AtKmaarsche Courani Een speelbal der fortuin. FEU 11.1,ETON. Nanderd Acht en Twintigsto 'aargang. Maandag 22 November. Siadssraleiaws WEET GIJ DIT WEL?'I Bjiitenland Ko. 275. 1926 GEMEENTERAAD VAN ALKMAAR. De Burgemeester van Alkmaar roept de le- den van den Gemeenteraad op ter bijwoning eener vergadering op Donderdag 25 Nov. 1926, nam. 1 uur, ten einde te beraadslagen en te besluiten omtrent de hieronder vermelde punten. 1. Vaststelling van de notulen der vor'ge mgadering. Mededeelingen. Ingekomer. stukken. 2. Benoeming van een onderwijzer aan de School voor buiengewoon lager onderwijs (bijlage Nr. 132). 3. Voorstel tot het verleenen van rentedra gende voorschotten en het verkoopen van den benoodigden grond voor de stichting van 58 woningen door de Arbeiderswoningbouwver- eeniging „Rochdalc" (bijlage Nr. 107). 4. Idem inzake uitkeering jaarwedden bo- ventallige onderwijzers aan bijzondere lage- rescholen over 1925 en veigoeding vakonder- wijs 1923 (bijlage Nr. 133). 5. Idem beirefFende inbreng en uitneming van gronden in- en uit het grondbedrijf (bij lage Nr. 134). 6. Idem tot afwijzing van eon verzoek tot herziening van de jaarwedden van het perso- neel aan de school voor buitengewoon lager onderwijs (bijlage Nr. 136). 7. Idem tot wijziging der Verordening re gelende de annstelling, het getal der lesuren en de jaarwedden van het onderwijzend per- soneel aan het gymnasium (bijlage Nr. 137). 8. Idem tot verkoop van grond aan de Ju liana van Stolberglaan (bijlage Nr. 138). 9. Idem tot wijziging der overeenkomst in znke de toegangswegen naar het spoorweg- station (bijlage Nr. 139). 10. Idem tot afwijzing van een verzoek om vcrplaasing van de St. Nicolaasmarkt (bij lage Nr. 1^-0). 11. Idem tot wijziging der salar sregeling voor de leerling-verpleegsters van het Stads ziekenhuis (bijbge Nr. 141). 12. Idem bvtreffende h t verzoek van W. M. van Kluyve e a. inzake de overplaatsing onn leerlingen (bijlage Nr. 142). JAARWEDDEN ONDERWIJ7'",vr> PERSON-EEL GYMNASIUM. B. en W. stellen na motiveering den Raad voor te besluiten vast te stellen de navolgen- de Verordening tot wijzigng der verordening, regelende de aanstelling, het getal der les uren en de jaarwedden van het onderwijzend pers'oneei aan het Gymnasium te Alkmaar. Eenig artikel. In de verordening, regelende de aanstel ling, het getal der lesuren en de jaarwedden van het onderwijzend personeel aan het Gymnasium te Alkmaar, vastgesteld bij Raadsbesluit van 10 Jum 1926, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 'a. in artikel 4, 12e lid, worden de woorden „2 weken" veranderd in „een maand"; o. in artikel 4, 13e lid, worden de woorden „2 achtereenvolgende weken" veranderd in „een maand achtereen"; 3o. in artikel 15, 2e lid, worden de woorden „het drievierde gedeelte" veranderd in ,,de helft"; 4o. in. artikel 15, 3e lid, worden de woorden „het einde van de derde maand na die, waarin het overlijden plaats vond" ver anderd in ,,zes weken na den datum van het overlijden"; 5o. in artikel 16 worden de woorden „14 dagen" veranderd in „een maand". UITKEERING JAARWEDDEN BOVEN- TALLIGE ONDERWIJZERS AAN BIJZONDERE SCHOLEN OVER 1925. VERGOEDING VAK- ONDERWIJS 1923. k B. en W. stellen in bijlage No. 133 den Raad voor te besluiten: a. aan de besturen der daarvoor in aan- merking komende bijzondere scholen voor lager onderwijs, over het jaar 