QsLLe&fi'*5
Wehelijbsch Overzicht
Vraag en Aanbod.
Het wezen der relegie.
00000000000001®
SAM EN G EST ELD
EDIB IZZET
b
Uit Huslauncl.
(Nadruk verboden).
/s er oorlog op komst?
Den laatsten tijd wordt in Rusland veel
over de mogelijkheid van een spoedigen oor
log tusschen Rusland en een of meer West-
Europeesche mogendheden gesproken. Vol-
gens Worosjilof, den bolsjewistischen chef
van alle gewapende krachten van Rusland te
land en ter zee, heerscht er zelfs een paniek-
stemming in het land. De oorzaak van deze
stemming ligt in de alarm istische redevoerin-
gen van de bolsjewistische leiders. Kort gele-
den hebben achter dkaar gesproken: Boecha-
rin, het tegenwoordige hoofd van de interna-
tionale communistische beweging (de opvol-
ger van Zinowjef), Rykof, het officieele hoofd
van de sovjet-regeering, en de reeds genoemde
Worosjilof. Alle drie leiders hebben toen
nadrukkelijk verklaard, dat Rusland zich aan
den vooravond van een grooten oorlog be-
vindt, dat de aanval elk oogenblik kan ver-
wacht worden. Worosjilof heeft zelfs de
Euntjes op de i's gezet en zich tot zijn toe-
oorders wendend, zei hij, dat het oogenblik,
waarop zij zullen opgeroepen worden om hun
plicht tegenover het vaderland te vervullen,
nabij is.
Deze redevoeringen, die door alle bladen
werden gedrukt en van commentaren voor-
zien, hebben begrijpelijkerwijs in het land een
onbehaaglijke stemming geschapen. Worosji
lof, naar hij zelf vertelde, ontving duizenden
brieven, waarin hem verzocht werd openlijk te
verklaren, wat er aan de hand, is en van wel-
ken kant het gevaar dreigt. Sommigen hebben
Worosjilof ook mondeling naar de beteekenis
van zijn alarmistische verklaringen gevraagd.
Ook uit de provincie kwamen mededeelingen
over de onrust, die de redevoeringen van de
drie leiders over een aanstaanden oorlog
overal hebben veroorzaakt. De regeering be-,
greep, dat er iets gedaan moest worden om
net volk wat te kalmeeren, om de gemoederen
tot bedaren te brengen en Worosjilof kreeg
opdracht op -ret congres van „Aviochim" een
verklaring af te leggen, die den slechten in-
druk, welken de vorige redevoeringen hebben
gemaakt, zou wegnemen.
Het feit, dat worosjilof juist het congres
van „Avioc.him" gebruikte om er te verklaren,
dat de sovjet-regeering geen oorlcgszuchtige
plannen koestert, bewijst, dat de paniekstem-
ming zeer sterk is, dat de onrust in het land
gevaarlijke vormen heeft aangenomen.
„Aviochim" is n.l. een bond van vereenigin
gen, die zich ten doel stellen de sovjet-regee
ring fe steunen bij de ontwikkeling van de mi-
litaire luchtvaa.t en bij de voorjpereiding van
den chemischen oorlog. Het zijn dus vereeni-
gingen, die uit den aard der zaak zich beter
leenen voor redevoeringen over hetgeen moet
geschieden als de oorlog eenmaal uitgebroken
i s, dan voor declamaties over de vredelieven-
de bedoelingen van de regeering. De onrust
was echter zoo groot, de noodzakelijkhJd
om een kalmeerende vetklaring af te leggen
was zoo dringend, dat de sovjet-regeering
maar besloten heeft gebruik te maken van het
congres dezer venecnigingen, dat corspronke-
lijk werd gedacht als een demonstratie - an de
paraatheid van het leger, om het volk gerust
te stellen.
Worosjilof vroeg zich af, hoe het komt, dat
de redevoeringen, die hen en zijn collega's
hebben gehouden, zulk een paniek konden
veroorzaken. En hij antwoordde zoo: dit is
het gevolg van de psychologische demobilisa-
tie van het Russische volk. Omgezet in ge-
wone woorden beteekent dit, dat de sovjet-
regeering duidelijk heeft ingezien, dat Let
Russische volk tegen elken oorlog is, dat het
niet vechten wil, dat het naar vrede snakt.
