Alkmaarsclie Gourairt
Schaakrubriek.
Wie is Edmund Gray
FEU LI,ETON.
Zaterdag 12 Februari.
In en 0111 de Siooldstad.
No. 39
1927
Henderd negen on twintigsli Jaargang,
CCXXII.
Belangrijke gebeurtenissen en de stembus
in uitzicht.
Indien wij nog leeiden in dien „goeden
ouden tijd", toen althans in deze s*~d
Amsterdam de burgerij groote belangstel-
ling aan den drg legde voor al datgene, het-
welk door den .gemeenteraad werd beslist, en
die belangstelling zich hoe langer hoe meer
ging toonen tegen den tijd dat de periodieke
gemeenteraadsverkiezingen in uitzicht waren,
zouden de gebeurtenissen, die wij de laatste
weken hier nebben gehad op gemeentelijk po-
litiek gebied, zeker in staat geweest zijn die
belangstelling te doen stijgen tot „kook-hitte".
Want in die dagen, voor wij werden „p"eze-
gend" met het stelsel van evenredige verte-
genwoordiging, leefden de Amsterdammers
mede met de belangen hunner stad, die ten
stadhuize werden afgehandeld. Eerst in hun
kiesvereenigingen en de districts-afdeelingen
daarvan, waarin de verschillende partijen
hun candidaten stelden voor den Raad; daar-
na in de tallooze vaak te tallooze open-
bare vergaderingen, waarin hun candidaten
de groote vraagstukken, die aan de orde wa
ren, bespraken. En als dan de dagen van de
stemming en van de herstemminoen waren
aangebroken, kwamen de menschen in drom-
men naar de Amsterdamsche „Fleet Street",
om voor de dagblacoureaux de uitslagen- der
stembus te zien aangeteekend op de aanplak-
borden; werd er gejuicht en gefloten over
dezen of genen uitslag; kon men de gekozen
en geduikelde candidaten in „Palais Royal"
of bij „Kras" de hand komen drukken ter ge-
lukwensch of tot troost over hun nederlaag.
Dat waren de aardige, levendige dagen der
Amsterdamsche gemeenteraadsverkiezingen,
die we vermoedelijk nooit meer terug zullen
zien, omdat de belangstelling der burgerij,
nu zij op partij-lijsten moet stemmen in plaats
van op de kiezers, van nabij dikwijls bekende
personen, is verflauwd en omdat van het aan
den avond der verkiezingen publiceeren van
namen der gekozenen een einde is gekomen.
En het zal, nu we nog maar enkele maanden
van nieuwe gemeenteraads-erkiezingen ver-
wijderd zijn, moeten blijken of de gebeurtenis
sen, waarop ik boven doelde, de "kiezers z6o
zullen hebben „getroffen", dat zij daarvan
althans in te houden groote bijeenkomsten
blijk zullen geven.
Die gebeurtenissen zijn belangrijk genoeg.
Daar hebben we eerst gehad die Raadsver-
gaderingen, waarin ter sprake kwam het feit,
dat een door den Raad toegestaan crediet tot
het houden eener woning- "en gezinstelling,
groot 32.000, met niet minder dan 45.000
was overschreden en dit niet alleen, doch dat
van dat, buiten toestemming van den Raad
uitgegeven bedrag door een hoofdambtenaar,
den directeur van den Woningdienst, op eigen
houtje ,t 14.000 was gebruikt om de telling
ook uit te breid.n tot het aantal winkels.
Er zijn heel wat harde woorden over de
zaak gevallen; onder alle groepen van
Raadsleden is de verontwaardiging geuit
over het feit, dat men zonder hen er in te
kennen een door hen wettelijk toegestaan cre
diet in die mate kon overschrijden, en bovenal
dat een hoofdambtenaar op eigen gezag de
-gemeentefondsen kon gebruiken voor iets,
waartoe hem geen opdracht was gegeven.
Zelfs de bij het geval betrokken wethouder,
het sociaal-democratische lid van den Raad
De Miranda, kon niet anders dan deze han-
delwijze van den directeur scherp afkeuren.
Daarbij is het niet gebleven: een der leden
van het gemeentebestuur, Mr. Romme, stelde
een motie om althans die 14.000 van het
gevraagde extra-crediet niet toe te staan, fei-
telijk dus om dat bedrag te verhalen op den
directeur, die het buiten zijn Oevoegdheid uit
gaf. De stemmen hebben er over gestaakt,
dus de beslissing over het voorstel moet nog
volgen en er bestaat, gezien de samenstelling
van den Raad, alle kans, c'^f de heer Romme
zijn voorstel zal zien aangenomen.
