Alkmaarsche Courant
aa0S0ssi^iM5]0i^^
iHSSSSHHSHHHHSHHHgHHSaaaaaBI]
i
I
a
a
a
a
a
a
a
n
a
a
a
a
a
H
a
WANNEER GIJ EEN ZAAK
GAAT BEGINNEN.
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
a
n
Dinsdag 18 Januari.
Brieven uit Ween en.
FEU1LLETQN.
Wie is Edmund Gray
E BLENDERS VOOR 1927.
Voor kantoor en de huiskamer luxe Kalenders.
L. Frankenberg, Albmaar.
Iinnenlam
HANDELSDRUKKERIJ
N. V. v.h. HERMS. COSTER ZOON
•t I
Hflndsrd Negen sn iwintigsie jaargang.
XVI.
De Jaarswisseling.
Begin Januari.
Voor het. eerst maakte ik dit jaar den over-
gang tusschen Oud- en Nieuwjaar te Weenen
mee. En op dezen Weenschen Oudejaars-
avond vielen mij we! de bijzondere verschil-
len op, die er tusschen de menial iteit van een
zeer groot deel der Weeners en die van het
Nederlandsche volk bestaan. De vroolijkheid
en luchtigheid van de eersten kwamen in de
afgeloopen dagen wel bijzonder tot uiting.
Slechts weinigen bleven op den laatsten
avond van het oude jaar thuis: zeer velen
amuseerden zich bij een avond- of nachtvoor-
stelling in comedie of revuetheater, die alien,
evenals de groote bals, totaal uitverkocht wa-
ren. De anderen hoopten zich op in de cafe's,
welke tot vroeg in den schemerenden morgen
de deuren openhielden en het leek wel alsof
velen hun spaarduitjes van een heel jaar er
in dezen tijd maar weer even hard doorheen-
joegen.
Overal klonken de tonsn van de speciaal
voor dezen avond geengageerde Jazz Bands:
de musici zwoegden urenlang als vurige
dollemannen, om alleen even een paar minu
ten voor twaaf uur te stonpen. Dan gaat plot-
seling het licht uit, de bekkens laten twaalf
slagen hooren, jong en oud omarmt en kust
elkaar, waarbij het er dikwijls niet op aan-
komt, welke schoone op dat oogenblik nu wel
toevallig naast je staat. Dan bespeurt men
een korte, doch heftig sentimenteele ontroe-
ring, dan klinken er tikkende en soms breken-
de wijnglazen en alien juichen een „Prosit
Neujahr".
Het volgend oogenblik flitst heel het licht
fel weer op en met donderend lawaai raast
de muziek verder: de saxophoon gilt, de viool
streelt, de pianist heft hoog zich op of kromt
ineen achter zijn instrument, de neger bij de
trom schudt en trilt met zijn lichaam en stoot
weer zijn verbijsterende kreten uit. Allen zijn
dan weer gegrepen doer het meesleepende
regelmatig dreunende rhythme, dat de gemoe-
deren in heftige opwinding brengt.
En het schijni wel, alsof de goede stem
ming met de intrede van het nieuwe jaar er
jiu pas goed ingekomen is. De gemoederen, die
onbewust nog niet tot hoogste vrooliikheid
konden komen, daarinbelemmerd door inner-
lijke, liehtelijk onrustige of ernstige gedach-
ten in dit laatste uur van een wellicht zorge-
lijk jaar, zijn plotseling met de beste voorne-
mens bezield. De spontaan hartelijke vriende-
lijkheid, die daarvan een der gevolgen is, uit
zich dan ook onmiddellijk en laat niet na in
de zaal de sfeer van groote uitbundigheid en
guile gemoedelijkheid te brengen, die voor een
goed welslagen van een feest noodzakelijk is
en die altijd wel onder de Weeners een zeer
aparte wordt.
Het volgend oo.genblik komen dan de ge
lukzwijntjes binnen en welk liehtelijk wreed-
aardig bij de haren worden getrokken. Wan-
neer ze gillen, wil dit 'n gelukkig voorteeken
zijn, het gegil is natuurlijk niet van de lucht
en als we naar't overweldigende gekrijsch de
hoeveelheid geluk, die 1927 brengen zal, moe-
ten meten, dan schenkt dit jaar wel de groot-
ste denkbare hoeveelheid goede gaven en gun-
6tige omstandheden.
