KwAriA-SPEGULAAS VERSTORINGEN DER SPIJSVERTERING Aspirin PSE3. iVOLLE-MELK-REEP AgentschapL, Frankenberg, Alkmaar. 6eter dan Goed: DE BESTE /raagt ging de belangstelling zoo buitengewoon groot was, verhcogde spr. in hooge mate De heer Daalder ving aan met een aanha- ling uit het merkwaardige boek van Prof. Hijmans over de psychologie van de vrouw, waarin wordt aangegeven, dat de vrouw bet fval en de man bet algemeene beschouwt. i. was het misschien daaraan toe te schrij- v«n, dat in de laatste jaren zoo buitenge woon veel vrouwen zijn opgetreden als schrijfsters van psychologische romans. On der deze schrijfsters is mevr. Jo van Am- mersKiiller, die sinds 1916 een reeks van boeken het licht deed zien, wel een van de bekendste. Spr. noemde van haar: „Verzwe- gen strijd", waarin de Professor geschilderd wordt, die voortdurend met zijn werk bezig is en geen tijd over heeft voor de vrouw, die naast hem leeft; ..Tegen den stroom in", waarin een strij- denci strevend meisje geschetst wordt; „De Zaligmaker", waarin een vrouw ge- •childerd wordt, die liefde en huwelijk niet Vent, maar toch ten slotte verliefd wordt; „Het huis der Vreugde", een boek van inte- ressant tooneelleven„Het doornige pad", waarin een meisje geschilderd wordt," dat muziek studeert en toch tenslotte de liefde boven de muziek kiest. In al die boeken loopt het thema dat de vrouw, die eerlijk in zichzelf ziet, ook de moderne, als hoogste vreugde erkent de vei- Jige omslotenheid door twee sterke armen. Dit is het oude romanthema. Voor de moderne vrouw is het toch mcer dan het oude thema. De vrouw uit het verle den kende niet het geestelijk geluk, dat de fegenwoordige vrouw wel kent Zij kende niet de bekoring, mee in te grijpen in den loop der ontwikkeling. Voor haar was er niets an- ders dan de zachte geslotenheid van fiet huis, het koesteren van de kinderen en de onder- worpenheid aan den man. In het hart van de vrouw woedt een ont- zaglijke strijd. Henriette Roland Ho'st om- schreef dit zoo juist. Toch heeft ook zij gel oof in een andere toekomst, waarin de gewcldige tegenste'lingcn elkander opheffen en waarin die strijd voorgoed voorbij zal zijn. Het con flict voor de moderne vrouw is: de zorg thuis voor man en kind aan den eenen en het op- gaan in het leven aan den anderen kant. Dit conflict is buitengewoon sterk in het laatste boek van mevr. AmmersKiiller: De Opstandigen". De problemen, die in dat boek gesteld worden, zijn voornamelijk paedago- gische problemen. De feministische gedachten in dat boek zijn in geen enkel opzicht ge- scheiden van de kwestie over de opvoeding van meisjes en het onderwijs aan meisjes. De algemeene verhouding van vrouw en kind wordt er in uitgewerkt. Spr. gaf hierna een korten inhoud van het boek. Ongetwijfe'd. zoo zeide hij, zijn er in het boek litteraire fouten aanwezig. Ook op de fompositie valt wel wat aan te merken. Het aantal toevalligheden in het boek is vrij groot. Het slot oordeelde hij een toppunt van toevalligheid en onbevredigend. Een dieper ingaand bezwaar was z. i. bet eenzijdig licht, dat het geeft aan bepaalde tijden. Naast die bezwaren had het boek echter groote voordeelen. Een van de grootste was, dat er gang in zat. Een tweede voordcel was, dat het ons aan het denken zet. Ten dien aanzien vereenigde spr. zich met het oordeel, dat Frans Coenen over dat boek gaf. Htt boek dwingt ons, rekenschap te ge- ven over allerlei kwesties, waarmee wij ons dagelijks bezig houden. Spr. geloofde, dat men verkeerd doet met