Jtlkmaarsche Caurant
Wie is Edmund Gray
Yrgdag 11 Maari
Radio-hoekje
Stadsnieuws
FEU1LLET0N.
No. 59
1927
Kanderc! nagen en Mgstf Jaargang.
later dag 12 Maart.
Hilversum, 1050 At. 12.Politiefoerichten
4.30—5.Uitvoering door het H. D. O-
meisjeskocxr, onder leiding van Willem van
Wanmelo. 6.—5.30 Duitsche les voor begin
ners. 5.306.Fransche les voor beginners.
6.6.45 Concert door het H. D. O.-orkest.
t.467.45 Cursus voor Boekhoudten en Han-
delskennis. 7.45 Politieberidhten. 10.30 Pers-
berichten. 8.10 V.A.R.A.-avond. 10.35 Aan-
0hiitin.g van de Cinema Royal te Amsterdam.
|feB uurtje illustratieve filmmuziek. Orkest
ander leiding van Hugo de Groot.
Daventry, 1600 At. 3.20 Concert door de
IdiUtaire band. W. Glynne, tenor. B. Kerr,
,®opraan. Mated Constanduros. 5.20 Cause-
Qfie: A garden drat. 5.36 Kinderuurtje 6.20
iparmmuzkk 6.50 Tijdsein, weerbericht,
•pieuws. 7.06 Lichte muziek. 7.20 Lezing: The
jaootih's reviews. 7.35 Pianocomposities vam
jpach. 7.45 Lezing The International.Outlook
^rootball. 8.05 „Irene", muzik. comedie in 2
r^cten van Montgomery. 9.20 Tijdsein, weer-
beridht, niieuws. 9.36 Vertelling door Mr
(Thomson. 9.50 Neil Kenyon, de Sdhotsche ko-
jniek in z n repertoire. Dansmuziek. 10 20
Concert. F. Holding, sopraan. J. Slater,
.ftuit. 10.50—12.20 Dansmuziek van het Sa-
H»y-Hotel.
Parijs „Radio-Paris"1750 At. 10.50—
S I 20 Nieuwsfcerichten en muziek. 12.50
§.10 Concert. Orkest en Mme. Valentino,
xang. 5.05—'555 Concert. De Jazz Sympho
nic. 8.50—11.30 Galaconcert. Groot orkest,
fazzband, vocale en instrumentale solisten
Langertberg, 469 At. 10.2011.20 Con
cert. 12.50—1.'5'0 Orkestconcert. 4.2'05 20
jOrkestconcert. 7.20—7.55 Gediehtenvoorle-
Jzing 8.10.20 Vroolijke avond. 10.30
t'220 Dansmuziek.
Ronigswusterhausen, 1250 At. en Berlijn,
'484 en 566 At. 2.20—7.05 Lezingen en les
sen. 7.50 Concert. Orkest en Otto Reutter,
xang. 9.50—11 50 Dansmuziek.
Hamburg, 394.7 At. 11.50—1.20 Orkest
concert. 1.25—2.10 Kamermuziek. 3.35—
4 20 Vroolijk concert. 5.20—6.10 Dansmu
ziek. 6.45—11.10 „Zar und Zimmermann",
opera in 3 acten van Lortzing. Daarna dans
muziek.
Brussel, 509 At. 5.20—6.20 Dansmuziek.
8.50 Orgelconcert. 9.50—10.50 Dansmuz.ek.
VERHAAL VAN
P ENSOE MSB IJ DR AGE N.
In bijlage 29 zeggen B. en W. het volgen
de.
Een der maatregelen waartoe wi] ons zoo-
wel met het oog op den loonstandaard in het
vrije bedrijf als in verband met den toestand
der gemieentefinancien hebben genoopt ge-
zien, is het voorstellen van een verhooging
der van het gemeentepesoneel geheven pen-
sioensbijdragen tot 8Va Het verhaal der
bijdragen voor weduwen- en weezenpensioen
wordt daardoor voor de betrokken ambtena-
ren en werklieden van 1/2 (beperkt tot
3000) gebracht op 514 van dien grond-
slag (beperkt tot f 3000).