Dan worden natuurlijk ook de partijen veel-
kleurige ballons naar binnen gedragen, die
nu eenmaal tot de noodzakelijke attributen
voor een grandioos feest behooren en al
spoedig onder de lieftallige voetjes der Ween
sche schoonen kapot knallen. Niet alleen de
Jazz Band-muziek klinkt op deze Oudejaars-
avoncjbals. niet uitsluitend de wilde Charle
ston- en shimmy-rhythmen bekoren de muzi-
kale harten van de Weeners. Want zij kunnen
hun geliefde walsen niet missen en dikwijls
ruischt dan ook een ouderwetsch vriendelijke
Strauss-melodie door de zaal en alle aanwe-
zigen, ook de ouderen, die eerst te zamen in
een hoekje gekropen naar het Charleston-ge-
schok met ontzetting in de oogen keken, doen
nu mee en zweven met de anderen in het rond,
graceus en gelijkmatig, met groote overgave
en echt genot, waaruit wij een nog altijd
groote voorkeur boven de moderne dansen
bij een groot deel van de Weeners meenen te
mogen opmaken.
Al dit luidruchtig gefeest en deze uitgela-
tenheid was wel geheel anders, dan een N-e-
derlander op dezen avond gewoon is, en laat
niet na hem te bevreemden. Met een liehtelijk
12)
Geautoriseerde vertaling naar het
Engelsch van Walter Besant,
door Mej. E. Hoogewerf.
Dien ochtend werkte hij ook ijverig voort
aan hetgeen hij zioh eenmaal ten taak had
gesteld. Toen keek hij op zijn horloge. Het
was half-drie. Hij tikte op de tafelschel en
zijn oude klerk kwam binnen.
Ofschoon Checkley van denzelfden leeftijd
was, als zijn chef, leek hij veel ouder. Hij
was kaal, op een witte vlok boven ieder oor
na. Hij liep wat gebogen en zijn handen
trilden. De uitdrukking van zijn gelaat was
scherp, listig en achterdochtig. Hij stond in
de onmiskenbare houding van gedienstige, de
handen onmiddellijk bereid aan te vatten en
het hoofd wat gebogen.
„De klerken zijn zeker alien weg?" vroeg
tur. Dering.
„Allen weg. Het eenige, waar ze steeds op
uit zijn, van het oogenblik, dat ze's morgens
hier binnenkomen is, om maar zoo gauw mo-
gelijk weer weg te komen. Hart voor hun
werk hebben ze niet."
„Welnu, laat ze maar gaan. Ik wilde eens
breedvoerig met je spreken Checkley."
„Zijn er bezwaren?" vroeg de oude klerk
met de soort eerbiedige gemeenzaamheid,
waar zijn lange diensttijo hem het recht toe
gaf.
De tijd is daar, Checkley, dat wij een ver-
ffndering moeten maken."
heid eener echt Nederlandsche Oudejaars-
avondviering met punch, oliebollen en manda-
rijnen wandelde ik door de Kartnerstrasse,
om wat frissche lucht te happen na eenige
uren ronddraaien in een warme en bedompte
zaal. En ook om eens te.zien of het in de
Weensche straten dezelfde doUg boel was, ais
daarbinnen.
En toen zag ik, dat n«1c dit jaar weer aan
de traditioneele Weensche gewoonte vastge-
houden werd, om tusschen 11 en~l uur door
de binnenstad te wandelen, in dichte drom-
rnen door de straten te trekken, die rondom
de oude Stephanskirche liggen.
Van ouds hoopt men zich dan«bij deze oude
kerk op. Vroeger zwaaide de oude torenwaoh-
ter zijn lantaamtje heen en weer, riep de
menschen tegen het uur van twaalven uit de
hoogte zijn Prosit Neujahr" toe, dat dan
door alien luidruchtig beantwoord werd. Dit
jaar was echter de op andere dagen verlichte
kiok in den toren gedoofd, opdat de menschen
niet zouden blijven stilstaan en de politie-
agenten verspreidden zooveel mogelijk de
menigte, om een te groote opeenhooping te
voorkomen.
