DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
H
md
flo. 272
flonderd acht en twintfeste Jaafffang
Atoonnementsprijs bij yooruitbetaling per 3 raaanden f2.—fir. per post f2.50. Rewijsn. 5 ct. Advertentlcpr. 25 ct p. regel, grootore letters naar plaatamftnto-
Brieven franco N.V. Book- en Handelsdr. v.h. Her ins. Coster Zoon, Yoordam C9, Tel. Admlnistr. No. 3. Hedactle No. 83.
DONDERBAG
18 NOVEMBER.
Uit het Parlement
Buifenlasid
DH nummer oestaat aft 2 oiaden.
Directear: G. H. KRAK.
Hoofdredacteur Tj. N. ADEMA.
Den, Haag, 16 November 1926.
De belangstelling in de Tweede Kamer
voor de algemeene beraadslagingen over de
Staatsbegrooting was niet buitengewoco
groot: toen de eerste spreker het woord zou
nemen, bleek den voorzitter, dat er geen vol-
doend aantal Men aanwc-zig was en hij
schorste voor vijf minuten de vergadering om
het quotum bijeen te trcnur;!en. Deze uiting
van onverschilligheid i .t zoo geheel on-
begrijpelijk, als men bee. dat er ongeveer
een half jaar geleden en u de Tweede en in
de Eerste Kamer breedvee rigs over de politiek
is gesproken, in verba fid met de door de re
geering op 11 Maart tevoren afgelegde ver-
klaring en naar aanleiding van de'intusschen
reeds aangenomen begrooting voor 1926.
Intusschen hadden de leiders der verschil
lende fracties toch wel een rede op papier ge-
bracht en zoo kwam na heropening der ver-
gadering de heer Albarda als wojordvoerder
der soc.-dem. fractie met een uitvoerige uit-
eenzetting voor den dag. De spreker begon
met te betoogen, dat de regeering te veel
naar bezuiniging aanstuurt, zoodat belang-
rijke volksbelangen in verdrukking zijn geko-
men. Wil men, al maken dc Rijksmiddelen
het niet noodig, toch met bezuiniging door-
gaan, dan zoeke men die bij leger en vloot.
In verband hiermede legde hij den Minis
ter van Arbeid te weinig initiatief ten laste en
d'aarom haalde hij een verleden jaar reeds
door hem ingediende motie voor den dag,
waarbij aangedrongen wordt op wettelijke
regeling van de medezeggingschap in de in-
dustrie. Die motie zal later worden behan-
'deld.
Het verdere gedeelte van zijn rede was ge-
vijd aan den ongezonden toestand van ons
parlementaire stelsel, waardoor de openbare
meening, daarbij gesteund door de pers, een
ongunstig oordeel koestert over het parle-
ment. Maar dat dit niet minder dan voor-
heen is, hebben de besprekingen over het
Bdlgisch tractaat bewezen, waarbij de baste
redevoeringen zijn gehouden door een oud-
kolentremmer (den heer Brautigam) en een
oud-letterzetter (den heer Vliegen).
De leider der Chr. Hist fractie, de heer
dr. de Visser, begon met te wijzen op de ver-
keerde regeling van de financieele verhou-
ding tuschen staat en gemeenten en deed het
denkbeeld aan de hand om een ambtenaar te
benoemen, wiens uitsluitende taak het zou
zijn na te gaan, welken invloed eenige wette
lijke maatregel op de gemeentelijke financien
zou hebben. Daarna gaf hij in overweging
de wet op den Raad van State te wijzigen,
zoodat de afdeeling conscentieus beter haar
taak kan vervullen dan thans. mogelijk is.
Overgaande tot een bespreking van den
huidigen p'olitieken toestand, verklaarde hij
sympathiek te staan tegenover dit uit nocd
geboren kabinet. Maar de toestand is ab-
normaal, omdat wij nu wel hebben een stel
ministers, maar geen ministerie, war in
strijd is met het parlementaire stelsel.