Deie geestesgesteldheid van de massa leidde
er toe, dat de redevoeringen van Rykof, Wo
rosjilof en Boecharin over een oorlog zulk
een beroering in het land hebben gewekt.
Worosjilof haast zich te verklaren, dat die
redevoeringen zuiver theoretisch waren en
een zeer onschuldig karakter hadden. Om
te bewijzen, dat hij in zijn redevoering over
de waarschijnlijkheid van een spoedigen oor
log slechts „theoretisch" en „onschuldig"
was, beroept rosjilof zich op een passage
in een van de vele opstellen vanLenin.
Dat is in sobjet-Rusland de gewoonte ge-
worden, zich steeds gedekt te voelen als men
een citaat van Lenin kan aanhalen. En aan-
gezien Lenin zeer veel heeft geschreven en
zijn geschriften vaak elkaar tegenspreken,
kan men er altijd wat vinden, dat toepasselijk
is op de redevoering die de bolsjewistische
leider wil houden.
Worosjilof vergeet echter, dat de redevoe
ringen, die zulk een beroering hebben gewekt,
in het geheel geen theoretisch karakter heb
ben gedragen, dat de staatslieden daarin op
een duidelijke wijze over een spoedigen, een
onvermijdelijken oorlog spraken, hetgeen
lang niet onschuldig en theoretisch is. Soms
rijst de vraag: wat is er gebeurd? waarom
hebben de bolsjewistische leiders op zulk een
nadrukkelijke wijze over oorlog gesproken?
Worosjilof voelde, dat hij op deze vraag een
min of meer aannemeliik antwoord moet ge-
ven, dat hij een verklaring moet afleggen, die
de houding van de regeering begrijpelijk zou
maken. En Worosjilof wist niets beters te
doen dan te verklaren, dat die redevoeringen
over een spoedigen oorlog slechts gehouden
wercten voor
ae echoonhe d van den stiiP!
Worosjilof zei letterlijk het volgende: „Wi
(d. w. z. de sovjet-regeering) zijn reeds zoo
gewend geraakt aan die gesprekken (d. w. z.
over een eventiieelen oorlog) dat wij over de
ons dreigende gevaren spreken alleen om
onze redevoeringen te versieren en schrijven
er over alleen voor schoonheid van den stijl.
Maar dat alles bereikt ons bewustzijn niet
meer, wij hebben opgehouden te beseffen, wij
hebben het gevoel verloren, dat dit alles zeer
concreet is." Hoe vinden de lezers dezen
„staatsman", het lid van de regeering, dat
verklaart, dat al de gesprekken van hem en
van zijn ambtgenooten, die zulk een paniek in
het land hebben veroorzaakt, slechts geklets
ter wille van de schoonheid van den stijl was?
Daar Worosjilof vreesde, dat deze vreemde
verklaring niet ten^olle haar doel zou berei-
ken, dat zijn toehoorders en, wat veel belang
rijker is, het volk niet zal kunpen gelooven,
dat al die redevoeringen alleen het gevolg
van de zucht der bolsjewistische staatslieden
naar stijlschoonheden waren, gaf Worosjilof
toe, dat de sovjet-regeering den toestand som
ber inziet, dat aan de West-grenzen van de
Sovjet-Unie „de toestand, tot ons groot leed-
wezen, zeer slecht :'s en dat oogenschijnlijk
van dezen kant een aanval te verwachten is".
Op de vraag, welke staat de aanvaller zal
zijn, antwoordde Worosjilof: „Noch ik, noch
Rykof zijn in staat dit te zeggen".