Maar toch kuierden talrijke families arm
in arm in breede rijen steeds maar heen en
weer en het scheen wel, alsof zij op iets bizon-
ders wachtten. Maar er gebeurde niets, het
oude jaar gleed kalm in het nieuwe over en
toen de klokken 12 uur sloegen, omarmden
ook de wandelaars elkaar «n zakten daarna
al vrij spoedig rustig naar huis of naar een
cafe af.
Eenige dagen tevoren heerschte bij de Step
hanskirche dezelfde overweldigende drukte.
Op den „heiligen avond" voor Kerstmis slui-
ten de cafe's en winkels zonder uitzondering
cm zeven uur en elke Weener verkeert dan in
de vrome en ernstige stemming, die in den
grond bij het Kerstfeest past. Bijna alien
gaan dan naar de mis en vooral nu eindelijk,
na jaren, weer eens de beroemde middernacht-
mis in de Stephanskirche gehouden werd,
stroomde het naar deze wondere gebeurtenis.
Brekend door het cordon politie-agenten
gelukte het mij nog het een plaatsje te ver-
overen in het machtige gebouw en hoewel
de muziek en zang, door eerste Weensche
kunstenaars vertolkt, als altijd indrukwek-
kend waren, kon ik toch niet in de stemming
komen, die het mogelijk maakt, van dit alles
naar waarde te genieten. Het immense ge-
drang van de steeds maar opstuwende me
nigte, daartusschen door de barsche bevelen
van de overigens hun plicht doende agenten,
werkten tot het komen van een eenigszins
rustige overdenking in totaal negatieven zin.
Het speet mij niet te zijn gegaan naar een
van die oude stille en eenzaam gelegen kerk-
jes in Modling, Dobling en Grienzing, waar
men als vanzelf eenige oogenblikken tot in-
keer komt, hetgeen nu eenmaal in den tegen-
woordigen jarenden, cynischen tijd, vooral
in een wereldstad, absoluut noodzakelijk is,
om het juiste gemoedsevenwicht te bewaren
Maar toen ik naar huis wandelde en einde
lijk na veel dringen en duwen uit de herrie
was, stak ik den ouden Michaelerplatz over
en werd getroffen door zachte orgelklanken,
die uit de verte kwamen. Door de openstaan-
de poort stroomde het schijnsel van de hoo-
ge, stille altaarkaarsen en daar in dat kleine,
eenvoudige en heel ouderwetsche Michaeler-
kerkje vond ik de sfeer, waarnaar ik dien
avond tevergeefs gezocht had. De muziek
was wellicht niet mooi uit muzikaal oogpunt,
maar het koortje zong met waarachtig innige
overgave en de weinige aanwezigen luisterden
met stille aandacht, waaruit een eerlijk zoe-
ken naar het hoogere sprak.
Hier heerschte de ware en vredige Kerst-
stemming, die men, ouder geworden, uit de
kinderjaren zich als een illusie nog wel voor-
stellen kan, maar temidden van het stadsia-
waai dikwijls zoo moeilijk teruggevonden
wordt en waarvan men denkt haar alleen te
zullen weervinden in een kerkje op het platte-
land, zoo'n kerkje, dat men op een kerstkaart-
je afgebeeld ziet, temidden van de sneeuw,
met er voor de zwarte stippen der eenvoudi
ge buitenmenschen, die op het klokgelui afko-
men.
Maar diezelfde vrede en rust vond ik on-
verwacht diep in den nacht in het midden
van het oude Weenen, een stille plek, waar
een wondere kalmte heerschte en waar het
goed was even uit te rusten van de inspan-
nende levensjacht.
TH. J. H.
doe mijn werk toch zoo goed als altijd an
ders? En zeker beter dan een van de jongere
klerken. Wat bedoelt u met een verandering?"
„Die verandering betreft jou niet."
„U dan? U gaat zich toch niet terugtrek-
ken uit de zaken?"
