Alkmaarsche Courant (F* Wie is Edmund Gray EEN GOED ZAKENMAN ADVERTEERT IN DE ALKMAARSCHE COURANT FEU 1,1,ETON. Binnenland auimt STELT ALLES IN HET WERK OM ZIJN OMZET STEEDS HOOGER OP TE VOE- REN.-ZEER ZEKER ZAL HIJ DE PUBLI- CITEIT VAN EEN ZEER VEEL GELEZEN DAGBLAD ONONTBEERLIJK WETEN. - NEEMT DIT EENS IN OVERWEGING EN SLUIT EEN REGELCONTRACT BIJ DE ALKMAARSCHE COURANT. DIE IN ALLE KRINGEN HAAR LEZERS TELT. No. 10, 1927 Henderd Negen en Twintigsta Jaargang. Ponder dag 13 Jannari. Uit onze Staatsmachine. Onze Kerkhoven. De gemcenteraad van Blaricum heeft or.- langs besproken. en aangeuomen een aanbcd van den heer H. de Vries Robbe om op zijn kosten de bestaands algemeene begraafplaats plaatsen van een beter hek, van banken, het aanleggen van een haag enz., terwijl deze heer verder gedurende vijf jaren het onder houd op zicli zal nemen. Als tegenprestatie vroeg genoemde heer het rec'ht om 32 vierk. ;M. grond te mogea koopen tegen een bepaal- den prijs met bestemifling tot familiegraf, ter wijl de" gemeente den toegangsweg tot het ikerkhof moest verbetercn. Dit aanbod, dat een algemeene begraafplaats betreft, is zeker wei merkwaardig. Immers daaruit kan men ge reedelijk opmaken, dat aan dcze algemeene begraafplaats nog wel een en ander cnt- breekt, terwijl, waar de wet voorschrijft, dat in iederc gemeente tenminste een algemeene begraafplaats zijn moet, uit deze stichticigs- plicht als vanzelf ook de onderhoudspliclvt volgen meet, welke piicht men ook af zou kunnen leiden uit de artikelen 18, 21 en 26 der Wet tot vaststelling van bepalingen be- trekkelijk het begraven van lijken, de be graafplaatsen en de begrafenisrechten, Onzes inziens houden deze voorschriften in, dat de wetgever bedoeld heeft, dat de kerkhoven zich in zeer behoorlijken toestand zullen bevin- dcn. Hot eerste artikel toch bepaald, dat cike begraafplaats omgeven moet wezen door een muur, een heining, rasterwerk of heg ter hoogte van minstens 2 Meterarti kel 21 zegt, dat het stichten van grafkalders, gedenkteekenen en kruisen, het aanleggen van graftuinen, het planten van bcomen of andere gewassen, het plaatsen van zsrken en het onderhoud van al deze voorwerpen bij plaatselijke verordening door vereischte voor schriften geregeld moet werden; terwijl arti kel 26 elke begraafplaats plaatst onder toe- zicht van Burgemeester en Wethouders. Uit een en ander kan men onzes inziens gemakkelijk opmaken. dat de wetgever de be- doeling gehad heeft er voor te zorgen, dat de algemeene begraafplaatsen een behoorlijk aanzien hebben, in goeden staat van onder houd gehouden worden, terwijl, waar elke begraafplaats onder bovengmcemd toezicht geplaatst wordt, daaruit duidelijk blijkt, dat hij niet gewild heeft, dat daarop de bijzon- dere kerkhoven een uitzondering zouden ma- ken. De Blaricunische kwestie zet ons midden in de artikelen 13 tot en met 29 der boven aangehaalde wet, waarvan de eerste artike len in onze vorige bijdrage door cms besprc- ken werden naar aanleiding van de vraag: Verbranden of Begraven? Gaan we nu ver der na wat de wet omtrent de kerkhoven regit. We «iemoreerdea reeds, dat iedere gemeen te minstens een algemeene begraafplaats hebben moet, terwijl de mogelijkheid openge- laten is, dat twee of meer gemeenten geza menlijk een begraafplaats hebben. De bedoe- ling. welke bij deze laatste bepaling voorge- zeten heeft, was,- natuurlijk om voor kleine dorpen of