KwAriA-SPEGULAAS
VERSTORINGEN
DER SPIJSVERTERING
Aspirin
PSE3.
iVOLLE-MELK-REEP
AgentschapL, Frankenberg, Alkmaar.
6eter dan Goed: DE BESTE
/raagt
ging de belangstelling zoo buitengewoon
groot was, verhcogde spr. in hooge mate
De heer Daalder ving aan met een aanha-
ling uit het merkwaardige boek van Prof.
Hijmans over de psychologie van de vrouw,
waarin wordt aangegeven, dat de vrouw bet
fval en de man bet algemeene beschouwt.
i. was het misschien daaraan toe te schrij-
v«n, dat in de laatste jaren zoo buitenge
woon veel vrouwen zijn opgetreden als
schrijfsters van psychologische romans. On
der deze schrijfsters is mevr. Jo van Am-
mersKiiller, die sinds 1916 een reeks van
boeken het licht deed zien, wel een van de
bekendste. Spr. noemde van haar: „Verzwe-
gen strijd", waarin de Professor geschilderd
wordt, die voortdurend met zijn werk bezig
is en geen tijd over heeft voor de vrouw, die
naast hem leeft;
..Tegen den stroom in", waarin een strij-
denci strevend meisje geschetst wordt;
„De Zaligmaker", waarin een vrouw ge-
•childerd wordt, die liefde en huwelijk niet
Vent, maar toch ten slotte verliefd wordt;
„Het huis der Vreugde", een boek van inte-
ressant tooneelleven„Het doornige pad",
waarin een meisje geschilderd wordt," dat
muziek studeert en toch tenslotte de liefde
boven de muziek kiest.
In al die boeken loopt het thema dat de
vrouw, die eerlijk in zichzelf ziet, ook de
moderne, als hoogste vreugde erkent de vei-
Jige omslotenheid door twee sterke armen.
Dit is het oude romanthema.
Voor de moderne vrouw is het toch mcer
dan het oude thema. De vrouw uit het verle
den kende niet het geestelijk geluk, dat de
fegenwoordige vrouw wel kent Zij kende niet
de bekoring, mee in te grijpen in den loop
der ontwikkeling. Voor haar was er niets an-
ders dan de zachte geslotenheid van fiet huis,
het koesteren van de kinderen en de onder-
worpenheid aan den man.
In het hart van de vrouw woedt een ont-
zaglijke strijd. Henriette Roland Ho'st om-
schreef dit zoo juist. Toch heeft ook zij gel oof
in een andere toekomst, waarin de gewcldige
tegenste'lingcn elkander opheffen en waarin
die strijd voorgoed voorbij zal zijn. Het con
flict voor de moderne vrouw is: de zorg thuis
voor man en kind aan den eenen en het op-
gaan in het leven aan den anderen kant.
Dit conflict is buitengewoon sterk in het
laatste boek van mevr. AmmersKiiller: De
Opstandigen". De problemen, die in dat boek
gesteld worden, zijn voornamelijk paedago-
gische problemen. De feministische gedachten
in dat boek zijn in geen enkel opzicht ge-
scheiden van de kwestie over de opvoeding
van meisjes en het onderwijs aan meisjes.
De algemeene verhouding van vrouw en
kind wordt er in uitgewerkt.
Spr. gaf hierna een korten inhoud van
het boek.
Ongetwijfe'd. zoo zeide hij, zijn er in het
boek litteraire fouten aanwezig. Ook op de
fompositie valt wel wat aan te merken. Het
aantal toevalligheden in het boek is vrij
groot. Het slot oordeelde hij een toppunt
van toevalligheid en onbevredigend.
Een dieper ingaand bezwaar was z. i. bet
eenzijdig licht, dat het geeft aan bepaalde
tijden.
Naast die bezwaren had het boek echter
groote voordeelen. Een van de grootste was,
dat er gang in zat. Een tweede voordcel was,
dat het ons aan het denken zet.
Ten dien aanzien vereenigde spr. zich met
het oordeel, dat Frans Coenen over dat boek
gaf. Htt boek dwingt ons, rekenschap te ge-
ven over allerlei kwesties, waarmee wij ons
dagelijks bezig houden.
Spr. geloofde, dat men verkeerd doet met
het boek te zien als een boek, dat bepaalde,
bestaande toestanden zou willen beschrijven.
