Alkmaarsclie Gourairt Schaakrubriek. Wie is Edmund Gray FEU LI,ETON. Zaterdag 12 Februari. In en 0111 de Siooldstad. No. 39 1927 Henderd negen on twintigsli Jaargang, CCXXII. Belangrijke gebeurtenissen en de stembus in uitzicht. Indien wij nog leeiden in dien „goeden ouden tijd", toen althans in deze s*~d Amsterdam de burgerij groote belangstel- ling aan den drg legde voor al datgene, het- welk door den .gemeenteraad werd beslist, en die belangstelling zich hoe langer hoe meer ging toonen tegen den tijd dat de periodieke gemeenteraadsverkiezingen in uitzicht waren, zouden de gebeurtenissen, die wij de laatste weken hier nebben gehad op gemeentelijk po- litiek gebied, zeker in staat geweest zijn die belangstelling te doen stijgen tot „kook-hitte". Want in die dagen, voor wij werden „p"eze- gend" met het stelsel van evenredige verte- genwoordiging, leefden de Amsterdammers mede met de belangen hunner stad, die ten stadhuize werden afgehandeld. Eerst in hun kiesvereenigingen en de districts-afdeelingen daarvan, waarin de verschillende partijen hun candidaten stelden voor den Raad; daar- na in de tallooze vaak te tallooze open- bare vergaderingen, waarin hun candidaten de groote vraagstukken, die aan de orde wa ren, bespraken. En als dan de dagen van de stemming en van de herstemminoen waren aangebroken, kwamen de menschen in drom- men naar de Amsterdamsche „Fleet Street", om voor de dagblacoureaux de uitslagen- der stembus te zien aangeteekend op de aanplak- borden; werd er gejuicht en gefloten over dezen of genen uitslag; kon men de gekozen en geduikelde candidaten in „Palais Royal" of bij „Kras" de hand komen drukken ter ge- lukwensch of tot troost over hun nederlaag. Dat waren de aardige, levendige dagen der Amsterdamsche gemeenteraadsverkiezingen, die we vermoedelijk nooit meer terug zullen zien, omdat de belangstelling der burgerij, nu zij op partij-lijsten moet stemmen in plaats van op de kiezers, van nabij dikwijls bekende personen, is verflauwd en omdat van het aan den avond der verkiezingen publiceeren van namen der gekozenen een einde is gekomen. En het zal, nu we nog maar enkele maanden van nieuwe gemeenteraads-erkiezingen ver- wijderd zijn, moeten blijken of de gebeurtenis sen, waarop ik boven doelde, de "kiezers z6o zullen hebben „getroffen", dat zij daarvan althans in te houden groote bijeenkomsten blijk zullen geven. Die gebeurtenissen zijn belangrijk genoeg. Daar hebben we eerst gehad die Raadsver- gaderingen, waarin ter sprake kwam het feit, dat een door den Raad toegestaan crediet tot het houden eener woning- "en gezinstelling, groot 32.000, met niet minder dan 45.000 was overschreden en dit niet alleen, doch dat van dat, buiten toestemming van den Raad uitgegeven bedrag door een hoofdambtenaar, den directeur van den Woningdienst, op eigen houtje ,t 14.000 was gebruikt om de telling ook uit te breid.n tot het aantal winkels. Er zijn heel wat harde woorden over de zaak gevallen; onder alle groepen van Raadsleden is de verontwaardiging geuit over het feit, dat men zonder hen er in te kennen een door hen wettelijk toegestaan cre diet in die mate kon overschrijden, en bovenal dat een hoofdambtenaar op eigen gezag de -gemeentefondsen kon gebruiken voor iets, waartoe hem geen opdracht was gegeven. Zelfs de bij het geval betrokken wethouder, het sociaal-democratische lid van den Raad De Miranda, kon niet anders dan deze han- delwijze van den directeur scherp afkeuren. Daarbij is het niet gebleven: een der leden van het gemeentebestuur, Mr. Romme, stelde een motie om althans die 14.000 van het gevraagde extra-crediet niet toe te staan, fei- telijk dus