Alkmaarsche Gaorant
Wie Is Edmund Gray
Donderdag 10 Maart.
Radio-hoekje
Stadsnieuws
FEUILLETON.
Itarttrd negen in Wngra ^irgang,
BinneeiBancfi
No. 58
1927
Vrijdag 11 Maart.
Milversum, 1050 M. 12.— Politieberichtefl.
6.45 Concert door (het H. D. O.-kwartet.
Populaire mruziek. 6.457.45 Fransche les
Voor beginners en meergevorderden. 7.45
jPoKtteberichten. 8.10 lOe les vanwege het on-
qerwijsfonds vwr de binnenvaart. 8.35 Olio-
concert door den heer Michael BusCh. Bege-
Jeiding van Egbert Veen. 9.05 Concert door
vet versterkte H. D. O.-orkest, onder Ieiding
t«a Nico Treep. 10.Persfoerichtsn.
Daventry, 1600 M. 11.20 Het Daventry-
fcwartet en sol'isten (sopraam, bariton, piano).
12.50 Orgelconcert. 1.202.20 Orkestcon-
eert 3.35 Vo:r lezing: Emnja. 3.40 Fransche
4.05 Concert. Audrey Chapman, orkest.
forken van Beethoven 5.05 Concert voor so-
faan en tenor. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Or-
6.50 Tijdsein, weerberichl,
t&euwt. 7.05 Orkesteoncert. 7.20 Lezing:
Seen on the screen. 7.35 Pianocomposities
fan Bach. 7.45 Lezing: Poetry and ifhe plain
Fan. 8.05 „Acis and Galatea'', serenade in
deelen van HancM. Koor, orkest en solisten
|tenor, sopraan, bas). 9.20 Tijdsein, weerbe-
ficbt, nieuws. 9.35 Lezing: Watford Empire
jnarfcetirtg week. 9.50 Programma, samenge-
jleld door Capt. Hlarry Graham. 11.20
12.20 D'anenruziek.
Parijs „Radio-Paris"1750 M. 10.50
11.20 Nieuwsberichten en muziek. 12.50
f 10 Concert. Orkest en Mile. Kerlane, zang.
5.055.55 Concert. Dec! am a ties, piano en
vjoolmuziek. Mine. Delny, zang. 9.05—10.05
Concert. Orkest en solisten.
Langenberg, 469 Af. 10.2011.20 Con
cert. 12.50—1.50 Orkestconcert. 4.205 20
"Kamermuriek. 7.359.20 Werken van Boh-
bauer en Mozart. Voor-klassieke orkestmu-
riek. 9.40—11.20 Danamuziek.
Konigswusterhausen, 1250 M. en Berlijrt,
'484 en 566 M. 11.207.05 Lezingen en les
sen. 7.50 „Traumulus", tragi-comedie in 5
act en van A. Holz en O. JersChke. 9.50
1*150 Danamuziek.
Hamburg, 394.7 M 1.252.10 Kamer-
Btuziek. 3.354.20 Orkestconcert. 5.20
6 10 Dansmuziek. 7.20 „Deutsches Lieder-
spiet". Gem. koor en 2 solostemmen. 8.20
11.10 Balalaika-conceit. Balalai'ka-orkest
,Gorskaja". Zangkwartet. Dansmuziek.
Brussel, 509 M. 8.50-10.50 „Traviata",
fragmenten nit de opera van Verdi. In de
pauze lezing.
DE PROVINCIALE STATEN.
Voor een niet al te druk bezochte vergade
ring in de dancing van de Harmonic hield
het lid der Prov. Staten mr. W. C. Bosman
fisteravond een causerie over dat college,
een rede, die door veel meerderen had moeten
worden gehoord, omdat zij, gespeend van
alle politiek, niet anders gaf dan een over-
jacht van het terrein waarop het provinciaal
beatuur zich beweegt en krachtens de wet
bewegen mag.
De vergadering was uitgeschreven door de
afd. Alkmaar van den Vrijheidsbond'.
Na met een ertkel woord door mr. J. P.
Bosnian te zijn ingeleid, begon de spreker van
den avond met te zeggen, dat hij, toen hem
gevraagd was deze lezing te houden, geant-
woord had daarvan weindg nut te verwach-
jfen, onrdat voor verkiezingen, speciaal voor
de Prov. Staten, weinig belangstelling be-
riaat. Dit is een gevolg van het kiesstelsel.
