Alkmaarsche Courant
(F*
Wie is Edmund Gray
EEN GOED
ZAKENMAN
ADVERTEERT IN DE
ALKMAARSCHE COURANT
FEU 1,1,ETON.
Binnenland
auimt
STELT ALLES IN HET WERK OM ZIJN
OMZET STEEDS HOOGER OP TE VOE-
REN.-ZEER ZEKER ZAL HIJ DE PUBLI-
CITEIT VAN EEN ZEER VEEL GELEZEN
DAGBLAD ONONTBEERLIJK WETEN. -
NEEMT DIT EENS IN OVERWEGING EN
SLUIT EEN REGELCONTRACT BIJ DE
ALKMAARSCHE COURANT. DIE IN ALLE
KRINGEN HAAR LEZERS TELT.
No. 10, 1927
Henderd Negen en Twintigsta Jaargang.
Ponder dag 13 Jannari.
Uit onze Staatsmachine.
Onze Kerkhoven.
De gemcenteraad van Blaricum heeft or.-
langs besproken. en aangeuomen een aanbcd
van den heer H. de Vries Robbe om op zijn
kosten de bestaands algemeene begraafplaats
plaatsen van een beter hek, van banken, het
aanleggen van een haag enz., terwijl deze
heer verder gedurende vijf jaren het onder
houd op zicli zal nemen. Als tegenprestatie
vroeg genoemde heer het rec'ht om 32 vierk.
;M. grond te mogea koopen tegen een bepaal-
den prijs met bestemifling tot familiegraf, ter
wijl de" gemeente den toegangsweg tot het
ikerkhof moest verbetercn. Dit aanbod, dat een
algemeene begraafplaats betreft, is zeker wei
merkwaardig. Immers daaruit kan men ge
reedelijk opmaken, dat aan dcze algemeene
begraafplaats nog wel een en ander cnt-
breekt, terwijl, waar de wet voorschrijft, dat
in iederc gemeente tenminste een algemeene
begraafplaats zijn moet, uit deze stichticigs-
plicht als vanzelf ook de onderhoudspliclvt
volgen meet, welke piicht men ook af zou
kunnen leiden uit de artikelen 18, 21 en 26
der Wet tot vaststelling van bepalingen be-
trekkelijk het begraven van lijken, de be
graafplaatsen en de begrafenisrechten, Onzes
inziens houden deze voorschriften in, dat de
wetgever bedoeld heeft, dat de kerkhoven zich
in zeer behoorlijken toestand zullen bevin-
dcn. Hot eerste artikel toch bepaald, dat
cike begraafplaats omgeven moet wezen
door een muur, een heining, rasterwerk of
heg ter hoogte van minstens 2 Meterarti
kel 21 zegt, dat het stichten van grafkalders,
gedenkteekenen en kruisen, het aanleggen
van graftuinen, het planten van bcomen of
andere gewassen, het plaatsen van zsrken en
het onderhoud van al deze voorwerpen bij
plaatselijke verordening door vereischte voor
schriften geregeld moet werden; terwijl arti
kel 26 elke begraafplaats plaatst onder toe-
zicht van Burgemeester en Wethouders.
Uit een en ander kan men onzes inziens
gemakkelijk opmaken. dat de wetgever de be-
doeling gehad heeft er voor te zorgen, dat de
algemeene begraafplaatsen een behoorlijk
aanzien hebben, in goeden staat van onder
houd gehouden worden, terwijl, waar elke
begraafplaats onder bovengmcemd toezicht
geplaatst wordt, daaruit duidelijk blijkt, dat
hij niet gewild heeft, dat daarop de bijzon-
dere kerkhoven een uitzondering zouden ma-
ken.
De Blaricunische kwestie zet ons midden
in de artikelen 13 tot en met 29 der boven
aangehaalde wet, waarvan de eerste artike
len in onze vorige bijdrage door cms besprc-
ken werden naar aanleiding van de vraag:
Verbranden of Begraven? Gaan we nu ver
der na wat de wet omtrent de kerkhoven
regit.
