AIKmearsche Courant
Een speelbal der fortuin.
Gemeenteraad van Alkmaar.
EEUJLLETOJN.
Vrijdag 26 November.
No. 279. 1926
Honaarii Acfif en Twintigste 'aargang,
ST. NICOLAASMARKT.
(Vervolg.)
De heer W e s t e r h o f oordeelde, dat de
heer Thomsen het verkeersbezwaar voor het
plaatsen op de Laat zeer had overdreven
Spr. nam niet aan dat de Laatadressanten
zondere anderen er in te kennen geadres-
seerd hadden.
De heer G e e 1 s oordeelde, dat in de bij-
lage van B. en W. het algemeen belang om
de markt op het Ho£ te houden voldoende
met een beroep op het verkeer was gemo-
tiveerd.
Spr. vroeg aan den heer Westerhof wat
er tegen was de markt niet op het Hot te
houden. Hij was overtuigd, dat de midden-
standsorganisaties niet voor een verpaatsing
naar de Laat zijn.
Het adres van de Laat'bewoners wordt z. i.
©pgeheven door dat van die van de Magda-
lenenstraat. Met het oog op het algemeen
belang wil spr. de markt op de Laat houden.
De heer Westerhof had van den heer
Geeis allerminst aangetoond gevonden dat
het algemeen belang een handhaving op het
Hof vorderde.
Het voorstel van B. en W. werd hierop
aangenomen met 12 tegen 6 stemmen.
Tegen de soc.-dem. en den heer v. Slin-
gerland.
SALARISSEN VERPLEGEND
PERSONEEL.
Mj. Cares verzoekt aanhouding, om-
dat de tijd voor beoordeeing voor den raad
te kort was.
De heer Westerhof had geen bezwa-
ren, waarop aldus werd besloten.
Verzoek van W. M. v. Kluyve c.s. naar
aanleiding van de overplaatsing van
ieerlingen van lagere schaien.
De heer V o g e 1 a a r wees er op, dat
thans de zaak voor de tweede maal in den
Raad ter sprake komt. De vorige maal werd
aan den Raad inlichting verstrekt, dat alh-
ouders, die geweigerd hadden om hum kinde-
ren naar de andere school te sturen, oud.rs
waren van kinderen, die de 3e gemeenteschoo1
bezochten. Mr. Kusters merkte toen reeds pe>
interruptie op, dat ook aan de 6e gemeente
school er weigerende ouders waren. Spr. ver-
wonderde zich er over, dat de afdeeling on
derwijs, die anders toch- wel actief is, daarvan
niets weet. Wanneer spr.'s gegevens juist
zijn, dan loopen op het oogenblik nog IS
kinderen, die met 1 September of half Sep
tember naar school behoorden, rond zondei
een school te bezoeken en wel 10 van de 3e,
2 van de 4e en 6 van de 6e gemeenteschool.
Dal de weigerachtighcid zich uitsluitcnd
voordoet bij ouders van kinderen, die de 3e
gemeenteschool bezochten, is dus onjuist en
de toen aan den Raad verstrekte inlichtingen
zulien wel op een misverstand berusten. Spr.
kwam hierna aan het adres van de ouders,
dat tengevolge van een misversiand den Raau
niet werd aangeboden. Hij gat toe, dat dp
vorm van het request tot het misverstand
aanieiding had gegevcn. Het was hem opge-
vallen, dat B. en W. in de bijlage, terwiji zij
de vorige maal het beroep van spr. op de
Leerplichtwet verwierpen en bsweerden, dai
hij had moeten zocken in de Onderwijswet,
zich nu beroepen op iets, dat de minister ge
zegd heeft, niet bij de behandeling van de On
derwijswet maar bij de behandeling van de
Leerplichtwet. Zij komen dus terecht bij de-
zeifde wet, waarover zij het met spr. niet
eens waren Waarom houden zij zich nu niet
aan de Onderwijswet? Spr. gelooft, dat het
niet gaat over de bevoegdhcid van B at W.,
maal over het recht en de bevoegdhcid der
ouders en in hoeverre B. en W. de bevoegd
hcid hebben, daarop inbreuk te maken. Wan
neer men het heeft over de verplichtingen to
rechten van de ouders, dan meet men bij de
Leerplichtwet terecht komen. Spr. had dan
ook z. i. terecht de Leerplichtwet genoemd en
meent, dat hij zich nog kan beroepen op het
geen hij den vorigen keer aanhaalde uit de
toeiichting op art. 11 van de Leerplichtwet.
