakt in een oogwenk. Er was een hygienische vuilniswagen (een minia- tuur-model); maar een hygienische vuilnis- •bak zou men veel beter kunnen gebruiken in deze stad, waar aan de meeste huizen de vuilnisman slechts eens per week komt. Er was ook een toestel, dat leert dansen, een soort mcchan sche dansmeester dus, dat zeker m een behoefte, zij het ook niet een noodza- kelijke behoefte, kan voorzien. En dan zag ik ei 'n model van een veiligheidsomnibus met nooddeurtn, die men kan openen door aan een koord te trekken. De laaistgencemde uit- vinding danken wij wellicht aan het feit, dat den laatsten tijd nog al eens ernstige onge- lukken zijn voorgevallen met omnibussen, die de passagiers geen gelegenheid boden het veege lijf te redden door de bus te veriaten. In het algemeen echter is er niets te zien, 4at de gemeenschap veel heil of nut bNooft. Ik zocht tevergeefs naa porcelein dat niet breekt, naar een middel, da; de veiligheid van vliegen buiten kwestie stelt, naar een motor, die men niet hoort loopen en naar een machi ne voor vaten wasschen in net nuihouden, die tegelijk goedkoop en alleszins doeltreffend is. Aan zulke dingen heeft de moderne ge meenschap meer behoefte dan aan een pillco- doosje, dat het geluid van vermaak er 1 Tin. voor u uit den ether haalt. Londen, 14 October. Binnenland MORIE METZ-KONING. f Mevrouw Morie Catherine Metz-Koning is Donderdag 64 jaar oud te Ancona overleden. Aanvankelijk opgeleid aan de muziekscho- len te Rotterdam en Amsterdam, heeft zij zich later aan de letterkunde gewijd. Met: Van 't viooltje dat weten wilde, heeft zij in 1900 terecht naam gemaakt, waarna zij tal- rijke verzen en werken heeft gepubliceerd. („Gabrielle", „Intermezzo", Nachtsilene", „De ring", „Dominee Geeston", „Verzen", „Het kindje" en andere dramatische schet- sen", „Van een zonnebloem die de zon wou zijn", „Fatsoenlijfe familie", „Van een vrien- din", enz.) LANGE LEVENS. Gister vierde de weduwe C. A. Bresijn-van Zuuren te Utrecht haar lOlsten verjaardag. Mej. Elisabeth Witte, weduwe van Assel- man, te Bengstdijk (Zeeland) doet het nog •beter: zij wordt heden 104 jaar. EX-KEIZER WILHELM EN DE FISCUS Een inspecteur van de belastingen heeft met eenige ambtenaren een langdurig bezoek gebracht aan Huize Doom. Verwacht wordt, dat een oplossing van het bestaande belas- tingvraagstuk spoedig zal volgen, nu d<: kwestie van het vermogen van den ex-keizer geregeld is. DOOR EEN STIER GEDOOD. Te Driene, gemeente Lonneker, is de 73-ja- rige landbouwer J. L. door een stier met de horens in het onderlijf gestooten. De oude man werd zoo ernstig verwond, dat hij aan de gevolgen is overleden. ONBESCHOFT. In de Vrijdagavond gehouden vergadering van den Raad van Gorinchcm trad de com munist de heer Nieuwstad zoodanig op, dat de voorzitler de vergadering moest schorsen. Nadat de vergadering was gesiokn, riep de heer Nieuwsta den voorzitter het woord „fielt" loe, terwijl hij een glas water naar den burgemeester gooide. Gelukkig kwam het glas, dat in scherven brak, tegen de tafel aan. De burgemeester verwijderde zich even in de kamer van B. en W. met den inspecteur van politie, waar ook de heer Nieuwstad ont- boden werd, en daarna maakte de heer Nieuwstad, in de Rdladszaal teruggekeerd, van de gelegenheid gebruik om in tegen- woordigheid van de raadsleden en het pu bliek, den burgemeestr Gaarlandt, zijn