het boek te zien als een boek, dat bepaalde, bestaande toestanden zou willen beschrijven. Men moet het meer opvatten als een waar- schuwing. De sehrijfster schildert meer het gezin, dat er in 1950 of 1960 zal komen en dat er zeker zai komen, wanneer de ontwik keling doorgaar op de manier, waarop die zich op't oogenbhk beweegt. Het groote probleem, dat het boek stelt, is het vrijheids- probleem, in de eerste plaats in de verhou ding tusschen ouders en kind, in fie tweeo? plaats in de verhouding tussohen man en vrouw. Spr. oordeelde, dat het boek een modern gezin schildert, dat eigenlijk geen gezin meer is en zijn bezwaar is, dat het eindigt met een vraagteeken De angst van het bcek is: Wat zal de toekomst opleveren? Een ieder, die zich rekenschap geeft van hetgeen om zich heen gebeurt, wil probeeren het pro bleem in samenhang met andere problemen te bespreken en een uitweg zoeken voor de benauwendc kwestie, die aan de orde is ge steld. Daarvoor is bet noodig, de mensehen uit het eerste en uit het laatste gedeelte van het boek, die van 1S40 en 1922, door spr de ouderwetsche en de moderne mensehen ge- noemd, tegenover elkander te plaalsen. De moderne mensehen hebben in den loop der jaren allerlei waarden en waarheden, die de ouderwetsche als absoluut hebben aanvaard, verworpen De ouderwetsche mensch had houvast aan de kerk, de rtgeering, den staat, het fatsoen en de doctrinaire weten schap. De moderne mensehen hebben deze autori teiten afgezworen. Tegen het einde van de 19de en het begin van de 20ste eeuw ont- stond de vraag, of het leven van de ouder wetsche mensehen wel vrij was, of zij in hun gevoelsleven niet op alle mogelijke manieren waren gebonden, of zij wel persoonlijk leef- den en of zij niet voortdurend geleid werden door het leven van anderen. Deze vragen vindt men bij Mu'tatuli, Allard Pierson, Busken Huet, de eerste propagandisten van de socialistische beweging, bij die van de Dagcraad, bij Mina Kruseman en bij de Tachtigers. Langzamerhand werd gehoord de leuze: ,,Weg met alle autoriteiten, weg me{ alle uiterlijk gezag. Aanvaard alleen het innerlijk gezag; zoek zelf den weg." Die weg van de eerste tncdernen is de re- volutionoaire, de critische, de negatieve. Uit cle litterafuur van die dagen valt naarukke- lijk vast te steilcn de twijfel aan alles, wat de menschui voor dien tijd als waar hebben aanvaard. lea cpzichte van de kerk werd do vraag gesteld, of God bestond1 en als die bestend, welke kerk dan de waarheid kon geven. Wanneer God bestend, oordeeelde men iedere formule ontoereikend. Tea opzichte van den Staat werd de klem- mende vraag gesteld of een staatsbeheer goed kan zijn, terwijl de Staat het maat- schappelijk onrecht liet voortduren. De vraag was, of men wetten moest gehoorza- mcn, die het onrecht bestendigen en het ge- weten gewfeld aandoen. Tar aanzien van het fatsoen gold' de vraag, wie uitmaakt, wat behoort en niet behoort. Is het fatsoen niet de dekmantel van het im morcele Ook de wetenschap werd op dezelfde ma nier aangetast. Spr. noemded dezen tijd de re- volutionnaire pericde van het modernisme, in het tweede cn derde gedeelte van „De Opstandigen" geteekend. Vrijheid wordt in die revolution naire pe- riode opgevat als de verwerping van alle gezag. Niets dan het eigen, vage gcAoel bleef over. In de litterat' ur leerden wij kennen de groote groep via sceptici, pessimisten en fa- talisten. In dit verband citeerde spr. een ge deelte uit een boek van Marcellus Emants. In onzen tijd komt naast