Men moet het meer opvatten als een waar-
schuwing. De sehrijfster schildert meer het
gezin, dat er in 1950 of 1960 zal komen en
dat er zeker zai komen, wanneer de ontwik
keling doorgaar op de manier, waarop die
zich op't oogenbhk beweegt. Het groote
probleem, dat het boek stelt, is het vrijheids-
probleem, in de eerste plaats in de verhou
ding tusschen ouders en kind, in fie tweeo?
plaats in de verhouding tussohen man en
vrouw.
Spr. oordeelde, dat het boek een modern
gezin schildert, dat eigenlijk geen gezin
meer is en zijn bezwaar is, dat het eindigt
met een vraagteeken De angst van het bcek
is: Wat zal de toekomst opleveren? Een
ieder, die zich rekenschap geeft van hetgeen
om zich heen gebeurt, wil probeeren het pro
bleem in samenhang met andere problemen
te bespreken en een uitweg zoeken voor de
benauwendc kwestie, die aan de orde is ge
steld. Daarvoor is bet noodig, de mensehen
uit het eerste en uit het laatste gedeelte van
het boek, die van 1S40 en 1922, door spr de
ouderwetsche en de moderne mensehen ge-
noemd, tegenover elkander te plaalsen. De
moderne mensehen hebben in den loop der
jaren allerlei waarden en waarheden, die de
ouderwetsche als absoluut hebben aanvaard,
verworpen De ouderwetsche mensch had
houvast aan de kerk, de rtgeering, den
staat, het fatsoen en de doctrinaire weten
schap.
De moderne mensehen hebben deze autori
teiten afgezworen. Tegen het einde van de
19de en het begin van de 20ste eeuw ont-
stond de vraag, of het leven van de ouder
wetsche mensehen wel vrij was, of zij in hun
gevoelsleven niet op alle mogelijke manieren
waren gebonden, of zij wel persoonlijk leef-
den en of zij niet voortdurend geleid werden
door het leven van anderen. Deze vragen
vindt men bij Mu'tatuli, Allard Pierson,
Busken Huet, de eerste propagandisten van
de socialistische beweging, bij die van de
Dagcraad, bij Mina Kruseman en bij de
Tachtigers. Langzamerhand werd gehoord
de leuze: ,,Weg met alle autoriteiten, weg
me{ alle uiterlijk gezag. Aanvaard alleen
het innerlijk gezag; zoek zelf den weg."
Die weg van de eerste tncdernen is de re-
volutionoaire, de critische, de negatieve. Uit
cle litterafuur van die dagen valt naarukke-
lijk vast te steilcn de twijfel aan alles, wat
de menschui voor dien tijd als waar hebben
aanvaard. lea cpzichte van de kerk werd
do vraag gesteld, of God bestond1 en als die
bestend, welke kerk dan de waarheid kon
geven. Wanneer God bestend, oordeeelde
men iedere formule ontoereikend.
Tea opzichte van den Staat werd de klem-
mende vraag gesteld of een staatsbeheer
goed kan zijn, terwijl de Staat het maat-
schappelijk onrecht liet voortduren. De
vraag was, of men wetten moest gehoorza-
mcn, die het onrecht bestendigen en het ge-
weten gewfeld aandoen.
Tar aanzien van het fatsoen gold' de vraag,
wie uitmaakt, wat behoort en niet behoort.
Is het fatsoen niet de dekmantel van het im
morcele
Ook de wetenschap werd op dezelfde ma
nier aangetast. Spr. noemded dezen tijd de re-
volutionnaire pericde van het modernisme,
in het tweede cn derde gedeelte van „De
Opstandigen" geteekend.
Vrijheid wordt in die revolution naire pe-
riode opgevat als de verwerping van alle
gezag. Niets dan het eigen, vage gcAoel
bleef over.
In de litterat' ur leerden wij kennen de
groote groep via sceptici, pessimisten en fa-
talisten. In dit verband citeerde spr. een ge
deelte uit een boek van Marcellus Emants. In
onzen tijd komt naast de groep van de ouder-
wetschen en die van de pessimisten een der
de groep, die de leuze hulddgt: „Eet, drinkt
en weest vroolijk, morgen sterven wij 1"
Voor deze levensgenieters is de dood een ver-
schrikking Er ontstaat nog een vierde
grcep, die van mensehen, die op zock zijn
n.aar nieuwe levensvoorwaarceti. Deze grcep
is in den tegenword'igen tijd buitengewoon
grcot. Een deel van hen komt weer terug tot
de oude autoriteiten, zooals VanEeden.