1295, ingevol- ge artikel 100 dtr Lager Onderwijswet-1920, een vergoeding uit de gemeentekas toe te kenrven, zooals nader door hen is berekend en in genoemde bijlage is omschrevn. II. Gezien het verzoek dd. 14 Augustus 1926 van het Bestuur der Onze Lieve Vrou we-Stichting, gevestigd te Amersfoort, om de gemeentelijke vergoeding in de kosten voor vakonderwijs, overeenkomstig artikel 101, 9e lid, der Lager Onderwijswet-1920, over 1923, voor de R. K. Meisjesseholen A en C; te besluiten het bovenvermelde verzoek ki te willigen en de vergoeding in de kosten, Naar het Engelsch van Rafael Sabatim. Geautoriseerde vertaling van A. T. 46 „Uw verzekering is mij voldoende," zei zijn Genade vriendelijk. „En God weet het, dat ik uw moeilijkheden begrijp, en hoe gij in uw tegenwoordigen, gevaarlijken toestand ge- komen zijt. Onze eerste zorg moet zijn, u daaruit te bevrijden. Ge moet nu eindelijk doen, wat al lang gedaan had moeten wor den. Ge moet naar het gerecht gaan, en de zaak openhartig vertellen, zooals ge het mij gedaan hebt." „Maar uw Genade heeft juist zelf gezegd, dat zij mij niet zullen gelooven." Zijn Genade hield even op met heen en weer loopen en glimlachte een beetje verle- gen „Zij zullen u niet gelooven, als ge niet ge- steund wordt. Maar als iemand van invloed en aanzien zich verantwoordelijk stelt voor uw goede trouw, zouden zij niet durven twij- felen, de zaak zou uit zijn en er zou geen »prake meer zijn van eenige verdenking. Holies keek op eens vol hoop, en toch durf- de hij zich niet gehe.el aan zijn hoop overge- ven. „Uw Genade meent toch niet, dat u dat u dit voor mij zoudt willen doen?" bedoeld in artikel 101, 9e lid, der Lager Onderwijswet-1920, over het jaar 1923, vast te stellen op het bedrag, zooals in een bij- voegden staat achter elk der scholen is ver- meld. VERZOEK VAN W. M. VAN KLUYVE c s. NAAR AANLEING VAN DE OVER PLAATSING VAN LEERLINGEN VAN LAGERE SCHOLEN. B en W. schnjven in bijlage no. 142: In verband met het voor U ter inzage ge- legde verzoek van W. M van Kluyve en 15 andere ouders van leerplichtige kinderen dd. 20 September jj„ om de in September j.l. getroffen maatregelen inzake de overplaat sing van leerlingen voorzooveel hun kinde ren betreft, ongedaan te maken, merken wij het volgende op. In de beantwoording van de door de Raadsieden Mr. H. A. J. M. Kusters en J. Vogelaar op dit punt gestelde vragen (bijl. Nr. 135) deelden wij mede wetke beschik- king wij op dit mede tot ons gericht adres hebben genomen. Na de toelichting, die bij de in de Raads- vergadering van 16 September j.l gehouden interpellatie Vogelaar namens ons College door den Wethouder van Onderwijs isgege- ven, meenen wij thans te kunnen voistaan met opnieuw de'ook in het adres aangeroer- de vraag te behandelen, in hoever de over- p'aatsing van leerlingen anders dan op verzoek van de ouders al dan niet in strijd met de "Wet is. Ook bij nadere overweging meenen wij, dat van onwettigheid niet kan worden ges-prok-en. Zij, die van een ander gevoeleu zijn. beroepen zich in het bijzondtr op art. 11, id 4, der Leerplichtwet, luidende als volgt: „Het hoofd eener openbare lagere school „is niet bevoegd, een kind gedurende den „in artikel 3 omschreven kerplichtigen „leeftijd om andere dan eene der in het „tweede lid van dit artike! onder lo. tot- „en met 4o. genoemde rcdenen van de lijst „der leerlingen af te vceren, dan met toe- „stemming of op last van^den ir.specteur". 