de groep van de ouder- wetschen en die van de pessimisten een der de groep, die de leuze hulddgt: „Eet, drinkt en weest vroolijk, morgen sterven wij 1" Voor deze levensgenieters is de dood een ver- schrikking Er ontstaat nog een vierde grcep, die van mensehen, die op zock zijn n.aar nieuwe levensvoorwaarceti. Deze grcep is in den tegenword'igen tijd buitengewoon grcot. Een deel van hen komt weer terug tot de oude autoriteiten, zooals VanEeden. Een ander deel vindt nieuwe autoriteiten. Spr. wees op de theosofie, die ook een geloo- ven op gezag noodzakelijk maalft; op het Marxisme met zijn gezag van een bepaalde leer. En de vraag rijst of het Modernisme geen onzin is en of er geen andere uitweg is dan pessimisme of gelooven of gezag. Op de laat ste vraag geeft mevrouw Van Ammers- Kiiller geen antwoord. Haar boek eindigt met een soort van erkenning, dat alles op niets is uitgeloopen. Spr. meent, dat niet zoo'n ontzaglijk ontkenned antweord ge- geven moet worden. Hij mcent, dat er vast- gehouden kan worden aan het zeer persoon- lijke leven, zonder pessimist te worden on zonder dat men terug moet naar de oude au toriteiten of nieuwe autoriteiten te aanvaar- den. (Wordt vervolgd). Als U zich onwel gevoelt Mijnhardt's Laxeertalretten regeien dezen vlug, zonder kramji of pijn. Bij Apoth. en Drogisten. Doos 60 cent SOCIAAL-DEMOCRATISCHE VROUWENCLUB. De afdeeling Alkmaar viert den internationalen Vrcuwcndag. ben ?ede van mevrouw mr. Ribbius Peletier. Gisteiavond hield de afdeeling Alkmaar van de Sociaal-Democratische Vrouwenclub een openbaren propaganda-feestavond ter viering van den internationalen Vrouwen- dag. De bijeenkomst had plaats in ,,'t Gulden Vlies", waarvan de schouwburgzaal gehcel met belangstoilenden gevuld was. Het man- nelijk elemen1: was, zij het natuurlijk in ver houding met de vrouwen schaars, toch ver- tegenwoordigd. Door alle aanwezigen werd staande de Internationale gezongen. Mevr. W e s t e r h o f—K o o p a 1, voor- zitster, sprak ten welkomstwoord uit, haar voldoening uitsprekende over de groote op- komst. Speciaal verheugde het spr., dat zoo- veel vrouwen aanwezig waren, verder t>e- toogende. dai men zich dient vast te klem- men aan het socialisme en da; de ontwape- ning een der voornaamste programpunten is van de soc -democ/aten. Spr. decide onder applaus de vergadering mede, dat de afdetiing een vruchtbare pro paganda gevqprd heeft: 20 vrouwen zijn weer als lid toegetreden. Spr. dankte verder hen. die het meer feestelijk deel van het pro- gramma van dezen avond verzorgden en gaf het woord aan de spreekster, mevr. mr. Rib biusPeletier. die zij welkom heette. Mevr. mr. R i b b i u sP e 1 e t i e r begon met te zeggen, dat het vanzelf spreekt, dat zij op dezen avond, die aan het slot van de vrouwen-propagandamaand gevierd als de vrouwerdag voor het socialisme. zou spre- ken over het socialistisch werk. Samen zul- len wij vanavond eenige oogenblikken over doel en striking van deze beweging naden- ken. Men leert haar kennen aan het doel, dat zij zich stelt in de verte en aan de m id dele n,- die zij gebruikt om op een bepaald oogen- blik te werken voor bepaalde punien. Daar zijn enkele eischen on cle rvdt- aandacht gekonxn. Sommige van onze eischen zijn al ingewi.hgd, en can is men daarmee klaar. B v het kiesreckt vooi de vrouw. Die strijd is ten einde gestreden, en nu gaan we ver der. Het is dan de vraag, wat de vrouwen met haar kiesrecht zullen doen. Zullen zij be- seffen de groote waarde, die ligt in