Een ander deel vindt nieuwe autoriteiten.
Spr. wees op de theosofie, die ook een geloo-
ven op gezag noodzakelijk maalft; op het
Marxisme met zijn gezag van een bepaalde
leer.
En de vraag rijst of het Modernisme geen
onzin is en of er geen andere uitweg is dan
pessimisme of gelooven of gezag. Op de laat
ste vraag geeft mevrouw Van Ammers-
Kiiller geen antwoord. Haar boek eindigt
met een soort van erkenning, dat alles op
niets is uitgeloopen. Spr. meent, dat niet
zoo'n ontzaglijk ontkenned antweord ge-
geven moet worden. Hij mcent, dat er vast-
gehouden kan worden aan het zeer persoon-
lijke leven, zonder pessimist te worden on
zonder dat men terug moet naar de oude au
toriteiten of nieuwe autoriteiten te aanvaar-
den.
(Wordt vervolgd).
Als U zich onwel gevoelt
Mijnhardt's Laxeertalretten
regeien dezen vlug, zonder kramji of pijn.
Bij Apoth. en Drogisten. Doos 60 cent
SOCIAAL-DEMOCRATISCHE
VROUWENCLUB.
De afdeeling Alkmaar viert den
internationalen Vrcuwcndag. ben
?ede van mevrouw mr. Ribbius
Peletier.
Gisteiavond hield de afdeeling Alkmaar
van de Sociaal-Democratische Vrouwenclub
een openbaren propaganda-feestavond ter
viering van den internationalen Vrouwen-
dag.
De bijeenkomst had plaats in ,,'t Gulden
Vlies", waarvan de schouwburgzaal gehcel
met belangstoilenden gevuld was. Het man-
nelijk elemen1: was, zij het natuurlijk in ver
houding met de vrouwen schaars, toch ver-
tegenwoordigd.
Door alle aanwezigen werd staande de
Internationale gezongen.
Mevr. W e s t e r h o f—K o o p a 1, voor-
zitster, sprak ten welkomstwoord uit, haar
voldoening uitsprekende over de groote op-
komst. Speciaal verheugde het spr., dat zoo-
veel vrouwen aanwezig waren, verder t>e-
toogende. dai men zich dient vast te klem-
men aan het socialisme en da; de ontwape-
ning een der voornaamste programpunten is
van de soc -democ/aten.
Spr. decide onder applaus de vergadering
mede, dat de afdetiing een vruchtbare pro
paganda gevqprd heeft: 20 vrouwen zijn
weer als lid toegetreden. Spr. dankte verder
hen. die het meer feestelijk deel van het pro-
gramma van dezen avond verzorgden en gaf
het woord aan de spreekster, mevr. mr. Rib
biusPeletier. die zij welkom heette.
Mevr. mr. R i b b i u sP e 1 e t i e r begon
met te zeggen, dat het vanzelf spreekt, dat zij
op dezen avond, die aan het slot van de
vrouwen-propagandamaand gevierd als de
vrouwerdag voor het socialisme. zou spre-
ken over het socialistisch werk. Samen zul-
len wij vanavond eenige oogenblikken over
doel en striking van deze beweging naden-
ken. Men leert haar kennen aan het doel, dat
zij zich stelt in de verte en aan de m id dele n,-
die zij gebruikt om op een bepaald oogen-
blik te werken voor bepaalde punien.
Daar zijn enkele eischen on cle rvdt- aandacht
gekonxn. Sommige van onze eischen zijn al
ingewi.hgd, en can is men daarmee klaar.
B v het kiesreckt vooi de vrouw. Die strijd
is ten einde gestreden, en nu gaan we ver
der. Het is dan de vraag, wat de vrouwen
met haar kiesrecht zullen doen. Zullen zij be-
seffen de groote waarde, die ligt in het stem-
biljet en zullen zij dit billet zoo kunnen ge-
bruiken dat het strekt tot heil van de bewe
ging en zullen ze zich voegen bij ons, die een
betere maatschappij willen vestigen.
