Alkmaarsche Gaorant Wie Is Edmund Gray Donderdag 10 Maart. Radio-hoekje Stadsnieuws FEUILLETON. Itarttrd negen in Wngra ^irgang, BinneeiBancfi No. 58 1927 Vrijdag 11 Maart. Milversum, 1050 M. 12.— Politieberichtefl. 6.45 Concert door (het H. D. O.-kwartet. Populaire mruziek. 6.457.45 Fransche les Voor beginners en meergevorderden. 7.45 jPoKtteberichten. 8.10 lOe les vanwege het on- qerwijsfonds vwr de binnenvaart. 8.35 Olio- concert door den heer Michael BusCh. Bege- Jeiding van Egbert Veen. 9.05 Concert door vet versterkte H. D. O.-orkest, onder Ieiding t«a Nico Treep. 10.Persfoerichtsn. Daventry, 1600 M. 11.20 Het Daventry- fcwartet en sol'isten (sopraam, bariton, piano). 12.50 Orgelconcert. 1.202.20 Orkestcon- eert 3.35 Vo:r lezing: Emnja. 3.40 Fransche 4.05 Concert. Audrey Chapman, orkest. forken van Beethoven 5.05 Concert voor so- faan en tenor. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Or- 6.50 Tijdsein, weerberichl, t&euwt. 7.05 Orkesteoncert. 7.20 Lezing: Seen on the screen. 7.35 Pianocomposities fan Bach. 7.45 Lezing: Poetry and ifhe plain Fan. 8.05 „Acis and Galatea'', serenade in deelen van HancM. Koor, orkest en solisten |tenor, sopraan, bas). 9.20 Tijdsein, weerbe- ficbt, nieuws. 9.35 Lezing: Watford Empire jnarfcetirtg week. 9.50 Programma, samenge- jleld door Capt. Hlarry Graham. 11.20 12.20 D'anenruziek. Parijs „Radio-Paris"1750 M. 10.50 11.20 Nieuwsberichten en muziek. 12.50 f 10 Concert. Orkest en Mile. Kerlane, zang. 5.055.55 Concert. Dec! am a ties, piano en vjoolmuziek. Mine. Delny, zang. 9.05—10.05 Concert. Orkest en solisten. Langenberg, 469 Af. 10.2011.20 Con cert. 12.50—1.50 Orkestconcert. 4.205 20 "Kamermuriek. 7.359.20 Werken van Boh- bauer en Mozart. Voor-klassieke orkestmu- riek. 9.40—11.20 Danamuziek. Konigswusterhausen, 1250 M. en Berlijrt, '484 en 566 M. 11.207.05 Lezingen en les sen. 7.50 „Traumulus", tragi-comedie in 5 act en van A. Holz en O. JersChke. 9.50 1*150 Danamuziek. Hamburg, 394.7 M 1.252.10 Kamer- Btuziek. 3.354.20 Orkestconcert. 5.20 6 10 Dansmuziek. 7.20 „Deutsches Lieder- spiet". Gem. koor en 2 solostemmen. 8.20 11.10 Balalaika-conceit. Balalai'ka-orkest ,Gorskaja". Zangkwartet. Dansmuziek. Brussel, 509 M. 8.50-10.50 „Traviata", fragmenten nit de opera van Verdi. In de pauze lezing. DE PROVINCIALE STATEN. Voor een niet al te druk bezochte vergade ring in de dancing van de Harmonic hield het lid der Prov. Staten mr. W. C. Bosman fisteravond een causerie over dat college, een rede, die door veel meerderen had moeten worden gehoord, omdat zij, gespeend van alle politiek, niet anders gaf dan een over- jacht van het terrein waarop het provinciaal beatuur zich beweegt en krachtens de wet bewegen mag. De vergadering was uitgeschreven door de afd. Alkmaar van den Vrijheidsbond'. Na met een ertkel woord door mr. J. P. Bosnian te zijn ingeleid, begon de spreker van den avond met te zeggen, dat hij, toen hem gevraagd was deze lezing te houden, geant- woord had daarvan weindg nut te verwach- jfen, onrdat voor verkiezingen, speciaal voor de Prov. Staten, weinig belangstelling be- riaat. Dit is een gevolg van het kiesstelsel. Toch achtfce spr. het niet ongewenscht dat •en afgevaardigde naar de Staten eens ver- fcli van wat het lidmaatschap daarvan eigen- ijk beteekent. Men weet daarvan over het a> fcsraeen nog zoo weinig en meent vaak nog, dat het slechts een eerebaantje is en dat oe Staten niet anders zijn dan een deftig colle ge, dat een