DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. H md flo. 272 flonderd acht en twintfeste Jaafffang Atoonnementsprijs bij yooruitbetaling per 3 raaanden f2.—fir. per post f2.50. Rewijsn. 5 ct. Advertentlcpr. 25 ct p. regel, grootore letters naar plaatamftnto- Brieven franco N.V. Book- en Handelsdr. v.h. Her ins. Coster Zoon, Yoordam C9, Tel. Admlnistr. No. 3. Hedactle No. 83. DONDERBAG 18 NOVEMBER. Uit het Parlement Buifenlasid DH nummer oestaat aft 2 oiaden. Directear: G. H. KRAK. Hoofdredacteur Tj. N. ADEMA. Den, Haag, 16 November 1926. De belangstelling in de Tweede Kamer voor de algemeene beraadslagingen over de Staatsbegrooting was niet buitengewoco groot: toen de eerste spreker het woord zou nemen, bleek den voorzitter, dat er geen vol- doend aantal Men aanwc-zig was en hij schorste voor vijf minuten de vergadering om het quotum bijeen te trcnur;!en. Deze uiting van onverschilligheid i .t zoo geheel on- begrijpelijk, als men bee. dat er ongeveer een half jaar geleden en u de Tweede en in de Eerste Kamer breedvee rigs over de politiek is gesproken, in verba fid met de door de re geering op 11 Maart tevoren afgelegde ver- klaring en naar aanleiding van de'intusschen reeds aangenomen begrooting voor 1926. Intusschen hadden de leiders der verschil lende fracties toch wel een rede op papier ge- bracht en zoo kwam na heropening der ver- gadering de heer Albarda als wojordvoerder der soc.-dem. fractie met een uitvoerige uit- eenzetting voor den dag. De spreker begon met te betoogen, dat de regeering te veel naar bezuiniging aanstuurt, zoodat belang- rijke volksbelangen in verdrukking zijn geko- men. Wil men, al maken dc Rijksmiddelen het niet noodig, toch met bezuiniging door- gaan, dan zoeke men die bij leger en vloot. In verband hiermede legde hij den Minis ter van Arbeid te weinig initiatief ten laste en d'aarom haalde hij een verleden jaar reeds door hem ingediende motie voor den dag, waarbij aangedrongen wordt op wettelijke regeling van de medezeggingschap in de in- dustrie. Die motie zal later worden behan- 'deld. Het verdere gedeelte van zijn rede was ge- vijd aan den ongezonden toestand van ons parlementaire stelsel, waardoor de openbare meening, daarbij gesteund door de pers, een ongunstig oordeel koestert over het parle- ment. Maar dat dit niet minder dan voor- heen is, hebben de besprekingen over het Bdlgisch tractaat bewezen, waarbij de baste redevoeringen zijn gehouden door een oud- kolentremmer (den heer Brautigam) en een oud-letterzetter (den heer Vliegen). De leider der Chr. Hist fractie, de heer dr. de Visser, begon met te wijzen op de ver- keerde regeling van de financieele verhou- ding tuschen staat en gemeenten en deed het denkbeeld aan de hand om een ambtenaar te benoemen, wiens uitsluitende taak het zou zijn na te gaan, welken invloed eenige wette lijke maatregel op de gemeentelijke financien zou hebben. Daarna gaf hij in overweging de wet op den Raad van State te wijzigen, zoodat de afdeeling conscentieus beter haar taak kan vervullen dan thans. mogelijk is. Overgaande tot een bespreking van den huidigen p'olitieken toestand, verklaarde hij sympathiek te staan tegenover dit uit nocd geboren kabinet. Maar de toestand is ab- normaal, omdat wij nu wel hebben een stel ministers, maar geen ministerie, war in strijd is met het parlementaire stelsel. In verband met haar wording beperkt de regeering echter te veel. hare werkzaamheden met name wat betreft de Zondagsrust en wij- ders doelmatige overheidsbemoeiing. Maar spr. waarschuwde'tegen een staatssocialisme, waarbij men komt tot het in het leven roepen van organen, die evenwel