dorpeu, waarvan de bewoners voor het grootste deel behooren tot een be paald kerkgenootschap met een eigen kerk hof, de mogelijkheid te scheppen een gecom- bineerd algemeen kerkhof te bezitten zooals dan ook in het Brabantsche en Limburgschc hot geval is. Natuurlijk is zoo'n gezameniijk kerkhof allicht een twistappel, waar het op de onderhoudskosten aankomt, vandaar dat ook in de wet enkele bepalingen zijn getrof fen het beheer enz, betreffend'e, terwijl, wan- neer van een zijde gebrek aan medewerking is of in het geval van gebrek aan eenstem migheid, Geaeputeerde Staten de verordening vaststellen. Voor het geval, dat twee provin- cies daarbij betrokken zijn, stelt de Kroon die verordeningen vast, gehoord de Gedepu- teerde Staten der verschillende provincies Naast de algemeene begraafplaats bestaan bijzondere, welke niet aan de controle der overheid csittrokken zijri. Ailereerst moet daartoe de vergunning worden aangevraagd aan B. en W., welke vergunning alleen ge- weigerd mag worden. wanneer de aangewe- zeti plants niet voldoet aan de voorschriften, welke in de wet zijn vastgelegd ook voor de algemeene begraafplaatsen. Deze voorschrif ten zijn, wat de plaats betreft, dat het kerk hof tenminste vijf tig meter moet liggen bui- ten den bebouwden kom der gemeente, ter- Geautoriseerde vertaling naar het Engelsch van Walter Besant, door Mej. E. Hoogewerf. S) Hilda vouwde de handen in den schoot en hield haar hoofdje wat op zij; kortom, heel haar houding gaf te kennen christelijke be- rusting in het leed, dat over haar werd ge- bra'cht. Ze zou a! dankbaar zijn, dat er schandaal vermeden was, terwijl mrs Arun del ailereerst hoopte, dat haar zcon ontkomen zou aan een wettelijke vervolgmg. Wat Elsie betreft het arme kind hep dagen-lang rond met gezwollen cogleden van 't huilen. Ze was lastig in den omgang en kribbig voor haar moeder. Tegen haar zusje sprak ze in het geheel niet. Dagen werden tot weken. maanden jarennog altijd was er niets van Athel- stan gehoord. Hij had aan niemand geschre- ven, niemand om geld gevraagd. Ze wisten dus niet, waar hij was, noch wat hij deed. Hij was verdwenen. Algemeen werd het er voor gehouden, dat hij wat lichtzinnig had geleefd. Verwonderlijk mocht het heeten, dat, of- schoon de vervalscher toch drie weken vrij spel had gehad er nooit een banknoot was gepresenteerd met een van de bewuste num mers. Misschien waren ze buitenlands ge- gaan, maar vreemde en koloniale banken wis ten toch ook de nummers. wijl behalve de Ujkemhutzen, dOodgraverswo- n in gen, bedehuizen, kapellen met pastorieen en kostershuizen ten dienste der begraaf plaats te stichten, binnen dien afstand geen gebouwen opgericht of putten g«graven mo- gen worden. Deze bepalingen werden getrof- fen in het betang der open bare volksgezond- heid. Menigmaai zijn op dit punt bijzondete beslissingen door de Kroon gegeven in hoog- ste instantie. Omtrent dc afschddi.ig enz. van een kerk hof hebben we needs gespioken, maar nog niet vermeld', dat een bepaling omtrent de minimum groofte gctroften is, het terrein moet n.l. ticmnaal de oppcrvlakte hebben be- noodigd voor het vcrmcedelij-k geta'l der al- daar jaarl-ijks begrafen lijken, terwijl de aan- leg zoo wezen meet, dat op verlangen van het bestuur eerier kerkdijke gemeente, die geen eigen begraafplaats bezit, de lijken van de 'ledfen dier kerkelijke gemeente in een af- zionderlij'k, uitslnitend voor hen