Zooals wij reeds in den aanbiedingsbrief
het ontwerp-gemeentebegrootiflg voor
1927 hebben medegedeeld, is er in de Com-
missies voor het georganiseerd overleg oyer
dit voorstel geen overeenstemming bereikt.
lDe meerderhcid der Raadsleden is met de
jneerderheid van ons College van oordeel, da!
de voorgestelde verhooging van het verhaa!
noodzakelijk is. De crganisaties daarentegen
meenen dat deze maatregel niet op de ambte-
naren: en werklieden mag worden toegepast,
doch hebben zich bereid verklaard het hooge-
re verhaal te aanvaarden, mits de eerste f 500
van het salaris onbelast blijft, of wanneer
deze aftrek geen instemming mocht vinden,
een heffing van 6 pet. zonder aftrek te steu-
nen, indien dit althans tot overeenstemming
zou kunnen leiden.
Het spreekt vanzelf dat wij dit gebrek aan
overeenstemming betreuren. Wij zien ons
thans genoodzaakt, op een allerbelangrijkst
onderdeel van de regeling van de positie van
het personeel een eigen voorstel te doen aan
Uwe Vergadering, terwijl het van groote
waarde ware geweest, indien het orgaan, dat
in het leven geroepen is om Uwe Vergade
ring zoowel als ons College voor te lichten
omtrent het voor personeels-aangelegenheden
Qeauloriseerde vertaling naar het
Engelsch van Walter Besant,
K door Atej. E. Hoogewerf.
1)
De stappen kwarnen steeds naderbij en El-
tie wist, dat zij een groot gevaar tegemoet
ging, want alleen en zonder hulp zou ze uit-
yinden, wie de man was, die deze duistere
da den bedreven had.
Zij moest zich aan de leuning vasthouden
iwanivoor haar stondmr. Dering
aelveen hij was het die den sleutel van
de kamers van Edmund Gray uit den zak
haalde.
ja, een oude heer was het dus, met een
wiendelijk gezicht, de geidealiseerde mr. De-
ring van het portret.
Ze staarde hem aan met een verbazing, die
haar beroofde van alle vermogen om zich te
bewegen of te spreken.
Mr. Dering keek haar aan met een uit-
driikking van verrassing in de blik, die zeker
heduidde:
„Wat moeten wij hier nu beginnen met
tulke fraaie jongedames?"
Hij scheen haar in het minst niet te ken-
nen en schonk haar 00k al niet meer aan-
dacht dan aan iemand, die hij soms toevallig
op straat zou ontmoeten.
Hij was op het punt de kamers binnen te
faan, toen zij in zo6 verre weer bekwam dat
vroeg:
^unt u mij 00k zeggen hoe ik mr. Ed-
ie voeren oereio, m ae een or anoere rich ting
een uitspraak had gedaan. Wij achten het
niettemin van belang, dat Uwe Vergadering
kennis neemt van de met de Commissies voor
georganiseerd overleg gevoerde briefwisse-
hng en van de in de Commissies gevoerde be-
raadslagimgen. Deze briefwisseling en de no-
tulen der vergaderingen hebben wij' bij de
stukken ter inzage gelegd-
Nu wij' de daarin naar voren gebrachte ar-
gumenten niet aan een bescnouwing behoeven
te onderwerpen, kunnen wij ten opzichte van
hetgeen de meerderheid van ons College ertoe
geleid heeft dit voorstel te doen, volstaan met
te verwijizen. naar de uitvoerige inlichtingen
welke wij aan het georganiseerd overleg ver-
strekten en welke trouwens door de aanbie-
ding van het ontwerp der begrooting van al-
gemeene bekendlheid zijn geworden.
De meerderheid van ons College adit het
niet twijfelachtig of 00k Uwe Vergadering
zal uit het ontwerp de overtoil ging-hebben ge-
put, dat d!e hoogere heffing een (ter onvermij-
delijke maatregelen is. Zij heeft zich eveneens
beroepen op den loonstandaard in het vrije
bedrijf. Een overzicht der loonen, welke thans
volgens de coliectieve arbeidscontracten wor
den uitbetaald, leggen wij voor U ter inzage.
Men zal moeten toegeven, dat 00k bij toepas-
sing van het thans voorgestelde verhaal van
pensioens'bijdragen van verschillende catego
ries van werklieden de loonen nog aanmer-
kelijik blijven boven de in die contraden vast-
gelegde bedragen, waarbij derhalve nog niet
in aanmerking zijn genomen de andere voor-
d'eelen, die een gemeentewerkman boven een
particulieren werkman geniet.
