Alkmaarsc'ie Oauranl Een speelbal der fortuin, g m m m s m m g m m g m VI SITE K A ARTEN g Maandag 6 December Nedamndsclie Landbouwers in Moord-Franbrijk. FEIJ11,LUTON. in®®®®®® IMl No. 269 1926 Henaeit Acht en T»In!igsti Jaargang, Een goed emigratie-gebied in Normandie. Geen land voor gelukzoekers. „De Nederlandsche Landbouw wordt be- dreigd door een grcot gevaar- dat der ver- snippering der bedrijven, welke een gevolg is van het streven om aan alle jonge landbou- wers een zelfstandig bestaan te geven. „Dit bes'aarti zal uit d<m aard der zaak ka- rig zijn, omdat de gegadigden elkander ver- dringen om een bedrijf je en dan daarvoor meer pacht moeten geven dan de opbrengst rechtvaardigt. „Uitbreiding van den cultuurgrond in Ne- derland is niet wel mogelijk. De prijzen van de grondsioffen en de arbeidskracht aan den eenen kant en de prijzen der producten aan den anderen kant, zijn van dien aard, dat zij een rendabele ontginning van woeste gronden uitsluiten. „Een en ander verkla:de toenemende be- langstelling voor de mogelijkheden van ves- tiging in Frankrijk, waar de goede grond wei- nig duunder is dan de woeste heide in Ne- derland, „Waar nu in Frankrijk: 1 o. de belastingen, van den boerenstand ge- heven, lager zijn dan in Nederland, terwijl de polderlasten' er natuurlijk onbekuid zijn 2o. de regeering met invoerrechten op bui- tenlandsche landbouwproducten en subsidies voor grondvorbeteringen (drainage) de land bouwers steunt; 3o. geen sociale wetgeving de loonen op- driift, noch de werktijden beperkt; 4o. de landbouw, evenals de veeteelt, min der intensief gedreven wordt dan in Neder land; 5o. de levensstandaard lager is en de le- vensmiddelen voor het meerendeel goedkooper zijn, behoeft niet nader te worden betuogd, dat een landbouwbedrijf daar met geringer bedrijfskapitaal kan worden ondernomen dan in Nederland. „Zonder twijfel zal men in Frankrijk veel tnissen van wat Nederland aan goeds heeft, als: „gerieflijker woningen, boerenleenban- ken, cooperatieve vereenigingen en meer; doch in Frankrijk, gelijk in Nederland, heeft de landbouwer het in eigen hand, door bekwaam- heid en inspanning de moelijkheden van het bestaan en van den arbeid te overwinnen en zijn bedrijf te doen slagen." Aldus luidt een irculaire, uitgegeven door de Holland-Franknjk Landbouwmaatschappij (Societe Agricole Franco-Neerlandaise), die zetelt op het „Chateau de la Vacherie" te Romilly la Puthenaye in Normandie en een dochter-maatschappij is van het Internatio nale Trust Bureau te Amsterdam. Deze landbouwmaatschappij, met haar zoo eigenaardig arbeidsveld, is opgericht ten be- hoeve van de Nederlandsche landbouwers, die zich in Frankrijk will en vestigen. Er zullen stellig lezers zijn, die nooit er van gehoord hebben, dat zoo iets wel voor Jcwam, Nederlanders, die als landbouwers naar Noord-Frankrijk gaan. Toch is dat zoo; er zijn er zelfs al een kleine honderd, en niet alleen in Noord-Frankrijk, maar ook in de omstreken van Fontainebleau en Melieu, ten Zuiden van Pariis en zelfs in Gascogne, ge heel in het Zuiden. De maatschappij, waar- van wii hier spreken en wier vertegenwoordi- ger in Frankrijk, de heer C. F Roosenschoon, ons een dag te gast heeft gehad, heeft echter Normandie uitgekozen om er voor de Neder landsche landbouwers te werken, omdat dit land door allerlei omstandigheden zich het best voor emigratie van Hollanders leent Het is betrekkelijk niet zoo erg vet van het vaderland verwijderd en het toont in verschil- de opzichten met ons land overeenkomst, tenminste