'Op grond van deze bepaling zou het voor de gemeente niet mogelijk zijn, kinderen van de eene school naar de andere over te plaat- sen, wanneer de gemeente daartoe om rede- nen van beleid aanleiding zou vinden. Wij a-hten deze opvatting niet juist, op tweeerlei grond. In de eerste plaats achten wij het weinig waarschijn'ijk, dat een bepaling der Leer plichtwet direct of indirect zou bedoelen een voorschrift te geven met betrekking tot de organisatie der openbare lagere scholen. Daarvoor zou de wet op het Lager onder wijs de aangewezen plaats zijn. Deze wet geeft allerlei op die organisatie betrekking hebbende bepalingen, die in dit verband niet ter zake doen, en schrijft overigens zeer in het algemeen voor, dat in elke gemeente vol- doend openbaar lager onderwijs wordt ge- geven in een gencegzaam aanta scholen (art, 19). Aan dezen plicht voldoet de ge meente, ook ten aanzien van de door adres- santen bedoelde kinderen Dat de gemeente bij het beheer harer onderwijsinrichtingen haar eigen inzichten al thans met betrekking tot de regeling van d' ebezetting der klassen niet zou kunnen volgen, blijkt niet alleen uit geen enkel wetsartikel. doch wordt zelfs uit- drukkelijk tegengesproken door art. 75, lid 4, der Lager Onderwijswet 1920, waar in een bepaaid geval aan den Raad de plicht wordt opgelegd te overwegen of tot verla- ging van het maximum-getal leerlingen, dat per klasse wordt toegelaten, moet worden overgegaan. Deze beslissing zelve blijft overigens weer aan de gemeente. Maar in de tweede plaats: hoe stelt men zich de uitvoering voor van maatregelen als b.v. de verlaging van de maximumaantal leerlingen per klasse of de verdeeling daar- in, wanneer de gemeente niet volledige zeg- gingschap had over de b°zetting der klas sen? Zou men inderdaad de gevolgtrekking mogelijk achten. dat derge'ijke besluiten niet zouden gelden ten aanzien van de leerlingen, die op het oogenblik waaroip het besluit ge nomen wordt, de scholen bezoeken? Dan zouden die besluiten, die anders wellicht tot overplaatsing van leerlingen aanleiding ge ven, gedurende een reeks van jaren niet vol- ledig van kracht kunnen zijn. Dit zou een zoo eigenaardige consequentie zijn, dat de wet daaraan wel met zooveel woorden steun zou mogen verleenen, zou zij inderdaad moe ten worden aanvaard. Dien steun geeft de wet niet. En voor zooveel het laatstbedoelde voorbeeld betreft, n.l. de indeeiing der ge meente in schoolwijken, is bij de behandeling der Leerplichtwet gebleken, dat de Minister ze bestaanbaar acht naast de bepalingen van die wet. De Minister zeide daarbij let- terlijk het volgende: „In het belang van orde „en regelmaat, in het belang van de gemeen- „tefinancien ook, die te zwaar worden be- „last indien de eene school overvol is en cte „andere bijna leegloopt, is wijkverdeeling De glimlach van zijn Genade werd bree der, vriendschappelijker. „Natuurlijk, mijn vriend. Als ik u zal gebruiken, zooals ik hoop te doen, zou dit er noodzakelijk aan moeten voorafgaan." „Uw Genade!" Holies sprong op. „Hoe zal ik u danken?" Zijn Genade wenkte, dat hij weer moest gaan zitten. „Dat zal ik u spoedig toonen, mijn vriend. Er zijn zekere voorwaarden, die ik moet stellen. Er is een zekere taak, die ik van u zal vragen." „Uw Genade weet, dat u het