De minderheid van ons College kan met de
voorgestelde verhooging niet meegaan. Naar
haar meening zou de gemeente eerst dan een
verlaging van loonen en salarissen in over-
weging kunnen nernen, wanneer de indexcij
fers daartoe aanleiding zouden geven. Nu dit,
zoo men vergdijkt met den toestand van
1924, toen de pensioenaftrek van 314 pet
werd ingevoerd, niet in beteekenende mate het
geval is, kan naar de meening der minder-
hdd een verzwaring van het verhaal niet
worden toegepast en behoort op andere wijze
voor de uitgaven dekking te worden gevon-
den, b.v. door verdere verhooging der opcen-
ten op de vermogensbelasting en verhooging
der belasting op de gebouwde eigendommen.
De mterderheid van ons College acht deze
beschouwingswijize niet juist Naar hare mee
ning mofet men, zoo men uitsluitend op de iu-
dexcijfers zou moeten letten wat zij niet
toegeeft vergelijken met het oogenblik,
waarop de salarisverordeningen tot stand
kwarnen, d.i. eind 1921. Op 1 Januari 1922
was het indexcijfer voor de kleinhandelsprij-
zen (de prijzen van het iaar 1913 op 100 ge-
steld) 165, op 1 Oct. 19i26 148, verschil ruim
10 pet. Dit stelt de hier aan de orde zijnde
vraag naar het oordeel der meerderheid wel
in een eenigszins ander licht.
Zij stelt U opmrond van het bovenstaande
'voor, dienovereeMomstig te besluiten.
XRITIEK OP „DE OPSTANDIGEN".
Het bestuur van de Openbare Leeszaal en
Boekerij heeft velen aan zich verplicht door
gisteravond in De Unie Dr. Oberman van
Utrecht te doen optreden, om te zeggen, hoe
hij denkt over „De Opstandigen", het in den
laatsten tijd zoo beroemd geworden boek
van mevr. Jo van AmmersKuller, van welk
boek zooals men wcet een tooneelstuk is ge-
maakt, dat dezer dagen zijn honderdste op-
voering beleefde. De zaal was eivol, wel een
bewijs voor de grootv bekendheid met het
boek.
Na door mr. A. P. H. de Lange, voorzitter
van het bestuur der Leeszaal, met een enkel
woord te zijn ingeleid, ving Dr. Oberman
zijn rede aan met op te merken, dat in den
bijtoel op tal van plaatsen een opstandigheid
tegen ouders is te vindenr zooals in het boek
beschreven wordt en 00k voorspellingen
daarvan en waarschuwingen van Paulus
tegen de ouders, om de jongeren niet moede-
loos te maken.
Waarom het boek em het tooneelstuk dan
zoo zijn ingeslagen? Omdat wij daarin voe-
len, dat het 00k ons gel'dt, er onistaat een
band tusschen lezer en schrijfster. De ge-
schiedenis speelt in Leiden, de siad van de
tegenHellingen (groote rijkd'om naast bittere
armoede, mooie breede straten en kleine el-
lendige stegen, enz.), en zooals deze stad is
00k het boek vol tegenstellingen. Spr. schet-
ste het Leiden van 1840 met zijn diligence en
zijn stille, afgemeten menschen en zijn ge-
ringe beweging in het leven. Zoo jjelijkmatig
ging 00k het leven der familie Coornveldt
waar het boek mee aanvangt.
Zeer waardeerend besprak Dr. Oberman
de teekening van de personen en we zagen ze
voor ons leven: den vader voor wiens wil
alles moet buigen. de zoons en dochters, die
vaders wil als wet erkennen en zich daarbij
mund Gray zou kunnen vinden."
„Zeker," antwoordde hij met een glim-
lach. „Niets makkelijker dan dit, ik ben
Edmund Gray."
„U? Is u Edmund Gray? O neeq,
u kunt zelve niet Edmund Gray zijn. Heel
haar prachtige theorie van hypnotischen
invloed werd daardoor immers met een slag
te niet gedaan.
„Zeker. Natuurlijk. Waarom zou iemand
zichzelve niet zijn?"
„0, ik begrijp't niet. ik begrijp er niets
van. Ik hield u althans voor een ander."
Hij lachte goedmoedig:
„Ja waarlijk? Ik ben toch geen ander, dan
Edmund Gray?"