regeeringsverant- woordclijkheid missen. In de derde plaats besprak hij de plannen der regeering op het stuk van defensie cn sprak zijn leedwezen er over uit, dat men de reofganisatie, door den heer Van Dijk ontworpen, weer had laten schieten. Aan het slot van zijn rede klaagde de heer De Visser over de verdeeldheid on- der de Protestantsche Christengroepen, ook op politiek gebied. De spreker namens de leden. van den Vrij- heidsbond, de heer mr. Fortuyn, drong aan op een herziening van onze huwelijkswetge- ving, waarschuwde tegen de reorganisalie- plannen van den heer Lambooy op het ge bied der landsdefensie en drong aan op een krachtig optreden in Indie tegen de oorusf- stokers. De leider der anti-revolutionnairen, mr. Th. Heemskerk, ontkende, dat de anti-revolu tion airen dit kabinet niet zouden kunnen zet- ten en dat er gestreefd zou worden naar een wederoptreden van een kabinet-Colijn. Maar intusschen duidde hij dit kabinet verschillen- de fouten zeer euvel. Zoo vond hij, dat de re geering de Potemkinfilm had moeten tegen- gaan, betoogde hij, dat men terwille van de 'Zondagsrust best de strijkjes in de cafe's op Zondag zou kunnen verbeden, om aan de musici een vrijen Zondag te bezorgen, was van oordeel, dat dt kabinet eep stokje moest steken voor de lijkverbranding en den stem- plicht opheffen. Zijns inziens kan een extra- parlementair kabinet zich onmogelijk geheei buiten alle politieke kwesties houden De heer Heemskerk achtte de indiening van een Ziekteverzekeringswet zeer dringend noo dig, verklaarde zich ingenomen met de indie ning van het wetsontwerp op het collectieve arbeidscontract, waarop later de regeling van de bindendverklaring moet volgen, en waarschuwde tegen nieuwe kostbare maatre- gelen tot verhooging van de veiligheid op de spoorwegen. Tfin slotte besprak hij den opstand in WesWjava en bracht daarbij hulde aan de samenwerking der ordelijke elementen, waar bij hij er op aandrong, dat die elementen. vooral de christelijke groepen, zich zouden vereenigen om het bolsjewisme af te weren Na hem sprak een vertegenwoordiger der kathoCieke partij, de heer Buiten, maar hij zal wel niet de eenige katholieke spreker zijn. Hij maakte toch geen opmerkingen van poli tick belang, doch volstond met een paar kri- tischt uitlatingen. Morgen worden de algemeene beraadsla gingen voortgezet, terwijl heden in de avond- zitting de Begrooting van Binnenlandsche Zaken in behandeling wordt genomen. (Waarschijnlijk door een vertraging in de postbestelling, heeft het bovenstaande ons eesrt na het afdrukken van ons vorig num mer bereikt. Wij plaatsen het nog in aan- suliting met het heden ontvangene. Red. Alkm. Crt.) Den Haag, 17 November 1926. De hedenmiddag voorigezette algemeene beschouwingen over de Staatsbegrooting voor 1927 droegen in zooverre eenzelfde ken- merk als die van gister, dat zij niet altijd bij- zonder onderhouaend waren. Men krijgt zoo den indruk, dat het meeren- eel der leden van de Kamer, die zich doen hooren, dit eigenlijk maar doen omdat zij het fatsoenshalve niet laten kunnen, niet omdat hun hart tot spreken dringt Zeer onomwonden heeft dat de heer No lens, de leider der Katholieken gezegd, toen hij zoo tangs zijn neus opmerkte, dat er niet zooveel aanleiding als anders was om alge meene beschouwingen te houden. Intusschen maakte hij zelf wel eenige aanmerkingen, welke de aandacht verdienen. In de eerste plaats verklaarde hij overtuigd te" zijn, dat als de gemoederen weer wat tot rust zullen zijn gekomen, de coalitie wel weer hersteld zal worden. Intusschen voorspelde hij dit intermezzokabinet een levensduyr zeker tot de aanstaande verkiezingen. De spreker