We «iemoreerdea reeds, dat iedere gemeen
te minstens een algemeene begraafplaats
hebben moet, terwijl de mogelijkheid openge-
laten is, dat twee of meer gemeenten geza
menlijk een begraafplaats hebben. De bedoe-
ling. welke bij deze laatste bepaling voorge-
zeten heeft, was,- natuurlijk om voor kleine
dorpen of dorpeu, waarvan de bewoners
voor het grootste deel behooren tot een be
paald kerkgenootschap met een eigen kerk
hof, de mogelijkheid te scheppen een gecom-
bineerd algemeen kerkhof te bezitten zooals
dan ook in het Brabantsche en Limburgschc
hot geval is. Natuurlijk is zoo'n gezameniijk
kerkhof allicht een twistappel, waar het op
de onderhoudskosten aankomt, vandaar dat
ook in de wet enkele bepalingen zijn getrof
fen het beheer enz, betreffend'e, terwijl, wan-
neer van een zijde gebrek aan medewerking
is of in het geval van gebrek aan eenstem
migheid, Geaeputeerde Staten de verordening
vaststellen. Voor het geval, dat twee provin-
cies daarbij betrokken zijn, stelt de Kroon
die verordeningen vast, gehoord de Gedepu-
teerde Staten der verschillende provincies
Naast de algemeene begraafplaats bestaan
bijzondere, welke niet aan de controle der
overheid csittrokken zijri. Ailereerst moet
daartoe de vergunning worden aangevraagd
aan B. en W., welke vergunning alleen ge-
weigerd mag worden. wanneer de aangewe-
zeti plants niet voldoet aan de voorschriften,
welke in de wet zijn vastgelegd ook voor de
algemeene begraafplaatsen. Deze voorschrif
ten zijn, wat de plaats betreft, dat het kerk
hof tenminste vijf tig meter moet liggen bui-
ten den bebouwden kom der gemeente, ter-
Geautoriseerde vertaling naar het
Engelsch van Walter Besant,
door Mej. E. Hoogewerf.
S)
Hilda vouwde de handen in den schoot en
hield haar hoofdje wat op zij; kortom, heel
haar houding gaf te kennen christelijke be-
rusting in het leed, dat over haar werd ge-
bra'cht. Ze zou a! dankbaar zijn, dat er
schandaal vermeden was, terwijl mrs Arun
del ailereerst hoopte, dat haar zcon ontkomen
zou aan een wettelijke vervolgmg.
Wat Elsie betreft het arme kind hep
dagen-lang rond met gezwollen cogleden van
't huilen. Ze was lastig in den omgang en
kribbig voor haar moeder. Tegen haar zusje
sprak ze in het geheel niet.
Dagen werden tot weken. maanden
jarennog altijd was er niets van Athel-
stan gehoord. Hij had aan niemand geschre-
ven, niemand om geld gevraagd. Ze wisten
dus niet, waar hij was, noch wat hij deed.
Hij was verdwenen. Algemeen werd het er
voor gehouden, dat hij wat lichtzinnig had
geleefd.
Verwonderlijk mocht het heeten, dat, of-
schoon de vervalscher toch drie weken vrij
spel had gehad er nooit een banknoot was
gepresenteerd met een van de bewuste num
mers. Misschien waren ze buitenlands ge-
gaan, maar vreemde en koloniale banken wis
ten toch ook de nummers.
wijl behalve de Ujkemhutzen, dOodgraverswo-
n in gen, bedehuizen, kapellen met pastorieen
en kostershuizen ten dienste der begraaf
plaats te stichten, binnen dien afstand geen
gebouwen opgericht of putten g«graven mo-
gen worden. Deze bepalingen werden getrof-
fen in het betang der open bare volksgezond-
heid. Menigmaai zijn op dit punt bijzondete
beslissingen door de Kroon gegeven in hoog-
ste instantie.
Omtrent dc afschddi.ig enz. van een kerk
hof hebben we needs gespioken, maar nog
niet vermeld', dat een bepaling omtrent de
minimum groofte gctroften is, het terrein
moet n.l. ticmnaal de oppcrvlakte hebben be-
noodigd voor het vcrmcedelij-k geta'l der al-
daar jaarl-ijks begrafen lijken, terwijl de aan-
leg zoo wezen meet, dat op verlangen van
het bestuur eerier kerkdijke gemeente, die
geen eigen begraafplaats bezit, de lijken van
de 'ledfen dier kerkelijke gemeente in een af-
zionderlij'k, uitslnitend voor hen bestemd, ge-
d-eelte kunnen begraven worden.