In verband met haar wording beperkt de
regeering echter te veel. hare werkzaamheden
met name wat betreft de Zondagsrust en wij-
ders doelmatige overheidsbemoeiing. Maar
spr. waarschuwde'tegen een staatssocialisme,
waarbij men komt tot het in het leven roepen
van organen, die evenwel regeeringsverant-
woordclijkheid missen. In de derde plaats
besprak hij de plannen der regeering op het
stuk van defensie cn sprak zijn leedwezen er
over uit, dat men de reofganisatie, door den
heer Van Dijk ontworpen, weer had laten
schieten. Aan het slot van zijn rede klaagde
de heer De Visser over de verdeeldheid on-
der de Protestantsche Christengroepen, ook
op politiek gebied.
De spreker namens de leden. van den Vrij-
heidsbond, de heer mr. Fortuyn, drong aan
op een herziening van onze huwelijkswetge-
ving, waarschuwde tegen de reorganisalie-
plannen van den heer Lambooy op het ge
bied der landsdefensie en drong aan op een
krachtig optreden in Indie tegen de oorusf-
stokers.
De leider der anti-revolutionnairen, mr.
Th. Heemskerk, ontkende, dat de anti-revolu
tion airen dit kabinet niet zouden kunnen zet-
ten en dat er gestreefd zou worden naar een
wederoptreden van een kabinet-Colijn. Maar
intusschen duidde hij dit kabinet verschillen-
de fouten zeer euvel. Zoo vond hij, dat de re
geering de Potemkinfilm had moeten tegen-
gaan, betoogde hij, dat men terwille van de
'Zondagsrust best de strijkjes in de cafe's op
Zondag zou kunnen verbeden, om aan de
musici een vrijen Zondag te bezorgen, was
van oordeel, dat dt kabinet eep stokje moest
steken voor de lijkverbranding en den stem-
plicht opheffen. Zijns inziens kan een extra-
parlementair kabinet zich onmogelijk geheei
buiten alle politieke kwesties houden
De heer Heemskerk achtte de indiening van
een Ziekteverzekeringswet zeer dringend noo
dig, verklaarde zich ingenomen met de indie
ning van het wetsontwerp op het collectieve
arbeidscontract, waarop later de regeling
van de bindendverklaring moet volgen, en
waarschuwde tegen nieuwe kostbare maatre-
gelen tot verhooging van de veiligheid op de
spoorwegen.
Tfin slotte besprak hij den opstand in
WesWjava en bracht daarbij hulde aan de
samenwerking der ordelijke elementen, waar
bij hij er op aandrong, dat die elementen.
vooral de christelijke groepen, zich zouden
vereenigen om het bolsjewisme af te weren
Na hem sprak een vertegenwoordiger der
kathoCieke partij, de heer Buiten, maar hij
zal wel niet de eenige katholieke spreker zijn.
Hij maakte toch geen opmerkingen van poli
tick belang, doch volstond met een paar kri-
tischt uitlatingen.
Morgen worden de algemeene beraadsla
gingen voortgezet, terwijl heden in de avond-
zitting de Begrooting van Binnenlandsche
Zaken in behandeling wordt genomen.
(Waarschijnlijk door een vertraging in de
postbestelling, heeft het bovenstaande ons
eesrt na het afdrukken van ons vorig num
mer bereikt. Wij plaatsen het nog in aan-
suliting met het heden ontvangene.
Red. Alkm. Crt.)
Den Haag, 17 November 1926.
De hedenmiddag voorigezette algemeene
beschouwingen over de Staatsbegrooting
voor 1927 droegen in zooverre eenzelfde ken-
merk als die van gister, dat zij niet altijd bij-
zonder onderhouaend waren.
Men krijgt zoo den indruk, dat het meeren-
eel der leden van de Kamer, die zich doen
hooren, dit eigenlijk maar doen omdat zij
het fatsoenshalve niet laten kunnen, niet
omdat hun hart tot spreken dringt
Zeer onomwonden heeft dat de heer No
lens, de leider der Katholieken gezegd, toen
hij zoo tangs zijn neus opmerkte, dat er niet
zooveel aanleiding als anders was om alge
meene beschouwingen te houden. Intusschen
maakte hij zelf wel eenige aanmerkingen,
welke de aandacht verdienen. In de eerste
plaats verklaarde hij overtuigd te" zijn, dat
als de gemoederen weer wat tot rust zullen
zijn gekomen, de coalitie wel weer hersteld
zal worden. Intusschen voorspelde hij dit
intermezzokabinet een levensduyr zeker tot
de aanstaande verkiezingen. De spreker er-
kende dat het kabinet niet stil zat, maar hij
verwachtte nog meer werk er van. Zoo noem-
de hij een overbrugging tusschen de Onder-
wijswet en de Arbeidswet, bezuiniging op mi-
litair gebied uitbreiding van den Arbeidswet,
totstandkoming van de ziekteverzorging,
hoogere invoerrechten op weeldeartikelen uit
den vreemde en zoo mogelijk een regeling
omtrent medezeggenschap, evenwel zonder
wettelijk dwingende banden. In afwachting
van de daden van het ministerie verklaarde
hij zich bereid het te steunen.
