QsLLe&fi'*5 Wehelijbsch Overzicht Vraag en Aanbod. Het wezen der relegie. 00000000000001® SAM EN G EST ELD EDIB IZZET b Uit Huslauncl. (Nadruk verboden). /s er oorlog op komst? Den laatsten tijd wordt in Rusland veel over de mogelijkheid van een spoedigen oor log tusschen Rusland en een of meer West- Europeesche mogendheden gesproken. Vol- gens Worosjilof, den bolsjewistischen chef van alle gewapende krachten van Rusland te land en ter zee, heerscht er zelfs een paniek- stemming in het land. De oorzaak van deze stemming ligt in de alarm istische redevoerin- gen van de bolsjewistische leiders. Kort gele- den hebben achter dkaar gesproken: Boecha- rin, het tegenwoordige hoofd van de interna- tionale communistische beweging (de opvol- ger van Zinowjef), Rykof, het officieele hoofd van de sovjet-regeering, en de reeds genoemde Worosjilof. Alle drie leiders hebben toen nadrukkelijk verklaard, dat Rusland zich aan den vooravond van een grooten oorlog be- vindt, dat de aanval elk oogenblik kan ver- wacht worden. Worosjilof heeft zelfs de Euntjes op de i's gezet en zich tot zijn toe- oorders wendend, zei hij, dat het oogenblik, waarop zij zullen opgeroepen worden om hun plicht tegenover het vaderland te vervullen, nabij is. Deze redevoeringen, die door alle bladen werden gedrukt en van commentaren voor- zien, hebben begrijpelijkerwijs in het land een onbehaaglijke stemming geschapen. Worosji lof, naar hij zelf vertelde, ontving duizenden brieven, waarin hem verzocht werd openlijk te verklaren, wat er aan de hand, is en van wel- ken kant het gevaar dreigt. Sommigen hebben Worosjilof ook mondeling naar de beteekenis van zijn alarmistische verklaringen gevraagd. Ook uit de provincie kwamen mededeelingen over de onrust, die de redevoeringen van de drie leiders over een aanstaanden oorlog overal hebben veroorzaakt. De regeering be-, greep, dat er iets gedaan moest worden om net volk wat te kalmeeren, om de gemoederen tot bedaren te brengen en Worosjilof kreeg opdracht op -ret congres van „Aviochim" een verklaring af te leggen, die den slechten in- druk, welken de vorige redevoeringen hebben gemaakt, zou wegnemen. Het feit, dat worosjilof juist het congres van „Avioc.him" gebruikte om er te verklaren, dat de sovjet-regeering geen oorlcgszuchtige plannen koestert, bewijst, dat de paniekstem- ming zeer sterk is, dat de onrust in het land gevaarlijke vormen heeft aangenomen. „Aviochim" is n.l. een bond van vereenigin gen, die zich ten doel stellen de sovjet-regee ring fe steunen bij de ontwikkeling van de mi- litaire luchtvaa.t en bij de voorjpereiding van den chemischen oorlog. Het zijn dus vereeni- gingen, die uit den aard der zaak zich beter leenen voor redevoeringen over hetgeen moet geschieden als de oorlog eenmaal uitgebroken i s, dan voor declamaties over de vredelieven- de bedoelingen van de regeering. De onrust was echter zoo groot, de noodzakelijkhJd om een kalmeerende vetklaring af te leggen was zoo dringend, dat de sovjet-regeering maar besloten heeft gebruik te maken van het congres dezer venecnigingen, dat corspronke- lijk werd gedacht als een demonstratie - an de paraatheid van het leger, om het volk gerust te stellen. Worosjilof vroeg zich af, hoe het komt, dat de redevoeringen, die hen en zijn collega's hebben gehouden, zulk een paniek konden veroorzaken. En hij