Ook op de algemeene begraafplaatsen
moet de gelegenheid van het hebben van
eigen graven, hetzij voor tien jaar, hetzij
voor bepaalden tijd, worden gegeven tegen
betailing van een som aan de gemeentekas.
De graven mogen niet geroerd worden,
voordat er tien jaren verloopen zijn, sedeit
het laatste lijk erin begraven werd, terwijl
bij de ruiming van graven wat nog overge-
bleven is van de lijken in een afgestoten ge-
deelte van de begraafplaats begraven moet
worden
Een begraafplaats, waarop niet meer be
graven wordt, moet door het gemeentebe-
st.uur gescoten verklaard worden, voor het
geval dat het een bijzondere begraafplaats
is door het bestuur, dat daarvan medtedee-
ling doet aan het Gemeentebestuur, dat in
beid'e gevallen bericht daarvan zendt aan de
Ged. Staten. Na slutting blijft hot kerkhof ge
durende minstens tien jaar cnaangeroerd lig
gen, na dien tijd zijn de bekmmerende bepa
lingen, welke op kerkhoven rusten, vervallen
en mag de grond wo-rd'en gebruikt, mils niet
d'icper dan M. daarin gegraven wordt,
deze bepaling staat in verband met een an
dere, die zegt, dat een I-ijk minstens 65 c.M.
cn-der de oppcrvlakte der aarde liggen moet
Eerst na der tig jaar is uitgraving ter meer-
dere diepte geoorloofd met vergunning van
Ged. Staten. Eigen graven op een gesfioten
begraafplaats worden, voor zoover in hun
onderhoud behoorlijk wordt voorzien, onaan-
gercerd gelaten. Men weet, dat juist de eigen
graven dikwijls mceilijkheden gegeven hebben
bij de voornemens om een kerkhof te ruimen.
Ofschoon niet bepaald tot d'eze wet en hare
besprekingen behoorendie 1'ceren we nog even
hot ondenverp der oude eigen graven in hear
ken aan. Verschillende families bezitten nog
zulke graven uit den oud-en tijd. Eenige ja
ren geleden. tei" gelegenheid van de slooping
der oude Nieuwezijdtekapel te Amsterdam,
de kerk van bet heilige mirakel, heeft ver-
gissen we ons niet de familie Alberdink
Thijm daarover een proces gevoerd. Daarbij
is toen beslist, dat het eigen-doimsrecht op een
graf in een kerk een recht is van bijzonderen
aard, dat overgedragen of door erfopvolging
verlcregen kan worden en alleen krachtens de
wet of verordfening kan worden teniet ge-
daan.
Vermdden we tenslotte nog, dat de in-
structien voor de kerkhofbeambten, en verder
alles, wat noodig is voor de openbare orde
en'gezond'heid ou db in de gemeente gelegen
begraafplaatsen door den ^gemcenteraad kan
worden vastgelegd.
L. PENNING, f
Gisternacht is, naar wij gisteren reeds in't
kort gemeld hebben. te Utrecht, 72 jaar oud,
overleden de heer L. Penning, schrijver van
tal van bekende boeken over Zuid-Afrika, als
,.De Leeuw van Modderspruit", „Ruiters en
"Helden van Zuid-Afrika". Na den inval van
Jameson in Transvaal (December 1895)
schreef hij in 1896 zijn eerste boek: „De
Helden van Zuid-Afrika.