om dat bedrag te verhalen op den directeur, die het buiten zijn Oevoegdheid uit gaf. De stemmen hebben er over gestaakt, dus de beslissing over het voorstel moet nog volgen en er bestaat, gezien de samenstelling van den Raad, alle kans, c'^f de heer Romme zijn voorstel zal zien aangenomen. Doch afgescheiden van de beslissing in de ze, blijft de zaak, de zaak, en werpt zij wel een eigenaardig licht op de gemeente-bemoei- ingen, de gemeentelijke socialisatie, van het Amsterdam van onzen tijd. Amsterdam is door haar geheele geschiedenis heen altijd een stad geweest, waar de gemeente-bemoeie- nis op velerlei gebied ver ging; wie daarvan de overtuiging wil krijgen, sla er de Amster damsche geschiedenis van Wagenaar maar eens op na. Hij zal in verband daarmede te weten komen, dat het regenten-bestier der 17e Oeautoriseerde vertahng naar het Engelsch van Walter Besant, door Mej. E. Hoogewerj. „Neen, nooit. Maar een ding heeft u verge- ten! Die vervalsching, adit jaar geleden, de wissel van 720 pond was betaalbaar aan Ed mund Gray of order „0 ja. Dat is zoo. En dit iijkt belangrijk" „,Heel belangrijk", zei George. „De ver- vaischer kan onmogelijk, bij toeval, dienzelf- den naam gekozen hebben. Heeft u nog den vervalschten wissel?" „Ik heb'm altijd bewaard", ?A mr. Dering, in gcval die nog eens dienen kon om het ver- grijp aan het licht te brcngen. Je zult hem vine!en Checkley, in de lade, aan de rechter- hand van de safe. Dank je. Hier is hij. „Be- taaibaar aan Edmund Gray of order", en hier is het endosserrent. Dus hebben we zijn bandtcekening in ieder geval." George nam he tpapier aan: „Vrecmd, maar ik zou hier no' roo g-oed, zweren, dat het uw handschrift is! En kijk, de onderteekening van den wiosei ii precies dezelfde, als die van de brieven. K- dunkt, dat dcgeen, die den wissel srWef, ook die brieven moet geschreven *r>. Maar nu de ovcrdradven. Daar raoet toch em getuige bij zijn *rveest." „Dat is ook zoo. Octuige is geweest ecu icteric I orry geheeten." en I8e eeuw heel wat zoncterlinge verhoudin- gen schiep en er met de gelden der burgerij ook vaak eigenaardig werd omgesprongen. De vraag is slechts: is er thans eigenlijk iets nieuws onder de zon; heeft niet het regenten- beheer plaats gemaakt voor partijbeheer en hoofdambtenaren-beheer het heeft er, als men deze woning-tellings-geschiedenis be- kijkt, wel iets van weg. Want het is wel een eigenaardige geschiedenis geweest, dat bij de stemming over die motie-Romme, de tegen- stemmers niet alleen waren alle wethouders die dus hun collega, het nauwste bij de zaak betrokken, niet in den steek lieten, al nadden zij vermoedelijk mooier figuur ge maakt als zij in dit geval maar buiten stem ming gebleven waren doch ook alle soci aal-democratische leden van den Raad, het- geen wel zeer partijdig schijnt, wanneer men weet, dat en de betrokken wethouder en de hoofdambtenaar-directeur, wien het alles gold, beiden sociaal-democraten zijn. Heb ik, dit alles in aanmerking nemende, niet het recht gehad te beweren, dat we hier voor een gebeurtenis staan, welke in dagen van gemeenteraads-verkiezingen stof genoeg, kan geven om de kiezers, met wier belasting-' penningen „zoo lustig kan worden omge sprongen", danig in het geweer te brengen? Of zulks gebeuren zal, is een andere kwestie, nu we in andere tijden leven. Een tweede gebeurtenis van beteekenis is geweest de zaak, die behandeld werd voor de Amsterdamsche rechtbank. Het betrof een vijftal beambten, werkzaam bij de vischvoor- ziening van gemeentewege. Ontdekt was, dat deze ontrouwe dienaren der stad door „een drachtelijke samenwerking" kans hadden ge zien de gemeente ten eigen