paar maal per jaar bijcen kcmt m deftige vergaderingem. V66r de Fransche revolutie, onder de oude Sfcputtiek, beteekenden de Staten aHes, zoo- dat zij inderdiaad de regeering vormden. Spr. ging na hoe voorheen, onder de Unie vim de Vereenigde Nederlandbn en onder de Unie van Utrecht, de toeriand was: niet an ders dan een aglomenatie van zelfstandige bfovindes, die in leger en vloot e&i lijn trok- *en en daarom hunne afgevaardigden had- den in een gezamenlijke regeering, de Staten Van Vereenigde Provmcien. Daarna kwam de Fransche revolutie met hare leuzen van bevrijding, enz. De uit- komst was echter, dat een absoluut geweld enfetond met absolute overheersehing door Geauloriseerde vertaling naar het Engelsch van Walter Besant, door Mej. E. Hoogewerf. Dit deed zij echter niet. Er verliepen meer dan twee uren en nog kwam Elsie niet bene- iden. Het was haar vergaan als volgt: Ze liep de trap op, tot aan die tweede verdieping. Wer stond ze stil: rechts en links zag ze ^n deur. Aan den eenen post stond: „mr. f. W. Carstone", aan den anderen: „mr Edmund Gray". Ze kreeg hier echter geen gehoor. Toch gaf ze haar ondernemen niet op, want zij meende maar zoo: „De oude werkster heeft gezegd, dat ik op Zaterdag- tniddag nog het meeste kans heb hem thuis fc trenen. Dus blijf rk wachten." Getroost ging ze dus nu op ae trap zitten die naar de oerae verdieping leidde, al was die nu ook diet (wer-zindtelijk. Ze ondemant een stoutmoedig, gevaarlijk De gedachtengang, die haar daarbij geleid had, was als volgt: mr. Dering kwam op het kanfoor, in een vreemden toe^and en Saeht dan dingen mee van nir. Edmund •ay. De eenige, die de vervalschingen in ge- •dmfte jegens mr. Dering beging, was mr. Dering zelve, gehypnotiseerd en zoo onder «n invloed van Edmund Gray. Het was er da# otn te doen om uit te vinden, wie frapofttm We kregen voor net eeftt een W- ning en toen deze niet naar wensch van Na poleon rcgeerde, werd ons land ingelijfd bij rrankrijk, waarop wij departementen kregen, enz. En aa de bevrijding in 1815 dacht nie- mand er aan terug te keeren tot den ouden toestand. Wij kregen een parlement, waarvan de Teden het hee'le land vertegenwoordigden, xoodat het uit was met de souvereiniteit der provincieo. Men was bevreesd voor terugkeer van de oude macht der Prov. Staten en legde die daarom allerlei belemmeringen in den weg en deze gelden eigenlijk nu nog. De Staten mochten slechts tweemaal per jaar bijeen- komen, er werd een koninklifk ambtenaar aangewezen als hoogste autoriteit (de com- missaris), die moet zorgen voor handhaving en uitvoering van 's lands wetten, enz. De Staten hebben budgetrecht, moeten een begTooting indienen voigens bepaalde voor- schriften, de rekening- en verantwoording wordt gecontroleerd door de RekenkameT, alle bosiissingen der Staten moeten koninklijk worden goedgekeurd. Uit alles blijkt dus, dat het provinciate gezag aan banden werd gc- legd. Zelfs de wet van Thorbecke was niet in stoat nieuw leven in de slapende Staten in te b'azen, al kan niet worden ontkend, daf de Prov Staten administratief veel goed werk deden en de gemeemte- en polderbestu- ren in goede banen leidden. Maar initiatief ging er niet veel van de Staten uit, geliik spr. il'lusti'eerde met te wijzen op die verwaar- loozing van het prachtige vaarwater de Zaan. toen de landsregeering niet van goed onderhoud en. verbetering wilde weten. Maar met de veramderde tijden zijn ook de Staten veranderd, de zittingen niet