De vrouwen moetij niet alleen weten. wat
het socialisme in de verte brengen zal, maar
ook wat nu onze punten van strijd en actie
zijn.
Door de September-oetoogiiig zijn drie
zaken onder enze aandacht gekomen en daar
voor zal in de toekomst strijd moeten wor
den gevoerd. Ze zijn: 8-urendag, medezeg-
gingschap en onhwapening.
De 8-urendag is een voorwerp van jaren-
langen strijd geweest. In 1919 is het doel
eindelijk bereikt
De bourgeoisie, ond^r den indruk van de
dagen van November 1918, gaf toe en wil-
ligde maar in. De wet ging er zonder slag
of stoot door.
Later echter, toen de reactie haar hop op-
stak, ging men de wet op alle mogelijke ma-
Men kan op elk oogenblik van den dag
door ,verstoring der spijsvertering worden
aangegrcpen. Slecht verteerd voedisel kan een
overmatige afscheiding van zuur in de
maag ten gevolge hebben en de oorzaak van
het eerste lijden zijn. Maakt deze overmatige
zuurvorming onschadelijk en dan zu!t gij
snel van Uw lijden bevrijd zijn. Dit is de
reden waarom Gebismureerd Magnesium
zoo onmisbaax is en waarom het zoo nood
zakelijk is het steeds in huis te hebben. Het
neutraliseert de schadelijke gevolgen der
overmatige zuurvorming. Het verdrijft de
zurige scherpte, de drukking op de maag en
alle andere onregelmatigheden der spijsver
tering. Gebismureerd Magnesium is geinak-
kelijk in te nemen. Verkrijgbaar bij alle goe-
de Apotheken en Drogisten a 1.— "per
flesch.
nieren saboteeren. Dagelijks zien we daarvan
voorbeelden.
Een groot deel van die wet ligt nog steeds
onuitgevoerd. De 8-urendag geidt alieen nog
maar voor fabriekcn en werkplaatsen en al
leen voor voiwassenen.
Niet echter voor de vrouw. Voor haar is
de wettelijke dooi voering van den 8-urendag
een direct belang, voorzoover zij in het ar-
beidsproces betrokken is.
Allerlei bezwaren voert men van andere
zijde tegen den 8-urendag aan. Men spreekt
b.v. van de eischen van het bedrijf. Wij, aldus
spr., zijn daarvan niet blind, dan zouden wij
doin zijn, maar wij laten ons niet op het
eerste gezicht afslaan. In Engeland was men
ook tegen de afschaffing van den nachtarbeid
voor kinderen, die loor de arbeiders ge
vraagd was en ook daar voerde men aan,
dat de industrie ten gronde zou gaan, als dat
word aangenomen. Zoover is het echter niet
gekomen en wij gelooven, dat de modeme
techniek in1 staat zal zijn, den arbeid zoo te
regeien, dat de 8-urendag zonder bezwaar
kan werden ingevoerd.
Een bezwaar der werkgevers is voor is het
bezwaar van moreelen aard. De eisch van
den 8-urendag zou n.l. een eisch zijn van
lainlendigheid, van iuiheid en gemakzucht.
Wij weten echter, dat dit argument niet juist
is, omdai wij juist om geestelijke belangen
den 8-urendag vragen. Wij weten, dat het
noodig is om te werken, maar daarnaast
staat nog een andere eisch: de geestelijke
eisch. Wij zijn de zoekers naar het schoone en
het ware, mensehen, die de natuur om zich
willen hebben. Rust en ontwikkeling willen
wii na den arbeidsdag.
De beteekenis van den 8-urendag wordt
sterk door de vrouwen gevoeld. In de eerste
plaats door vrouwen, die zelf werken en die
den werkdag tot betere proporties willen
terugbrengen.
Maar daarnaast is het ook de vrouw
moeder, want er zullen betere omstandig-
heden in het gezin door den 8-urendag ont-
staan.
De man, die vroeger niets kon doen aan
de opvoeding van zijn kinderen, krijgt door
den 8-urendag gelegenheid, mede de opvoe
ding van zijn kinderen te verzorgen De
verkorte arbeidsdag geeft den kinderen dus
inderdaad een vader.