excu ses aan te bieden en zijn spijt te betuig n over het voorgevallene. DE PENSIOENEN VAN HET SPOORWEGPERSONEEL. Toen indertijd ingevolge de nieuwe pensi- o en wet voor het spoorwegpersoneel de grondslag van de pensioenen werd vastge- steld, besloot de direct.e, dat de toelagen, die niet aan de betrekking verbonden waren, niet bij de vasistelling van het pemsioen in aan- merking zouden worden genomen. Een be- roep indertijd op den minister van water- staat had alleen het resultaat, dat de minis ter verklaarde, niets te kunnen doen, alvorens de Centrale Raad van Beroep in deze uit- spraak had gedaan. Het hoofdbestuur van den Bond van amb tenaren bij de Nederlandsche Spoorwegen heeft toen vijf gevallen bij den Centralen Raad van Beroep aanhangig gemaakt inzake de toelagen: le voor dienst op de stations; 2e voor examen stadionsdienst3e voor di ploma vreemde talen; 4e voor diploma boek- houden, en 5e voor commiezen, die vroeger adspirant-adjunct-commies zijn geweest. Het hoofdbestuur droeg de verdedigmg van al deze zaken op aan zijn rechtskundigen advi- seuf, mr. A. B Gomperts, te Amsterdam. Zaterdag heeft nu de Centrale Raad in deze zaken uitspraak gedaan; hij vernietigde de afwijzende beslissing van de directie. In alle aanhangig gemaakte gevallen besliste de Centrale Raad, dat bovengenoemde toelagen bij den pensioengrondslag gevoegd dienen te worden. Een zelfde uitspraak werd ook gedaan in eenige zaken, door andere bonden aanhangig gemaakt. DE NIEUWE KATHOLIEKE PARTIJ Op de algemeene vergadering van de afd. Utrecht van de Nieuwe Katholieke Partij is besloten deze afdeeling op te heffen, terwijl het bestuur opdracht werd gegeven in over- weging te nemen of hot mogelijk zou zijn binnen de grenzen der statuten van de R K Kiesveiwiging te zijner tijd een studieclub op te richten. Daar de afd. Utrecht de eenige afdeeling van de Nieuwe Katholieke Partij is, is hiermede deze partij feitelijk opgeheven. DE ORGANISATIE VAN HET DEPARTEMENT VAN ONDERWIJS, KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN. Een commissie van onderzoek. Evenals voor de departementen van marine en van oorlog heeft de minister van finan- cien, voorzitter van den raad van ministers, een commissie ingesteld, welke de organisatie van het departement van onderwijs, kunsten en wetenschappen zal onderzoeken en daar- over een rapport zal hebben uit te brengen aan de bezuinigingscommissie. GEHEELONTHOUDING, COEDUCATIE EN KAMPEEREN. Voor den kantonrechter te Zutphen hebben terecht gestaan 16 jongens en meisjes, uit Apeldoorn, Enschede, Borculo en Kampen, die zich Zondag 26 Juni zonder vergunning op de Gorselsche heide hadden bevonden. Het bleek, dat gekampeerd was op grond van een boer te Eefde en dat de jongens en meisjes, in twee tenten den nacht hadden doorgebracht. Bij het getuigenverhoor ver- klaarden de moeders van verschillende ver- dachten niet te hebben geweten, dat ook jon gens mede kampeerden, maar volgens een der verdaftten had een van d -loeders het juist heel goed gevonden, orr meisjes al leen allicht konden worden lastig gevallen. Het O.M. wees er op, dat op de Gorselsche heide streng toezicht wordt gehouden, juist om dingen te voorkomen, als nu gebeurd zijn. Een troep kinderen, leden van den Jon- fel. Geheel-Onthouders Bond, zijn bijeenge- omen onder het motto „geheelonthouding". Deze bond beoogt echter ook den