„Neen, ik ben juist van plan zoo lang mo
gelijk aan te blijven. Maar toch kan dit niet
veel langer zijn, dan voor een jaar of twee
op z'n hoogst. It ben vijf-en-zeventig, Check-
ley."
„Ik ook. U hoort mij toch nooit klagen
over mijn werk, is het wel? En u eet met
smaak. Uw gezondhud is goed."
„Ja, mijn lichaam is gezond. Maar er is
toch iets, waar ik mij den laatsten tijd onge-
rust' over maak, namelijk over maak, namelijk
over mijn geheugen."
„0, jongere menschen laat dit ook wel eens
in den steek," antwoordde de klerk, boud-
weg.
„Soms kan ik mij op den ochtend niet meer
herinneren, wat ik den avond te voren deed."
„Dat beteekent niets. In het geheel niets."
„Gisteren, toen ik op mijn horloge keek,
kwam ik tot de ontdekking, dat ik drie uur
lang bewusteloos was geweest."
„U heeft geslapen. Toen ik binnenkwam,
zag ik dat u in de rust was."
Dit was niet waar, maar het werd gezegd
met een goede bedoeling.
,,'s Morgens al in te slapen getuigt van
een zekere mate van verval van krachten
Toch geloof ik, dat ik mijn werk net zoo goed
doe. Het aantal clienten vermindert er toch
niet op, Checkley? Ze zullen toch niet gaan
vermoeden, dat mijn krachten te kort schie-
ten?"
„Ze hebben meer vertrouwen hi u dan ooit."
HE! JUBILEUM VAN
JACOB HAMEL.
Zateraagmiddag was de groote miadenzaal
van iiet restaurant „Krasnapolsky" te Am
sterdam geheel bezet met belangstellcnden,
die den toonkunstenaar Jacob Hamel kwamen
huldigen, die 25 jaar koor-dirigent is,
De" voorzitter van het huldigingscomrte,
de heer S. v. d. Baan, sprak namens de ko-
ren die coder leiding van den jubilaris staan,
hem als dirigent en componist buldigende.
Daarna was het woord aan wethouder
dr. I. H. J. Vos, voor het uitspreken van de
feestrede.
Na den heer Vos voerden tal van sprekers
en spreeicstcis jtet woord.
Em groct aantal telegrammen. van diri-
genten, artit cn, koren, enz., te veel om voor
te lezen, v agekomen.
NE. ERLAND EN CHINA.
De regeerimg heeft thans de Britsche regee-
ring in kennis gesteld met hare zienswijze in
zake het Britsche memorandum, betreffende
de ten opzichte van China te volgen politick.
In het Nederlandsche aniwoord' wordt o.a.
gezegd:
Bezield met het oprecht verlatgen, China te
helpen in de verwezenlijikinig van zijn recht-
matige aspiraties en zoo spoedig mogelijk de
bepalingen in uitvoeriing te zien komen, waar-
over tusschen de op de conferentie van Was
hington ve rie gen w o ordigde mogendheden
overeenstemming was verkregen, heeft Harer
Majesteit's regeering ten zeerste de omstan-
digheden betreurd, die tot dusver de verwe-
zenLijkir.g van dat vrlaogen hebben belet. Zij
atelt er prijs op. vast te stetlen, dat zij vreemd
is geweest aan -de redenen, welke dit betreu-
renswaardige uitstel hebben veroorzaakt.
Nog voor de onivangst van de officieele
ui'tnoodiging van de Chineesche regeering tot
deelmeming aan de bijzondere conferentie,
voorzien in artikel 2 van het verdrag van
Washington nopens het Chineesche douane-
tarief, had de regeering haren vertegenwoor-
diger te Peking instructie gegeven, om een
resultaat te bevorderen, dat in overeenstem
ming zou zijn met de te Washington aange-
gane verbintenissenwn den ruimsten zin op-
gevat, en dat aan China ruimschoots voldoe-
ning zou geven.
Zooals de Britsche regeerimg terecht heeft
opgemerkt, verschlt de thans in China heer-
schemde toestand van dien ten tijde van de
Conferentie van Washington en heeft de ont-
wikfcelimg op staatkundig gebied, waarmede
deze Conferentie rekening heeft widen hou-
den, een loop genomen, weAe men niet had
kunnen voorzien.