slechts heeft te noemen." „Ah!" De Hertog hied op en keek hem weer scherp aan. „Ge zeidet in uw brief, dat ge bereid waart tot ieder werk, tot iederen dienst." ,JDat heb ik gezegd. Ja. Dat zeg ik weer." „Ah!" Weer die zachte uitroep van opluch- ting. Toen liep de Hertog weer op en neer. voordat hij verder ging. „Mijn vriend, uw wanhoop komt gelijk met de mijne. Wij zijn beiden wanhopig, ofschoon op verschillende manier, en het ligt in de macht van ieder van ons om den ander te helpen." „Als ik dat gelooven kon!" „Dat kunt ge. Het overige hangt van u zelf af." Hij wachtte even, en ging toen op half spottenden toon voort: „Ik weet niet, hoeveel nauwgezetheid, of wat de menschen eerlijkheid noemen, uw zwerven en ongeluk- ken u overgelaten hebben." „Niet zoo veel, dat uw Genade er rekening mee hoeft te houden," zei Holies met eenige dikwijls onmisbaar". Welnu, hetgeen krachtens Uw besluit van 15 Juli j.l., waarbij wi] werden gemachtigd tot het vormen van een parallel-klasse aan de gemeentescholen nrs. 6 en 9 heeft plaats gehad, ia feitclijk niets anders dan een incidenleele wfkindeelmg. Voor het verdeelen van de gemeente in vaste schoolwijken is naar wij meenen het oogenbluk nog met aan- gebroken. Ook wij stellen er prijs op, zoo- lang mogciijk rekenmg te houden met de voorkeur der ouders Dit necmt ecliter niet weg, dat de gemeente naar wij meenen geen afstand kan doen van het haar" cok blijkens de opvatting van den Minister pricipieel toe- komende recht om in het belang van orde en regelmaat en in bet financkele bf'ang der gemeente indien noodig ook tegen den wil der ouders de maatregelen te nemen, die zij noodig oordeclt, een recht trouwens, waar- van in verschillende andere gemeenten veel meer gebruik wordt gemaakt dan hier. len slotte achten wij het, meer in het bij- zonder ten aanzien van de aan den Omval wonende kinderen, die wij hebben overge- plaatst naar de gemeenteschool nr. 4 aan de Keetkolk. niet ondienstig er op te wijzen, dat het vroeger regel was, dat de daar wonende kinderen de school aan de Keetkolk bezoch- ten. Het doet ook in dat verband wel eigen- aardig aan, dat thans daartegen zooveel ver- zet is gerezen. Op grond van het vorenstaande geven wij U in overweging ons te machtigen aan de adressanten mede te deelen, dat voor Uwe tusschenkomst ten opzichte der in September j.l. plaats gehad hebbende wijziging in de bezetting van de klassen der openbare la gere scholen geen aanleiding bestaat. ST. NICOLAASMARKT. In bijlage No. 140 schrijven B. en W. aan den Raad: In Uwe zitting van 16 September j.l., werd om bericht en raad in handen van ons Col lege gesteld een adres van het bestuur van den Bond van Alkmaarsche Marktkooplieden verzoekende de St. Nicolaasmarkt te ver- plaatsen naar de Laat. Omtrent dat verzoek hebben wij het advies ingewonnen van de Commissie van bijstand voor het Marktwezen. Bedoelde Commissie komt ten slotte, op grond van de te harer ken- ni^ gebjachte zienswijze der middenstands- vereenigingen, tot de conclusie, dat het in het algemeen belang niet gewenscht is, gunsttg op het verzoekschrift te beschikken. De meerderheid van ons College is tot de- zelfde slotsom gekomen. Zij meent, dat een plem zich voor een markt altijd beter leent dan een straat en dat het niet juist zou zijn, een drukken verkeersweg als de Laat als marktterren aan te wijzen nu de