Aanvankelijk orgeleid voor den handel,
heeft hij al spoedig zich geheel gewijd aan
journalistieken en letterkundigen arbeid. Hij
is verbonden geweest aan het (a.-r.) Arn-
hemsch Dagblad en de te Utrecht indertijd
bestaan hebbende Stichtsche Courant, waarin
hij aardige feuilletons schreef. De m-eeste be-
kendheid verwierf hij zich als vriend van onze
Zuid-Afrikaansche stamverwanten en met het
oog op zijn patriarchaal voorkomen werd hij
„Oubaas Penning" genoemd. De laatste ja
ren sprak hij veel in openbare bijeenkomsten
over Zuid-Afrika, en deze trokken dan steeds
talrijke menschen, bij wie hij de oude liefde
voor de Boeren weer tot geestdrift wist te
brengen. Zijn jongste werk was „Voortrek-
Er was geen verder onderzoek ingesteld,
om den vervalscher zelven te snappen. De
commissionnair, die de cheque ind-e, bleef
volhouden, dat hij zeer goed den heer herken-
nen zou, diahem den vervalschten wissel op-
droeg Bij mi hernieuwd ondervragen had hij
er nog bij verklaard, dat Checkley in het ge
heel niet leek op dien ouden heer. Wat lag
dus eerder voor de hand dan dat Athelstan
Arundel zich als ouden heer zou „gegri-
meerd" hebben. Daar was hij toch zeer be-
dreven in, want hij hield dol van liefhebberij-
toe neel ui tvoeringen
Intusschen had er een andere belangrijke
gebeurtenis in de familie Arundel plaats ge
had, die de herinnering aan den „verloren
zoon" eenigzins op den achtergrond had ge-
drongen, namelijk het geluk, dat Hilda was
ten deel gevallen.
Hilda Arundel was een bevallig jong meis-
je, met zeer regelmatige trekken De uitdruk-
king van haar gezichtje was wat koud, haar
oogen waren hare en haar lippen wat dun;
maar zij was als geschapen voor een weelde-
rige omgeving. Hoe kostbaarder het toiletje,
dat zij droeg, hoe mooier zij leekhoe grooter
het rijtuig, hoe koninklijker haar vreschijning.
Nu was er een jongere broer van mr. De-
ring, den notaris, een zekere sir Samuel De-
ring; ridder en een van de grootste zaken-
mannen uit de City, die een hu:s had in Ken
sington Palace Gardens, een jacht, een bin-
tenplaats in Sussex en hoopen geldwaardige
papieren in zijn safe.
Hij was zeven en vijftig jaar, maar leek in
het' minst niet oud, of vervallen En die man
had een vrouw noodig, die aan het hoofd
van zijn huishouding zou staan en kon ont-
Kersbloed". De overledene, die den Iaatsten
tijd hoofdzakelijk werkte voor het christelijk
geillustreed tijdschrift „Timotheus", was
voorzitter van de afdeeling Utrecht der Ne-
derlandsch-Zuid-Afrikaansche Vereeniging
en is zelf een paar malen in Zuid-Afrika ge
weest.
ONS NATUURSCHOON.
Een voor alle natuurjninnaars verblijvend
en belangrijk bericht valt uit Gaasterland te
melden.
Een groot gedeelte van het mooie „Oude-
mirdumer-Klif", dat jaarlijks honderden be-
zoekers trekt, is aangekocht door de Vereeni
ging tot Behoud van Natuurmonumenten in
Neaerland. Daardoor is dus deze bekoorlijke
plek voor het nageslacht behouden.
Niet het minst zal deze tijding met instem-
ming worden begroet door de geologen, die
reeds zoo dikwijls het klif bezochten.
Hulde aan mannen als Van Cappelle, den
pionier, die het klif als geologische merk-
waardigheid „ontdekte"; hulde aan Dr.
Botke, die in zijn prachtwerkje „Fen Fryslan
Groun" van zijne groote belangstelling voor
het oude klif bliik gaf, en eene felicitatie aan
het adres van de jonge vereeniging „Vreem-
delingenverkeer en Natuurschoon" in Gaas
terland, gevestigd te Balk (V. E. N.), door
wier bemiddeling de verkoop tot stand kwam.
Moge het eene opwekking zijn tot steun
aan de mooie Ver. tot Behoud van Natuur
monumenten, die nog steeds een groote onbe-
kende is voor vele Nederlanders.
DR. W. ROYAARDS.
Zooals men weet, wordt Dr. WilTeni
Royaards Vrijdag 21 dezer zestig jaar en zal
hij den dag te voren te Amsterdam worden
gehuldigd.
