AIKmearsche Courant Een speelbal der fortuin. Gemeenteraad van Alkmaar. EEUJLLETOJN. Vrijdag 26 November. No. 279. 1926 Honaarii Acfif en Twintigste 'aargang, ST. NICOLAASMARKT. (Vervolg.) De heer W e s t e r h o f oordeelde, dat de heer Thomsen het verkeersbezwaar voor het plaatsen op de Laat zeer had overdreven Spr. nam niet aan dat de Laatadressanten zondere anderen er in te kennen geadres- seerd hadden. De heer G e e 1 s oordeelde, dat in de bij- lage van B. en W. het algemeen belang om de markt op het Ho£ te houden voldoende met een beroep op het verkeer was gemo- tiveerd. Spr. vroeg aan den heer Westerhof wat er tegen was de markt niet op het Hot te houden. Hij was overtuigd, dat de midden- standsorganisaties niet voor een verpaatsing naar de Laat zijn. Het adres van de Laat'bewoners wordt z. i. ©pgeheven door dat van die van de Magda- lenenstraat. Met het oog op het algemeen belang wil spr. de markt op de Laat houden. De heer Westerhof had van den heer Geeis allerminst aangetoond gevonden dat het algemeen belang een handhaving op het Hof vorderde. Het voorstel van B. en W. werd hierop aangenomen met 12 tegen 6 stemmen. Tegen de soc.-dem. en den heer v. Slin- gerland. SALARISSEN VERPLEGEND PERSONEEL. Mj. Cares verzoekt aanhouding, om- dat de tijd voor beoordeeing voor den raad te kort was. De heer Westerhof had geen bezwa- ren, waarop aldus werd besloten. Verzoek van W. M. v. Kluyve c.s. naar aanleiding van de overplaatsing van ieerlingen van lagere schaien. De heer V o g e 1 a a r wees er op, dat thans de zaak voor de tweede maal in den Raad ter sprake komt. De vorige maal werd aan den Raad inlichting verstrekt, dat alh- ouders, die geweigerd hadden om hum kinde- ren naar de andere school te sturen, oud.rs waren van kinderen, die de 3e gemeenteschoo1 bezochten. Mr. Kusters merkte toen reeds pe> interruptie op, dat ook aan de 6e gemeente school er weigerende ouders waren. Spr. ver- wonderde zich er over, dat de afdeeling on derwijs, die anders toch- wel actief is, daarvan niets weet. Wanneer spr.'s gegevens juist zijn, dan loopen op het oogenblik nog IS kinderen, die met 1 September of half Sep tember naar school behoorden, rond zondei een school te bezoeken en wel 10 van de 3e, 2 van de 4e en 6 van de 6e gemeenteschool. Dal de weigerachtighcid zich uitsluitcnd voordoet bij ouders van kinderen, die de 3e gemeenteschool bezochten, is dus onjuist en de toen aan den Raad verstrekte inlichtingen zulien wel op een misverstand berusten. Spr. kwam hierna aan het adres van de ouders, dat tengevolge van een misversiand den Raau niet werd aangeboden. Hij gat toe, dat dp vorm van het request tot het misverstand aanieiding had gegevcn. Het was hem opge- vallen, dat B. en W. in de bijlage, terwiji zij de vorige maal het beroep van spr. op de Leerplichtwet verwierpen en bsweerden, dai hij had moeten zocken in de Onderwijswet, zich nu beroepen op iets, dat de minister ge zegd heeft, niet bij de behandeling van de On derwijswet maar bij de behandeling van de Leerplichtwet. Zij komen dus terecht bij de- zeifde wet, waarover zij het met spr. niet eens waren Waarom houden zij zich nu niet aan de Onderwijswet? Spr. gelooft, dat het niet gaat over de bevoegdhcid van B at W., maal over het recht en de bevoegdhcid der ouders en in hoeverre B. en W. de bevoegd hcid hebben, daarop inbreuk te maken. Wan neer men het heeft over de verplichtingen to rechten van de ouders, dan meet men bij de Leerplichtwet terecht komen. Spr. had dan ook z. i. terecht de Leerplichtwet genoemd en meent, dat hij zich nog kan beroepen op het geen hij den vorigen keer aanhaalde uit de toeiichting op art. 11 van de Leerplichtwet. Het