Het stelsel van de wet brengt mee, dat de va-
ders in de keuze der schooi vrij moeten zijn.
De minister staat ook op dit standpunt in
de nadere toeiichting en deze zal toch we! op
de hoogte zijn van het stelsel van de wet
Dat dit inderdaad het stelsel van de.,wet is,
blijkt niet alleen uit de toeiichting, maar kan
men ook in de wet zelf lezen. Spr. verwees
naar art. 18 van de Leerplichtwet, waarin
Naar het tngelsch van Rafael Sabatiru.
Geautoriseerde vertaling van A. T.
CO
„Misschien verbeeld lk het mij," zei Jake,
waarop zijn makker knikte.
i oen begon de kolonel druk en blufferig te
pr; .en.
De waardin, die hen wat vreemd begon te
vinuen, kwam dichter bij. De kolonel wenkte
haar nog nader te komen, en drukte haar een
goudstuk in de hand. „Daarmee is de reke
ning betaald," zei hij, zeer royaal.
Zij was verstomd over zulk een verkwis-
ting, maakte een buiging voor hen, en ging
dadelijk heen, er over peinzende, hoe de
echijn bedriegen kan.
De kolonel vatte het gesprek weer op. Het-
zij door de slaapwekkende eentonigheid hier-
vac of door de kracht van den drank, Jake's
oogleden werden zoo zwaar, dat hij moeite
•cheen te hebben, om ze open te houden, ter
wiji Nat er niet beter aan toe was. Eindelijk
faf Jake zich over aan de slaperigheid, die
em overviel, hij legde zijn slaperig hoofd
daar boven op Ditm aakte zijn kameraad
bang, en deze leunde voorover, om hem te
Vekken.
Het gaat over een va'der, die zijn ldnif niet
laat inschrijven voor een van de bestaande
scholen. De iaspecteur moet dan kennis ge-
ven aan de commissie tot wering van school-
yerzuim, die het geval onderzoekt, aan den
inspecteur rapporteert en adviseert op welke
school het kind naar haar meening geplaatst
moet worckn. Merkwaardig is het slot van
art. 18, dat zegt, dat bij de keuze van de
school met de wenschen van belanghebben-
den zooveel mogelijk rekening moet worden
gehouden. Wanneer men dit in acht moet ne-
men tegenover iemand, die zijn verplichtin
gen niet nakomt, dan zal dat in de eerste
plaats toch wel het geval moeten zijn met
cudcrs, die zelf de school bepalen. Spr.
meende, dat het geheele stelsel van de wet is,
dat de ouders vrij zijn in de keuze van de
school.
De heer WesterhofZooveel moge
lijk.
De heer V o g e 1 a a r Dat zijn ze hier
niet geweest. Wat stelt het college tegenover
die redeneering? In de bijlage heeft spr.
nergens een positieve vcrdediging kunnen
vinden. Men zou kunnen zeggen, dat het
college het bewijs uit het ongerijmde heeft
gebruikt en concludeert, dat, omdat de eene
beveegdheid bestaat, ook de andere wel be-
staat. Spr. meent, dat dit niet aangaat en
dat het college bij de redeneering alles door-
een gemengd heeft. Aan den Raad moet de
vraag worden voorgelegd of het aantal Ieer
lingen verlaagd zal worden, maar deze regel
geldt in t algemeen, maar niet voor bepaal
de ouders. De redeneering van B. en W., dat
men ten aanzien van enkele ouders daartoe
ook de bevoegdheid heeft, omdat men alge-
rneene regels mag maken, gaat niet op. Het
tweede argument, dat de minister bij de be
handeling in de Kamer heeft gezegd, dat de
verdeeling kan bestaan naast de Leerplicht
wet, gaat ook niet op. De Raad zal over de
wijkverdeeling moeten besli6sen en ook dan
geldt het weer ten aanzien van alle ouders
Het gaat niet aan om te zeggenwij mogen
in 't algemeen een wijkverdeeling invoeren,
dus mogen wij dat ook wel ten aanzien van
bepaalde ouders.