Doch afgescheiden van de beslissing in de
ze, blijft de zaak, de zaak, en werpt zij wel
een eigenaardig licht op de gemeente-bemoei-
ingen, de gemeentelijke socialisatie, van het
Amsterdam van onzen tijd. Amsterdam is
door haar geheele geschiedenis heen altijd
een stad geweest, waar de gemeente-bemoeie-
nis op velerlei gebied ver ging; wie daarvan
de overtuiging wil krijgen, sla er de Amster
damsche geschiedenis van Wagenaar maar
eens op na. Hij zal in verband daarmede te
weten komen, dat het regenten-bestier der 17e
Oeautoriseerde vertahng naar het
Engelsch van Walter Besant,
door Mej. E. Hoogewerj.
„Neen, nooit. Maar een ding heeft u verge-
ten! Die vervalsching, adit jaar geleden, de
wissel van 720 pond was betaalbaar aan Ed
mund Gray of order
„0 ja. Dat is zoo. En dit iijkt belangrijk"
„,Heel belangrijk", zei George. „De ver-
vaischer kan onmogelijk, bij toeval, dienzelf-
den naam gekozen hebben. Heeft u nog den
vervalschten wissel?"
„Ik heb'm altijd bewaard", ?A mr. Dering,
in gcval die nog eens dienen kon om het ver-
grijp aan het licht te brcngen. Je zult hem
vine!en Checkley, in de lade, aan de rechter-
hand van de safe. Dank je. Hier is hij. „Be-
taaibaar aan Edmund Gray of order", en
hier is het endosserrent. Dus hebben we zijn
bandtcekening in ieder geval."
George nam he tpapier aan:
„Vrecmd, maar ik zou hier no' roo g-oed,
zweren, dat het uw handschrift is! En kijk,
de onderteekening van den wiosei ii precies
dezelfde, als die van de brieven. K- dunkt,
dat dcgeen, die den wissel srWef, ook die
brieven moet geschreven *r>.
Maar nu de ovcrdradven. Daar raoet toch
em getuige bij zijn *rveest."
„Dat is ook zoo. Octuige is geweest ecu
icteric I orry geheeten."
en I8e eeuw heel wat zoncterlinge verhoudin-
gen schiep en er met de gelden der burgerij
ook vaak eigenaardig werd omgesprongen.
De vraag is slechts: is er thans eigenlijk iets
nieuws onder de zon; heeft niet het regenten-
beheer plaats gemaakt voor partijbeheer en
hoofdambtenaren-beheer het heeft er, als
men deze woning-tellings-geschiedenis be-
kijkt, wel iets van weg. Want het is wel een
eigenaardige geschiedenis geweest, dat bij de
stemming over die motie-Romme, de tegen-
stemmers niet alleen waren alle wethouders
die dus hun collega, het nauwste bij de
zaak betrokken, niet in den steek lieten, al
nadden zij vermoedelijk mooier figuur ge
maakt als zij in dit geval maar buiten stem
ming gebleven waren doch ook alle soci
aal-democratische leden van den Raad, het-
geen wel zeer partijdig schijnt, wanneer men
weet, dat en de betrokken wethouder en de
hoofdambtenaar-directeur, wien het alles
gold, beiden sociaal-democraten zijn.
Heb ik, dit alles in aanmerking nemende,
niet het recht gehad te beweren, dat we hier
voor een gebeurtenis staan, welke in dagen
van gemeenteraads-verkiezingen stof genoeg,
kan geven om de kiezers, met wier belasting-'
penningen „zoo lustig kan worden omge
sprongen", danig in het geweer te brengen?
Of zulks gebeuren zal, is een andere kwestie,
nu we in andere tijden leven.
Een tweede gebeurtenis van beteekenis is
geweest de zaak, die behandeld werd voor de
Amsterdamsche rechtbank. Het betrof een
vijftal beambten, werkzaam bij de vischvoor-
ziening van gemeentewege. Ontdekt was, dat
deze ontrouwe dienaren der stad door „een
drachtelijke samenwerking" kans hadden ge
zien de gemeente ten eigen bate voor eenige
duizenden guldens te benadeelen. Hetgeen bij
de berechting dezer menschen aan het licht is
gekomen, geeft geen hoogen dunk van de
controle, die bij dezen tak van gemeentelijken
dienst heeft plaats gehad en aanleiding is,
dat degenen, die over de steeds voortgaande
socialisatie te Amsterdam niet erg te spreken
zijn, daaruit weder munt slaan.