stelsel van de wet brengt mee, dat de va- ders in de keuze der schooi vrij moeten zijn. De minister staat ook op dit standpunt in de nadere toeiichting en deze zal toch we! op de hoogte zijn van het stelsel van de wet Dat dit inderdaad het stelsel van de.,wet is, blijkt niet alleen uit de toeiichting, maar kan men ook in de wet zelf lezen. Spr. verwees naar art. 18 van de Leerplichtwet, waarin Naar het tngelsch van Rafael Sabatiru. Geautoriseerde vertaling van A. T. CO „Misschien verbeeld lk het mij," zei Jake, waarop zijn makker knikte. i oen begon de kolonel druk en blufferig te pr; .en. De waardin, die hen wat vreemd begon te vinuen, kwam dichter bij. De kolonel wenkte haar nog nader te komen, en drukte haar een goudstuk in de hand. „Daarmee is de reke ning betaald," zei hij, zeer royaal. Zij was verstomd over zulk een verkwis- ting, maakte een buiging voor hen, en ging dadelijk heen, er over peinzende, hoe de echijn bedriegen kan. De kolonel vatte het gesprek weer op. Het- zij door de slaapwekkende eentonigheid hier- vac of door de kracht van den drank, Jake's oogleden werden zoo zwaar, dat hij moeite •cheen te hebben, om ze open te houden, ter wiji Nat er niet beter aan toe was. Eindelijk faf Jake zich over aan de slaperigheid, die em overviel, hij legde zijn slaperig hoofd daar boven op Ditm aakte zijn kameraad bang, en deze leunde voorover, om hem te Vekken. Het gaat over een va'der, die zijn ldnif niet laat inschrijven voor een van de bestaande scholen. De iaspecteur moet dan kennis ge- ven aan de commissie tot wering van school- yerzuim, die het geval onderzoekt, aan den inspecteur rapporteert en adviseert op welke school het kind naar haar meening geplaatst moet worckn. Merkwaardig is het slot van art. 18, dat zegt, dat bij de keuze van de school met de wenschen van belanghebben- den zooveel mogelijk rekening moet worden gehouden. Wanneer men dit in acht moet ne- men tegenover iemand, die zijn verplichtin gen niet nakomt, dan zal dat in de eerste plaats toch wel het geval moeten zijn met cudcrs, die zelf de school bepalen. Spr. meende, dat het geheele stelsel van de wet is, dat de ouders vrij zijn in de keuze van de school. De heer WesterhofZooveel moge lijk. De heer V o g e 1 a a r Dat zijn ze hier niet geweest. Wat stelt het college tegenover die redeneering? In de bijlage heeft spr. nergens een positieve vcrdediging kunnen vinden. Men zou kunnen zeggen, dat het college het bewijs uit het ongerijmde heeft gebruikt en concludeert, dat, omdat de eene beveegdheid bestaat, ook de andere wel be- staat. Spr. meent, dat dit niet aangaat en dat het college bij de redeneering alles door- een gemengd heeft. Aan den Raad moet de vraag worden voorgelegd of het aantal Ieer lingen verlaagd zal worden, maar deze regel geldt in t algemeen, maar niet voor bepaal de ouders. De redeneering van B. en W., dat men ten aanzien van enkele ouders daartoe ook de bevoegdheid heeft, omdat men alge- rneene regels mag maken, gaat niet op. Het tweede argument, dat de minister bij de be handeling in de Kamer heeft gezegd, dat de verdeeling kan bestaan naast de Leerplicht wet, gaat ook niet op. De Raad zal over de wijkverdeeling moeten besli6sen en ook dan geldt het weer ten aanzien van alle ouders Het gaat niet aan om te zeggenwij mogen in 't algemeen een wijkverdeeling invoeren, dus mogen wij dat ook wel ten aanzien van bepaalde ouders. Beide bevoegdheden zijn bevoegdheden van den Raad. Nu wordt het wei voorge- steld a.sof de Raad bij de aanneming van bijlage 83 inciden.eel een besiissing nam ten aanz.en van de wijkverdetling, maar spr. kan dit in die bijlage niet vinden. Het gold hier een besiissing