bate voor eenige duizenden guldens te benadeelen. Hetgeen bij de berechting dezer menschen aan het licht is gekomen, geeft geen hoogen dunk van de controle, die bij dezen tak van gemeentelijken dienst heeft plaats gehad en aanleiding is, dat degenen, die over de steeds voortgaande socialisatie te Amsterdam niet erg te spreken zijn, daaruit weder munt slaan. Wat niet in alien deele billijk is. Het is niet de eerste maal, dat ontrouwe overheidsdiena- ren van rijk of gemeenten terecht hebben ge- staan en het zal ook wel niet de laatste keer zijn, dat iets van dien aard gebeurd is daaruit dus een wapen te willen smeden tegen gemeentelijke diensten, is niet billijk. Maar een andere vraag is of dergelijke vergrijpen wel mogelijk zouden wezen bijaldien de con trole van gemeentewege goed was geweest. Uit alles wat ter terechtzitting verklaard is, blijkt wel, dat aan die ambtelijke controle veel gehaperd heeft; de verdedigers van een der beklaagden heeft dan ook niet ge- schroomd als zijn meening te kennen ge ven, „dat dit bedrijf op zoo onverantwoorde- lijke en roekelocze wijze is gevoerd, dat het alle perken te buiten gaat", en dat „wanneer een particulier zijn bedrijf op dusdanige wij ze had ingericht, het geen twijfel zou lijden of die particulier was allang failliet gegaan". Of die verdediger in alien deele juist oor- deelde, laat ik hier verder in het midden; ik venneld deze, zeker ernstige gebeurtenis slechts als eene, die ook stof genoeg kan ge ven voor verkiezingspropaganda in de aan- staande maanden. De felle tegenstanders van gemeentelijke bemoeiing, vooral wanneer het betreft concurrentie tegen de bedrijven van neringdoenden, die vaak zelf een zwaren strijd om hun bestaan voeren en bovendien aardig hebben bij te dragen'aan de gemeen telijke schatkist, zullen zeker niet nalaten om deze fraude bij het gemeentelijk vischbedrijf naar voren te brengen bij hun betoog, „dat de gemeente zich ook maar niet moest bemoeien met winkelier-spelen", Ook dit genoemde feit heeft zich afgespeeld bij een diet" afdeelingen van het gemeentelijk bedrijf, hetwelk onder den wethouder De Mi randa ressorteert een aangename periode maakt die dus zeker niet door en hij zal op de verkiezingsvergaderingen straks wel een en ander te hooren krijgen. Zulks ook in verband met nog een derde kwestie van den dag, waar- bij hij betrokkeif is, t. w. de huurwetten. Nu van Regeeringswege eerlang aan die uit den crisis-tijd overgebleven beperking van het eigendomsrecht van woningen een einde zal zijn gekomen, is reeds in een vergadering, gehouden door de federatie Amsterdam van de S.D.A.P., daartegen geprotesteerd wat natuurlijk het recht der sociaal-democraten is. In die vergadering is beweerd, dat door het intrekken van de huurwetten de deur weder- om totaal zal worden ,opengezet voor de huiseigenaren, waaronder in dat milieu uiter- aard allereerst werd gedacht aan diegenen, die arbeiderswoningen verhuren, en dat deze niet schromen zullen de huren danig op te drijven. De kleine man, aldus is er beweerd, zal de dupe van den nieuwen maatregel wor den, want er is altijd nog een groot gebrek aan goedkoope en hygienisch-aanbevelens- waardige arbeiderswoningen. Of die bewe- „Ja, dien hebben we op't kantoor. Check- ley, laat Lorry eens even komen De klerk verklaarde dat hij zich niet her- innerde, getuige te zijn geweest van een over- dracht. Wel had hij menige onderteekening bijgewoond, maar hem werd nooit gezegd, wat voor papieren't waren. En, toen hem gevraagd werd of hij zich dan ook speciaal eenige onderteekening her- innerde in de maanden Februari, Maatt of April, antwcordde hij, dat hij vele