gemeente over een eveneens gunstig gelegen open ter- rein, als het Hofplein, de beschikking heeft. Heeft de markt levensvatbaarheid, dan zal het Hofplein, naar de meerderheid meent, voor de verdere ontwikkeling van de markt geen beletsel vormen. En uit verkeersoogpunt verdient naar haar meening de tegenwoordi- ge regeling de voorkeur boven wat thans ge- vraagd wordt. Zij geeft U dan ook in overweging, op het bovenaangehaalde verzoek afwijzend te be schikken. TOEGANGSWEGEN NAAR HET SPOORWEGSTATION. In bijlage No. 139 schrijven B. en W.: De Directie van de Nederlandsche Spoor- wegen verzocht B. en W. den Raad voor te stellen, het aan de firma Gebr. Hoed verhuur- de terrein aan het beheer der gemeente te ont- trekken. In verband daarmede stellen B. en W. voor te besluiten een nieuwe overeenkomst aan te gaan tot aanvulling der overeenkomst d.d. November 1875, gesloten tusschen den eerst- aanwezenden Ingenieur bij de Staatsspoor- wegen te Amsterdam eenerzijds en de ge meente Akmaar anderzijds, betreffende het in beheer en onderhoud aan de gemeente Alk maar overgedragen van de beide toegangs wegen naar het Spoorwegstation aldaarr VERKOOP VAN GROND AAN DE JULIANA VAN STOLBERGLAAN B. en W. schrijven in bijlage No. 138 De „Sint Hippolytusstichting" te Delft heeft door middel van haar gemachtigde ver zocht van de gemeente te mogen koopen een perceel bouwterrein, gelegen aan de Noord- zijde van de Juliana van Stolberglaan, kada- straal bekend gemeente Alkmaar, sectie F nr. 2559 ged., ter grootte van ongeveer 1500 M2., tegen den prijs van 10.per M2. Dit perceel maakt deel uit van het in het grondbedrijf opgenomen complex bouwterrei- nen aan de Juliana van Stolberglaan en is met rood nader aangeduid op de bij de stuk ken gevoegde teekening. De Commissie van bijstand voor het Grond bedrijf kan zich met den geboden prijs veree- nigen. Daar ook wij tegen dezen verkoop geen bezwaar hebben, stellen wij U voor het zelf-bespotting. „Dat is heel goed. Maar toch zoudt ge de opdracht onaangenaam kunnen vin den." „Dat betwijfel ik, God weet, dat ik tegen- woordig niet kieskeurig ben. Maar als ik het vind zal ik het u zeggen." „Goed." De Hertog knikte, en toen mis- schien door de aarzeling, die hij nog ge- voelde, om Holies het voorstel te doen, dat hij in zijn hoofd had werd zijn houding plotseling harder. Zij leek bijna op die van den edelman, die tot zijn lakei spreekt. „Dat is waarom ik u waarschuw. Want als ge me dat wilt zeggen, hoop ik, dat ge het doen zult zonder onnoodige drukte, zonder het voorkomen van een Babadil of een Pittol, of een ander van uw opsnijderige, armzalige broederschap. Ge hebt slechts „neen" te ztg- ~en, maar bespaar me de uitlatingen van be- :edigde deugd." Holies keek hem een oogenblik zwijgend aan, door zijn toon verschrikt. Toen lachte hij even. „Het zou me verbazen, als ik ontdekte, dat ik nog eenige deugd heb, die beleedigd kan worden." „Des te beter," zei die Hertog. Hij trok een stoel bij en ging zitten tegenover Holies. Hij leunde voorover. „In uw tijd, hebt ge zeker veel rollen gespeeld, kolonel Holies? - „0 een massa rollen." „Hebt ge ooitSir Pandarus van Troje gespeeld?" De Hertog keek zijn bezoeker scherp aan, volgende besluit te nemen: - B. en W. stellen den Raad voor te Teslui- ten: gezien het door den gemachtigde van de „Sint Hippolytusstichtting" te Delft, inge- diende verzoekschrift om q.q. van de gemeen te te mogen koopen een perceel bouwterrein, gelegen aan de Noordzijde van de Juliana van Stolberglaan, kadastraal bekend ge meente Alkmaar, sectie F nr. 2559 ged., ter groote van ongeveer 1500 M2, tegen den prijs van 10.