over parallelklassen en bovendien kent de Onderwijswet geen inci- denteeele besiissing. Het college verwart al gemeene bevoegdlicden met bevoegdheden ten aanzien van speciale gevallen en in de twee de plaats verwart het de bevoegdheden van den Raad met die van het college van B en W. De Raad bepaa t het maximum aantal eerlingen per klas en stelt eventueel wijkver deeling vast. Volgeus het college bestaat er voor de ouders absoluut geen recht en be staat alles bij de gratie van den Wethouder van Onderwijs of .aat ik maar zeggenbij de gratie van het geheele college, al hoorden wij den vorigen keer, dat het geheele college van de zaak niets afwist. De Voorzitter: Het ligt nu anders. De vorige maal zat het zoo, dat het geregeld was door den wethouder van onderwijs en den burgemeester. De heer V e e n: En de gemeentebode. (Gelach). De heer Vogelaar kon begrijpen, dat men uit financieele overwegingen het belang van de gemeente het zwaarst laat wegen Vcor hem gaat het echter niet om het afwe- gen van belangen tegenover belangen, maar om het afwegen van het recht van de ouders tegenover het belang van de gemeente Wat het financieele belang betreft, zou spr. wil- len vernemen of het juist is, dat er aan de 2e gemeenteschool twee klassen bestaan met 15 Ieerlingen in een klas, die verkregen zijn door van een klas van 25 Ieerlingen 10 leer- ingen af te nemen. Spr. vroeg of dit ook in overeenstemming is met het financieele be- .eid in de gemeente. Spr. deelde nog mede, dat tegen de ouders oroces-verbaal is opgemaakt wegens het niet bezoeken van de school door hun kinderen Wanneer de kantonrechter uitmaakt, dat in deze gevallen een veroordeeling van die ouders niet mogelijk is, dan zal het moeilijk gaan een dergelijke uitspraak rustig naast zich neer te leggen. Spr. vroeg, hoe het col lege de zaak dan wil regelen. Hij bleef er dan ook bij, dat hij tegen deze bijlage zou stemmen, tenzij er een meerderheid gevonden wordt, die zich alsnog voor aanhouding ver- klaart. Hij meent, dat tegenover de ouders men wel eenige tegemoetkomendheid verschui- digd is Het speet spr. dat er gezegd was, dat er een soort van verzet is geweest door een aangeblazen stroovuurtje. Mevr. Westerhof: Dat is ook zoo1 De heer Vogelaar was van meening, dat een stroovuurtje wel uit zou zijn geweest. Nu het verzet er nog is, acht spr. dit een be- ,HeJake! We moeten... meesteres thuis brengen „De drommel hale de meesteres," bromde Jake, terwiji hij in slaap viel. Met glazige oogen keek Nat hulpeloos naar den kolonel en hij spande zich in, om iets te zeggen. „Te veeigedronken", zei hij met dikke tong. „Niet gewend aanwijn." Hij deed een zwakke poging om op te staan, het mislukte, en toen gaf hij zich over, Evenals Jake, die al snurkte maakte hij op de tafel een kussen van zijn armen, en legde er zijn hoofd op neer In een oogenblik waren de beide dragers in diepen slaap. Kolonel Holies duwde zacht zijn stoel ach- teruit, en stond op. Een oogenblik dacht hij er over, de twee of drie goudstukken terug te nemen, die hij zeker wist, dat de kerels hem ontnomen hadden. Maar hij besloot, dat dit een noodelooze wTeedheid zou zijn, die bij het andere gevoegd werdv. Hij sloop uit den hoek, en de waardin, die hem hoorde bewegen, kwam te voorschijn. Hij nam haar met een hand bij den arm, terwiji hij, tot haar groote verbazing, een tweede goudstuk in haar hand drukte. Hij sloot een oog plechtig, en wees op het slapende tweetal „Heel goede kerelsvrienden van me," zei hij tot haar. „Erg dronken. Niet ge wend aan wijn. Laat ze rustig slapen Zij lachte gemaakt, en hield dat tweede, kostbare geldstuk stevig vast. „Goed, uwe edelheid, zii kunnen rustig