Toch achtfce spr. het niet ongewenscht dat
•en afgevaardigde naar de Staten eens ver-
fcli van wat het lidmaatschap daarvan eigen-
ijk beteekent. Men weet daarvan over het a>
fcsraeen nog zoo weinig en meent vaak nog,
dat het slechts een eerebaantje is en dat oe
Staten niet anders zijn dan een deftig colle
ge, dat een paar maal per jaar bijcen kcmt
m deftige vergaderingem.
V66r de Fransche revolutie, onder de oude
Sfcputtiek, beteekenden de Staten aHes, zoo-
dat zij inderdiaad de regeering vormden.
Spr. ging na hoe voorheen, onder de Unie
vim de Vereenigde Nederlandbn en onder de
Unie van Utrecht, de toeriand was: niet an
ders dan een aglomenatie van zelfstandige
bfovindes, die in leger en vloot e&i lijn trok-
*en en daarom hunne afgevaardigden had-
den in een gezamenlijke regeering, de Staten
Van Vereenigde Provmcien.
Daarna kwam de Fransche revolutie met
hare leuzen van bevrijding, enz. De uit-
komst was echter, dat een absoluut geweld
enfetond met absolute overheersehing door
Geauloriseerde vertaling naar het
Engelsch van Walter Besant,
door Mej. E. Hoogewerf.
Dit deed zij echter niet. Er verliepen meer
dan twee uren en nog kwam Elsie niet bene-
iden.
Het was haar vergaan als volgt: Ze liep
de trap op, tot aan die tweede verdieping.
Wer stond ze stil: rechts en links zag ze
^n deur. Aan den eenen post stond: „mr.
f. W. Carstone", aan den anderen: „mr
Edmund Gray". Ze kreeg hier echter geen
gehoor. Toch gaf ze haar ondernemen niet
op, want zij meende maar zoo: „De oude
werkster heeft gezegd, dat ik op Zaterdag-
tniddag nog het meeste kans heb hem thuis
fc trenen. Dus blijf rk wachten." Getroost
ging ze dus nu op ae trap zitten die naar de
oerae verdieping leidde, al was die nu ook
diet (wer-zindtelijk.
Ze ondemant een stoutmoedig, gevaarlijk
De gedachtengang, die haar daarbij
geleid had, was als volgt: mr. Dering kwam
op het kanfoor, in een vreemden toe^and en
Saeht dan dingen mee van nir. Edmund
•ay. De eenige, die de vervalschingen in ge-
•dmfte jegens mr. Dering beging, was mr.
Dering zelve, gehypnotiseerd en zoo onder
«n invloed van Edmund Gray. Het was er
da# otn te doen om uit te vinden, wie
frapofttm We kregen voor net eeftt een W-
ning en toen deze niet naar wensch van Na
poleon rcgeerde, werd ons land ingelijfd bij
rrankrijk, waarop wij departementen kregen,
enz. En aa de bevrijding in 1815 dacht nie-
mand er aan terug te keeren tot den ouden
toestand. Wij kregen een parlement, waarvan
de Teden het hee'le land vertegenwoordigden,
xoodat het uit was met de souvereiniteit der
provincieo.
Men was bevreesd voor terugkeer van de
oude macht der Prov. Staten en legde die
daarom allerlei belemmeringen in den weg
en deze gelden eigenlijk nu nog. De Staten
mochten slechts tweemaal per jaar bijeen-
komen, er werd een koninklifk ambtenaar
aangewezen als hoogste autoriteit (de com-
missaris), die moet zorgen voor handhaving
en uitvoering van 's lands wetten, enz.
De Staten hebben budgetrecht, moeten een
begTooting indienen voigens bepaalde voor-
schriften, de rekening- en verantwoording
wordt gecontroleerd door de RekenkameT,
alle bosiissingen der Staten moeten koninklijk
worden goedgekeurd. Uit alles blijkt dus, dat
het provinciate gezag aan banden werd gc-
legd.