Beide bevoegdheden zijn bevoegdheden
van den Raad. Nu wordt het wei voorge-
steld a.sof de Raad bij de aanneming van
bijlage 83 inciden.eel een besiissing nam
ten aanz.en van de wijkverdetling, maar spr.
kan dit in die bijlage niet vinden. Het gold
hier een besiissing over parallelklassen en
bovendien kent de Onderwijswet geen inci-
denteeele besiissing. Het college verwart al
gemeene bevoegdlicden met bevoegdheden ten
aanzien van speciale gevallen en in de twee
de plaats verwart het de bevoegdheden van
den Raad met die van het college van B en
W. De Raad bepaa t het maximum aantal
eerlingen per klas en stelt eventueel wijkver
deeling vast. Volgeus het college bestaat er
voor de ouders absoluut geen recht en be
staat alles bij de gratie van den Wethouder
van Onderwijs of .aat ik maar zeggenbij de
gratie van het geheele college, al hoorden
wij den vorigen keer, dat het geheele college
van de zaak niets afwist.
De Voorzitter: Het ligt nu anders.
De vorige maal zat het zoo, dat het geregeld
was door den wethouder van onderwijs en
den burgemeester.
De heer V e e n: En de gemeentebode.
(Gelach).
De heer Vogelaar kon begrijpen, dat
men uit financieele overwegingen het belang
van de gemeente het zwaarst laat wegen
Vcor hem gaat het echter niet om het afwe-
gen van belangen tegenover belangen, maar
om het afwegen van het recht van de ouders
tegenover het belang van de gemeente Wat
het financieele belang betreft, zou spr. wil-
len vernemen of het juist is, dat er aan de
2e gemeenteschool twee klassen bestaan met
15 Ieerlingen in een klas, die verkregen zijn
door van een klas van 25 Ieerlingen 10 leer-
ingen af te nemen. Spr. vroeg of dit ook in
overeenstemming is met het financieele be-
.eid in de gemeente.
Spr. deelde nog mede, dat tegen de ouders
oroces-verbaal is opgemaakt wegens het niet
bezoeken van de school door hun kinderen
Wanneer de kantonrechter uitmaakt, dat in
deze gevallen een veroordeeling van die
ouders niet mogelijk is, dan zal het moeilijk
gaan een dergelijke uitspraak rustig naast
zich neer te leggen. Spr. vroeg, hoe het col
lege de zaak dan wil regelen. Hij bleef er
dan ook bij, dat hij tegen deze bijlage zou
stemmen, tenzij er een meerderheid gevonden
wordt, die zich alsnog voor aanhouding ver-
klaart. Hij meent, dat tegenover de ouders
men wel eenige tegemoetkomendheid verschui-
digd is Het speet spr. dat er gezegd was, dat
er een soort van verzet is geweest door een
aangeblazen stroovuurtje.
Mevr. Westerhof: Dat is ook zoo1
De heer Vogelaar was van meening,
dat een stroovuurtje wel uit zou zijn geweest.
Nu het verzet er nog is, acht spr. dit een be-
,HeJake! We moeten... meesteres thuis
brengen
„De drommel hale de meesteres," bromde
Jake, terwiji hij in slaap viel.
Met glazige oogen keek Nat hulpeloos
naar den kolonel en hij spande zich in, om
iets te zeggen.
„Te veeigedronken", zei hij met dikke
tong. „Niet gewend aanwijn."
Hij deed een zwakke poging om op te
staan, het mislukte, en toen gaf hij zich over,
Evenals Jake, die al snurkte maakte hij op
de tafel een kussen van zijn armen, en legde
er zijn hoofd op neer
In een oogenblik waren de beide dragers in
diepen slaap.
Kolonel Holies duwde zacht zijn stoel ach-
teruit, en stond op. Een oogenblik dacht hij
er over, de twee of drie goudstukken terug te
nemen, die hij zeker wist, dat de kerels hem
ontnomen hadden. Maar hij besloot, dat dit
een noodelooze wTeedheid zou zijn, die bij het
andere gevoegd werdv.