siapen. U hebt wijs, daf er atidere motieven zijn. waffrfeer hij in een adres leest van twee ouders, die hun kinderen hadden opgegeven voor de 6e ge meenteschool, waar gee" plaats was en die toen wachtten op de tusschenschool, waar ook geen plaats was, maar hun kinderen door de vorming van de parallelklassen dan eindelijk geplaatst zien, doch 15 Sept. van B. en W. weer bericht krijgen, dat zij hun kinderen weer naar de Rochdaleschool moeten sturen, dan gelooft spr. niet, dat dit een gdede be handeling is. Hij meent, dat zulke ouders wel verdienen, dat hun recht wordt gedaan. De Voorzitter oordeelde de verhou- ding tusschen het gemeentebestuur en de rechterlijke macht een teere kwestie. Hetgeen den kantonrechter is voorgelegd en hetgeen het gemeentebestuur te beslissen heeft, zijn zaken, die naast elkander heen loopen, al fs de zaak, die de kantonrechter krijgt te beslis sen, wel van groote waarde. Het dagelijksch bestuur van de gemeente heeft gezegd, op welke school de kinderen geplaatst moeten worden. De kantonrechter heeft echter uit- spraak te doen of de ouders strafbaar zijn in- dien zij hun kinderen niet naar school sturen. Spr. wil echter wel toezeggen, dat wanneer de kantonrechttr de ouders niet strafschuldig oordeelt, dat er dan voor de gemeente een nieuwe omstandigheid ontstaat, die de ge meente dwingt de zaak opnieuw onder de oogen te zien en rekening te houden met de uitspraak van den kantonrechter. Het zal prinzipienreiterei zijn om, wanneer de kan tonrechter een dergelijke uitspraak mocht doen, vast te houden en de kinderen de dupe te laten worden. B. en W. rekenen er echter op, dat de kantonrechter die uitspraak niet zal doen, maar hebben dit af te wachten Zoo noodig zal na de uitspraak van den kan tonrechter de zaak opnieuw worden bekeken. De heer S i e t s m a was het met het be- toog van den heer Vogelaar eens. Ook spr. oordeelde, dat het recht van de ouders om hun kinderen op een bepaalde school te plaatsen, is aangetast. Wel gevoelt spr., dat B. en W. het recht hebben een kind naar een andere school te sturen, wanneer er geen plaats is op de gevraagde, doch dit was hier niet het geval. Er was wel degelijk plaats en daarom vond spr het optreden van B. en W in deze niet juist. Spr. wil aan de zaak de conclusies verbinden, dat de ouders anders wel kunnen volstaan met hun kinderen op te geven aan de afdeeling onderwijs, die dan wel zal bepalen, welke school een kind zal be zoeken. Gaarne vernam spr. of een kind van de Wi'helminalaan. nadat de kwestie zich had voorgedaan, alsnog geplaatst is op de 6e gemeenteschool. De heer W e s t e hof beantwoordde allereerst de opmerking van den heer Voge laar over het .stroovuurtje". Het vuurtje zou uitgeweest zijn, wanneer het n et onderhou- den was door den heer Vogelaar en anderen Spr. dankte den heer Vogelaar voor zijn bij- zonlere belangstelling in het openbaar on derwijs, wat voor de samenleving van groote beteekenis kan zijn. (Protesten). De heer Westerhof: De heer Voge laar sprak van den wethouder van onderwijs, maar het is hier geen individueel voorstel van een wethouder meer, maar een daad van het geheele college, dat met algemeene stemmen elke verrichte daad van spr en iedere besiis sing ten aanzien van elk ding, ook ten aan zien van de twee laatste, waarvan de heer Sietsma er een noemde, heeft goed gekeurd en dit, omdat er geen andere mogelijkheid was, tenzij men opzettelijk stuurt naar twee bo- ventallige wethouders meer. (Gelach). Spr bedoelde twee boventallige leerkrachten meer. al zou hij ook wel graag een boventalligen wethouder kwijt zijn. Spr. betoogde, dat het noodzakelijk gevolg wel zal zijn dat er twe:- boventallige