er- kende dat het kabinet niet stil zat, maar hij verwachtte nog meer werk er van. Zoo noem- de hij een overbrugging tusschen de Onder- wijswet en de Arbeidswet, bezuiniging op mi- litair gebied uitbreiding van den Arbeidswet, totstandkoming van de ziekteverzorging, hoogere invoerrechten op weeldeartikelen uit den vreemde en zoo mogelijk een regeling omtrent medezeggenschap, evenwel zonder wettelijk dwingende banden. In afwachting van de daden van het ministerie verklaarde hij zich bereid het te steunen. Uit een politiek oogpunt was deze rede van den katholieken leider misscnien wel de voomaamste gebeurtenis van de vergadering van heden. Over wat de overige sprekers hebben te berde gebracht kunnen we kort zijn, omdat zij opmerkingen maakten die veelal niet door nieuwheid uitblonken.* Zoo heeft mej. Groeneweg (S. D. A. P.) gepleit voor een betere huwelijkswetgeving voor de vrouw, heeft de heer Suring (R.K.) gespro ken ten gunste van de invoering van het zevende leerjaar en tegen verslechtering van het onderwijs, heeft de heer Stenhuis be- toogd, dat de regeering op verkeerde wijze de werkeloosheid bestrijdt, vurig gepleit voor de invoering van de achtenveertigurige werk- week en het den minister van arbeid zeer euvel geduid, dat hij de Arbeidswet niet krachtig doorvoert. De heer Van, Rappard (V.B.) heeft aan gedrongen op een onverwijlde samenroeping van een internationale conferentie inzake de bietsuikerindustrie, de heer J. ter Laan (S. D. A. P.) heeft uitvoerig gepleit voor verbetering van de positie der ambtenaren en van het overheidspersoneel, (een zeer oud stokpaardje van den spreker) en heeft een motie in uitzicht gesteld ten gunste van een herziening van het Bezoldigingsbesluit. De heer ds. Lingbeek heeft een langdurig betoog gehouden om toe te lichten, dat er zijns inziens tegenwoordig een godsdienst oorlog wordt gevoerd en dat noch in dit mi nisterie noch in het onderwijs tot uiting komt, dat wij een protestantsche natie zijn. Hij maakte daarbij onder meer de opmcrking, dat ons onderwijs zoo weinig christelijk is, dat ook een Mahommedaan het zou kunnen volgen. De heer Smeenk (A R.) verklaarde zich onder meer tegenstander van een nieuwe herziening van de salarissen van personeel in staatsdienst, wel wilde hij partieele verbe- teringen, terwijl hij er tegen waarschuwde het personeel dat op arbeidscontract werkt, uit te breiden. De heer Kuiper (R.K.) toonde zich veel „rooder" Hij drong bij de huidigb regeering aan op maatregelen om aan de arbeiders een betere positie te verschaffen. Anders dreigde hij dezen minister van Arbeid zijn vertrou- wen op te zeggen. De heer Oud (V.D.) eindelijk deed eenzelf- den toon hooren tegenover den minister van Arbeid en sprak tevens zijn leedwezen er over uit, dat in zake de collectieve arbeids- overeenkomst geen nublickrechtelijke regeling was voorgesteld. Wat de unificatie der so- ciale wetgeving aangaat. deze had moeten vaststaan, waama de ziektewetgeving er in had kunnen worden opgenomen. Ten slotte maakte hij zich tot tolk van verschillende ambtenaarswenschen. Minister De Geer heeft aan het slot der vergadering een begin gemaakt met de beant- woording van de verschillende sprekers, naar zijn eigenlijke rede zal hij morgenmiddag houden. Den Haag, 17 November 1926 Met de begrooting van Binnenlandsche Zaken is de iweede Kamer gisteravond al een eind opgeschoten, in zooverre, dat de sprekers in eersten termijn bij de algemeene beschouwingen over dat hoofdstuk reeds alien een beurt hebben gehad en de minister Kan hen ook al heeft beantwoord. Donder- dagavond wordt de behandeling er van voortgezet. Gisteravond is in