— M2. Overwegende, dat de geboden prijs aanne- melijk is en er geen omstandigheden zijn, die het wenschelijk maken, dat de gemeente de zen grond in eigendom behoudt; het hiervoor omschreven bouwterein aan de „Sint Hippoly tusstichting" te Delft te verkoopen voor den prijs van 10.per M2. en onder nader aangegeven voorwaarden. GRONDBEDRIJF. INBRENG EN UITNEMING VAN GRONDEN. In bijlage No. 134 schrijven B. en W.: Bij het bouwrijp maken van den grond ach ter de voormalige Rijkstuinbouwwinterschool is het noodig gebleken grond van de gemeen te, die niet in het Grondbedrijf was inge bracht, aan dat terrein toe te voegen. Deze grond maakte deel uit van de kadas trale perceelen Sectie E nr. 2952 (oud). E 3462 en E 2461 (oud) en besloot in totaal 'n oppervlakte van 388 M2. Het is gewenscht de zen grond alsnog in't Grondbedrijf in te bren gen tegen de waarde, waarop in het taxatie- rapport van 31 December 1922 het terrein achter de tuinbouwschool werd geschat, t.w 1.per M2. Voorfcs dient te worden ingebracht een ter rein, grenzende aan Vt Rochdale-kwartier, hetwelk oorspronkelijk voor den woningbouw- aldaar was bestemd, dcch dat door wijziging der plannen onfcebouwd is gebleven. Dit ter rein maakt deel uit van de kadastrale percee len Sectie F nrs. 150 en 151 en is resp groot 3150 M2 en 9070 M2. De waarde hiervan is bij bovengenoemd rapport geschat op resp 0.75 en /0.90 per M2. Overigens zijn in de iaatste jaren verschil lende in het Grondbedrijf ingebracht eigen- dommen bouwrijp gemaakt, waardoor eenige straten en slcoten zijn ontstaan, die voor overneming door de gemeente in aanmerking komen. Op het terrein van de v. m. Tuin bouwschool vormen die straten een gezamen- lijke oppervlakte van 6812 M2., op het ter rein Rochdale van 5705 M2., achter den Baansingel van 2524 M2 en aan de Emma straat 1314 M2.. terwijl de slooten (Rochda le) in totaal 1230 M2 groot zijn. Aangezien de kosten van deze straten en slooten begre- pen waren in de voor de aangrenzende gron den ontvangen kocpprijzen, kunnen zij thans met rioleering, brandkranen, leidingen enz zonder vergoeding van het grondbedrijf worden overgenomen. De Commissie van bijstand voor het Grondbedrijf, wier adres bij de overige stuk ken ter inzage ligt, kan zich met dit voorstel vereenigen. In verband met het bovenstaande stellen B. en W. den Raad voor het desbetreffende besluit te nemen. JAARWEDDEN PERSONEEL SCHOOL VOOR BUITENGEWOON LAGER ONDERWIJS. B. en W. schrijven in bijlage No. 136: Den 15den Juli j.l. 'stelde Uwe Vergade ring om bericht en raad in onze handen een adres dd. 12 Juni t.v., van het Hoofdbestuur der Vereeniging van onderwijzers en Artsen, werkzaam aan Inrichtingen voor Onderwijs aan Achterlijke en Zenuwzwakke kinderen, inhoudende- het verzoek de jaarwedden van het onderwijzend personeel aan de schooi voor buitengewoon lager onderwijs alhier te willen verhoogen. In verband daarmede vestigen wij Uwe aandacht er op, dat op grond van artikel 13 van het Kon. besluit van 22 October 1923, Stbl. 489, de jaarwedden van de hoofden en onderwijzers aan deze soort scholen, die