s
rrruLsie
De heer Vogeiaar: meruit bnjkt, dat
het verzet zich niet heeft beperkt tot de 3e ge-
meenteschool, zooals U beweerde. Het optre-
den van de onderwijzeressen die hun vrijen
tijd beschikbaar stellen om de kinderen onder-
wijs te geven, wordt nu ook als een aanbla-
zing van het „vuur" gekwalificeerd. Met
eenigen kwaden wil kan men daaraan den
uitleg geven, dat het gebeurt om de ouders
in hun verzet te stijven. Spr. gelooft echter,
dat zij dit doen om te voorkomen, dat deze
kinderen, wanneer ze na een 10 tal weken
weer in een klas verschijneu, niet storend zul
len werken op het onderwijs van de andere
kinderen en te bereiken, dat de kinderen, zoo-
dra de beslissing zal vallen, het onderwijs
weer kunnen volgen. Dat is een andere kijk
op de zaak.
Spr. geloofde, dat er wel een andere rege-
ling te vinden zou zijn geweest. Men had
moeten beginnen met den maatregel die later
is genomen, n.l. met overleg met de hoofden.
Het was verkeerd om het overleg van de
hoofden in te roepen toen bleek, dat het mis-
liep. Spr. geloofde, dat de heer Westerhof,
als hij nog raadslid was, hiertegen zou heb
ben geopponeerd en gezegd zou hebben, dat
dit geen manier was om de zaken te behan-
delen. Volgens art. 75 van de wet op het
L. O. heeft de Raad inderdaad de bevoegd-
heid het maximum aantal leerlingen te ver-
lagen. Spr. heeft echter nooit vernomen, dat
de Alkmaarsche Raad van die wettelijke be-
voegdiheid gebrmk heeft gemaakt. Het maxi
mum bleef zooals het vroeger was en aan
art. 75 kan noch de Raad noch het college de
bevoegdheid cntleenen, de ouders te dwingen
de kinderen naar die school te sturen.
Ook sprak de heer Westerhof over de
wijkverdeeling. Bij de behandeling van de
wet heeft de minster gezegd, dat naast de
Leerplichtwet wijkverdeeling mogelijk is,
maar dan zal de Raad eerst formeel tot wijk
verdeeling moeten besluiten en dan is het een
algemeene regeling. De fout van het college
is, dat het van het algemeene tot het bijzon
dere besluit. De incidenteele toepassing is niet
geoorloofd. Ook het beroep op den minister is
in dezen niet houdbaar. Wij hebben hier ook
geen wijkverdeeling en kunnen ons dus ook
niet beroepen op gemeenten, waar dit het
geval is.
Spr. meende, dat de gemeente als nog meet
trachten door overleg met de ouders tot een
oploesing te komen. Als er plaats is op een
school en de ouders willen niet anders, dan
dient de gemeente aan de wenschen van de
ouders tegemoet te komcn.
De heer S i e t s m a erkende graag, dat
de financien hierbij een groote rol spelen.
Volgens de bijlage 83 waren er op de 3e ge-
meenteschool 97 leerlingen noodig. Op het
oogenblik zijn er 101, er is dus nog een
overcompleet.
Devoorzitter: Op het oogenblik
zijn er nog genoeg. In den nieuwen cursus
kunnen echter noogstens 40 leerlingen ge-
plaatst worden. Het volgend jaar zijn er
dan 141. Wij hebben er dan 145 noodig en
moeten dus die 4 hebben in de tegenwoor-
woordige eerste klias, die dan de tweede zal
zijn.
De heer S i e t s m a Hoe staat het met
de 2e gemeenteschool
De heer WesterhofWij waren daar
ver boven het gewone aantal en namen daar
dus velen weg.
Dc heer S i e t s m a was door die redenee-
ring wel eenigszins overtuigd. Hem was be-
kend, dat men door de wijkverdeeling in
Leeuwarden een neutrale bijzondere school
had gesticht.
De voorzitter: Daarom komen wij
ook niet met dit voorstel.
De heer S i e t s m a concludeerde met den
heer Vogelaar, dat men de ouders tevoren
door bemiddeling van de schoolhoofden had
moeten vragen en meende dat dit nog kan
worden overwogen.