antwoordde zoo: dit is het gevolg van de psychologische demobilisa- tie van het Russische volk. Omgezet in ge- wone woorden beteekent dit, dat de sovjet- regeering duidelijk heeft ingezien, dat Let Russische volk tegen elken oorlog is, dat het niet vechten wil, dat het naar vrede snakt. Deie geestesgesteldheid van de massa leidde er toe, dat de redevoeringen van Rykof, Wo rosjilof en Boecharin over een oorlog zulk een beroering in het land hebben gewekt. Worosjilof haast zich te verklaren, dat die redevoeringen zuiver theoretisch waren en een zeer onschuldig karakter hadden. Om te bewijzen, dat hij in zijn redevoering over de waarschijnlijkheid van een spoedigen oor log slechts „theoretisch" en „onschuldig" was, beroept rosjilof zich op een passage in een van de vele opstellen vanLenin. Dat is in sobjet-Rusland de gewoonte ge- worden, zich steeds gedekt te voelen als men een citaat van Lenin kan aanhalen. En aan- gezien Lenin zeer veel heeft geschreven en zijn geschriften vaak elkaar tegenspreken, kan men er altijd wat vinden, dat toepasselijk is op de redevoering die de bolsjewistische leider wil houden. Worosjilof vergeet echter, dat de redevoe ringen, die zulk een beroering hebben gewekt, in het geheel geen theoretisch karakter heb ben gedragen, dat de staatslieden daarin op een duidelijke wijze over een spoedigen, een onvermijdelijken oorlog spraken, hetgeen lang niet onschuldig en theoretisch is. Soms rijst de vraag: wat is er gebeurd? waarom hebben de bolsjewistische leiders op zulk een nadrukkelijke wijze over oorlog gesproken? Worosjilof voelde, dat hij op deze vraag een min of meer aannemeliik antwoord moet ge- ven, dat hij een verklaring moet afleggen, die de houding van de regeering begrijpelijk zou maken. En Worosjilof wist niets beters te doen dan te verklaren, dat die redevoeringen over een spoedigen oorlog slechts gehouden wercten voor ae echoonhe d van den stiiP! Worosjilof zei letterlijk het volgende: „Wi (d. w. z. de sovjet-regeering) zijn reeds zoo gewend geraakt aan die gesprekken (d. w. z. over een eventiieelen oorlog) dat wij over de ons dreigende gevaren spreken alleen om onze redevoeringen te versieren en schrijven er over alleen voor schoonheid van den stijl. Maar dat alles bereikt ons bewustzijn niet meer, wij hebben opgehouden te beseffen, wij hebben het gevoel verloren, dat dit alles zeer concreet is." Hoe vinden de lezers dezen „staatsman", het lid van de regeering, dat verklaart, dat al de gesprekken van hem en van zijn ambtgenooten, die zulk een paniek in het land hebben veroorzaakt, slechts geklets ter wille van de schoonheid van den stijl was? Daar Worosjilof vreesde, dat deze vreemde verklaring niet ten^olle haar doel zou berei- ken, dat zijn toehoorders en, wat veel belang rijker is, het volk niet zal kunpen gelooven, dat al die redevoeringen alleen het gevolg van de zucht der bolsjewistische staatslieden naar stijlschoonheden waren, gaf Worosjilof toe, dat de sovjet-regeering den toestand som ber inziet, dat aan de West-grenzen van de Sovjet-Unie „de toestand, tot ons groot leed- wezen, zeer slecht :'s en dat oogenschijnlijk van dezen kant een aanval te verwachten is". Op de vraag, welke staat de aanvaller zal zijn, antwoordde Worosjilof: „Noch ik, noch Rykof zijn in staat dit te zeggen". De sovjet-regeering is verontrust, omdat