voor vast of voor een proeftijd zijn aangesteld. (uitpezon^Tl de frobelonderwn'zers) in ge meenten der le klasse tenminste f 300 meer moeten bedragen dan de weefden voor deze functionnarissen bij het gewoon lager onder wijs. Bij Raadsbesluit van 25 Augustus 1921. gewijzigd bij Raadsbesluit van 24 April 1924 (Gemeentebladen' Nrs. 763 en 888) is deze verhooging voor het hoofd en de onder- wijzeressen aan de school voor buitengewoon lager onderwijs alhier vastgesteld op een be drag van 300. Uit de woorden „ten minste" volgt de bevoegdheid van Uwe- Vergadering om dit bedrag hooger te stellen, wat blijkens de bij het adres gevoegde bijlage in verschil lende andere gemeenten heeft plaats gehad Hoewel een vergelijking met andere ge meenten aantoont, dat het hier geldende be drag laag is te noemen, kunnen wij thans met om een teeken van begrip te ootdekken. Maar de klassieke opleiding van den kolonel had niet veel beteekend. „Ik heb nooit van hem gehoord. Wat soort van rol is dat?" Zijn Genade gaf geen direct antwoord. Hi] ging langs een anderen weg op zijn doel af. „Hebt ge ooit van Sylvia Farquharson ge hoord?" Opnieuw verbaasd als hij was, duurde het een oogenblik, voordat de kolonel hem ant- woordde. „Sylvia Farquharson?" herhaalde hij pein- zend. „Ja, ik heb den naam gehoord. Dat was de dame in den draagstoel, die uw Gera- de te hulp kwam in Paul's Yard op den dag, dat wij elkaar ontmoetten. Ja, ja, ik heb toen den naam gehoord. lets van een tooneelspeel- ster in den Hertogs schouwburg, geloof ik. Maar wat heeft zij met ons te maken?" „Wel iets, geloof ik tenzij de sterren verkeerd staan. En dat doen de sterren nooit. Zij staan onveranderlijk en trouw in een val- srhe en wispelturige wereld. Het was in de sterren geschreven zooals ik u reeds ge zegd heb dat wij, gij en ik, elkander weer zouden ontmoeten, en samen betrokken zou den zijn in een gewichtige zaak met een an der. Die andere, mijn vriend, is deze zelfde Sylvia Farquharson." Flij stond op, en wierp eindelijk alle terug- houdendheid weg, en zijn aangename stem werd dof door de spanning van zijn aandoe- ningen. „Ge ziet in mij een man, die groote macht J ADVERTEERT IN :D E j ALKMflflRSCHE COURflNTI het oog op den financieelen toestand der ge meente geen vrijheid vinden tot eene verhoo ging mede te werken. Wij geven Uwe Vergadering dan ook iri overweging op bovenvermeld adres afwijzend te beschikken. BENOEMING ONDERWIJZERES SCHOOL VOOR BUITENGEWOON LAGER ONDERWIJS. Ter benoeming van een onderwijzeres aan de School voor buitengewoon lager onderwijs in de vacature, ontstaan door het aan Mej. W. Wagenmaker verleend eervol ontslag, bie- den B. en W. den Raad de navolgende voor- dracht aan, opgemaakt in overleg met den Inspecteur van het hoofd der betrokken school 1. Mejuffrouw A. G Tulp te Hengelo (O 2 M. A. Bofrema te St. Maar- [ten. 3- R. van der Veer te Huls- [hors! (gem. Ermelo). EEN VROUWELIJK „ROOVER- HOOFDMAN". Te Bremen heeft een zakkenrollersbende terecht gestaan, die voor twee derde uit vrouwen bestaat. Zij werd aangevoerd door een jonge vrouw, die volgens haar bewering. reeds sinds haar dertiende jaar op bevel van haar moeder dit vak beoefende, waarbij zij reeds herhaaldehjk met den strafrechter in aanraking is gekomen. Slachtoffers van dc bende waren gewoonlijk alleenreizende oude- re dames. De gcroofde en geledigde