Mr. Sluis oordeelde, dat dez" zaak ei-
genlijk twee elementen bevat, en wel, die van
de beleidsvraag en die van de rechtsvraag.
Wat de beleidsvraag betreft, was spr. het
eens met de twee vorige sprekers, dat het be-
ter was geweest, om vooraf overleg te ple-
gen. Men krijgt dan toch de vraag of B. en
W. het juiste beleid gevolgd hebben en spr.
gelooft dan van wel. Van vroeger weet hij,
hoe ontzaglijk moeilijk het is een verdeeling
van de kinderen over de versckillende scholen
te maken. Daarbij rijst de vraag of B. en W.
omdanks zij in het algemeen het lager onder-
wijsbelang bevorderd hebben, daarbij niet in
botsing zijn gekomen met het recht van de
ouders. De heer Westerhof redeneert nu
wel, dat het allemaal koppige menschen zijn,
maar de vraag is, of zij recht hebben. Als zij
recht hebben kan spr. zich voorstellen, dat
zij koppig zijn. Juist op grond van het rechts-
oogpunt twijfelt spr. en daarom zal hij- zich
buiten stemming houden. Hij vindt dit ge-
wenscht in verband met de moeilijikheden, die
te wachten staan.
De voorzitter kan deze rede&eeming
voor een groot deel waardeeren. Ten aanzien
van de rechtskwestie oordeelt spr. de zaak
anders dan die voor den kantonrechter komt
te iiggen. Het is mogelijk, dat B. en W. van
oordel zijn, dat zij het recht hadden de over-
plaatsmg te doen en dat de kantonrechter de
ouders vrijspreekt. Hoe het zij, spr. meent,
dat de Raad zich niet over de rechtskwestie
moet uitspreken, doch dit aan den kanton
rechter meet over'.aten.
Mr. Sluis stond dan voor een moeilijk
parket. Wanneer hij voor de bijlage stemde,
dan erkende hij, dat B. en W. gelijk hebben,
ook wat het rechtspunt betreft en dit kon
bij inet doen. Hij wil daarover geen oordeel
vellen. De Raad is geen rechtsprekend col
lege. Als hij voor stemt, dan is hij het eens
over het beleid en ook eens, dat het niet botst
met't recht van de ouders, door de wet er-
kend en juist ten aanzien van het laatste
punt staat spr. bianco.
De voorzitter was van oordeel, dat't
steinmen voor het voorstel van B. en W. niet
wil zeggen, dat de ouders schuldig zijn.
Mr. Sluis was het hiermede niet eens.
B. en W. kunnen overtuigd zijn, het recht
van de ouders te mogen aan fasten, de Raad
hoeft daarin niet mee te gaan. Spr. zou voor
wctswijziging willen pleiten, maar wil de
wettelijke rechten van de ouders niet be knot-
ten.
De heer Westerhof: Als wij het ge-
luk of het ongeluk zouden hebben een Raad
te hebben van alleen rechtsgeleerden, dan
zouden we allemaal bianco stenrmen. Geluk-
kig zijn de raaasleacn met alien rechfsgeleer-
deu.
Mr. Sluis: U heeft mij verkeerd be-
grepen. Wanneer ik geen kantonrechter-
plaatsvervanger was, zou ik hetzelfde stand-
punt innemen, omdat ik meen, dat de Raad
het recht van de ouders niet mag tegengaan.
Het recht is mij heel wat waard.
Den heer Westerhof deed het ge-
noegen, dat de heer Sietsma de zaak in orde
oordeelde.
De heer Sietsma gevoelde veel om
zooals de heer Vogelaar had voorgesteld, de
bijlage aan te houden tot een uitspraak van
den kantonrechter is verkregen. Ook mr. Sluis
vrceg dit.
Mr. Sluis: Wanneer de ouders recht
hebben op grond van de wet, dan mag mer
hun koppigheid verwijten, maar dan vind ik
het flinke kerels als ze op hun stuk staan en
dan moet de Raad respect voor hen hebben.