ondertee- keningen had bijgewoond. Dat mr. Dering hem soms liet roepen, om getuige te zijn van zijn eigen onderteekening, en soms bij die van zijn clienten. Lorry kon dus weer naar het kantoor terugkeeren. „Er kan niet ianger eenige twijfel bestaan", zei George, „dat hierin een poging is te zien tot diefstal op grooten schaal." „Een poging" alleenvroeg mr. De- ring. „Waar zijn dan mijn certificaten?" „Ik zeg: „poging", omdat dergelijke papie ren toch niet kunnen gestolen worden. Het di vidend wordt ook alleen betaald aan de recht- matige eigenaren. Die Edmund Gray is te vinden, als hij bestaat. Maar ik houd het er voor, dat dit enkel maar een naam is, aange nomen door den vervalscher. En ik veronder- stel, dat hij zijn papieren wel heel gauw zal verkocht hebben. Maar u zult zeker uw be- zit weer terugkrijgen, effecten en aandeelen kunnen niet zoo maar gestolen worden, als cm stuk land." „We kunnen makkelijk er achter komen, wat er van uw papieren geworden is." „Als de dieven het nog onder hun berus- ting hebben," ging George voort. „dan is al ,wat zij er van gemaakt kunnen hebben het ring juist is, laat ik daar wanneer men eens rondgaat door de nieuwere v. ken, waar nieuwe woningen voor den kleinen burger- stand en den gezeten werkman gebouwd zijn, schijnt dat te kort wel te schikken, want men ziet nog al een en ander te huur staan. Maar ook hier weer is het merkwaardige, dat in de genoemde meeting de wethouder der volks- huisvesting het woord voerde en daar met cijfers poogdc aan te toonen, dat er rlbg altijd voor den kleinen man woningnood te Amster dam bestaat en dat intrekking der huurwet ten niets anders ten gevolge zal hebben dan een bevoorrechting der eigenaren van oude huizen, die hooger huren zullen gaan heffen, niet in verhouding tot de waarde hunner hui zen. Hij voegde er aan toe, dat ten stadhuize reeds in ernstige voorbereiding is een veror- dening, waarbij, zoodra de huurwetten geheel van de baan zijn, van gemeentewege inaxi- mum-huurprijzen zullen worden vastgesteld. Dit is ontegenzeggelijk een hoogst belang rijke bedreiging aan het adres der huiseigena ren; een bedreiging, die ook al weder onder al diegenen, die bij woningbouw en woning- verhuur betrokken zijn, een storm van ver ontwaardiging zal doen opgaan, welke zich bij de gemeente-verkiezingen zal kunnen uiten. Ge ziet, er is stof genoeg om heel wat ru- moerige meetings van voor- en tegenstanders van gemeentebemoeiing te „vullen" en nog eens leefden we nog in de voor-evenredige vertegenwoordiging-dagen, we zouden in de kiesvereenigingen over dit alles heel wat te hooren en te lezen krijgen. Maar of inderdaad ook thans dergelijke voor d?geheele gemeente belangrijke kwesties de stembus kunnen beinvloeden, zal eigenlijk alleen kunnen blijken, wanneer de nieuwe sa menstelling van den Raad bekend zal wezen en zoover zijn we nog lang niet. SINI SAN V Uit enze Staatsmacliine. De wegenbelasting. Nu Staatsblad No. 464 ons gebracht heeft de „Wet van den 30 December 1926 tot het h' ften van eene belasting en treffen van ver- dere voorzieningen ten behoeve van openbare verkeerswegen te land", achten we het ge- wenscht deze wet, waarin zeer velen onzer lezers ongetwijfeld belang zullen stellen, in deze rubriek te bespreken. De wet is verdeeld in twee hoofdstukken, dat hetwelk de regeling der wegenbelasting tot onderwerp heeft en dat hetwelk tot opschrift draagt Wegenfonds. In dit artikel bespreken we alleen de Wegen belasting. Voortaan zal onder den naam wegenbelas ting een belasting geheven worden ter zake van het rijden met motorrijtuigen op den openbaren weg. Onder een motorrijtuig ver- staat deze wet