leerkrachten bij moeten komen. wat tengevolge zou kunnen hebben. een gelijk getal bij het R. K. onderwijs, zoodat men de zekerheid heeft van /60OO.meer kosten. met de rrmoeliikheid van 12.000meer. Wanneer dit nu hot eenige was, dan zou de heer Vogelaar gelijk kunnen hebben, maar dan zouden de belangen van de ouders in het spel moeten zijn. Den vorigen keer toonde spr. reeds aan, dat de bouw van de nieuwe Rochdaleschool en het stiehten van twee parallelklassen het gevolg hebben ge- had dat de klassen in de andere scholen minder bezet konden zijn en tot nog toe was dit ook het intense verlangen van den heer Sietsma. Deze diende echter te begrijpen, dat daaraan verbonden is de conclusie, dat wan neer een bepaalde school te veel Ieerlingen heeft, er verplaatsing noodig is, als men het te veel in een parallelklas nog een plaatsje kan geven. Spr. oordeelde, dat als men dit simpele feit aanvaardt, er van het betoog van den heer Vogelaar bitter weinig overblijft. Geen enkele ouder is benadeeld. Het spijt den heer Vogelaar dat gesproken is van ver zet, maar het hoofd van de 3e gemeenteschool heeft spr. persoonlijk medegedeeld, dat hij opposant was tegen deze regeling. In het voor hun logies betaald." Holies bekeek haar opmerkzaam. Goede vrouw. Ge zijt een goede vrouw." Hij keek haar scherper aan. „Een mooie vrouw! Laat ze rustig slapen, God zegene u." Zij dacht, dat er een lois kwam. Maar hij stelde haar teleur. Hij liet haar arm los, wan- kelde even, keerde zich om en slofte het huis uit en de straat op. Toen hij een eindje weg was, bleef hij staan en keek om. Hij werd niet opgemerkt Hiervan zeker, ging hij weer verder, en het is merkwaardig, dat hij niet meer wankelde. Zijn gang was nu vlug en zeker. Hij gooide onder het gaan iets weg, en er klonk een licht gerinkel als van brekend glas. Het was het fleschje, dat het krachtige slaapmiddel had bevat, dat hij in den wijn van zijn gasten had gedaan, toen zij grabbel- den naar het geld, dat hij had laten vallen. „Beesten," zei hij verachtelijk, en verder dacht hij niet meer aan hen. Het sloeg zeven uur van den toren van St. Clements' Danes, toen hij langs den ach- teruitgang van den schouwburg en den stoel ging, die daar op juffrouw Farquharson wachtte. Wat verder in de smalle straat ston- den een paar mannen, die op eenigen afstand konden gehouden worden voor de dragers, die hij slapend in de herberg had achtergelaten. Hun eenvoudige Heeding was ten minste bij- na dezelfde, en zij hadden breede, ronde hoeden op, zooals de dragers van juffrouw Farquharson ze ook droegen, die zij diep op de oogen getrokken hadden. zoodat hun ge- zicht bijna niet zichtbaar was. college neeft men tfaarovef scnerpcr woorden geuit dan spr., die hem gezegd heeft, dat hij hem niet vraagt mee te helpen een regeling uit te voeren buiten zijn schooluren, maar wel dat hij zich niet verzet tegen een rege ling, die het college wil. Spr. oordeelde ook, dat het strocvuur blijft branden door de handeling van een paar onderwijzeressen, die de kinderen les geven, die uit schooi blij- ven. Van den heer Vogelaar had spr. ver- wacht, dat hij, de feiten bewerende, zou zeg gen: Niemand der ouders is geschaad, van een benadeeling van het onderwijs is geen sprake, de kinderen gaan naar een minder be- volkte school. Geen ouder is gedupeerd, ten zij avleen in zijn koppigheid. Toen de ouders van de kin deren van den Omval klaagden, dat zij naar een verder afgelegen school moesten, wat buiten sprekers weten was uitgevoerd, gaf hij dien ouders dadelijk gelijk en veranderde hij dit, door ze op de 4e gemeenteschool te plaatsen, waar de kinderen van den Omval vroeger altijd geweest zijn. Ook