Wat niet in alien deele billijk is. Het is niet
de eerste maal, dat ontrouwe overheidsdiena-
ren van rijk of gemeenten terecht hebben ge-
staan en het zal ook wel niet de laatste keer
zijn, dat iets van dien aard gebeurd is
daaruit dus een wapen te willen smeden tegen
gemeentelijke diensten, is niet billijk. Maar
een andere vraag is of dergelijke vergrijpen
wel mogelijk zouden wezen bijaldien de con
trole van gemeentewege goed was geweest.
Uit alles wat ter terechtzitting verklaard is,
blijkt wel, dat aan die ambtelijke controle
veel gehaperd heeft; de verdedigers van een
der beklaagden heeft dan ook niet ge-
schroomd als zijn meening te kennen ge
ven, „dat dit bedrijf op zoo onverantwoorde-
lijke en roekelocze wijze is gevoerd, dat het
alle perken te buiten gaat", en dat „wanneer
een particulier zijn bedrijf op dusdanige wij
ze had ingericht, het geen twijfel zou lijden
of die particulier was allang failliet gegaan".
Of die verdediger in alien deele juist oor-
deelde, laat ik hier verder in het midden; ik
venneld deze, zeker ernstige gebeurtenis
slechts als eene, die ook stof genoeg kan ge
ven voor verkiezingspropaganda in de aan-
staande maanden. De felle tegenstanders van
gemeentelijke bemoeiing, vooral wanneer het
betreft concurrentie tegen de bedrijven van
neringdoenden, die vaak zelf een zwaren
strijd om hun bestaan voeren en bovendien
aardig hebben bij te dragen'aan de gemeen
telijke schatkist, zullen zeker niet nalaten om
deze fraude bij het gemeentelijk vischbedrijf
naar voren te brengen bij hun betoog, „dat de
gemeente zich ook maar niet moest bemoeien
met winkelier-spelen",
Ook dit genoemde feit heeft zich afgespeeld
bij een diet" afdeelingen van het gemeentelijk
bedrijf, hetwelk onder den wethouder De Mi
randa ressorteert een aangename periode
maakt die dus zeker niet door en hij zal op de
verkiezingsvergaderingen straks wel een en
ander te hooren krijgen. Zulks ook in verband
met nog een derde kwestie van den dag, waar-
bij hij betrokkeif is, t. w. de huurwetten.
Nu van Regeeringswege eerlang aan die
uit den crisis-tijd overgebleven beperking van
het eigendomsrecht van woningen een einde
zal zijn gekomen, is reeds in een vergadering,
gehouden door de federatie Amsterdam van
de S.D.A.P., daartegen geprotesteerd wat
natuurlijk het recht der sociaal-democraten is.
In die vergadering is beweerd, dat door het
intrekken van de huurwetten de deur weder-
om totaal zal worden ,opengezet voor de
huiseigenaren, waaronder in dat milieu uiter-
aard allereerst werd gedacht aan diegenen,
die arbeiderswoningen verhuren, en dat deze
niet schromen zullen de huren danig op te
drijven. De kleine man, aldus is er beweerd,
zal de dupe van den nieuwen maatregel wor
den, want er is altijd nog een groot gebrek
aan goedkoope en hygienisch-aanbevelens-
waardige arbeiderswoningen. Of die bewe-
„Ja, dien hebben we op't kantoor. Check-
ley, laat Lorry eens even komen
De klerk verklaarde dat hij zich niet her-
innerde, getuige te zijn geweest van een over-
dracht. Wel had hij menige onderteekening
bijgewoond, maar hem werd nooit gezegd,
wat voor papieren't waren.
En, toen hem gevraagd werd of hij zich
dan ook speciaal eenige onderteekening her-
innerde in de maanden Februari, Maatt of
April, antwcordde hij, dat hij vele ondertee-
keningen had bijgewoond. Dat mr. Dering
hem soms liet roepen, om getuige te zijn van
zijn eigen onderteekening, en soms bij die van
zijn clienten. Lorry kon dus weer naar het
kantoor terugkeeren.