Natuurlijk, vervolgde spr., vragen wij geen
wettelijke regeling van den wcrktijd var de
huisvrouw, doch de overheid dient te zor-
gen, dat de resultaten van de moderne tech
niek ook ten goede kunnen komen aan de
huisvrouw Er zijn reeds vele arbeidsbespa-
rende machines uitg^vonden, maar onze
vrouwen kur.nen daar niet aan toekomen,
omdat ze te kostbaar zijn. De overheid moet
dus meewerken om aan»chaffing mogelijk te
maken. Spr iacht hierbij aan het wonder
van onzen tijd, de electrxiteit. De electrische
stroom dient beschikbaar te zijn voor een
prijs, die in het bereik alt van onze vrou
wen. Dit te bereiken ligt op den weg van
onze vertegenwoordigers in de gemeente-
raden. Goedkoope stroom beteekent aan-
schaffing van moderne electrische rpparaten,
a's stofzuigers enz., die de huisvrouw het
werk aanmerkelijk kunnen verlichten en be-
spoedigen; zoodat ook zij vrijen tijd kriigt.
Ook hierbij b"doclen wij geenszins Iuiheid of
arbeidsschuwheid, maar ook hier heboen wij
den geestelijk en kant op het oog. De vrou
wen vragen bezinning om tot zichzelf te ko
men en bezinring om haar taak als echtge-
noote en r-ieder in vercdelden vorm te kun
nen uitvoeren.
Vervolgens beschouwde spr. den eisch van
de medezeggingschap nader, die zich op een
heel ander gebied beweegt. In iedere werk-
plaafs ei. iedere fabric* dient rekening te
worden gebovden met het menschelijke in
den mensch. Men djent er rekening mede te
hottden. dat de arbeid r geen doodc machine
is. Vooral voor de vrouw en moedef heeft
deze eisch haar beteekenis. 1
Meisies en jonge vrouwen worden vaak
aan machines gezet ter bedi-^ning daarvan.
Dit werk eischt immers weinig spierkracht
en weinig kennis. De meisies verkeeren in
den overgangsleeftijd. de iaren. dat zij juist
rijjaen tot vrouwen. dat zii vol zijn van fan-
tasieen en dat zij geeftelijk voedsel noodig
hebben Het spreekt vanzelf, dat zij na een
lange dagtaak's avonds die ontspanning zoe
ken in een donkere bioscoopzaai.
Het is toe te juichen. dat wii onze A. J C.
hebben, waarin de meisies middelen vinden
om voedsel 1 oor haar geest te krijgen.
In deze beide eischen. zeide spr, verder,
zitten ook voor onze vrouwen vele punten,
die wij hebben te overwmren. Het zijn n 1
algemeen menscheliike eischen en het zal een
belangrijke daad zijn als ze tot doorvoering
worden gebracht.
Onze derde eisch is de eisch, waarvoor de
vrouwen als vanzelf allien voelen: het is de
eisch tot verdwijning van den oorlogsgru-
wel Wij gevoelen ons beschaamd als wij be-
denken, dat de oorlog nog maar zoo kort
achfer ons ligt, terwijl wii hem alien weer
hebben vergefen. Het is misschien goed, dat
een mensch zich dat allemaal niet waar kan
maken. want het zou ons misschien krank-
zinnig maken, ris wij trachtten in die gru-
we'en med? te 'even.
Wij ziin het er over eens. dat ae oorlog
een kwaad is. Er zijn mensehen. die b.weren.
dat oor'og een noodzakeliik iets birften
oorlog kan men niet en men wijst daarbij
op de geschiedenis, die herhaaldHijk van
oorlog en nogmaals oorlog spreekt. Voorts
zegt men, dat de mensehen slecht zijn enz.
Wel kunnen wij, zeggen deze mensehen, pro
beeren, den oorlog buiten onze grenzen te
houden, maar daarvoor moeten wij ons wa-
penen. En de militairisten beroepen er zich
op, dat zij een groote daad doen voor ons
land als zij zeggen, dat ons leger in staat is
een vijand buiten onze grenzen te houden.
