ftlkmaarsctie Gourant
Gezondheid
met f
gldzen!
Dinsdag 8 Februari.
Radio-hoekje
Indische Eroniek.
FEL1LLETON.
Wie is Edmund Gray
Rectatszaken
No. 39
1927
Honaeid negen en twintigstj Jaargang,
Woensdag 9 Februari.
Hilversum, 1050 M. 12.— Politieberichten
2.3.Engelsche les voor kinderen. 3.—
4.Radio knipcursus. 4.4.30 Halfuurtje
voor de huisvrouw. Mevr. Sterk-Proot houdt
een causerie over: Wandelen en kinderen
4.35—6.15 Vooravondconcert door bet H. D.
O.-orkest. Soliste: Mevr. Fortuin-v. Dantzig.
piano. 6.15—6.45 Lezing'door den heer A. .1
Meybrink, over: Hulp aan dren'kelingen en
bij ijsongevallen. 6.457.45 Vervolgles en
conversatieles Duitschr. 7.45 Politieberichten.
10.30 Persberichten1. 8.10 Christel. Omroep.
Uitzending uit de Luthersche kerk te Deven-
ter Mej. A. v. Essen, sopraan. De heer A J.
Mooy, orgel. 1. Orgelspel. 2. Gemeenschapp.
zingen: Gez. 108:2 en 4 (Luth. Bund) 3.
Lezen uit de H. Schrift. 4. Gebed. 5. „Zalig
alleen", Sweeps (sopraan). 6. Toespraak
door Ds. J. P. v. Heest, over „Levensoor-
sprong". 7. Zingen: Lied no. 575:1,2,3,
(Luth" Bund.). 8. Toespraak van den heer
P C. Tijssen, over: Levensbeteekenis. 9. Zin
v genLied.no. 575:1,2,3, (Bundel van Joh. de
Heer). 10. Toespraak van Ds. G. v.d. Zaal,
over: LevensbeSternm i ng11. ,Waar zult gij
zijn"? No. 241 Bundel Joh." de Heer (so
praan). 12. Zingen: Ps. 73:12. 13. Dankge-
bed. 14. Orgelspel. 15. Sluiting
Daventry, 1600 M. 11.20 Concert. Daven-
♦ry-kwartet en solisten (piano, viool, cello,
tenor). 12.05 Vocaal concert. E. O'Neill so
praan. 12.25 Concert (vervolg). 1.20—2.20
Orkestconcert. 3.15 Voorlezing: Pickwickpa-
pers 3.20 Lezing: Our native tongues. 3.40
Lezing: Books worth reading, Moby Dick
van H. MelviJIe. 4.05 Lezing: Village life un
der the Stuarts. 4.20 Concert. Daventry-kwar-
tet en solisten (contra-alt, piano). 5 35 Kin
deruurtje. 6.20' Bespeling van het concert-or-
gel van de New Gallery Kinema. 6.40 Tuin-
oraatje. 6.50 Tijdsein, weerbericht, nieuws
7.05 Vervolg orgelconcert. 7.20 Lezing: The
world economic conference. 7.35 Vioolsonates
imn Corelli met basbegeleiding. 7.45 Lezing"
The magic vitamins. 8.05 C. Clensy, artisten
imitaties. M. George en E. Butcher, volks-
zang. 8.35 Concert van het New Verrey's
restaurant. 9.20 Weerbericht, nieuws. 9 35
Causerie. 9.50 Koorzang. 10.05 Mr. Flotsam
en Mr Jetsam in een rnuzik. nieuwsber
10.2011.20 Spaansche muziek. Werken van
Aionzo Orkest en sopraan. 11.2012.20
Dansmuziek.
Parijs Radio-Paris", 1750 M. 10.50
11.20 Nieuwsberichten en muziek. 12 50
2.10 Concert. Orkest en vocale soliste. 5.05
5.55 Concert door de Radio Jazz Symphonic.
9.05—10.50 Concert. Gala-avond. Orkest
jazzband en vocale solisten.
Langenberg, 469 M. 10.2011.20 Orkest
concert. 12.501.50 Orkestconcert. 4 20
5.15 Walsmuziek. 7:358.50 Concert. R
Griinwald, zither. 9.20—11.20 Dansmuziek
i. d. Bastei.
Ronigswuslerhausen, 1300 M. en Berlijn
484 en 566 M. 11.20—7.05 Lezingen en les
sen. 8.20 Concert. B. Seidler-Winlder, piano.