De heer Westerhof verklaarde er
prijs op te stellen, dat de bijlage wel behan-
deld werd. Hij meende te mogen constatee-
ren, dat het beleid niet is aangetast en om de
erkenning daarvan vraagt spr. Als de kan
tonrechter de menschen dan niet straft, dan
kunnen B. en W. toch zeggen: Ons beleid is
goed geweest. Wanneer de heer Vogelaar het
vuurtje niet had willen opjagen, dan had hij
bij den burgemeester of bij spr. kunnen vra
gen, waar het adres gebleven was, dat door
een verkeerde regeling van een der ambtena-
ren niet bij den Raad kwam. Zijn vragenstel-
lerij wekt sterk den schijn, dat hij opnieuw
de zaak warm wilde maken. Zoolang er nog
menschen zijn, die het opnemen voor ouders
die koppig zijn, zullen er wel kinderen weg-
blijven. Het ligt 'm aan de welwillende me-
juffrouwen en heeren. Spr betoogde nog aan
de hand van art. 75 4e lid, dat het mogelijk is
de leerlingen op verschillende scholen te
plaatsen. Spr. weet wel, dat die kwestie hier
niet speelt, hij wilde alleen aantoonen, dat
wijkverdeeling mogelijk is binnen het raam
van de leerpiichtwet. Waar staat, vroeg; spr.,
dat wijkverdeeling voor de geheele staa moet
gebeuren? Spr. oordeelde het wel mogelijk.
om voor een bepaalde wijk wijkverdeeling te
maken. In Leeuwarden is om de eenheids-
school een bijzondere neutrale school geko
men en niet om de wijkverdeeling. Spr. is dan
ook tegen de eenheidsschool, omdat hij niet
bevorderen wil de nog verdere splitsing van
ons volk.
De heer Vogelaar oordeelde, dat de
scheiding tusschen de beleids- en rechtsvraag
hier moeilijk was. Wanneer bleek, dat het col
lege niet wettelijk had gehandeld, dan was
daarmede het beleid ook veroordeeld, want
dan had het college tegen de wet gehandeld.
Spr. bleef het dan ook beter oordeelen de ge
heele bijlage aan te houden.
Mr. Sluis en de heeren K 1 a v e r
en G o v e r s verklaarden daarvoor ook het
meest te gevoelen.
De heer Westerhof was daar be-
paald tegen. Spr. wees er cp, dat er gezegd
was, dat het beleid van B. en W. goed was.
Mr. Sluis: Het gaa over het beleid en
het recht. U zegt, dat het beleid niet is aan-
gevallen, doch ik heb _t mee bedoeld, mits
overigens vaststaat dat he, recht ook niet ge-
kwetst is geworden. B. en W. zijn overtuigd,
dat dit niet het geval is. Er zijn echter leden,
die ten aanzien van het rechtspunt wankelen
en voor hen is het gewenscht, dat zij alvorens
te stemmen een beter inzicht krijgen in de
rechtskwestie. Wij als Raad mogen evenmin
als de rechter onrecht doen. In geen geval
mogen wij de wet terugdringen. Spr. steunde
dan ook het voorstel-Vogelaar. Met een von-
nis van den kantonrechter behoeven wij het
niet eens te zijn. Wanneer de ouders van
rechtsvervulging ontslagen worden, blijft de
mogelijkheid, dat de ambtenaar in beroep
gaat en omgekeerd zullen de ouders wel in
beroep gaan als zij veroordeeld worden Het
is een interessante zaak om die uitgevochten
te zien. Het gaat spr. wel aan het hart of de
ouders wel of niet tegengewerkt worden, ter-
wijl zij recht hebben. Spr. schaarde zich dan
ook aan den kant van den heer Vogelaar en
verklaarde nog niet in te zien, dat er zooveei
haast bij de zaak is.
De Voorzitter zeide ten aanzien
van dit punt geheel te staan aan de zijde van
den heer Westerhof. Ook spr. is jurist. Hij
was nu wel genoodzaakt een uiteenzetting te
geven van zijn standpunt tegenover de zaak.