Op den avond zelf van zijn verjaardag
zal hij te Rotterdam in den Grooten schouw-
burg optreden in De Nieuwe Heeren.
Hetzelfde stuk gaat op Zaterdag 22 dezer
in den Kon. Schouwburg te 's-Gravenhage.
Aldaar heeft zich een commissie gevormd, om
hem na afloop van de voorstelling een souper
aan te bieden. Vrienden en bewonderaars
kunnen zich voor deelneming opgeven aan
den heer Cor van der Lugt Melsert. Schouw-
burgstraat 6.
DE MILITAIRE RELLETJES TE
ASSEN EN EDE.
Voor bet Hoog Militaire Gerechtshof in
Den Haag zal a.s. Dinsdag 11 uur de behan-
deling in hooger beroep van de za-ken betref-
fende de militaire relletjes te Assen en te Ede
beginnen.
DE DIJKDOORBRAAK TE CUYK
IN 1920.
De off icier van justitie bij de rechtbank te
's Hertogembosch, mr. Schaepman, heeft gis-
ter conclusie genomen in het proces over de
dijkdoorbraak te Cuyk in 1920. De provincie
Noord-Brabant had tegen de gemeente Cuyk
ingesteld den eisch tot betaling van 52.455.
De officier concludeerde, dat eischeresse zal
worden verklaard niet-ontvankeiijk in den
door haar ingestelden eisch; dat zoo noodig
ten aanzien van die niet-ontvankelijkheid, de
gedaagde gemeente tot het door haar aange-
boden getuigenfoewijs zal worden toegelaten;
subsidair,wat de hoofdzaak betreft, tot toe-
passing van art. 17 Wetb. van burgerlijke
rechtsvordering, ten einde een minnelijke
schikking te verkrijgen en bij niet totstan1ko-
ming daarvan tot het bevelen van het door
den officier aangegeven getuigenverhoor en
bericht van deskundigen.
Mr. G. van Zinnicq Bergmann verklaarde,
dat de gemeente Cuyk tot een minnelijke
schikking te verkrijgen en bij niet totstand ko-
wen deed dezelfde mededeeling namens de
provincie.
Mr. Van Leeuwen zegde toe, dit voorstel
met het Rijk te zullen bespreken en het resul-
taat aan de rechtbank te zullen mededeelen.
De uitspraak werd bepaald op 17 Maart.
R. K. VOLKSPARTIJ.
In een te Utrecht gehouden vergadering
der R. K. Volkspartij is medegedeeld, dat de
R.K. Staatspartij schriftelijk gevraagd heeft,
besprekingen te houden.
Het Kamerlid Kuiper is daarbij be-
midldelaar geweest. Sedert bestaat er contact
tusschen eenige personen wederzijds. Eigen-
lijke besprekingen worden niet gevoerd. Volks-
partijmannen geven alleen antwoord op van
de zijde der Staatspartij door personen ge-
stelde vragen. Een en ander heeft geen bin-
dende kracht. Besloten is den inhoud geheim
te houden. Op den duur zal natuurlijk het
partijeongres moefen beslissen. De Volkspar
tij zal de vereeniging toejuichen, doch deze
zal niet plaats hebbben, als daarvan de prijs
moet zijn door Jan te kiezen ook Piet verko-
zen te verklaren.
Besloten werd, voor de Statenverkiezingen
een lijst samen te stellen van zes candidaten
vangen op de diners, die hij gaf. En daar
Hilda Arundel jong en mooi was en toch vol-
komen in staat leek, de plichten waar te
nemen, aan de positie van een lady Dering
verbonden, stelde hij de schikking voor aan
zijn broer, als voogd van Hilda en mr. Ed
ward Dering had een langdurig onderhoud
met mrs. Arundel.
Het eind daarvan was, dat er Si heel gauw
een groote huwelijksplechtigheid plaats had,
waarbij alle rijke Arundels tegenwoordig
waren, maar geen van de arme bloedverwan-
ten.
Zoo was Hilda dus lady Dering geworden
en ze voelde zich volkomen gelukkig in dien
staat.