Uit een politiek oogpunt was deze rede van
den katholieken leider misscnien wel de
voomaamste gebeurtenis van de vergadering
van heden. Over wat de overige sprekers
hebben te berde gebracht kunnen we kort
zijn, omdat zij opmerkingen maakten die
veelal niet door nieuwheid uitblonken.* Zoo
heeft mej. Groeneweg (S. D. A. P.) gepleit
voor een betere huwelijkswetgeving voor de
vrouw, heeft de heer Suring (R.K.) gespro
ken ten gunste van de invoering van het
zevende leerjaar en tegen verslechtering van
het onderwijs, heeft de heer Stenhuis be-
toogd, dat de regeering op verkeerde wijze de
werkeloosheid bestrijdt, vurig gepleit voor
de invoering van de achtenveertigurige werk-
week en het den minister van arbeid zeer
euvel geduid, dat hij de Arbeidswet niet
krachtig doorvoert.
De heer Van, Rappard (V.B.) heeft aan
gedrongen op een onverwijlde samenroeping
van een internationale conferentie inzake de
bietsuikerindustrie, de heer J. ter Laan
(S. D. A. P.) heeft uitvoerig gepleit voor
verbetering van de positie der ambtenaren en
van het overheidspersoneel, (een zeer oud
stokpaardje van den spreker) en heeft een
motie in uitzicht gesteld ten gunste van een
herziening van het Bezoldigingsbesluit.
De heer ds. Lingbeek heeft een langdurig
betoog gehouden om toe te lichten, dat er
zijns inziens tegenwoordig een godsdienst
oorlog wordt gevoerd en dat noch in dit mi
nisterie noch in het onderwijs tot uiting komt,
dat wij een protestantsche natie zijn. Hij
maakte daarbij onder meer de opmcrking, dat
ons onderwijs zoo weinig christelijk is, dat
ook een Mahommedaan het zou kunnen
volgen.
De heer Smeenk (A R.) verklaarde zich
onder meer tegenstander van een nieuwe
herziening van de salarissen van personeel
in staatsdienst, wel wilde hij partieele verbe-
teringen, terwijl hij er tegen waarschuwde
het personeel dat op arbeidscontract werkt,
uit te breiden.
De heer Kuiper (R.K.) toonde zich veel
„rooder" Hij drong bij de huidigb regeering
aan op maatregelen om aan de arbeiders een
betere positie te verschaffen. Anders dreigde
hij dezen minister van Arbeid zijn vertrou-
wen op te zeggen.
De heer Oud (V.D.) eindelijk deed eenzelf-
den toon hooren tegenover den minister van
Arbeid en sprak tevens zijn leedwezen er
over uit, dat in zake de collectieve arbeids-
overeenkomst geen nublickrechtelijke regeling
was voorgesteld. Wat de unificatie der so-
ciale wetgeving aangaat. deze had moeten
vaststaan, waama de ziektewetgeving er in
had kunnen worden opgenomen. Ten slotte
maakte hij zich tot tolk van verschillende
ambtenaarswenschen.
Minister De Geer heeft aan het slot der
vergadering een begin gemaakt met de beant-
woording van de verschillende sprekers, naar
zijn eigenlijke rede zal hij morgenmiddag
houden.
Den Haag, 17 November 1926
Met de begrooting van Binnenlandsche
Zaken is de iweede Kamer gisteravond al
een eind opgeschoten, in zooverre, dat de
sprekers in eersten termijn bij de algemeene
beschouwingen over dat hoofdstuk reeds
alien een beurt hebben gehad en de minister
Kan hen ook al heeft beantwoord. Donder-
dagavond wordt de behandeling er van
voortgezet.