het land niet paraat is, omdat het land niet in staat is een aanval te weerstaan. Wei is waar heeft Worosjilof nog slechts 3 weken geleden verklaard, dat de Sovjet-Unie nie- mand vreest, dat het Roode Leger klaar is en den vijand het hoofd kan bieden, maar ieder- een begreep toen, dat dit slechts snoeverij was, want iedereen in Rusland weet, dat het Roode Leger aan alles gebrek heeft, dat zijn sterkte (iets me°r dan 500.000 man) niet voldoende is om een eventueele coalitie van zijn naburen, die samen meer dan 500.000 man onder de wapenen hebben, het hoofd te bieden. Bovendien stelt het volk weinig be lang in de landsverdediging, aldus Worosji lof. Al de vereenigingen voor militaire doel- einden, die de bolsjewiki hebben opgericht, leiden een kwijnend bestaan en zijn niet in staat de regeering eenige werkelijke hulp te verleenen. Dat is het gevolg van de onder- drukking. Het bolsjewistische despotisme heeft bij het volk de belangstelling voor de staatszaken gedood. Het is levensgevaarlijk zich voor de staatsaangelegenheden te in- teresseeren en de Russen vinden het daarom veiliger maar buiten al die vereenigingen voor het leger te blijven. De sovjet-regeering is vredelievend, aldus Worosjilof. Hij zei letterlijk het volgende: „Wij zijn niet van plan iemand aan te vallen en zullen niemand aanvallen!" De „Prawda" drukte deze passage met koeien van letters om deze uitlating den lezer in te prenten. Het is vrijwel zeker, dat dit ook de waar- heid is. De sovjet-regeering zal niemand aan vallen, omdat zij een oorlog vreest. Een oor log zou het regime ten val kunnen brengen en daarom zullen de bolsjewiki al het mogelijke doen om een oorlog te vermijden. Zij zullen wel een grooten mond openen en dreigen, maar tot daden zullen zij niet overgaan, want dit zou voor hen te gevaarlijk kunnen worden. Waren dan de redevoeringen van de bolsje wiki inderdaad slechts stylistische oefenin- gen? Dat gelooven wij niet. De bolsjewiki zijn overtuigd, dat vroeger of later een oorlog van de kapitalistische landbn tegen de Sov jet-Unie onvermijdelijk is. Dr. BORIS RAPTSCHINSKY. Uitsluitend 2e handsgocderen. Geen cfienstaanbiedingen, enz TE KOOP RADIOTOESTEL voor 100 comipleet. DIJKGRAAFSTRAAT 13. H. H. Kappers. TE KOOP EEN POT- TENKAST met 56 vakjes bij C. DUITS, ka-pper, Dorpstraat 10, Bergen. O-uderwetsche mahoni-ehouten SECRE TAIRE en dito SCHUIFTAFEL TE KOOP wegens plaatsgebrek Te bevragen bij C. BIJVOET, Achterdam 7. TE KOOP EEN STERWASCHMACHINE met wringer, zoo goed als nieuw, uiterste prijs 35. Te bevr. TULPSTRAAT No. 11. TE KOOP een mooie PATHEFOON met 15 platen. Prijs 25. LAAT 32. TE KOOP AANGEBODEN PRIMA STOFZUIGER met hulpstukken, 35. Adres te bevragen bureau v. d. blad. TE KOOP voor 15 een withouten BOEKENKAST, hoog 2 M. breed 1 M. Te bevragen Van Everdingenstraat 4. TE KOOP 1 KINDERWAGEN en 1 PATHEFOON met 40 nummers voor spot- prijs. O-UDEGRACHT No. 68. TE KOOP goed onderhouden KINDER WAGEN. Te bevragen BAANSINGEL 22a. TE KOOP een prima HEERENRIJWIEL met torpedonaaf, 25. Te bevr. OVERDIESTRAAT 69. TE KOOP een mooie PATHEFOON Zwitsersch uurwerk met tafd en 30 num mers Adres RAMEN No. 8 boven TE KOOP FRIESCHE KLOK bare boerderij op plaat. JOSEPHSTR AAT 9. beweeg- Te koop pracht gebruikt wit emaille Pen- sionfomuis, buffetten, dressoirs, kasten, ta- fels, stoelen, spiegels, sehilderijen, ledikan- ten, bedden, kaehels