Elsie bleef bij haar moeder. Van haar
broer werd tusschen moeder en dochter nooit
gesproken. Maar zij dacht nog dikwijls
aan hem en bleef volharden in haar over-
tuiging, dat zijn onschuld eens nog wel aan
het licht zou komen.
Toen er na vijf jaren nog niets van de
banknoten was gehoord, wen-dde mr. Dering
zich tot de Engelsche Bank en kreeg van
haar de som van zeven-honderd-twintig pond,
in spiksplinternieuwe banknoten in plaats
van die, waarvoor hij opgelicht was. Hij had
dus alleen het verlies van de rente. Maar
voor een man met een jaarlijksch inkomen
van tien-duizend pond, is dit nog wel te over-
komen. Hij beschomvde het dan ook eenvou-
dig als een onaangenaam voorval uit ziin
kantoorleven, maar verderdacht hij weimg
meer over de zaak.
Athelstan Arundel was ook geheel verge-
ten geraakt door zijn vrienden. Er is er altijd
wel een bij in zoq'n kringetje van jongelui,
voor de kieskringen 1 en 2 Utrecht en Amers-
foort en daarop voorloopig te plaatsen de hee
ren Klerks, Setteur, Buis, Van't Hooft, Van
Rooyen en Laurijssen. j
OVERHEIDSPERSONEEL.
Men zendt het volgende communique aan
de pers:
Maandag is het comite ter behartiging van
de algemeene belangen van overheidsperso-
neel te Amsterdam in vergadering bijeenge-
komen.
Algemeen was de ontstemming over het
feit, dat na de aanneming van de motie-Bul-
ten d'e centrale commissie voor georganiseerd
overleg in ambtenarenzaken nog niet was
bijeengeroepen, en met de bewerking van het
bij het centraal bureau van voorbereiding
voor ambtenarenzaken voor 15 November in-
gezonden materiaal inzake herclassificatie
van de gemeenten al heel weinig voortgang
schijnt te worden gemaakt. De vertegenwoor-
digere van het comite in de centi'ale commis
sie kregen opdracht, zich ever dezen gang
van zaken bij den voorzitter dezer commissie
te beklagen.
Besproken werd verder de afwijzende be-
slissing van minister De Geer op het verzoek,
aan de wijziging van art. 27 van het Bezoldi-
gingsbesluit, in verband met de onlangs tot
stand gekomen verbeteringen in de herclassi
ficatie van de gemeenten, terugwerkende
kracht' te verleenen tot I Januari 1926, zooals
door de centrale commissie was verlangd.
Deze commissie had reeds in haar vergade
ring van 16 Februari 1926 de wenschelijk-
heid der veel later door het Kamerlid Her
mans bepleitte verbetering uitgesproken.
Vastgesteld werd, dat de regeering meer
genegen schijnt aan verlangens van Kamer-
leden gevolg te geven, dan aan adviezen van
de door haar ingestelde commissie voor geor
ganiseerd overleg.
Bij de bespreking van een met den minister
van financien gevoerde correspondentie over
de in De Ambtenaar van 8 October 1926
voorkomende opmerkingen aangaande de
juistheid van het officieele communique van
een vergadering der bijzondere commissie
van overleg voor het dienstvak der belastin-
gen, werd met groote voldoening van het
verloop dezer aangelegenheid kennis geno
men.
DE ZIEKTEWET.
Te Utrecht is Dinsdag hot algemeen be
stuur van het Chr. Nat. vakverbond in bui-
tengewone vergadering bijeen gekomen.
Behalv^ de leden van het algemeen bestuur
waren aanwezig eenige aan het C. N. V.
geestverwante leden van den Hoogen Raad
van Arbeid, eenige voorzitters van Raden
van Arbeid en vertegenwoordigers van de
a. r. en c. h. Kamerfracties.
Het onderwerp: voor-ontwerp van wet be-
treffende wijziging van de Ziektewel werd in-
geleid door den penningmeester van C. N. V.,
den heer J. S. Ruppert Jr., die ate lid van
commissie XI uit den Hoogen Raad van Ar
beid de voorbehandeling van dit onderwerp
heeft meegemaakt. Hij meent, dat het wezen
der Ziektewet-Takna radicaai wordt aange-
tast; de groote gedachte, die in Talma's wet
li'gt: een groote territoriale kas en contract
met de ziekenfondben, gaat, zoo zeide hiji,
verloren. Tegen dit ontwerp' moeten zeer
ernstige bezwaren rijzen.