Gisteravond is in hoofdzaak gesproken
over de circulaire van den minister aan Qed.
Staten omtrent het-toezicht op de gemeente-
finaneien.
Van meer dan een zijde is tegen deze cir
culaire opgekomen en verklaard, dat daarmee
inbreuk werd gemaakt op de autonomie der
gemeenten. Maar minister Kan heeft daarte-
genover volgehouden, dat er werkelijk wel
toezicht noodig is op de wijze waarop de
gemeenten zich door het sluifen van leenin-
gen in financieele moeilijkheden brengen In
tusschen zal hij waken voor een soepele toe-
passing der circulaire, die echter niet voor pu-
blicatie bestemd was geweest.
Aan den heer Braat verklaarde de minister
naar aanleiding van wat deze over den Zo-
mertijd had geaggd, dat hij omging met de
gedachte om den zomertijd gelijk met den
zomerdienst op de Spoorwegen te doen be-
cinuen en te doen eindigen. Aan den heer
Zandt (Staatk. Geref.) verklaarde de minister
dat hij er voor het oogenblik niet aan kon
denken den stemplicht af te scbaffen Aan den
heer Bakker (C.-H.) en Schaper (S.D.AP)
deelde hij mede, dat hij teruggekomen was
van het denkbeeld om over het vlaggen bij
nationale fe est da gen een circulaire aan de
gemeenfebesturen te richten. Een verbod om
den hond als trekdier te gebruiken is van
minister Kan niet te verwachten. Aan den
heer Schaper, die zich zoo geergerd heeft over
een afbeelding van een stierengevecht aan
een station opgehangen, maar zich niet kon
begrijpen welk bezwaar men heeft tegen den
veelbesproken Potemkinfilm, verklaarde de
minister, dat hij. nu de Bioscoopwet weldra
in werking zal treden, voorals nog het oor
deel over het geoorloofde van de vertoonmg
aan de burgemeester wilde overlaten. Die
van de groote gemeenten waren eenstemmig
niet tegen de vertooning geweest.
Wanneer we nu nog mededeelen, dat de
minister de verschijning van het rapport de
Staatscommissie inzake de financieele ver-
houding tusschen Rijk en Gemeenten bijinen
afzienbaren tijd heeft aangekondigd, kunnen
we wel van de avondzitting van gisteravond
afscheid nemen.
EEN DEBAT OVER HET VR A AG STUK
DER ONTWAPENING
IN HET BRITSCHE HOOGERHUIS
In het Hoogerhuis heeft Lord Parmoor,
die de vorige arbeidersregeering in der
Raad van den "Volkenbond vertegenwoordig-
de, de kwestie der ontwapening tef sprake
gebracht. De houding van Groot-Brittannie
ten opzichte der ontwapening was van gioot
gewicht, en hij vroeg of het mogelijk was
voor Engeland om concrete voorstellen in t°
dicnen.
Lord Oxford zeide, dat art., 8 van het Ver-
drag van Versailles, dat zeven jaar geleden
werd geteekond, erkem dat het handhaven
van den vrede een vermindering der natio
nale- ontwapening insluit, en hij verklaarde,
dat de Raad van Volkenbond p'lannen dient
fe formuleeren voor zulk een vermindering.
Op de Washingtonsche conferentie is een
kleine vordering gemaakt, doch zij was zeer
beperkt) Een ^hoopvolle factor is de bijeen-
roeping der internationale conferentie door
den Volkenbond. Spr. vroeg om de verzeke-
ring dat deze conferentie binnen afzienbaren
tijd haar arbeid zal kunnen voltooien. Elk
docltre^fend stelsel van ontwapening zou het
prijsgeven beduiden van hetgebruik van che
mische stoffen en van duikbooten, buiten d<>
categorie oorlogswapenen, welke wettelijk
mogen worden gebruikt. De wereld wacht
ongedu'ldig, na zeven jaren, op een ernstige
begriipelijke, definitieve en algemeen goedge
keurde oplossing van het ontwapeningspro-
bleem.