enz. J. L. SOSTMAN Jr. Verkoop'.okaal ,Hollandia", Ridderstraat 6. Provinciaa! nieuws UIT HEILOO. Het aanltggen van een compleet electrisch laagspanningsnet met straatverlichting, huis- aansluitingen en huisinstallaties in de ge- meente WeesperkaTSpel is na onderhandsche aanbesteding opgedragen aan het electro- tech-nisch bureau P. Zwaag, Holleweg, al- hier. UIT BtKuEN. Door tusschenkomst van den inspecteur der Registratie en Domeinen te Alkmaar is ten behoeve dezer gemeente ontvangen van iemand die onbekend! wensch-t te blijven een bedrag van 530 wegens in vroegere jar^n aan die gemeente Bergen onthouden inkom'- steibelasting. In de Donderdagavond gehouden ver- gadering van het Vrijwillig Braodweerkorps, waarbij het voltallig Clolege van Burgemees- ter en Wethouders tegenwoordig was, sprak de burgemeester woorcfen van waardeering tot den heer C. Meije Sr., die eervol ontslag als o pperbr an dine ester had gevraagd. De burgemeester gaf een terugblik naar den toestand- van 30 jaar terug, toen de heer Meijer bij die brandweer kvam, en deelde me- de dat burgemeester en wethouders Hem op verzo-ek met ingang van heden en onder dankzegging voor de aan de gemeente bewe- zen diensten, op de meest eervolle wijze ont slag hadden verleend. Sipr. bood den schei- denden opperbrandmeester als blijlc van waardeering voor hetgeen hij in het afgeloo- pen tijdperk had verricht, een mooie ets van de kefkruine van „Voerman" aan. De heer Meijer damkte den burgemeester voor diens vriendelijke woorden, het college van B. en W. voor het aandenken en het gemeentebestuu-r, brandmeesters en brand- weernTannen voor den steun, wei'ken hij steeds van all-en heeft mogen ondervinden. Vervolgens werd door den burgemeester mededeeling gedaan dat B. en -W. den tieei Jan S-mit hebben benoemd tot opperbrand meester. De beer Smit zeide. dat hij, indien ook de brandmeesters en brandweerliecler. met deze benoeming instemme-n, zal trach-ien d-e functie zoo goed als in zijn vermo-gen is, te vervullen. Vervolgens sprak dfe wethouder, de heer Bogtman, nog enkele vriendelijke woorden tot den heer Meijer, waarna de burgemeester mededeeling deed dat op verzoek nog eervol ontslag is verleend aan den heer P. B'anken- daal al-s pijpleider en an den heer J. Kokkes als slangenlaeider van het Vrijwillig Brand- weerkorps. Hierna werden nog eenige interne aangele- genheden van de brandweer besproken. In Hotel Kreb hi eld Dr. M. Schoen- nfa ekers uit Laren voor de Vereen. van Voordra-chtavonden te Bergen gisteravond een lezing over: Het wezen der religie. De heer Da alder bracht in zijn openingswoord den spreker een woord van dank en wekfe op om door het -geven van een extra-bijdrage van 50 cent mode te wer- ken, dat de vereeniging nog een extra lezing kan organiseeren met Prins Raden Mas Noto So-eroto. De heer M. Schoemaekers, 't woo-rd verkrijgende, ving aan, met er op te wijzen, da-t hij zou trachten door te dringen tot de gro-ndslagen van de vers-chillendle bewust zijnsuitingen, die men kan noemen de reli- gieuse verschijnselen. De vakvvetenschap heeft verschillende antwoorden, in -den vorm van hy-po-thesen, die hem-elsbreed uit elkan- de-r gaan en vaak elkander tegen spreken. Een van de hypothesen van de vakweten- schap zegt, d'a-t religie is: afhankelijkheids gevoel; de