hoofdzaak gesproken over de circulaire van den minister aan Qed. Staten omtrent het-toezicht op de gemeente- finaneien. Van meer dan een zijde is tegen deze cir culaire opgekomen en verklaard, dat daarmee inbreuk werd gemaakt op de autonomie der gemeenten. Maar minister Kan heeft daarte- genover volgehouden, dat er werkelijk wel toezicht noodig is op de wijze waarop de gemeenten zich door het sluifen van leenin- gen in financieele moeilijkheden brengen In tusschen zal hij waken voor een soepele toe- passing der circulaire, die echter niet voor pu- blicatie bestemd was geweest. Aan den heer Braat verklaarde de minister naar aanleiding van wat deze over den Zo- mertijd had geaggd, dat hij omging met de gedachte om den zomertijd gelijk met den zomerdienst op de Spoorwegen te doen be- cinuen en te doen eindigen. Aan den heer Zandt (Staatk. Geref.) verklaarde de minister dat hij er voor het oogenblik niet aan kon denken den stemplicht af te scbaffen Aan den heer Bakker (C.-H.) en Schaper (S.D.AP) deelde hij mede, dat hij teruggekomen was van het denkbeeld om over het vlaggen bij nationale fe est da gen een circulaire aan de gemeenfebesturen te richten. Een verbod om den hond als trekdier te gebruiken is van minister Kan niet te verwachten. Aan den heer Schaper, die zich zoo geergerd heeft over een afbeelding van een stierengevecht aan een station opgehangen, maar zich niet kon begrijpen welk bezwaar men heeft tegen den veelbesproken Potemkinfilm, verklaarde de minister, dat hij. nu de Bioscoopwet weldra in werking zal treden, voorals nog het oor deel over het geoorloofde van de vertoonmg aan de burgemeester wilde overlaten. Die van de groote gemeenten waren eenstemmig niet tegen de vertooning geweest. Wanneer we nu nog mededeelen, dat de minister de verschijning van het rapport de Staatscommissie inzake de financieele ver- houding tusschen Rijk en Gemeenten bijinen afzienbaren tijd heeft aangekondigd, kunnen we wel van de avondzitting van gisteravond afscheid nemen. EEN DEBAT OVER HET VR A AG STUK DER ONTWAPENING IN HET BRITSCHE HOOGERHUIS In het Hoogerhuis heeft Lord Parmoor, die de vorige arbeidersregeering in der Raad van den "Volkenbond vertegenwoordig- de, de kwestie der ontwapening tef sprake gebracht. De houding van Groot-Brittannie ten opzichte der ontwapening was van gioot gewicht, en hij vroeg of het mogelijk was voor Engeland om concrete voorstellen in t° dicnen. Lord Oxford zeide, dat art., 8 van het Ver- drag van Versailles, dat zeven jaar geleden werd geteekond, erkem dat het handhaven van den vrede een vermindering der natio nale- ontwapening insluit, en hij verklaarde, dat de Raad van Volkenbond p'lannen dient fe formuleeren voor zulk een vermindering. Op de Washingtonsche conferentie is een kleine vordering gemaakt, doch zij was zeer beperkt) Een ^hoopvolle factor is de bijeen- roeping der internationale conferentie door den Volkenbond. Spr. vroeg om de verzeke- ring dat deze conferentie binnen afzienbaren tijd haar arbeid zal kunnen voltooien. Elk docltre^fend stelsel van ontwapening zou het prijsgeven beduiden van hetgebruik van che mische stoffen en van duikbooten, buiten d<> categorie oorlogswapenen, welke wettelijk mogen worden gebruikt. De wereld wacht ongedu'ldig, na zeven jaren, op een ernstige begriipelijke, definitieve en algemeen goedge keurde oplossing van het ontwapeningspro- bleem. Lord Cecil, die uit naam van de regee- rig antwoordde, gaf toe, dat met het overwin nen der mceilijkheden zelfs nog geen begin was gemaakt. maar de internationale toestao- den waren tot dusver dan ook niet zeer gun- stig geweest. De jongste stappen zouden niet