De sovjet-regeering is verontrust, omdat
het land niet paraat is, omdat het land niet
in staat is een aanval te weerstaan. Wei is
waar heeft Worosjilof nog slechts 3 weken
geleden verklaard, dat de Sovjet-Unie nie-
mand vreest, dat het Roode Leger klaar is en
den vijand het hoofd kan bieden, maar ieder-
een begreep toen, dat dit slechts snoeverij
was, want iedereen in Rusland weet, dat het
Roode Leger aan alles gebrek heeft, dat zijn
sterkte (iets me°r dan 500.000 man) niet
voldoende is om een eventueele coalitie van
zijn naburen, die samen meer dan 500.000
man onder de wapenen hebben, het hoofd te
bieden. Bovendien stelt het volk weinig be
lang in de landsverdediging, aldus Worosji
lof. Al de vereenigingen voor militaire doel-
einden, die de bolsjewiki hebben opgericht,
leiden een kwijnend bestaan en zijn niet in
staat de regeering eenige werkelijke hulp te
verleenen. Dat is het gevolg van de onder-
drukking. Het bolsjewistische despotisme
heeft bij het volk de belangstelling voor de
staatszaken gedood. Het is levensgevaarlijk
zich voor de staatsaangelegenheden te in-
teresseeren en de Russen vinden het daarom
veiliger maar buiten al die vereenigingen
voor het leger te blijven.
De sovjet-regeering is vredelievend, aldus
Worosjilof. Hij zei letterlijk het volgende:
„Wij zijn niet van plan iemand aan te vallen
en zullen niemand aanvallen!" De „Prawda"
drukte deze passage met koeien van letters
om deze uitlating den lezer in te prenten.
Het is vrijwel zeker, dat dit ook de waar-
heid is. De sovjet-regeering zal niemand aan
vallen, omdat zij een oorlog vreest. Een oor
log zou het regime ten val kunnen brengen en
daarom zullen de bolsjewiki al het mogelijke
doen om een oorlog te vermijden. Zij zullen
wel een grooten mond openen en dreigen,
maar tot daden zullen zij niet overgaan,
want dit zou voor hen te gevaarlijk kunnen
worden.
Waren dan de redevoeringen van de bolsje
wiki inderdaad slechts stylistische oefenin-
gen? Dat gelooven wij niet. De bolsjewiki
zijn overtuigd, dat vroeger of later een oorlog
van de kapitalistische landbn tegen de Sov
jet-Unie onvermijdelijk is.
Dr. BORIS RAPTSCHINSKY.
Uitsluitend 2e handsgocderen.
Geen cfienstaanbiedingen, enz
TE KOOP RADIOTOESTEL voor 100
comipleet. DIJKGRAAFSTRAAT 13.
H. H. Kappers. TE KOOP EEN POT-
TENKAST met 56 vakjes bij C. DUITS,
ka-pper, Dorpstraat 10, Bergen.
O-uderwetsche mahoni-ehouten SECRE
TAIRE en dito SCHUIFTAFEL TE KOOP
wegens plaatsgebrek Te bevragen bij
C. BIJVOET, Achterdam 7.
TE KOOP EEN STERWASCHMACHINE
met wringer, zoo goed als nieuw, uiterste
prijs 35.
Te bevr. TULPSTRAAT No. 11.
TE KOOP een mooie PATHEFOON met
15 platen. Prijs 25.
LAAT 32.
TE KOOP AANGEBODEN PRIMA
STOFZUIGER met hulpstukken, 35.
Adres te bevragen bureau v. d. blad.
TE KOOP voor 15 een withouten
BOEKENKAST, hoog 2 M. breed 1 M.
Te bevragen Van Everdingenstraat 4.
TE KOOP 1 KINDERWAGEN en 1
PATHEFOON met 40 nummers voor spot-
prijs. O-UDEGRACHT No. 68.
TE KOOP goed onderhouden KINDER
WAGEN.
Te bevragen BAANSINGEL 22a.
TE KOOP een prima HEERENRIJWIEL
met torpedonaaf, 25.
Te bevr. OVERDIESTRAAT 69.
TE KOOP een mooie PATHEFOON
Zwitsersch uurwerk met tafd en 30 num
mers Adres RAMEN No. 8 boven
TE KOOP FRIESCHE KLOK
bare boerderij op plaat.
JOSEPHSTR AAT 9.
beweeg-
Te koop pracht gebruikt wit emaille Pen-
sionfomuis, buffetten, dressoirs, kasten, ta-
fels, stoelen, spiegels, sehilderijen, ledikan-
ten, bedden, kaehels enz. J. L. SOSTMAN Jr.
Verkoop'.okaal ,Hollandia", Ridderstraat 6.