ieder rij«of voertuig, bestemd om uitsluitend of mede door een mechaniscfae kracht op- of aan het rij- of voertuig zelf aan- wezig, anders dan langs spoorstaven te wor den voortbewogen. De belasting moet worden betaald door den houder volgens deze schaal: a. voor een rijwiel, waarop of waaraan een hulpmotor is aangebracht, onverminderd de rijwielbelas- ting 3 (dus inderdaad 2 X 3); b. voor een motorrijwiel op twee wielen, dat niet valt onder de vorige omschrijving, 10 als het eigen gewicht niet meer bedraagt dan 60 kilo gram; indien dat gewicht meer is dan 60, maar minder dan 120 kilogram 20, als dat gewicht meer is dan 120 kilogram 30; c. voor een motorrijtuig op meer dan twee wie- dat niet valt onder de eerste door ons genoem de categorie en dat ingericht is voor perso- nenvervcer, indien het ingericht is voor het vervoer van niet meer dan 7 personen, den bestuurder inbegrepen, per 100 K.G. eigen gewicht 6, doch ten minste 48 indien het is ingericht voor het vervoer van meer dan 7 personen, den bestuurder inbegrepen, per 100 K.G. eigen gewicht 8; d. voor alle andere motorrijtuigen op meer dan twee wielen, niet vallende onder de omschrijving, welke voor den vorigen groep (c) gelden zal, per 100 K.G. eigen gewicht 6, doch tenminste 48; e. de belasting voor een motorrijtuig op twee wielen wordt, indien door middel van dat motorrijtuig een rij- of voertuig of een zij- span wordt voortbewogen, verhoogd met f 10; f. de belasting voor een motorrijtuig cp meer dan twee wielen wordt, indien door middel van dat motorrijtuig een rij- of voer tuig anders dan langs spoorstaven wordt voortbewogen, verhoogd en wel ais dat rij- of voertuig een eigen gewicht heeft van minder dan 1200 K.G. met f 18, van 1200 tot 4000 K.G. met 60; is het eigen gewicht meer dan 4000 K.G., dan bedraagt de ver- hooging 90. Maar daarmede zijn we nog niet aan het einde der heffingen, want wanneer door een motorrijtuig op meer dan twee wielen meer dan een rij- of voertuig voortbewogen wordt, dividend van vijf maanden. En dit alleen nog maar, omdat het bankboek in zoo langen tijd niet was nagekeken. Dit was een ongewoon gelukje voor hem. De papieren zelve zullen ze wel zoo gauw mogelijk verkocht hebben. Veronderstel, dat ze het heele bedrag te gel- de hebben gemaakt. Dit is een onmetelijke som gelds, die zij dan, in kleine sommen door middel van medeplichtigen in handen zouden krijgen. De diefstal zal zeer groote moeilijk- heden bieden." „Het. is de vreemdste poging tot diefstal, die ooit heeft plaats gehad," zei mr. Ellis. „Acht-en-dertig-duizend pond in aandeelen! Nu ik zal voor je weten uit te vinden of ze verkocht zijn en aan wien! Laat er je' intus- schen maar niet door terneerslaan, vriend lief! Zooals mr. Austin zegt, je zult zeker je eigendom weer terugkrijgen. We leven in een beschaafd laftd. Sommen van nagenoeg veer- tig-duizend pond kunnen maar niet gestolen worden, of het een zak met gouds-tukken was!" Mr. Dering schudde he hoofd. „Er is nog een andere kans," opperde George. „Er zijn diefsallen gepleegd, met de bedoe- ling van geldafpersing daardoor. Stel u eens voor, dat wij een brief kregen, waarin ons het geheel teruggeboden werd, toor een ze ker bedrag?" „Neen, neen. Het is nu al vier maanden geleden, dat de zaak bedreven werd. Ze heb ben de aandeelen verkocht en zijn misschien naar Amerika gegaan. En de papieren kun nen intusschen wel weer tienmaal verkocht zijn! Dat is het gevaarlijke! Stel nu, ik heb een aandeel. Ik draag het over van A op B. moet voor eiK daarvan ook nog ecu nelastlng- toeslag betaald worden, die berekend wordt naar de heffing, welke we onder letter f noem- den. Dan