meer dan andere streken van Frankrijk. Al te veel moet men zich van die overeen komst intusschen niet voorstellen Het ver- schil is altijd nog hemelsbreed in ongeveer alle opzichten. Zoo op het oog ziet Normandie er zeer liefelijk, maar weinig welvarend uit Men ziet er niets van onzen geweldig inten- sieven landbouw, van ons prachtig vee, van onze groote, helder-roode hoerenhofsteden en ook niets van onze aardige, schoone stadjes Hier ziet alles er veel rommeliger, veel slech- ter verzorgd en vooral veel stoffiger uit, doordat de huizen niet rood, zooals bij ons doch gepleisterd zijn. Een stadje als Beau- mont-le-Roger biivoorbeeld, dat zelfs de heer Roosenschoon, die aan het Fransche land gewend is, al heel wat aardigs vindt, zou in ons land zelfs in de verste uithoek niet ge- dacht kunnen worden, zoo armtierig ziet Naar het Engelsch van Rafael Sabatini. Geautoriseerde vertaling van A. T. 58 „U zoo spoedig laten vertrekken? Hoe kunt ge dat denken, Sylvia? Als ik zoo onein- dig veel moeite gehad heb, om u te vangen, Kef vogeltje, zou ik u dan dadelijk weer laten wegvliegen!" „0f ge laat me dadelijk heengaan, heer," zei zij hem toornig, haar zwakte was nu door haar verontwaardiging overwonnen, „of de stad zal uw schandelijke daad vernemen Ge hebt ontvoering gepleegd, en ge weet de straf. Ik zal zorgen, dat ge die betaalt. Ik zweer, dat ge zult opgehangen worden, al tijt ge Hertog van twintig Buckinghams Het ontbreekt U niet aan vijanden, die blij genoeg zullen zijn, om mij te helpen, en ik #ta niet geheel zonder vrienden, uw Genade." Hij haalde de schouders op. „Vijanden," •poite hij. „Vrienden!" Hij wenkte minach- tend naar den bewusteloozen Holies. „Daar Kgt een van uw vrienden, als het waar is, schurk zeide. De anderen zullen niet moeilijker uit den weg te ruimen zijn." het er uit. Maar juist omdat dit alles zoo is, is Nor mandie een land bijna van onbegrensde mo- gelijkheden, net als b.v. Suriname; ook een zeer vruchtbaar land, maar alleen door ge- brek aan werkkrachten niet voldoende in cul- tuur gebracht. Want het is bekend, dat de bevolking van Frankrijk eerder af- dan toe- neemt en dat bovendicn de groote steden in de industriegebieden veel volk tot zich trekken dat niet zooals dat in landen als het onze het geval is, voor den landbouw overbodig is ge- wordcn, of daarin geen geschikt emplooi meer kan vinden, maar dat eenvoudig het le- ven in zoo'n omgeving gcmakkelijker vindt dan het boerenbestaan. Immers, het landbouwonderwijs in Frank rijk is onvoldoende, waardoor de Fransche boeren met harden arbeid toch niet in staat zijn hun bedrijf behoorlijk rendabel te maken. Na den oorlog is daar wel verandering inge- komen, maar niettemin zijn verschillende stre ken in Frankrijk slechts zeer dun bevolkt en liggen de gronden braak. Tot deze gebieden behoort Normandi? weliswaar niet. Dat is ook maar gelukkig, want het zijn natuurlijk niet de beste land- bouwstreken die verlaten worden. En voor Frankrijk is Normandie reeds een zeer goedc streek voor landbouw. Wel komen er veelvul- dig boerderijen leeg, oneindig veel vaker dan in Holland, maar die worden ook steeds weer bezet. Maar die nieuwe bezetting behoeft na tuurlijk niet door Fransche landbouwers te geschieden, dat kan trouwens niet eens altijd, uit gebrek aan kapitaalkrachtige liefhebbers. Er komen dan ook veel vreemd-elingen, vooral Vlamingen, in Normandie zich vestigen, en in de laatste jaren ook Hollanders Het werk der Holland-Frankrijk Land bouw Maalschappij is, het opsporen