bestemd, ge- d-eelte kunnen begraven worden. Ook op de algemeene begraafplaatsen moet de gelegenheid van het hebben van eigen graven, hetzij voor tien jaar, hetzij voor bepaalden tijd, worden gegeven tegen betailing van een som aan de gemeentekas. De graven mogen niet geroerd worden, voordat er tien jaren verloopen zijn, sedeit het laatste lijk erin begraven werd, terwijl bij de ruiming van graven wat nog overge- bleven is van de lijken in een afgestoten ge- deelte van de begraafplaats begraven moet worden Een begraafplaats, waarop niet meer be graven wordt, moet door het gemeentebe- st.uur gescoten verklaard worden, voor het geval dat het een bijzondere begraafplaats is door het bestuur, dat daarvan medtedee- ling doet aan het Gemeentebestuur, dat in beid'e gevallen bericht daarvan zendt aan de Ged. Staten. Na slutting blijft hot kerkhof ge durende minstens tien jaar cnaangeroerd lig gen, na dien tijd zijn de bekmmerende bepa lingen, welke op kerkhoven rusten, vervallen en mag de grond wo-rd'en gebruikt, mils niet d'icper dan M. daarin gegraven wordt, deze bepaling staat in verband met een an dere, die zegt, dat een I-ijk minstens 65 c.M. cn-der de oppcrvlakte der aarde liggen moet Eerst na der tig jaar is uitgraving ter meer- dere diepte geoorloofd met vergunning van Ged. Staten. Eigen graven op een gesfioten begraafplaats worden, voor zoover in hun onderhoud behoorlijk wordt voorzien, onaan- gercerd gelaten. Men weet, dat juist de eigen graven dikwijls mceilijkheden gegeven hebben bij de voornemens om een kerkhof te ruimen. Ofschoon niet bepaald tot d'eze wet en hare besprekingen behoorendie 1'ceren we nog even hot ondenverp der oude eigen graven in hear ken aan. Verschillende families bezitten nog zulke graven uit den oud-en tijd. Eenige ja ren geleden. tei" gelegenheid van de slooping der oude Nieuwezijdtekapel te Amsterdam, de kerk van bet heilige mirakel, heeft ver- gissen we ons niet de familie Alberdink Thijm daarover een proces gevoerd. Daarbij is toen beslist, dat het eigen-doimsrecht op een graf in een kerk een recht is van bijzonderen aard, dat overgedragen of door erfopvolging verlcregen kan worden en alleen krachtens de wet of verordfening kan worden teniet ge- daan. Vermdden we tenslotte nog, dat de in- structien voor de kerkhofbeambten, en verder alles, wat noodig is voor de openbare orde en'gezond'heid ou db in de gemeente gelegen begraafplaatsen door den ^gemcenteraad kan worden vastgelegd. L. PENNING, f Gisternacht is, naar wij gisteren reeds in't kort gemeld hebben. te Utrecht, 72 jaar oud, overleden de heer L. Penning, schrijver van tal van bekende boeken over Zuid-Afrika, als ,.De Leeuw van Modderspruit", „Ruiters en "Helden van Zuid-Afrika". Na den inval van Jameson in Transvaal (December 1895) schreef hij in 1896 zijn eerste boek: „De Helden van Zuid-Afrika. Aanvankelijk orgeleid voor den handel, heeft hij al spoedig zich geheel gewijd aan journalistieken en letterkundigen arbeid. Hij is verbonden geweest aan het (a.