gelden de belasting-eischen, welke ge- steld worden aan de motorrijtuigen op meer dan twee wielen alleen als deze rijtuigen voorziert zijn van luchtbanden, de verschul- digde bedragen worden verhoogd met 30 pCt. wanneer de wielen voorzien zijn van cushion- banden, zijn het massief rubberbanden dan bedraagt de verhooging 60 pCt., zijn het me- talen banden dan wordt het oorspronkelijk bedrag verdubbeld. Voor het geval, dat niet alle wielen dezelfde soort banden hebben, wordt de minst eiastische als de doorslag- gevende voor de te heffen som genomen. De minister zal verder bepalen wat onder lucht-, cushion- en massief rubberbanden wordt ver- staan, terwijl bovendien wordt geacht, dat een metalen band minder elastisch is dan een massief rubberband, een massief rubber- band minder elastisch dan een cusliionband en een cushionband weder minder elastisch dan een luchtband. Onder het eigen gewicht wordt verstaan het gewicht van het volledig uitgeruste voer tuig, terwijl verder hoeveelheden'beneden 50 K.G. voor de belasting worden verwaarloosd en boven dit bedrag voor 100 K.G. worden gerekend. Het belastingjaar zal loopen van 1 Mei tot en met 30 April d. a. v. en de genoemde be dragen gelden voor een heel jaar. Men kan ook telkens voor een kwartaal den fiscus te- vreden stellen, irnmers aan houders van mo- tor-rijtuigen kan vergund worden om telkens in een kwartaal, aanvangende den len van de maand, met een motorrijtuig te rijden of te doen rijden op den openbaren weg tegen betaling van 1/4 deel der verschuldigde be lasting over een heel jaar, verhoogd met 3 pCt. In bijzondere gevallen kan eenzelfde vergunning voor 60 dagen gegeven worden, waarvoor eveneens verschuldigd is 1/4 deel der geheele belasting, verhoogd met 3 pCt. Aan niet in ons land wonende houders van motor-rijtuigen kan worden vergund om resp. 3, 15, 30 of 60 dagen, die niet in een belas tingjaar behoeven te vallen, met hun motor rijtuig in ons land te rijden, mits ze betalen resp. 1/40, 1/20, 1/10 of 1/5 van de geheele som, welke ingevolge deze wet over een vol jaar verschuldigd zou wezen. Het minimum dezer heffing is 0.25. De mogelijkheid is cpengelaten om buitenlandders vrij te stellen van deze belasting en gedoeld wordt op de cndcrdanen van een regeering, welke in haar land ook een belasting als deze heeft en ook in hun land Nederladers vrij zou stellen van deze belasting. Vrijdom van deze belasting hebben: motor rijtuigen gehouden door diplomatieke, consu late en andere vertegenwoordigers van vreemde mogendheden, bovendien hun ambte- naren en hun personeel, mits zij vreemdelin- gen zijn in ons land geen bedrijf of beroep uitcefenen, verder de motorrijtuigen van fa- brikanten of handelaren in deze voorwerpen, mits die rijtuigen deel uitmaken van hun han- delsvoorraad en op den openbaren weg gere- den worden voor het maken van een proefrit of voor het vervoer naar fabriek, magazijn of in geval van verkoop naar de plaats der aflevering, verder de motorrijtuigen van open- bare lichamen, uitsluitend ten dienste van politie en brandweer, ziekenvervoer enz. en tenslotte die motorrijtuigen, die bestemd zijn om niet op wegen gebruikt te worden, zooals in het landbouwbedrijf, zoo ook stoom- en motorwalsen. Indien iemand een motorrijtuig heeft, is hij verplicht de belasting te betalen voor hij met het rijtuig op den openbaren weg komt, dus tegelijk met de aangifte. Hij ontvangt dan een belastingkaart, Welke dient als be- wijs van de betaling. Natuurlijk bevat deze kaart de noodige gegevens, waaruit duidelijk blijkt, dat inderdaad voor dat rijtuig de belas ting betaald werd, daarom moet ook na in- grijpende