Wij, aldus spr., weten echter, dat in 1914
ons leger daartoe niet in staat zou zijn ge
weest, als een vijand perse ons land had bin-
nen gewild. Hoogstens hadden wij ons land
een paar uur kunnen verdedigen. Dat wij
buiten den oorlog zijn gebleven danken wij
alleen aan het feit, dat de groote mogendhe-
den het voordeeliger vond, ons land er bui
ten te laten. De kas van een klein land als
het onze zou bovendien, ook al wilden wij al
ien offers brengen, niet de ontzettende be-
dragen kunnen bekostigen, die er noodig zijn
voor de geweldige oorlogsmachines en oor-
logstcerustingen.
Hun, die zeggen, dat er altijd oorlog ge
weest is en dat de oorlog wel altij'd blijven
zal, zeide spr., dat zii dan hun geschiedenis
niet goed geleerd hebben. Vroeger vochten
steden en steden, hertogdommen en hertog-
demmen, enz. tegen elkaar, maar dit is geen
vergelijking met de groote, nieuwe cultuur-
staten van lieden.
Veer anedren no em en ons dwazen, omdat
wij ens het oude spreekwoord niet mcer hc-r-
ineren: wie den vrede wil, bereide zich voor
ten oorlog. Spr. betoogde, dat dit een spreek
woord was van de oude Romeinen, die hadden
dit spreekwoord noodig, doch het beteekende
dan: wie zijn onderdanen wil blijven uitbui-
ten, moet zorgen dat hij gewapend is.
Allen hebben wij onze eigen verantwoor-
delijkheid aan den oorlog. Al hebben wij
geen schuld en al hebben wij geen oorlog
gemaakt, wij hebben de verantwoordelijkheid
om den oorlog te verhinderen. Het gevoel al
leen kan den oorlog niet bestrijden maar
wij mceteh het met een koel bedachtzaam
hoofd doen. Een beweging, die zoo sterk een
bcroep doet cp het menschelijk gevoel denkt
het daannede te bereiken, maair wij, socialis-
ten, staan op een ander standpunt. Wij wil
len probeeren de oorzaken weg te nemen. Die
oorzaken liggen in het moderne kapitalisme,
waardoor wrijving ontstaat tusschen de lan-
den, zoodat het ten slotte tot een uitbarsting
zal komen.
Spr. ging puntsgewijze na, hoe de kapita-
listen, door het steeds zoeken naar meer rijk-
dom, niet alleen in eigen maar ook in het
buitenland, hunne regeering kunnen brengen
tot het zenden van hulp in den vorm van
leger en vloot, zoodat een uitbarsting moet
komen. Deze wedloop in bewapening heeft
men de laatste jaren kunnen gad-eslaan en
daaruit vloeide ook de oorlog van 1914
voort. Wij moeten leeren, hoe wij die oorza
ken van den oorlog kunnen wegnemen. Dit
kan als men het international kapitalisme
kan bestrijden op de werekfmarkt. Blij moe
ten wij zijn, als de Volkenbond oorzaken van
de wrijving weg neemt. Wij moeten ons ver-
heugen als de Volkenbond zal slagen om de
bewapening van verschillende landen wat te
beperken.
Naast dat alles staat Nederland met zijn
eisch tot ontwapening omdat wij daarvoor
den tijd gekomen achtcn. In de eerste plaats
omdat ons land zich niet verdedigen kan en
daarnaast omdat wij willen toonen ons ver-
trouwen. Wij meenen te kunnen ove-rgaan tot
de daad. dat wij de gezindheid van onze bu-
ren emstig nemen. Wij zeggen: ik geloof,
dat het niet meer noodig is oorlog te voeren;
wij willen een beroep doen op het fatsoen
van alle naties.
In Denemarken nam de Tweede Kamer het
besluit tot ontwapening, de Eerste zal deze
wet helaas wel verwerpen. In ons land heeft
het ontwapeningsvoorstel al heel weinig
kans, omdat het zooveel critiek ondervond.
Slechts de soc. en de vrijz.-democraten ziin
er voor.
Wij zullen echter doorzetten en dat toont
ook de geweldige meeting, die wij in Sep
tember hebben gehouden Die 80.000 men
sehen hebben aan de overige Nederlanders
wat te zeggen.
Voor onze drie eischen, aldtis spr., dcen
wii een beroep op de vrouwen. Het zijn onze
eischen voor den toekoinstigen tijd, waarbij
wij de hulp van de vrouwen noodig hebben.