Provinciaa! nieuws
UIT HEILOO.
Het aanltggen van een compleet electrisch
laagspanningsnet met straatverlichting, huis-
aansluitingen en huisinstallaties in de ge-
meente WeesperkaTSpel is na onderhandsche
aanbesteding opgedragen aan het electro-
tech-nisch bureau P. Zwaag, Holleweg, al-
hier.
UIT BtKuEN.
Door tusschenkomst van den inspecteur
der Registratie en Domeinen te Alkmaar is
ten behoeve dezer gemeente ontvangen van
iemand die onbekend! wensch-t te blijven een
bedrag van 530 wegens in vroegere jar^n
aan die gemeente Bergen onthouden inkom'-
steibelasting.
In de Donderdagavond gehouden ver-
gadering van het Vrijwillig Braodweerkorps,
waarbij het voltallig Clolege van Burgemees-
ter en Wethouders tegenwoordig was, sprak
de burgemeester woorcfen van waardeering
tot den heer C. Meije Sr., die eervol ontslag
als o pperbr an dine ester had gevraagd. De
burgemeester gaf een terugblik naar den
toestand- van 30 jaar terug, toen de heer
Meijer bij die brandweer kvam, en deelde me-
de dat burgemeester en wethouders Hem op
verzo-ek met ingang van heden en onder
dankzegging voor de aan de gemeente bewe-
zen diensten, op de meest eervolle wijze ont
slag hadden verleend. Sipr. bood den schei-
denden opperbrandmeester als blijlc van
waardeering voor hetgeen hij in het afgeloo-
pen tijdperk had verricht, een mooie ets van
de kefkruine van „Voerman" aan.
De heer Meijer damkte den burgemeester
voor diens vriendelijke woorden, het college
van B. en W. voor het aandenken en het
gemeentebestuu-r, brandmeesters en brand-
weernTannen voor den steun, wei'ken hij steeds
van all-en heeft mogen ondervinden.
Vervolgens werd door den burgemeester
mededeeling gedaan dat B. en -W. den tieei
Jan S-mit hebben benoemd tot opperbrand
meester. De beer Smit zeide. dat hij, indien
ook de brandmeesters en brandweerliecler.
met deze benoeming instemme-n, zal trach-ien
d-e functie zoo goed als in zijn vermo-gen is,
te vervullen.
Vervolgens sprak dfe wethouder, de heer
Bogtman, nog enkele vriendelijke woorden
tot den heer Meijer, waarna de burgemeester
mededeeling deed dat op verzoek nog eervol
ontslag is verleend aan den heer P. B'anken-
daal al-s pijpleider en an den heer J. Kokkes
als slangenlaeider van het Vrijwillig Brand-
weerkorps.
Hierna werden nog eenige interne aangele-
genheden van de brandweer besproken.
In Hotel Kreb hi eld Dr. M. Schoen-
nfa ekers uit Laren voor de Vereen. van
Voordra-chtavonden te Bergen gisteravond
een lezing over: Het wezen der religie.
De heer Da alder bracht in zijn
openingswoord den spreker een woord van
dank en wekfe op om door het -geven van
een extra-bijdrage van 50 cent mode te wer-
ken, dat de vereeniging nog een extra lezing
kan organiseeren met Prins Raden Mas
Noto So-eroto.
De heer M. Schoemaekers, 't woo-rd
verkrijgende, ving aan, met er op te wijzen,
da-t hij zou trachten door te dringen tot de
gro-ndslagen van de vers-chillendle bewust
zijnsuitingen, die men kan noemen de reli-
gieuse verschijnselen. De vakvvetenschap
heeft verschillende antwoorden, in -den vorm
van hy-po-thesen, die hem-elsbreed uit elkan-
de-r gaan en vaak elkander tegen spreken.
Een van de hypothesen van de vakweten-
schap zegt, d'a-t religie is: afhankelijkheids
gevoel; de mensch vo-elt zi-ch klein ten op
zichte van de natuurkrachten en dat klein-
heidsgevoel gaat gepaard met een gevoel van
afhankelijkheid en vrees.
Eerst fantaseert d-e mensch vele goden;
ten slotte een God, maar zoowel bij het veel-
godendom als bij het monotis-me blijft de
ondergrond de a-ngst.