-r.) Arn- hemsch Dagblad en de te Utrecht indertijd bestaan hebbende Stichtsche Courant, waarin hij aardige feuilletons schreef. De m-eeste be- kendheid verwierf hij zich als vriend van onze Zuid-Afrikaansche stamverwanten en met het oog op zijn patriarchaal voorkomen werd hij „Oubaas Penning" genoemd. De laatste ja ren sprak hij veel in openbare bijeenkomsten over Zuid-Afrika, en deze trokken dan steeds talrijke menschen, bij wie hij de oude liefde voor de Boeren weer tot geestdrift wist te brengen. Zijn jongste werk was „Voortrek- Er was geen verder onderzoek ingesteld, om den vervalscher zelven te snappen. De commissionnair, die de cheque ind-e, bleef volhouden, dat hij zeer goed den heer herken- nen zou, diahem den vervalschten wissel op- droeg Bij mi hernieuwd ondervragen had hij er nog bij verklaard, dat Checkley in het ge heel niet leek op dien ouden heer. Wat lag dus eerder voor de hand dan dat Athelstan Arundel zich als ouden heer zou „gegri- meerd" hebben. Daar was hij toch zeer be- dreven in, want hij hield dol van liefhebberij- toe neel ui tvoeringen Intusschen had er een andere belangrijke gebeurtenis in de familie Arundel plaats ge had, die de herinnering aan den „verloren zoon" eenigzins op den achtergrond had ge- drongen, namelijk het geluk, dat Hilda was ten deel gevallen. Hilda Arundel was een bevallig jong meis- je, met zeer regelmatige trekken De uitdruk- king van haar gezichtje was wat koud, haar oogen waren hare en haar lippen wat dun; maar zij was als geschapen voor een weelde- rige omgeving. Hoe kostbaarder het toiletje, dat zij droeg, hoe mooier zij leekhoe grooter het rijtuig, hoe koninklijker haar vreschijning. Nu was er een jongere broer van mr. De- ring, den notaris, een zekere sir Samuel De- ring; ridder en een van de grootste zaken- mannen uit de City, die een hu:s had in Ken sington Palace Gardens, een jacht, een bin- tenplaats in Sussex en hoopen geldwaardige papieren in zijn safe. Hij was zeven en vijftig jaar, maar leek in het' minst niet oud, of vervallen En die man had een vrouw noodig, die aan het hoofd van zijn huishouding zou staan en kon ont- Kersbloed". De overledene, die den Iaatsten tijd hoofdzakelijk werkte voor het christelijk geillustreed tijdschrift „Timotheus", was voorzitter van de afdeeling Utrecht der Ne- derlandsch-Zuid-Afrikaansche Vereeniging en is zelf een paar malen in Zuid-Afrika ge weest. ONS NATUURSCHOON. Een voor alle natuurjninnaars verblijvend en belangrijk bericht valt uit Gaasterland te melden. Een groot gedeelte van het mooie „Oude- mirdumer-Klif", dat jaarlijks honderden be- zoekers trekt, is aangekocht door de Vereeni ging tot Behoud van Natuurmonumenten in Neaerland. Daardoor is dus deze bekoorlijke plek voor het nageslacht behouden. Niet het minst zal deze tijding met instem- ming worden begroet door de geologen, die reeds zoo dikwijls het klif bezochten. Hulde aan mannen als Van Cappelle, den pionier, die het klif als geologische merk- waardigheid „ontdekte"; hulde aan Dr. Botke, die in zijn prachtwerkje „Fen Fryslan Groun" van zijne groote belangstelling voor het oude klif bliik gaf, en eene felicitatie aan het adres van de jonge vereeniging „Vreem- delingenverkeer en Natuurschoon" in Gaas terland, gevestigd te Balk (V. E. N.), door wier bemiddeling de verkoop tot stand kwam. Moge het eene opwekking zijn tot steun aan de mooie Ver. tot Behoud van Natuur monumenten, die nog steeds een groote onbe- kende is voor vele Nederlanders. DR. W. ROYAARDS. Zooals men weet, wordt Dr. WilTeni Royaards Vrijdag 21 dezer zestig jaar en zal hij den dag te voren te Amsterdam worden gehuldigd. Op den avond zelf van zijn verjaardag zal hij te Rotterdam in den Grooten schouw- burg optreden in De Nieuwe Heeren. Hetzelfde stuk gaat op Zaterdag 22 dezer in den Kon. Schouwburg