en taxeeren van boerderijen in Normandie ten behoeve van Nederlandsche landbouwers en verder bemoeiing met alles, wat deze land bouwers noodlg kunnen hebben in dat op- zicht, zooals vertalen en regelen van koop- en pachtcontracten, wat voor de nieuwelingen in het vreemde land natuurlijk lastig is, en het bieden van deskundige hulp en bijstand aan den landbouwer, ook na zijn vestiging. Want de Nederlandsche boer, die zich in Frankrijk gaat vestigen. moet niet denken, dat hij dadelijk weet hoe het moet. Een Neder landsche boer die alles beter gewend is ge- weest dan hij het in Frankrijk ziet, zal daar licht to? geneigd ziin. Als hij dat denkt en daarnaar ook gaat hand-e'en, komt hij echter bedrogen uit. want dan gaat het met ziin standje zeker mis. Want ten slotte is de extensi-eve Fransche landbouw-methode en het primitieve niet zoozeer armoede, maar noodzaak. In Holland kan men op z'n Hol- landsch landbouwen. maar in Frankrijk zal men het op z'n Fransch moeten doen. Men stelle zich dus niet voor, dat men in de toe- komst in Normandie een landstreek krijgt, die sterk aan Holland doet denken zooals men dat wel in Denemarken en in de buurt van Danzig vindt. De Nederlanders, wel verre van leidtng te geven, zullen in Normandie wel zeer ter dege de kunst van hun Fransche cotlega's moeten afzien. Ook moet men het Fransche vee vooral niet met het Nederland sche vergeliiken. Onze koe ziet er beter uit dan haar zuster in Frankrijk, maar ze is ook vee] verwender en^iert niet in het vreemde land. Wij willen hier even zeggen, dat niet ieder- een geschikt is om als landbouwer naar Normandie te emigreeren. Alleen landbou wers. die over een bedrijfskapitaal van 12.000 tot 20.000 gulden kunnen beschikken, komen daarvoor in aanmerking. Dus geen land: bouwers zonder kapitaal en ook geen kapi- taalkrachtigen, die van landbouw geen ver- stand hebben. Het is al meer dan eens voor- gekomen, vertelde de heer Roosenboom ons, dat lieden van allerlei slag, dien het in het vaderland niet te zeer voor den wind ging, bij hem kwamen informeeren. Hij heeft ze alien moeten teleurstellen, want zonder land- bouwkundige kennis komt men er in Frank rijk zeer zeker niet. Als men die echter wel heeft en ook het noodige kapitaal, dan kan men het in Normandie ver brengen op een boerderij die veel goedkooper is dan die men in Holland noodig zou hebben om een zelfde welstandsgraad te behalen. In het department van de Eure, waar de HollandFrankrijk landbouwmaatschappij dan gevestigd is zijn de prijzen voor koop ongeveer 6—10.000 franken per H.A., dat is op het oogenblik ongeveer 500 a 800 gulden De pachtprijzen worden tegenwoordig in rran-krijk niet meer bere-kend, volgens geld, maar volgens kiiogrammen tarwe. De pacht prijzen varieeren dus russchen 250 —400 Kg. tarwe, natuurlijk in de geldswaarde van den dag op te brengen. Bij pachtcontracten wordt men veelal vernl-icht, den inventaris geheel of gedeeltelijk over te nemen. Dat heeft het voordeel. dat men niets mee be hoeft te brengen. Maar het nadeel is dat men dan waarschijnlijk heel veel krijgt. waaraan men niets heeft Het beste is nog, niets mee te brengen en zich in Frankrijk Fransche „Uw dienaren zullen niet voldoende zijn, om u van de anderen te redden." Dat kwetste hem. Het bloed vloog hem in het gezicht bij die bedekte toespefing, dat al leen de tusschenkomst van zijn dienaren hem nu gered had. Maar hij antwoordde met doodelijke zacht- zinnigheid. „Zooveel zullen er niet eens noo dig zijn. Kom, kind, wees verstandig. Zie