Hij sloop uit den hoek, en de waardin, die
hem hoorde bewegen, kwam te voorschijn. Hij
nam haar met een hand bij den arm, terwiji
hij, tot haar groote verbazing, een tweede
goudstuk in haar hand drukte. Hij sloot een
oog plechtig, en wees op het slapende tweetal
„Heel goede kerelsvrienden van me,"
zei hij tot haar. „Erg dronken. Niet ge
wend aan wijn. Laat ze rustig slapen
Zij lachte gemaakt, en hield dat tweede,
kostbare geldstuk stevig vast. „Goed, uwe
edelheid, zii kunnen rustig siapen. U hebt
wijs, daf er atidere motieven zijn. waffrfeer
hij in een adres leest van twee ouders, die hun
kinderen hadden opgegeven voor de 6e ge
meenteschool, waar gee" plaats was en die
toen wachtten op de tusschenschool, waar ook
geen plaats was, maar hun kinderen door de
vorming van de parallelklassen dan eindelijk
geplaatst zien, doch 15 Sept. van B. en W.
weer bericht krijgen, dat zij hun kinderen
weer naar de Rochdaleschool moeten sturen,
dan gelooft spr. niet, dat dit een gdede be
handeling is. Hij meent, dat zulke ouders wel
verdienen, dat hun recht wordt gedaan.
De Voorzitter oordeelde de verhou-
ding tusschen het gemeentebestuur en de
rechterlijke macht een teere kwestie. Hetgeen
den kantonrechter is voorgelegd en hetgeen
het gemeentebestuur te beslissen heeft, zijn
zaken, die naast elkander heen loopen, al fs
de zaak, die de kantonrechter krijgt te beslis
sen, wel van groote waarde. Het dagelijksch
bestuur van de gemeente heeft gezegd, op
welke school de kinderen geplaatst moeten
worden. De kantonrechter heeft echter uit-
spraak te doen of de ouders strafbaar zijn in-
dien zij hun kinderen niet naar school sturen.
Spr. wil echter wel toezeggen, dat wanneer
de kantonrechttr de ouders niet strafschuldig
oordeelt, dat er dan voor de gemeente een
nieuwe omstandigheid ontstaat, die de ge
meente dwingt de zaak opnieuw onder de
oogen te zien en rekening te houden met de
uitspraak van den kantonrechter. Het zal
prinzipienreiterei zijn om, wanneer de kan
tonrechter een dergelijke uitspraak mocht
doen, vast te houden en de kinderen de dupe
te laten worden. B. en W. rekenen er echter
op, dat de kantonrechter die uitspraak niet
zal doen, maar hebben dit af te wachten
Zoo noodig zal na de uitspraak van den kan
tonrechter de zaak opnieuw worden bekeken.
De heer S i e t s m a was het met het be-
toog van den heer Vogelaar eens. Ook spr.
oordeelde, dat het recht van de ouders om
hun kinderen op een bepaalde school te
plaatsen, is aangetast. Wel gevoelt spr., dat
B. en W. het recht hebben een kind naar een
andere school te sturen, wanneer er geen
plaats is op de gevraagde, doch dit was hier
niet het geval. Er was wel degelijk plaats en
daarom vond spr het optreden van B. en W
in deze niet juist. Spr. wil aan de zaak de
conclusies verbinden, dat de ouders anders
wel kunnen volstaan met hun kinderen op te
geven aan de afdeeling onderwijs, die dan
wel zal bepalen, welke school een kind zal be
zoeken. Gaarne vernam spr. of een kind van
de Wi'helminalaan. nadat de kwestie zich
had voorgedaan, alsnog geplaatst is op de
6e gemeenteschool.
De heer W e s t e hof beantwoordde
allereerst de opmerking van den heer Voge
laar over het .stroovuurtje". Het vuurtje zou
uitgeweest zijn, wanneer het n et onderhou-
den was door den heer Vogelaar en anderen
Spr. dankte den heer Vogelaar voor zijn bij-
zonlere belangstelling in het openbaar on
derwijs, wat voor de samenleving van groote
beteekenis kan zijn. (Protesten).
De heer Westerhof: De heer Voge
laar sprak van den wethouder van onderwijs,
maar het is hier geen individueel voorstel van
een wethouder meer, maar een daad van het
geheele college, dat met algemeene stemmen
elke verrichte daad van spr en iedere besiis
sing ten aanzien van elk ding, ook ten aan
zien van de twee laatste, waarvan de heer
Sietsma er een noemde, heeft goed gekeurd en
dit, omdat er geen andere mogelijkheid was,
tenzij men opzettelijk stuurt naar twee bo-
ventallige wethouders meer. (Gelach). Spr
bedoelde twee boventallige leerkrachten meer.
al zou hij ook wel graag een boventalligen
wethouder kwijt zijn. Spr. betoogde, dat het
noodzakelijk gevolg wel zal zijn dat er twe:-
boventallige leerkrachten bij moeten komen.
wat tengevolge zou kunnen hebben. een gelijk
getal bij het R. K. onderwijs, zoodat men de
zekerheid heeft van /60OO.meer kosten.
met de rrmoeliikheid van 12.000meer.