Zelfs de wet van Thorbecke was niet in
stoat nieuw leven in de slapende Staten in
te b'azen, al kan niet worden ontkend, daf
de Prov Staten administratief veel goed
werk deden en de gemeemte- en polderbestu-
ren in goede banen leidden. Maar initiatief
ging er niet veel van de Staten uit, geliik
spr. il'lusti'eerde met te wijzen op die verwaar-
loozing van het prachtige vaarwater de
Zaan. toen de landsregeering niet van goed
onderhoud en. verbetering wilde weten.
Maar met de veramderde tijden zijn ook
de Staten veranderd, de zittingen niet meer
deftig zooals voorheen en het is niet bijzon-
der deftig meer lid van de Staten te zijn.
Van de verandering in de Staten gaf
blijk het verleenen van subsidie voor de
spoor-ijn AllonaarHoorn, waarvoor ook
spr. nog had geijverd. Daarna gaven de
Staten subsidies aan nog andere verkeerson-
dernemingen, b.v. de ti-ams naar Purmerend
en Schagen en namen zij aandieelen in der-
geliike onderncmingen.
Daarna is men voortgegaan met zorgen
op maatschappelijk terrein, waormee bewe-
zen werd, dat de Staten nog wei meer kon-
den doen dan toezicht bonderi op gemeente-
en polderbesturen. De -ten pakten de zie-
kerrverpleging aan. In dit verband betreur-
de spr. het dat de ziekenhuizen te Castricum
kwamen in plaats van te Bergen, zooa's
aanvankelijk de bedoeling was, maar wat
werd afgewezen door die gemeentc uit vrees
voor benadeeling van de badplaats.
De z'ekenhuizen kwamen dus te Castricum en
nu blijkt hoe groot nadee! Bergen zich heeft
toegebracht. Want door bemiddeling der
Staten is een zeeweg aangelegd en al is een
voorstel tot directe ontwifckeling van Casti-i-
cum a's badplaats nog geTemd, toch zal die
komen.
In dozen wees spr. op de voorgenomen
wijziging in het plan voor den primairen
weg, die nu over Cashicum zal gaan, wadr-
door dit dorp als badplaats bevoorrecht
wordt boven Bergen, wat a'daar nog niet
vol doen de wo rdt ingezien-.
Hierna kwam spr. aan de electriciteits-
voorziening voor de gebeele provincie door
de Staten, als een zaak van het grootste be-
lang. Spr. ging na hoe daartoe de Kenne-
mer electriciteitsmaatechappij door de pro
vincie werd overgenomtn Het gevolg was
o. m. dat Alkmaar, dat een contract had voor
30 jaar met de K. E. M., nu tegenover de
provincie stond, die om haar nieuwe bedriif
sterker te maken bepaalde dat alleen zij
electriciteit mocht leveren aan anderen.
In de mobi'iisatie werd veel geld verloren,
alleen Amsterdam en Haarlem, die buiten de
K. E. M. vielen, wrdicnden wel op de elec-
triciteitlevering.
Daarna kwam <fe samensme'ting van de
Provincie, Amsterdam en Haarlem tot een
vennootschap, de P. E. G. E. M., die beoogt
den electrischen stroom te leveren tegen den
kostenden prijs. Hoe moeilijk het is dit te
berekenen, zette spr. uiteen.
Er ging cmgeveer 23 mil'lioen verloren,
waarvan 6'A millioen voor de provincie. Een
commissie van onderzoek werd ingesteld en
uitgemaatt werd dat eigenlijk de gemeerrten,
die geen verhoogden ccmtractprijs betaalden,
de schuld van die verldezen waren. Tot die
gemeenten behoorde ook Alkmaar en spr.
zette uiteen hoe hij niet geloofdb dat het
Alkmaarsche contract niet deugde.
Het rapport-Limpurg, dat 6 A millioen
veriies aangaf, werd echter plotseling door
de fracties ter zijde geschoven, men benoem-
de een tweeden directeur, en daarmee was
de zaak ineens af.
Daarna legde <fc provincie rich toe op de
waterlevering, wat spr. een van de grootste
daden noemde, een zegen voor het gewest.
De provincie begon weer, als met de electri-
die Edmund Gray was. En dan zou ze er
hem op aanspreken en hem van de daad be-
schuldigen. Het was een gevaarlijke onderne-
ming, dit wist zij zeer goed, maar hij zou
haar toch niet dooden. Hij werd beschreven
als een vrij ondachtig heer, met een vriende-
lijk gezicht, en hij schreef immers zeer op-
timistische brieven. Toen had hij een heele
reeks vervalschingen gepleegd Maar ze
zou wachten, wachten tot zondsondergang,
zoo dit noodig mocht blijken.