precies, waar ge aan toe zijt." „Dat zie ik heel duidelijk," antwoordde zij „Ik ben zoo vrij da te betwijfelen. Ge doet, naar het schijnt, even weinig recht aan mijn verstand, als ge ooit mijn arme persoonlijk- heid gedaan hebt. Wie moet mij beschuldigen, en waarvan? Gij wilt me beschuldigen. Gij wilt me beschuldigen, van u door geweld hier gebracht te hebben, tegen uw wil, en u hier tegengehouden te hebben. Ontvoering, kortom, zooals ge zegt; en ge herinnert mij, dat het een ernstig misdrijf tegen jde wet is." „Een kwestie van hangen, zelfs voor herto- gen", zei ze. „Mogelijk, moge'ijk. Maar eerst moet de beschuldiging wat waard zijn. Waar zijn uw getuigen. Tenzij ge die hebt, is het uw woord tegen het mijne. En het woord van een too- neelspeelster, hoe voornaam ookis in zul- ke gevallen het woord van een tooneel- speelster." Hij glimlachte t^gen haar. „Dan dit huis Het is niet van mij. Het is gehuurd door een schelm, Holies genaamdhet werd landbouwwerktuigen aan te schaffen. Gras- land kost in pacht van 7501000 franken per H.A., sons met de verplichting elk jaar eenige appelboomen aan te plan-ten. Want appels, dat is in letterlijken zin het eten en drinken van Normandie. De Normandier zegt dat in zijn land net zooveel appels als luizen zijn! Als men zijn terrein eenmaal heeft, dan be hoeft er verder lang niet zooveel geld in den grond gestoken te worden dan hier noodig is. Doordat het bedrijf minder intensief is, wordt aan den grond minder zorg besteed. Het land levert daardoor natuurlijk minder op, maar de onkosten zijn navenant geringer Intensieve landbouw, zooals men die in ons land kent, is eigen-lijk niet anders dan een noodzakelijk kwaad. Het hoofdgewas in Normandie is tarwe; men maakt in een jaar gemidtdeld 2500 a 3000 per H.A. van dit gewas, soms zelfs nog meer, doch bij minder goede behandeling aanmer- kelijk minder. Verder nog haver en kunstwei, en allerhande fourage-artikelen. Ook bdeten, gerst, echter geen aardappels en weinig peul- vruchfen Een eerste-klas boerderij, men zal het ge- zieii hebben, komt in Normandie dus nog vrij duur. en is bovendien uiterst moeilijk te verkriigen, omdat men zoo'n boerderij, wan- neer men haar al van den hand doet, onder- hands wel kwijt kan. Een goede Hollandsche boer kan echter van een tweedejklasse boer derij in niet al te langen tijd, als hij zijn best doet. zeer gevoegelijk een eerste-klasse boer derij maken; als hij maar geen te groote neemt in verhoudin-g met zijn kapitaal Dan zal hij zelfs nog genoeg overhouden om zijn huis.te verbeteren, w'ant met de boerenbe- huizingen staat het er in Frankrijk niet al te best voor. Wij hebben hier alzoo enkeie din,gen ver- leld van Normandie, een land dat de Hol landsche landbouwers en veehouders wel geen gouden bergen belooft, maar zeker een vruchtbaar en dankbaar arbeidsveld. Wellich-t zijn er onder onze lezers, die belang in de hier behandelde zaak stellen en zich toi ves- tiging ir. Frankrijk aangetrokken gevoelen. Dezulken moeten wij aanraden zich daartoe te wend-en tot den heer Sevenster, adviseur over landbouwzaken aan het Nederlandsche con-sulaat-generaal te Parijs, Rue de Grenelle S, en (of) tot het bureau der Vereehiging „Landverhuizing". Bezuidenhoutscheweg97 te 's-Gravenh-age. Er is n.l. vooral door Bel- gische „bemiidelaars", veel gekn-oeid met grondverkoop in Frankrijk en verschillende Nederlanders zijn van* die praktij-ken reeds de d-upe geworden. Dat deze dingen gebeuren is zeer begrijpe- lijkwaar zouden politic en iusti+ie van moe ten