mensch vo-elt zi-ch klein ten op zichte van de natuurkrachten en dat klein- heidsgevoel gaat gepaard met een gevoel van afhankelijkheid en vrees. Eerst fantaseert d-e mensch vele goden; ten slotte een God, maar zoowel bij het veel- godendom als bij het monotis-me blijft de ondergrond de a-ngst. Een andere hypoth-ese leert, da-t het reli- gieuse gevoel heelemaal geen gevoel van afhankeiijkheid is, maar een gevoel van ver- wa-ntschap met de natuurkrachten. Als de m-ens-ch die natuurkrachten pers-onifieert, da-n doet hij dat juist. omdat hij zich dharmee v-erwant gevoelt. Hij voelt zich dus verwant met God, waard-oor de religie gepaard gaat met machtsgevoel. Aan het eind, zegt Bolland, komt te voo-r- schijn, wat er niet alleen aan het begin, maar ook in beginsel is geweest en zoo is religie in den gron-d een a-ctueel eos-misch machtsgevoel. Ziehier twee verondsrstellin-gen, die I'ijn rech-t tegenover elkander staan. Een andere hypothese zegt, dat het wezen van de religie is: sociaal besef. Door de reli gie toch voelen wij ons all-emaal kinder-en van een vader. Het Christendom onders-treept wel dit gevoel van kindscha-p Gods, maar dat is in het Christendom toch niet iets reli gious bizo-nders, maar een onderstreepi-ng van iets, dat men bij alle religie vindt. In het religieus-e komt vanzelf het gemeens-chapsge- vo-el met alle religieuse mens-chen, het so cials besef. En als de religieus-e mensch graag een hiernamaals bouwt, dan komt dat, omdat een sterk religieus besef het gevoel wil voortzetten tot na het graf. Een andere hypothese hiertegenover zegt: Religie is geen sociaal gevoel; het is juist een doorgezet gevoel van de waarde van het individu. Het geloof aan de oneindige waar de van i-edere m-enschenziel, van iedere per- soo-nlijkheid. Zeker doet in de religie wel mee het gemeenschapsgevoel, maar niet als het wezen van de religie, maa-r als een cor- rectief. Ziedaar alweer twee hypothesen, die elkan der tegenspreken. Een andere hypothese zegt: religie is het noodlotsgeloof; het zijn de Mohammedanen, die daarop den nadruk leggen. In zekeren zin heeft het Christendom dat niet, maar bij nader inzien is christelijk ge loof tenslotte toch fatalisme. Het christelijk geloof leert een almacht boven de natuur een God, waartegen niemand zich verzetten kan en dat is toch juist fatalisme. Religie is dus in den grond1 volgens die hypothese, fa talisme. Keen, zegt weer een ander hypothese, re ligie is geen fatalisme, maar juist het geloof aan een zecfelijke wereldorde, on-danks alles, wat twijfel wekt. De gerechtigheid in de we reldorde kan wel tijdelijk worden vertroebeld, maar dit gebeurt, opdat de mensch na het hers-tel die zedeTijke wereldorde kan aa-n- schouwen. En-die gerechtigheid is niet een blind fatum, maar die gerechtigheid als wereldgerechtigheid is wereldwijsheid, die dte wetten bouwt, waamaar de hemell-icha- men zich bewegen. Maar die ook het hart en den geest van den mensch boetseert tot de schoonheid van de rechtvaardigheid. Alweer twee hypothesen, die elkander te- genspreKen. En zoo neutraliseert de vakwe- t-enschaip de religie tot nul en komen wij niet v-erder. De vakwetenschap kan ons niet zeggen, wat het wezen der religie is. Zij ka-n ons veel leeren, maar zij kan ons niets zeggen aangaan-die datgene, wat ons allerintiemste leven raakt. Deze gedachte hangt