vrijen om- gang van jongens en meisjes, wat spr. uit een ingezonden stuk in de pers van den bondsvoorzitter den heer C .van't Kruis. had afgeleid. Men heeft hier te doen met kinde ren, die een beetje uit het evenwicht gesla- gen zijn. Misschien is het een poging, om Russiche toestanden na te bootsen, waar men de eerbaarheid van de vrouw ijiet meer ontziet. Spr. vroeg veroordeeling van alle beklaagden tot f 10 boete of 10 dagen hech- tenis, respectievelijk tuchtschool voor minder- jarigen. Enkele verdachten kwamen er tegen op', dat de zedelijkheid er bij werd gehaald, terwijl zij gedagvaard waren uitsluitend wegens het loopen op verboden grond. Namens den J. G. O. B. protesteerden zij daartegen en een hunner zeide, dat de J. G. O. B. al jaren lang laat kampeeren, zonder dat er ooit iets is gebeurd. De kantonrechter noemde het misdadig, dat er minderjarige kinderen sliepen in een tent, jongens en meisjes te zamen. Hij ver- oordeelde alle verdachten overeenkomstig den eisch. CASSATIE BEROEP VERWORPEN. De Hooge Raad heeft gister verworpen het cassatieberoep van den 60-jarigen arts H. O. C. B., uit Oisterwijk, die door het ge- rechtshof te's Hertogenbosch is veroordeeld tot 3 jaar gevangenisstraf wegens verkrach- ting. In eerste instantie was requirant door de rechtbank te Breda, die andere feiten als bewezen had aangenomen, dan het hof, ver oordeeld tot 6 jaar gevangenisstraf. DE VALSCHE PORTUGEESCHE BANKBILJETTEN. Thans is voor de dagvaarding uitgebracht in de strafzaak tegen M. van I J., die zal te- rechtstaan in verband met de bekende kwes tie der Portugeesche bankbiljetten. De inhoud van de dagvaarding is overeen komstig de eenige dagen geleden gepubli- ceerde kennisgeving, dat de vervolging zal worden voortgezet. De behandeling van de zaak blijft bepaald op 23,24 en 25 November. Vanwege het O. M. zijn 37 getuigen ge dagvaard. DE BRANDSTOFFEN- VOORZIENING. Men schrijft aan de N. R. Crft.: Als leider van een groot brandstoffenbe- drijf durf ik te verklaren, dat, tendentieuze berichten ten spijt, er niet de minste vrees behoeft te bestaan voor gebrek aan brandstof in de a.s. maanden. Er kan alleen sprake zijn van nog hoogere prijzen dan thans, indien particulieren en in- dustrieelen doorgaan met veel groote voorra- den te willen aan leggen dan zij in normale tijden hebben. Brandstof zal er voldoende zijn. Alleen bestaat de mogelijkheid, dat men niet precies de soorten krijgen kan, die men gewend is te stoken. Indien men het hoofd koel houdt en 14 da gen eens wat minder vraagt, en vooral, niet Naar het Engelsch van Rafael. Sabatim. Geautoriseerde vertaling van A. T. 29 Buckingham viel hem brutaal in de rede. „Er is geen sprake van iets anders, Uw Genade, maar hiervan. Ik heb reeds de be- krachtiging van Zijne Majesteit gekregen. Het is op zijn voorstel, dat ik hier kom. Het is gelukkig, dat de persoon, dien gij voor het commando bestemd had, onfcekend is. Hij zal plaats moeten maken en U kunt hem met de volgende open plaats troosten. Als Uw Genade uitgebreider instructies v. enscht, zal 3c u met genoegen de schriftelijke bevelen van Zijne Majesteit verschaffen." Albemarle was schaakmat. Hij zat daar toornig en onbeweeglijk, alsof hij uit steen gehouwen was. Maar djn geest was als een kokende bron van woede. Zoo ging het altijd. De plaatsen van vertrouwen, de posities cue ervaren hoofden en