te 's-Gravenhage. Aldaar heeft zich een commissie gevormd, om hem na afloop van de voorstelling een souper aan te bieden. Vrienden en bewonderaars kunnen zich voor deelneming opgeven aan den heer Cor van der Lugt Melsert. Schouw- burgstraat 6. DE MILITAIRE RELLETJES TE ASSEN EN EDE. Voor bet Hoog Militaire Gerechtshof in Den Haag zal a.s. Dinsdag 11 uur de behan- deling in hooger beroep van de za-ken betref- fende de militaire relletjes te Assen en te Ede beginnen. DE DIJKDOORBRAAK TE CUYK IN 1920. De off icier van justitie bij de rechtbank te 's Hertogembosch, mr. Schaepman, heeft gis- ter conclusie genomen in het proces over de dijkdoorbraak te Cuyk in 1920. De provincie Noord-Brabant had tegen de gemeente Cuyk ingesteld den eisch tot betaling van 52.455. De officier concludeerde, dat eischeresse zal worden verklaard niet-ontvankeiijk in den door haar ingestelden eisch; dat zoo noodig ten aanzien van die niet-ontvankelijkheid, de gedaagde gemeente tot het door haar aange- boden getuigenfoewijs zal worden toegelaten; subsidair,wat de hoofdzaak betreft, tot toe- passing van art. 17 Wetb. van burgerlijke rechtsvordering, ten einde een minnelijke schikking te verkrijgen en bij niet totstan1ko- ming daarvan tot het bevelen van het door den officier aangegeven getuigenverhoor en bericht van deskundigen. Mr. G. van Zinnicq Bergmann verklaarde, dat de gemeente Cuyk tot een minnelijke schikking te verkrijgen en bij niet totstand ko- wen deed dezelfde mededeeling namens de provincie. Mr. Van Leeuwen zegde toe, dit voorstel met het Rijk te zullen bespreken en het resul- taat aan de rechtbank te zullen mededeelen. De uitspraak werd bepaald op 17 Maart. R. K. VOLKSPARTIJ. In een te Utrecht gehouden vergadering der R. K. Volkspartij is medegedeeld, dat de R.K. Staatspartij schriftelijk gevraagd heeft, besprekingen te houden. Het Kamerlid Kuiper is daarbij be- midldelaar geweest. Sedert bestaat er contact tusschen eenige personen wederzijds. Eigen- lijke besprekingen worden niet gevoerd. Volks- partijmannen geven alleen antwoord op van de zijde der Staatspartij door personen ge- stelde vragen. Een en ander heeft geen bin- dende kracht. Besloten is den inhoud geheim te houden. Op den duur zal natuurlijk het partijeongres moefen beslissen. De Volkspar tij zal de vereeniging toejuichen, doch deze zal niet plaats hebbben, als daarvan de prijs moet zijn door Jan te kiezen ook Piet verko- zen te verklaren. Besloten werd, voor de Statenverkiezingen een lijst samen te stellen van zes candidaten vangen op de diners, die hij gaf. En daar Hilda Arundel jong en mooi was en toch vol- komen in staat leek, de plichten waar te nemen, aan de positie van een lady Dering verbonden, stelde hij de schikking voor aan zijn broer, als voogd van Hilda en mr. Ed ward Dering had een langdurig onderhoud met mrs. Arundel. Het eind daarvan was, dat er Si heel gauw een groote huwelijksplechtigheid plaats had, waarbij alle rijke Arundels tegenwoordig waren, maar geen van de arme bloedverwan- ten. Zoo was Hilda dus lady Dering geworden en ze voelde zich volkomen gelukkig in dien staat. Elsie bleef bij haar moeder. Van haar broer werd tusschen moeder en dochter nooit gesproken. Maar zij dacht nog dikwijls aan hem en bleef volharden in haar over- tuiging, dat zijn onschuld eens nog wel aan het licht zou komen. Toen er na vijf jaren nog niets van de banknoten was