„Er kan niet ianger eenige twijfel bestaan",
zei George, „dat hierin een poging is te zien
tot diefstal op grooten schaal."
„Een poging" alleenvroeg mr. De-
ring. „Waar zijn dan mijn certificaten?"
„Ik zeg: „poging", omdat dergelijke papie
ren toch niet kunnen gestolen worden. Het di
vidend wordt ook alleen betaald aan de recht-
matige eigenaren. Die Edmund Gray is te
vinden, als hij bestaat. Maar ik houd het er
voor, dat dit enkel maar een naam is, aange
nomen door den vervalscher. En ik veronder-
stel, dat hij zijn papieren wel heel gauw zal
verkocht hebben. Maar u zult zeker uw be-
zit weer terugkrijgen, effecten en aandeelen
kunnen niet zoo maar gestolen worden, als
cm stuk land."
„We kunnen makkelijk er achter komen,
wat er van uw papieren geworden is."
„Als de dieven het nog onder hun berus-
ting hebben," ging George voort. „dan is al
,wat zij er van gemaakt kunnen hebben het
ring juist is, laat ik daar wanneer men
eens rondgaat door de nieuwere v. ken, waar
nieuwe woningen voor den kleinen burger-
stand en den gezeten werkman gebouwd zijn,
schijnt dat te kort wel te schikken, want men
ziet nog al een en ander te huur staan. Maar
ook hier weer is het merkwaardige, dat in de
genoemde meeting de wethouder der volks-
huisvesting het woord voerde en daar met
cijfers poogdc aan te toonen, dat er rlbg altijd
voor den kleinen man woningnood te Amster
dam bestaat en dat intrekking der huurwet
ten niets anders ten gevolge zal hebben dan
een bevoorrechting der eigenaren van oude
huizen, die hooger huren zullen gaan heffen,
niet in verhouding tot de waarde hunner hui
zen. Hij voegde er aan toe, dat ten stadhuize
reeds in ernstige voorbereiding is een veror-
dening, waarbij, zoodra de huurwetten geheel
van de baan zijn, van gemeentewege inaxi-
mum-huurprijzen zullen worden vastgesteld.
Dit is ontegenzeggelijk een hoogst belang
rijke bedreiging aan het adres der huiseigena
ren; een bedreiging, die ook al weder onder
al diegenen, die bij woningbouw en woning-
verhuur betrokken zijn, een storm van ver
ontwaardiging zal doen opgaan, welke zich
bij de gemeente-verkiezingen zal kunnen
uiten.
Ge ziet, er is stof genoeg om heel wat ru-
moerige meetings van voor- en tegenstanders
van gemeentebemoeiing te „vullen" en nog
eens leefden we nog in de voor-evenredige
vertegenwoordiging-dagen, we zouden in de
kiesvereenigingen over dit alles heel wat te
hooren en te lezen krijgen.
Maar of inderdaad ook thans dergelijke
voor d?geheele gemeente belangrijke kwesties
de stembus kunnen beinvloeden, zal eigenlijk
alleen kunnen blijken, wanneer de nieuwe sa
menstelling van den Raad bekend zal wezen
en zoover zijn we nog lang niet.
SINI SAN V
Uit enze Staatsmacliine.
De wegenbelasting.
Nu Staatsblad No. 464 ons gebracht heeft
de „Wet van den 30 December 1926 tot het
h' ften van eene belasting en treffen van ver-
dere voorzieningen ten behoeve van openbare
verkeerswegen te land", achten we het ge-
wenscht deze wet, waarin zeer velen onzer
lezers ongetwijfeld belang zullen stellen, in
deze rubriek te bespreken. De wet is verdeeld
in twee hoofdstukken, dat hetwelk de regeling
der wegenbelasting tot onderwerp heeft en
dat hetwelk tot opschrift draagt Wegenfonds.
In dit artikel bespreken we alleen de Wegen
belasting.
Voortaan zal onder den naam wegenbelas
ting een belasting geheven worden ter zake
van het rijden met motorrijtuigen op den
openbaren weg. Onder een motorrijtuig ver-
staat deze wet ieder rij«of voertuig, bestemd
om uitsluitend of mede door een mechaniscfae
kracht op- of aan het rij- of voertuig zelf aan-
wezig, anders dan langs spoorstaven te wor
den voortbewogen.