het stem- biljet en zullen zij dit billet zoo kunnen ge- bruiken dat het strekt tot heil van de bewe ging en zullen ze zich voegen bij ons, die een betere maatschappij willen vestigen. De vrouwen moetij niet alleen weten. wat het socialisme in de verte brengen zal, maar ook wat nu onze punten van strijd en actie zijn. Door de September-oetoogiiig zijn drie zaken onder enze aandacht gekomen en daar voor zal in de toekomst strijd moeten wor den gevoerd. Ze zijn: 8-urendag, medezeg- gingschap en onhwapening. De 8-urendag is een voorwerp van jaren- langen strijd geweest. In 1919 is het doel eindelijk bereikt De bourgeoisie, ond^r den indruk van de dagen van November 1918, gaf toe en wil- ligde maar in. De wet ging er zonder slag of stoot door. Later echter, toen de reactie haar hop op- stak, ging men de wet op alle mogelijke ma- Men kan op elk oogenblik van den dag door ,verstoring der spijsvertering worden aangegrcpen. Slecht verteerd voedisel kan een overmatige afscheiding van zuur in de maag ten gevolge hebben en de oorzaak van het eerste lijden zijn. Maakt deze overmatige zuurvorming onschadelijk en dan zu!t gij snel van Uw lijden bevrijd zijn. Dit is de reden waarom Gebismureerd Magnesium zoo onmisbaax is en waarom het zoo nood zakelijk is het steeds in huis te hebben. Het neutraliseert de schadelijke gevolgen der overmatige zuurvorming. Het verdrijft de zurige scherpte, de drukking op de maag en alle andere onregelmatigheden der spijsver tering. Gebismureerd Magnesium is geinak- kelijk in te nemen. Verkrijgbaar bij alle goe- de Apotheken en Drogisten a 1.— "per flesch. nieren saboteeren. Dagelijks zien we daarvan voorbeelden. Een groot deel van die wet ligt nog steeds onuitgevoerd. De 8-urendag geidt alieen nog maar voor fabriekcn en werkplaatsen en al leen voor voiwassenen. Niet echter voor de vrouw. Voor haar is de wettelijke dooi voering van den 8-urendag een direct belang, voorzoover zij in het ar- beidsproces betrokken is. Allerlei bezwaren voert men van andere zijde tegen den 8-urendag aan. Men spreekt b.v. van de eischen van het bedrijf. Wij, aldus spr., zijn daarvan niet blind, dan zouden wij doin zijn, maar wij laten ons niet op het eerste gezicht afslaan. In Engeland was men ook tegen de afschaffing van den nachtarbeid voor kinderen, die loor de arbeiders ge vraagd was en ook daar voerde men aan, dat de industrie ten gronde zou gaan, als dat word aangenomen. Zoover is het echter niet gekomen en wij gelooven, dat de modeme techniek in1 staat zal zijn, den arbeid zoo te regeien, dat de 8-urendag zonder bezwaar kan werden ingevoerd. Een bezwaar der werkgevers is voor is het bezwaar van moreelen aard. De eisch van den 8-urendag zou n.l. een eisch zijn van lainlendigheid, van iuiheid en gemakzucht. Wij weten echter, dat dit argument niet juist is, omdai wij juist om geestelijke belangen den 8-urendag vragen. Wij weten, dat het noodig is om te werken, maar daarnaast staat nog een andere eisch: de geestelijke eisch. Wij zijn de zoekers naar het schoone en het ware, mensehen, die de natuur om zich willen hebben. Rust en ontwikkeling willen wii na den arbeidsdag. De beteekenis van den 8-urendag wordt sterk door de vrouwen gevoeld. In de eerste plaats door vrouwen, die zelf werken en die den werkdag tot betere proporties willen terugbrengen. Maar daarnaast is het ook de vrouw moeder, want er zullen betere omstandig- heden in het gezin door den 8-urendag ont- staan. De man, die vroeger niets kon doen aan de opvoeding