deze school met een buitengewoOn goede reputatie, wil- den zij niet. Gelooft iemand van U, dat dat verzet van de ouders uit zichzelf geboren is? De heer Schipper heeft gezegd: ik word op posant en daarvoor heeft de burgemeester hem een woord gezegd De Voorzitter verzocht den heer Weoterhof daarop niet in te gaan. De heer Westerhof voldeed aan dit verzoek en oordeelde H - - ieder weldenkende zal moeten gevoelen, !e zaak is opgevat als een actie tegen den diouder van on derwijs. De bom is echtei verkeerd gevallen. Spr.'s besiissmgen worden stuk voor stuk onderschreven door het geheele college. Dat van een bepaalde school meer Ieerlingen zijn afgekomen dan noodig was, geschiedde om het aantal overtallige onderwijzers niet grooter te maken. Gewoonlijk staat men op f 100 bezuini- ging en nu doet men of f 0000 niets is en dit om een gril van eenige ouders. Dacht men soms, dat spr. een kind geen goede oplei- ding zou willen geven? Maar waarom dan dit gedonderjaag? De heer Klaver: He, he! De heer Westerhof: In zijn wezen is het dit! Mevr. WesterhofHet is toch zoo! De V o o r z i 11 e r 't Woord is aan den heer Westerhof! Mr. S1 u i s Hij kan't wel af(Gelach). De heer Westerhof: Weet de heer Vogelaar soms een anderen weg, om te be- reiken, dat de parallelklassen bevulkt kunnen worden, zonder dat meer boventallige on derwijzers moeten worden aangesteld? Dien weg kan hij niet aangeven. In de afdeeling ..onderwiis' is er lang over gestudeerd, maar we moesten dit wel doen. Spr ontkende, dat de bijlage zwak staat De overleggiiij; van de verklaring van den minis ter was toch wel van belang. Deze zegt, dat in 't belang van orde en regelmaat er ook in 't belang van de gemeente-financien er niet te zwaar mag worden belast, waarom, wan neer een school overvol is en ce andere leeg loopt, wijkverdeeling dikwijls onmisbaar is. Wijkverdeeling is dus niet alleen toegelaten, maar de weg wordt be wezen om het te doen. Wij doen dit niet, omdat wij wijkver deeling heerlijk vinden. Zoo goed als spr. voor de vrije artsenkeuze is. is hij ook voor vrije schoolkeuze, doch dit kan niet altijd. Zelfs als er maar twee scholen zijn, kan het niet Nog betoogde spr., dat het college zich wel op de lager onderwijswet had beroepen. In dat verband las hij art. 75 dezer wet. Op grond van die wet, zoo zeide hij. is zelfs een geheele verhuizing van de schoolbevoiking mogelijk Aan de ouders is de keuze van de school, maar op grond van de leerplichtwet zooveel mogelijk en het ..zooveel mogelijk" wordt ook beheerscht door de financieele mogelijkheid. Zou iemand hier moedwillig •zonder reden, dadelijk nog mee willen hel pen, he+ vele geld, dat het koste, nog hooger op te voeren? Dat kan toch van niemand uitgaan. Daar waar de haard van het verzet is, de 3e ge meente school, stond het zoo, dat er overvuile klassen waren, omdat de schooi gewild is voor een deel en voor een ander deel door de gunstige ligging. Nu worden de klassen daar 32 Ieerlingen. Toen in den Raad spr. voorstel kwam, om het aantal Ieerlingen per klasse niet hooger dan 40 te stellen, adresseerde de Bond van Ned. Onderwijzers om dit geta'l niet hooger dan op 32 tot 36 te stellen. Van die menschen zijn er op de schippersschoo1. Van hen zou men verwachten, dat zij zouden zeggen: 't doet mij genoegen, dat het zoo geloopen is; wij kunnen nu wat meer doen voor het per- soonlijkheidsonderwijs. Maar neen, die hee- ren zeggen: wij zijn er tegen, want wij voe- len voor het recht van de ouders, dat aange- vallen wordt en beknot en zulien het onze doen om het tegen te gaan. Langzaam loopend, kwam kolonel Holies bij hen. De straat rondom was geheel leeg. „Is alles in orde?" vroeg hij