gehoord, wen-dde mr. Dering zich tot de Engelsche Bank en kreeg van haar de som van zeven-honderd-twintig pond, in spiksplinternieuwe banknoten in plaats van die, waarvoor hij opgelicht was. Hij had dus alleen het verlies van de rente. Maar voor een man met een jaarlijksch inkomen van tien-duizend pond, is dit nog wel te over- komen. Hij beschomvde het dan ook eenvou- dig als een onaangenaam voorval uit ziin kantoorleven, maar verderdacht hij weimg meer over de zaak. Athelstan Arundel was ook geheel verge- ten geraakt door zijn vrienden. Er is er altijd wel een bij in zoq'n kringetje van jongelui, voor de kieskringen 1 en 2 Utrecht en Amers- foort en daarop voorloopig te plaatsen de hee ren Klerks, Setteur, Buis, Van't Hooft, Van Rooyen en Laurijssen. j OVERHEIDSPERSONEEL. Men zendt het volgende communique aan de pers: Maandag is het comite ter behartiging van de algemeene belangen van overheidsperso- neel te Amsterdam in vergadering bijeenge- komen. Algemeen was de ontstemming over het feit, dat na de aanneming van de motie-Bul- ten d'e centrale commissie voor georganiseerd overleg in ambtenarenzaken nog niet was bijeengeroepen, en met de bewerking van het bij het centraal bureau van voorbereiding voor ambtenarenzaken voor 15 November in- gezonden materiaal inzake herclassificatie van de gemeenten al heel weinig voortgang schijnt te worden gemaakt. De vertegenwoor- digere van het comite in de centi'ale commis sie kregen opdracht, zich ever dezen gang van zaken bij den voorzitter dezer commissie te beklagen. Besproken werd verder de afwijzende be- slissing van minister De Geer op het verzoek, aan de wijziging van art. 27 van het Bezoldi- gingsbesluit, in verband met de onlangs tot stand gekomen verbeteringen in de herclassi ficatie van de gemeenten, terugwerkende kracht' te verleenen tot I Januari 1926, zooals door de centrale commissie was verlangd. Deze commissie had reeds in haar vergade ring van 16 Februari 1926 de wenschelijk- heid der veel later door het Kamerlid Her mans bepleitte verbetering uitgesproken. Vastgesteld werd, dat de regeering meer genegen schijnt aan verlangens van Kamer- leden gevolg te geven, dan aan adviezen van de door haar ingestelde commissie voor geor ganiseerd overleg. Bij de bespreking van een met den minister van financien gevoerde correspondentie over de in De Ambtenaar van 8 October 1926 voorkomende opmerkingen aangaande de juistheid van het officieele communique van een vergadering der bijzondere commissie van overleg voor het dienstvak der belastin- gen, werd met groote voldoening van het verloop dezer aangelegenheid kennis geno men. DE ZIEKTEWET. Te Utrecht is Dinsdag hot algemeen be stuur van het Chr. Nat. vakverbond in bui- tengewone vergadering bijeen gekomen. Behalv^ de leden van het algemeen bestuur waren aanwezig eenige aan het C. N. V. geestverwante leden van den Hoogen Raad van Arbeid, eenige voorzitters van Raden van Arbeid en vertegenwoordigers van de a. r. en c. h. Kamerfracties. Het onderwerp: voor-ontwerp van wet be- treffende wijziging van de Ziektewel werd in- geleid door den penningmeester van C. N. V., den heer J. S. Ruppert Jr., die ate lid van commissie XI uit den Hoogen Raad van Ar beid de voorbehandeling van dit onderwerp heeft meegemaakt. Hij meent, dat het wezen der Ziektewet-Takna radicaai wordt aange- tast; de groote gedachte, die in Talma's wet li'gt: een groote territoriale