F. v. Szpanowski, viool. J Berger, cello A
Alexandrowa, sopraan. M. Kuttner, tenor
9.5011.50 Dansmuziek.
Hamburg 394.7 M. 1.252.05 Kamermu
ziek. 3.50—5.15 Dansmuziek. 5.20—610
Dansmuziek. 7.20 Sach'sche Glassiker
Avond in dialect. Daarna orkestconcert.
Brussel, 509 M. en Antwerpen, 266 M
8.20 De Rad'o-Courant. 8.5010.50 Con
cert. Orkest en solisten. 9.50 Lezing.
Scheveningen-Haven, 1950 M., (zakelijke
omroep).
Woensdag. 8.155.Pers-, hand-els- en
financieele berichten. 12.12.05 Zuivelber.
1.30—2.45 Beursnoteeringen. 3.353 50
Landbouwberichten. 3.523.57 Zuivelber.
5.305.35 Zuivelber. 6.30—6.57 Boekhoud-
les. 7.Engelsche les.
XXV.
Naar den Oosthoek. Soerabaja
Nu moeten wij helaas a'.weer verder, de
Vorstenlanden achter ons ldtend den Ocst
hoek tegemoet. De vluchtige kroni-ekschrijver.
wietis taak het is van deze Oostersohe wereld
slechts zooveel indrukken te geven, dat een
beeld ontstaat van groote lijnen, hij mag
zich niet ophouden, overal waar sch-oonheid,
karakter en b-elangwekkends van land en
volk te genieten vallen en den aan tijd noch
geld1 gebonden reiziger wenken. Daarom zit-
Geautonseerde vertaLing naar het
Engelsch van Walter Besant,
door Mej. E. Hoogewerf.
30*
„Verggten!" prevelde de klerk. „Misschien
van een client? Maar die zou er dan toch om
gevraagd hebben. Vijif of zes-honderd pond.
Hoe kan vijf- of zes-honderd pond nu ver
ge-ten zijn. Zeis een Rothschild zou zich
zoo'n sommetje herinneren. Vijfhonderd!"
Met achterdochtigen blik keek hij eens
tnaar zijin chef, schudde het hoofd en' bleef
tusschen de papieren scharrelen.
Mr. Derirng nam het bundeltje van zijn
klerk over, ja, waarlijk, het waren bank
noten tienponds-banknoten en ze waren
vergeten! De klerk had gelijk. Er is geen
firma ter wereld, waar een ro'letje van vijf
honderd pond vergeten kon zijn en er geen
onderzoek naar zou zijn gedaan! Mr. Dering
(keek er naar een en al verbaziing.
..Banknoten!" riep hij. „Banknoten! Tien-
ponds banknoten? Wat voor banknoten?
Checkley, hoe zijn die banikno-tfn hier ge-
komen?"
„Alis u het niet weet, dan weet niemand
het!" aniwoordde de klerk. „U heeft den
sleutel van de safe".
„Goede hemel!" Ads mr Dering twintig
jaar jornger was geweest. zou hij zijn opge-
sprongen Maar mannen van vijf-en-zeventig
nogen niet meer springen.' Hum waardigheid
ten wij rm tegen her middaj^trtrr
den gloeiend warmen express-trein, die ons
van Diccja zal voeren naar Soerabaja.
Soerabaja! Het Indische Shanghai, het In-
disclre Rotterdam, zooals Batavia met Am
sterdam en Bandoeng met het Haagje zou
zijn to vergelijken. En nu zal ik u dit Soera
baja niet beschrijven met cijfers en gegevens,
die zijn prominente plaats als handels-stad
uitwijzen, men kan dat elders en deskundiger
opgeteekend vinden. Ik zal mij bepalen Soe
rabaja te teekenen, zooals ik het. heb gezien
als journalist.
Een breede, lange straat, die geleiddijk
nauwer, voller en viezer wordt, naarmate zij
de handelswijken, Mercurius' zetel, nadert.