De belasting moet worden betaald door
den houder volgens deze schaal: a. voor een
rijwiel, waarop of waaraan een hulpmotor is
aangebracht, onverminderd de rijwielbelas-
ting 3 (dus inderdaad 2 X 3); b. voor
een motorrijwiel op twee wielen, dat niet valt
onder de vorige omschrijving, 10 als het
eigen gewicht niet meer bedraagt dan 60 kilo
gram; indien dat gewicht meer is dan 60,
maar minder dan 120 kilogram 20, als dat
gewicht meer is dan 120 kilogram 30; c.
voor een motorrijtuig op meer dan twee wie-
dat niet valt onder de eerste door ons genoem
de categorie en dat ingericht is voor perso-
nenvervcer, indien het ingericht is voor het
vervoer van niet meer dan 7 personen, den
bestuurder inbegrepen, per 100 K.G. eigen
gewicht 6, doch ten minste 48 indien het
is ingericht voor het vervoer van meer dan 7
personen, den bestuurder inbegrepen, per 100
K.G. eigen gewicht 8; d. voor alle andere
motorrijtuigen op meer dan twee wielen, niet
vallende onder de omschrijving, welke voor
den vorigen groep (c) gelden zal, per 100
K.G. eigen gewicht 6, doch tenminste 48;
e. de belasting voor een motorrijtuig op twee
wielen wordt, indien door middel van dat
motorrijtuig een rij- of voertuig of een zij-
span wordt voortbewogen, verhoogd met
f 10; f. de belasting voor een motorrijtuig
cp meer dan twee wielen wordt, indien door
middel van dat motorrijtuig een rij- of voer
tuig anders dan langs spoorstaven wordt
voortbewogen, verhoogd en wel ais dat rij- of
voertuig een eigen gewicht heeft van minder
dan 1200 K.G. met f 18, van 1200 tot
4000 K.G. met 60; is het eigen gewicht
meer dan 4000 K.G., dan bedraagt de ver-
hooging 90.
Maar daarmede zijn we nog niet aan het
einde der heffingen, want wanneer door een
motorrijtuig op meer dan twee wielen meer
dan een rij- of voertuig voortbewogen wordt,
dividend van vijf maanden. En dit alleen nog
maar, omdat het bankboek in zoo langen tijd
niet was nagekeken. Dit was een ongewoon
gelukje voor hem. De papieren zelve zullen
ze wel zoo gauw mogelijk verkocht hebben.
Veronderstel, dat ze het heele bedrag te gel-
de hebben gemaakt. Dit is een onmetelijke
som gelds, die zij dan, in kleine sommen door
middel van medeplichtigen in handen zouden
krijgen. De diefstal zal zeer groote moeilijk-
heden bieden."
„Het. is de vreemdste poging tot diefstal,
die ooit heeft plaats gehad," zei mr. Ellis.
„Acht-en-dertig-duizend pond in aandeelen!
Nu ik zal voor je weten uit te vinden of ze
verkocht zijn en aan wien! Laat er je' intus-
schen maar niet door terneerslaan, vriend
lief! Zooals mr. Austin zegt, je zult zeker je
eigendom weer terugkrijgen. We leven in een
beschaafd laftd. Sommen van nagenoeg veer-
tig-duizend pond kunnen maar niet gestolen
worden, of het een zak met gouds-tukken
was!"
Mr. Dering schudde he hoofd.
„Er is nog een andere kans," opperde
George.
„Er zijn diefsallen gepleegd, met de bedoe-
ling van geldafpersing daardoor. Stel u eens
voor, dat wij een brief kregen, waarin ons
het geheel teruggeboden werd, toor een ze
ker bedrag?"
„Neen, neen. Het is nu al vier maanden
geleden, dat de zaak bedreven werd. Ze heb
ben de aandeelen verkocht en zijn misschien
naar Amerika gegaan. En de papieren kun
nen intusschen wel weer tienmaal verkocht
zijn! Dat is het gevaarlijke! Stel nu, ik heb
een aandeel. Ik draag het over van A op B.
moet voor eiK daarvan ook nog ecu nelastlng-
toeslag betaald worden, die berekend wordt
naar de heffing, welke we onder letter f noem-
den.