tegenwoor dig in de l-uc^t en spreekt sterk tot de hoof- den en harten van -den modernen mensch. Levensinzicht staat buiten alle vakken. Deze gedachte is niet nieuw, maar wordt slechts met nieuwe k-racht in het moderne denken uitgesproken. De geschiedenis herhaalt zich, zooals trouwens altijd het geval was. De eigenlijke stichters van de vakken zijn de so-phisten geweest voor en ten tijde van Socrates, die 469 jaar voor Chris-tus leefde en die juist zijn stem tegen de sophisten ver- hief, door te zeggen: Ken u zelve. Hij was een verdediger van het onvakkundige, onof- ficieele, -en van het di-ep m-ens-chelij-ke levens inzicht. Hij ging niet naar de school, maar naar de markt en klampte daar ieder mensch aan, om het weten, dat er was, te verdjepen. De moderne mensch k-ies-t dan ook een an- deren weg om door te dringen tot het wezeh der religie da-n die van de vakwetenschap. Die andere weg kunnen wij aanduiden met het woord: bezinning, waarn de bedoeld wordt dte verbinding va-n het intellect en,het oerin-stinct. De moderne mensch bewondert zeer zeker het mechanisch gebeuren, maar met het kern- leven heeft dit niets te maken. Een eigenlijke tevenswil trilt in de wonderen der techniek niet en daarom krijgt de moderne mensch naast eerbied voor het intellect, eerbied voor het oerinstinct en wi! hij die beide vereenigen en dit noemt hij bezinning. Spreker gaf toe, dat dit in wijsgeerigen zin eigenaardige gevaren meebrengt." De leider in methodische bc-ziuning is niet de vakmensch, maar de mensch, die meer le vensinzicht heeft dan anderen en een fijner ■deskgevoel heeft, die'een soepeler uitdruk- kings vermogen bezit, allemaal hoedanighe- den, waarin we niet gediplomeerd kunnen worden. Maar hierdoor wordt ook vrije baan gemaakt vcor allerlei dile'tanten Dit gevaar js er echter niet, om uit den weg gegaan te worden, maar cm te bezweren. En gelukkig is er nu ook in het moderne d-enken, behalve de methode der bezihning ook een denkbegin- sel gekomen, dat op den duur het gevaarlijke diltettantisme fnuiken moet. Dat denkbeginsel brengt een P.eilige ernst mee, waarbij op den duur dat dilettantisme het niet uithoudt. Het werd het eerst gezegd en uitgewerkt door Freud in zijn Psycho-analyse, de weten- s-chappelijke verklaring van de mensche- lijke droom, waarin hij tot d-e conclusie komt, dat het wezen van de droom is: een omzetting van onuitgewerkte erotiek. Spreker gaf dit uitvoeriger aan en stel- de in het licht, hoe men thans na een hevige bestrijding Freud meer aanhangt, omdat men door hem het dro-emwezen tot zijn eigen proporties kon terugbrengen. Zijn beginsel is hi spoed-ig verwijd, on-der leiding van Jung en anderen, die leerden, dat niet al leen de droom maar de geheele beschaving, wetenschap, wijsbegeerte, kunst, religie is doordrongen van erotiek. Zij leeren, dat, als de erotiek er niet was met haar belemmering, er geen sprake was van beschaving. Doordat onze liefd-edriftc-n noodwendige belemmerin- gen cntmoeten, waardcor het gewone uitleven van de erotiek wordt tegongehou Jen, veran- dert de erotiek van richting en beweegt zich naar boven, wordt zij omgezet in visioenen, in.gedachten en zoo, ligt het in de natuur, dat de liefde niet alleen voortplant, maar ook naar boven schept. Wij zijn nog niet zoo ver, dat wij het beginsel van de erotiek als een algemeen gelden-de