van zijn kinderen, krijgt door den 8-urendag gelegenheid, mede de opvoe ding van zijn kinderen te verzorgen De verkorte arbeidsdag geeft den kinderen dus inderdaad een vader. Natuurlijk, vervolgde spr., vragen wij geen wettelijke regeling van den wcrktijd var de huisvrouw, doch de overheid dient te zor- gen, dat de resultaten van de moderne tech niek ook ten goede kunnen komen aan de huisvrouw Er zijn reeds vele arbeidsbespa- rende machines uitg^vonden, maar onze vrouwen kur.nen daar niet aan toekomen, omdat ze te kostbaar zijn. De overheid moet dus meewerken om aan»chaffing mogelijk te maken. Spr iacht hierbij aan het wonder van onzen tijd, de electrxiteit. De electrische stroom dient beschikbaar te zijn voor een prijs, die in het bereik alt van onze vrou wen. Dit te bereiken ligt op den weg van onze vertegenwoordigers in de gemeente- raden. Goedkoope stroom beteekent aan- schaffing van moderne electrische rpparaten, a's stofzuigers enz., die de huisvrouw het werk aanmerkelijk kunnen verlichten en be- spoedigen; zoodat ook zij vrijen tijd kriigt. Ook hierbij b"doclen wij geenszins Iuiheid of arbeidsschuwheid, maar ook hier heboen wij den geestelijk en kant op het oog. De vrou wen vragen bezinning om tot zichzelf te ko men en bezinring om haar taak als echtge- noote en r-ieder in vercdelden vorm te kun nen uitvoeren. Vervolgens beschouwde spr. den eisch van de medezeggingschap nader, die zich op een heel ander gebied beweegt. In iedere werk- plaafs ei. iedere fabric* dient rekening te worden gebovden met het menschelijke in den mensch. Men djent er rekening mede te hottden. dat de arbeid r geen doodc machine is. Vooral voor de vrouw en moedef heeft deze eisch haar beteekenis. 1 Meisies en jonge vrouwen worden vaak aan machines gezet ter bedi-^ning daarvan. Dit werk eischt immers weinig spierkracht en weinig kennis. De meisies verkeeren in den overgangsleeftijd. de iaren. dat zij juist rijjaen tot vrouwen. dat zii vol zijn van fan- tasieen en dat zij geeftelijk voedsel noodig hebben Het spreekt vanzelf, dat zij na een lange dagtaak's avonds die ontspanning zoe ken in een donkere bioscoopzaai. Het is toe te juichen. dat wii onze A. J C. hebben, waarin de meisies middelen vinden om voedsel 1 oor haar geest te krijgen. In deze beide eischen. zeide spr, verder, zitten ook voor onze vrouwen vele punten, die wij hebben te overwmren. Het zijn n 1 algemeen menscheliike eischen en het zal een belangrijke daad zijn als ze tot doorvoering worden gebracht. Onze derde eisch is de eisch, waarvoor de vrouwen als vanzelf allien voelen: het is de eisch tot verdwijning van den oorlogsgru- wel Wij gevoelen ons beschaamd als wij be- denken, dat de oorlog nog maar zoo kort achfer ons ligt, terwijl wii hem alien weer hebben vergefen. Het is misschien goed, dat een mensch zich dat allemaal niet waar kan maken. want het zou ons misschien krank- zinnig maken, ris wij trachtten in die gru- we'en med? te 'even. Wij ziin het er over eens. dat ae oorlog een kwaad is. Er zijn mensehen. die b.weren. dat oor'og een noodzakeliik iets birften oorlog kan men niet en men wijst daarbij op de geschiedenis, die herhaaldHijk van oorlog en nogmaals oorlog spreekt. Voorts zegt men, dat de mensehen slecht zijn enz. Wel kunnen wij, zeggen deze mensehen, pro beeren, den oorlog buiten onze grenzen te houden, maar daarvoor moeten wij ons wa- penen. En de militairisten beroepen er zich op, dat zij een groote daad doen voor ons land als zij zeggen, dat ons leger in staat