In de middagvergadering werd uitvoerig
over dit referaat van gedachten gewisseld.
Twaalf sprekers nam en aan deze bespreking
deel.
EEN BURGEMEESTER BESCHULDIGD.
Naar aanleiding van geruchten, ate zou de
wetihouder L. van Herpt, te Etehout-Oud-
die in moeilijkheden raakt en die dan geheel
uit hun midden verdwijnt. Maar heel zelden
wordt er nog gedacht aan een dergelijk jong-
mensch. Dit is eenmaal zoo de loop van de
wereld, die geen tijd heeft om stil te staan bij
een dergelijk al is het dan ook nog zoo
droef maar toch o zoo gewoon verschijnsel
Een jaar of vier na deze geheimzinnige
zaak van Edmund Gray, ontving mr. Dering
een brief met een Amerikaanschen postzegel,
waarop stond: „Prive en vertrouwelijk." Hij
legde hem op zij, tot hij door zijn andere za-
kenbrieven been was. Toen maakte hij hem
open. Ailereerst keek hij naar de onderteeke-
ning.
„Ha" zei hij. „Athelstan Arundel! Einde-
lijk. Nu zullen we eens zien."
Mr. Dering begon den brief te lezen met
kentenis van het misdrijf. Het zou hem een
verlichting zijn geweest als dit zoo ware.
Natuurlijk had Athelstan het gedaan. Nie
mand andere kwam er voor in aanmerking
En toch, telkens ate het geval weer bij hem
boven was gekomen, had hij diezelfde onaan-
gename gewaarwording, dat hij toen mis
schien niet verstandig had gedaan. Mogelijk
had hij de feiten niet zoo voor hem moeten
blootleggen, tot hij vaste bewijzen had gehad.
Mogelijk ook had hij meer in vertrouwen
moeten spreken, ofschoon dit vertrouwen
dan toch ook ontbrak. De tijd had enkel de
verdenking van mr. Dering nog sterker doen
zijn tegehover den jongen man. Het moest
immers door hem of door Checkley bedreven
zijn. Nu, Checkley had het handschrift
niet zoo kunnen nadoen, al had hij het ook
gewild. Neen, het werd door Athelstan ge-
1 daan. Waarom, wat hij er mee voorhad, nu
htusden (gemeente van 1024 zielen) zich in
de laatst gehouden raadsvergadering hebben
uitgelaten over een minder juist beheer door
den burgemeester v. L., heeft het Dagblad
van Noord-Brabant en onderhoud met dezen
wethouder gehad.
Inderdaad heeft deze zich uStgelaten over
het minder juist beheer, aangezien hij aan de
hand van bewijzen daarvan overtuigd was.
Beide wethouders hadden de gemeente-rete-
ning 1925 niet gezien en missives van Gecl
Staten betreffende slordigheden in de ge-
me en te -administr a tie werden verdonkere-
maand.
De wethouder ventdde, dht b.v. ter beta-
ling van rekeningen aan leveranciere een
kasgeldleeming werd geslo-ten. De burge
meester vervoegde zich bij den gemeerite-Otnt-
vanger, haalde daar het geld, zeggende, dat
hij de leveranciers wel zou betalen. Nadat
het geld was onitvangen, kwam dan verder
van de betaling aan de leveranciere niets.
Zoo zou hij., volgens den wethouder, het
bedrag a 3000 eener geldleening hebben
laten inschrijven op zijn particulier spaar-
bankboekje. Al d'eze bedragen zijtn echter
later, na aanmaning, door den burgemeester
aangezuiverd.
Meerdere eigenaardige staal'tjes van be
heer werden door den wethouder genoemd,
zoo o.a. het eigenmachtig laten maken van
acten bij notaris J., zonder daarin den ge-
meerateraad te kennen, aangezien de gemeente
de kosten der acten niet wil betalen, zal een
procedure volgen.