hun. „De menschen hebben den schouwburg on- geveer tien minuten geleden verlaten", ant- woordde een van hen in vrij slecht Engelsch.. „Naar je plaatsen dan. Jelui weet, wat je te zeggen hebt, als er iets gevraagd wordt Zij knikten, en liepen verder, om te leunen tegen den muur van den schouwburg in de buurt van den stoel, blijkbaar als de dragers. Zoo noodig moesten zij zeggen, dat Jake ziek was gewordenmen vreesde, dat hij de pest had, en dat Nat, die bij hem bleef, hun gevraagd had, hun plaatsen bij den stoel in te nemen. Holies stond verscholen in een portiek, van waar hij kon zien, wat er gebeurde, en daar bleef hij wachten. Het bleek, dat hij lang moest wachten. Zooals Jake tot zijn kame raad gezegd had, zou juffrouw Farquharson laat vertrekken waarechijnlijk. Op dezen laat- sten avond van der. Hertogsschouwburg zou zij moeten pakken, en de spelers moesten af- scheid van elkander nemen. Van deze waren reeds verscheidene uit de kleine deur geko- men en te voet vertrokken. Nog kwam juf frouw Farquharson niet, en de avondscha- duw begon reeds te vallen in de straat. Zoo kolonel Holies aan den eenen kant een zeker ongeduld koesterde, werd hij aan den anderen kant getroost door de gedachte, dat uitstel zijn onderneming ten goede kwam. Hetgeen hij te doen had, werd beter in de schemering gedaan; het beste inderdafd i* Daf beknotten bestaat hier in, dat de kinde ren uit een overvolle klasse gaan naar een andere met 32 Ieerlingen. Spr. vroeg: waar is de aanval op de ouders? Waar is het be- korten van het onderwijs der ieerlingen? Dat is er niet. Er is alleen de wil om den wethouder tegen te werken en later de wil om het geheele college tegen te werken. Spr. is een Fries en ook koppig, maar zoo koppig is hij gelukkig niet. Het is mogelijk, dat de kantonrechter tegen den geest en de letter van de wet een uitspraak zal doen. De voorzitter: U mag niet zeggen, dat het mogelijk is, dat de kantonrechter een' uitspraak zal doen tegen de letter van de wet in. De heer Westerhof aanvaarde niet dat dit zal geoeuren. Spr. aanvaardde, dat de kantonrechter B. en W. gelijk zal geven maar de wet zegt toch, dat overplaatsing mo gelijk is. In 10-tallen van gemeenten heeft de wijkverdeeling plaats gehad. In Amsterdam zijn tien duizenden kinderen verplaatst; er is met over gesproken, omdat er niemand was die het vuur aanblies. De verplaatsing van het door den heer Sietsma bedoelde kind was mogelijk omdnt a«invnnkelijk de verhuizing van het kind niet was aangegeven. Waar he? mogelijk is, wordt de wil van de ouders niet tegengegaan. Spr. verbaasde zich over de redeneering van den heer Vogelaar. De heeT Klaver meende vernomen te hebben, dat het gaat over 19 Ieerlingen en vroeg of dit juist was. Spr. had ook geen weerlegging gehocrd van de bewering, dat er kinderen van de school van den heer Schip- per zijn genomen, terwiji er plaats was. De heer Westerhof betoogde, dat er niets te verzwijgen viel. Wanneer de Raad be- sluit, om het aantal Ieerlingen van 40 te verlagen op 36, dan is er nog plaats voor 4 De heer G e e I s Dat is nooit besloten De heer Westerhof stelde dit als voorbeeld Op de 9e gemeenteschool werden 111 leer- 1 ingen geplaatst, waarvan er 10 niet versche- nen Het gevolg hiervan is, dat men het vol- gend jaar reeds boventallige leerkrachten moet betalen. Het verzet van deze ouders zal de gemeente f 2000 moeten kosten. Op de 2e gemeenteschool konden meer Ieerlingen ver plaatst, zonder het wettelijk getal te raken De 4e gemeenteschool moest er 6 Ieerlingen bij hebben, om tot het getal te komen. Het waren juist de kinderen van den Omval, die er heen moesten, maar dat zijn kinderen van ouders die nooit omvallen. Zes kinderen zijn er op de 4e gemeenteschool weggebleven waarvan 5 van den Omval. 