Van oordeel, dat met deze verdere ontwik-
keling rekening moet worden gehouden, is de
Ned. regeering volkomen bereid zoo ver mo
gelijk te gaan om voldoening te geven aan de
Chineesche wenschen, en met de regeeringen
van de andere mogend'heden, die de overeen-
komstem van Washington onderteekend heb
ben, na te gaan op welke wijze recht kan
wedervaren, niet alleen aan de letter, maar
bovenal aan den geest van deze overeen-
komsten.
De regeering vereenigt zich met het voor-
stel der Britsche regeering met betrekking tot
de heffing van de extra recbtera, te Washing
ton voorzien.
Van den anderen leant stelt de regeering
het zich ten plicht de onschendbaarheid van
China streng te eerbiediigen en de meest
strifcte onzijdigheid te betrachten tegenover
de partijen, die ellkander daar de macht be-
twisten.
Hoewel Jnstemmende met de algemeene
denfcbeelden en de vrijgevige zienswijze,
waardoor het Britsche memorandum is inge-
geven, betwijfellt de regeering echter of het
thans het meest geschikte oogenblik is voor
het afleggen van de politieke verklaring, in
dat memorandum beoogd.
NAGEMAAKTE 20-GULDEN-
BILJETTEN.
Bij de politie te Rotterdam is wederom een
tweetal nagemaakte biljetten van twintig gul
den gedeponeerd, welke vervaardigd waren
uit knipsels van afbeeldingen in dagbladen
De papiertjes waren netjes aan elkaar ge-
plakt en met waterverf gekleurd.
SCHEURING IN DE GEREFOR-
MEERDE KERK VAN
ROTTERDAM.
De heer A. van Duyn, ouderling der Gere-
formeerde Kerk van Rotterdam, heeft bij den
kerkeraad een voorstel ingediend, om zich
uit te spreken, dat de kerkeraad op grond
van de Heilige Schrift, de Belijdenis Schriften
en de Kerken-Ordening, zich met de beslis-
sing der Synode van Assen (en in verband
daarmede van verschillende andere kerkelijke
„Dat geloof ik ook, Checkley."
„U wordt algemeen beschouwd als de pri
mus in het vak."
„In ieder geval ben ik de oudste. Maar
vijf-en-zeventig is een hooge leeftijd, om z'n
werk voort te zetten. Veel langer kan het toch
niet duren."
„Sommige menschen gaan wel voort tot hun
tachtigste en zelfs tot hun negentigste jaar."
„Enkele, ja heel enkelen."
De notaris zuchtte.
„Maar om ook tot zoo'n gunstige uitzonde
ring te hooren daar mag men toch niet op re-
kenen. Hoe ouder ik wordt, Checkley, hoe meer
ik mijn werk ga liefkrijgen. Ik lclamp er mij
aan vast".
Hij spreidde de handen uit over de papie-
ren.
„0, ik kan de gedachte niet verdragen, het
te moeten opgeven. Ik geloof, dat' ik er nog
wel honderd jaar gelukkig mee rond zou kun-
ren gaan, zonder dat ik het ooit moe werd.
Maar toch zal ik het binnen een paar jaar
moeten opgeven. Het leven is droevig-kort.
Men heeft maar tijd voor de helft van de din-
gen die men zou widen doen. Daarom,"
met een diepen zucht, „laat ons werken zoo
lang wij kunnen. Het is echter beter, uit zich-
zelven af te dalen, dan maar beneden te wor
den gehaald of neergeschoten te worden.
Daarom ga ik voortbereidingen maken, Check
ley, voor het eind."
„Wat voor voorbereiding? U gaat toch
geen geestelijke halen?"
„Neen. Die soort voorbereiding niet. Een
dokter roep ik evenmin. En ook geen notaris,
om mijn testament te maken. Daar is al in
voorzien. Maar ik ben besloten, Checkley, om
een deelgenoot te nemen."
i]
11 VOORDAM C 9, ALKMAAR, TEL. 3
vergaderingen) niet kan vereenigen, noch op
eenigerlei wijze nog langer mede de verant-
woordelijkheid kan dragen.