B. en W. meenen in deze zaak ook volgens
het recht gehandeld te hebben. Spr. meent
daaraan vast te moeten houden! Een oordeel
waarvan geen kantonrechter of wie ook hem
door een uitspraak kan weerhouden De
kantonrechter heeft een uitspraak te geven,
die oordeelt over een andere zaak, die er wel
verband mee houdt, maar niet dezelfde is
Het gemeentebestuur la at den kantonrechter
volkomen vrij. Wij zouden, aldus spr. geen
enkelen stap willen doen om zijn vrijheid te
bei'nvloeden, maar omgekeerd staan wij als
administratie volkomen bevoegd tot oordee
len en zullen wij evenmin voor den kanton
rechter op zij gaan. Ons recht, hoe zijn uit
spraak ook moge zijn, zullen wij met even
groote kracht handhaven.
Mr. Sluis: Omdat U het recht zoo ziet.
maar wij zien dat zoo niet, dat is het groote
verschil. Spr. wil de kans niet loopen den
boel weer te moeten inslikken.
De Voorzitter: Wij meenden en
meenen nog, dat wij in ons recht zijn. Door
een vrijspraak van den kantonrechter komen
de ouders en de kinderen echter in een eigen-
aardige positie en zullen B. en W. spr.
zegde dit reeds in eerste instantie toe wel
een andere oplossing moeten zoeken. De ad
ministratie kan niet oordeelen zonder de ge-
volgen in het oog te houden en de rechterlijka
macht kan dit wel. De zaak zal dan ook op
nieuw in den Raad voorkomen. B. en W. zul
len ook dan hun opvatting handhaven, maar
zullen dan moeten zeggen: wij moeten op zij
Mr. Sluis: Vindt U dat prettig? B
en W. staan er zoo voor, dat het recht niet te
kort gedaan wordt, maar voor een raadslid
ligt de zaak anders, die moet toch ook over
de rechtsvraag oordeelen. Wanneer het beleid
goed is, doch het botst op bepaalde rechten,
dan mag een raadslid dit laatste niet ver-
waarloozen.
De Voorzitter: Alle raadsleden be
hoeven het nog niet met U eens te zijn.
Mr. Sluis hoopte dit niet. Hij stelt
geen prijs op de massa. De massa heeft
meestal ongelijk.
De heer Westerhof verklaarde nog
dat door den chef van het onderwijs met el-
Geen beter middef^
ter voorkomi na en,
crenel rnq van
Erncj. ZiekJte
ken ouder apart was gesproken. Telkens werd
betoogd, dat het in het belang was van het on
derwijs van het kind en ook, dat het nuttig
en noodig was voor bezuiniging. Het heeft
niet geholpen. Spr. heeft toen alle ouders ont-
vangen op een middag van 5 spreekuren.
Allen gaven merkwaardig hetzelfde ant-
woord, dat het hier hun onverkort recht gold.
Spr. heeft het zooveei titogelijk tot de uiterste
grenzen uitgevoerd. Het gaat hier om het
bestuursbeleid en iemand, die tegenstemt, zal
dan ook moeten aan geven, hoe het dan moet
Spr. stelt dit als eisch.
Het voorstel van den -heer Vogelaar, om
de bijlage aan te houden werd hierop ver-
worpen met 12 tegen 6 stemmen. Voor stem-
den de heeren Bak, mr. Sluis, Van Slinger
land, Vogelaar, Geels en Klaver.
Het voorstel van B. en W. werd met 13 te
gen 5 stemmen aangenomen. Tegen stemden
de heeren Vogelaar. Klaver, Bak, Mr. Sluis
en Van Slingerlandt.
LEVERING VAN GAS IN DE GEMEENTE
OUDORP.
In bijlage nr. 143 schrijver. B en W
Van het Gemepntehestuur vac Oudcrp
onivingen wij het rzock de voorwaarden
te mogen kennen waaronder deze gemeente
eventueel bereid zou zijn gas te leveren aan
de gemeente Oudorp.
In verband met deze aanvrage zijn tus
schen het Gemeentebestuur van Oudorp
eenerzijds en ons College, gehou d dt Com-
missie van Bijstand voor de Lichtbcdrijven
anderzijds onderhandelingen gevoerd, die
tenslotte tot overeenstemming hebben ge-
leid op den grondslag van het ontwerp eener
overeenkomsr. welk ontwerp wij voor Uw
vergadering ter lezing hebben gelegd.