bestaan als er niet overal en ten alien tij-de geknoeid werd? Maar in dit geval n het zeer jammer, omdat het wellichi lieden, die daarvoor zeker in aanmerking zouden komen, van vestiging als landbouwer in Frankrijk nen en instellingen', als de door ons hier be- weerhoudt en het werk van bona fide perso- sprokene, schaadt. En dat is verkeerd, want wij hebben gehoord en gezien, dat het den I lOllanders in Frankrij-k's landbouw- en weidestreken goed gaat en dat dus Frankrii'k evenzeer als Joego-Slavie, een uitstekend land is voor emigratie van Nederlanders. en voor de meesten waarschij-niijk aantrekkelijker. Uit <vn?;e Staat«tmnchine. Nadere Regeling van de Collectieve Arbeidsovereenkomst. (Ill) We zijn onze vorige besprekin-g van de collectieve arbeidsovereenkomst, gelijk die, wanneer de voorgestelde regeling wet wordt' zal gehouden moeten worden, geeindigd met een en ander te zeggen over de taalc en de plaats van de werkgevers- en arbeiders- vereenigingen ten opzichte van het C. A. Rest ons nog daarover te zeggen, dat de re geling de vereenigingen verplicht, om, als eenmaal een collectieve arbeidsovereenkomst is aangegaan, t-e goeder trouw te bevorderen, dat hare leden de daarbij te hunnen aan- zien gestelde bepalingen nakomen. Toch kan een vereen-igimg voor even-tu-eele overtredin- gen en ontduikingen slechts in zooverre aan- sprakehik gesteld worden, als zul'ks in de overeenkomst is bepaald. Een vereeni-ging toch zou ten opzichte van de verplichtingen der leden kunnen gaan staan op het stand- punt, dat ze verplicht is de nakoming der verplichtingen der leden te garandeeren en daarom zelf aansprakelijk zich te stellen, als voorwaarden door een der leden zelfs aw BEVELEN WIJ ONS ZEER GAARNE AAN. N. ZD HANDELSDRUKKERIJ I1 V. v.h. HERMS. COSTER ZOON □OGO de zou worden geschonden, maar ze zou ook de beschouwing kunnen huldigen. dat zij, als vereenigmg, met de voor de leden geldende bepahngen niets te maken heeft. Het laatste standpunt nu is in deze materie in het gehegl niet te aanvaarden. immers, dan zou op een gegev-en moment de vereeniging zelfs tot tegenwerking van de nakoming der voor waarden kunnen overgaan. Vandaar d-at ge- zocht moest worden naar een middenweg, omdat het eerste standpunt eischen zou. dat de volledige garan-tie als wettelijke regel zou gesteld moeten worden, hetgeen ook buiten- een paar dagen geleden door hem op zijn eigen naam gehuurd. Hij was het, die u door geweld hier bracht. Welnu, als er een zonde- bok zijn moet, kan hij het misschien even goed als een ander zijn. En daarenboven komt hij voor geheel andere misdrijven in aanmerking voor de galg. Hij bracht u door geweld hier. Zoo ver zullen wij elkander niet tegenspreken. Wat volgt nu? Hoe kwam ik hier in het huis van dien man? Nu, natuurlijk om u te ont- zetten, en ik bleef, om u in uw zeer natuurlij- ke droefheid te steunen, De feiten zullen mijn woorden staven. Mijn dienaren zullen er een eed op doen. Dan zal het blijken, dat gij, door mij te beschuldigen, een slimme avonturier- ster zijt, die goed met kwaad vergeeldt, en voordeel tracht te trekken uit mijn onvoorzich- tige edelmoedigheid. Ge glimlacht? Ge denkt, dat de naam, die een schandaallievend gepeu- pel mij geeft, voldoende is om dat verhaal te logenstraffen. Ik deel die meening niet en in iedef geval ben ik bereid die kans te loopen. O, ik zou nog grooter kansen voor u loopen, beveling." Zij maakte even een verachtelijk gebaa-r „Ge moogt een volleerd meester in de kunst van leugens zijn, zooals ge in alle