waarheid erfkennen, maar de tijd komt, dat ieder vrij-dtenker en beschaafd mensch dit vanzelf aanneemt. Het zal er mee gaan als met de evolutieleer, die wij alien buiten alle bewijs-erkennen, dank zij het dich- terlijk denken van een Lamarck en Darwin. Zoo zal het ook gaan met het beginsel van de erctieke omzetting. Het is toch zoo eenvou- dig, dat wij aan de erotiek ons bestaan te danken hebben, dat het is de diepe levens- drift, die zich wil-laten gelden ondanks alles. Als proeve van de erotische omzetting met betrekking tot het wezen der religie belichtte spr. hierna het dogma der triniteit, een bij uitstek kerk-el-ijk dogma. Spr. was van oor- deel, dat, wanneer hiervoor het beginsel van de erotieke omzetting geldt, dit toch overal geldt. Een natuurlijke triniteit valt te erkennen in den man, de vrouw en de verhouding van beide. Zet men dit gegeven om tot een univer- HYGIeNE- EN VEILIGHEIDSHOEKJE INDIEN PERSONEN, DIE IN BRAND QERAKEN, DE STRAAT OPRENNEN, STAAT DIT MET ZELFMOORD GE- LIJKMen trachte de vlammen te dooven door zich plai op den grond te werpen, om en om te rotten. Om- slanders kunnen de vlammen doo ven met kleedingstukken, dekens, kleeden. Afrukken van zeer licht brandbare kleedingstukken verdient daarbij aanbeveling. BIJ VER- BRANDE PATIeNTEN ROEPE MEN ONMIDDELLIJK OE- NEESKUNDIGE HELP IN. GEZONDHEIDSRAAD. 0 0 0 seele gedachte, dan wordt de man, de man bij uitstek, de schepper, het eene, het volstrekte, de eenig strakke, de mannelijke werel-dkracht of God. Het mannelijke is in de menschelij- ke liefde verhouding tot de vrouw het strakke, het bevruchten-de, dat universeert en geeft de schepper bij uitstek of de volstrekte, de eenig strakke onveranderlijke wereldkracht of God, en de vrouw, geextroproneerd, wordt de vrouw bij uitstek de bevruchtwordende, de wereld zelf, die in verhouding tot den vol- strekten God de bewegelijkheid is, heel en al nuance, lenigheid in alle vrouwelijkheid. En de microcosmische verhouding wordt geextraproneerdde microcosmos. En samen zijn ze het Heelal. Ieder concreet menschenpaar, dat van elkander houdt, is geuniverseerd tot de twee eeuwig verliefden, God en de wereld en om- gekeerd, als er liefdelev-en in het menschen paar is, is het alleen mogelijk, doorda-t de universeele liefde van God en de wereld zich in concrete gevallen realiseert. Deze triniteit vindt men meer en m-eer gesluierd terug in alle groote godsdiensten. Spr. bepaalt zich tot de Christelijke religie, waar men de trini teit vindt van Vader, Zoon en Heilige Geest; d-e Vader, de Schepper, de gesubli-meerde man; d-e Heilige Geest de wereld, gesynboh- seerd als een natuurverschijnsel, waarom zelfs bij pauselij-k decreet verboden is, in de kunst den Heiligen Geest als .een persoon voor te stellen; en tenslotte de Zoon, die God en de wereld verzoen-t en een verbinding 4egt tusschen God en de wereld, wat niets anders is dan de ges-ublimeerde verhouding van de teg-endeelen man en vrouw. In het Bijibelver- haal sterft dan ook de zoon, die de verhou ding is, als individu. Jezus wordt eerst begre- p-en in den Christus, die niet meer is een in dividu. Hij is geworden het universeele leven en wat is dat anders dan de verhouding van g-espannen tegendeelen. Zoo vigden wij terug in de Christelijke triniteit de sublimeering van man en vrouw en de verhouding van beide. Dit