Onze maatschappij willen wij aan een totale
vervorming onderwerpen. Wij willen haar
veranderen in een maatschappij, waarin de
mensehen als mensehen samen kunnen leven.
De klassenstrijd moet gestreden worden
om de mensehen te bevrijden, zonder dien
strijd is bereiking van ons doel niet mogelijk.
Wij prediken de ontevredenheid, de heilige
ontevredenheid over toestanden, die niet ge-
duld behoeven te worden.
Ook in de toekomstige maatschappij zal
alle leed niet verdwenen zijn. De mensch zal
altijd zijn droefheid hebben.
De strijd, dien wij voeren is materialistisch
in zooverre dat wij erkennen, dat buiten een
behoorlijk materialistisch bestaan geen gees
telijk leven mogelijk is. Ecrst moet men zor
gen dat de mensehen een goede woning, goe
de kleeding en goed voedsel hebben. Dan
eerst gaan wij verder. Spr. wees in dit ver
band op de A. J C. en het instituut voor ar-
beidersontwikkeling. De vrouwen, die voelen,
dat de materie niet het hoogste is, kunnen
wij niet missen, vervolgde spr. Er wordt van
ons in de beweging veel geeischt. Wij moeten
meedragen de nieuwe maatschappij, die wij
willen bouwen. Wij behoeven het gelukkig
niet alleen te doen; wij doen het gezamenlijk
maar ieder van ons heeft een eigen taak en
voor ieder is er in de beweging wat te doen.
Ieder moet in het groote geheel een ijvorig
werker zijn. Actief moeten wij het socialisti
sche ideaal meedragen.
De vrouwen hebben daarnaast de taak de
kinderen op te voeden tot het socialisme.
Spr. wepschte de afdeeling Alkmaar geluk
met het behaalde resultaat van de propa
ganda. Spr. hoopte dat degenen, die toege
treden zijn, dezen stap zullen blijven gevoelen
als een werk van verrijking en" dat zij blij
zullen zijn dezen stap te hebben gedaan.
(Langdurig applaus.)
Devoorzitster dankte met enkele
woorden mevr, mr. Ribbius en sloot zich bij
de laatste wenschen van de spreekster aan.
Een drietal jonge dames speelden hierop
eenige nummers voor piano en viool en moch-
ten daarvoor waardeerend applaus ontvan-
gen. v t
Is ons aller vijand. Hij bezorgf ons
rheumatiek cn zcnuwpjjn. Maar met
de onoverfroffen
tabletten
zijn de pijnen weer spoedig op te
heffen.
Op het programma stond veider de op-
voering van Herman Heijerman's monolo-
genspd „Brand in de Jonge Jan".
Zevcn verschillende personen treden ach-
tereenvolgcns in het stuk op doch de rollen
worden steeds door denzelfden speler ver-
vuld. Het is dus een transformatiespel.
Heijermans schreef't ook als zoodanigvoor
d:n tooneelspeler Henri de Vries, die eens
b.wcnckrenswaardige staaltjes van transfor-
meeren had te zien gegeven.
In cV tataks- en sigarenfabriek „ln de
Jonge Jan" is brand ontstaan. De rechter
van ipstructie is crvan overtuigd, dat de
brand met opzet is gesticht. Verschillende
mensehen verschijnen voor hem en hij onder
vraagt hen stuk voor stuk. Aanvankelijl
verdenkt de rechter een aditerlijken 24-jari-
gen jongen man. 'n broer van den eigenaat
van de fabriek. Later echter komt ten duide-
lijkste vast te staan, dat de eigenaar zelf de
dader was en tevens de moordenaar van
zijn eigen dochtertje. Want en dit was het
meest tragische een driejarig meisje vond
den dood in de vlammen.
De man, scherp ondervraagd, bekent. Nog
even komt de idiote jongen voor den rechter
en deze hoewel hij van zijn broer en
schoonzuster een alles behalve prettige be-
handeling ondervindt probeert zelf oc
schuld op zich te nemen.
Hetgeen hem natuurlijk niet gelukt.
De heer Kees Bakker van Zaandam heeft
de verschillende rollen van hen die voor den
rechter van instructie verschenen, subliem
vertolkt Zijn spel verhief zich meerdere ina-
len verre boven het middelmatige dilettan
tism e.