Wanneer dit nu hot eenige was, dan zou
de heer Vogelaar gelijk kunnen hebben, maar
dan zouden de belangen van de ouders in
het spel moeten zijn. Den vorigen keer
toonde spr. reeds aan, dat de bouw van de
nieuwe Rochdaleschool en het stiehten van
twee parallelklassen het gevolg hebben ge-
had dat de klassen in de andere scholen
minder bezet konden zijn en tot nog toe was
dit ook het intense verlangen van den heer
Sietsma. Deze diende echter te begrijpen, dat
daaraan verbonden is de conclusie, dat wan
neer een bepaalde school te veel Ieerlingen
heeft, er verplaatsing noodig is, als men het
te veel in een parallelklas nog een plaatsje
kan geven. Spr. oordeelde, dat als men dit
simpele feit aanvaardt, er van het betoog van
den heer Vogelaar bitter weinig overblijft.
Geen enkele ouder is benadeeld. Het spijt
den heer Vogelaar dat gesproken is van ver
zet, maar het hoofd van de 3e gemeenteschool
heeft spr. persoonlijk medegedeeld, dat hij
opposant was tegen deze regeling. In het
voor hun logies betaald."
Holies bekeek haar opmerkzaam. Goede
vrouw. Ge zijt een goede vrouw." Hij keek
haar scherper aan. „Een mooie vrouw! Laat
ze rustig slapen, God zegene u."
Zij dacht, dat er een lois kwam. Maar hij
stelde haar teleur. Hij liet haar arm los, wan-
kelde even, keerde zich om en slofte het huis
uit en de straat op. Toen hij een eindje weg
was, bleef hij staan en keek om. Hij werd
niet opgemerkt Hiervan zeker, ging hij
weer verder, en het is merkwaardig, dat hij
niet meer wankelde. Zijn gang was nu vlug
en zeker. Hij gooide onder het gaan iets weg,
en er klonk een licht gerinkel als van brekend
glas. Het was het fleschje, dat het krachtige
slaapmiddel had bevat, dat hij in den wijn
van zijn gasten had gedaan, toen zij grabbel-
den naar het geld, dat hij had laten vallen.
„Beesten," zei hij verachtelijk, en verder dacht
hij niet meer aan hen.
Het sloeg zeven uur van den toren van
St. Clements' Danes, toen hij langs den ach-
teruitgang van den schouwburg en den stoel
ging, die daar op juffrouw Farquharson
wachtte. Wat verder in de smalle straat ston-
den een paar mannen, die op eenigen afstand
konden gehouden worden voor de dragers, die
hij slapend in de herberg had achtergelaten.
Hun eenvoudige Heeding was ten minste bij-
na dezelfde, en zij hadden breede, ronde
hoeden op, zooals de dragers van juffrouw
Farquharson ze ook droegen, die zij diep op
de oogen getrokken hadden. zoodat hun ge-
zicht bijna niet zichtbaar was.
college neeft men tfaarovef scnerpcr woorden
geuit dan spr., die hem gezegd heeft, dat hij
hem niet vraagt mee te helpen een regeling
uit te voeren buiten zijn schooluren, maar
wel dat hij zich niet verzet tegen een rege
ling, die het college wil. Spr. oordeelde ook,
dat het strocvuur blijft branden door de
handeling van een paar onderwijzeressen,
die de kinderen les geven, die uit schooi blij-
ven. Van den heer Vogelaar had spr. ver-
wacht, dat hij, de feiten bewerende, zou zeg
gen: Niemand der ouders is geschaad, van
een benadeeling van het onderwijs is geen
sprake, de kinderen gaan naar een minder be-
volkte school.
Geen ouder is gedupeerd, ten zij avleen in
zijn koppigheid. Toen de ouders van de kin
deren van den Omval klaagden, dat zij naar
een verder afgelegen school moesten, wat
buiten sprekers weten was uitgevoerd, gaf
hij dien ouders dadelijk gelijk en veranderde
hij dit, door ze op de 4e gemeenteschool te
plaatsen, waar de kinderen van den Omval
vroeger altijd geweest zijn. Ook deze school
met een buitengewoOn goede reputatie, wil-
den zij niet. Gelooft iemand van U, dat dat
verzet van de ouders uit zichzelf geboren is?