Het was er verbazend rustig in huis. Al
io kantoren waren gesloten en de klerken
waren weg. De heeren. die op kamers woon-
den waren uit de stad, op vacantie, of in
ieder geval, weg van Zaterdag op Maandag.
Buiten werd al haast niets vernomen dan
het zware op- en neerstappen van den agent,
die nu het gezelschap van den belangstellen-
den krantenjongen kwijt was; en dan: het
steeds op- en neerloopen op de kamer boven.
Elsie begreep niet, hoe iemand het zoo vol-
hield, zeker uren achfer!
Het sloeg vier. Ze had nu al een half uur
zitten wachten, maar nog altijd was Ed
mund Gray niet gekomen.
Het sloeg vijf. Nog steeds zat Elsie gedul-
cSg op de trap te wachten, en nog altijd stap
le de bovenbewoner heen en weer.
Toen het zes sloeg, hield dat geregeld
sfappen op, maar kwam nu in een andere
richfing. Er ging een deur boven haar open
en dicht en diezelfde stap kwam nu de trao
af!
Elsie stond op en ging wat uit den weg.
Een oude man kwam beneden, lang en ma-
ger, glad geschoren, bleek en in een ge-
CTtm, mei flen adhVobp van tme 5e»faatirde
waterleidingen, zij had nu direct een bedrijf,
waar echter weer Amsterdam en Haarlem
buiten vielen. In dit verband keurde spr. het
af, dat Alkmaar niet tijdig gezorgd heeft een
eigen bedrijf te hebben, zoodat het nu met
water zoowel als met electriciteit afhangt van
de provincie. Dit is niet in het belang van
een goed bestuurde stad.
De provincie gaf ook inzake de waterleve
ring zichzelf weer een monopolie en hoeveel
goeds in de provinciale waterleiding ligt ten
aanzien van de hygiene, er schuilt ook een
gevaaT in, met name in de hooge tarieven,
waarop spr. en ook andere Statenledien, b.v.
mr. Mendels, meermalen hadden gewezen.
Een derde terrein, waarop de provincie
zich wierp, was het wegenvraagstuk. Een
proef werd genomen met den Zaanlandschen
communicatieweg.
Een nieuw wegenplan van Alkmaar
over Westgraftdijk en Marken-Binnen naar
Haariem werd opgemaakt. Spr. had dien
weg becritiseerd, omdat er geen behoefte aan
bestaat, maar wel aan een goede veCbmding
met Amsterdam, dat haast geen goede ver-
bindingen heeft met de provincie. De be-
staande weg naar Haarlem kan verbeterd
worden.
De weg naar Amsterdam werd vastgesteld
en nu is het zaak voor de gemeenten om de
zoogenaamde sccundaire wegen aan te leg-
gen. Alkmaar zorge in de eerste plaats voor
een goeden verbindingsweg met Bergen en
een verbetering van den spoorwegovergang.
Men talme niet, want anders komt het veel
duurder, omdat dan de voor de beoogde ver-
beter;ngen bertoodigde gronden fccbouwd zijn
Onteigening kan nu nog zander al te veel
kosten gesch' den.
Verheugd as spr. te hebben kupnen mee-
werken aan plannen voor de kanaksatie
van Westfrieslarid, waaraan gemeente- en
polderbesturen 45000 gaven. Bekwame
mannen als ir. Ringers en vele anderen
(commissie-Van Aalst) werkten de plannen
uit en spr. spoorde krachtig aan, te maken,
dat zij spoedig tot uitvoering komen, omdat
zij beslissend zijn voor de toekomst dezer
streek en er toe kunnen meewerken, dat Alk
maar blijft het centrum voor een gToote om-
ving. Alkmaar ligt daarvoor gunstig en, ge-
1 ij-k de spoorwegen haar bloei ten zeerste
hebben bevorderd, zullen ook de nieuwe ka-
na'en dat doen.