De ontworpen overeenkomst vertoont de
vorm van't verleenen eener concessie door
Oudorp aan Alkmaar en beperkt zich wat
het concessiegebied aangaat. tot de ievering
van gas aan de bewoners van het gedeelte der
gemeente Oudorp, op een bij de ontwerp-
overeenkomst gevoegde kaart aangegeven
in het bijzonder omvattend het complex
woningen van het z.g Ooievaartsnest in die
gemeente. Beide partijen achtten deze beper
king gewenscht omdat blijkens een gemaakte
rentabiliteitsberekening alleen dit complex de
mogelijkheid biedt van een economische
exploitatie.
Nog vermelden wij, dat ons nader vanwege
Oudorp het verzoek bereikte, om de bestrating
ter plaatse waar het buizennet wordt gelegd,
voor geval mocht blijken, dat deze tengevol
ge van den aanleg en eenige maanden na
den afloop daarvan teekenen van verzakking
vertoont, nog eenmaal te doen ophalen door
en voor rekening van Alkmaar. Wij meenen,
dat hiertegen geen bezwaar bestaat en heb
ben artikel 4 alinea 1 van de concept-over-
eenkomst met een bepaling in dien geest aan-
gevuld.
In de tweede plaats verzocht Oudorp ons,
te bevorderen, dat de buisleiding welke reeds
over een afstand van 20 M langs den Ka-
naaldijk ten Westen van de Burgemeester G.
Bosstraat was getraceerd, in oostelijke rich-
ting langs den Kanaaldijk worde doorgetrok-
ken en wel voorloopig over een afstand van
25 M. Ook daartegen bestaat, waar het hier
een aansluitende bebouwing geldt, naar onze
meening geen bezwaar. Wij hebben de teeke-
ning in dien geest aangevuld.
Wij stellen Uwe vergadering derhalve voor
aan het aangeboden ontwerp dier overeen
komst Uwe goedkeuring te hechten en daartoe
het desbetreffend besluit te nemen.
Z. h. s. aangenomen.
VRAGEN VAN RAADSLEDEN.
Mej. N. Carels, lid van den Gemeenteraad,
heeft den Voorzitter verzocht, in de Raads-
vergadering van Donderdag 25 November
a.s. het vogende te mogen vragen:
Kunnen Burgemeester en Wethouders als-
nog zorgen, dat per 1 December drie niet in
gebruik zijnde lokalen van de Nieuwe Doe-
len aan de Vereeniging voor Algemeen
Voorbereidend Lager Onderwijs tegen na
der overeen te komen voorwaarden worden
verhuurd?
Toelichting: Op 25 September j.l. vroeg
het bestuur der Vereeniging voor Algemeen
Voorbereidend Lager Onderwijs aan Burge
meester en Wethouders de beschikking over
lokalen van de Nieuwe Doelen per 1 No
vember. Op 27 October mocht de voorzitter
der Vereeniging bij monde van den Wet-
houder van Onderwijs vernemen, dat de
zaak op Dinsdag 2 November door Burge
meester en Wethouders met het bestuur van
de bewaarschool zou worden besproken,
omdat:
.,de meerderheid van Burgemeester en
Wethouders heeft besloten, den Raad voor
te stellen de subsidie voor het voorbereidend
onderwijs te verlagen met 15.per kind."
De school wordt bezocht door 272 leerlin
gen, verdeeld over 5 afdeelingen. De twee
bevoegde leerkrachten hebben ieder 48 leer
lingen. Het bestuur wenscht niet de verant-
woordelijkheid te aanvaarden aan assisten-
ten, dat zijn onbevoegden met geen ander
dan lagere school-ontwikkeling, ook 48 leer
lingen toe te vertrouwen.
Bovendien zijn sommige lokalen in de
school te klein voor 48 kinderen.
Mej. Carels wees op het tekort aan
plaatsruimte, 15 leerlingen in October en
in November zijn nog 6 aangegeven, die niet
geplaatst kunnen worden De vereeniging
vraagt alleen 3 lokalen die niet gebruikt
worden in huur te kuiinen krijgen.
De heer Westerhof zeide, dat het
bestuur van de school in een conferentie over
de plannen van B. en W. ten aanzien van de
verlaging van de subsidie, verklaard had
dan geen kans te zien het onderwijs te hand
haven. Als het met 5 per jaar verlaagd
wordt dan stellen zij geen prijs op inwilli
ging van het verzoek.