De heer Schipper heeft gezegd: ik word op
posant en daarvoor heeft de burgemeester
hem een woord gezegd
De Voorzitter verzocht den heer
Weoterhof daarop niet in te gaan.
De heer Westerhof voldeed aan dit
verzoek en oordeelde H - - ieder weldenkende
zal moeten gevoelen, !e zaak is opgevat
als een actie tegen den diouder van on
derwijs. De bom is echtei verkeerd gevallen.
Spr.'s besiissmgen worden stuk voor stuk
onderschreven door het geheele college. Dat
van een bepaalde school meer Ieerlingen
zijn afgekomen dan noodig was, geschiedde
om het aantal overtallige onderwijzers
niet grooter te maken.
Gewoonlijk staat men op f 100 bezuini-
ging en nu doet men of f 0000 niets is en dit
om een gril van eenige ouders. Dacht men
soms, dat spr. een kind geen goede oplei-
ding zou willen geven? Maar waarom dan
dit gedonderjaag?
De heer Klaver: He, he!
De heer Westerhof: In zijn wezen is
het dit!
Mevr. WesterhofHet is toch zoo!
De V o o r z i 11 e r 't Woord is aan den
heer Westerhof!
Mr. S1 u i s Hij kan't wel af(Gelach).
De heer Westerhof: Weet de heer
Vogelaar soms een anderen weg, om te be-
reiken, dat de parallelklassen bevulkt kunnen
worden, zonder dat meer boventallige on
derwijzers moeten worden aangesteld?
Dien weg kan hij niet aangeven.
In de afdeeling ..onderwiis' is er lang over
gestudeerd, maar we moesten dit wel doen.
Spr ontkende, dat de bijlage zwak staat De
overleggiiij; van de verklaring van den minis
ter was toch wel van belang. Deze zegt, dat
in 't belang van orde en regelmaat er ook in
't belang van de gemeente-financien er niet
te zwaar mag worden belast, waarom, wan
neer een school overvol is en ce andere leeg
loopt, wijkverdeeling dikwijls onmisbaar is.
Wijkverdeeling is dus niet alleen toegelaten,
maar de weg wordt be wezen om het te
doen. Wij doen dit niet, omdat wij wijkver
deeling heerlijk vinden. Zoo goed als spr.
voor de vrije artsenkeuze is. is hij ook voor
vrije schoolkeuze, doch dit kan niet altijd.
Zelfs als er maar twee scholen zijn, kan het
niet
Nog betoogde spr., dat het college zich
wel op de lager onderwijswet had beroepen.
In dat verband las hij art. 75 dezer wet. Op
grond van die wet, zoo zeide hij. is zelfs een
geheele verhuizing van de schoolbevoiking
mogelijk Aan de ouders is de keuze van de
school, maar op grond van de leerplichtwet
zooveel mogelijk en het ..zooveel mogelijk"
wordt ook beheerscht door de financieele
mogelijkheid. Zou iemand hier moedwillig
•zonder reden, dadelijk nog mee willen hel
pen, he+ vele geld, dat het koste, nog hooger
op te voeren?
Dat kan toch van niemand uitgaan. Daar
waar de haard van het verzet is, de 3e ge
meente school, stond het zoo, dat er overvuile
klassen waren, omdat de schooi gewild is
voor een deel en voor een ander deel door de
gunstige ligging. Nu worden de klassen daar
32 Ieerlingen.
Toen in den Raad spr. voorstel kwam, om
het aantal Ieerlingen per klasse niet hooger
dan 40 te stellen, adresseerde de Bond van
Ned. Onderwijzers om dit geta'l niet hooger
dan op 32 tot 36 te stellen. Van die menschen
zijn er op de schippersschoo1. Van hen zou
men verwachten, dat zij zouden zeggen: 't
doet mij genoegen, dat het zoo geloopen is;
wij kunnen nu wat meer doen voor het per-
soonlijkheidsonderwijs. Maar neen, die hee-
ren zeggen: wij zijn er tegen, want wij voe-
len voor het recht van de ouders, dat aange-
vallen wordt en beknot en zulien het onze
doen om het tegen te gaan.
Langzaam loopend, kwam kolonel Holies
bij hen. De straat rondom was geheel leeg.
„Is alles in orde?" vroeg hij hun.