Bovendien zat er climax in, zoodat hij a!
lengs boeiender en suggestiever werd. Ap
plaus bij open dcek was later geen zeld-
zaamheid meer.
De grime van den heer Bakker was uit-
stekend, zoodat de types prachtig werden
weergegeven.
Alle hulde ook aan den heer Piet Melker,
die de rol van rechter van instructie heel
goed vertolkte en eveneens veel tot het succes
bijdroeg.
Het publiek heeft door iniddel van applaus
de beide spelenden heel lang gedankt. Men
was eenvoudig opgetogen over hetgeen ge-
presteerd was.
De voorzitster sloot daarna de bij
eenkomst met nogmaals een woord van dank
te uiten aan alien, die medegewerkt hadden
tot het welslagen van den avond.
De ^CONTINENTAL" SCHRIJFMACHINE
telt te Alkmaar on Omstreken reeds meer
dan 100 tevreden gebruikers.
SUB-COMIT6 ALKMAAR TOT
WAARSCHUWING TEGEN
EENZIJDIGE ONTWAPENING.
Onderstaande heeren hebben zich vereenigd
in een Comite d'at de aandacht wil vcstigco
op de gevaren die Nederland loopt wanneer
het overcenkomstig de wenschen van de
S. D. A. P. en dc V. D. P. alleen weerloos
zou woi'den gemaakt, te midden zijner gewa-
p»ide buren.
Overtuigd van de wenscheliikheid van ont
wapening, mcenen zij echter, dat deze slechts
kan gescnieden op den voet als onlangs nog
werd aangegeven door den Belgischen S D,
A. P. minister Van der Velde: „de ontwape
ning zal er komen voor alien, of /H zal niet
komen".
Dr. C. A. Antuscli, Directeur H. B. S. 5-j.
cursus; Dr. J. Postma. Directeur Hoogcre
HaTidelaschoolE. Rahder, nlspecteur Lager
Onderwijs; G. Chr. Dun, Inspecteur Lager
Onderwijs; G. Tjalsma, Directeur Rijks
Kweekschool v. Onderwijzers; Mr. D. van
Houweninge, President Arrondissements-
Rechtbank; Mr. C. van Lookeren Gimpagne,
Officier van Justitie Arr.-Rechtbank; Jhr.
Mr. Dr. L. A. v. d. Brandeler, Griffier Arr.-
Rechthank; G H. Krak, Directeur Alkmaar-
sche Courant; L. Speet, Hoofdredacteur
Noord-Hollandsch Dagblad; Ds. H. J. Hak,
Ned. Herv. Predikant; P. M. de Wolf, Voor-
zitter Gewestelijke Landstorm-Commissie;
Mr A. P. H. de Lange, Voorzitter Afd. Alk
maar van „Onze Vloot"; Mr. J. P. Bosmaii,
Directeur N.V. Alkmaar Packet, raadslid;
Mr. H. A. J. M. Kusters, Advocaat en Pro-
cureur, raadslid; J. Ringers, Voorzitter Chr.
Hist. Kiesvereen., wethoudcT; A. J. C. Maas
Geesteranus, Wethouder van Heiioo; D. G.
G. Margadant, Directeur van Gemeentewer-
ken; Jhr. W van Lidth de Jeude. Secretaris
Provinciale Kiesvereeniging v. d. Vrij-heids-
bend Jacob Baart, Voorzitter Afd. Alkmaar
R. K. Volksbond; G. H. Hoijtink, Voorzitter
A.-R. Kies\ercn. „Nederland en Oranje";
Th. v. d. Klei. Oud-Voorzitter Alkm. Veree-
niging Handeldrijvende en IndustrieeU
MiddenstandJ. Kuipcr, Voorzitter Afd. Alk
maar Chr. Nat. Werkmansbond; lac. Bruijn,
Voorzitter Chr. BesturcnboodW; Bruin,
Secretaris Chr. Oranjeveregniginig. f
is dit zeer dikwijls een teeken dat Uw
stoelgang niet voldoeude geregeld is.
Verlongt uitdrukkelitk 4tt eehia
„'A>j»t" trtbletten inde origincele
^erpakldng mr« den oranjen band
cn het Bayerkrufs.
frljt 75 ctfc
'H