verandering van zulk een rijtuig daarvan aangifte gedaan worden, om een nieuwe kaart te verkrijgen. Verder zijn verschillende bepalingen getrof- fen betreffende de restitut'ie van betaalde be- lastingpenningen voor het geval men niet meer belastingplichtig wordt; het toezicht op de naleving van de wet en de strafrechterlijke bepalingen, waaruit we vermelden, dat in ge- breke blijven van het doen van aangifte ge- straft wordt met ten hoogste 500; een onjuiste aangifte kan eveneens ten hoogste f 500 kosten; het ret stilhouden en/of het niet toonen van de belastingkaart kan ge- straft worden met ten hoogste 300; het den toegang weigeren aan met de opsporin- gen der overtredingen van deze wet belaste ambtenaren tot de bergplaatsen der motorrij tuigen en het hun niet verschaffen der ge vraagde inlichtingen kan 50 kosten, terwijl, wanneer deze feiten gepleegd worden door Goed. Het aandeel komt nu aan B en staat op zijn naam, of hij het eerlijk heeft verkre- gen, of niet. B. zendt het naar een anderen makelaar, die het verkoopt aan C. Die weer aan D. Iedere overdracht is geheel in den den vorm, behalve de eerste. Je kunt terug- gaan, alle eigenaren lang, maar B is verdwe- nen!A zegt tot C: „Je hebt dat aandeel gekoclit van een dief". C zegt: „Het spijt mij wel. Maar hoe kon ik dit weten? D heeft't nu." D zegt, dat het van hem is en hij wil het houden. Dit is nu maax een veronderstel- ling. Morgenochtend zal ik je laten weten, of ik al wat verder ben met mijn onderzoek." Toen mr. Ellis weg was, begon George ter meerdere duidel ijkheid voor zichzelven de feiten op te sommen. „Eerstens," zei hij, „waren de brieven aan Ellis en Nothcoet geschreven op papier van onze firma. De schrijver moet dus toegang hebben gehad tot ons kantoor. Tweedens ken- de hij uw handschrift en wist het te copieeren. Derdens, was hij in staat, de brieven te on- derscheppen en te voorkomen, dat u in han den kreeg enkele, die hij wenschte te ontvan- gen, want de correspondentie werd openlijk gevoerd, over de post. Dit lijkt al een punt van zeer groot belang. Vierdens, waren de brieven alle in uw handschrift en heel handig geschreven, inplaats van door u gedicteerd en onderteekend te zijn. Vijfdens, moet hij hebben geweten van de overige vervalschin- gen, hoe kwam hij anders aan den naam van Edmund Gray? Was het niet uit spot, omdat die fraude ontkwam aan een gereehte- lijk onderzoek, dat hij weer den naam ge- bruikte? Zesdens, moet hij toegang hebben gehad tot de safe, waar het cheaueboek, zoo- een N.V., een cooperatie of een andree rechts- persoonlijkheid bezittende vereeniging, de straf uitgesproken wordt tegen het bestuur. Dit cleel der wet bevat verder nog bepalin gen omtrent de ambtenaren, welke belast wor den met de opsporing van overtredingen, de door lien te volgen wijze van handelen en wat verder nog tot de uitvoering dezer behoort, hetgeen we van minder belang voor onze le- zers achten. DAVID JANOWSKI. Deze bekende schaakmeester is overleden te Parijs. Hij werd geboren te Walkowisk, 25 Mei 186S. Reeds op jeugdigen keftijd vestigde hij zich te Parijs. In 19'.4 ging hij naar Amerika. Janowski behoorde in zijn goeden tijd zeer stellig tot de sterkste schakers. Hij blonk uit als geniale en vernuftige aanvalsspeler. Hij heeft veel meester +ournooien meegemaakt. Overwinningen foehaalde hij in 1899 te Lon- den, waar hij den 2en, 3en en 4en prijs deelde. Monte Carlo (1901) le prijs, Hanno ver 1902, le prijs, Cambridge Springs 1904 (2e en 3e prijs), Barmen 1905, le en 2e prijs geduld, Scheveningen 1913, 2e prijs. In de laatste jaren zijns levens was de grootste scherpte eraf, hoewel hij nog steeds