Eenige malen moest, volgens den wethou
der, op het safaris van den burgemeester be-
slag worden gelegd, terwijl het betalen van
huishuur en pensioensbijdrage telkens achter-
wep'e bleef.
Meemtalen ziin door de wethouders klach-
ten bij Ged. Staten van Noord-Brabant inge-
cliend en van die zijde is ook meermaien een
onderzoek aanhangig gemaakt.
OOSTENRIJKSCHE EN HONGAARSCHE
KINDEREN.
Gisterochtend vroeg is te Zeven a ar een
extratrein voor ons land aangekomen met
een groot transport Oostenrijiksche en Hon-
gaarsche kinderen. N
HET STOOMVISSCHER1J BEDRIJF
TE IJMUIDEN.
Dinsdag heeft een bespreking plaats gehad
tusschen de besturen van den Centralen Bond
van Transportarbeiders, den Christ. Zeelie-
denbond, den iMederl. Christ. Bond van Fa-
brieksi- en Transport-arbeiders en de bestu
ren der beide reedersvereenigingen te IJmui-
den, over de door de organisaties gestelde
eischen. Aan dc besturen der vakorganisaties
werd meegedeetd, dat de reeders bereid wa
ren, mede te werken tot stichting van een
fonds voor sociale voorzieningen, uit welk
fonds uitkeeringen zouden worden verstrekt
bij werkloosheid en ziekte. De besturen der
genoemde vakorganisaties- hebben meege-
deeld, dat zij niet fegenover het door de ree-
derebedoelde fonds voor sociale voorzienin
gen stonden, doch dat naar hun meening het
verlangen naar een zoodanig fends, zonder
verhooging van de gages en zelfs ten koste
daarvan, niet algemeen door de opvarenden
wordt gedeeld. Zij stelden voor, aan de op
varenden van de scbepen zelf over te laten,
of zij het bedrag, hetwelk eventueel voor
fondsvorming zou worden aangewend, ate
zoodanig wilden besteden, dan "wel in den
vorm van loon wilden ontvangen.
De besturen der reedersvereenigingen ver-
klaarden zich bereid te overwegen, of aan dit
door de besturen der drie organisaties gedane
voorstel kan worden tegemoet gekomen, waar-
de banknoten toch nooit gepresenteerd waren,
dit was iets onverklaarbaars. Maar dat hij
het deed, dit was wel zeker.
Mr. Dering bego nden brief te lezen met
belangstelling. De aanhef was zonder eenige
inleiding van eerbiedige, of vriendclijke woor-
den. Toch was het niet het schrijveri van een
slecht mensch, noch van een boetvaardige.
„Vier jaar geleden," las mr. Dering, „dreef
u mij uit mijn betrekking en maakte een ver-
andering in mijn leven door een verdenking
die tot een beschuldiging werd van de ergste
soort: dat ik u, den oudsten vriend van mijn
vader, den raadsman van mijn moeder en
mijn eigen voogd en werkgever, zou bestolen
hebben van een groote som gelds; en dit al
les naar aanleiding van enkele feiten, die
deze richting uitwezen. U heeft zich nooit af-
gevraagd of deze verdenking wel gerecht-
vaardigd was, door eenige handeling van
mij."
„Dat is toch niet waar; opzettelijk cmvaar.
Ik heb enkel de feiten voor hem blootgelegd
Niets dan de feiten. Ik heb geen beschuldi
ging tegen hem ingebracht."
„Ik denk, dat nu degeen, die het misdrijf
pleegde, al lang gevat is. Als ik gehleven
was, zou ik er hem we! eens even over aange-
sproken hebben. Want, natuurlijk, kan het
door niemand anders bedreven zijn dan door
uw klerken. Nu, ik heb mij niet vergrepen aar
uw eigendom en ik hoop, dat ik eens nog voor
uw dood terug keer en dat ik dan een enkele
betuiging van leed en schaamte van u tf
hooren zal lcrijgen."
,Dat denk je maar," luidde de opmerking
van mr. Dering.
Wordt vervolgd.
■eritiSfittiSSBte.
Iw.J - V-.