meer deftig zooals voorheen en het is niet bijzon- der deftig meer lid van de Staten te zijn. Van de verandering in de Staten gaf blijk het verleenen van subsidie voor de spoor-ijn AllonaarHoorn, waarvoor ook spr. nog had geijverd. Daarna gaven de Staten subsidies aan nog andere verkeerson- dernemingen, b.v. de ti-ams naar Purmerend en Schagen en namen zij aandieelen in der- geliike onderncmingen. Daarna is men voortgegaan met zorgen op maatschappelijk terrein, waormee bewe- zen werd, dat de Staten nog wei meer kon- den doen dan toezicht bonderi op gemeente- en polderbesturen. De -ten pakten de zie- kerrverpleging aan. In dit verband betreur- de spr. het dat de ziekenhuizen te Castricum kwamen in plaats van te Bergen, zooa's aanvankelijk de bedoeling was, maar wat werd afgewezen door die gemeentc uit vrees voor benadeeling van de badplaats. De z'ekenhuizen kwamen dus te Castricum en nu blijkt hoe groot nadee! Bergen zich heeft toegebracht. Want door bemiddeling der Staten is een zeeweg aangelegd en al is een voorstel tot directe ontwifckeling van Casti-i- cum a's badplaats nog geTemd, toch zal die komen. In dozen wees spr. op de voorgenomen wijziging in het plan voor den primairen weg, die nu over Cashicum zal gaan, wadr- door dit dorp als badplaats bevoorrecht wordt boven Bergen, wat a'daar nog niet vol doen de wo rdt ingezien-. Hierna kwam spr. aan de electriciteits- voorziening voor de gebeele provincie door de Staten, als een zaak van het grootste be- lang. Spr. ging na hoe daartoe de Kenne- mer electriciteitsmaatechappij door de pro vincie werd overgenomtn Het gevolg was o. m. dat Alkmaar, dat een contract had voor 30 jaar met de K. E. M., nu tegenover de provincie stond, die om haar nieuwe bedriif sterker te maken bepaalde dat alleen zij electriciteit mocht leveren aan anderen. In de mobi'iisatie werd veel geld verloren, alleen Amsterdam en Haarlem, die buiten de K. E. M. vielen, wrdicnden wel op de elec- triciteitlevering. Daarna kwam <fe samensme'ting van de Provincie, Amsterdam en Haarlem tot een vennootschap, de P. E. G. E. M., die beoogt den electrischen stroom te leveren tegen den kostenden prijs. Hoe moeilijk het is dit te berekenen, zette spr. uiteen. Er ging cmgeveer 23 mil'lioen verloren, waarvan 6'A millioen voor de provincie. Een commissie van onderzoek werd ingesteld en uitgemaatt werd dat eigenlijk de gemeerrten, die geen verhoogden ccmtractprijs betaalden, de schuld van die verldezen waren. Tot die gemeenten behoorde ook Alkmaar en spr. zette uiteen hoe hij niet geloofdb dat het Alkmaarsche contract niet deugde. Het rapport-Limpurg, dat 6 A millioen veriies aangaf, werd echter plotseling door de fracties ter zijde geschoven, men benoem- de een tweeden directeur, en daarmee was de zaak ineens af. Daarna legde <fc provincie rich toe op de waterlevering, wat spr. een van de grootste daden noemde, een zegen voor het gewest. De provincie begon weer, als met de electri- die Edmund Gray was. En dan zou ze er hem op aanspreken en hem van de daad be- schuldigen. Het was een gevaarlijke onderne- ming, dit wist zij zeer goed, maar hij zou haar toch niet dooden. Hij werd beschreven als een vrij ondachtig heer, met een vriende- lijk gezicht, en hij schreef immers zeer op- timistische brieven. Toen had hij een heele reeks vervalschingen gepleegd Maar ze zou wachten, wachten tot zondsondergang, zoo dit noodig mocht blijken. Het was er verbazend rustig in huis. Al io kantoren waren gesloten en de klerken waren weg. De heeren. die op kamers woon- den waren uit de stad, op vacantie, of in ieder geval, weg van Zaterdag op Maandag. Buiten werd al haast niets vernomen dan het zware op- en neerstappen van den agent, die nu het gezelschap van den belangstellen- den krantenjongen kwijt was; en dan: het steeds op- en neerloopen op de kamer boven. Elsie begreep niet, hoe iemand het zoo vol- hield, zeker uren achfer! Het sloeg vier. Ze had nu al een half uur zitten wachten, maar nog altijd was Ed mund Gray niet gekomen. Het sloeg vijf. Nog steeds zat Elsie gedul- cSg op de trap te wachten, en nog altijd stap le de bovenbewoner heen en weer. Toen het zes sloeg, hield dat geregeld sfappen op, maar kwam nu in een andere richfing. Er ging een deur boven haar open en dicht en diezelfde stap kwam nu de trao af! Elsie stond op en ging wat uit den weg. Een oude man kwam beneden, lang en ma- ger, glad geschoren, bleek en in een ge- CTtm, mei flen adhVobp van tme 5e»faatirde waterleidingen, zij had nu direct een bedrijf, waar echter weer Amsterdam en Haarlem buiten vielen. In dit verband keurde spr. het af, dat Alkmaar niet tijdig gezorgd heeft een eigen bedrijf te hebben, zoodat het nu met water zoowel als met electriciteit afhangt van de provincie. Dit is niet in het belang van een goed bestuurde stad. De provincie gaf ook inzake de waterleve ring zichzelf weer een monopolie en hoeveel goeds in de provinciale waterleiding ligt ten aanzien van de hygiene, er schuilt ook een gevaaT in, met name in de hooge tarieven, waarop spr. en ook andere Statenledien, b.v. mr. Mendels, meermalen hadden gewezen. Een derde terrein, waarop de provincie zich wierp, was het wegenvraagstuk. Een proef werd genomen met den Zaanlandschen communicatieweg. Een nieuw wegenplan van Alkmaar over Westgraftdijk en Marken-Binnen naar Haariem werd opgemaakt. Spr. had dien weg becritiseerd, omdat er geen behoefte aan bestaat, maar wel aan een goede veCbmding met Amsterdam, dat haast geen goede ver- bindingen heeft met de provincie. De be- staande weg naar Haarlem kan verbeterd worden. De weg naar Amsterdam werd vastgesteld en nu is het zaak voor de gemeenten om de zoogenaamde sccundaire wegen aan te leg- gen. Alkmaar zorge in de eerste plaats voor een goeden verbindingsweg met Bergen en een verbetering van den spoorwegovergang. Men talme niet, want anders komt het veel duurder, omdat dan de voor de beoogde ver- beter;ngen bertoodigde gronden fccbouwd zijn Onteigening kan nu nog zander al te veel kosten gesch' den. Verheugd as spr. te hebben kupnen mee- werken aan plannen voor de kanaksatie van Westfrieslarid, waaraan gemeente- en polderbesturen 45000 gaven. Bekwame mannen als ir. Ringers en vele anderen (commissie-Van Aalst) werkten de plannen uit en spr. spoorde krachtig aan, te maken, dat zij spoedig tot uitvoering komen, omdat zij beslissend zijn voor de toekomst dezer streek en er toe kunnen meewerken, dat Alk maar blijft het centrum voor een gToote om- ving. Alkmaar ligt daarvoor gunstig en, ge- 1 ij-k de spoorwegen haar bloei ten zeerste hebben bevorderd, zullen ook de nieuwe ka- na'en dat doen. Met deze zaken is het arbeidlsveld der Prov Staten niet geheel bestreken. Er is zeer zeker nog meer. De landlsregeering heeft dit ook ingezien en een wetsvoorstel ligt ge- reed om de bepaling omtrent het aantal zit tingen te doen vervallen en het arbeidsveld uit te breiden. Spr. beeindigtse zijn aandachtig aange- hoorde causerie met de verzekering, dat in de verschillende fracties der Prov. Staten door de leden veel en goed werk wordt verrieht rrt het belang van de provincie en dat het wen- schelijk is, dat zij na de verkiezingen daartn terugkeeren. (Applaus.) Met een woord van dank aan den spreker sloot mr. J. P. Bosman de vergadering, toen niemand der aanwezigen het woord vroeg om nadere uiteenzettingen omtrent een of ander punt te krijigen. HET NEDERLANDSCH-BELGISCH TRACTAAT. Men meldde gister uit Den Haag aan de N. R. Courant: Het was vanmorgen levendig op het Bui- tenhof, een halfuur voor die beraadslagingen van de Eerste Kamer over het Nederlandsch Belgisch verdrag begonnen. Men kon ech ter niet zeggen, dat het politiek-belangstel- lende deel der Nederlandsche natie daar te- hoop was geloopen. Weitug belangstellenden en veel nieuwsgierigen, dat was wel de juiste karakteristiek van die menigte. Velen die per fiets over den Binnenhof kwamen, stapten even af om het tafreel aan te zien, zeer tot misnoegen der verkeerspolitie, die tot door- rijden aanmaande. Door deze menigte schoten behendig pers- fotografen, die, als een koppel windhonden, door een joumaliot-aanvoerder werden gedi- rigeerd. I>eze riep een naam uit, die meestal die van een bekend Eerste Kamerlid of van een ander publiek persoon was, en onmiddel- lijk stoof dan het fel speurende groepje op de aangewezen prooi af. Sommige heeren (en dames) onderwierpen zich glimlachend aan de snelle bewerking, andere liepen on- barmhartig door het duister van het gebouw hen buiten schot van de lens bracht. Zooals gezegd, het was niet louter de bloem der natie, die aan deze gebeurtenissen een zeer actieve aandacht vvijdde, „Main hoef je niet, main hebbe ze al op het Alexander- veld", hoorden wij uit een groepje van dit soort belangstellenden den vereenigden foto- kleede jas, die anders al verraderlijk begon te glimmen. Een oude man, of liever een heer, dit viel duidelijk waar te nemen aan heel zijn houding en manieren, een heer, ofschoon op den laatsten trap van armoede en verval. Hij was verrast op het zien van een jonge- dame op de trap. „Wacht u op mr. Carstone?" vroeg hij. „Die is uit de stad en zal niet terug zijn voor Maandag. Van Zaterdag tot Maandag heb ik hier altijd het rijk alleen. Al dien t'ijd is er niemand, die met de deuren smijt en gooit. Dit op zichzelve zou heel aangtnaam zijn, als maar Hij schudde het hoofd en sprak niet uit. „Ik wacht niet op mr. Carstone, maar op mr. Edmund Gray. „Die is zeer onberekenbaar. Niemand weet, wanneer hij komt, en wanneer hij gaat. Ik zou niet wachten als ik u was. Maar op Zondagochtend komt hij nog al eens. Ten- minste dan hoor ik hem dikwijls komen als het klokgelui heeft opgehouden. Het is een rustige buurman. Ik hoor hem haast niet. Maar nog eens, ik zou niet wachten als ik u was!" „Ja, toch zal ik nog maar even blijven. Ik verlang zoo vreeselijk, mr. Gray te zien, moet u denken." „Dan moet hij maar eens op u wachten," antwoordde mr. Langhorne beleefd. „De trap is toch geen geschikte plaats voor een jongedame." „0, dat hindert niets. Zooals ik reeds zei, ik heb mijn reden, om er dan wel zeer naar te verlangen, hem te zien." „Ja, dat wil ik nu wel gelooven. Want die gfafen toe'foeiten. Toen om 11 uur de zitting geopend werd, was de gereserveerde tribune nog maar schaars bezet. Wij zagen een aantal hooge ambtenaren van buitenlandlsche zaken en eenige bekende mannen uit ons economische leven. Ook waren eenige buitenlandsche ge- zanten aanwezig, onder wie de Belgische zaakgelastigde met den kanselier van het gezantschap. In den beginne was de Tweede Kamer heelemaal niet vertegeniwoor- digd. Eerst Iangzamerband onder de rede van den heer Henri Polak liep de tribune vol. Aan de regeeringstafel zaten de heeren De Geer, Van Karnebeek en Donner; later voegde zich daarbij nog de minister van oor- log, de heer Lambooy. Op de publieke tribune waren slechts wei- nigen toegelaten, dlaar deze ten deele door de uitbreiding der perstribune werd in beslag genomen. Men had plaats gemaakt voor de vertegenwoordigers van buitenlandsche bla- denBelgische joumalisten hebben wij daar bij niet gezien, en zoover wij weten, is er ook geen plaas voor Belgische joumalisten aan- gevraagd. De belangstelling om van nabij te volgen, wat er in deze in onze Eerste Kamer geschiedt, ontbreekt blijkbaar bij onze zuide- lijke buren. De heer Polak, die de debp'-en opende met een waardige en in de stemming passende rede, werd aandachtig aan gehoord. Tegen 1 uur brak hij zijn rede af voor de koffiepauze. Na de koffiepauze zal de heer Polak weder- om het woord voeren. DE ONTPLOFFING TE IJMUIDEN. Het bericht, als zou op het tankmotorschip Rotterdam, van de American Petroleum Comp. een ontploffing hebben plaats gehad, is, naar de N. R. Crt. meldt, onjuist. Na het vertrek uit de sluis te IJmuiden, wilde de sto ker L. v. d. Graaf een ketel aansteken, wel- ke dient voor de verwarming van de verblij- ven den opvarenden. Bij dat aansteken sloeg de vlam naar buiten, en werd genoemde sto ker ernstig verwond aan aangezicht, borst en armen. Na geneeskundige behandeling werd de man per ziekenauto naar Rotterdam vervoerd. De scheepvaariinspectie heeft aan boord een onderzoek ingesteld, en om 8 uur ver- kreeg de kapitein verlof, de reis naar New- York voort te zetten. SPOORWEGONGELUK BIJ DE VINK. Het was gister een half jaar geleden dat het spoorwegongeluk bij De Vink plaats had. Op het oogenblik worden nog twee reizigers van den bevvusten trein te Leiden verpleegd; in het academisch ziekenhuis de heer Hageman en in het diaconessenhuis mevr. Van Raalte. Beiden gaan langzaam vooruit. BELEEDIGING? Tijdens de camavalsdagen verscheen te Sittard een carnavalsblaadje, getiteld: Sit- tard's klappende Ekster. In dit blaadje wer den sommige Sittardsche ingezetenen onder handen genomen. Een van hen heeft thans tegen den uitgever een klacht wegens belee- diging ingediend bij den officier van justitie te Maastricht. POeZIE TEN PALEIZE. Toen Maandagavond door de plotselinge ongesteldheid van dir. Willem. Royaards diens voordracht ten paleize in Den Haag van cudere en nieuwere poezie niet kon plaats hebben, heeft Prinses Juliana eenige gediehten, o.a. van Gorter, Van Eeden en Adema van ScheTtema voorgelezen. Verder heeft de gouvernante der Prinses, mej. Oosterlee, eenige Nederlandsche en Fransche gediehten voorgelezen. INLIJVING. Op 22 Maart a.s. zal eene inlijving van dienstplichtigen der lichting 1927 plaats hebben voor: deb ereden artitllerie (onberede- nen der derde artillerie-brigade), de genie, de infanterie (eerste en derde divisie), de wielrij- ders. CHRISTELIJK HISTORISCHE UNIE. De Christelijk-Historische Unie heeft gister te Amsterdam haar algemeene vergadering gehouden onder ieiding van den heer J. Schokking. In zijn openingsrede stelde deze met vol- doening vast, dat het aantal gemeenten, waar een afdeeling der Unie gevestigd is, nog voortdurend toeneemt. Voorts vestigde de voorzitter de aandacht op de pogingen gedaan om bij de rijpere jeugd in de Christelijk Historische krihgen ook politieke belangstelling te wekken; po gingen die geleid hebben tot het snel op- komen van een Christelijk Historische Jonge- ren Groep. Mogen de ouderen inzien, dat zij deze beweging met voorlichting en Ieiding tegemo-t behooren te treden, waartoe zij zelif hem kenuen, hebben veel met hem op. Ik zal u dus beschouwen als een vriendin van dien goeden man. Dan kunt u ook handelen voor hem." „Wat kan ik dan voor hem doen!" vroeg zij, aan zijn hongerigen blik tegelijk zeer goed begrijpend, wat hij van haar verlangde. „Het is Zaterdag." Hij antwoordde, zon- der haar aan te zien, hij wendde het hoofd zelfs af en keek naar het raampje op de trap. „Morgen is het Zoidag. Het is mij nu al een paar maal overkomen, dat ik, net als nu, zon- der geld zat. Ik heb al geleend van mr. Car stone en van mr. Edtmund Gray. Soms heb ik ferugbetaald, niet altijd. Leent t mij, voor Edmund Gray, als u niet rijk is, zal hij het u teruggeven, de som van vijf shillings. An ders heb ik niets te eten, tot Maandag tot mr. Carstone terug is." „Niets te eten? Bedelaars op straat hoort men dit ook wel eens zeggen, maar gewoonlijk slaat men niet zoo veel geloof -aan hun uitingen. Wat mr. Langhorne zei, was waar, daar viel niet aan te twijfelen. De oude man schudde het hoofd: „Gisteren, om ctezen tijd, heb ik wat ge- bruikt. Sinds dien heb ik niets meer gehad. Ik had geen thee en geen brood in huis om te onfbijten. Toen het zes uur sloeg, mijn etensuur, dacht ik, dat ik maar wat langs de winkels zou gaan loopen, om te kijken naar de dingen, die daar voor de ruiten lagen. Maar morgen zal het een slechte dag zijn. Dan ga ik maar in bed liggen. O, ik heb zoo iets al meer doorgemaakt. Soms," hij liet de stem dalen, „was het wel een heele toer, om E£N tiNKEL WOORD! O BEHOORT TOCri ZEKEk TOT ONZE KEGElMATIGE AOVEK- TEERUERSr ZOO NIET, PROBEERT HET OAN EENS MET EEN PAAR PLAATSINGEN. U ZULT SUCCES HEBBEN. EN ONZE LEUS WOROT OOK DE UWE: ADVERTEERT IN DE ALKMAARSCHE COURANT hun inzicht in de politieke vragen van den dag hebben te vernelderen en huu van hun christelijk historisch beginsel steeds reken- schap zullen hebben te geven. Van de jonge- ren groep kan een stimuleerende invloed op de ouderen uitgaan en het ontstaan en groeien dezer beweging kan voor de Unie van grooten zegen zijn, op voorwaarde, dat ze niet ontaarde in een liefhebberij, maar ern stig voorbereidde of bewuste- deelneming aan het politieke leven en dat de ouderen haar tegemoet tieden. In onze kringen, aldus spr., verder, zijn nog te veel sluimerende krachten, die nrede vooraan in de strijdende gelederen behoor- den. Spr. doet een ernstig beroep op alien, om te geraken tot hoogere belangstelling in de politiek; hoe zeer hij zich er van rekenschap geeft dat het gezin, de school, de arbeid, de maatschappij, de kerk, niet mogen worden verwaarloosd, zeker niet aan de belangstel ling in de politick ondergeschikt mogen wor den gemaakt. Zij hebben een eigen plaats en mogen niet in de eerste plaats in de richting van den staat worden georienteerd. Steeds sterker word, de tendens om alles aan den staa* ondergeschikt te maken; daar bij maakt de huidige verwarring der denk- beelden de grondslagen van den rijkdom van ons volksleven zoo onvast. Hierdoor word! het dubbel gevaarlijk, dai de staat zich van de behartiging der belangen, waarop spr. zoo juist doelde, meester maakt, omdat de staat geen anderen regel heeft dan v/at de machthebbers van het oogenblik ai» het alge- meen belang zien, dat echter dikwijls het eigen belang tot behoud van de macht tot inhoud heeft. Hiertegen is nog altijd het beste verweer gelegen in de politieke begin- selen der Christelijk Historische Unie. De kwestie van de partijgroepeering be- handelend, zegt spr., dat, al zijn er meer malen meeningsverschiiien tusschen leden van eenzelfde groep, zij toch dwalen, die in een algemeene principieele beschouwing van het staatsleven geen waarde zien Spr. zette verder uiteen, dat de politiek niet eenvoudiger, maar samengestelder is ge- worden door hetgeen zich te Geneve bij deii Volkembond voltrekt, waardoor het gewone onderseheid tusschen buiten- en binnenland- sche politiek een geheel andere beteekenis krijgt. In het vervolg zijner rede drong spr. er op aan, dat men de beteekenis van de a s. ver kiezingen voor Provinciale Staten en ge- meenteraden, hoe zeer die voor de Staten- Generaal belangrijker zijn, niet onder- schatte. Ten aanzien van de vraag of een kabinet gelijk wij thans hebben, niet steunend op een meerderheid in het parlement, een essen- tieel element van het parlementaire stelsel is, is spr. geneigd zich aan te sluiten bij de meening, door mr. van Schaiek hierover ge- geven bij de behandeling van het Vile hoofd- stuk der staatsbegrooting van de Tweede Kamer. Evenmin als deze zou hij echier wil- len betoogen, dat niet naar het optreden van een meerderheidskabinet gestreefd zou wor- dien, doch daarbij ga het langs natuuriijlcen weg, geschieJde het in goed vertrouwen dat het een meerderheid zij, die ook in. verband met de verhoudingen van het oogenblik den meesten waarborg biedt voor een krachtig bewind en een vruchtbaren arbeicl; dat het daarbij dus om iets anders gaat dan een r-en- voudige optelsom en een lijstje van onder- rich niet aan iets te vergrijpen. Maar ik heb de verzoeking toch altijd nog kunnen weer- staan Elsie deed haar beurs open. Die bevsife twee sovereigns en een paar shillingen. „Neem dit alles!" drong ze, „het goud tenminste. Laat mij dan het ziiver. Toe, nu dadelijk!" Ze stampte met den voet. Hij draalde: „Alles?" vroeg hij. „Alles? Kunt u dm missen? Want ik kan het u nooit terug beia- len." „U moet het alles nemen!" herhaalde ze, gebiedend. Hij gehoorzaamde, nam het goud uit de beurs met trillende vingers. Toen nam hij den hoed af en Elsie wist niet, of het van ouderdom was, dat zijn oogen zoo dof leken, of van opwellende tranen. Hij zei niets meer en ging langzaam naar beneden, zich aan de trapleuning vasthoudend, zoo zwak was hi; ook, van den honger. Maar het was zijti etensuur en nu zou hij wat te eten hebben." Elsie ging weer zitten. Het was half zeven, drie uur had ze dus gewacht, toen andere voetstappen het huis binnen kwamen. Elsie sprong. op. Ze werd bleek en't hart ktopte haar ontstuimig, want ze wist, dat, als dit nu waarlijk de man was, dien zij verwachtte, zij dan tegenover iemand zou komen te staan, die een zwaar vergrijp had gepleegd en waarschijnlijk nog in staat was tot laagheid, ook in andere op- zichten, (Wordt vervolgd). *7) .v nil urn until u iu m iiiHU.UMiUb i iminsimniiniiiTimHUiimiHiiiutruuaiiiiuuuiuiKB ■nancmwi iimmmuiumiminffiiii iimnrnimintimmniiiTnimiimnmiinmiiiiiiiniiiinniinpiiiiiniilinimniimiiB

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1927 | | pagina 5