bekwame handen ver- eischten, zoodat Engeland het best gediend kon worden door zijn verdienstelijke zonen, werden voortdurend weggeworpen aan de onwaardige parasieten, die aan het wellus- tige hof van Karel samenschoolden. En hij was in dit geval, des te meer vertoornd, omdat zijn handen tegen verzet gebonden waren juist door den indentiteit van den man, dien hij had gekozen. Was er socake geweest van cen ander man van Holies' krijgskundige ver- diensten, maar met zulke antecedenten, dat men zijn naam kon noemen, dan had hij zijn hoed opgezet en was dadelijk naar het paleis gegaan, om de zaak met den koning te be- spreken. En hij zou wel weten, welke argu- menten aan te halen, om de betrekking zoe- kende onbeschaamdheid van Buckingham te overwinnen. Maar zooals het nu was, moest hij wel inzien, dat hij niets van dit alles kon doen, zonder misschien Holies te benadeelen en zich zelf een zware berisping op den hals te halen. „Wat drommel!" zou de koning uitroepen. „Zegt ge me in mijn gezicht, dat ge aan den zoon van een konmgsmoordenaar de voor- keur geeft boven den vriend van mijn vriend?" En wat moest hij dan antwoorden? Hij sloeg zijn oogen neder. De aanstelling, die het onderwerp van dit gesprek was, lag hier op tafel voor hem, de ruimte, die voor den naam van Randal Holies bestemd was, was nog open. Hij was verslagen, en ter wille van Holies als van hem zelf, was't het beste, dat hij den staat van zaken zonder verdere rede- neering aanvaardde. Hij nam een pen, doopte die in de inkt, en haalde het document naar zich toe. „Daar u de belofte van Zijne Majesteit hebt, kan er natuurlijk van niets anders spra ke zijn." Snel, met krassende en over het blad spat- tende pen, vulde hij den naam van Sir Harry Stanhope in, met de bittere gedachte, dat hij even goed den naam van Nell Gwepun in had kunnen vullen. Hij droogde het dikke schrift met poeder, en reikte het zonder een woord over. Maar zijn blikken waren som ber. Buckingham stond glimlachend op, en Sir Harry sprong gelijk met hem op, eveneens glimlachend. Voor het eerst en het laatst in dat korte onderhoud sprak Sir Harry. „Ik ben de eerbiedige dienaar van Uw Genade", zei hij, buigend en gemaakt la- chend. „Ik zal zorgen mijn ambt goed te ver- vullen, en de bezwaren, die Uw Genade te gen mijn jeugd heeft, te verdrijven." „En jeugd," zei Buckingham glimlachend, om Albemarle gerust te stellen „is een gebrek dat de tijd herstelt." Albemarle stond langzaam op en de ande ren gingen buigend heen. Toen klonk hij weer zwaar neer, nam zijn hoofd tusschen zijn handen, en stiet zacht- jes een vloek uit. Holies kwam een uur later, stralend van verwachting, pen vroolijke, jeugdig uitziende, gebiedende figuur in zijn mooie, roode jas, om verpletterd te worden door de tijding, die hem weer, als altijd tot een ongeluksvogel maakte. Maar naar het uiterlijk te oordeelen, droeg hij den slag goed, hoe diep het staal zijn ziel moge getroffen hebben. Albemarle was ditmaal opgewonden. Albemarle ging in ongehoorde termen te keer tegen den verder- felijken invloed van het hof en het kwaad, dat hij stichtte. „Er was een man noodig voor dit ambt en ze hebben me gedwongen, het te geven aan een beuzelaar, een fat, een geschilderd leeg- hoofd." Holies dacht aan Tucker's beschuldigingen van de tegenwoordige regeering, en begon eindelijk in te zien, dat hij gelijk had, en