„Ik vroeg het, omdat ik meende, dat ik een
gelijkenis waarnam met cen andieren per-
soon. Is u wel eens meer gezegd, dat u zoo-
veel op een ander lijkt?"
„Neen. Gelijkenissen zijn 00k maar verba-
zend oppervl.akkig. Geen twee schepselen
zijn gelijk. We zijn eenig, ieder heeft z'n
eigen leven in de groote Kosmos, geheel on-
gelijk aan dat van ieder schepsel. Echter, ik
ben Edmund Gray. Niet dikwijls ontvang
ik bezoek van jongedames op deze kamers.
En mag ik nu nog eens vragen, hoe ik u 00k
he'penij kan? Maar komt u nu vooral binnen
en gaat u zitten."
_„0, 't' is wonderlijk!" riep ze. „Verwondbr-
lijk!" Tooh hield ze zich weer in en vroeg
enkel:
„Is u dezelfde Edmund Gray, die pas dien
brief in de Times heeft geschreven?"
„Zeker. Ik geloof niet, dat er nog een per-
soon van dien naam is op de Inn. Heeft u
dien brief gelezem?"
neerleggen, a! is het dikwijls noode, en net
nichtje uit Parijs, kind van Coomveldt's zus-
ter, die zich indertijd' door een muziekleeraar
had laten schaken.
Het tweede tijdperk in het boek vangt aan
in 1872, toen Multatuli invloed kreeg en toen
het socialisme opkwam. De wereld is heel
anders geworden, de machine heeft hare in
trude gedaan in de fabriek, de spoortreinen
snorren door het land, enz. De kinderen van
Coornveldt hebben zich gevoegd naar papa's
wenschen en zijn getrouwd met de door hem
gekozenen. Maar nu komen de moeilijkheden,
de kindskinderen zijn minder gehoorzaam en
de zoon van den geleerde David wordt zelfs
socialist en moet vluchtem wegens het schrij-
ven van eenige artfkelen tegen koning en
leger. Op een leTing van Nicolaas Beets over
de emancipatie der vrouw vraagt Miebetje
(het nichtje) waarom niet over de onge-
huwde vrouw is gesproken. Hare inzichten
winnen veM en de studielust wordt opge-
wekt 00k bij een kleindochter van Coorn
veldt.
Dan 'kunnen we in het derde tijdperk, dat
irt het boek beschreven wordt, het gezin van
1923. De beelden worden vager, merkte spr.
op, en we komen in een stemming, zooals we
die krijgen bij het lezen van het boek
Predi'ker: ijdelheid, 't is alles ijdelheid.
Na de weergav e van den inhoud van het
boek, dat spr. meesterlijk geschreven noem-
de, kwam hij aan zijn critiek, in de eerste
piaats dat het is blijven zitten in naturalis-
me. Hoewel „De Opstandige" een buitenge-
woon boek is en boeiend, missen we er diepte
in. Spr. verweet de schrijfster niet, dat zij het
grillige van de wereld liet zien, maar wel
dat er mededoogen ligt in het boek en dat er
geen louterende kracht uitgaat van de be
schreven tragedie. Als we het boek sluiten,
zeggen we: ja, zoo is het nu eenmaal in het
leven". Er ligt een noodlotssfeer over het
werk. Het geeft schitterende portretschrijf-
kunst, maar niet rets dat opbouwt, het laat
zien hoe de mensch naar den afgrond gaat,
maar het mist geest van liefde. Spr. stelde
hier tegenover Ina BoudierBakker's „Ar-
moede", waar 00k de afdalen'de lijn is be
schreven, maar tevens liefde wekt.
Spr. tweede bemerking tegen „De Opstan
digen" was, dat het geen recht doet aan de
vrouwenbeweging. Die wordt meedoogen-
loos aangewezen als oorzaak van de ver-
wording, maar spr. toonde uit het Evangelie
aan, dat de bevrijding van de vrouw geeischt
werd door Christus en dat zij daaroin geen
schuld kan hebben aan die verwording. 't Is
de oorlog geweest, die zooveel in de war
stuurde. Hij verdeelde de jeugd in twee kam-
pen, een zich uitlevend en een aarzelend te
genover het leven staande en op zoek naar
sociale wegen.