is ook, zoo zeide spr., documentair waar te maken. Hiervoor beriep hij zich op de Apocrive Evangelien, waarvan eenige oud-er zijn dan de vier kerkelijk-e Evangelien en waarvan fragmen-ten zijn uitgegeven door Dr. van der Sande Bakhuizen. In de Evangelien van de Hebreeen is sr geen sprake van een geboren worden van Jezus uit Maria, maar is de Heilige Geest, vrouwelijk gedacht, universeel en Christus noemd daar den Heiligen Geest uitdrukkelijk Zijn Moeder. En zoo wordt de triniteit iets heel redelijks, iets, wat wij zonder tegenspraak van het in telleet in ons kunnen opnemen en zeker niet minder verheven dan wanneer wij er een dog ma van maken vol tegenspraken. Is die triniteit dan meteen het wezen van de religie? Ja. Als wij van het religieuse denken en voelen alle bizonderbeden weglaten, die kerk en secte daarin gemaakt hebben, dan houden wij dit sobere over, dat in zijn sobeiheid toch zoo machtig is. Die twee universeele tegen deelen. de eeuwig verliefden, God en zijn we reld. God, die'de strakke, scheppende wereld kracht is en de wereld, die de vrouwelijke be wegelijkheid is, de nuance en de verhouding van die beiden. Spr. ging dan ook met die taalkun-digen mee, die religie verklaren van van ter Amsterd&msche 3earze genoteerde fondsen, verstrekt door Noordhollandsch Landbonwcrediet. 6 obi. N.VY.S. 1000 1922 6 idem 1000 1923 5 idem 1000 18 4kS idem 1000 '17 4 n idem f 1000 '16 4 l/s O.-Ind. 1000 '26 A no OOOR DEN CHEf VAN ONZE TURKSCHE MELANGEURS III"! FONDSEN. 1000 '22 100 '23 1000 '21 1000 '17 6 y3 idem 6 idem 5H idem 5 - idem Koloniale Bank Ned. Ind Hand. Bank Ned. Handel Maatij. Philip Gloeilamp Anaconda Comm. Studebaker Comm. Steel Cult Mij Vorstenl. Handelsver. A'dara Javasche Cult. Dordtsche Petr. eew. Gecons. Holl Olie Koninklijke f 1000 Moeara Enim A'dam Rubber Serbadjadi Holl. Am. Lijn Java China Jap. Lijn Ned. Scheepv. Unie Stoomvaart Mij. Nederland Deli Tatavia Tab. Deli Maatij Senembah 5 obi. Holl. Spoor T5/*25 5 obi. Staatsspoor '15/'25 South. Pacific Union Pacific Prolongatie 5 Feb. 7 Feb. fc Feb. 9 Feb. 10 Feb. 11 Feb 1061/,6 106i/n 106 106% 106 106 '021/,e 102 102 102 102 102%6 102 ICI'A 102 102% 102 162 99i/i 99'/. 99'/, 09% 99% .9--Vl6 95 U, 95 lis 9,1/, 95%„ 9"/l6 95 95 V, 95l/i, 951/16 95% 95%, 95%S 102"/,o 1027/s 102% 102% f 02% 102»/4 1048/, 104!/, 1041/, 1 J 4 S;g 1C47/1# 1046/, 10-16/16 1C07/, 10013/1, 1007/, 1007,8 1007/8 100 100 100 100 100 100% 2437/8 2481/, 247% 247% 247 6/, 246% 1741/, 172!/, 172% 173 13 173% 158 158i/. 158% 157% 15/ 1578/4 3S5 385 3^8 387 384 385 <5i/» 16 95% 94 94 94 54'/, 546/i« 54% 548/4 531%, 54% 15711/16 1571/, 158 158 15.7% 1567/, 183 183 182 1837/, 184 184% 6891/s 66 9 t/a 693 693 692 "4 6906/, 333 384 380 :-80 351 382 363'/, 365 3'6 3693/. 371 371 251 287 2-39 256 241 245% 3881k 3891/4 3923,8 394% 399 411 363 ,363 3a6 370 368 3698/4 3257/, 3296/, 3.6% 3256/, 330 328% 327 330 327% 3^5% 323% 3281, 75'/, 761/4 1 3/8 75% 75 768/4 1351/, 135 133 134 134 134 1851/s ls6 1861/, I86S/4 186 1868/4 177 177 178 179 182 453 456% 455 453% 456 457 4331/, 4351/s 437% 438 439% 441% 4 33 435 4187-8 437 440% 4458/4 101V,« IOIV14 100'%, 101 104 7,, 101'A, 1001%, I00"/i, 1011/9 1007/g 1017/, 1C97/, 110% 111 1637/16 164% 165 164% 165 165 3 i/i 3% 3% 3% 3% 3%

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1927 | | pagina 6