Een slagader van gestaag, slechts zelden lu-
wend verkeer, waarin de onafgebroken
strooom van automobielen zijn tegenstroom
onder helsch getoeter en geraas voorbijschiet,
terwijl dte bleeke passagiers elkaar onder het
voorbijflitsen stilzwijgend schijnen geluk te
wenschen, omdat zij nog net niet op elkaar
zijn gebatst en door elkanders voorruiten zijn
gevlogen.. Want ook hier schijnen de chauf
feurs er een sadistisch genoegen in te schep-
pen om op elkanders assen te mikken en 't
eenieg lichtpunt tijdens mijn rit in zulk een
voertuig des duivels is de gedachte aan mijn
levensverzekeringspolis, dien ik veilig thuis
weet opgeborgen in mijn kast. Voetgangers
bewegen zich in deze verkeersader slechts
met bijzondere hulp hunner respectievelijke
goden, want stoepen zijn er niet of slechts
enkele, die onderbroken worden door een
trapje, een kuil of een menschelijke wezens,
die zich hier wagen. boch hun levens zijn be-
tooverd. Het zijn de trampassagiers, die aan
halteplaatsen niet uitstappen, maar uit-sprin-
gen, op hoop van zegen. in het stille vertrou-
wen, dat hun dag nog niet gekomcn is. In
Europa zouden in soortgelijke straat tallooze
verkcersagenten ncodig zijn, mitsgaders
seintorens, vluchtheuvels, stoplijnen en wat
niet al. Hier in deze stad dcet men het met
een enkelen verkeersagent, waarop niemand
let en die dat ook geenszins verlangt, en met
bet natuurlijke instinct tot zelfbehoud, dat
in elk schepsel huist. En er gebeuren nooit
ongelukken of bijna nooit. Dat is Soeraba
ja
Ha, we zijn hier, waar Mercurius zetelt!
Daarginds de Roode Brug, die niet rood is,
zelfs niet rose, maar vies, grijs en smal. Wie
zal het geheim van dien oud'-Hollandsche ge
woonte cm hardbekeide, van bonkige steen-
ma-sa's overschaduwde burgwallen fluwee-
lig te noemen en grijsgrauwe en roetzwarte
dito's groen of blauw? Of is deze brug mis-
schien eens rood geweest en heeft zij als
sommige democraten in den loop der jaren
hare kleur verloren?
Maar wij hebben geen gelegenheid om ens
op ddze plek in die vragen te verdiepen. Wij
springen als kakkerlakken (die immers nooit
springen) been en weer om den dood te ont-
wijken of een modderplas. Het verkeer don-
dert voorbij en sleept ons mee. Een Euro-
peaan, een makelaar, is onze gangmaker. Hij
rent vooruit, snijdt als een scheermes door de
mensehenkluwens, springt over ossenkaiTen
en karbouwen, wipt voor het spatbord van
een auto heen en tusschen twee vrachtswa-
gens door en verdwijnt met de tong uit den
mond in een kantoor. Daar bruit hij in een
steffig, snikheet vertrek tegen een individu
in hemdsmouwen een paar cijfers, krabbelt
iets in een notitieboek cn vervolgt zijn doo-
denren naar een ander kantoor. Soms moet
hij een nauwe vermolmde trap op naar bo
ven om cijfers kwijt te raken en om tijd te
winnen struikelt en valt hij met vier treden
tegelijk naar beneden. Dit is een wisselmartre-
laar of een productenmakelaar. Na tien jaar
-is hij zeciuwziek, rijk, vermorzeld of failiiet.
Verwezen en verward staan wij in een
warnet van steken en sloppen met hier en
daar een breedere geul. een straat. Wij druk-
ken ons tegen een gladden muur. Elke straat,
elk slop is vol, gevuld met een oogenschijn-
lijk onuitwarbaar kluwen van ossenkarren,
auto's, picolan's, inlanders, blanken, Chinee-
zen, Arabieren en Japanners. Alles gaaj: hier
met schokken vooruit, staat stil, toetert, tieri,
raast zweet en heeft een rekensom in het
hoofd Ook stinkt het alom erbarmelijk. Bo-
ven krotachtige lokalen staan namen van we-
reldfirma's. in vuile donkere toko's, waar in
halve duisternis gele gezichten grijnzen,
klikken telramen en wordt gescharreld in al
les, wat handelswaarde heeft op deze wereld.
Ineens staat er tusschen twee krotten in een
steeg van speloiuken een kolos van modern
maaksel met granieten zuilen en een marme-
rcn trappenhuis. Maar deze kolos werd opge-
bouwd gedurende lange, lange jaren in eer.
vuil, vies, stinkend, morsig hok, waar tus
schen wankele muren en vermolmde planken
gcaeraties hebben gezweet en geteld en kapi-
talen hebben gewonnen. Daar zijn de granie
ten zuilen en de marmeren trappen verdiend.
gedoogt dit niet.
„Vei-wonderlijk, Checkley, het is geheim-
zinnig!"
„Wat is het?"