Door het leven te zoeken langs de ver-
standslijn en door gebrek aan geloofsmoed
en het maar laten gaan van de kinderen,
kwam men op den verkeerden weg en dan
verbaast men zich later, als niet alles ging,
zopals men verwacht had.
Als derde bezwaar tegen het boek noemde
spr., d'at de schrijfster de tijdperken eenzijdig
getypeerd heeft, want men moet niet voorbij
zien, dat het hierin niet gaat om de familie
Coornveldt alleen, maar meer om het typee-
ren van de drie verschillende tijdperken. En
daarin nu was mevr. v. A— K. eenzijdig ge
weest. Spr. ontkende niet, dat er in 1840
vaders zullen zijn geweest als C., maar dat
was niet h e t type mannen van dien tijd; er
waren er zeer velen, eveneens godsdienstig,
die heel anders waren. In dat tijdperk toch
reeds deed Heldring zijn oproep voor zijn
stichting, schreef Groen van Prinster reeds
dat het armwezen veranderd moest worden,
werd het diaconessenhuis te Utrecht gesticht
(het sociaal werk, dat Klaartje Coornveldt
pas in 1870 deed), en dat alles van geloofs-
standpunt Eenzijdig en onwaar was de
schrijfster 00k in haar weergave van de rede
van Nic. Beets van 18 Juni 1870, gelijk spr.
aantoonde door het in het boek aangegevene
te vergelijken met den inhoud, zooals hij dien
elders had gevonden. Zij gaf daardoor van
de rede een heel ander beeld. Deze fout heeft
zij begaan ten behoeve van succes voor haar
boek, en succes dat zij 00k had kunnen berei-
ken zonder misbruik der bistorie.
Buitengewoon groot bezwaar had dr.
Oberman tegen de caricatuur, die mevr. v. A.-
K. van den godsdienst geeft. Zij geeft veel te
veel wat met godsdienst niets te maken heeft.
Een man b.v., die uit godsdienstig gevoel op-
treedt, zooals Coornveldt tegenover het
nichtje, moet wel zenuwziek zijn. Van den
zoon Hendrik, die candidaat tot den H. D.
was, is een eigenlijfce caricatuur gemaakt,
evenals van zijn houding, nadat Miebetje
hem afgewezen vad. Er is nog meer, wat een
caricatuur van den godsdienst geeft: de
„En is u hier gekomen, om mij over dien
brief te spreken?"
„Ja, juist." Dit was een goede verklaring
voor haar bezoek vond ze. „Ik kwam in de
hoop, den schrijver van den brief thuis te
vinden."
Hij hield de deur van de zitkamer open.
„Wilt u dan hier maar binnengaan? We
kunnen heel rustig praten. Zaterdags op dit
uur is er bijna niemand in de Inn." Hij sloot
de buitendeur en volgde zijn bezoekster in
het vertrek. „Het is hier altijd zoo kalm op
den avond en op Zondag. Voor iemand, die
studeert, kan men zich geen beter plekje in
Londen denken! Er zijn er maar heel weini-
gen, die mij wenschen te spreken over mijn
theorieen. Dit komt, doordat ik al oud ben,
zoodat ik mijn vrienden verloren heb, en om
dat mijn beschouwingen den tijd vooruit zijn.
Geen mensch is zoo eenzaam als degeen, die
voor zijn tijd geboren werd. Hij is de profeet,
niet waar, die gesteenigd moet worden, om
dat zijn profetieen onbegrijpelijkc en daarom
ongeriefelijke, zelfs schrikwekkende denkbeel-
den verkondigen. Ik zal heel blij zijn, als ik
wat met u kan spreken. Maar mag ik eerst
deze brieven openmaken?"