slechte dingen zijt. Maar leugens zullen u nief hel pen. als ge mij nu durft tegen te houden." „Als ik u durf tegen te houden?" Hij boog dichter naar haar toe, en verslond haar met zijn gloeiende oogen. „Als ik durf, kind? gewone moeilijkheden met zich mede bren gen zou. Daarom is gezocht naar een mid denweg, die gevonden werd door te bepa- len, dat de vereeniging verplicht is te bevor deren, dat haar leden het C. A. naleven, ter wijl de goede trouw verder moet bepalen, hoever deze medewerking gaan zal. In de artikelen 7, 18, 19, 20 en 21 lezen we de voorschriften betreffende den aanvang en het einde van een eenmaal aangegaan con tract. Natuurlijk zal iedere collectieve overeen komst bevatten een bepalin-g, wanneer het eindigt. Als dus de on-twerp-regeling toch een voorschrift dienaangaande bevat, dan is dat zuiver een zaak van regelend recht. Echter kan het wezen, dat bij het inwerkin-g-treden van een C. A. nog individueele contracten loopende zijn. Welnu, in dat geval wordt be paald, dat, bii strijd tusschen de beide con tracten, het beding van het C. A. den voor- rang heeft van trechtswege. Mocht niets be paald wezen omtre-nt het tijdstip der inwer- kingtreding van het C. A., dan wordt het ge- acht in werking te treden op den dag vol- gende op dien, waarop de overeenkomst is gesloten. Als regel geldt, dat geen contract langer mag loopen dan over een termijn van zes jaar, ook bij verlenging kan die termijn nooit overschreden worden. De strekking van dit artikel is duidelijk. Bedoeling van het C. A. is om stabiliteit te geven in de arbeidsvoor- waarden en daarmede rust in het bedrijfs- leven. Maar aangezien het bedrij-fsleven door allerlei, di-kwijls zeer wisselvallige. factoren wordt beheerscht, is het niet wenschelijk de beide in het geding ziinde partijen te binden voor langeren tijd, terwijl toch door de ver- contract zelf van zeer langen duur te doen lenging de mogelijkheid open blijft om het wezen, wanneer de omstandigheden, waar onder het oorspronkelijk contract werd ge sloten, niet noemenswaard veranderen. Had de wetgever een langeren termijn voorgesteld, dan had hij in dezt regeling ook dienen op te nemen voorwaarden betreffende de ont- binding van een C. Ahetgeen natuurlijk in de practijk neergekomen was op processen en allerlei strubbelingen in het bedrijfsleven Wanneer eindigt nu een C. A.? Als een van de leden tenzij in het contract anders bepaald is de overeenkomst opzegt op den daarvoor in hei contract bepaalden tijd, eindigt voor al'e bij het contract betrokk:- nen het contract Die opzegging moet ge schieden per cieir waardersexploit of bij aan- geteekenden brief. De mogelijkheid echter wordt openg«'i3:et), dat andere partijen dan de opzeggendc het contract wenschen te ve: lengen. deze moeten dan echter een nieuw contract aangaan We wezen boven reeds on tie mogelijkheid om het contract telkens te verlengen. In art '9 wordt daaromtrent het volgende bepaaid: wanneer een collectieve arbeidsovereenkomst voor een bepaalden tijd is aangegaan, wordt zij, zoo niet bij de over eenkomst ane'ers is bepaald geacht telkens voor gelijken tijd, doch ten hoogste voor een jaar, te zijn vcrlcngd, behoudens opzegging. De termijn van opzegging is, tenzij bij de overeenkomst anders is bepaald, een twaalfde gedeelte van den tijd, waarvoor zij oor spronkelijk is aangegaan. Is een C. A. aan gegaan zonder dat bepaald werd de tijd, waarvoor het geldig zou wezen, dan schrijF de regeling voor, dat het gelden zal voor den tijd van een jaar met de mogelijkheid