Met deze zaken is het arbeidlsveld der
Prov Staten niet geheel bestreken. Er is
zeer zeker nog meer. De landlsregeering heeft
dit ook ingezien en een wetsvoorstel ligt ge-
reed om de bepaling omtrent het aantal zit
tingen te doen vervallen en het arbeidsveld
uit te breiden.
Spr. beeindigtse zijn aandachtig aange-
hoorde causerie met de verzekering, dat in de
verschillende fracties der Prov. Staten door
de leden veel en goed werk wordt verrieht rrt
het belang van de provincie en dat het wen-
schelijk is, dat zij na de verkiezingen daartn
terugkeeren. (Applaus.)
Met een woord van dank aan den spreker
sloot mr. J. P. Bosman de vergadering, toen
niemand der aanwezigen het woord vroeg
om nadere uiteenzettingen omtrent een of
ander punt te krijigen.
HET NEDERLANDSCH-BELGISCH
TRACTAAT.
Men meldde gister uit Den Haag aan de
N. R. Courant:
Het was vanmorgen levendig op het Bui-
tenhof, een halfuur voor die beraadslagingen
van de Eerste Kamer over het Nederlandsch
Belgisch verdrag begonnen. Men kon ech
ter niet zeggen, dat het politiek-belangstel-
lende deel der Nederlandsche natie daar te-
hoop was geloopen. Weitug belangstellenden
en veel nieuwsgierigen, dat was wel de juiste
karakteristiek van die menigte. Velen die per
fiets over den Binnenhof kwamen, stapten
even af om het tafreel aan te zien, zeer tot
misnoegen der verkeerspolitie, die tot door-
rijden aanmaande.
Door deze menigte schoten behendig pers-
fotografen, die, als een koppel windhonden,
door een joumaliot-aanvoerder werden gedi-
rigeerd. I>eze riep een naam uit, die meestal
die van een bekend Eerste Kamerlid of van
een ander publiek persoon was, en onmiddel-
lijk stoof dan het fel speurende groepje op
de aangewezen prooi af. Sommige heeren
(en dames) onderwierpen zich glimlachend
aan de snelle bewerking, andere liepen on-
barmhartig door het duister van het gebouw
hen buiten schot van de lens bracht.
Zooals gezegd, het was niet louter de
bloem der natie, die aan deze gebeurtenissen
een zeer actieve aandacht vvijdde, „Main hoef
je niet, main hebbe ze al op het Alexander-
veld", hoorden wij uit een groepje van dit
soort belangstellenden den vereenigden foto-
kleede jas, die anders al verraderlijk begon
te glimmen. Een oude man, of liever een heer,
dit viel duidelijk waar te nemen aan heel zijn
houding en manieren, een heer, ofschoon op
den laatsten trap van armoede en verval.
Hij was verrast op het zien van een jonge-
dame op de trap.
„Wacht u op mr. Carstone?" vroeg hij.
„Die is uit de stad en zal niet terug zijn voor
Maandag. Van Zaterdag tot Maandag heb
ik hier altijd het rijk alleen. Al dien t'ijd is er
niemand, die met de deuren smijt en gooit.
Dit op zichzelve zou heel aangtnaam zijn,
als maar
Hij schudde het hoofd en sprak niet uit.
„Ik wacht niet op mr. Carstone, maar op
mr. Edmund Gray.
„Die is zeer onberekenbaar. Niemand
weet, wanneer hij komt, en wanneer hij gaat.
Ik zou niet wachten als ik u was. Maar op
Zondagochtend komt hij nog al eens. Ten-
minste dan hoor ik hem dikwijls komen als
het klokgelui heeft opgehouden. Het is een
rustige buurman. Ik hoor hem haast niet.
Maar nog eens, ik zou niet wachten als ik u
was!"
„Ja, toch zal ik nog maar even blijven. Ik
verlang zoo vreeselijk, mr. Gray te zien,
moet u denken."
„Dan moet hij maar eens op u wachten,"
antwoordde mr. Langhorne beleefd. „De
trap is toch geen geschikte plaats voor een
jongedame."
„0, dat hindert niets. Zooals ik reeds zei,
ik heb mijn reden, om er dan wel zeer naar
te verlangen, hem te zien."
„Ja, dat wil ik nu wel gelooven. Want die
gfafen toe'foeiten.