Lord Cecil, die uit naam van de regee-
rig antwoordde, gaf toe, dat met het overwin
nen der mceilijkheden zelfs nog geen begin
was gemaakt. maar de internationale toestao-
den waren tot dusver dan ook niet zeer gun-
stig geweest. De jongste stappen zouden niet
mogelijk zijn geweest, zonder het verdag
van Locamo en de groote verbetering in dc
:nternationale atmosfeer ten gevolge daaT
van. In weerwil van een onvermijdelijk uit-
stel ten aanzien van de internationale ontwa
pening zou't verkeerd zijn niet te erkennen
dat er in het afgeloopen jaar groote vorde-
ringen zijn gemaakt. Over de ontwapening
werd thans beraadslaagd als nooit te voren,
zij was een brandende kwestie. De voorberei-
dende commissie fe Geneve was het thans
over het rapport eens geworden en had alle
haar gestelde technische vragen beant
woord De economische commissie had haar
rapport nog niet voltooid, doch het zou met
algemeene stemmen worden aangenomen.
Cecil verklaarde, dat de chemische oorlog-
vcering en die met duikbooten geheel zou
den worden afgeschaft, maar deze zaak was
niet eenvoudig. De ontwapeningskwestie
kon, indien de voorbereiding voldoende was.
worden opgelost voordat de ontwapenings-
conferentie bijeen kwam.
Volgens Reuter verklaarde Cecil nog, da*
de ontwapening van Duitschland niet met d"
algemeeene ontwapening in nauw verband
stond.
Op Engeland rustte volgens spr. een groo
te verantweorddijkheid en ofschoon hij niet
wilde zeggen, dat het de leiding zou nemen,
toch zou" het er een groote rol bij speka
DE TOESTAND IN CHINA.
De kantonneezen trachten het beheer te
krijgen over de Jangtse-vallei. Zij bewegen
zich thans in Oostelijke richting van Kiangsi
uit naar Tsjekiang en naar het Noorden door
Foekien.
De positie van Soen Tsjoean-fang is
hachelijk, want ofschoon gemeld wordt, dat
hij nog een leger van 60 000 man onder zijn
bevel heeft, heeft hij zooveel in Kiangsoe als
in- Tsjekiang tegenstanders, die wellicht naar
Kantor. zullen overloopen, hetgeen hem van
groot nadeel zou zijn.
De NoOrdelijke troepen houden thans be
sprekingen te Tientsin. Zij hebben nog niet
besloten of zij Soen Tsjoean-fang zullen
steunen, teneinde de Kantonbezetting van
Kiangsoe. en Sjanghai te voorkomen.
Ondertusschen duurt de boycot te Kanton.
Swatdu en Kanton nog steeds voort. De
stakersbond van Kanton heeft zijn werkings-
feer uitgebreid tot Hankau en Hoenan, waar
door handel en industrie ernstig getroffen
worden.
De „Times" verneemt nog, dat het niet
zoozeer de verdragsprivikges zijn, die op het
spel staan, als wel de groote buiten'landsche
belangen, die op die verdragsrechten geba-
seerd zijn en waaraan enorme schade wordt
berokkend, als die rechten worden opg^ge-
ven Ongetwijfeld broeit er een crisis in de
betrekkingen tusschen China en de buiten-
'andsche mogendheden.
TEGEN DE CHINEESCHE
ZEEROOVERS.
Op verzoek van de Japansche kooplui te
Kanton heeft het Japansche ministerie van
marine besloten, een oorlogsschip daarheen
te zenden ter hunner permanente bescherming
tegen Chineesche zeeroovers.
Een legerwacht, behoorende tot het Engel-
sche oorlogsschip „Bluebell", ging aan
boord van het stoomschip „Sunning", dat,
zooals gister gemeld, door zeeschuimers in
brand werd gestoken, en redde negen der
onvarenden.
De „Bluebell" pikte een roeiboot met
tien Chineezen op, van wie een overboord
sprong en verdronk. Een Noorsch schip pik
te een roeiboot' met'drie officieren, twee nym-
nen en een vrouwelijke passagier van de
„Sunning" op. Een watendiegtuig bespeur-
de een ledige reddingboot.
Dertien zeeroovers werden gedood in den
verwoeden strijd met de officieren van de
„Sunning".
DE REVOLUTIE IN NICARAGUA.
De president van Nicaragua heeft om de
interventie van de Vereenigde Staten ge-
vraagd in de moeilijkheden van Nicaragua,
met de verklaring dat Nicaragua te zwak is
om den door de Mexicaansche regeering uit-
gelokten opstand te onderdrukken.