mogelijk zijn geweest, zonder het verdag van Locamo en de groote verbetering in dc :nternationale atmosfeer ten gevolge daaT van. In weerwil van een onvermijdelijk uit- stel ten aanzien van de internationale ontwa pening zou't verkeerd zijn niet te erkennen dat er in het afgeloopen jaar groote vorde- ringen zijn gemaakt. Over de ontwapening werd thans beraadslaagd als nooit te voren, zij was een brandende kwestie. De voorberei- dende commissie fe Geneve was het thans over het rapport eens geworden en had alle haar gestelde technische vragen beant woord De economische commissie had haar rapport nog niet voltooid, doch het zou met algemeene stemmen worden aangenomen. Cecil verklaarde, dat de chemische oorlog- vcering en die met duikbooten geheel zou den worden afgeschaft, maar deze zaak was niet eenvoudig. De ontwapeningskwestie kon, indien de voorbereiding voldoende was. worden opgelost voordat de ontwapenings- conferentie bijeen kwam. Volgens Reuter verklaarde Cecil nog, da* de ontwapening van Duitschland niet met d" algemeeene ontwapening in nauw verband stond. Op Engeland rustte volgens spr. een groo te verantweorddijkheid en ofschoon hij niet wilde zeggen, dat het de leiding zou nemen, toch zou" het er een groote rol bij speka DE TOESTAND IN CHINA. De kantonneezen trachten het beheer te krijgen over de Jangtse-vallei. Zij bewegen zich thans in Oostelijke richting van Kiangsi uit naar Tsjekiang en naar het Noorden door Foekien. De positie van Soen Tsjoean-fang is hachelijk, want ofschoon gemeld wordt, dat hij nog een leger van 60 000 man onder zijn bevel heeft, heeft hij zooveel in Kiangsoe als in- Tsjekiang tegenstanders, die wellicht naar Kantor. zullen overloopen, hetgeen hem van groot nadeel zou zijn. De NoOrdelijke troepen houden thans be sprekingen te Tientsin. Zij hebben nog niet besloten of zij Soen Tsjoean-fang zullen steunen, teneinde de Kantonbezetting van Kiangsoe. en Sjanghai te voorkomen. Ondertusschen duurt de boycot te Kanton. Swatdu en Kanton nog steeds voort. De stakersbond van Kanton heeft zijn werkings- feer uitgebreid tot Hankau en Hoenan, waar door handel en industrie ernstig getroffen worden. De „Times" verneemt nog, dat het niet zoozeer de verdragsprivikges zijn, die op het spel staan, als wel de groote buiten'landsche belangen, die op die verdragsrechten geba- seerd zijn en waaraan enorme schade wordt berokkend, als die rechten worden opg^ge- ven Ongetwijfeld broeit er een crisis in de betrekkingen tusschen China en de buiten- 'andsche mogendheden. TEGEN DE CHINEESCHE ZEEROOVERS. Op verzoek van de Japansche kooplui te Kanton heeft het Japansche ministerie van marine besloten, een oorlogsschip daarheen te zenden ter hunner permanente bescherming tegen Chineesche zeeroovers. Een legerwacht, behoorende tot het Engel- sche oorlogsschip „Bluebell", ging aan boord van het stoomschip „Sunning", dat, zooals gister gemeld, door zeeschuimers in brand werd gestoken, en redde negen der onvarenden. De „Bluebell" pikte een roeiboot met tien Chineezen op, van wie een overboord sprong en verdronk. Een Noorsch schip pik te een roeiboot' met'drie officieren, twee nym- nen en een vrouwelijke passagier van de „Sunning" op. Een watendiegtuig bespeur- de een ledige reddingboot. Dertien zeeroovers werden gedood in den verwoeden strijd met de officieren van de „Sunning". DE REVOLUTIE IN NICARAGUA. De president van Nicaragua heeft om de interventie van de Vereenigde Staten ge- vraagd in de moeilijkheden van Nicaragua, met de verklaring dat Nicaragua te zwak is om den door de Mexicaansche regeering uit- gelokten opstand te onderdrukken. Het schijnt dat de