Persoonlijk hoopte spr. dat de raad de
zienswijze van de meerderheid van het col
lege niet zal deelen.
Mej. Carels betoogde, dat het voort-
bestaan van de school door de plannen van
B. en W. bedreigd wordt. Spr. stelde de
verplichtingen van het schoolbestuur in het
licht en vroeg of het aanging een aangegane
regeling binnen 8 maanden weer ongedaan
te maken.
Moeten de leerkrachten zoo maar op
straat gezet worden of het schoolgeld ver-
hoogd zoodat de minder gesitueerden het
slachtoffer zullen worden?
De deuren moeten open blijven voor alle
kinderen en spr. deed een beroep op den
raad om het bktuur de gelegenheid te geven
de school gaande te kunnen houden.
De voorzitter oordeelde, na de mede-
deeling van den wethouder, het betoog buiten
de orde.
Dit kwam pas bij de begrooting, die men
niet kon vooruit loopen.
Door de verklaring van het bestuur kon
de raad niet anders doen dan de zaak onbe-
handeld laten.
Hierop slutting.
443ste SI AAISLOIERIJ.
Trekking van Donderdag 25 November,
lste klasse 4de lijst.
Prijzcn van f 20,
257 470 520 901 2013 2771
2/79 2865 2916 3063 3326 3384
3480 3486 3592 3787 3869 4173
4294 4628 4750 5038 5221 5810
5818 5836 6196 6331 6412 6493
6541 6893 6922 6992 7120 7176
7317 7768 8012 8136 8139 8199
8225 8881 9362 9905 10135 10543
10607 10716 10917 11003 11296 11406
11409 11652 11935 12279 12313 12536
13210 13267 13588 13732 13860 13868
14230 14538 14759 15327 15644 15660
15778 16339 16590 16600 16702 16753
16863 17122 17277 17347 17382 17550
17693 17855 18058 18152 18192 18336
18425 18590 19148 19406 19452 19604
19804 20072 20565 20577
ProwinciaaS nieuws
HOLLANDS NOOKDEKKWAKllEK.
(Vervolg.)
Ten aanzien van de stichting van een la-
gore landbouwschoo.1, zeide de voorzitter
dat het bestuur niet verklaard had dat
Hoorn ongeschikt was, doch wel, dat het
Purmerend beter geschikt oordeelde.
De heer C. Nobel vroeg of het niet ge
wenscht was een uitspraak van de vergade
ring uit te lokken.
De voorzitter oordeelde het daarvoor
de tijd niet meer.
De heer Koster (Avenhorn) protesteer-
de er tegen dat het bestuur een p aats had
bevoordeeld.
De heer H. K. Koster (Wieringer-
waard) zeide, dat het bestuur bij het advies
had overwogen dat in de omstreken van
Hoorn een omlegging van de bedrijven in
tuinbouwbedrijven plaats heeft. Ook was
overwogen dat voor de omstreken van Pur
merend de school te Schagen moeielijk te
bereiken was.
De heer Eriks (Hoorn) had met £C-
mengde gevoelens de mededeelingen van e'en
heer Koster aangehoord Het argument van
de school te Schagen oordeelde spr. niet
steekhoudend.
Spr. betoogde dat juist de te stichteo
school een toename van het aanta! leerlingen
voor de school te Schagen tengevolge zou
hebbpn.
Spr. verzocht een uitspraak van de verga
dering om te verklaren, dat ook Hoorn een
geschikte plaats voor het s*tichten van de
school is.
De heer K. Breebaart was van
meening dat het bestuur met Purmerend
als plaats te adviseeren, een zeer verstandi-
ge aaad had gedaan. Spr. verzette zich
tep-pn de stemming.
De heer K c s t e r deelde nog mede, dat de
afd. Hoorn de zaak reeds zoo had voorbe-
reid. dat ze verzekerd is van het aantal leer
lingen.
Prof. V i s s e r gaf als zijn zienswijze te
kennen. dat wel vast stond, dat Purmerend
wel het meest behoefte heeft aan landbouw-
onderwijs.
Z. i. had het geen zin om nu nog te be-
richten, dat Hoorn ook een geschikte plaats
is.