is een vijand buiten onze grenzen te houden. Wij, aldus spr., weten echter, dat in 1914 ons leger daartoe niet in staat zou zijn ge weest, als een vijand perse ons land had bin- nen gewild. Hoogstens hadden wij ons land een paar uur kunnen verdedigen. Dat wij buiten den oorlog zijn gebleven danken wij alleen aan het feit, dat de groote mogendhe- den het voordeeliger vond, ons land er bui ten te laten. De kas van een klein land als het onze zou bovendien, ook al wilden wij al ien offers brengen, niet de ontzettende be- dragen kunnen bekostigen, die er noodig zijn voor de geweldige oorlogsmachines en oor- logstcerustingen. Hun, die zeggen, dat er altijd oorlog ge weest is en dat de oorlog wel altij'd blijven zal, zeide spr., dat zii dan hun geschiedenis niet goed geleerd hebben. Vroeger vochten steden en steden, hertogdommen en hertog- demmen, enz. tegen elkaar, maar dit is geen vergelijking met de groote, nieuwe cultuur- staten van lieden. Veer anedren no em en ons dwazen, omdat wij ens het oude spreekwoord niet mcer hc-r- ineren: wie den vrede wil, bereide zich voor ten oorlog. Spr. betoogde, dat dit een spreek woord was van de oude Romeinen, die hadden dit spreekwoord noodig, doch het beteekende dan: wie zijn onderdanen wil blijven uitbui- ten, moet zorgen dat hij gewapend is. Allen hebben wij onze eigen verantwoor- delijkheid aan den oorlog. Al hebben wij geen schuld en al hebben wij geen oorlog gemaakt, wij hebben de verantwoordelijkheid om den oorlog te verhinderen. Het gevoel al leen kan den oorlog niet bestrijden maar wij mceteh het met een koel bedachtzaam hoofd doen. Een beweging, die zoo sterk een bcroep doet cp het menschelijk gevoel denkt het daannede te bereiken, maair wij, socialis- ten, staan op een ander standpunt. Wij wil len probeeren de oorzaken weg te nemen. Die oorzaken liggen in het moderne kapitalisme, waardoor wrijving ontstaat tusschen de lan- den, zoodat het ten slotte tot een uitbarsting zal komen. Spr. ging puntsgewijze na, hoe de kapita- listen, door het steeds zoeken naar meer rijk- dom, niet alleen in eigen maar ook in het buitenland, hunne regeering kunnen brengen tot het zenden van hulp in den vorm van leger en vloot, zoodat een uitbarsting moet komen. Deze wedloop in bewapening heeft men de laatste jaren kunnen gad-eslaan en daaruit vloeide ook de oorlog van 1914 voort. Wij moeten leeren, hoe wij die oorza ken van den oorlog kunnen wegnemen. Dit kan als men het international kapitalisme kan bestrijden op de werekfmarkt. Blij moe ten wij zijn, als de Volkenbond oorzaken van de wrijving weg neemt. Wij moeten ons ver- heugen als de Volkenbond zal slagen om de bewapening van verschillende landen wat te beperken. Naast dat alles staat Nederland met zijn eisch tot ontwapening omdat wij daarvoor den tijd gekomen achtcn. In de eerste plaats omdat ons land zich niet verdedigen kan en daarnaast omdat wij willen toonen ons ver- trouwen. Wij meenen te kunnen ove-rgaan tot de daad. dat wij de gezindheid van onze bu- ren emstig nemen. Wij zeggen: ik geloof, dat het niet meer noodig is oorlog te voeren; wij willen een beroep doen op het fatsoen van alle naties. In Denemarken nam de Tweede Kamer het besluit tot ontwapening, de Eerste zal deze wet helaas wel verwerpen. In ons land heeft het ontwapeningsvoorstel al heel weinig kans, omdat het zooveel critiek ondervond. Slechts de soc. en de vrijz.