beurzen werden meestal via toiletten uit den trein ver- wijderd. Deze methode heeft echter op een goeden dag geleid tot de ontdekking van de jeugdige leidster. Na haar arrestatie vond men in haar eleganten handkoffer een gewel- digen voorraad gestolen voorwerpen. De dieveggen zijn tot eenige jaren tucht- huisstraf veroordeeld, terwijl haar echtgenoo- ten, die van de opbrengst van de diefstallen leefden, gevangenissiraffen kregen. De jeug dige aanvoerster verklaarde voor de recht bank, dat zij „nu haar zonden wilde boeten, om daarna een nieuw leven te beginnen EEN STATISTIEK VAN LIJK- VERBRANDINGEN. Op de jongste bijeenkomst van de Fransche vereeniging tot bevordering van lijkverbran- ding werd medegedeeld, dat er in Frankrijk in het afgeloopen jaar 834 crematies hebben plaats gehad tegen ruim 36000 in Duitsch- land, 18.000 in Italie 16 600, in de Ver- eenigde Staten, 3500 in Zwitserland, 3000 in Tsjecho-Slowakije en 2700 in Enge'and. EEN INTRNATIONAAL FINAN- CIERINGS-INSTITUUT. Van „bevoegde Duitsche zijde" wordt aan den correspondent van de Tel. te Berlijn me degedeeld, dat te Parijs is opgericht een fi- nancieringsinstituut voor de herstelleveringen onder den naam „Reparationswirtschafs- bank". Aan de oprichting nemen Amerikaan- sche, Engelsche en Fransche banken dee!. Van Duitsche zijde wordt deelgenomen door de leidende organisatie van het bouwbedrijf. DE VREEMDELINGEN IN ITALIE. De oorresjrondent van de „Times" te Rome heeft in verband met de wet tot verdediging van den staat, die reeds door de Kamer werd aangenomen en vermoedelijk vandaag in den Senaat aan de orde komt, een onderhoud ge had met de minister Van justitie Rocco. De wet, zoo deelde de minister mede, is niet van ten goed, zoowel als ten kwade heeft. Er zijn in het leven maar weinig dingen, hoe groot ook, die ik niet kan krijgen, als ik ze'wensch. Sylvia Farquharson is een van die weinige zaken. Met te doen of ze preutsch is, legt die heks me op de pijnbank. Daarom vraag ik uw hulp. y Hij hield op. De kolonel keek hem met groote oogen aan. Een lichte bios bedekte zijn magere wangen. Eindelijk sprak hij met een stem, die koud en effen klonk: „Uw Genade heeft niet genoeg gezegd." „Domoor! Wat moet er nog meer gezegd worden? Begrijpt ge niet, dat ik een eind aan dezen toestand wil maken? dat ik de preutsch- heid, waarmee die heks me terugstoot, wi! overwinnen?" „Op mijn woord! Ik geloof dat ik dat ge noeg begrijp." Holies lachte even. „Wat ik niet begrijp is mijn rol hierbijin een liefdeszaak als deze. Wil uw Genade zich niet duidelijker uitdrukken?" ..Duidelijker? Nu man, ik wil, dat zij voor mij ontvoerd wordi." Zij keken elkander nu zwijgend aan, het gelaat van den kolonel was zonder uitdruk- king, zoodat de Hertog vergeefs naar een teeken zocht, hoe hij zijn voorstel opnam. Eindelijk krulden zijn lippen zich tot een ta- melijk minachtenden glimlach,.en zijn stem had een lichfelijk spottenden klank. (WorcM verv vlgd) y I Een zaak, die geregeld adverteert, zal meer bekend raken en meer nieuwe klanten kri)gen, dan een zaak, die niet adverteert en al leen maar steunt op vroegere connec- ties en ouden naam. Wilt ge In Alkmaar en omstreken steeds meer bekend worden, meer de aandacht trekken, dan kunnen we (J slechts dien eenen goeden raad geven:

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1926 | | pagina 5