opstandclingeci de ge- heele oostkust van Nicaragua hebben bezet DE VEREENIGDE STATEN EN MEXICO. De correspondent van de „Times" te Was hington meldt, dat Sheffield, de gezant der Vereenigde Staten in Mexico, naar Mexico City is vertrokken, met de verzekering van den steun en het vertrouwen van president Coolidgee Noch in het departement van Tnu tenlandsche zaken, noch elders wordt te ver- staan gegeven dat er eenig gevaar is voor een verbeken van de betrekkingen tusschen de Vereenigde Staten en Mexico, doch alge meen wordt aangenomen, dat de diplomatie- ke spanning ze'.den duidelijker was. Niet al- leen is er de kwestie van land en petroleum, ofschoon dit de voornaamste twistpunten zijn, dcch ook de houding der Mexicaansche regeering tegenover de roomsch-katholieke kerk, temeer omdat er voor de jongste ver kiezingen hier en daar op werd gewezen, dat de groote r. k. bevolking in de Vereenig de Staten ontevreden is over het ingebrek* blijven van de regeering fe Washington, om duidelijker haar afkeuring over de Mexicaan sche politiek kenbaar te maken. De Mexicaan sche vijandigheid tegenover de kerk en de fe- rugwerking daarvan in kathotieke kringen in de Vereenigde Staten, is een van de factoren welke de Amerikaansche regeering er toe zul len aanmoedigen tegenover Mexico krachtig op te treden. DE ITALIAANSCHE SENAAT BIJEEN. De Senaat is gistermidaag voor een korte zitting bijeengekomen, ter goedkeuring van de wetten,welke reeds de vorige week in de Kamer zijn goedgekeurd. De zitting werd geopend met een groote huldebetooging aan Mussolini. Nadat Mussolini den voorzitter en den Se naat dank had gezegd voor de hem gebrach- te hulde, hield hij een korte rede. Hij zeide, dat er twee gebeurtenissen zijn, die in de anna 1 en van den Senaat moeten worden vastgelegd, n.l. de laatste uitvinding van de.n Italiaanschen senator Marconi in zake de draadlooze telegrafie en de overwin- ning van maioor di Bernardi in den wed- strijd om den Schneider Cup. „De uitvinding van Marconi heeft een der fundamenteele problemen der draadlooze telegrafie opgelost. In Amerika werd de eer van de Europeesche aviatiek gered door Italiaansche machines en Italiaanschen moed. Deze feiten zijn meer waard dan bergen woorden." De Senaat bracht daarop een ovatie aan Marconi, die aanwezig was en die daarna een handdruk wisselde met Muscolini. De Senaat beneemde een commissie tot be- studeering der wetsontwerp en. Deze commis sie zou gisteren bijeenkomen en haar werk zaamheden in een dag beeind-igen. Nag voor het einde der week za! de Senaat de wetten goedkeuren en weer uiteen gaan. DE ACHE TEGEN DE VREEMDE- LINGEN IN CHINA. In het Britsche Lagerhuis heeft ministei Chamberlain, in antwoord op een vraag, medegedeeld, dat de krijgsverrichtingen in Zuid-China geen gevaar dreigen .op te leve- ren voor de Britsche nederzettingen. De anti-Britsche agitatie in Kwang Si echter had geleid tot vernieling van Britsche eigen- dommen, en het werd raadzaam geacht vrou- wen in kinderen van daar weg te zenden. In Midden-China is de toestand nog onze- ker en het is niet mogelijk daaromtrent iets te zeggen. DE LANDVERHUIZING NAAR CANADA. Blijkens een draadloos bericht is het rap port verschenen, hetwelk de Earl of Claren don en de heer MacNaghton, resp. voorzit ter en vice-voorzitter van het Oversea Settle ment Committee, hebben opgesteld over hun jongste reis in Canada. Het oorspronkeiijk doel van deze reis was om de kolonisatie in Canada te bestudeeren en in het bijzonder om na te gaan welke vor- deringen zijn gemaakt door de gezinnen, die in 1925 en 1926 naar Canada zijn geemi- greerd krachtens't z.g. Threethousand Fami