„Die banknoten; ik geloof, dat de dbi-
vel in hoogst-eigen persoon vandaag in de
kast zit! De certificaten zoek en deze bank
noten weer boven water!"
„Wat zijn het dan voor banknoten?"
„Wel, die aan de Bank warden uitbetaald
op vertoon van dien valschen wissel, nu acht
jaar geleden. Daar is geen t'wijfel aan. Ik
herinner mij de opeenvolgende nummers, 72
waren het er: het was zeven-honden^twintig
pond. Maar hoe komen die hier. Wie heeft
ze hier in gelegd. Checkley, boor toch eens,
hoe kwamen die hier?"
Hij hield de banknoten in de hand en deed
deze vragen, uit pure verbijstering, niet om
dat hij eenig antwoord verwachtte.
„De banknoten, die den vervalscher van
den wissel uitbetaald werden, zijn zeker
weer dodr hem in de safe teruggebracht. An
ders kan het niet verklaard worden. Hij durf
de er natuurlijk niet mee voor den dag komen,
toen hij u hcorde zeggen, dat die stopgezet
waren. Toen heeft hij ze teruggelegd. Mij
dunkt, ik zie het hem doen!" -
Mr. Dering zei hier niets op. Hij legde de
banknoten neer en staarde zijn klerk aan;
of liever, beide oude heeren keken elkaar aan,
terwijl het gelaat van Checkley missthien
nog de meeste verbazing uitdrukte.
„Hoe kwamen die banknoten in de safe?"
herhaa'de de notaris. „Dat is nog veel ver-
wonderlijker, dat het niet op z'n plaats lig-
gen van de certificaten! Jij hebt ze^r uitge-
haald, Checkley. Laat een precies zien, waar
r,iaiaT iu iTi'deH ~cA !SSSig?lf<AkQi* Wilf
geen ons goud overtollig besteed.. Daar blijft
ook de tegenwoordige generatie zweeten en
tellen, terwijl boven haar lessenaars zwalu-
wen nestelen op balken, die geen kleur meer
hebbe onder het stof van honderd jaar. Dat
is Soerabaja
Daar waar de sfagader in de bovenstad
uitmondt in twee avenue's waarlangs de
auto's glijden naar de villa-wijken Toend-
joegan, de groote winkels. Een warenhuis
met liften, een Italiaansche ijstent pal diaar-
naast, een auto-paleis, een Bombay-toke met
snuisterijen, een reusacbtige moderne boek-
handel, aan den overkant een krot, waar Chi-
neezen krioelen, een foto-paleis, een kappers-
salon van drie bij vier meter, een galarij,
waar afzichtelijke bedelaars hurken, daar-
achter de vitrines met juweelen van een onzer-
grootste juweliers, een apotheek, een Chi-
neesche tandarts, een geweldig hotel met een
voorhof als een publiek plein. hier en daar een
krot, een filiaal van een Parijsch modehuis,
dat jurken etaleert van drie- en vierhonderd
pop, een Chineesche kruidenier, die tegelijk
benzine leveii: aan een pomp en de helft van
zijn negotie afdoet op straat, een kleermaker,
een bank, een warong, een kunsthandelAch
ja, die kunsthandel. Als ge uit het klaterende
licht cn de schroeiende hitte van het weeke
macadam stapt in de schemerende koelte van
dezen kunsttempel, dan treedt er van achter
een portiere een dame u tegemoet, een deftige
dame met grijs haar en een zachte stem, die
u stilletjes begint te vertellen, waar uw
eigen kennis te kort schiet. Ge dwaalt met
haar tusschen bronzen en onschatbaar por-
celein, tusschen Chineesche altaarstukken en
Boeddliistische offerlampen, tusschen eeu-
wenoud brocaat en Japansch lakwerk, door
den laatsten keizerlijken lakwerker met eigen
hand gemaakt. Ge loopt schier met ingehou-
den adem tusschen al ide schatten, ge durft u
bijna niet bewegen uit vrees hier een kostc-
lijke schaa! te beroeren, daar een ragfiine
kwan-yin te beschadigen. En -de dame ver-
telt, en als ge haar. gelooft, dan is het alle-
maal echt, dat ge ziet, alles van drie- en viei-
honderd jaar her uit de geheimzinnige rijken
van het Midden en van de Rijzende Zoo. En
dan kost hier heel weinig honderden maar
bijna alles duizenden en de deftige grijze da
me vleit u een kleine kwan-yin van jade in do
handen en fluistert zoo verlokkend „vijf dui-
zend1", dat ge het beeldje vnn schrik bijna
laat vallen. En als bij het eind van uw rond-
gang ge vraagt, wie alzoo hier schatten
koopt, dan blijken het de buitenlandsche toe-
risten. Engelschen maar vooral Amerikanen,
die voor liassen van hun dollars fragiele kop
jes en borden maar ook altaarstukken mee-
sleepen naar hun prozaische huizen in hun
prozaische staten, die zoo eens in het jaar
met hun tantiemes afdalen naar de stad en
in den kunsthandel en passant een lap, een
Boeddha, een pul van een paar duizend kop-
pen voor hun ega. Dat is joerabaja.