Een andere hypoth-ese leert, da-t het reli-
gieuse gevoel heelemaal geen gevoel van
afhankeiijkheid is, maar een gevoel van ver-
wa-ntschap met de natuurkrachten. Als de
m-ens-ch die natuurkrachten pers-onifieert, da-n
doet hij dat juist. omdat hij zich dharmee
v-erwant gevoelt. Hij voelt zich dus verwant
met God, waard-oor de religie gepaard gaat
met machtsgevoel.
Aan het eind, zegt Bolland, komt te voo-r-
schijn, wat er niet alleen aan het begin,
maar ook in beginsel is geweest en zoo is
religie in den gron-d een a-ctueel eos-misch
machtsgevoel.
Ziehier twee verondsrstellin-gen, die I'ijn
rech-t tegenover elkander staan.
Een andere hypothese zegt, dat het wezen
van de religie is: sociaal besef. Door de reli
gie toch voelen wij ons all-emaal kinder-en
van een vader. Het Christendom onders-treept
wel dit gevoel van kindscha-p Gods, maar
dat is in het Christendom toch niet iets reli
gious bizo-nders, maar een onderstreepi-ng
van iets, dat men bij alle religie vindt. In het
religieus-e komt vanzelf het gemeens-chapsge-
vo-el met alle religieuse mens-chen, het so
cials besef. En als de religieus-e mensch
graag een hiernamaals bouwt, dan komt dat,
omdat een sterk religieus besef het gevoel
wil voortzetten tot na het graf.
Een andere hypothese hiertegenover zegt:
Religie is geen sociaal gevoel; het is juist
een doorgezet gevoel van de waarde van het
individu. Het geloof aan de oneindige waar
de van i-edere m-enschenziel, van iedere per-
soo-nlijkheid. Zeker doet in de religie wel mee
het gemeenschapsgevoel, maar niet als het
wezen van de religie, maa-r als een cor-
rectief.
Ziedaar alweer twee hypothesen, die elkan
der tegenspreken.
Een andere hypothese zegt: religie is het
noodlotsgeloof; het zijn de Mohammedanen,
die daarop den nadruk leggen.
In zekeren zin heeft het Christendom dat
niet, maar bij nader inzien is christelijk ge
loof tenslotte toch fatalisme. Het christelijk
geloof leert een almacht boven de natuur
een God, waartegen niemand zich verzetten
kan en dat is toch juist fatalisme. Religie is
dus in den grond1 volgens die hypothese, fa
talisme.
Keen, zegt weer een ander hypothese, re
ligie is geen fatalisme, maar juist het geloof
aan een zecfelijke wereldorde, on-danks alles,
wat twijfel wekt. De gerechtigheid in de we
reldorde kan wel tijdelijk worden vertroebeld,
maar dit gebeurt, opdat de mensch na het
hers-tel die zedeTijke wereldorde kan aa-n-
schouwen. En-die gerechtigheid is niet een
blind fatum, maar die gerechtigheid als
wereldgerechtigheid is wereldwijsheid, die
dte wetten bouwt, waamaar de hemell-icha-
men zich bewegen. Maar die ook het hart en
den geest van den mensch boetseert tot de
schoonheid van de rechtvaardigheid.
Alweer twee hypothesen, die elkander te-
genspreKen. En zoo neutraliseert de vakwe-
t-enschaip de religie tot nul en komen wij niet
v-erder.
De vakwetenschap kan ons niet zeggen,
wat het wezen der religie is. Zij ka-n ons
veel leeren, maar zij kan ons niets zeggen
aangaan-die datgene, wat ons allerintiemste
leven raakt. Deze gedachte hangt tegenwoor
dig in de l-uc^t en spreekt sterk tot de hoof-
den en harten van -den modernen mensch.
Levensinzicht staat buiten alle vakken. Deze
gedachte is niet nieuw, maar wordt slechts
met nieuwe k-racht in het moderne denken
uitgesproken. De geschiedenis herhaalt zich,
zooals trouwens altijd het geval was.