Toen om 11 uur de zitting geopend werd,
was de gereserveerde tribune nog maar
schaars bezet. Wij zagen een aantal hooge
ambtenaren van buitenlandlsche zaken en
eenige bekende mannen uit ons economische
leven. Ook waren eenige buitenlandsche ge-
zanten aanwezig, onder wie de Belgische
zaakgelastigde met den kanselier van het
gezantschap. In den beginne was de
Tweede Kamer heelemaal niet vertegeniwoor-
digd. Eerst Iangzamerband onder de rede
van den heer Henri Polak liep de tribune
vol.
Aan de regeeringstafel zaten de heeren
De Geer, Van Karnebeek en Donner; later
voegde zich daarbij nog de minister van oor-
log, de heer Lambooy.
Op de publieke tribune waren slechts wei-
nigen toegelaten, dlaar deze ten deele door de
uitbreiding der perstribune werd in beslag
genomen. Men had plaats gemaakt voor de
vertegenwoordigers van buitenlandsche bla-
denBelgische joumalisten hebben wij daar
bij niet gezien, en zoover wij weten, is er ook
geen plaas voor Belgische joumalisten aan-
gevraagd. De belangstelling om van nabij te
volgen, wat er in deze in onze Eerste Kamer
geschiedt, ontbreekt blijkbaar bij onze zuide-
lijke buren.
De heer Polak, die de debp'-en opende met
een waardige en in de stemming passende
rede, werd aandachtig aan gehoord. Tegen 1
uur brak hij zijn rede af voor de koffiepauze.
Na de koffiepauze zal de heer Polak weder-
om het woord voeren.
DE ONTPLOFFING TE IJMUIDEN.
Het bericht, als zou op het tankmotorschip
Rotterdam, van de American Petroleum
Comp. een ontploffing hebben plaats gehad,
is, naar de N. R. Crt. meldt, onjuist. Na het
vertrek uit de sluis te IJmuiden, wilde de sto
ker L. v. d. Graaf een ketel aansteken, wel-
ke dient voor de verwarming van de verblij-
ven den opvarenden. Bij dat aansteken sloeg
de vlam naar buiten, en werd genoemde sto
ker ernstig verwond aan aangezicht, borst
en armen. Na geneeskundige behandeling
werd de man per ziekenauto naar Rotterdam
vervoerd.
De scheepvaariinspectie heeft aan boord
een onderzoek ingesteld, en om 8 uur ver-
kreeg de kapitein verlof, de reis naar New-
York voort te zetten.
SPOORWEGONGELUK BIJ
DE VINK.
Het was gister een half jaar geleden dat
het spoorwegongeluk bij De Vink plaats
had. Op het oogenblik worden nog twee
reizigers van den bevvusten trein te Leiden
verpleegd; in het academisch ziekenhuis de
heer Hageman en in het diaconessenhuis
mevr. Van Raalte. Beiden gaan langzaam
vooruit.
BELEEDIGING?
Tijdens de camavalsdagen verscheen te
Sittard een carnavalsblaadje, getiteld: Sit-
tard's klappende Ekster. In dit blaadje wer
den sommige Sittardsche ingezetenen onder
handen genomen. Een van hen heeft thans
tegen den uitgever een klacht wegens belee-
diging ingediend bij den officier van justitie
te Maastricht.
POeZIE TEN PALEIZE.
Toen Maandagavond door de plotselinge
ongesteldheid van dir. Willem. Royaards
diens voordracht ten paleize in Den Haag
van cudere en nieuwere poezie niet kon
plaats hebben, heeft Prinses Juliana eenige
gediehten, o.a. van Gorter, Van Eeden en
Adema van ScheTtema voorgelezen.
Verder heeft de gouvernante der Prinses,
mej. Oosterlee, eenige Nederlandsche en
Fransche gediehten voorgelezen.
INLIJVING.
Op 22 Maart a.s. zal eene inlijving van
dienstplichtigen der lichting 1927 plaats
hebben voor: deb ereden artitllerie (onberede-
nen der derde artillerie-brigade), de genie, de
infanterie (eerste en derde divisie), de wielrij-
ders.
CHRISTELIJK HISTORISCHE UNIE.
De Christelijk-Historische Unie heeft gister
te Amsterdam haar algemeene vergadering
gehouden onder ieiding van den heer J.
Schokking.