Het is vijf uur in dta micldag. Een niet ein-
digende stroom van auto's schiet uit den
nauwen trechter, die de slokdarm is van de
benedenstad en vliegt met veel meer dan ma-
ximum-snelheid naar boven langs het glim-
mend asfalt. Daaronder zijn luxe-wagens,
prachtstukken van Europeesche fabrieken,
die thuis hooren op de luxe-wegen der Ri
viera op de avenue's eener groote Europee
sche stad. Men trekt ook geen lakmolieres
aan om rond te wandelen in een steeg. Maar
luxe-wegens of rammelende Amerikanen,
prive-wagens of met ijzerdraad bijeengehou-
den taxi's, in elk dier voortijlende voertijgen
ligt of liggen een of meer bleeke wezens,
aamechtig achterover leunend, moe, suf, met
doffe hersens, verfomfaaid, klam, kapot
De handel gaat naar huisEn elk dier
bleeke idividuen heeft onder het voortjachten
ondanks zich zelf de gedachten aan sui-
ker, koffie, tabak, catella, cross rates en aan-
deelen voor een poos laten varen en denkt
botweg aan niets anders dan aan een kop
thee, een bad, een pyjama en rust. Niet slechts
de visch wordt duur betaald. En over een half
uur speelt zich in de buitenwijken dezer stad
in duizend huizen hetzelfde tooneel af: een
man in een zalmkleurige of een gebloemde of
gestreepte pyjama lopt voorzichtig op slof-
fen over bet grind van zijn tuin en vlijt zich
bij de theetafel in een gemakkelijken stoe!.
Airas bengelt een pantoffel aan een blooten
teen en gaan twee moede oogen dicht. Ook de
beste echtgenoot, de braafste vader praat dan
niet met vrouw of kinderen. Een poos is hij
geestelijk dood en lichamelijk lamgeslagen.
De krant ontvalt zijn slappe hand, zijn thee
blijft onaangeroerd Eerst als de eerste mus-
kieten beginnen te steken, herleeft in hem
genoeg energie voor een klap en een leelijk
woord. Dat is Soerabajp
In wijde uitgestrektheid liggen de buiten
wijken rondom de nauwe en benauwde bin-
nenstad. Eindelooze boulevards, waarlangs
ze lagen?"
„Achter deze bcdcen. Kijk! De bovenste is
nog overdekt met stof."
7,Zij moeten daar dus al die jaren gelegen
hebben! In mijn safe! Wat beteekent dit toch
alles? Ik heb een gevoel, of ik gek word! Zeg
eens Checkley, wat zou het toch eigenlijk be-
teekenen?"
De oude klerk gaf weer hetzelfde antwoord,
nog wat meer in bijzonderheden, uitgespro-
ken.
„Daar de jonge Arundel den wissel ver-
valschte, kreeg hij de banknoten. En, daar de
jonge Arundel de banknoten had, moet hij ze
ook teruggelegd hebben. Niemand anders
kon dat doen. Als de jonge Arundel dit deed
dan deed hij het, omdat hij bang was, dat u
er achter zoudt komen. Hij heeft ze ongemerkt
teruggelegd op den dag, dat u hem van het
vergrijp beschuldigde."
„Ik beschuldigde hem niet. Ik heb niemand
beschuldigd!"
„Ik beschuldigde hem dan en u sprak het
niet tegen. Ik zou hem andermaal beschuldi-
gen, als hij hier was."
„Iedereen kan een ander wel beschuldigen
van wat dan ook. Er was echter geenerlei be-
wijs van er is ook nooit een aan het licht ge-
komen."