hoe gerechtvaardigd de overtuiging van hem en zijn bondgenooten kon zijn dat het volk bereid was om op te staan en dezen Augias- stal te reinigen. Albemarle trachtte hem met nieuwe hoop te troosten. Er zou zich zeker spoedig weer iets voordoen. „Om weer weggenomen te worden door een kerel, die in de schulden zit, en aan zijn schuldeischers wil ontsnappen," zei Holies, terwijl zijn toon eindelijk iets van de bitter- heid verried, die in zijn ziel gistte. Albemarle keek hem droevig aan. „Het is hard, Randal, dat weet ik." De kolonel herstelde zich en lachte ge dwongen. „OchHarde slagen zijn meestal mijn deel geweest." „Dat weet ik. Albemarle liep naar het raam en weer terug, zijn hoofd neergezonken tusschen zijn schouders. Toen bleef hij voor den kolonel stil staan. „Houd me op de hoogte waar je woont en weet, dat je zoo spoedig mogelijk van mij hooren zult. Wees er zeker van, dat ik mijn best zal doen." De blik van den kolonel schitterde weer. Het was een opflikkering van de wegster- vende vlam der hoop. „Denkt u waarlijk, dat zich wat anders zal voordoen?" Zijn Genade wachtte even, voordat hij ant- woordde, en in dat oogenblik werd de droe- vige ernst van zijn gelaat grooter. „Om je de waarheid te zeggen, Randal, durf ik het haast niet denken. De kansen BIJZONDER LAGER ONDERWIJS. Beschikbaarstelling gielden voor loer- en hulpmiddelen. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter openbare ken- nis, dat de Raad dier gemeente in zijne op 27 October j.L gehouden vergadering heeh genomen het volgende besluit: Dp Raad der gemeente ALKMAAR, Gelezen een op 14 Augustus 1926 ontvw* gen aanvrage van het Bestuur der Onze Lieve Vrouwe Stichting te Amersfoort om op grond van artikel 72 der Lager Onderwijs- wet 1920 beschikbaar te stellen de gelden benoodigd voor de aanschaffing van leer- en hulpmiddelen ten behoeve van de scholen A, B en C dier stichting, wel'ke aanvrage is gewijzigd bij het nader ingediend verzoek- schrift d.d. 21 October 1926; Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 22 October 1926 (bijlage nr. 129 tot's Raads handelingen) Overwegende dat ten aanzien van de aan schaffing der in de aanvrage vermelde voor- werpen de gevraagde medewerking der ge meente door evengenoemd wetsartikel wordf gevorderd; Gelet op de artikelen 72 en 75 der Lager Onderwijswet 1920; A. verleent voor de aanschaffing van de in de aanvrage van dat bestuur vermelde artikelen de gevraagde medewerking; B. enz. Binnen dertig vrije dagen, te rekenen van heden, kan ieder ingezetene en het schoolbe- stuur tegen dit besluit bij Gedeputeerde Sta- ten in beroep komen. Alkmaar, 2 November 1926. Burgemeester en Wethouders voornoemd, WENDELAAR, Burgemeester. A. KOEL MA, Secretaris. BIJZONDER LAGER ONDERWIJS. BeschikbaarsieUing gelden voor sckool- nmibelen en Leer- en hulpmiddelen. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter openbare ken- nis, dat de Raad dier gemeente in zijne op 27 October j.l. gehouaen vergadering heeft genomen het volgende besluit DE RAAD der gemeente ALKMAAR, Gelezen een op 28 Juli 1926 ontvangea aanvrage van het bestuur der vereeniging Sint Joseph tot het oprichten en instandhou- den van een of meer inrichtingen van Roomsch-Katholiek bijzonder onderwijs in de gemeente Alkmaar, gevestigd1 te Al'kmaar, om op grond van artikel 72 der Lager Onder wijswet-1920 beschikbaar te stellen de gelden benoodigd voor de aanschaffing van meu- belen, leer- en hulpmiddelen ten behoeve van de scholen A. B. en C. dier vereeniging; Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 19 October 1925 (bijlage nr. 125) tot's Raacfc handelingen; Gelet op de artikelen 72 en 75 der Lager Onderwij s wet-1920 A. verleent de gevraagde medewerking voor de aanschaffing van de in de aanvrage gestelde voorwerpen; B. enz. Binnen dertig vrije dagen, te rekenen van heden, kan ieder ingezetene en het schoolbe- stuur tegen dit besluit bij Gedeputeerde Sta- ten in beroep komen. Alkmaar, 2 November 1926. Burgemeester en Wethouders voornoemd, WENDELAAR. Burgemeester. A. KOEL MA, Secretaris. meer voorraad aanlegt dan b.v. voor 1 maand noodig is, dan verwacht ik spoedig een sta- biele markt met dalende tendenz. Als thans de vraag grooter is dan de pro ductie, dan stijgen de prijzen ver boven het niveau, waarop zij zich moeten bewegen. Omgekeerd berciken zij dat peil en keert rust weer, alle speculatie ten spijt. HET GOUDEN FEEST VAN HET NOORDZEEKANAAL. Gislermorgen heeft te IJmuiden, op der officieelen gedenkdag van het halve eeuw- feest der opening van het Noordzeekanaal. een eenvoudige plechtigheid plaats gehad. Op den stoep van hei havenkantoor, een his- torische plek te IJrnuiden, werden eenige on derscheidingen uitgereikt. Drie beambten van het Noordzeckanaa' en drie beambten van de firma Volker Uss, die den havenmond er de toeleidingskanaien tot de sluizen op diepte houden, ontvingen d- eere-medaille verbonden aan de Orde van Oranje Nassau. De hoofd-ingemeur-directeur van den rijkswaters^at *- Noord-Holland, de heer ir. C. G. Gelinck, *«e Haarlem, maakte de onderscheidincp" bekend. ROTTERP A V SCH STUDENTEN GEZELSCHAP. Gister was het juist 5 jaar geleden, dat het Rotterdamsche studentengezelschap werd op- gericht en ter eere van dit eerste lustrum zijn enkele feesteliikheden georganiseerd. Een zijn voor dezulken als gij, je begrijpt me, nietveelvuldig. Maar het onverwachte kan gauwer gebeuren dan wij durven hopen. Als't gebeurt, wees dan zeker, dat ik je niet vergeten zal. Daar kunt ge op rekenen." Holies dankte hem lcalm en stond op om heen te gaan, zijn opgewektheid was ver- doofd, moedeloosheid sprak uit zijn geheele wezen. Albemarle zag hem met gefronste wenk- brauwen aan. Toen hij de deur bereikte. hield de hertog hem tegen. „Randal! Een oogenblik." De kolonel keerde zich om, en wachtte ter wijl Albemarle hem langzaam naderde. Zijn Genade was diep in gedachten, en hij aarzel- de, voordat hij sprak. »Je je hebt toch geen geldgebrek, hoop ik? zei hij eindelijk. De beweging en lach van den kolonel leg- den een beschaamde getuigenis af van het feit, dat hij het was. Albemarle's oogen zagen hem nog een oogenblik aan. Toen haalde hij langzaam een beurs uit zijn zak. Het was blijkbaar een lichte beurs. Hij maakte ze los „Als een leening je helpen kan, totdat „Neen, neen! riep Holies, zijn trots kwam in opstand er tegen, om iets aan te nemen, wat bijna een aalmoes was. Maar zelfs zoo, was het niet meer dan een halve weigering. Maar Albemarle deed geen poging, die te bestrijden. Hij herhaalde het aan bod niet Hij trok de koorden van de beurs weer dicht en zijn uitdrukking was er bijna een van ver- lichting. (Wordt vervolgd.) 11

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1926 | | pagina 5