van ver- lencring telkens voor denzelfden tijd. De artikelen 12 tot en met 17 regelen d-ie gevallen. waardoor geschil zou kunnen ont- staan. We wezen reeds op het feit, dat steeds het collectieve contract den voorran-g heeft boven het individueele. In artikel 12 wordt ieder beding tusschen werkgever en werk- nemer, strijdig met een C. A., absoluut nie- tig verklaard Een ieder, die daarbij belang heeft, kan zich op die nietigheid beroepen Het geval is natuurlijk denkbaar, dat een o' meer bepalingen van een colleetief contract Durf?" Zij deinsde in doodsangst voor hem terug. Toen herstelde zij'zich weer en verhief zich rechtop. Statig, een ware koningin uit een treurspel, strekte zij een arm met gebiedend gebaar uit. „Achteruit! Achteruit, en laat mij voorbij, laat mij gaan." Hij ging inderdaad een paar schreden ach teruit, maar alleen om haar des te beter te kunnen beschouwen. Hij vond haar prachtig in de houding van haar bevallige gestalte, de ivoren bleekheid van haar gezicht, de oogen, die gloeiden en brandden en te groo ter geleken door de diepe, donkere schaduwen, die er onder lagen. Plotseling sprong hij met een kreet vooruit, om haar te grijpen. Hij wilde een eind maken aan dezen tegenstand, hij wilde deze ijskoude minachting doen smel- ten, tot zij als water zou wegvloeien. Zij vloog op zijde en weg in angst voor zijn woedenden aanval, en gooide daardoor den stoel om, waarin zij gezeten had. Het geluid van den val scheen tot den slui- merenden geest van Holies door te dringen en zijn bewusteloosheid te verstoren. Want hij bewoog even en kreunde zacht. Behalve dat, werkte haar vlucht niets uit. Twee me ter verder was le muur Zij zou om de tafel gHoopen zijn, maar" voor dat zij d:t kon doen, had de Hertog haar gegrepen. Zij dond te- genover hem, haar handen opgeheven, om aanvullend werken bij een individuee^ over eenkomst tusschen een werkgever en een arbeider, die door het C. A. zijn gebonden. Dc oplossing dezer moeilijkheid geeft de wetsregel, dat overeenkomsten ook binden tot al datgene, dat door de billijkheid, het gebruik of de wet wordt gevorderd. Zijn bei- den gebonden door een collectieve arbeids overeenkomst. dan gelden de bepalingen del collectieve overeenkomst. Men zou de vraag kunnen opwerpen of bij de uitvoering van een werk, door een werk- i<vver, die aoor een C A. gebonden is, deze tegenover werklieden, niet georganiseerd in een vereeniging, waarmee deze werkgever het C. A. heeft aangegaan, vrijheid van han- delen heeft met betrekking tot de punten waaromtrent in dat C. A. is voorzien. Aan de andere zijde: moet een arbeider, die ge bonden is door een C. A., zich an de daarin vastgestelde arbeidsvoorwaarden houden, ook als hij werk verricht voor een werkge ver. die niet door dat contract gebonden is? In dit laatste geval voorziet de regeling niet, omdat het natuurlijk zeer zelden voorkomt, dat een werknemer individueel eischen stelt. Ten opzichte van den werkgever echter wordt voorgesteld, dat deze ook tegenover den niet- georganiseerden arbeider verplicht is de voorwaarden na te leven. Maar ook hier weer laat de regeling de mogeiijkheid open, dat in het C. A. anders wordt bepaald. Het C. A. bevat vele verplichtingen. Over- treding van verplichting schept plicht tot schaoaoossteiling. Ooa deze kwestie worot in dit ontwerp geregeld. Eerstens doordat aan de vereenigingen het recht gegeven wordt om tegen hare leden, welke deze overeenkomst geschonden hebben, een vordering in te stel len namerts die leden, welke door de