„U verlangt ook altijd bewijzen, om te over-
tuigen. Ik heb enkel gezegd, dat niemand an
ders het kon doen. Wat het terug leggen van
de banknoten in de safe bet-reft nu begin -ik
te bedenken en zijn gelaat kreeg een listi-
ge, bcosaardige, uitdrukking, ja, o, nu herin
ner ik het mij, herinner ik het mij duidelijk
heel duidelijk zie ik het nog of ik het voor
mij had: Hij ging zoo zijdelings al dichter en
deTddCfrisCftfc tra!fl§"gierefl, schieten uit naa.
allc windstreken, brengen u in niet vermoede
villawijken, waar de smetteloos witte huizen
met hun roode daken ieder op zijn eigen erf
bijeenliggen als complexen uit een speelgoed-
doos. De Europeesche trant, het glas in lood,
de keurige gordijnen voor de riante vensters,
dcen voor een oogenblilc vergeten hoeveel koe-
ler het moet zijn in de beproefde ouderwet-
sche Indische huizen.
Stad van leven en van licht. Niet als Bata-
viai, dat in zijn ontzaglijke uitgestrektheid en
met zijn bevolking van een half millioen
's avonds om acht uur reed's volledig uitge-
storven in Indische donkerte neerligt om uit
te rusten van den langen warmen dag. In
Soerabaja weet men van geen ophouden. Hier
baden in de winkelstraten ook na sluitingstijd
de winkelkasten in een zee van licht, hier
vlammen overal de lichtrecliames op en knip-
peren met hun vurige oogen. Hier is het
ook's avonds nog voile, voile dag. Hier is :t
uur voor het late avondeten het uur van de
promenade, van de van licht stralende Sim-
pang Club, waar dan het Europeesche "leven
tiert, naar de benedenstad en terug, af en
aan, om te zien en ook gezien te worden, de
blanke dames en heeren, maar ook de Chi-
neezen met hun dikke vrouwen, behangen
met juweelen, alien in hun nu zachtjes voort-
glijdend-e groote wagens, twee chauffeurs'op
den bok. En boven de stille boulevards en de
groote wegen hangen als eindelooze colliers
de bo-oglampen tot in het verste verschiet den
ganschen nacht te branden als een feest-
•illuminatie. Dat is Soerabaja
Maar er is ook een ander Soerabaja. Bui-
ten de groote boulevards en de groote wegen.
Dat wordt levend als de duisternis valt. Dat
is de Kali Mas, de breede rivier, die dwars
door de stad stroomt tusschen haar oevers
van waterplanten en wuivend riet, waar de
krekels zingen en de kikkers kwaken. De ri
vier, die aan de ver-Europeeschte stad haar
Oostersche ziel weer teruggeeft, over wier op-
pervlak in het donker het lichtje van een sam
pan glijdt. Dat zijn de kronkel straten der be
nedenstad, waar duizend luchtjes hangen en
de flakkerende gaspitten in de Chineesche to
ko's en krotten negotie en zonde in het half-
duister hullen. Dat zijn de kessongs, afzich
telijke, lepreuze voertuigen, die uit sloppen
en stegen te voorschijn komen, zich af en toe
in het licht wagen met hun inhoud van ge-
armde jongelingen van wie weet wat voor
een bloed, van lichtekooien en van strootjes
rookende afschuwelijke Chineezen, die g-lim-
lachen tegc-n mannen en vrouwen, om wel-
dra weer in de duisternis te verdwijnen. Dat
is de atmosfeer van zwoel verderf, die met
den nacht uit sloppen en gaten schijnt tc
kruipen, opstijgt uit de kali en uit de aarde,
die, v/at niet Oostersch is, benauwt en neer-
trekt, die zich belichaamt in de kerels en de
vrouwen, die heupwi-egen langs de wegen
slenteren. Dat is Soerabaja
D. B.
VOOR DEN POLITIERECHTER.
Openbare zitting van 7 Februari.
EENVOUDIGE BELEEDIGING.
Op 15 December is Alida Francina Kaal,
een 19-jarige dienstbode, zeer grof beleedigd
loor Hendrika Wilhelmina Louise B., oud 26
jaar, zonder beroep, voor welk feit laatstge-
meide thans moest terecht staan.
Verdachtc was niet verschenen. Tegen
liaar werd gevorderd 3 boete of 3 dagen
hecht., terwijl zij veroordeeld werd tot 5
boete of 5 dagen hecht. r
EVENEENS BELEEDIGING.
De 63-jarige landbouwer Cornelis Gr. te
Nieuwe Niedorp stond terecht ter zake belee-
diging van den getuige Jan de Graaf, dien
hij op 22 November heeft gekwalificeerd als
een lafaard.