tot de gevaarlijke tegenstanders gerekend werd, getuige zijn winstpartij in 1924 tegen Capablanea (1924). In de Tel. lezen we verder: Naar wij vernemen, is grootmeester Ja nowski niet te Parijs gestorven, maar in een kliniek te Hyeres. In deze plaats zou 25 Januari een klein tournooi beginnen, waar aan de meester wilde deelnemen. Bij zijn aankomst eenige dagen voor den aanvang van het tournooi bleek hij zoo uitgepuf te zijn, dat opneming in een gasthuis onmiddelliik noodzakelijk geacht werd. Hier constateerde men een totale uitputting, die het ergste deed vreezen. Dank zij de goede zorgen van de Engelsche schaakkolonie in Hyeres werd de meester in een kliniek opgenomen en werd in de Engelsche pers een oproep om steun geplaatst. Kort na zijn opneming in de kli niek trad een doodelijke hartzwakte in. Nog voor den aanvang van het tournooi overleed de meester, door maag noch vriend betreurd. Wij geven hier ter zijner herdenking een parti}, die hij wint in een match tegen Lasker. Wit: Janowsky. Zwart: Dr. Em. Lasker. 1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Pc3 Pf6 (Vier paardenspel). 4. Lb5 d6 L. Hoffer vindt in zijn ana lyse dezer partij dezen zet zet van zwart een waard. Lasker speelt anders bij voorkeur dezen zet in deze sterling H vindt 4a6 of 4 L'b4 beter. Lasker zal dezen zet wel gedaan hebben, omdat hij hem al meer beproefde tegen J. 'Mei 1909). Lasker had deze partij ge wonnen, doch niet door het betere spei, maar omdat J. een offer-conibinafie ti vroeg uitvoerde. 5. d4 Ld7 6. 0—0 Le7 7. Tel de4 Zwart is hiertoe gedwon- gen, anders krijgt hij slechf spel. 8. Pd4 0—0 9. Pde2 Pe5 Lasker speelde hier vroe- ger wel 9. a6, waarop geantwoord werd met 10. Ld3. Weer wint H. dezen zet minder goed. 10. Pg3! Ruilt nu zwart op b5, dar heeft wit't veld f5 voor zijn Paard. Wit v/acht ziqh wel. om met f4 't slecht geposteerde oaard aan te vallen. 10. Lb5 11. Pb5 Te8 12; b3 Lf8 Om Lb2 met Lg7 to be- antwoorden 13. Lb2 g6 14. f4 Ped7 15. Df3 a6 16. Pd4 Lg7 17. Tadl De7 18. Pdf5 gf5 Godwongen. Anders volgt 19. Pg7 en 20. e5 enz. 19. Pf5 Deo wel als de certificaten werden bewaard. Ze- vendens: Hij moet dan wel heel goed. thuis zijn geweest op het kantoor, hoe zou hij an ders den naam van uw makelaar hebben ge weten? Achtstens: Het handschrift bleek pre cies hetzelfde te zijn, als van de vorige ver valsching." „Het is hetzelfde weer," zei Checkley. „Die vervalsching werd gepleegd, op het kan toor en deze zeker ook. Nu, de tijd zal het uitwijzen!" Van onder zijn zware wenkbrauwen wierp hij een blik op den jongen deelgenoot, zoo vorschende, of hij zeker verwachtte, dat de jonge man licht kon verspreiden over de zaak, als hij dit wenschte. „We hebben den Tijd lang genoeg vrij spel gelaten, om ons den bedrijver van het vorige kwaad te ontdekken. En verlies dus van on- geveer veertig-duizend pond!" „Ik geloof niet dat het weg is", zei George. Dat kan niet. Tenzij het zoo is ge loopen, als mr. Ellis het voorstelt." Mr. Dering schoof zijn stoel terug en be gon het vertrek op- en neer te loopen, in groote rusteloosheicl. Hij was niet langei de ernstige en gewidi- tige procureur, maar liij was nu Is zijn eigen client geworden, die zich beklaagde, zooals hij dit zoo dikwijls van hen had gehoord, over het verlies van een groot fortuin. Hij sprak van het harde, van het onrechtvaardige van de bezoeking, terwijl hij toch zoo iedere voorzorg had genomen. Hij werd zeer wel- bespraakt en sarcastisch. George luisterde in stilte. Het was hem. een nieuwe ervaring, zooals de oude heer h«rt op- vatte. Wordt varvolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1927 | | pagina 9