„De menschen hebben den schouwburg on-
geveer tien minuten geleden verlaten", ant-
woordde een van hen in vrij slecht Engelsch..
„Naar je plaatsen dan. Jelui weet, wat je
te zeggen hebt, als er iets gevraagd wordt
Zij knikten, en liepen verder, om te leunen
tegen den muur van den schouwburg in de
buurt van den stoel, blijkbaar als de dragers.
Zoo noodig moesten zij zeggen, dat Jake
ziek was gewordenmen vreesde, dat hij de
pest had, en dat Nat, die bij hem bleef, hun
gevraagd had, hun plaatsen bij den stoel in
te nemen.
Holies stond verscholen in een portiek,
van waar hij kon zien, wat er gebeurde, en
daar bleef hij wachten. Het bleek, dat hij lang
moest wachten. Zooals Jake tot zijn kame
raad gezegd had, zou juffrouw Farquharson
laat vertrekken waarechijnlijk. Op dezen laat-
sten avond van der. Hertogsschouwburg zou
zij moeten pakken, en de spelers moesten af-
scheid van elkander nemen. Van deze waren
reeds verscheidene uit de kleine deur geko-
men en te voet vertrokken. Nog kwam juf
frouw Farquharson niet, en de avondscha-
duw begon reeds te vallen in de straat.
Zoo kolonel Holies aan den eenen kant een
zeker ongeduld koesterde, werd hij aan den
anderen kant getroost door de gedachte, dat
uitstel zijn onderneming ten goede kwam.
Hetgeen hij te doen had, werd beter in de
schemering gedaan; het beste inderdafd i*
Daf beknotten bestaat hier in, dat de kinde
ren uit een overvolle klasse gaan naar een
andere met 32 Ieerlingen. Spr. vroeg: waar
is de aanval op de ouders? Waar is het be-
korten van het onderwijs der ieerlingen?
Dat is er niet. Er is alleen de wil om den
wethouder tegen te werken en later de wil
om het geheele college tegen te werken.
Spr. is een Fries en ook koppig, maar zoo
koppig is hij gelukkig niet. Het is mogelijk,
dat de kantonrechter tegen den geest en de
letter van de wet een uitspraak zal doen.
De voorzitter: U mag niet zeggen,
dat het mogelijk is, dat de kantonrechter een'
uitspraak zal doen tegen de letter van de
wet in.
De heer Westerhof aanvaarde niet
dat dit zal geoeuren. Spr. aanvaardde, dat
de kantonrechter B. en W. gelijk zal geven
maar de wet zegt toch, dat overplaatsing mo
gelijk is. In 10-tallen van gemeenten heeft de
wijkverdeeling plaats gehad. In Amsterdam
zijn tien duizenden kinderen verplaatst; er is
met over gesproken, omdat er niemand was
die het vuur aanblies. De verplaatsing van
het door den heer Sietsma bedoelde kind was
mogelijk omdnt a«invnnkelijk de verhuizing
van het kind niet was aangegeven. Waar he?
mogelijk is, wordt de wil van de ouders niet
tegengegaan. Spr. verbaasde zich over de
redeneering van den heer Vogelaar.
De heeT Klaver meende vernomen te
hebben, dat het gaat over 19 Ieerlingen en
vroeg of dit juist was. Spr. had ook geen
weerlegging gehocrd van de bewering, dat
er kinderen van de school van den heer Schip-
per zijn genomen, terwiji er plaats was.