Dit voorstel, ondersteund door een verzoek
van gelijke strekking, door een aantal belij-
dende leden tot den kerkeraad, gericht, is door
den-kerkeraad niet aanvaard.
Daarop heeft de heer Van Duyn bij den
kerkeraad een verklaring ingediend, waarin
gezegd wordt, dat hij en zijn volgelingen zich
cnttrekken aan de kerkgemeenschap, die men-
schelijke met de Heilige Schrift strijdige be-
sluiten stellen boven het woord Gods, opdat
alzoo de Gereformeerde Kerk van Rotterdam
andermaals tot reformatie worde gebracht en
zich vcege bij het kerkverband der aan den
Koning der Kerk gehoorzame gereformeerde
kerken.
Voorloopig zal, totdat de kerkeraad zal zijn
Vaangevuld, hulp worden geboden door de
Gereformeerde Kerk van Zandvoort. Reeds
Zondag a.s. zal een Godsdienstoefening wor
den gehouden, waarbij ds H. C. van den
Brink hoopt voor te gaan.
Naar verncmen wordt, is ook bij den ker
keraad der Gereformeerde Kerk van Delfsha-
ven door een aantal belijdende leden een ver
zoek van gelijke strekking als het bovenstaan-
de ingediend, welk verzoek echter door den
kerkeraad is afgewezen. De bezwaarde leden
der Gereformeerde Kerk van Delfshaven zul
len zich nu tijdelijk bij de vrijgemaakte kerk
van Rotterdam voegen.
"DE VEILIGHEID BIJ DE B1NNEN-
SCHEEPVAART.
Een belangrijk rapport.
Op het Binnenseheepvaartcongres, dat op
4, 5 en 6 Mei van het vorige jaar te Gronin-
gen werd gehouden, heeft de heer Th. L.
Mellema, inspecteur voor de Scheepvaart te
Groningen, een prae-advies toegelicht inzake
de veiligheid bij de binnenscheef vaart.
Het binnenseheepvaartcongres heeft zijn
bestuur machtiging verleend een commissie te
benoemen te behandeling van de vraag of
het voor de binnenvaart wenschelijk is maat-
regelen te treffen in het belang van de veilig
heid van vaartuigen, lading en opvarenden.
Naar wij vernemen is de door het bestuur
van het Binnenseheepvaartcongres benoemde
Commissie,die den heer E. P. Westerfeld,
oud- minister van Marine, tot voorzitter heeft
gekozen, dezer dagen met haar werkzaamhe-
den gereed gekomen.
De Commissie heeft een uitveerig prae-ad
vies samengesteld, waarin zij tot een viertal
ccnclusies is gekomen.
Ofschoon de bekende gevallen van rampen
in de binnenvaart de gevolgtrekking niet web
tigen, dat toezicht op de binnenvaart wensche
lijk is, acht de Commissie het gew^nscht een
statistiek aan te leggen van ongevallen, over-
komen aan schepen, ladingen en opvarenden
bij de binnenvaart waarbij de Commissie
meent de omschrijving van het begrip onge-
val te moeten overlaten aan den wetgever.
Volgens de tweede conclusie van de Com
missie zal de statistiek van rijkswege moeten
worden aangelegd. Daartoe worde door de
regeering een Commssie van deskundigen uit
verschillende groreen dec binnenvaart inge-
steld, met opdracht de plaats gehad hebben-
de ongevallen te enderzoeken uit een oogpunt
van classificeering
De Commissie spreekt in haar derde conclu
sie de wenschelijkheid uit, dat het Binnen
seheepvaartcongres bevordert, dat de zorg
voor de verlichting der binnenwateren wordt
„U?Zoudt u een deelgenoot nemen!
U? Op uw leeftijd?"
„Ja. Ik ga een deelgenoot nemen. En jij
bent de eerste, wien ik dit besluit meedeel.
Houd het voorloopig nog geheim."
„Een deelgenoot nemen? Uw scttitterend
inkomen in tweeen deelen?"
„Ja, Checkley. Ik zal een jongen man aan-
deel geven in mijn schitterend inkomen."