De eigenlijke stichters van de vakken zijn
de so-phisten geweest voor en ten tijde van
Socrates, die 469 jaar voor Chris-tus leefde
en die juist zijn stem tegen de sophisten ver-
hief, door te zeggen: Ken u zelve. Hij was
een verdediger van het onvakkundige, onof-
ficieele, -en van het di-ep m-ens-chelij-ke levens
inzicht. Hij ging niet naar de school, maar
naar de markt en klampte daar ieder mensch
aan, om het weten, dat er was, te verdjepen.
De moderne mensch k-ies-t dan ook een an-
deren weg om door te dringen tot het wezeh
der religie da-n die van de vakwetenschap.
Die andere weg kunnen wij aanduiden met
het woord: bezinning, waarn de bedoeld
wordt dte verbinding va-n het intellect en,het
oerin-stinct.
De moderne mensch bewondert zeer zeker
het mechanisch gebeuren, maar met het kern-
leven heeft dit niets te maken. Een eigenlijke
tevenswil trilt in de wonderen der techniek
niet en daarom krijgt de moderne mensch
naast eerbied voor het intellect, eerbied voor
het oerinstinct en wi! hij die beide vereenigen
en dit noemt hij bezinning.
Spreker gaf toe, dat dit in wijsgeerigen zin
eigenaardige gevaren meebrengt."
De leider in methodische bc-ziuning is niet
de vakmensch, maar de mensch, die meer le
vensinzicht heeft dan anderen en een fijner
■deskgevoel heeft, die'een soepeler uitdruk-
kings vermogen bezit, allemaal hoedanighe-
den, waarin we niet gediplomeerd kunnen
worden. Maar hierdoor wordt ook vrije baan
gemaakt vcor allerlei dile'tanten Dit gevaar
js er echter niet, om uit den weg gegaan te
worden, maar cm te bezweren. En gelukkig
is er nu ook in het moderne d-enken, behalve
de methode der bezihning ook een denkbegin-
sel gekomen, dat op den duur het gevaarlijke
diltettantisme fnuiken moet. Dat denkbeginsel
brengt een P.eilige ernst mee, waarbij op den
duur dat dilettantisme het niet uithoudt.
Het werd het eerst gezegd en uitgewerkt
door Freud in zijn Psycho-analyse, de weten-
s-chappelijke verklaring van de mensche-
lijke droom, waarin hij tot d-e conclusie
komt, dat het wezen van de droom is:
een omzetting van onuitgewerkte erotiek.
Spreker gaf dit uitvoeriger aan en stel-
de in het licht, hoe men thans na een
hevige bestrijding Freud meer aanhangt,
omdat men door hem het dro-emwezen tot
zijn eigen proporties kon terugbrengen. Zijn
beginsel is hi spoed-ig verwijd, on-der leiding
van Jung en anderen, die leerden, dat niet al
leen de droom maar de geheele beschaving,
wetenschap, wijsbegeerte, kunst, religie is
doordrongen van erotiek. Zij leeren, dat, als
de erotiek er niet was met haar belemmering,
er geen sprake was van beschaving. Doordat
onze liefd-edriftc-n noodwendige belemmerin-
gen cntmoeten, waardcor het gewone uitleven
van de erotiek wordt tegongehou Jen, veran-
dert de erotiek van richting en beweegt zich
naar boven, wordt zij omgezet in visioenen,
in.gedachten en zoo, ligt het in de natuur,
dat de liefde niet alleen voortplant, maar ook
naar boven schept. Wij zijn nog niet zoo ver,
dat wij het beginsel van de erotiek als een
algemeen gelden-de waarheid erfkennen, maar
de tijd komt, dat ieder vrij-dtenker en beschaafd
mensch dit vanzelf aanneemt. Het zal er mee
gaan als met de evolutieleer, die wij alien
buiten alle bewijs-erkennen, dank zij het dich-
terlijk denken van een Lamarck en Darwin.
Zoo zal het ook gaan met het beginsel van de
erctieke omzetting. Het is toch zoo eenvou-
dig, dat wij aan de erotiek ons bestaan te
danken hebben, dat het is de diepe levens-
drift, die zich wil-laten gelden ondanks alles.