De heer Westerhof betoogde, dat er
niets te verzwijgen viel. Wanneer de Raad be-
sluit, om het aantal Ieerlingen van 40 te
verlagen op 36, dan is er nog plaats voor 4
De heer G e e I s Dat is nooit besloten
De heer Westerhof stelde dit als
voorbeeld
Op de 9e gemeenteschool werden 111 leer-
1 ingen geplaatst, waarvan er 10 niet versche-
nen Het gevolg hiervan is, dat men het vol-
gend jaar reeds boventallige leerkrachten
moet betalen. Het verzet van deze ouders zal
de gemeente f 2000 moeten kosten. Op de 2e
gemeenteschool konden meer Ieerlingen ver
plaatst, zonder het wettelijk getal te raken
De 4e gemeenteschool moest er 6 Ieerlingen
bij hebben, om tot het getal te komen. Het
waren juist de kinderen van den Omval, die
er heen moesten, maar dat zijn kinderen van
ouders die nooit omvallen. Zes kinderen zijn
er op de 4e gemeenteschool weggebleven
waarvan 5 van den Omval. 't Gaat dus over
16 Ieerlingen.
De heer Vogelaar vond het wel eigen-
aardig, dat de wethouder van onderwijs te
genover hem de zelfde opmerking had ge
maakt, als den vorigen keer bij zijn interpel
late, n.l., dat hij verheugd was over spr.'s
be'angstelling voor het openbaar onderwijs
Den vorigen keer heeft spr. dat nog tameliik
goed opgevat. Nu begint hij echter zoo lang-
zamerhand te denken. dat de heer Westerhof
vercnderstelt, dat bij de rechter zijde de
belangstelling voor het openbaar onderwiis
met mogelijk is.
De heer Westerhof: Ik dankte voor de
groote belangstelling.
De heer K 1 a v e r tot den heer Westerhof:
Het begin van Uwe inleiding was niet ersr
juist.
Dte uee,r Vogelaar: Het zal wel iro-
nisch bedoeld zijn. Wanneer wij op dezelfde
manier den heer Westerhof tegenover het bij-
zonder onderwijs zouden beoordeelen, dan
zouden wij dezelfde opmerking kunnen ma
ken.
De heer W e s t e r h o f Dat zou U niet
kunnen zeggen. Mr. Kuster kan anders ce-
tuigen.
De heer V o g e 1 a a r vond het ook eigen-
aardig, dat de heer Westerhof, die hem den
vorigen keer voor zijn interpellatie dank had
gebiacht, omdat hij horn daardcor gelegcn-
heid had gegeven de zaak te bespreken, hem
nu verwijt dat hij een stroovuur aanhield. Na
zijn interpellatie deed spr. geen enkelen stap
om ouders te bereiken en zeker niet, om hen
te c.ijven hun verzet te handhaven. Dat spr.
net vuurtje zou hebben aangeblazen en wak-
ker gehouden is absoluut onjuist.
D' heer VanDrunen: Uw schrifteliike
vragen dan?
De heer Vogelaar: Eris veel gespro
ken over het optreden van het hoofd der 3e
gemeenteschool. Dit komt voor diens verant-
woording. Spr.'s vraag is, of er ook kinderen
van andere scholen zijn weggebleven
De heer Westerhof: Neen.
De heer Vogelaar: En de 6e gemeente
school dan?
De heer Westerhof: Van de 10 kinde
ren, die niet gekomen zijn op de 9e gemeente
school, kwamen er 4 van de 6e, 3 van de 3e
en 2 van de 4e gemeenteschool. B. en W heb
ben- noodgedwonten om de Rochdaleschool
een fijn geteekend, en wie binnen die liin viel
moest naar die school.
donker. Hij wachtte dus, en de twee Fransche
lakeien van Buckingham, als dragers ver-
mornd, wachtten ook. Zij hadden het voordeel,
juffrouw Farquharson van gezicht te kennen,
daar zij haar tweemaal dicht bij gezien had-
wn'„eens- bij" £elegenheid van haar bezoek aan
w alhngford House, en toen weer op den dag
van haar zoogenaamde redding in Paul's
Yard.
Eindelijk, even na half negen, toen de voor-
werpen op eenigen afstand al wat onduidelijk
werden, verscheen zij aan den uitgang. Zij
werd vergezeld door Betterton, en gevolgd
door den portier van den schouwburg. Zij
bleef staan, om dezen laatste nog iets te zeg
gen omtrent haar bagage. Toen bracht Bet
terton haar beleefd naar haar stoel. De dra
gers waren al op nun post, waarheen zij on-
middelijk gegaan waren, toen zij te voorschijn
kwam. De een, achter den stoel staande,
maakte zich zelf, door het oplichten van het
scherm van den stoel zooveel mogelijk on-
zichtbaar, de andere, die vooraan stond,
trachtte door den stoel zelf gedekt te worden.
Haar mantel met kap om zich heen slaan-
de, stapte zij in den stoel. Betterton boog
diep over haar hand tot afscheid. Toen hij
achteruit ging, sloot de voorete drager het
deurtje, terwiji de andere het dek liet zakken.
Toen namen zij hun plaatsen in tusschen de
stangen, tilden den stoel op en gingen er me
de heen. Van den stoel uit, wuifde juffrouw
Farquharson met een fijn handje naar Better-
ton, die blootshoofds boog.
fWordt vervolgd.)