-democraten ziin er voor. Wij zullen echter doorzetten en dat toont ook de geweldige meeting, die wij in Sep tember hebben gehouden Die 80.000 men sehen hebben aan de overige Nederlanders wat te zeggen. Voor onze drie eischen, aldtis spr., dcen wii een beroep op de vrouwen. Het zijn onze eischen voor den toekoinstigen tijd, waarbij wij de hulp van de vrouwen noodig hebben. Onze maatschappij willen wij aan een totale vervorming onderwerpen. Wij willen haar veranderen in een maatschappij, waarin de mensehen als mensehen samen kunnen leven. De klassenstrijd moet gestreden worden om de mensehen te bevrijden, zonder dien strijd is bereiking van ons doel niet mogelijk. Wij prediken de ontevredenheid, de heilige ontevredenheid over toestanden, die niet ge- duld behoeven te worden. Ook in de toekomstige maatschappij zal alle leed niet verdwenen zijn. De mensch zal altijd zijn droefheid hebben. De strijd, dien wij voeren is materialistisch in zooverre dat wij erkennen, dat buiten een behoorlijk materialistisch bestaan geen gees telijk leven mogelijk is. Ecrst moet men zor gen dat de mensehen een goede woning, goe de kleeding en goed voedsel hebben. Dan eerst gaan wij verder. Spr. wees in dit ver band op de A. J C. en het instituut voor ar- beidersontwikkeling. De vrouwen, die voelen, dat de materie niet het hoogste is, kunnen wij niet missen, vervolgde spr. Er wordt van ons in de beweging veel geeischt. Wij moeten meedragen de nieuwe maatschappij, die wij willen bouwen. Wij behoeven het gelukkig niet alleen te doen; wij doen het gezamenlijk maar ieder van ons heeft een eigen taak en voor ieder is er in de beweging wat te doen. Ieder moet in het groote geheel een ijvorig werker zijn. Actief moeten wij het socialisti sche ideaal meedragen. De vrouwen hebben daarnaast de taak de kinderen op te voeden tot het socialisme. Spr. wepschte de afdeeling Alkmaar geluk met het behaalde resultaat van de propa ganda. Spr. hoopte dat degenen, die toege treden zijn, dezen stap zullen blijven gevoelen als een werk van verrijking en" dat zij blij zullen zijn dezen stap te hebben gedaan. (Langdurig applaus.) Devoorzitster dankte met enkele woorden mevr, mr. Ribbius en sloot zich bij de laatste wenschen van de spreekster aan. Een drietal jonge dames speelden hierop eenige nummers voor piano en viool en moch- ten daarvoor waardeerend applaus ontvan- gen. v t Is ons aller vijand. Hij bezorgf ons rheumatiek cn zcnuwpjjn. Maar met de onoverfroffen tabletten zijn de pijnen weer spoedig op te heffen. Op het programma stond veider de op- voering van Herman Heijerman's monolo- genspd „Brand in de Jonge Jan". Zevcn verschillende personen treden ach- tereenvolgcns in het stuk op doch de rollen worden steeds door denzelfden speler ver- vuld. Het is dus een transformatiespel. Heijermans schreef't ook als zoodanigvoor d:n tooneelspeler Henri de Vries, die eens b.wcnckrenswaardige staaltjes van transfor- meeren had te zien gegeven. In cV tataks- en sigarenfabriek „ln de Jonge Jan" is brand ontstaan. De rechter van ipstructie is crvan overtuigd, dat de brand met opzet is gesticht. Verschillende mensehen verschijnen voor hem en hij onder vraagt hen stuk voor stuk. Aanvankelijl verdenkt de rechter een aditerlijken 24-jari- gen jongen man. 