Verdachte verdenkt de Graaf van mishan-
dcling van zijn paard, 2 jaar geleden. Het
feit is geple-egd op den Lange Reizerdijk.
Eisch 1 boete subs. 1 dag hecht., von-
nis -/ 10 boete of 10 dagen hecht.
VADER EN ZOON.
De 76-jarige Jacob Sp. te Wognum en diens
49-jarige zoon, Jacob, stonden heden te
recht ter zake dat zij op 21 December 1926
aldaar den chauffeur Joh. Jansma hebben
mishandeld. Getuige uit Hoorn bracht ten
huize van de heeren Sp., die het bedrijf van
schilders uitoefenen, een partij glas en ge-
dro-eg zich naar het oordeel van verdachten
niet behoorlijk, waarop zij gezamenlijk den
chauffeur hebben mishandeld. O. m. heeft de
zeen Jansma met een draagzeel gestagen.
Volgens verdachte wenschte getuige het
glas niet op het erf te depon-eeren, maar mid
den op den openbaren weg te lossen. De ver
dachten hebben getracht de lossing te belet-
dichter naar de safe, terwijl we praarten; hij
kwam er vlak bij zoo hij schoof het
bundeltje er in, toen hij dacht, dat ik niet
keek. O, ik kan er wel een eed op doen."
„Onzin!" zei de notaris. „Je geheugen is
te helder. Bind de banknoten maar bij elkaar,
Checkley en leg ze weer terug in de safe. Ze
kunnen helpen om te eenigertijd misschien
den man te vinden. En la-ten we nu terugkee-
ren tot ons onderzoek".
Ze hadden nu ieder pakje in de safe nageke-
ken. Ze hadden ieder boek opengeslagen en
tusschen de bladzijden gekeken. Er was geen
twijfel mogelijkde certificaten waren er niet.
Checkley begon de pakjes weer bij elkaar
te binden. En zijn chef trachtte zich al iets te
herinneren, wat het verdwijnen verklaren
kon.
HOOFDSTUK XI.
Verdere ontdekkingen.
Nadat de safe geheel nagekeken was, ble-
ven er nog een kast, twee la-tafels en twintig
of dertig blikken trommels na te zien. Check-
ley keek de drie bewaarplaatsen na. Te ver-
geefs. Er was nergens een spoor van de cer
tificaten.
„Toch moeten ze ergens zijn," sprak mr.
Dering. „Ze kunnen niet wegvliegen! Boven-
dien niemand anders heeft er iets aan."
„Heeft u ze ook mee naar huis genomen?"
„Waarom zou ik dit doen. Ik heb thuis
geen safe of kluis."
„Heeft u ze dan ook ter meerdere veiligheid
naar de Bank gezonden, al zouden ze daar
dan ook niets veiliger zijn?"
ten.
De off icier eisch te tegen verdachten, die
zeer gunstig bekend staan, ieder 1 boete
subs. 1 dage hecht. Vonnis ieder 5 boete of
- dagen hecht.
BELEEDIGING.
De 26-jarige C. J. A. H., wontade tc Alk-
maar, heeft op 30- December aldaar den brug-
wachter J. Kioet beleedigd door hem toe te
vcegen „luie flikker". Verdachte zeide het
woord flikker niet gebruikt te hebben. Hij
was verontwaardigd omdat de brugwachter,
toen verdachte met een handwagen de brug
op wilde rijden. hem tegenhield en temg
duwde. Het incident had plaats tijitens ^en
verkeersstremming op de Friesche Brug.
Geeischt werd 15 boete of 15 dagen
hecht. Vonnis 10 boete of 10 dagen hecht.
DIEFSTAL VAN SPAANDERS.
- Joh. D., een wconwagcnbewoner, niet ver
schenen, heeft zich op 4 Januari te Bergen
schuldig gemaakt aan wederrechtelijke toe-
eigening van een partij houtspaandgrs, toe-
bc-hoorende aan den heer Van Reenen.
De heer Barnaart heeft twee woonwagen-
bewoners bezig gezien bij de houtspaanders
en daarvan kennis gegeven aan den gemeen-
teveldwachter.
Eisch 10 boete of 10 dagen hecht. Von
nis 5 boete of 5 dagen hecht.
MISHANDELING OP DEN
NIEUWJAARS-AVOND.