Dan gelden de belasting-eischen, welke ge-
steld worden aan de motorrijtuigen op meer
dan twee wielen alleen als deze rijtuigen
voorziert zijn van luchtbanden, de verschul-
digde bedragen worden verhoogd met 30 pCt.
wanneer de wielen voorzien zijn van cushion-
banden, zijn het massief rubberbanden dan
bedraagt de verhooging 60 pCt., zijn het me-
talen banden dan wordt het oorspronkelijk
bedrag verdubbeld. Voor het geval, dat niet
alle wielen dezelfde soort banden hebben,
wordt de minst eiastische als de doorslag-
gevende voor de te heffen som genomen. De
minister zal verder bepalen wat onder lucht-,
cushion- en massief rubberbanden wordt ver-
staan, terwijl bovendien wordt geacht, dat
een metalen band minder elastisch is dan
een massief rubberband, een massief rubber-
band minder elastisch dan een cusliionband
en een cushionband weder minder elastisch
dan een luchtband.
Onder het eigen gewicht wordt verstaan
het gewicht van het volledig uitgeruste voer
tuig, terwijl verder hoeveelheden'beneden 50
K.G. voor de belasting worden verwaarloosd
en boven dit bedrag voor 100 K.G. worden
gerekend.
Het belastingjaar zal loopen van 1 Mei tot
en met 30 April d. a. v. en de genoemde be
dragen gelden voor een heel jaar. Men kan
ook telkens voor een kwartaal den fiscus te-
vreden stellen, irnmers aan houders van mo-
tor-rijtuigen kan vergund worden om telkens
in een kwartaal, aanvangende den len van
de maand, met een motorrijtuig te rijden of
te doen rijden op den openbaren weg tegen
betaling van 1/4 deel der verschuldigde be
lasting over een heel jaar, verhoogd met 3
pCt. In bijzondere gevallen kan eenzelfde
vergunning voor 60 dagen gegeven worden,
waarvoor eveneens verschuldigd is 1/4 deel
der geheele belasting, verhoogd met 3 pCt.
Aan niet in ons land wonende houders van
motor-rijtuigen kan worden vergund om resp.
3, 15, 30 of 60 dagen, die niet in een belas
tingjaar behoeven te vallen, met hun motor
rijtuig in ons land te rijden, mits ze betalen
resp. 1/40, 1/20, 1/10 of 1/5 van de geheele
som, welke ingevolge deze wet over een vol
jaar verschuldigd zou wezen. Het minimum
dezer heffing is 0.25. De mogelijkheid is
cpengelaten om buitenlandders vrij te stellen
van deze belasting en gedoeld wordt op de
cndcrdanen van een regeering, welke in haar
land ook een belasting als deze heeft en ook
in hun land Nederladers vrij zou stellen van
deze belasting.
Vrijdom van deze belasting hebben: motor
rijtuigen gehouden door diplomatieke, consu
late en andere vertegenwoordigers van
vreemde mogendheden, bovendien hun ambte-
naren en hun personeel, mits zij vreemdelin-
gen zijn in ons land geen bedrijf of beroep
uitcefenen, verder de motorrijtuigen van fa-
brikanten of handelaren in deze voorwerpen,
mits die rijtuigen deel uitmaken van hun han-
delsvoorraad en op den openbaren weg gere-
den worden voor het maken van een proefrit
of voor het vervoer naar fabriek, magazijn
of in geval van verkoop naar de plaats der
aflevering, verder de motorrijtuigen van open-
bare lichamen, uitsluitend ten dienste van
politie en brandweer, ziekenvervoer enz. en
tenslotte die motorrijtuigen, die bestemd zijn
om niet op wegen gebruikt te worden, zooals
in het landbouwbedrijf, zoo ook stoom- en
motorwalsen.
Indien iemand een motorrijtuig heeft, is
hij verplicht de belasting te betalen voor hij
met het rijtuig op den openbaren weg komt,
dus tegelijk met de aangifte. Hij ontvangt
dan een belastingkaart, Welke dient als be-
wijs van de betaling. Natuurlijk bevat deze
kaart de noodige gegevens, waaruit duidelijk
blijkt, dat inderdaad voor dat rijtuig de belas
ting betaald werd, daarom moet ook na in-
grijpende verandering van zulk een rijtuig
daarvan aangifte gedaan worden, om een
nieuwe kaart te verkrijgen.