De heer H lisman, secretaris van de
H M. v. L., zeide, dat de minister een opgave
van een of meer plaatsen had gevraagd. Spr.
opvalling was, dat de plaatsen genoemd
moesten worden waar een school kan slagen.
Deze opvatting bleek inderdaad, nadat de
secretaris het schrijven van den ministei had
gelezen, de juiste te zijn.
De heer Jm. B 1 auwboer oordeelde,
dabde situatie nu wel eenigszins veranderd
is. Hii wees er op, dat de orgaTsaties in
Noord-Holland aangesloten bij het Neder-
landsch Landbouw Comite verschillende ad-
viezen geeft. Spr. vond overleg met die orga-
nisatie gewenscht. Hij vond het gewenscht,
om nu ook van H N. K. Hoorn te noemen.
Dc heer H. K. Koster oordeelde, dat het
bestuur bij zijn besluit kon blijven. Pur
merend in de eerste plaats geschikt te achten.
Spr. vend het echter thans ook noodzakelijk
om mededeeling te doen van den stand van
zaken in Hoorn en Purmerend.
De heer C. Nobel wees er op, dat men
van Purmerend nog niets weet. Van Hoorn
weet men dat men daar op een aantal leer
lingen kan rekenen.
De voorzitter gaf Hoorn in overwe-
ging geen stemming uit te lokken.
De heer Dd e B o e r was van meening,
dat de heer Kakebeeke uit de besprekingen
wel kon opmaken waar men het meest voor
de school voelt en het meest heeft gedaan
De H. M. v. L. stelt zich op ruim standpunt
en s-teunt scholen, ook christelijke, waar die
noodig zijn. Z. i. was het advies voor den
heer Kakebeeke aan de regeering niet moei
lijk.
De Secretaris medkte nog op dat te
Purmerend voor het 1andbouwh"i?houdon-
derwiis even groote belangstelling bestaat
als in Hoorn.
De heer S m e d i n g deed1 mededeeling
over genomen proeven in de Beemster, waar
gebleken was, dat een sterke stikstofbemes-
ting voor grasland zich uitstekend betaald.
Ten aanzien van de ontwatering van
grasland had hij bij het rondzenden van de
vragenlijsten groote belangstelling onder-
vonden.
De heer Dr. S c h e ij rapporteerde over
de vakschool voor kaasmakers, die van
groo-t btlang is voor een goede zuivelbt-
reiding.
Als plaats voor de voorjaarsvergadering
werd de Midden-Beemster aangewezen.
De heeren C. Tak, C. P. Hartog en J.
Schuitemaker te Beemster werden benoemd
tot leden van de commissie belast met het
nazien van de rekening 1926 en de begroo
ting 1927.
In plaats van den aftredendien voorzitter,
de heer P. Stapel, niet herkiesbaar, werd' bij
eerste stemmmg tot voorzitter gekomen met
32 van de 47 stemmen de heer Cramer G'ij-
nis te Stompetoren, die verklaarde zich de be-
noeming te laten welgevallen.
De heer P. Vischer bracht namens de
werktuigenCommissie rapport uit over het
binnenhalen van het hooi en het rooien der
bieten met behulp van een bietenheffer.
Uit het resultaat van de stemming voor
onderzoorzitter bleek, dat als zoodanig was
gekozen de heer Joh. de Veer te Schagen.
Prof. M. F. Visser hield hierna een in-
leiding met lichtbeelden over het Bietenrocu-
vraagstuk.
Spr. gaf een overzicht van de wijzewaar-
op de bieten in de verschillende landen
machinaal gerooid worden
In Frankrijk geschiedt het rooien veel
met behulp van de eg, ook op zware gron-
den, zonder dat er veel schade aan de bieten
wordt aangebracht en nadat het loof is ver-
wijderd
Ook in Zevenhuizen had men dit gepro-
beerd en was dit zeer meegevaHen.
De commissie van onderzoek in deze was
met haar werk nog niet k'.aar gekomen.
Van groote bete.ekenis is het machinate
rooien zonder dat het loof beschadigd
wordt.
Het loof heeft een voedselwaarde van
260 per H.A.