„Wat kan'een deelgenoot voor u doen, dat
ik niet zou kunnen? Ken ik niet al het kan-
toorwerk?"
„Je bent mij van grooten, grooten dienst,
Checkley, en altijd geweest ookMaar je bent
geen deelgenoot en dat kan je ook nooit wor
den."
„Dat weet ik zeer goed. Maar wat heeft u
nu aan een deelgenoot?"
„Als ik een deelgenoot neem, dan zal die
zijn eigen vertrek krijgen en hij zal zich met
jou niet bemoeien. Dus je zult geen reden tot
jalouzie hebben."
„Het zou tenminste wel hard zijn, als ik na
zestig jaar werken, op dit kantoor, er uit zou
moeten gaan voor een nieuweling. Maar nog
eens moet ik vragen: Waarvoor dient een
deelgenoot nu eigenlijk?"
„Hoofddoel is, dat hij't kantoor zal voorb
zetten. Het is nu honderd-twintig jaar oud.
Ik wil wel eerlijk bekennen, dat ik de gedachte
verschrikkelijk zou vinden, hoe het kantoor
met mijn verdwijnen, ook zou ophouden te
bestaan. Dit beschouw ik als het belangrijk-
ste voordeel van een deelgenoot te nemen.
Dan volgt het gemak dat ik hem een massa
werk kan overdragen. En, ten derde, zal het
frisch bloed en neuwe connedies aanbrengen
Het staat, bij mij vast, Checkley. Ik neem een
deelgenoot."
DIENSTPLICHT.
Bekendmaking van uitspraken in zake
vrijstelling.
De BURGEMEESTER van ALKMAAR
brengt ter algemeene kennis, dat omtrent de
aanvrage om vrijstelling van den dienst-
plicht wegens het bekleeden van een GEES-
TELIJK AMBT betreffende den hieronder
gencemden persoon, de uitspraak is geschied,
achter zijn naam vermeld.
SCHAGEN P. C., lichting 1924, voor 2
jaar vrij gesteld.
Tegen deze uitspraak kan binnen tien da
gen na den dag dezer bekendmaking in be-
roep worden gekomen door:
a. den ingesciirevehe, wien de uitspraak
geldt, of door diens wettigen vertegenwoor-
diger.
b. door elk der overige voor deze gemeente
voor dezelfde lichting ingeschreven personen
of dcor diens wettigen vertegenwoordiger.
Het verzoekschrift, daartoe aan de Konin-
gin te richten, moet met redenen zijn om-
kleed en worden ingediend bij den Burge-
meester, ter secreGrie dezer gemeente, af-
deeling Militaire Zaken, die voor de dobrzen-
dinsr zorgt.
Alkmaar. 17 Jan. 1927.
De Burgemeester voornoemd,
WENDELAAR.
geregeld op analoge wijze als bij het Depar
tment van Marine.
Tenslotte beveelt de Commissie aan het Bin
nenseheepvaartcongres te doen besluiten er
bij de regeering op aan te dringen het onder-
wijs voor schipperskinderen zoo spoedig
mogelijk op practische wijze te regelen in het
belang van de veiligheid bij de binnenscheep-
vaart.
DE N'OOD IN DRENTE.
In antwoord op vragen van mevrouw de
VriesBruinsma, lid van de Tweede Kamer,
betreffende maatregelen in het belang van
den gezondheidstoesland van de kinderen in
de Drentsche veenstreken, heeft de minister
van arfceid, handel en nijverheid meegedeeld,
dat hij heeft kennis genomen van het oordeel
van professor ScheUema, hoogleeraar in de
kindergenecskunde te Groningen, over den
gezondheidstoestand der schoolkinderen in
de veenstreken van Z.-O. Drente\ De minis
ter merkt daarbij evcnwel het volgende op:
Dat prof. Seheltema controleerend deskun-
dige van de regeering voor de kinderen in
de verschillende vacantiekolonies in ons land
zou zijn, is minder juist; prof. Seheltema en
prof. Gorter controleeren op verzoek van
den hoofdinspecteur voor de kinderhygiene
de kinderen, die in de herstellingskolonies
zijn opgenomen, met het doel, dat de verple-
ging in die kolonies alleen aan de kinderen,
voor welke die verpieging noodig en doeltref-
fend is. ten goede zal komen.