Verder zijn verschillende bepalingen getrof-
fen betreffende de restitut'ie van betaalde be-
lastingpenningen voor het geval men niet
meer belastingplichtig wordt; het toezicht op
de naleving van de wet en de strafrechterlijke
bepalingen, waaruit we vermelden, dat in ge-
breke blijven van het doen van aangifte ge-
straft wordt met ten hoogste 500; een
onjuiste aangifte kan eveneens ten hoogste
f 500 kosten; het ret stilhouden en/of het
niet toonen van de belastingkaart kan ge-
straft worden met ten hoogste 300; het
den toegang weigeren aan met de opsporin-
gen der overtredingen van deze wet belaste
ambtenaren tot de bergplaatsen der motorrij
tuigen en het hun niet verschaffen der ge
vraagde inlichtingen kan 50 kosten, terwijl,
wanneer deze feiten gepleegd worden door
Goed. Het aandeel komt nu aan B en staat
op zijn naam, of hij het eerlijk heeft verkre-
gen, of niet. B. zendt het naar een anderen
makelaar, die het verkoopt aan C. Die weer
aan D. Iedere overdracht is geheel in den
den vorm, behalve de eerste. Je kunt terug-
gaan, alle eigenaren lang, maar B is verdwe-
nen!A zegt tot C: „Je hebt dat aandeel
gekoclit van een dief". C zegt: „Het spijt mij
wel. Maar hoe kon ik dit weten? D heeft't
nu." D zegt, dat het van hem is en hij wil
het houden. Dit is nu maax een veronderstel-
ling. Morgenochtend zal ik je laten weten, of
ik al wat verder ben met mijn onderzoek."
Toen mr. Ellis weg was, begon George ter
meerdere duidel ijkheid voor zichzelven de
feiten op te sommen.
„Eerstens," zei hij, „waren de brieven aan
Ellis en Nothcoet geschreven op papier van
onze firma. De schrijver moet dus toegang
hebben gehad tot ons kantoor. Tweedens ken-
de hij uw handschrift en wist het te copieeren.
Derdens, was hij in staat, de brieven te on-
derscheppen en te voorkomen, dat u in han
den kreeg enkele, die hij wenschte te ontvan-
gen, want de correspondentie werd openlijk
gevoerd, over de post. Dit lijkt al een punt
van zeer groot belang. Vierdens, waren de
brieven alle in uw handschrift en heel handig
geschreven, inplaats van door u gedicteerd
en onderteekend te zijn. Vijfdens, moet hij
hebben geweten van de overige vervalschin-
gen, hoe kwam hij anders aan den naam
van Edmund Gray? Was het niet uit spot,
omdat die fraude ontkwam aan een gereehte-
lijk onderzoek, dat hij weer den naam ge-
bruikte? Zesdens, moet hij toegang hebben
gehad tot de safe, waar het cheaueboek, zoo-
een N.V., een cooperatie of een andree rechts-
persoonlijkheid bezittende vereeniging, de
straf uitgesproken wordt tegen het bestuur.
Dit cleel der wet bevat verder nog bepalin
gen omtrent de ambtenaren, welke belast wor
den met de opsporing van overtredingen, de
door lien te volgen wijze van handelen en wat
verder nog tot de uitvoering dezer behoort,
hetgeen we van minder belang voor onze le-
zers achten.
DAVID JANOWSKI.
Deze bekende schaakmeester is overleden
te Parijs.
Hij werd geboren te Walkowisk, 25 Mei
186S.
Reeds op jeugdigen keftijd vestigde hij
zich te Parijs. In 19'.4 ging hij naar Amerika.
Janowski behoorde in zijn goeden tijd zeer
stellig tot de sterkste schakers. Hij blonk uit
als geniale en vernuftige aanvalsspeler. Hij
heeft veel meester +ournooien meegemaakt.
Overwinningen foehaalde hij in 1899 te Lon-
den, waar hij den 2en, 3en en 4en prijs
deelde. Monte Carlo (1901) le prijs, Hanno
ver 1902, le prijs, Cambridge Springs 1904
(2e en 3e prijs), Barmen 1905, le en 2e prijs
geduld, Scheveningen 1913, 2e prijs.
In de laatste jaren zijns levens was de
grootste scherpte eraf, hoewel hij nog steeds
tot de gevaarlijke tegenstanders gerekend
werd, getuige zijn winstpartij in 1924 tegen
Capablanea (1924).