over- treding schade geleden hebben. Daardoor wordt de rechtsvordermg van velen ferugge- bracht tot de vordering van een (de ver eeniging). Maar ook is de bevoegdheid van een enkei lid, dat schade geleden heeft, om een eisch tot schadeloosstelling in te dienen, onverzwakt gehandhaafd gebleven. Maar er kan behalve stoffelijke ook onstoffelijkc schade geleden worden. De vergoeding van onstoffelijke schade werd ook reeds geregeld in ons B. W. (art. 1637 Litf. w). De woorden van dit artikel met betrekking tot de vergoe ding van deze schade zijn in deze regeling overgenomen: indien de schade niet cp geld waardeerbaar is, zal de rechter naar billijk heid eene som gelds als schadevergoeding vaststellen. Maar ook weer op dit punt kan in het collectieve contract een voorziening worden getroffen. We laten de aanvullingen en wijzigingen, welke tengevolge van deze regeling in de Wet op de Rechterlijke Organisatie en het B W. moeten aangebracht worden, buiten bespre- king. De twee laatste artikelen bevatten over- gangsbepalingen. Eerstens, dat de gevolgen van een collectieve arbeidsovereenkomst, van kraclit bij de inwerkingtreding van deze wet, worden beoordeeld naar het voordien gelden de recht, totdat na die inwerkingtreding de overeenkomst wordt gewijzigd of haar duur uitdrukkelijk wordt verlengd, in welk geval voor het vervolg de bepalingen dezer rege ling hare toepassing zullen vinden. Deze be- paling is er een van utiliteit, immers de ge volgen der nieuwe regeling werden bij het sluiten van het oude contract niet gekend, deze gevolgen dwingend op te leggen, zou onbillijk wezen. Ten aanzien van vereenigin gen. welke op het tijdstip van de inwerking treding dezer wet van de partij zijn of in de vijf daaraan voorafgaande jaren van de partij gewees* zijn bij een collectieve arbeids overeenkomst. wordt voorgesteld, dat zij eerst binnen twee jaren na de inwerkingtreding behoeven over te gaan tot de wijziging barer statuten, welke de bevoegdheid dienen te om- zich te beschermen. Maar hij sloeg zijn armen om de hare, dwong haar handen naar bene- den, en drukte haar vast tegen zich aan. zon der in zijn opwinding te letter on de stekende pijn in zijn gewonden schouder. di» door de beweging veel meer ging bloed en. Hulpeloos lag zij in zijn armen. „Lafaard, beest, sncodaard," hijgde zij. En toen sloot hij haar mond met kussen. „Noem mij, zooals je wilt, ik heb je vast, ik houd je en de geheele macht van Engeland zal je mij niet ontrukken. Begrijp dat "kind," begon hij weer te smeeken. „Begrijp en aan- vaard en je zult merken, dat ik je slechts ver- overd heb, om je slaaf te worclen Zij antwoordde hem niet. Weer overviel haar die duizeligheid, dat lichamelijke ziek zijn. Zij kreunde even, en lag hulpeioos ir. zijn armen, wat haar even walgelijk en doo- delijk was als de kronkelende omarming van een groote slang, waaraan het haar deed denken. Weer kuste hij haar: haar oogen, mond, hals, waarcmheen nog de blauwe doek hing, die gediend had, om haar den mond te snoeren. Omdat die doek hem ergerde en ir, zekeren zin een hinderpaal, een beletsel was, greep hij een eind er van, en hem ruw weg- trekkende, v.erd dc liefelijke hals en borsf bloot, die hij bedekt had. Over dien blanken hals boog hij nu het hoofd als een gevaarlijk vampier. Maar zijn koorfsachtige lippen raakten hem niet aan. Terwijl hij zich boor hield hij zich in en verstijfde van schrik. - Wordt vervolgd. VOOR HET LEVEREN VAN UW iffi

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1926 | | pagina 5