kas en contract met de ziekenfondben, gaat, zoo zeide hiji, verloren. Tegen dit ontwerp' moeten zeer ernstige bezwaren rijzen. In de middagvergadering werd uitvoerig over dit referaat van gedachten gewisseld. Twaalf sprekers nam en aan deze bespreking deel. EEN BURGEMEESTER BESCHULDIGD. Naar aanleiding van geruchten, ate zou de wetihouder L. van Herpt, te Etehout-Oud- die in moeilijkheden raakt en die dan geheel uit hun midden verdwijnt. Maar heel zelden wordt er nog gedacht aan een dergelijk jong- mensch. Dit is eenmaal zoo de loop van de wereld, die geen tijd heeft om stil te staan bij een dergelijk al is het dan ook nog zoo droef maar toch o zoo gewoon verschijnsel Een jaar of vier na deze geheimzinnige zaak van Edmund Gray, ontving mr. Dering een brief met een Amerikaanschen postzegel, waarop stond: „Prive en vertrouwelijk." Hij legde hem op zij, tot hij door zijn andere za- kenbrieven been was. Toen maakte hij hem open. Ailereerst keek hij naar de onderteeke- ning. „Ha" zei hij. „Athelstan Arundel! Einde- lijk. Nu zullen we eens zien." Mr. Dering begon den brief te lezen met kentenis van het misdrijf. Het zou hem een verlichting zijn geweest als dit zoo ware. Natuurlijk had Athelstan het gedaan. Nie mand andere kwam er voor in aanmerking En toch, telkens ate het geval weer bij hem boven was gekomen, had hij diezelfde onaan- gename gewaarwording, dat hij toen mis schien niet verstandig had gedaan. Mogelijk had hij de feiten niet zoo voor hem moeten blootleggen, tot hij vaste bewijzen had gehad. Mogelijk ook had hij meer in vertrouwen moeten spreken, ofschoon dit vertrouwen dan toch ook ontbrak. De tijd had enkel de verdenking van mr. Dering nog sterker doen zijn tegehover den jongen man. Het moest immers door hem of door Checkley bedreven zijn. Nu, Checkley had het handschrift niet zoo kunnen nadoen, al had hij het ook gewild. Neen, het werd door Athelstan ge- 1 daan. Waarom, wat hij er mee voorhad, nu htusden (gemeente van 1024 zielen) zich in de laatst gehouden raadsvergadering hebben uitgelaten over een minder juist beheer door den burgemeester v. L., heeft het Dagblad van Noord-Brabant en onderhoud met dezen wethouder gehad. Inderdaad heeft deze zich uStgelaten over het minder juist beheer, aangezien hij aan de hand van bewijzen daarvan overtuigd was. Beide wethouders hadden de gemeente-rete- ning 1925 niet gezien en missives van Gecl Staten betreffende slordigheden in de ge- me en te -administr a tie werden verdonkere- maand. De wethouder ventdde, dht b.v. ter beta- ling van rekeningen aan leveranciere een kasgeldleeming werd geslo-ten. De burge meester vervoegde zich bij den gemeerite-Otnt- vanger, haalde daar het geld, zeggende, dat hij de leveranciers wel zou betalen. Nadat het geld was onitvangen, kwam dan verder van de betaling aan de leveranciere niets. Zoo zou hij., volgens den wethouder, het bedrag a 3000 eener geldleening hebben laten inschrijven op zijn particulier spaar- bankboekje. Al d'eze bedragen zijtn echter later, na aanmaning, door den burgemeester aangezuiverd. Meerdere eigenaardige staal'tjes van be heer werden door den wethouder genoemd, zoo o.a. het eigenmachtig laten maken van acten bij notaris J., zonder daarin den ge- meerateraad te kennen, aangezien de gemeente de kosten der acten niet wil betalen, zal een procedure volgen. Eenige malen moest, volgens den wethou der, op het safaris van den