In de Tel. lezen we verder:
Naar wij vernemen, is grootmeester Ja
nowski niet te Parijs gestorven, maar in een
kliniek te Hyeres. In deze plaats zou 25
Januari een klein tournooi beginnen, waar
aan de meester wilde deelnemen. Bij zijn
aankomst eenige dagen voor den aanvang van
het tournooi bleek hij zoo uitgepuf te zijn,
dat opneming in een gasthuis onmiddelliik
noodzakelijk geacht werd. Hier constateerde
men een totale uitputting, die het ergste deed
vreezen. Dank zij de goede zorgen van de
Engelsche schaakkolonie in Hyeres werd de
meester in een kliniek opgenomen en werd
in de Engelsche pers een oproep om steun
geplaatst. Kort na zijn opneming in de kli
niek trad een doodelijke hartzwakte in. Nog
voor den aanvang van het tournooi overleed
de meester, door maag noch vriend betreurd.
Wij geven hier ter zijner herdenking een
parti}, die hij wint in een match tegen
Lasker.
Wit: Janowsky. Zwart: Dr. Em. Lasker.
1. e4 e5
2. Pf3 Pc6
3. Pc3 Pf6 (Vier paardenspel).
4. Lb5 d6 L. Hoffer vindt in zijn ana
lyse dezer partij dezen zet
zet van zwart een waard.
Lasker speelt anders bij
voorkeur dezen zet in deze
sterling
H vindt 4a6 of 4
L'b4 beter.
Lasker zal dezen zet wel
gedaan hebben, omdat hij
hem al meer beproefde tegen
J. 'Mei 1909).
Lasker had deze partij ge
wonnen, doch niet door het
betere spei, maar omdat J.
een offer-conibinafie ti vroeg
uitvoerde.
5. d4 Ld7
6. 0—0 Le7
7. Tel de4 Zwart is hiertoe gedwon-
gen, anders krijgt hij slechf
spel.
8. Pd4 0—0
9. Pde2 Pe5
Lasker speelde hier vroe-
ger wel 9. a6, waarop
geantwoord werd met 10.
Ld3.
Weer wint H. dezen zet
minder goed.
10. Pg3! Ruilt nu zwart op b5, dar
heeft wit't veld f5 voor zijn
Paard.
Wit v/acht ziqh wel. om
met f4 't slecht geposteerde
oaard aan te vallen.
10. Lb5
11. Pb5 Te8
12; b3 Lf8 Om Lb2 met Lg7 to be-
antwoorden
13. Lb2 g6
14. f4 Ped7
15. Df3 a6
16. Pd4 Lg7
17. Tadl De7
18. Pdf5 gf5 Godwongen. Anders volgt
19. Pg7 en 20. e5 enz.
19. Pf5 Deo
wel als de certificaten werden bewaard. Ze-
vendens: Hij moet dan wel heel goed. thuis
zijn geweest op het kantoor, hoe zou hij an
ders den naam van uw makelaar hebben ge
weten? Achtstens: Het handschrift bleek pre
cies hetzelfde te zijn, als van de vorige ver
valsching."
„Het is hetzelfde weer," zei Checkley.
„Die vervalsching werd gepleegd, op het kan
toor en deze zeker ook. Nu, de tijd zal het
uitwijzen!"
Van onder zijn zware wenkbrauwen wierp
hij een blik op den jongen deelgenoot, zoo
vorschende, of hij zeker verwachtte, dat de
jonge man licht kon verspreiden over de zaak,
als hij dit wenschte.
„We hebben den Tijd lang genoeg vrij spel
gelaten, om ons den bedrijver van het vorige
kwaad te ontdekken. En verlies dus van on-
geveer veertig-duizend pond!"
„Ik geloof niet dat het weg is", zei George.
Dat kan niet. Tenzij het zoo is ge loopen, als
mr. Ellis het voorstelt."
Mr. Dering schoof zijn stoel terug en be
gon het vertrek op- en neer te loopen, in
groote rusteloosheicl.
Hij was niet langei de ernstige en gewidi-
tige procureur, maar liij was nu Is zijn eigen
client geworden, die zich beklaagde, zooals
hij dit zoo dikwijls van hen had gehoord,
over het verlies van een groot fortuin. Hij
sprak van het harde, van het onrechtvaardige
van de bezoeking, terwijl hij toch zoo iedere
voorzorg had genomen. Hij werd zeer wel-
bespraakt en sarcastisch.
George luisterde in stilte. Het was hem. een
nieuwe ervaring, zooals de oude heer h«rt op-
vatte.
Wordt varvolgd.