Elsie keek eens om zich been. Ze bevond
zich in een ruim, met eikenhout beschoten
vertrek, met twee vensters, die op het plein
uitkeken. Er stond een flinke schrijftafel,
met laden, een klein tafeltje tusschen de ra-
meneen paar gewone stoelen, een makkelijke
stoel en een rusfbank, benevens een groote
boekenkast met boeken over socialisme, zoo
als George immers had gezegd. Een deur gaf
toegang op een kleinere kamer, en daar ach-
ter was zeker nog een slaaplcamertje. Een
eenvoudig karpet lag op den vloej. Boven den
straffen, door C. uitgedeeld aan zijn kinde
ren, die op godsdienstig gebied anderr had-
den gedaan dan hij wenschte en dan dat het
nichtje zei: ik vind geen waarheic in gods
dienst. Afschuwelijk vond spr. het bidden,
dat in het tooneelstuk „De Opstandigen" is
opgenomen. In bet tweede tijdperk in het
b<. ek wordt de kerk belachelijk gemaakt,
waar als eenige trouwe kerkgang'ter wordt
aangewezen de eenige trotsche figuur uit het
boek. Da Costa schreef nog zulke dingen niet
in 1823, als mevr. v. A.—K. in 1870 liet ge-
beuren. Spr. mist bij haar het geval van wat
geloof is. Zij verstaat niets van de span
ning in het leven van den geloovige, begrijpt
niet, dat bet mogelijk is, dat iemand' naar
God verlangt en desondanks toch nog kan
zondigen, zonder huichelaar te zijn, een
waarheid die Dostojewski 00k al teekende. De
kieken, die mevr. v. A.K. geeft, zijn van
dezen tijd, maar de voorstellingen, waaruit
zij ontstonden, zijn uit vervlogtn dagen.
Zoo gaf zij van de jeugd een heel andere
voorsteliing dan zij in werkelijkheid is, zie
b.v. naar de A. J. C. Over het nieuwe geluid,
dat door de wereld gaat, bevat het boek geen
woord. (Applaus).
Van de gelegenheid tot gedachtenwisseling
maakte allereerst gebruik de heer B o 1 m a n,
die meende, dat de gelijkstelling van man en
vrouw, in den Bijbel genoemd, bedoeld zal
zijn als in het hiernamaals, en hierbij wees
op het scheppingsverbaal en het „de vrouw
zij ondergeschikt aan den man", woorden, die-
dr. Oberman als orthodox toch moest onder-
schrijven.
In het bidden op het tooneel had spr. geen
bezwaar, we gaan toch naar het tooneel, om
het leven te zien. Het gebed, zooals in „De
Opstandigen", hoeft niemand aanstoot te
geven.
Spr. protesteerde tegen de wijze, waarop
dr. Oberman zich had uitgelaten, over wat hij
noemde en caricatuur van den predikant.
Heeft Beets, die eertijds een vroolijk student
was, maar later als hoogleeraar in de theolo-
gie verdorde, zeif geen caricatuur geleverd
van Pieter Stastok?
Als de Bijbel de sociale Werken voor-
schrijft, zooals dr. Oberman had aangehaald,
waarom verzetten dan de orthodoxen zich
teger, het socialisme? (Applaus).
Mej. K r e b meande, dat het de schuld van
de kerkelijken zelf is, dat een carricatuur van
den godsdienst wordt gemaakt. Hunne hou
ding inde zaak Geellcerken toont dat.
(De Voorzitter verzocht geen theolo-
gisch debat te ontwikkelen).
Een derde spreker vroeg, of dr.
Oberman een uitweg zag in de twee door
hem genoemde richtingen en welke.
R e p 1 i e k.
Dr. Oberman hield vol, dat het „man
en vrouw zijn een", bedoeld is voor dit leven
en verwees hiervoor naar Jezus, die, geheel
in strijd met dien tijd, met de viouwen sprak.
In de bedoelde uitlatingen van Paulus ligt
het principe van afschaffing van slavernij en
00k van 'het internationalisme, gelijk spr.
naging.
Uitvoerig ging dr. O. in op wat de heer
Bolman had gezegd over ycat de orthodoxen
moeten onderschrijven. Spr. conclusie was.
dat de orthodoxie heel wat anders is dan de
heer B. zich voorstelt en hij gaf hen den raad,
de ethische orthodoxie te bestudeeren, dan
zou hij een heel nieuw perspectief in den
Bijbel zien.
Men moet niet zeggen dat Beets verdbrde
tot hoogleeraar in de theologie, want hij was
een bijzendere figuur, die veel invloed heeft
gchad en een vooraanstaand man was in ziju
tijd. Hij heeft in zijn Stastok -vel de stijfheid
belachelijk gemaakt, maar niet het innerlijke
aamgetast.
Aangaande het werk der orthodoxie op so
ciaal gebied memoreerde spr., dat bijna alles
wat op dat terrein hier te lande bestaat, is
uitgegaan van Groen van Prinsterer, dr. Kuy-
per e. a.