'n broer van den eigenaat van de fabriek. Later echter komt ten duide- lijkste vast te staan, dat de eigenaar zelf de dader was en tevens de moordenaar van zijn eigen dochtertje. Want en dit was het meest tragische een driejarig meisje vond den dood in de vlammen. De man, scherp ondervraagd, bekent. Nog even komt de idiote jongen voor den rechter en deze hoewel hij van zijn broer en schoonzuster een alles behalve prettige be- handeling ondervindt probeert zelf oc schuld op zich te nemen. Hetgeen hem natuurlijk niet gelukt. De heer Kees Bakker van Zaandam heeft de verschillende rollen van hen die voor den rechter van instructie verschenen, subliem vertolkt Zijn spel verhief zich meerdere ina- len verre boven het middelmatige dilettan tism e. Bovendien zat er climax in, zoodat hij a! lengs boeiender en suggestiever werd. Ap plaus bij open dcek was later geen zeld- zaamheid meer. De grime van den heer Bakker was uit- stekend, zoodat de types prachtig werden weergegeven. Alle hulde ook aan den heer Piet Melker, die de rol van rechter van instructie heel goed vertolkte en eveneens veel tot het succes bijdroeg. Het publiek heeft door iniddel van applaus de beide spelenden heel lang gedankt. Men was eenvoudig opgetogen over hetgeen ge- presteerd was. De voorzitster sloot daarna de bij eenkomst met nogmaals een woord van dank te uiten aan alien, die medegewerkt hadden tot het welslagen van den avond. De ^CONTINENTAL" SCHRIJFMACHINE telt te Alkmaar on Omstreken reeds meer dan 100 tevreden gebruikers. SUB-COMIT6 ALKMAAR TOT WAARSCHUWING TEGEN EENZIJDIGE ONTWAPENING. Onderstaande heeren hebben zich vereenigd in een Comite d'at de aandacht wil vcstigco op de gevaren die Nederland loopt wanneer het overcenkomstig de wenschen van de S. D. A. P. en dc V. D. P. alleen weerloos zou woi'den gemaakt, te midden zijner gewa- p»ide buren. Overtuigd van de wenscheliikheid van ont wapening, mcenen zij echter, dat deze slechts kan gescnieden op den voet als onlangs nog werd aangegeven door den Belgischen S D, A. P. minister Van der Velde: „de ontwape ning zal er komen voor alien, of /H zal niet komen". Dr. C. A. Antuscli, Directeur H. B. S. 5-j. cursus; Dr. J. Postma. Directeur Hoogcre HaTidelaschoolE. Rahder, nlspecteur Lager Onderwijs; G. Chr. Dun, Inspecteur Lager Onderwijs; G. Tjalsma, Directeur Rijks Kweekschool v. Onderwijzers; Mr. D. van Houweninge, President Arrondissements- Rechtbank; Mr. C. van Lookeren Gimpagne, Officier van Justitie Arr.-Rechtbank; Jhr. Mr. Dr. L. A. v. d. Brandeler, Griffier Arr.- Rechthank; G H. Krak, Directeur Alkmaar- sche Courant; L. Speet, Hoofdredacteur Noord-Hollandsch Dagblad; Ds. H. J. Hak, Ned. Herv. Predikant; P. M. de Wolf, Voor- zitter Gewestelijke Landstorm-Commissie; Mr A. P. H. de Lange, Voorzitter Afd. Alk maar van „Onze Vloot"; Mr. J. P. Bosmaii, Directeur N.V. Alkmaar Packet, raadslid; Mr. H. A. J. M. Kusters, Advocaat en Pro- cureur, raadslid; J. Ringers, Voorzitter Chr. Hist. Kiesvereen., wethoudcT; A. J. C. Maas Geesteranus, Wethouder van Heiioo; D. G. G. Margadant, Directeur van Gemeentewer- ken; Jhr. W van Lidth de Jeude. Secretaris Provinciale Kiesvereeniging v. d. Vrij-heids- bend Jacob Baart, Voorzitter Afd. Alkmaar R. K. Volksbond; G. H. Hoijtink, Voorzitter A.-R. Kies\ercn. „Nederland en Oranje"; Th. v. d. Klei. Oud-Voorzitter Alkm. Veree- niging Handeldrijvende en IndustrieeU MiddenstandJ. Kuipcr, Voorzitter Afd. Alk maar Chr. Nat. Werkmansbond; lac. Bruijn, Voorzitter Chr. BesturcnboodW; Bruin, Secretaris Chr. Oranjeveregniginig. f is dit zeer dikwijls een teeken dat Uw stoelgang niet voldoeude geregeld is. Verlongt uitdrukkelitk 4tt eehia „'A>j»t" trtbletten inde origincele ^erpakldng mr« den oranjen band cn het Bayerkrufs. frljt 75 ctfc 'H

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1926 | | pagina 7