In Groningen betaalt men per H A voor
het loof 200.vandaar dat men daar
tot een gehee' andere rekening komt dan in
Zee'and waar een loofwaarde van 45 per
H A is opgegeven.
Van zeer veel gewicht is dan ook het
vinden van een rooimethode met een goede
lof behandeling.
Het kwam spr voor dat er in N. H. in die
richting nog al wat te doen is. Ook de
kwestie van het inkuilen van het lof hangt
er mede samen.
Voor ons land is met het oog op de weers-
omstandigheden het machinaal rooien een
moeiJijke kwestie.
Ook in Duitschland is men nog zoekende
Het aanhangen van den grond aan de
bieten 'eek spr niet zoo'n groot bezwaar als
het op 't oogenblik geai ht wordt De coop,
fabrieken toch hebben het in hun hand om
de tarra zelf te cegelen. In het buitenlano
komt het aanaarden van di bieten vaak voor
en zeker is, dat daardoor het rooien van de
bieten zeer gemakke'ijk wordt Vroeger dacht
niemand aan het aanaarden van aardappe-
'en; tegenwoordig is dit gewoonte geworden.
De boerenwagen kon voor het bietentrans-
port z i. ook belangrijk verfceterd worden
Voor proefnemingen was dit ;aar een u'terst
onplezierig jaar en spr hoopte dan ook op
medewerking voor verdere proefnemingen
Applaus.)
Hierna deed Prof Visser nog medydeelin-
gen over de voorioop g verkregen resultaten
met mo'dramage In het Noorden van Fries-
land wordt de moldrainage reeds vrij druk
toegepast. De zaak staat wel zoo, dat ge-
tracht kan worden, de maildrainage meer ifl-
gang te doen vinden.
De heer S w i e r s t r a doet nog enkele
mededeeiingen over de werkzaamheden van
het Veevoeoerbureau, o.m. het geven van ad-
viezen aan landbouwers, waar bij voorbeel-
den van veevoeding worden verkregen,
waaruit blijkt, dat het niet zoo verkeerd is
dat het bureau is opgericht. Proeven zullen
worden genomen ten aanzien van de waarde
en den invioed van kokoskoeken Over de
kuilgraskwestie is een rapport in drku ver-
schenen. Dr. Brouwer zal over het inkuilen
van gras een lezing houden in de vergade
ring van de Vereeniging van OudUeerlingen
der R.L.W.S.
Overwogen wordt het nemen van proeven
om, te zien of door stikstofbemesting het
mogelijk is meer koeien op een H.A. land te
houden, dan thans.
De heer Kakebeeke, inspecteur van
den Landbouw, wijst op het streven van
Noord^rkwartier en op de uitstekende sa-
meirwerking met de ambtenaren en spr.
hoopt, dat de nieuwe voorzitter de voetstap-
pen van den tegenwoordigen voorzitter zal
drukken. (Applaus.)
De heer H. K. Koster, ondervoorzitter,
brengt hartelijk dank aan den scheidenden
voorzitter, voor de wijze waarop de voorzit
ter de leiding heeft waargenomne.
De heer Z ij p (Wieringerwaard) bracht
ter sprake de onbillijke heffing van de hoog-
heemraadschapslasten, welke onbil lijkheid
spr. met een paar voorbeelden aantoont. De
groote moeite om de onbil,lijkheid op te het-
fen, mag z. i. geen reden zijn om die onbil-
lijikheid te bestendigen.
De voorzitter zeide dat het Bestuur
deze kwestie onder de oogen zal zien.
Na de gewone plichtplegingen volgt slui-
ting der vergadering.
VAN TEXEL.
De Raad dezer gemeente vergaderde 23
November voltallig.
De voorzitter gaf eenige mededeelingen
aangaande de eiectriciteitsaangelegenheden.
Met de vergunningen voor het aanleggen
van het net door verschillende landerijen
was men nu bijna geheel klaar gekomen,
met een tweetal personea werd nog onder-
handeld.
Voor het houden der vergaderingen van de
T. E. M. en andere aangelegenheden zal een
kamer in het raadhuis in gereedheid ge-
bracht worden, terwijl telefonische verbin-
dingen zullen aangebracht worden tusschen
raadhuis en electrische centrale, terwijl ook
teiefonisch verbonden zullen zijn directeur,