burgemeester be- slag worden gelegd, terwijl het betalen van huishuur en pensioensbijdrage telkens achter- wep'e bleef. Meemtalen ziin door de wethouders klach- ten bij Ged. Staten van Noord-Brabant inge- cliend en van die zijde is ook meermaien een onderzoek aanhangig gemaakt. OOSTENRIJKSCHE EN HONGAARSCHE KINDEREN. Gisterochtend vroeg is te Zeven a ar een extratrein voor ons land aangekomen met een groot transport Oostenrijiksche en Hon- gaarsche kinderen. N HET STOOMVISSCHER1J BEDRIJF TE IJMUIDEN. Dinsdag heeft een bespreking plaats gehad tusschen de besturen van den Centralen Bond van Transportarbeiders, den Christ. Zeelie- denbond, den iMederl. Christ. Bond van Fa- brieksi- en Transport-arbeiders en de bestu ren der beide reedersvereenigingen te IJmui- den, over de door de organisaties gestelde eischen. Aan dc besturen der vakorganisaties werd meegedeetd, dat de reeders bereid wa ren, mede te werken tot stichting van een fonds voor sociale voorzieningen, uit welk fonds uitkeeringen zouden worden verstrekt bij werkloosheid en ziekte. De besturen der genoemde vakorganisaties- hebben meege- deeld, dat zij niet fegenover het door de ree- derebedoelde fonds voor sociale voorzienin gen stonden, doch dat naar hun meening het verlangen naar een zoodanig fends, zonder verhooging van de gages en zelfs ten koste daarvan, niet algemeen door de opvarenden wordt gedeeld. Zij stelden voor, aan de op varenden van de scbepen zelf over te laten, of zij het bedrag, hetwelk eventueel voor fondsvorming zou worden aangewend, ate zoodanig wilden besteden, dan "wel in den vorm van loon wilden ontvangen. De besturen der reedersvereenigingen ver- klaarden zich bereid te overwegen, of aan dit door de besturen der drie organisaties gedane voorstel kan worden tegemoet gekomen, waar- de banknoten toch nooit gepresenteerd waren, dit was iets onverklaarbaars. Maar dat hij het deed, dit was wel zeker. Mr. Dering bego nden brief te lezen met belangstelling. De aanhef was zonder eenige inleiding van eerbiedige, of vriendclijke woor- den. Toch was het niet het schrijveri van een slecht mensch, noch van een boetvaardige. „Vier jaar geleden," las mr. Dering, „dreef u mij uit mijn betrekking en maakte een ver- andering in mijn leven door een verdenking die tot een beschuldiging werd van de ergste soort: dat ik u, den oudsten vriend van mijn vader, den raadsman van mijn moeder en mijn eigen voogd en werkgever, zou bestolen hebben van een groote som gelds; en dit al les naar aanleiding van enkele feiten, die deze richting uitwezen. U heeft zich nooit af- gevraagd of deze verdenking wel gerecht- vaardigd was, door eenige handeling van mij." „Dat is toch niet waar; opzettelijk cmvaar. Ik heb enkel de feiten voor hem blootgelegd Niets dan de feiten. Ik heb geen beschuldi ging tegen hem ingebracht." „Ik denk, dat nu degeen, die het misdrijf pleegde, al lang gevat is. Als ik gehleven was, zou ik er hem we! eens even over aange- sproken hebben. Want, natuurlijk, kan het door niemand anders bedreven zijn dan door uw klerken. Nu, ik heb mij niet vergrepen aar uw eigendom en ik hoop, dat ik eens nog voor uw dood terug keer en dat ik dan een enkele betuiging van leed en schaamte van u tf hooren zal lcrijgen." ,Dat denk je maar," luidde de opmerking van mr. Dering. Wordt vervolgd. ■eritiSfittiSSBte. Iw.J - V-.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1927 | | pagina 5