Als proeve van de erotische omzetting met
betrekking tot het wezen der religie belichtte
spr. hierna het dogma der triniteit, een bij
uitstek kerk-el-ijk dogma. Spr. was van oor-
deel, dat, wanneer hiervoor het beginsel van
de erotieke omzetting geldt, dit toch overal
geldt.
Een natuurlijke triniteit valt te erkennen
in den man, de vrouw en de verhouding van
beide. Zet men dit gegeven om tot een univer-
HYGIeNE- EN
VEILIGHEIDSHOEKJE
INDIEN PERSONEN, DIE IN
BRAND QERAKEN, DE
STRAAT OPRENNEN, STAAT
DIT MET ZELFMOORD GE-
LIJKMen trachte de vlammen te
dooven door zich plai op den grond
te werpen, om en om te rotten. Om-
slanders kunnen de vlammen doo
ven met kleedingstukken, dekens,
kleeden. Afrukken van zeer licht
brandbare kleedingstukken verdient
daarbij aanbeveling. BIJ VER-
BRANDE PATIeNTEN ROEPE
MEN ONMIDDELLIJK OE-
NEESKUNDIGE HELP IN.
GEZONDHEIDSRAAD.
0
0
0
seele gedachte, dan wordt de man, de man bij
uitstek, de schepper, het eene, het volstrekte,
de eenig strakke, de mannelijke werel-dkracht
of God. Het mannelijke is in de menschelij-
ke liefde verhouding tot de vrouw het strakke,
het bevruchten-de, dat universeert en geeft de
schepper bij uitstek of de volstrekte, de eenig
strakke onveranderlijke wereldkracht of God,
en de vrouw, geextroproneerd, wordt de
vrouw bij uitstek de bevruchtwordende, de
wereld zelf, die in verhouding tot den vol-
strekten God de bewegelijkheid is, heel en al
nuance, lenigheid in alle vrouwelijkheid.
En de microcosmische verhouding wordt
geextraproneerdde microcosmos.
En samen zijn ze het Heelal.
Ieder concreet menschenpaar, dat van
elkander houdt, is geuniverseerd tot de twee
eeuwig verliefden, God en de wereld en om-
gekeerd, als er liefdelev-en in het menschen
paar is, is het alleen mogelijk, doorda-t de
universeele liefde van God en de wereld zich
in concrete gevallen realiseert. Deze triniteit
vindt men meer en m-eer gesluierd terug in
alle groote godsdiensten. Spr. bepaalt zich
tot de Christelijke religie, waar men de trini
teit vindt van Vader, Zoon en Heilige Geest;
d-e Vader, de Schepper, de gesubli-meerde
man; d-e Heilige Geest de wereld, gesynboh-
seerd als een natuurverschijnsel, waarom
zelfs bij pauselij-k decreet verboden is, in de
kunst den Heiligen Geest als .een persoon
voor te stellen; en tenslotte de Zoon, die God
en de wereld verzoen-t en een verbinding 4egt
tusschen God en de wereld, wat niets anders
is dan de ges-ublimeerde verhouding van de
teg-endeelen man en vrouw. In het Bijibelver-
haal sterft dan ook de zoon, die de verhou
ding is, als individu. Jezus wordt eerst begre-
p-en in den Christus, die niet meer is een in
dividu. Hij is geworden het universeele leven
en wat is dat anders dan de verhouding van
g-espannen tegendeelen. Zoo vigden wij terug
in de Christelijke triniteit de sublimeering
van man en vrouw en de verhouding van
beide.
Dit is ook, zoo zeide spr., documentair
waar te maken. Hiervoor beriep hij zich op
de Apocrive Evangelien, waarvan eenige
oud-er zijn dan de vier kerkelijk-e Evangelien
en waarvan fragmen-ten zijn uitgegeven door
Dr. van der Sande Bakhuizen.
In de Evangelien van de Hebreeen is sr
geen sprake van een geboren worden van
Jezus uit Maria, maar is de Heilige Geest,
vrouwelijk gedacht, universeel en Christus
noemd daar den Heiligen Geest uitdrukkelijk
Zijn Moeder.
En zoo wordt de triniteit iets heel redelijks,
iets, wat wij zonder tegenspraak van het in
telleet in ons kunnen opnemen en zeker niet
minder verheven dan wanneer wij er een dog
ma van maken vol tegenspraken.