Zooara de o-ndergeteekende het persbe-
richtje had gelezen, heeft hij inlichtingen in-
gewonnen. Uit de verkregen inlichtingen, die
kort geleden inkwamen', is gebleken, dat het
stukje van prof. Seheltema geschreven is op
verzoek van den secretaris van het propa-
ganda-comite, met de bedoeling op te wekken
tot steun voor het uitnemende werk, dat dit
comite verricht. Een wetenschappelijk rapport
over den gezondheidstoestand der schoolkin
deren in de veenstreken van Zuid-Oost Dren-
te is dit stukje niet cn bedoelt het ook niet te
zijn Het tast dan ook in geen en deele aan
het zeer grondige rapport, door den inspec
teur van de volksgezondheid dr Tuntlcr in
„Heeft u er al een op het oog?"
„Ja. Maar ik vertel je nog niet wie het is,
tot ik het juiste oogenblik daarvoor gekomen
acht."
Checkley mompelde iets enverstaanbaars.
„Als ik niet altijd zoo zeer was opgegaar
in mijn zaken, zou ik getrouwd zijn en eigen
zoons hebben gehad, die de firma hadden
kunnen doorvoeren Maar ik heb mij nooit
den tijd gegund me met trouwplannen bezig
te houden. Als jongmensch was ik ook niet
bijzonder verliefd van aard. De bekoringen
van een vrouw berusten geheel op het uiter-
lijk, naar ik meen."
„0, ja. Als ze niet langer haar mooie
kleeren aan hebben, zijn ze allemaal hetzelf-
de. Ik ben immers getrouwd geweest. Maar
net zijn dure paardjes cp stai!"
„In ieder geval, zooals de zaken nu staan,
Checkley, neem ik een deelgenoot."
„U is natuurlijk vrij, om te doen en te la-
ten zooals u wilt, sir. Maar, let op mijn woor-'
den, u blijff nog wel tien jaar aan den gang
en al die tien jaren lang zult u er spijt van
hebben, dat u een deelgenoot genomen heeft.
Van iedere honderd pond moet hij z'jn portie
hebben. Bedenk dat well"
„Nu acht jaar geleden, herinoer ik mij, heb
ik er het eerst over gedacht, om edn deelge
noot te nemen Acht jaar; en eigenlijk geheei
om dezelfde reden, als nu. Ik ontdekte, dat
mijn geheugen achteruitging. Er waren. ga-
pimgen in; dagen en gedeelten van dagen,
waar ik mij niets meer van herinneren kon.
De man, dien ik het eerst op 't oog had,
was de jonge Arundel."
(Wordt vervoigd).
s-
k-
'ij
)e
:n
le
S
u
te
n"
n
!e
:t
a
„Eeti vpriHT-ioi-inofWaarom? Ik
niiuwn BmmaasnsggtasagBB—g
■tuiiuiuiiiiiinniiimmniiiiuuiiiiiiiiiLiiniuiiiiiuuiuiiiiiiiiHuiiiuiuuiiiiuiiuiiiiiiiiiuiiiiiuiiiuiuiimuiiuuimnniiiiiiuiii
IN BOVENGENOEMD GEVAL HEBT GIJ WELLICHT
DRUKWERK NOOOIG. VOOR ALLES BEHOORT OIT
TE GETUIGEN VAN SMAAKVOLLE. NETTE AFWER.
KING. IMMERS, DE EERSTE INORUK IS DIKWIJLS
BESLISSEND, DOOR GOED UITGEVOERD DRUKWERK
KRIJGT GIJ EEN CLIENTELE, DIE GUNSTIG OVER
UW ZAAK DENKT EN ER VERTROUWEN IN STELT.
AAN U. OIT LAATSTE NIET BESCHAAMD TE MA.
KEN; HET EERSTE (HET DRUKWERK DUSl. VERZOR.
GEN WIJ VOOR U, VLUG. NETJES EN BILLIJK.
a B
l
i
1