De schipper Jacobus B., wonendc te Zuid-
scharwoude, stond terecht als verdachte, om
dat hij in den avond van 1 Januari den cafe-
houder J. Deutekom te Noordscharwoude
heeft mishandeld. Deze getuige wtiBchte zich
civiele partij te stell*:a en legde zijn vordering
over. Verdachte, die verstoord was op den
kastelein, omdat hij het cafe moest verlaten,
heeft Deutekom aan de haren getrokken, hem
in den nek gegrepen en voorover geduwd. Er
zijn ook nog eenige'voorwerpen uit den cafe-
inveniaris, alsmede een deurslot vernield.
Verdachte werd vrijgesproken en de eisch
tot schadevergoeding ontzegd.
VERNIELING.
Daarop stond terecht de verdachte Petrus
E., die zich terzelfder gelegenheid als in de
vorige zaak vermeld, heeft schuldig gemaakt
aan vernieling van een lampje, dat in de
keuken stond. Verdachte ontkende. Hij is niet
in de keuken geweest. Verdachte weigerde na
sluitingstijd het cafe te verlaten. De cafehou-
der Deutekom verlangde 1.50 schadevergoe
ding, welk bed-rag tot 0.75 werd geredu-
ceerd.
Als ik het gedaan heb, zal ik het betalen,
zeide verdachte royaal.
Volgens v-erklaring van juffrouw Deutekom
heeft verdachte met een stoel een electrisch
lampje stukgeslagen.
Verdachte is reeds eenige malen veroor
deeld.
Gevorderd werd 25 boete of 25 dagen
hecht. Vonnis conform den eisch met toewij-
zing van den eisch tot schadevergoeding ad
0.75.
WEDERSPANNIGHEID.
De reusachtige verdachte K. G. de L., uit
Medemblik, heeft zich op 2 Januari met ge-
weld tegen een tweetal rijksveldwachters,
majoor v. d. Schans en den brigadier-titulair
Kamp, verzet, die hem aanhielden ter zake
cpenbare dronkenchap. Verdachte is dikwijls
dronken en heeft een lastigen dronk over zich.
Hij zeide nu niet meer te drinken.
De officier verzocht aanhouding en de zaak
te st-ellen in handen van de reclasseering. De
zaak werd aangehoud-cn tot 28 Februari.
MISHANDELING.
De 19-j-arige schippersknecht Corn. Petr.
H. te Hoorn heeft op 13 Januari den getuige
G. J. A. Blokker mishandeld, door hem te
slaan. Verdachte ontkende. Hij sloeg wel
naar Blokker, doch stond te ver af om hem tc.
raken. De mishandelde zeide dat de slag niet
veel beteekende. Deze was maar „effe" raak.
De officier vroeg vrijspraak. Vonnis over-
eenkoms-tig dezen eisch.
Hierna sluiting.
„Ga den directeur dan nog eens vragen,
of hij ook certificaten van mij heeft!"
De oude klerk wilde onmiddellijk dit bevel
gaan uitvoeren. Maar mr. Dering hield hem
terug. Als hij de papieren had, zou er toch
dividend op zijn gekemen. „Wat kan ik er
t-och aan doen?"
Voor het eerst van zijn leven, misschien,
had de notaris de gewaarwording die hij dik
wijls bij clienten had opgemerkt, of er niets
veilig was; zelfs geen eigendom. Of de wet
dit niet beschermen kon.
Zijn hoofd duizelde, de grond scheen als
onder zijn voeten weg te zinken, en het was
hem, als viel hij door de tafel en den vloer
steeds dieper en dieper
„\Vat kan ik doen?" herhaalde hij. Check-
ley, ga toch maar naar den directeur. Er kan
misschien nog wat ontdekt worden. Ik kan
niet goed denken."
Toen de klerk weg was, legde hij het
hoofd op de handen en trachtte hij zich de
zaak nog eens heel duidelijk voorte stellen.
„Waar kunnen de certificaten zijn?" vroeg
hij zich af en herhaalde dez* vraag zeker wel
twintig maal. Als hij door een client was ge-
raadpleegd over een dergelijk iets, zou hij
onmiddellijk, met de grootste vaardigheid,
precies het juiste geraden hebben. Maar voor
zichzelven wist hij totaal niets. Dergelijke
stukken, als hij miste," worden haast niet ge-
stolen, want men heeft er niets aan. Ze kun
nen toch niet verkocht worden zonder toestem-
ming van den eigenaar. Die overdracht moet
hij teekenen; waren ze gestolen, dan zouden
de dividenden nog precies zoo aan den eige
naar uitbetaald worden. Bovendien
(Wordt vervolgd.)
4*''"
til VVCcl