Tegenover mej. Kreb bestreed spr., dat d'e
herv. synode geen nieuwe opvatting zou toe-
staan. Er is juist groote vrijheid (zie de vele
richtingen), aUeen bij de roomschen en de ge-
reformeerden is dit anders. Als er al een en
kel mg is, dit doet als Coornveldt, mag dit
toch niet leiden tot generaliseeren, zooals
mevr. v. A.-K. doet.
Ook mej. Kreb werd aangeraden te onder-
zoeken, dan zou zij zien, dat zeer veel predi-
kanten geen aanleiding kunnen zijn voor cari-
caturen.
Den derden debater verzekerde spr., dat de
eene groep- naar den afgrond gaat, geestelijk
en misschien ook lichamelijk. Ete andere heeft
een groote toekomst, omdat zij de roeping
heeft tot zoo mogeliik behoud der eerste. De
groote vraag van dezen tijd is: hoe moeten
hbogen, ouderwetschen schoorsteenmantel
hingen een paar portretten van socialistische
voorgangers.
Had er niet overal zooveel stof gelegen,
dan was de kamer zeer netjes geweest. De
stoelen stonden alle op hun piaats, de gor-
dijnen waren half-gezakt. Maar er stonden
geen ornamenten of bloemen.
Mr. Edmund Gray maakte een half-dozijn
brieven open, die op tafel lagen, en keek ze
in. Er lagen er nog heel wat, die hij maar
ongeopend liet.
„Ze zijn alle van menschen, die mijn brief
gelezen hebben," zei hij. „Ze deelen met mij
het geloof in de nieuwe menschheid. Geluk-
kig hij, die het licht ontsteekt, juist op het
oogenblik, dat de duistemis merkbaar wordt!
Ja, mijn lieve jongedame, u is niet de
eenige, die zich aangetrokken heeft gevoeld
door de leerstellingen van den brief. Maar ik
heb den tijd niet,om ze alien te schrijven.
Een brief bekeert er slechts een. Met een ar-
tikel kan men er wel duizend winnen!"
Elsie sond op. Ze wist nu, welke gedrags-
lijn ze volgen zou.
Ze had een bijzonder zachte, innemende
stem, een stem, die een wild dier tot bedaren
zou kunnen brengen, en de teederste gevoe-
lens zou kunnen wekken in het hart van een
jongen man. Bovendien had zij van die spre-
kende oogen, die den menschen hun geheimen
zou ontlokken, z6o zacht-overredend werkte
hun blik. En of ze wist, dat ze die macht be-
zat? Zeker niet, onervaren als ze was.
Maar groot was de persoonlijke bekoring,
die van haar uitging.
»0", prevelde zij, „het is zonde en jammer,
dat u uw kostbaren tijd zoudt verspillen met
bnevenschrijven aan al die mensch en! Dat
WEET QIJ DIT WEL?
ADVERTEERT INDE
ALKMflflRSCHE COURFINTI
we de jeugd bezig houden? Spr. geloofde in
een licht van boven eti dat God alle pogeu
zal steunen.
Tegenover mevr. P r i n s- V 1 e s s i n g, die
alsnog opmerkte, dat „De Opstandigen" zoo
weinig bevrediging geeft en geen geloof, hoop
en liefde, in het laatste deel zelfs verwilde-
ring doet kennen, zei de spr., het daarm-.e
volkomen eens te zijn. Het boek geeft inder-
daad veel teleurstellingen.
Daarna schetste spr. nog het kafakter van
Comveldt's doch ter Klaartje, die hij de eenige
lichtende figuur noemde tusschen de andere
in het boek geteekenden, alien mislukte le-
vens. Al is het beeld niet geheel volteekend
te achten, spr. geloofde dat de schrijfster bij
deze teekening boven zich uit greep. Klaartje
is de eenige, bij wie de spanning van den ge
loovige is waar te nemen, een spanning die
spreker overigens in het heele boek mist. Uit
voerig ging hij haren strijd na, die eindigt
met het opgeven van hare wenschen om te
doen wat vader wilde. Hier is opoffering en
de schrijfster daalt af van de hoogte waarop
zij gekomen was, door Klaartje te vergelijken
met de doch ter van Jephta.