Het schijnt dat de opstandclingeci de ge-
heele oostkust van Nicaragua hebben bezet
DE VEREENIGDE STATEN EN
MEXICO.
De correspondent van de „Times" te Was
hington meldt, dat Sheffield, de gezant der
Vereenigde Staten in Mexico, naar Mexico
City is vertrokken, met de verzekering van
den steun en het vertrouwen van president
Coolidgee Noch in het departement van Tnu
tenlandsche zaken, noch elders wordt te ver-
staan gegeven dat er eenig gevaar is voor
een verbeken van de betrekkingen tusschen
de Vereenigde Staten en Mexico, doch alge
meen wordt aangenomen, dat de diplomatie-
ke spanning ze'.den duidelijker was. Niet al-
leen is er de kwestie van land en petroleum,
ofschoon dit de voornaamste twistpunten
zijn, dcch ook de houding der Mexicaansche
regeering tegenover de roomsch-katholieke
kerk, temeer omdat er voor de jongste ver
kiezingen hier en daar op werd gewezen,
dat de groote r. k. bevolking in de Vereenig
de Staten ontevreden is over het ingebrek*
blijven van de regeering fe Washington, om
duidelijker haar afkeuring over de Mexicaan
sche politiek kenbaar te maken. De Mexicaan
sche vijandigheid tegenover de kerk en de fe-
rugwerking daarvan in kathotieke kringen in
de Vereenigde Staten, is een van de factoren
welke de Amerikaansche regeering er toe zul
len aanmoedigen tegenover Mexico krachtig
op te treden.
DE ITALIAANSCHE SENAAT
BIJEEN.
De Senaat is gistermidaag voor een korte
zitting bijeengekomen, ter goedkeuring van
de wetten,welke reeds de vorige week in de
Kamer zijn goedgekeurd. De zitting werd
geopend met een groote huldebetooging aan
Mussolini.
Nadat Mussolini den voorzitter en den Se
naat dank had gezegd voor de hem gebrach-
te hulde, hield hij een korte rede.
Hij zeide, dat er twee gebeurtenissen zijn,
die in de anna 1 en van den Senaat moeten
worden vastgelegd, n.l. de laatste uitvinding
van de.n Italiaanschen senator Marconi in
zake de draadlooze telegrafie en de overwin-
ning van maioor di Bernardi in den wed-
strijd om den Schneider Cup. „De uitvinding
van Marconi heeft een der fundamenteele
problemen der draadlooze telegrafie opgelost.
In Amerika werd de eer van de Europeesche
aviatiek gered door Italiaansche machines en
Italiaanschen moed. Deze feiten zijn meer
waard dan bergen woorden."
De Senaat bracht daarop een ovatie aan
Marconi, die aanwezig was en die daarna
een handdruk wisselde met Muscolini.
De Senaat beneemde een commissie tot be-
studeering der wetsontwerp en. Deze commis
sie zou gisteren bijeenkomen en haar werk
zaamheden in een dag beeind-igen. Nag voor
het einde der week za! de Senaat de wetten
goedkeuren en weer uiteen gaan.
DE ACHE TEGEN DE VREEMDE-
LINGEN IN CHINA.
In het Britsche Lagerhuis heeft ministei
Chamberlain, in antwoord op een vraag,
medegedeeld, dat de krijgsverrichtingen in
Zuid-China geen gevaar dreigen .op te leve-
ren voor de Britsche nederzettingen. De
anti-Britsche agitatie in Kwang Si echter
had geleid tot vernieling van Britsche eigen-
dommen, en het werd raadzaam geacht vrou-
wen in kinderen van daar weg te zenden.
In Midden-China is de toestand nog onze-
ker en het is niet mogelijk daaromtrent iets
te zeggen.
DE LANDVERHUIZING NAAR
CANADA.
Blijkens een draadloos bericht is het rap
port verschenen, hetwelk de Earl of Claren
don en de heer MacNaghton, resp. voorzit
ter en vice-voorzitter van het Oversea Settle
ment Committee, hebben opgesteld over hun
jongste reis in Canada.