In zijn openingsrede stelde deze met vol-
doening vast, dat het aantal gemeenten, waar
een afdeeling der Unie gevestigd is, nog
voortdurend toeneemt.
Voorts vestigde de voorzitter de aandacht
op de pogingen gedaan om bij de rijpere
jeugd in de Christelijk Historische krihgen
ook politieke belangstelling te wekken; po
gingen die geleid hebben tot het snel op-
komen van een Christelijk Historische Jonge-
ren Groep. Mogen de ouderen inzien, dat zij
deze beweging met voorlichting en Ieiding
tegemo-t behooren te treden, waartoe zij zelif
hem kenuen, hebben veel met hem op. Ik zal
u dus beschouwen als een vriendin van dien
goeden man. Dan kunt u ook handelen voor
hem."
„Wat kan ik dan voor hem doen!" vroeg
zij, aan zijn hongerigen blik tegelijk zeer
goed begrijpend, wat hij van haar verlangde.
„Het is Zaterdag." Hij antwoordde, zon-
der haar aan te zien, hij wendde het hoofd
zelfs af en keek naar het raampje op de trap.
„Morgen is het Zoidag. Het is mij nu al een
paar maal overkomen, dat ik, net als nu, zon-
der geld zat. Ik heb al geleend van mr. Car
stone en van mr. Edtmund Gray. Soms heb ik
ferugbetaald, niet altijd. Leent t mij, voor
Edmund Gray, als u niet rijk is, zal hij het
u teruggeven, de som van vijf shillings. An
ders heb ik niets te eten, tot Maandag tot
mr. Carstone terug is."
„Niets te eten?
Bedelaars op straat hoort men dit ook wel
eens zeggen, maar gewoonlijk slaat men niet
zoo veel geloof -aan hun uitingen. Wat mr.
Langhorne zei, was waar, daar viel niet aan
te twijfelen.
De oude man schudde het hoofd:
„Gisteren, om ctezen tijd, heb ik wat ge-
bruikt. Sinds dien heb ik niets meer gehad.
Ik had geen thee en geen brood in huis om
te onfbijten. Toen het zes uur sloeg, mijn
etensuur, dacht ik, dat ik maar wat langs de
winkels zou gaan loopen, om te kijken naar
de dingen, die daar voor de ruiten lagen.
Maar morgen zal het een slechte dag zijn.
Dan ga ik maar in bed liggen. O, ik heb zoo
iets al meer doorgemaakt. Soms," hij liet de
stem dalen, „was het wel een heele toer, om
E£N tiNKEL WOORD!
O BEHOORT TOCri ZEKEk TOT
ONZE KEGElMATIGE AOVEK-
TEERUERSr ZOO NIET,
PROBEERT HET OAN
EENS MET EEN PAAR
PLAATSINGEN. U
ZULT SUCCES
HEBBEN. EN
ONZE LEUS
WOROT
OOK
DE
UWE:
ADVERTEERT IN DE
ALKMAARSCHE COURANT
hun inzicht in de politieke vragen van den
dag hebben te vernelderen en huu van hun
christelijk historisch beginsel steeds reken-
schap zullen hebben te geven. Van de jonge-
ren groep kan een stimuleerende invloed op
de ouderen uitgaan en het ontstaan en groeien
dezer beweging kan voor de Unie van
grooten zegen zijn, op voorwaarde, dat ze
niet ontaarde in een liefhebberij, maar ern
stig voorbereidde of bewuste- deelneming
aan het politieke leven en dat de ouderen
haar tegemoet tieden.
In onze kringen, aldus spr., verder, zijn
nog te veel sluimerende krachten, die nrede
vooraan in de strijdende gelederen behoor-
den.
Spr. doet een ernstig beroep op alien, om
te geraken tot hoogere belangstelling in de
politiek; hoe zeer hij zich er van rekenschap
geeft dat het gezin, de school, de arbeid, de
maatschappij, de kerk, niet mogen worden
verwaarloosd, zeker niet aan de belangstel
ling in de politick ondergeschikt mogen wor
den gemaakt. Zij hebben een eigen plaats en
mogen niet in de eerste plaats in de richting
van den staat worden georienteerd.