Is die triniteit dan meteen het wezen van
de religie?
Ja. Als wij van het religieuse denken en
voelen alle bizonderbeden weglaten, die kerk
en secte daarin gemaakt hebben, dan houden
wij dit sobere over, dat in zijn sobeiheid toch
zoo machtig is. Die twee universeele tegen
deelen. de eeuwig verliefden, God en zijn we
reld. God, die'de strakke, scheppende wereld
kracht is en de wereld, die de vrouwelijke be
wegelijkheid is, de nuance en de verhouding
van die beiden. Spr. ging dan ook met die
taalkun-digen mee, die religie verklaren van
van ter Amsterd&msche 3earze genoteerde fondsen, verstrekt door
Noordhollandsch Landbonwcrediet.
6 obi. N.VY.S. 1000 1922
6 idem 1000 1923
5 idem 1000 18
4kS idem 1000 '17
4 n idem f 1000 '16
4 l/s O.-Ind. 1000 '26 A
no
OOOR DEN CHEf VAN ONZE TURKSCHE MELANGEURS
III"!
FONDSEN.
1000 '22
100 '23
1000 '21
1000 '17
6 y3 idem
6 idem
5H idem
5 - idem
Koloniale Bank
Ned. Ind Hand. Bank
Ned. Handel Maatij.
Philip Gloeilamp
Anaconda
Comm. Studebaker
Comm. Steel
Cult Mij Vorstenl.
Handelsver. A'dara
Javasche Cult.
Dordtsche Petr. eew.
Gecons. Holl Olie
Koninklijke f 1000
Moeara Enim
A'dam Rubber
Serbadjadi
Holl. Am. Lijn
Java China Jap. Lijn
Ned. Scheepv. Unie
Stoomvaart Mij. Nederland
Deli Tatavia Tab.
Deli Maatij
Senembah
5 obi. Holl. Spoor T5/*25
5 obi. Staatsspoor '15/'25
South. Pacific
Union Pacific
Prolongatie
5 Feb.
7 Feb.
fc Feb.
9 Feb.
10 Feb.
11 Feb
1061/,6
106i/n
106
106%
106
106
'021/,e
102
102
102
102
102%6
102
ICI'A
102
102%
102
162
99i/i
99'/.
99'/,
09%
99%
.9--Vl6
95 U,
95 lis
9,1/,
95%„
9"/l6
95
95 V,
95l/i,
951/16
95%
95%,
95%S
102"/,o
1027/s
102%
102%
f 02%
102»/4
1048/,
104!/,
1041/,
1 J 4 S;g
1C47/1#
1046/,
10-16/16
1C07/,
10013/1,
1007/,
1007,8
1007/8
100
100
100
100
100
100%
2437/8
2481/,
247%
247%
247 6/,
246%
1741/,
172!/,
172%
173
13
173%
158
158i/.
158%
157%
15/
1578/4
3S5
385
3^8
387
384
385
<5i/»
16
95%
94
94
94
54'/,
546/i«
54%
548/4
531%,
54%
15711/16
1571/,
158
158
15.7%
1567/,
183
183
182
1837/,
184
184%
6891/s
66 9 t/a
693
693
692 "4
6906/,
333
384
380
:-80
351
382
363'/,
365
3'6
3693/.
371
371
251
287
2-39
256
241
245%
3881k
3891/4
3923,8
394%
399
411
363
,363
3a6
370
368
3698/4
3257/,
3296/,
3.6%
3256/,
330
328%
327
330
327%
3^5%
323%
3281,
75'/,
761/4
1 3/8
75%
75
768/4
1351/,
135
133
134
134
134
1851/s
ls6
1861/,
I86S/4
186
1868/4
177
177
178
179
182
453
456%
455
453%
456
457
4331/,
4351/s
437%
438
439%
441%
4 33
435
4187-8
437
440%
4458/4
101V,«
IOIV14
100'%,
101
104 7,,
101'A,
1001%,
I00"/i,
1011/9
1007/g
1017/,
1C97/,
110%
111
1637/16
164%
165
164%
165
165
3 i/i
3%
3%
3%
3%
3%