't Gaat dus over 16 Ieerlingen. De heer Vogelaar vond het wel eigen- aardig, dat de wethouder van onderwijs te genover hem de zelfde opmerking had ge maakt, als den vorigen keer bij zijn interpel late, n.l., dat hij verheugd was over spr.'s be'angstelling voor het openbaar onderwijs Den vorigen keer heeft spr. dat nog tameliik goed opgevat. Nu begint hij echter zoo lang- zamerhand te denken. dat de heer Westerhof vercnderstelt, dat bij de rechter zijde de belangstelling voor het openbaar onderwiis met mogelijk is. De heer Westerhof: Ik dankte voor de groote belangstelling. De heer K 1 a v e r tot den heer Westerhof: Het begin van Uwe inleiding was niet ersr juist. Dte uee,r Vogelaar: Het zal wel iro- nisch bedoeld zijn. Wanneer wij op dezelfde manier den heer Westerhof tegenover het bij- zonder onderwijs zouden beoordeelen, dan zouden wij dezelfde opmerking kunnen ma ken. De heer W e s t e r h o f Dat zou U niet kunnen zeggen. Mr. Kuster kan anders ce- tuigen. De heer V o g e 1 a a r vond het ook eigen- aardig, dat de heer Westerhof, die hem den vorigen keer voor zijn interpellatie dank had gebiacht, omdat hij horn daardcor gelegcn- heid had gegeven de zaak te bespreken, hem nu verwijt dat hij een stroovuur aanhield. Na zijn interpellatie deed spr. geen enkelen stap om ouders te bereiken en zeker niet, om hen te c.ijven hun verzet te handhaven. Dat spr. net vuurtje zou hebben aangeblazen en wak- ker gehouden is absoluut onjuist. D' heer VanDrunen: Uw schrifteliike vragen dan? De heer Vogelaar: Eris veel gespro ken over het optreden van het hoofd der 3e gemeenteschool. Dit komt voor diens verant- woording. Spr.'s vraag is, of er ook kinderen van andere scholen zijn weggebleven De heer Westerhof: Neen. De heer Vogelaar: En de 6e gemeente school dan? De heer Westerhof: Van de 10 kinde ren, die niet gekomen zijn op de 9e gemeente school, kwamen er 4 van de 6e, 3 van de 3e en 2 van de 4e gemeenteschool. B. en W heb ben- noodgedwonten om de Rochdaleschool een fijn geteekend, en wie binnen die liin viel moest naar die school. donker. Hij wachtte dus, en de twee Fransche lakeien van Buckingham, als dragers ver- mornd, wachtten ook. Zij hadden het voordeel, juffrouw Farquharson van gezicht te kennen, daar zij haar tweemaal dicht bij gezien had- wn'„eens- bij" £elegenheid van haar bezoek aan w alhngford House, en toen weer op den dag van haar zoogenaamde redding in Paul's Yard. Eindelijk, even na half negen, toen de voor- werpen op eenigen afstand al wat onduidelijk werden, verscheen zij aan den uitgang. Zij werd vergezeld door Betterton, en gevolgd door den portier van den schouwburg. Zij bleef staan, om dezen laatste nog iets te zeg gen omtrent haar bagage. Toen bracht Bet terton haar beleefd naar haar stoel. De dra gers waren al op nun post, waarheen zij on- middelijk gegaan waren, toen zij te voorschijn kwam. De een, achter den stoel staande, maakte zich zelf, door het oplichten van het scherm van den stoel zooveel mogelijk on- zichtbaar, de andere, die vooraan stond, trachtte door den stoel zelf gedekt te worden. Haar mantel met kap om zich heen slaan- de, stapte zij in den stoel. Betterton boog diep over haar hand tot afscheid. Toen hij achteruit ging, sloot de voorete drager het deurtje, terwiji de andere het dek liet zakken. Toen namen zij hun plaatsen in tusschen de stangen, tilden den stoel op en gingen er me de heen. Van den stoel uit, wuifde juffrouw Farquharson met een fijn handje naar Better- ton, die blootshoofds boog. fWordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1926 | | pagina 5