Steeds sterker word, de tendens om alles
aan den staa* ondergeschikt te maken; daar
bij maakt de huidige verwarring der denk-
beelden de grondslagen van den rijkdom van
ons volksleven zoo onvast. Hierdoor word!
het dubbel gevaarlijk, dai de staat zich van
de behartiging der belangen, waarop spr.
zoo juist doelde, meester maakt, omdat de
staat geen anderen regel heeft dan v/at de
machthebbers van het oogenblik ai» het alge-
meen belang zien, dat echter dikwijls het
eigen belang tot behoud van de macht tot
inhoud heeft. Hiertegen is nog altijd het
beste verweer gelegen in de politieke begin-
selen der Christelijk Historische Unie.
De kwestie van de partijgroepeering be-
handelend, zegt spr., dat, al zijn er meer
malen meeningsverschiiien tusschen leden
van eenzelfde groep, zij toch dwalen, die in
een algemeene principieele beschouwing
van het staatsleven geen waarde zien
Spr. zette verder uiteen, dat de politiek niet
eenvoudiger, maar samengestelder is ge-
worden door hetgeen zich te Geneve bij deii
Volkembond voltrekt, waardoor het gewone
onderseheid tusschen buiten- en binnenland-
sche politiek een geheel andere beteekenis
krijgt.
In het vervolg zijner rede drong spr. er op
aan, dat men de beteekenis van de a s. ver
kiezingen voor Provinciale Staten en ge-
meenteraden, hoe zeer die voor de Staten-
Generaal belangrijker zijn, niet onder-
schatte.
Ten aanzien van de vraag of een kabinet
gelijk wij thans hebben, niet steunend op
een meerderheid in het parlement, een essen-
tieel element van het parlementaire stelsel is,
is spr. geneigd zich aan te sluiten bij de
meening, door mr. van Schaiek hierover ge-
geven bij de behandeling van het Vile hoofd-
stuk der staatsbegrooting van de Tweede
Kamer. Evenmin als deze zou hij echier wil-
len betoogen, dat niet naar het optreden van
een meerderheidskabinet gestreefd zou wor-
dien, doch daarbij ga het langs natuuriijlcen
weg, geschieJde het in goed vertrouwen dat
het een meerderheid zij, die ook in. verband
met de verhoudingen van het oogenblik den
meesten waarborg biedt voor een krachtig
bewind en een vruchtbaren arbeicl; dat het
daarbij dus om iets anders gaat dan een r-en-
voudige optelsom en een lijstje van onder-
rich niet aan iets te vergrijpen. Maar ik heb
de verzoeking toch altijd nog kunnen weer-
staan
Elsie deed haar beurs open. Die bevsife
twee sovereigns en een paar shillingen.
„Neem dit alles!" drong ze, „het goud
tenminste. Laat mij dan het ziiver. Toe, nu
dadelijk!" Ze stampte met den voet.
Hij draalde:
„Alles?" vroeg hij. „Alles? Kunt u dm
missen? Want ik kan het u nooit terug beia-
len."
„U moet het alles nemen!" herhaalde ze,
gebiedend.
Hij gehoorzaamde, nam het goud uit de
beurs met trillende vingers. Toen nam hij
den hoed af en Elsie wist niet, of het van
ouderdom was, dat zijn oogen zoo dof leken,
of van opwellende tranen. Hij zei niets meer
en ging langzaam naar beneden, zich aan de
trapleuning vasthoudend, zoo zwak was hi;
ook, van den honger. Maar het was zijti
etensuur en nu zou hij wat te eten hebben."
Elsie ging weer zitten.
Het was half zeven, drie uur had ze dus
gewacht, toen andere voetstappen het huis
binnen kwamen. Elsie sprong. op. Ze werd
bleek en't hart ktopte haar ontstuimig, want
ze wist, dat, als dit nu waarlijk de man was,
dien zij verwachtte, zij dan tegenover
iemand zou komen te staan, die een zwaar
vergrijp had gepleegd en waarschijnlijk nog
in staat was tot laagheid, ook in andere op-
zichten,
(Wordt vervolgd).
*7)
.v
nil urn until u iu m iiiHU.UMiUb i
iminsimniiniiiTimHUiimiHiiiutruuaiiiiuuuiuiKB
■nancmwi
iimmmuiumiminffiiii
iimnrnimintimmniiiTnimiimnmiinmiiiiiiiniiiinniinpiiiiiniilinimniimiiB