Mr. A. P. H. d e L a n ge bracht dr. O. een
hartelijk woord van dank en verzekerde dat
het luisteren naar diens voordracht moeilijker
was dan men zou denken. Dankbaar was
spr. voor de bijzonder welsprekende wijze
waarop van het bosk was verteld en hij was
overtuigd, dat het „hoort cok de wederpartij"
was toegepast door het bestuur van Leeszaal
met het verzoek aan dr. O. om naar hier te
komen en zijn critiek tegen „De Opstandi
gen" te laten hooren. Spr. verzekerde da'
die critiek veel heeft geleerd. (Applaus).
PREDIKBEURTEN.
13 Maart.
A 1 k m a a r.
Groote kerk, half elf, Ds. Baar.
Consistoriekamer, Woensdagavond 7 uur,
Ds. Verwaal.
Kapel, 10 uur. Ds. Verwaal.
Avond 6 uur, Ds. J. Ju'kema van Broek op
Langendijk.
Evang.-Luthersche kerk, 10.30 uur, Ds.
Maklrink.
Doopsgezinde kerk, 1030 uur, ds. Werstra-
Remonstrantsch-Gereformeerde kerk, 10.30
uur, Ds. W. Mackenzie, rem. pred. te Am
sterdam.
Gereformeerde kerk, 10 uur, Ds Meijer,
H. Avondm. Avond 5.30 uur, Ds. Meijer, H.
Avondmaal en Nabetrachting.
Co'llecte algemeene dodeinden.
H erst eld Apostolus c he Gemeente, Touir-
saintstraat. Voormiddag 10 uur en nam. 5
uur en Woensdagavond 8 uur d'ienst.
Tuinzaal Harnwnie, Maandag en Dinsdag
avond 8 uur, Ds. Doevendans van Putten.
Tuinzaal Harmonie, Donderdag 17 Maart
a.s. des avonds 7 uur de heer A. de RedelijV-
heid, Ned. herv. godsdienstonderwijzer.
LEGER DES HEILS.
Zoridag 13 Maart.
10 uur v.m. Heiligingsdienst.
7.30 uur n.m. Heilsbijeenkomst.
Dinsdag 15 Maart, 's avonds S uur, Sol-
datensamenkomst.
Donderdag 17 Maart, 's avonds 8 uur,
Openbare samenkomst.
moet u niet doen. Uw tijd is noodig voor de
wereld, niet voor enkelen!"
„Dat is zoo!" antwoordde hij. „Het is,
zooals u zei."
„U is een meester, een leider, een prediker,
een profeet
„Juist. Dit had ik niet zelf durven zeggen.
Maar het is zoo!"
„Niemand kan het in t'wijfel trekken, die
den brief gelezen heeft. Wees mijn meester
ook! Zoo goed als van al degenen, die u
geschreven hebben!"
„Uw meester ook? Ik kon niets liever wen
schen!"
„Mijn vader en mijn meester!" bevestigdi
zij nog eens.
„Ja, ja."
Hij reikte haar de hand en die vatte zij
in haar beide zachte handen en boog er het
hoofdje over.
„Ik ben tot u gekomen, enkel om u te dan-
ken, wilde ik u ook nog een gunst vragen
die mij nieuwe kracht hebben geschonken
En nu ik eenmaal mijn dank heb fiitgespro-
ken, wilde ik u 60k nog een gust vragen
„En die is?"
„U wilt mijn meester zijn? U wilt mij
onderrichten? Laat mij dan mijnerzijds u mo-
fen ontheffen van dit werk. Ze legde haar
and op den stapel brieven. ,,Laat mij deze
voor u mogen beantwoorden. Laat mij uw
particulier secretaresse zijn. Ik heb niets te
doen. Laat mij dan niet alleen uw leerlinge
zijn, maar laat mij voor u mogen werken!"
Haar stem klonk den ouden man als mu
ziek in de ooren
Het was tien uur eer Elsie thuis kwam.
Maar zelfs haar verloofde en haar broer
wilde ze niet zeggen, waar ze geweest was,
of hoe ze den avond had doorgebracht.
(Oagecorrigeerd.)
u
„Ja, 0 ja."
Ee» laak, die geregeld adverteen, zal
meer bekend raken en meer nieuwe
klanten krl]gen. dan een zaak,
die niet adverteert en al
leen maar steunt op
vroegere connec-
ties en ouden
naaow
o
o
Wilt ge
In fllkmaar
en omstreken
steeds meer oekend
worden, meer de aandacht
trekken, dan kunnen we (I
slechts dien eenen goeden raad geven: