Aikmaarsche Courant
Em speelbal der fortuin.
Dinsdajy 2 November
Londensch aaateekenboefe.
KKl I I.I.ETON.
No. 25» 1926
Honfleiu Acht en Twlntigst? Jaargang.
Van onzen Londenschen Correspondent.
Rubber en de rijweg.
Een paar dagen geleden kwam ik in een
verslag van een vergedering van ingenieurs
de mededeeling tegen, dat de rubber-industrie
haar hooge vlucht te danken heeft aan de
ontwikkeling van de automobiel, en dat de
rubber-productie van de wereld in den loop
der laatste zeventien jaren verdertigyoudigd
is. Dit is een indrukwekkende vermenigvuldi-
ging. Men weet, dat de planters en produ-
centcn best in staat zijn geweest aan de toe-
nemende vraag te voldoen, zoo zelfs dat men
in Engeland zich beducht toonde voor over
produce en uitputting van de boomen in de
aanplantingen in Indie, met het gevolg iat
de Engelsche planters, gevolg gevend aan
officieele bepalingen, tot beperking in de
voortbrenging overgingen. Dat is gelijk
bekend een heele kwestie geworden tus-
schen Nederlandsche en Engelsche planters,
want de Nederlaqders wilden niet meedoen
aan de beperking. Dit terloops. De teeke-
ner. wijzen er op dat zelfs nu nu de auto
met grootere sprongen dan ooit de gemeen-
schap verovert de rubber zoo ruim be-
schikbaar kan vvorden gesteld, dat men er al-
lerlei ander gebruik (dan dat voor de moder-
ne transportwielen) voor zoekt. De vereenig-
de ruhber-handelaren van Brittannie maken
b.v. druk reclame met boekjes, die in groote
oplagen worden verspreid, waarin wordt ver-
teld met tekst en plaatjes waar rubber
zoo al voor kan worden aangewend en waar
in tevens bet publiek wordt uitgenoodigd
nieuwe denkbeelden voor rubbergebruik aan
de hand te doen. Die rubber-propaganda zal
misschien niet meer noodig zijn wanneer een
proef van straataanleg, die men thans in
Londen neemt, succes zal hebben en tot alge-
meene toepassing zal leiden. Ik heb het oog
op de bestrating van een deel van New Brid
ge Street (een drukken verbindingsweg in de
City, van Blackfriars Bridge naar het Noor-
den) met rubber. Wanneer men in Londen
straatmakers bezig ziet en dat komt nog
al eens voor nu geleidelijk alle straten van
de stad worden versterkt en geschikt gemaakt
voor het moderne verkeer, voor zoover het de
versteviging van het rijvlak betreft krijgt
men den indruk, dat de rijweg het troetelkind
van den tijd is. Het is leerzaam de werkers
bezig te zien en voor Londenaars kent straat
aanleg geen geheimen meer. De fundeering
van de nieuwste Londensche straat is een
laag beton van een 40 c.M. dikte. Dan volgt
een laagje cement om het oppervlak ruw-
glad te maken. Op dat vlak worden terdege
gecreosoteerde houten blokken gelegd, die te-
saam een houtlaag vormen van meer dan een
decimeter dikte; en voor de afwerking komt
er dan nog een laagje cement over, dat de
houten blokken vastlegt. In New Bridge
Street nu is men nog wat verder gegaan in
kostbaren straataanleg. De houten blokken
hebben bovenop een laag rubber van een 2
c.M. dikte, zoodat het straatdek bijna even
elastisch en schokwerend wordt als de wielen
der motorwagens, die er overheen gaan. Als
rubber op rubber rijdt, wordt de geruisch-
loosheid voorbeeldig gediend. De dreun van
wielen vermengt zich in New Bridge Street,
op dat speciale gedeelte, niet meer met het
gebrom der motoren. Deze rijweg van rub
ber is uiteraard zeer kostbaar, maar men be-
weert dat de levensduur er mee verveelvou-
digd wordt en dat practisch gesproken de
eerste kosten de laatste zijn, omdat er geen
onderhoudskosten meer aan zijn. Indien het
motorverkeer nu ook van onder af rubber
krijgt, zal de productie van dit heilzaam
gocdje spoeuL, nog eens verdertigvoudigd
worden.
De' kousenband.
„Honi <=oit qui mal y pense", de spreuk
van h«t Engelsche wapen, heeft alle beteeke-
nis verlorcn in een tijd, waarin kousenban-
den, vrouwelijke kousenbanden aan echte
beenen, zonder blikken of blozen aan de
openbaameid worden prijsgegeven. De
spreuk dankte imtnc-rs haar bestaan aan een
incident op een bal van het Engelsche Hof,
in een ver verleden, toen Fduard III een kou
senband, door een der dames verloren, op-
raapte en aan een zijner beenen onder de
knie vasthcchtte. Zoo gaai tenminste het po
pulate vcrhaal. En ..honi soit qui mal y
pense", indien ik dit fcit eens aanteeken en
mijn bijdrage lever over de zeden van mijn
vrouwelijke tijdgenooten in Engeland. De
vrouw van dezen tijd maakt geen geheim
meer van haar kouseu noch van h»ar kou
senbanden, zelfs~al „liggen" deze boven de
knie. De openbare kousenband heeft ons ge-
meenzaam gemaakt met dit artikel en het
greintje onbehoorlijkheid, dat men er aan
verbond, is geheel verdwenen. Wij mannen,
die opschieten in jaren en de vrouw-zonder-
beenen zoo goed hebben gekend, kunnen ons
niet gemakkelijk losmaken van dat idee, dat
het onbehoorlijk is van een vrouw haar kou
senbanden te toonen. Maar hoe eerder wij
dat ouderwetsche idee kwijtraken, hoe beter
het is. Wanneer ik hier naar sportgebeurte-
nissen ga of naar het dansen ga kijken in
een der vele, gezellige gelegenheden van het
West End, dan schitteren de kousenbanden in
grooten getale voor mijn oogen; en ik heb nu
geleerd ze niet anders te beschouwen dan als
schoenen of armbanden of pagehaar, als ver-
sierselen, die eenvoudig bij het vrouwelijk
toilet behooren.
Geneeskundige voorlichting.
In deze brieven heb ik wel eens eenige
woorden gewijd aan de stelsellooze en ver-
warrende wijze, waarop het publiek in de
pers medische voorlichting ontvangt, een
voorlichting, waaraan het niets heeft, omdat
de mededeelingen er in elkaar zoo vaak te-
genspreken. De zaak van medische voorlich
ting in de peis is nu een groote kwestie ge
worden, waarin o.a. ook al de beroepseer der
dokters is betrokken. Van medischen kant er-
kent men nu, dat er iets moet worden gedaan
om den toestand voor alle partijen, publiek,
dokters en peis, bevredigender te maken. Een
vermaard geneeshet^. Sir Thomas Horder,
heeft in een vergadcring van een Londensche
afdee'ing van het Britsch Geneeskundig Ver
bond voorgesteld, dat een commissie van des-
kundigen en leeken controle zou uitoefenen
(censuur dus) op alle dagbladartikelen, kor-
te mededeelingen en populaire boeken, die de
geneeskunde tot onderwerp hebben. Bij de
toe!ichHng van zijn voorstel verklaarde hij,
dat hii voor aanmoediging was van het ver-
strekken van inlichtingen over alle dingen,
die met ziekte en gczondheid verband houden.
Het was hem gebleken, dat het publiek een
warcn honger had voor dit soort lectuur en
die honger moest dan maar worden bevre-
digd. De dagbladlezer wilde lezen over zijn
lever cn zijn longen, over de ziekten, waar-
fian hi] leed, waaraan zijn vrienden en ver-
wanten leden en het meest over de ziekten,
die hi] vreesde te kunnen krijgen. Zijn idee
was dat regels voor persoonlijke hygiene ge-
ring in aantal en kort moesten zijn, dat zij
algemeene beginselen moesten uitdrukken en
bijzonderheden achterwege moesten laten.
Men kon nimmer in bijzonderheden gaan,
omdat jongen en ouden, dikken en mageren,
gezonden en ongezonden, angstigen en on-
verschilligen, kortom het gansche mengsel
van het menschdom, de regels order oogen
kreeg.
Uitvindingen?
In de Central Hall, in Westminster, die
geregeld wordt gebruikt voor kleine tentoon-
'stellingen, is nu een „show" ingericht van
nieuwe uitvindingen. Er blijkt uit, dat uit-
vinden een bezigheid is, waarin vrouwen niet
minder dan mannen uitblinken. Twintig per
cent van de tentoongestelde uitvindingen
zegt een prospectus, dat men mij in de hand
stopte zijn uit vrouwelijke breinen gespro-
ten. Maar eigenaardig is, dat een hygienische
poederdoos, die men er kan zien, -de uitvin-
ding is van een man. Het schijnt een feit te
zijn, dat nog geen tien percent van uitvin
dingen, die worden gedaan, practisch toepas
sing kunnen vinden of handelswaarde eb-
ben. Deze tentoonstelling gaf den indruk
dat de menschen hun ingenieusheid te weinig
spitsen op de meest voor de hand liggende
behoeften. 1k zag er een ontvangtoestelletje
voor draadlooze programma's, van de groot-
te van een pillendoosje, en aan den anderen
kant een reusachtige machine, die groote
bouwstecnen maakt in een oogwenk. Er was
een hygienische vuilniswagen (een minia-
tuur-model); maar een hygienische vuilnis-
•bak zou men veel beter kunnen gebruiken in
deze stad, waar aan de meeste huizen de
vuilnisman slechts eens per week komt. Er
was ook een toestel, dat leert dansen, een
soort mcchan sche dansmeester dus, dat zeker
m een behoefte, zij het ook niet een noodza-
kelijke behoefte, kan voorzien. En dan zag ik
ei 'n model van een veiligheidsomnibus met
nooddeurtn, die men kan openen door aan
een koord te trekken. De laaistgencemde uit-
vinding danken wij wellicht aan het feit, dat
den laatsten tijd nog al eens ernstige onge-
lukken zijn voorgevallen met omnibussen, die
de passagiers geen gelegenheid boden het
veege lijf te redden door de bus te veriaten.
In het algemeen echter is er niets te zien,
4at de gemeenschap veel heil of nut bNooft.
Ik zocht tevergeefs naa porcelein dat niet
breekt, naar een middel, da; de veiligheid van
vliegen buiten kwestie stelt, naar een motor,
die men niet hoort loopen en naar een machi
ne voor vaten wasschen in net nuihouden, die
tegelijk goedkoop en alleszins doeltreffend
is. Aan zulke dingen heeft de moderne ge
meenschap meer behoefte dan aan een pillco-
doosje, dat het geluid van vermaak er 1 Tin.
voor u uit den ether haalt.
Londen, 14 October.
Binnenland
MORIE METZ-KONING. f
Mevrouw Morie Catherine Metz-Koning is
Donderdag 64 jaar oud te Ancona overleden.
Aanvankelijk opgeleid aan de muziekscho-
len te Rotterdam en Amsterdam, heeft zij
zich later aan de letterkunde gewijd. Met:
Van 't viooltje dat weten wilde, heeft zij in
1900 terecht naam gemaakt, waarna zij tal-
rijke verzen en werken heeft gepubliceerd.
(„Gabrielle", „Intermezzo", Nachtsilene",
„De ring", „Dominee Geeston", „Verzen",
„Het kindje" en andere dramatische schet-
sen", „Van een zonnebloem die de zon wou
zijn", „Fatsoenlijfe familie", „Van een vrien-
din", enz.)
LANGE LEVENS.
Gister vierde de weduwe C. A. Bresijn-van
Zuuren te Utrecht haar lOlsten verjaardag.
Mej. Elisabeth Witte, weduwe van Assel-
man, te Bengstdijk (Zeeland) doet het nog
•beter: zij wordt heden 104 jaar.
EX-KEIZER WILHELM EN DE FISCUS
Een inspecteur van de belastingen heeft
met eenige ambtenaren een langdurig bezoek
gebracht aan Huize Doom. Verwacht wordt,
dat een oplossing van het bestaande belas-
tingvraagstuk spoedig zal volgen, nu d<:
kwestie van het vermogen van den ex-keizer
geregeld is.
DOOR EEN STIER GEDOOD.
Te Driene, gemeente Lonneker, is de 73-ja-
rige landbouwer J. L. door een stier met de
horens in het onderlijf gestooten. De oude
man werd zoo ernstig verwond, dat hij aan
de gevolgen is overleden.
ONBESCHOFT.
In de Vrijdagavond gehouden vergadering
van den Raad van Gorinchcm trad de com
munist de heer Nieuwstad zoodanig op, dat
de voorzitler de vergadering moest schorsen.
Nadat de vergadering was gesiokn, riep de
heer Nieuwsta den voorzitter het woord
„fielt" loe, terwijl hij een glas water naar
den burgemeester gooide. Gelukkig kwam het
glas, dat in scherven brak, tegen de tafel
aan.
De burgemeester verwijderde zich even in
de kamer van B. en W. met den inspecteur
van politie, waar ook de heer Nieuwstad ont-
boden werd, en daarna maakte de heer
Nieuwstad, in de Rdladszaal teruggekeerd,
van de gelegenheid gebruik om in tegen-
woordigheid van de raadsleden en het pu
bliek, den burgemeestr Gaarlandt, zijn excu
ses aan te bieden en zijn spijt te betuig n
over het voorgevallene.
DE PENSIOENEN VAN HET
SPOORWEGPERSONEEL.
Toen indertijd ingevolge de nieuwe pensi-
o en wet voor het spoorwegpersoneel de
grondslag van de pensioenen werd vastge-
steld, besloot de direct.e, dat de toelagen, die
niet aan de betrekking verbonden waren, niet
bij de vasistelling van het pemsioen in aan-
merking zouden worden genomen. Een be-
roep indertijd op den minister van water-
staat had alleen het resultaat, dat de minis
ter verklaarde, niets te kunnen doen, alvorens
de Centrale Raad van Beroep in deze uit-
spraak had gedaan.
Het hoofdbestuur van den Bond van amb
tenaren bij de Nederlandsche Spoorwegen
heeft toen vijf gevallen bij den Centralen
Raad van Beroep aanhangig gemaakt inzake
de toelagen: le voor dienst op de stations;
2e voor examen stadionsdienst3e voor di
ploma vreemde talen; 4e voor diploma boek-
houden, en 5e voor commiezen, die vroeger
adspirant-adjunct-commies zijn geweest. Het
hoofdbestuur droeg de verdedigmg van al
deze zaken op aan zijn rechtskundigen advi-
seuf, mr. A. B Gomperts, te Amsterdam.
Zaterdag heeft nu de Centrale Raad in deze
zaken uitspraak gedaan; hij vernietigde de
afwijzende beslissing van de directie. In alle
aanhangig gemaakte gevallen besliste de
Centrale Raad, dat bovengenoemde toelagen
bij den pensioengrondslag gevoegd dienen te
worden.
Een zelfde uitspraak werd ook gedaan in
eenige zaken, door andere bonden aanhangig
gemaakt.
DE NIEUWE KATHOLIEKE PARTIJ
Op de algemeene vergadering van de afd.
Utrecht van de Nieuwe Katholieke Partij is
besloten deze afdeeling op te heffen, terwijl
het bestuur opdracht werd gegeven in over-
weging te nemen of hot mogelijk zou zijn
binnen de grenzen der statuten van de R K
Kiesveiwiging te zijner tijd een studieclub
op te richten. Daar de afd. Utrecht de eenige
afdeeling van de Nieuwe Katholieke Partij is,
is hiermede deze partij feitelijk opgeheven.
DE ORGANISATIE VAN HET
DEPARTEMENT VAN ONDERWIJS,
KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN.
Een commissie van onderzoek.
Evenals voor de departementen van marine
en van oorlog heeft de minister van finan-
cien, voorzitter van den raad van ministers,
een commissie ingesteld, welke de organisatie
van het departement van onderwijs, kunsten
en wetenschappen zal onderzoeken en daar-
over een rapport zal hebben uit te brengen
aan de bezuinigingscommissie.
GEHEELONTHOUDING,
COEDUCATIE
EN KAMPEEREN.
Voor den kantonrechter te Zutphen hebben
terecht gestaan 16 jongens en meisjes, uit
Apeldoorn, Enschede, Borculo en Kampen,
die zich Zondag 26 Juni zonder vergunning
op de Gorselsche heide hadden bevonden.
Het bleek, dat gekampeerd was op grond
van een boer te Eefde en dat de jongens en
meisjes, in twee tenten den nacht hadden
doorgebracht. Bij het getuigenverhoor ver-
klaarden de moeders van verschillende ver-
dachten niet te hebben geweten, dat ook jon
gens mede kampeerden, maar volgens een
der verdaftten had een van d -loeders het
juist heel goed gevonden, orr meisjes al
leen allicht konden worden lastig gevallen.
Het O.M. wees er op, dat op de Gorselsche
heide streng toezicht wordt gehouden, juist
om dingen te voorkomen, als nu gebeurd
zijn. Een troep kinderen, leden van den Jon-
fel. Geheel-Onthouders Bond, zijn bijeenge-
omen onder het motto „geheelonthouding".
Deze bond beoogt echter ook den vrijen om-
gang van jongens en meisjes, wat spr. uit
een ingezonden stuk in de pers van den
bondsvoorzitter den heer C .van't Kruis. had
afgeleid. Men heeft hier te doen met kinde
ren, die een beetje uit het evenwicht gesla-
gen zijn. Misschien is het een poging, om
Russiche toestanden na te bootsen, waar
men de eerbaarheid van de vrouw ijiet meer
ontziet. Spr. vroeg veroordeeling van alle
beklaagden tot f 10 boete of 10 dagen hech-
tenis, respectievelijk tuchtschool voor minder-
jarigen.
Enkele verdachten kwamen er tegen op', dat
de zedelijkheid er bij werd gehaald, terwijl
zij gedagvaard waren uitsluitend wegens het
loopen op verboden grond. Namens den
J. G. O. B. protesteerden zij daartegen en een
hunner zeide, dat de J. G. O. B. al jaren
lang laat kampeeren, zonder dat er ooit iets
is gebeurd.
De kantonrechter noemde het misdadig,
dat er minderjarige kinderen sliepen in een
tent, jongens en meisjes te zamen. Hij ver-
oordeelde alle verdachten overeenkomstig
den eisch.
CASSATIE BEROEP VERWORPEN.
De Hooge Raad heeft gister verworpen
het cassatieberoep van den 60-jarigen arts
H. O. C. B., uit Oisterwijk, die door het ge-
rechtshof te's Hertogenbosch is veroordeeld
tot 3 jaar gevangenisstraf wegens verkrach-
ting. In eerste instantie was requirant door
de rechtbank te Breda, die andere feiten als
bewezen had aangenomen, dan het hof, ver
oordeeld tot 6 jaar gevangenisstraf.
DE VALSCHE PORTUGEESCHE
BANKBILJETTEN.
Thans is voor de dagvaarding uitgebracht
in de strafzaak tegen M. van I J., die zal te-
rechtstaan in verband met de bekende kwes
tie der Portugeesche bankbiljetten.
De inhoud van de dagvaarding is overeen
komstig de eenige dagen geleden gepubli-
ceerde kennisgeving, dat de vervolging zal
worden voortgezet.
De behandeling van de zaak blijft bepaald
op 23,24 en 25 November.
Vanwege het O. M. zijn 37 getuigen ge
dagvaard.
DE BRANDSTOFFEN-
VOORZIENING.
Men schrijft aan de N. R. Crft.:
Als leider van een groot brandstoffenbe-
drijf durf ik te verklaren, dat, tendentieuze
berichten ten spijt, er niet de minste vrees
behoeft te bestaan voor gebrek aan brandstof
in de a.s. maanden.
Er kan alleen sprake zijn van nog hoogere
prijzen dan thans, indien particulieren en in-
dustrieelen doorgaan met veel groote voorra-
den te willen aan leggen dan zij in normale
tijden hebben.
Brandstof zal er voldoende zijn. Alleen
bestaat de mogelijkheid, dat men niet precies
de soorten krijgen kan, die men gewend is te
stoken.
Indien men het hoofd koel houdt en 14 da
gen eens wat minder vraagt, en vooral, niet
Naar het Engelsch van Rafael. Sabatim.
Geautoriseerde vertaling van A. T.
29
Buckingham viel hem brutaal in de rede.
„Er is geen sprake van iets anders, Uw
Genade, maar hiervan. Ik heb reeds de be-
krachtiging van Zijne Majesteit gekregen.
Het is op zijn voorstel, dat ik hier kom. Het
is gelukkig, dat de persoon, dien gij voor het
commando bestemd had, onfcekend is. Hij zal
plaats moeten maken en U kunt hem met
de volgende open plaats troosten. Als Uw
Genade uitgebreider instructies v. enscht, zal
3c u met genoegen de schriftelijke bevelen
van Zijne Majesteit verschaffen."
Albemarle was schaakmat. Hij zat daar
toornig en onbeweeglijk, alsof hij uit steen
gehouwen was. Maar djn geest was als een
kokende bron van woede. Zoo ging het altijd.
De plaatsen van vertrouwen, de posities cue
ervaren hoofden en bekwame handen ver-
eischten, zoodat Engeland het best gediend
kon worden door zijn verdienstelijke zonen,
werden voortdurend weggeworpen aan de
onwaardige parasieten, die aan het wellus-
tige hof van Karel samenschoolden. En hij
was in dit geval, des te meer vertoornd, omdat
zijn handen tegen verzet gebonden waren
juist door den indentiteit van den man, dien
hij had gekozen. Was er socake geweest van
cen ander man van Holies' krijgskundige ver-
diensten, maar met zulke antecedenten, dat
men zijn naam kon noemen, dan had hij zijn
hoed opgezet en was dadelijk naar het paleis
gegaan, om de zaak met den koning te be-
spreken. En hij zou wel weten, welke argu-
menten aan te halen, om de betrekking zoe-
kende onbeschaamdheid van Buckingham te
overwinnen. Maar zooals het nu was, moest
hij wel inzien, dat hij niets van dit alles kon
doen, zonder misschien Holies te benadeelen
en zich zelf een zware berisping op den hals
te halen.
„Wat drommel!" zou de koning uitroepen.
„Zegt ge me in mijn gezicht, dat ge aan den
zoon van een konmgsmoordenaar de voor-
keur geeft boven den vriend van mijn
vriend?"
En wat moest hij dan antwoorden? Hij
sloeg zijn oogen neder. De aanstelling, die
het onderwerp van dit gesprek was, lag hier
op tafel voor hem, de ruimte, die voor den
naam van Randal Holies bestemd was, was
nog open. Hij was verslagen, en ter wille van
Holies als van hem zelf, was't het beste, dat
hij den staat van zaken zonder verdere rede-
neering aanvaardde.
Hij nam een pen, doopte die in de inkt, en
haalde het document naar zich toe.
„Daar u de belofte van Zijne Majesteit
hebt, kan er natuurlijk van niets anders spra
ke zijn."
Snel, met krassende en over het blad spat-
tende pen, vulde hij den naam van Sir Harry
Stanhope in, met de bittere gedachte, dat hij
even goed den naam van Nell Gwepun in
had kunnen vullen. Hij droogde het dikke
schrift met poeder, en reikte het zonder een
woord over. Maar zijn blikken waren som
ber. Buckingham stond glimlachend op, en
Sir Harry sprong gelijk met hem op, eveneens
glimlachend. Voor het eerst en het laatst in
dat korte onderhoud sprak Sir Harry.
„Ik ben de eerbiedige dienaar van Uw
Genade", zei hij, buigend en gemaakt la-
chend. „Ik zal zorgen mijn ambt goed te ver-
vullen, en de bezwaren, die Uw Genade te
gen mijn jeugd heeft, te verdrijven."
„En jeugd," zei Buckingham glimlachend,
om Albemarle gerust te stellen „is een gebrek
dat de tijd herstelt."
Albemarle stond langzaam op en de ande
ren gingen buigend heen.
Toen klonk hij weer zwaar neer, nam zijn
hoofd tusschen zijn handen, en stiet zacht-
jes een vloek uit.
Holies kwam een uur later, stralend van
verwachting, pen vroolijke, jeugdig uitziende,
gebiedende figuur in zijn mooie, roode jas,
om verpletterd te worden door de tijding, die
hem weer, als altijd tot een ongeluksvogel
maakte. Maar naar het uiterlijk te oordeelen,
droeg hij den slag goed, hoe diep het staal
zijn ziel moge getroffen hebben. Albemarle
was ditmaal opgewonden. Albemarle ging in
ongehoorde termen te keer tegen den verder-
felijken invloed van het hof en het kwaad,
dat hij stichtte.
„Er was een man noodig voor dit ambt en
ze hebben me gedwongen, het te geven aan
een beuzelaar, een fat, een geschilderd leeg-
hoofd."
Holies dacht aan Tucker's beschuldigingen
van de tegenwoordige regeering, en begon
eindelijk in te zien, dat hij gelijk had, en hoe
gerechtvaardigd de overtuiging van hem
en zijn bondgenooten kon zijn dat het volk
bereid was om op te staan en dezen Augias-
stal te reinigen.
Albemarle trachtte hem met nieuwe hoop
te troosten. Er zou zich zeker spoedig weer
iets voordoen.
„Om weer weggenomen te worden door een
kerel, die in de schulden zit, en aan zijn
schuldeischers wil ontsnappen," zei Holies,
terwijl zijn toon eindelijk iets van de bitter-
heid verried, die in zijn ziel gistte.
Albemarle keek hem droevig aan.
„Het is hard, Randal, dat weet ik."
De kolonel herstelde zich en lachte ge
dwongen.
„OchHarde slagen zijn meestal mijn deel
geweest."
„Dat weet ik. Albemarle liep naar het
raam en weer terug, zijn hoofd neergezonken
tusschen zijn schouders. Toen bleef hij voor
den kolonel stil staan.
„Houd me op de hoogte waar je woont en
weet, dat je zoo spoedig mogelijk van mij
hooren zult. Wees er zeker van, dat ik mijn
best zal doen."
De blik van den kolonel schitterde weer.
Het was een opflikkering van de wegster-
vende vlam der hoop.
„Denkt u waarlijk, dat zich wat anders zal
voordoen?"
Zijn Genade wachtte even, voordat hij ant-
woordde, en in dat oogenblik werd de droe-
vige ernst van zijn gelaat grooter.
„Om je de waarheid te zeggen, Randal,
durf ik het haast niet denken. De kansen
BIJZONDER LAGER ONDERWIJS.
Beschikbaarstelling gielden voor loer- en
hulpmiddelen.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van ALKMAAR brengen ter openbare ken-
nis, dat de Raad dier gemeente in zijne op
27 October j.L gehouden vergadering heeh
genomen het volgende besluit:
Dp Raad der gemeente ALKMAAR,
Gelezen een op 14 Augustus 1926 ontvw*
gen aanvrage van het Bestuur der Onze
Lieve Vrouwe Stichting te Amersfoort om op
grond van artikel 72 der Lager Onderwijs-
wet 1920 beschikbaar te stellen de gelden
benoodigd voor de aanschaffing van leer-
en hulpmiddelen ten behoeve van de scholen
A, B en C dier stichting, wel'ke aanvrage is
gewijzigd bij het nader ingediend verzoek-
schrift d.d. 21 October 1926;
Gezien het voorstel van Burgemeester en
Wethouders d.d. 22 October 1926 (bijlage
nr. 129 tot's Raads handelingen)
Overwegende dat ten aanzien van de aan
schaffing der in de aanvrage vermelde voor-
werpen de gevraagde medewerking der ge
meente door evengenoemd wetsartikel wordf
gevorderd;
Gelet op de artikelen 72 en 75 der Lager
Onderwijswet 1920;
A. verleent voor de aanschaffing van de in
de aanvrage van dat bestuur vermelde
artikelen de gevraagde medewerking;
B. enz.
Binnen dertig vrije dagen, te rekenen van
heden, kan ieder ingezetene en het schoolbe-
stuur tegen dit besluit bij Gedeputeerde Sta-
ten in beroep komen.
Alkmaar, 2 November 1926.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
WENDELAAR, Burgemeester.
A. KOEL MA, Secretaris.
BIJZONDER LAGER ONDERWIJS.
BeschikbaarsieUing gelden voor sckool-
nmibelen en Leer- en hulpmiddelen.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van ALKMAAR brengen ter openbare ken-
nis, dat de Raad dier gemeente in zijne op
27 October j.l. gehouaen vergadering heeft
genomen het volgende besluit
DE RAAD der gemeente ALKMAAR,
Gelezen een op 28 Juli 1926 ontvangea
aanvrage van het bestuur der vereeniging
Sint Joseph tot het oprichten en instandhou-
den van een of meer inrichtingen van
Roomsch-Katholiek bijzonder onderwijs in de
gemeente Alkmaar, gevestigd1 te Al'kmaar, om
op grond van artikel 72 der Lager Onder
wijswet-1920 beschikbaar te stellen de gelden
benoodigd voor de aanschaffing van meu-
belen, leer- en hulpmiddelen ten behoeve van
de scholen A. B. en C. dier vereeniging;
Gezien het voorstel van Burgemeester en
Wethouders d.d. 19 October 1925 (bijlage
nr. 125) tot's Raacfc handelingen;
Gelet op de artikelen 72 en 75 der Lager
Onderwij s wet-1920
A. verleent de gevraagde medewerking voor
de aanschaffing van de in de aanvrage
gestelde voorwerpen;
B. enz.
Binnen dertig vrije dagen, te rekenen van
heden, kan ieder ingezetene en het schoolbe-
stuur tegen dit besluit bij Gedeputeerde Sta-
ten in beroep komen.
Alkmaar, 2 November 1926.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
WENDELAAR. Burgemeester.
A. KOEL MA, Secretaris.
meer voorraad aanlegt dan b.v. voor 1 maand
noodig is, dan verwacht ik spoedig een sta-
biele markt met dalende tendenz.
Als thans de vraag grooter is dan de pro
ductie, dan stijgen de prijzen ver boven het
niveau, waarop zij zich moeten bewegen.
Omgekeerd berciken zij dat peil en keert
rust weer, alle speculatie ten spijt.
HET GOUDEN FEEST VAN HET
NOORDZEEKANAAL.
Gislermorgen heeft te IJmuiden, op der
officieelen gedenkdag van het halve eeuw-
feest der opening van het Noordzeekanaal.
een eenvoudige plechtigheid plaats gehad.
Op den stoep van hei havenkantoor, een his-
torische plek te IJrnuiden, werden eenige on
derscheidingen uitgereikt. Drie beambten van
het Noordzeckanaa' en drie beambten van de
firma Volker Uss, die den havenmond er
de toeleidingskanaien tot de sluizen op diepte
houden, ontvingen d- eere-medaille verbonden
aan de Orde van Oranje Nassau.
De hoofd-ingemeur-directeur van den
rijkswaters^at *- Noord-Holland, de heer
ir. C. G. Gelinck, *«e Haarlem, maakte de
onderscheidincp" bekend.
ROTTERP A V SCH STUDENTEN
GEZELSCHAP.
Gister was het juist 5 jaar geleden, dat het
Rotterdamsche studentengezelschap werd op-
gericht en ter eere van dit eerste lustrum
zijn enkele feesteliikheden georganiseerd. Een
zijn voor dezulken als gij, je begrijpt me,
nietveelvuldig. Maar het onverwachte
kan gauwer gebeuren dan wij durven hopen.
Als't gebeurt, wees dan zeker, dat ik je niet
vergeten zal. Daar kunt ge op rekenen."
Holies dankte hem lcalm en stond op om
heen te gaan, zijn opgewektheid was ver-
doofd, moedeloosheid sprak uit zijn geheele
wezen.
Albemarle zag hem met gefronste wenk-
brauwen aan. Toen hij de deur bereikte. hield
de hertog hem tegen.
„Randal! Een oogenblik."
De kolonel keerde zich om, en wachtte ter
wijl Albemarle hem langzaam naderde. Zijn
Genade was diep in gedachten, en hij aarzel-
de, voordat hij sprak.
»Je je hebt toch geen geldgebrek, hoop
ik? zei hij eindelijk.
De beweging en lach van den kolonel leg-
den een beschaamde getuigenis af van het
feit, dat hij het was.
Albemarle's oogen zagen hem nog een
oogenblik aan. Toen haalde hij langzaam
een beurs uit zijn zak. Het was blijkbaar een
lichte beurs. Hij maakte ze los
„Als een leening je helpen kan, totdat
„Neen, neen! riep Holies, zijn trots kwam
in opstand er tegen, om iets aan te nemen,
wat bijna een aalmoes was. Maar zelfs zoo,
was het niet meer dan een halve weigering.
Maar Albemarle deed geen poging, die te
bestrijden. Hij herhaalde het aan bod niet
Hij trok de koorden van de beurs weer dicht
en zijn uitdrukking was er bijna een van ver-
lichting.
(Wordt vervolgd.)
11