lies Scheme. Reeds zijn 1504 gezinnen, 8381 personen omvattend, in boerderijen gevestigd, welke aan de regeering toebehooren, en "of schoon het stelsel pas in het voorjaar van 1925 in werking trad, heeft het tot dusver bewezen een succes te zijn, terwijl het, vol- bens de woorden van het rapport, belooft de meest geslaagde poging tot kolonisatie te zul len worden, welke in den modernen tijd door eenige regeering is ondernomen. De selectie van gezinnen in Engeland heeft bewezen doe! treffend te zijn geweest, ofschoon er misschien een te sterke voorkeur is getoond voor gezinnen met landbouwerva- ring, terwijl het een feit is dat onervaren fa milies, mits zij slechts den waren geest bezit- ten, even goed slagen als de ervaren. Geval- len van een vroegeren handelaar in groenten en een ingenieur uit Londen worden aange- haald als voorbeeld. De gevallen van mishandeling zijn zorgvul- dig onderzocht. Het aantal dergenen, die het hebben opgegeven, overtreft nauwelijks 5 per cent. Van de rest blijken ongeveer tien per cent beneden het gemiddelde te zijn en hun slagen wordt als twijfelachtig beschouwd. Men gel oof t dat, met het oog op de vrij gun- stige klimatologischme gesteldheid, er tus schen de 80 en 90 percent van de geemigreer- de families zullen slagen en zich blijvend als landbouwers in Canada zullen vestigen. DE OVERVALLEN IN 1ERLAND. Uit nadere berichten in de Engelsche bla- den blijkt, dat de overvallen in Ierland heb ben plaats gehad in twaalf politiekazernes en een militaire kazerne, voor het meerendeel in afge'.egen dorpen in vijf verschillende graaf- schappen. De overvallen hadden bijna alle gUijktijdig plaats, Zondagavond tusschen half zeven en half acht. In sommige geval len bestonden de indringers slechts uit een klein groepje, doch te Ballinamult, in Wa- terford, telden de aanvallers 35 a 40 man, die alien revolvers bij zich hadden. Overal drotgen* zij echter maskers. Den aanvallers was het in hoofdzaak klaarblijkelijk om re volvers te doen, doch zij zochten ook naar documenten. De garnizoenen, die alle klein waren en ongewapend, boden geen weer- s*tand. De Dublinsche correspondent van de ^Manchester Guardian", die aan bovenbe- doelde incidenten een bespreking wijdt, zegt dat Ierland in het onzekere verkcert omtrent de beteekcriis er van, doch hij wijst er op, dat op de veertien dagen geleden gehouden conventie van Sinn Fein mis Mac Swiney er- kende, dat het Iersche republikeinsche leger zijn vcrknochtheid aan de „de jure-regeering van de Iersche republiek" had afgezworen en was tcruggekeerd tot den staat van een vrij- v/illigerstroep, hetgeen zeggen will dat het niet langer bereid was, den beteugelendcn invloed van miss Mac Swiney te dulden en van plan v)as, zelf de wet in handen te ne men. Klaarblijkelijk, zegt de correspondent, heeft het weer zijn toeVlucht genomen tot zijn oude program van vreesaanjaging om Ier land er toe te bewegen den oorlog tegen Ul ster en Engeland te hervatten. Miss Mac Swiney, ofschoon zij nog steeds uitziet naar den dag dat Ierland Engeland nog eens den oorlog verklaart, gelooft niet in het gebruik van de revolver daartoe, terwijl de Valera, wiens invloed veel vcrder reikte dan die van miss Mac Swiney, klaarblijkelijk veel meex vertrouwen stelt in het stembiljet dan in ko- gels, zoodat de overvallen het werk zijn van een minderheid. Men mag, zegt de corres pondent, met belangstelling tegemoet zien erf de Valera of miss Mac Swiney den moed zul len bezitten, om de onverantwoordelijke han- deiwijzen van hun partijgenooteu af te keu- ren. i SB ■di ..•was

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1926 | | pagina 1