Het oorspronkeiijk doel van deze reis was
om de kolonisatie in Canada te bestudeeren
en in het bijzonder om na te gaan welke vor-
deringen zijn gemaakt door de gezinnen, die
in 1925 en 1926 naar Canada zijn geemi-
greerd krachtens't z.g. Threethousand Fami
lies Scheme. Reeds zijn 1504 gezinnen, 8381
personen omvattend, in boerderijen gevestigd,
welke aan de regeering toebehooren, en "of
schoon het stelsel pas in het voorjaar van
1925 in werking trad, heeft het tot dusver
bewezen een succes te zijn, terwijl het, vol-
bens de woorden van het rapport, belooft de
meest geslaagde poging tot kolonisatie te zul
len worden, welke in den modernen tijd door
eenige regeering is ondernomen.
De selectie van gezinnen in Engeland
heeft bewezen doe! treffend te zijn geweest,
ofschoon er misschien een te sterke voorkeur
is getoond voor gezinnen met landbouwerva-
ring, terwijl het een feit is dat onervaren fa
milies, mits zij slechts den waren geest bezit-
ten, even goed slagen als de ervaren. Geval-
len van een vroegeren handelaar in groenten
en een ingenieur uit Londen worden aange-
haald als voorbeeld.
De gevallen van mishandeling zijn zorgvul-
dig onderzocht. Het aantal dergenen, die het
hebben opgegeven, overtreft nauwelijks 5 per
cent. Van de rest blijken ongeveer tien per
cent beneden het gemiddelde te zijn en hun
slagen wordt als twijfelachtig beschouwd.
Men gel oof t dat, met het oog op de vrij gun-
stige klimatologischme gesteldheid, er tus
schen de 80 en 90 percent van de geemigreer-
de families zullen slagen en zich blijvend als
landbouwers in Canada zullen vestigen.
DE OVERVALLEN IN 1ERLAND.
Uit nadere berichten in de Engelsche bla-
den blijkt, dat de overvallen in Ierland heb
ben plaats gehad in twaalf politiekazernes en
een militaire kazerne, voor het meerendeel in
afge'.egen dorpen in vijf verschillende graaf-
schappen. De overvallen hadden bijna alle
gUijktijdig plaats, Zondagavond tusschen
half zeven en half acht. In sommige geval
len bestonden de indringers slechts uit een
klein groepje, doch te Ballinamult, in Wa-
terford, telden de aanvallers 35 a 40 man,
die alien revolvers bij zich hadden. Overal
drotgen* zij echter maskers. Den aanvallers
was het in hoofdzaak klaarblijkelijk om re
volvers te doen, doch zij zochten ook naar
documenten. De garnizoenen, die alle klein
waren en ongewapend, boden geen weer-
s*tand.
De Dublinsche correspondent van de
^Manchester Guardian", die aan bovenbe-
doelde incidenten een bespreking wijdt, zegt
dat Ierland in het onzekere verkcert omtrent
de beteekcriis er van, doch hij wijst er op,
dat op de veertien dagen geleden gehouden
conventie van Sinn Fein mis Mac Swiney er-
kende, dat het Iersche republikeinsche leger
zijn vcrknochtheid aan de „de jure-regeering
van de Iersche republiek" had afgezworen en
was tcruggekeerd tot den staat van een vrij-
v/illigerstroep, hetgeen zeggen will dat het
niet langer bereid was, den beteugelendcn
invloed van miss Mac Swiney te dulden en
van plan v)as, zelf de wet in handen te ne
men. Klaarblijkelijk, zegt de correspondent,
heeft het weer zijn toeVlucht genomen tot zijn
oude program van vreesaanjaging om Ier
land er toe te bewegen den oorlog tegen Ul
ster en Engeland te hervatten. Miss Mac
Swiney, ofschoon zij nog steeds uitziet naar
den dag dat Ierland Engeland nog eens den
oorlog verklaart, gelooft niet in het gebruik
van de revolver daartoe, terwijl de Valera,
wiens invloed veel vcrder reikte dan die van
miss Mac Swiney, klaarblijkelijk veel meex
vertrouwen stelt in het stembiljet dan in ko-
gels, zoodat de overvallen het werk zijn van
een minderheid. Men mag, zegt de corres
pondent, met belangstelling tegemoet zien erf
de Valera of miss Mac Swiney den moed zul
len bezitten, om de onverantwoordelijke han-
deiwijzen van hun partijgenooteu af te keu-
ren. i
SB
■di
..•was